Bij de mannen dubbelvier kwam alles samen zoals gepland, bij de vrouwen bijna

De mannen dubbelvier won goud in een race die ze van het begin af aan beheersten. Startend als favoriet kwamen ze geen moment in problemen en roeiden ze de tweeduizend meter op het water in Vaires-sur-Marne in een gelijkmatig tempo. De Italianen zaten nog redelijk dicht op ze en ook de Polen leken even dichterbij te komen, toen die na 1.500 meter opschoven naar de tweede plaats. Maar die moesten ze in de eindsprint toch weer afstaan aan de Italianen.

Lees ook

Hoe de roeiers uitgroeiden tot een medaillemachine

De dubbelvier tijdens de training op de Bosbaan, op 20 juli.

Strak, uitvoerend wat de bedoeling was, voer de dubbelvier met Koen Metsemakers (30) op slag, een eigen race. Drie jaar geleden, in Tokio, won Nederland op hetzelfde nummer ook olympisch goud, met toen ook Metsemakers en Tone Wieten (30) aan boord. In de samenstelling die nu aan de start lag was de dubbelvier regerend wereldkampioen. Finn Florijn (24) roeide in Tokio nog in de skiff, alleen Lennart van Lierop (30) maakte zijn debuut op de Spelen.

„Vandaag was uitvoeren wat we de hele tijd geoefend hebben”, zegt Florijn na afloop. „Je bent natuurlijk nooit zeker van je plek, maar we vonden het goede ritme en dat het dan ook vandaag lukt is wel even lekker.” Florijn had de hele week slecht geslapen, maar door elke dag om 21.00 uur naar bed te gaan, ging hij ervan uit dat er genoeg slaap bij zou zitten.

Ook Metsemakers was, na een moeilijke week op persoonlijk vlak waar hij verder niets over wilde zeggen, opgelucht. Geen moment had hij zich beziggehouden met de tegenstand en ook niet met de opkomende Polen in het middenstuk: „We varen onze eigen race, we hebben een eigen boot. Het was goed, het was genoeg.”

Van Lierop, een zogeheten laatbloeier in het roeien, had vooral genoten van zijn eerste Spelen. „Ik vind het hier schitterend. Je weet dat het maar één keer in de vier jaar is en dan moet je er wel staan natuurlijk. Daar was ik me wel van bewust. Als het nu niet lukt, moet je afwachten hoe je er over vier jaar voor staat.”

Of hij er in Los Angeles in 2028 weer bij is, valt niet te zeggen, maar Van Lierop is zeker nog niet van plan te stoppen met roeien na dit hoogtepunt. Florijn ook niet, maar of hij in de dubbelvier blijft, of teruggaat naar de skiff – zijn zusje Karolien Florijn roeit zaterdag de finale van dit nummer – kon hij nog niet zeggen. De roeibaan in LA is slechts 1.500 meter lang en Florijn moest toegeven dat het skiffen op zo’n afstand hem wel ligt. Metsemakers had na de vorige Spelen te weinig genoten van de overwinning en dat ging hij nu eerst doen. Daarna ziet hij weer verder wat er gebeurt. En Tone Wieten? Die was er al vandoor voor NRCkon spreken.

De vrouwen dubbelvier heeft alles gegeven, maar is op de finishlijn verslagen door de Britse boot.
Foto Maxim Shipenkov/EPA

Britse eindsprint

Bij de vrouwen dubbelvier was het een stuk spannender. Zij lagen niet als favoriet aan de start – dat waren de Britten – maar vanaf de startblokken lagen Laila Youssifou , Bente Paulis, Roos de Jong met slagvrouw Tessa Dullemans op kop. Ze kwamen het snelst de eerste vijfhonderd meter door en hielden die voorsprong vast tot de 1.750 meter-lijn. Op de laatste vijfhonderd meter kwamen langzaam maar zeker de Britten dichterbij. De hele race had die boot een iets lager tempo gehad waardoor ze meer over hadden voor een eindsprint; de laatste vijfhonderd meter legden ze een seconde sneller af dan de Nederlanders. Een fotofinish besliste dat de Britten uiteindelijk over tweeduizend meter vijftienhonderdsten van een seconde sneller waren.

„Je bent een topsporter om goud te winnen, dus natuurlijk baal je”, zegt Youssifou na afloop. „Dat zullen we ook nog wel even blijven doen, maar ik denk dat we toch ook erg blij zullen zijn met de medaille.”

De vrouwen lachen om de opmerking dat ze het afgelopen half uur veel verschillende emoties hebben laten zien: van verbijsterd, teleurgesteld, naar verdrietig en blij. „Vergeet niet dat we ook kapot zijn”, vult Youssifou aan. „Dat zorgt er ook voor dat de emoties wat minder stabiel zijn.”

De roeisters waren zelfs zo kapot dat Dullemans na afloop zwart zag en tien minuten nauwelijks nog kon ademen. „Dat heb ik vaker”, legt ze uit. „Het voordeel is dat je dan weet dat je alles hebt gegeven.” Maar omdat dit de beste race was die ze hadden kunnen varen, zit daarin ook de troost, vinden ze. Youssifou: „Je voelde de Britten komen, we weten dat ze een goeie tweede duizend meter hebben. Ik kan niet zeggen dat we het ergens hebben laten liggen, we kwamen net een halve haal tekort. Als we ergens iets verkeerd hadden gedaan, hadden we kunnen balen van onszelf. Nu niet.” Om er nog aan toe te voegen: Je moet bedenken, we trainen hier al jaren voor, het is je levenswerk en dat moet dan in zes minuten allemaal samenkomen.”


De sterke stroming maakte de olympische triatlon zwaar. ‘Ik heb meer water uit de Seine binnengekregen dan uit mijn eigen bidon’

Daar gaan ze. Met een grote plons springen 55 triatleten tegelijkertijd de Seine in. Naast elkaar racen ze onwaarschijnlijk snel weg, meegenomen door de stroming van de rivier die zich een weg door het hart van Parijs baant. De zon schijnt, op de achtergrond verrijst de Eiffeltoren, terwijl de sporters onder de Pont des Invalides verdwijnen onder luid gejuich van het massaal toegestroomde publiek.

Dit moet het plaatje zijn geweest dat de Franse organisatie en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) voor ogen hadden toen ze besloten de parcours van de triatlon in het centrum van de Franse hoofdstad uit te zetten. Hun plan liep de afgelopen dagen bijna uit op een fiasco toen door de slechte waterkwaliteit van de Seine parcoursverkenningen moesten worden afgelast en de wedstrijd voor de mannen uitgesteld.

Maar woensdagochtend vroeg komt het verlossende bericht: uit nieuwe testen blijkt dat het water toch schoon genoeg is. Zowel de vrouwen, die om 08.00 uur starten, als de mannen wiens race om 10.45 uur gepland staat, mogen in actie gaan komen.

Er was vooraf niet alleen veel te doen om de waterkwaliteit, maar ook om de stroming. Het opgetekende parcours van 1,5 kilometer in het water voorschreef een groot en een klein rondje op de Seine, eerst met de stroom mee en daarna er tegenin. Maar de stroming was de afgelopen tijd zo nu en dan zo sterk, dat de triatleten vreesden voor de terugweg.

Als de mannen voor hun eerste omgang de boei ronden en beginnen aan hun terugweg, ontstaat er een enorme ophoping. Ze zwemmen over elkaar, op elkaar, onder elkaar, tikken elkaar in het gezicht en vergrijpen zich aan schouders en benen. „Het was echt een gevecht. Het leek wel een wasmachine”, zal Mitch Kolkman na afloop zeggen. Verschillende sporters krijgen tijdstraffen opgelegd.

Daarna drijven de triatleten helemaal naar de zijkant. In een lang lint zwemmen ze achter elkaar aan, al na het eerste rondje zijn de verschillen enorm. „Volgens mij was de stroming in het midden van de rivier 1 meter per seconde, en aan de zijkant 0,4 meter per seconden. Dat scheelde enorm”, zegt Robert Murray.

De Italiaan Alessio Crociani komt na 1.500 lange meters als eerste het water uit. Snel beklimt hij de trappen van de statige Pont Alexandre III, en stapt dan tussen de vier gouden standbeelden op pilaren op de fiets en trapt zich snel uit zicht.

Zwemparcours

Langs het parcours staat Rachel Klamer haar man Richard Murray aan te moedigen. Ze noemt deze olympische triatlon „een echt zwemparcours”. „De stroming maakt het echt moeilijk, en de afstand is groot. Als je geen goede zwemmer bent, dan is deze wedstrijd echt een opgave.” Ze had zelf de grootste moeite gehad met het eerste gedeelte van de race in het water, vertelt ze. „Ik ging letterlijk achteruit. Ik zag de muur, en even later zag ik hem nog steeds. Ik was er net voorbij, maar nu niet meer. Het kostte zoveel energie.”

De Brit Alex Yee wint de wedstrijd bij de mannen, die zich na het zwemmen nog over 40 kilometer fietsen en 8,5 kilometer hardlopen voltrok, in een tijd van iets minder dan 1 uur en 40 minuten. Op de beste zwemmer van het stel is het langer wachten. Crociani komt ruim vier minuten later over de streep, nadat hij is ingestort tijdens het hardlopen.

In de nacht van dinsdag op woensdag regende het flink, iets dat de waterkwaliteit van de rivier niet ten goede komt omdat de riolen in Parijs dan overstromen en het afvalwater in de Seine lozen. Maar omdat de watertesten al dinsdag overdag waren afgenomen, ging de wedstrijd op woensdag gewoon door. „We zullen zien hoe dat gaat”, zegt Klamer, die samen met Kolkman en Murray komende maandag nog met het Nederlands team in actie moet komen op de estafette. „Ik heb meer water uit de Seine binnengekregen dat uit mijn eigen bidon.”

Haar man Murray denkt dat de kans best groot is dat er de komende dagen triatleten ziek zullen worden door het vervuilde rivierwater, waarin de poepbacteriën E.coli en enterokokken voorkomen. Is dat het dan allemaal waard geweest? „Ja”, zegt hij, na even nadenken. „Bij de Spelen in actie komen, dat is een grote prestatie. Ik heb er best wel van genoten.”


Olympische triatlons gaan door nu waterkwaliteit Seine is verbeterd

De waterkwaliteit in de Seine is voldoende verbeterd om de olympische triatlons door te laten gaan, melden de organisatoren in de nacht van dinsdag op woensdag.

Dinsdag werd de triatlon voor de mannen nog uitgesteld omdat het water te vies was om in te zwemmen. Maar in nieuwe monsters van water uit de Seine bleken de niveaus van bacteriën acceptabel, zodat het zwemgedeelte toch plaats kan vinden.

De vrouwen gaan om 08.00 uur van start en de mannen om 10.45 uur. Ze moeten eerst 1.500 meter zwemmen, daarna 40 kilometer fietsen en sluiten af met 10 kilometer hardlopen. Namens Nederland komen Rachel Klamer en Maya Kingma in actie bij de vrouwen en Mitch Kolkman en Richard Murray bij de mannen.

Tribune bij het zwemparcours van de olympische triathlon in de Seine.
Foto Thibaud Moritz / AFP

Sport en cultuur staan soms tegenover elkaar, maar eigenlijk hebben ze juist veel gemeen is het idee in Parijs

Vlak voor de olympische judofinales van de vrouwen tot 48 kilo beginnen, wordt het opeens donker in het stadion. Op de mat verschijnt een danser die op Edith Piafs ‘Non, je ne regrette rien’ een voorstelling geeft. Zijn dans is dermate goed dat het Franse publiek zelfs even vergeet mee te zingen. Dit culturele voorspel bij het judo is slechts een van de vele culturele evenementen die te zien en te horen zijn tijdens de Olympische Spelen van Parijs.

Zo gaan bij de tribunes op het Place de la Concorde deejays aan de slag in de pauze bij het bmx’en , skateboarden en 3×3 basketbal. En op het plein zelf is niet alleen het Musée de l’Orangerie te betreden – waar toeschouwers naar de waterlelies van Claude Monet kunnen kijken – maar is ook een kleine foto-expositie te zien over de cultuur rond breaking, mountainbiken en 3×3 basketbal.

Waar de officiële opening vrijdagavond al benadrukte dat Frankrijk een cultuurminnend land is, wordt dat ook tijdens de wedstrijden zichtbaar. Voorafgaand aan de officiële opening was er de driedaagse opening van de Culturele Olympiade, die duurt tot en met 8 september. Alles bij elkaar moet dit uiting geven aan de oorspronkelijke gedachte van Pierre de Coubertin, bedenker van de moderne Olympische Spelen, aan het eind van de negentiende eeuw. Wat hem betreft hoorden de spieren en de geest bij elkaar, waarbij kunst en sport de wereld kunnen verbroederen en de toeschouwer geestelijk verrijken.

Hollands schaatstafereel

Vanuit het idee dat bij de oude Grieken ook dichters, kunstenaars en musici meededen aan de Spelen, wilde De Coubertin dat ook vanaf het begin. Dat lukte hem niet direct, maar met de Spelen van Stockholm in 1912 kreeg hij zijn zin: kunsten waren vanaf dat moment een olympisch onderdeel. Schrijvers, schilders, beeldhouwers, componisten en architecten konden met hun kunst medailles winnen. Er was één belangrijke voorwaarde: het werk moest gaan over sport.

Toen de prijzen in 1912 voor het eerst werden uitgereikt, won de Amerikaanse beeldhouwer Walter Winans zowel goud voor zijn beeld van een jockey en zijn paard, als zilver voor het toen nog bestaande onderdeel ‘schieten op een lopend hert’. Omdat kunst een jurysport was, gingen de meeste prijzen naar de kunstenaars van het organiserende land. Zo ook in 1924 bij de Selen van Parijs: de meeste medailles gingen toen naar Franse kunstenaars. Het was het eerste jaar dat er trouwens ook Nederlanders meededen: Johan van Hell won brons in de categorie schilderkunst. Hij had een oer-Hollands schaatstafereel gemaakt. Dat traditionele was typerend voor de meeste inzendingen, naast het feit dat het vaak odes aan de sport waren.

Bekende kunstenaars deden meestal niet mee, omdat ze zich te beperkt voelden door het idee van de ode aan de sport. Het is de voornaamste reden waarom de olympische kunst als een nachtkaars uitging. Na de dood van De Coubertin in 1937 was er geen echte pleitbezorger meer en tijdens de Spelen van Londen in 1948 was het dan ook voor het laatst dat kunstenaars olympische medailles konden winnen.

Sport als tijdverdrijf

Toch doen kunstenaars honderd jaar later nog steeds mee aan de Spelen. Kunst en sport kwamen tijdens de Culturele Olympiade zelfs weer even samen toen voormalig sporter Damien Droin met zijn zestienkoppige dansgezelschap een voorstelling op trampolines gaf. En jazzmuzikant Ibrahim Maalouf trad samen op met oud-verspringer Bob Beamon, die in 1968 in Mexico goud won.

Tijdens de (Paralympische) Spelen zijn er tal van andere activiteiten: van yoga-sessies tussen de schilderijen in het Louvre, een grote expositie met werk van impressionisten die hun visie gaven op de ontwikkeling van sport als tijdverdrijf voor steeds meer mensen en films in de openlucht, tot aan dansvoorstellingen en muziekoptredens voor enkele finales. Dat allemaal om de geest nieuw leven in te blazen, of zoals Tony Estanguet, voorzitter van het organisatiecomité, het verwoordde voorafgaand aan de Culturele Olympiade: „Sport en cultuur staan soms tegenover elkaar, maar ik denk dat ze veel gemeen hebben: prestaties, emoties, de zoektocht naar schoonheid van beweging, maar ook en vooral hun vermogen om een diversiteit aan disciplines aan te bieden die allemaal uniek zijn.”

De olympische culturele activiteiten zijn te vinden op olympics.com.


Liever op de tribune dan op de bank naar de Olympische Spelen kijken? Het kan nog

De laatste Olympische Zomerspelen waar je als sportfanaat op de tribunes kon plaatsnemen is inmiddels acht jaar geleden, die van 2016 in Rio de Janeiro. De daaropvolgende Spelen, in Tokio, werden vanwege de coronapandemie een jaar uitgesteld én in maart 2021 werd aangekondigd dat toeschouwers vanwege het virus niet welkom waren. Dit weekend beginnen de Olympische Spelen in Parijs op de geplande datum en mét publiek. In 2022 gingen de eerste kaarten in de verkoop. Een ingewikkeld systeem van inloten om je tickets te bemachtigen en de aanzienlijke prijsstijgingen voor hotels, vervoer en zelfs musea die de Franse hoofdstad doorvoerde in aanloop naar de Spelen lijken het voor het publiek niet makkelijker te hebben gemaakt om op de olympische tribune plaats te nemen. Toch zullen er miljoenen mensen naar de stad afreizen.

Het Franse organiserend comité heeft 10 miljoen kaarten beschikbaar gesteld. Maar hoe kom je aan zo’n kaartje? En waar verblijf je dan? En waar kun je last minute nog heen?

Voor Remko Schermerhorn (52) zijn dit niet zijn eerste Olympische Spelen. Hij is marketingstrateeg en bezocht eerder al de Spelen van Vancouver, Turijn en Beijing. „Ik ga vooral voor de belevenis, de sfeer. Het is heel bijzonder om zo’n evenement mee te maken. Ik ga niet voor een specifieke sport, al vind ik de traditionele olympische sporten zoals atletiek en zwemmen wel het leukst”, zegt hij.

Anderhalf jaar geleden gingen de eerste kaarten in de verkoop. Je kon je dan inschrijven voor de zogeheten Make Your Games-pakketten, die je zelf kon samenstellen met verschillende sporten en wedstrijden. Op basis van inloting kreeg je een aantal weken later te horen of je de kaarten ook echt had bemachtigd en kon je ze binnen 48 uur afrekenen. Schermerhorn had zich, om zijn kansen te spreiden, met verschillende pakketten op verschillende sporten ingeschreven. Toch werd hij uitgeloot. Via een vriendin, die wel was ingeloot, wist hij toch kaarten te bemachtigen.

De prijs voor tickets ligt tussen de 24 en 690 euro. Afhankelijk van de sport, de plek op de tribune en wat voor wedstrijd het is. Daarom betaal je 690 euro voor A-categorie plaatsen, goede plekken met het beste zicht, tijdens de atletiekfinale, en 24 euro voor D-categorie plekken, de mindere plaatsen, tijdens de kwalificatiewedstrijd boogschieten.

Schermerhorn bezoekt verschillende sporten tijdens de Olympische Spelen. Hij gaat naar hockey, waterpolo en heeft die felbegeerde kaarten voor de atletiekfinale. „De prijzen verschillen behoorlijk van die tijdens de Olympische Winterspelen in Beijing. Zij wilden de wedstrijden toegankelijk maken voor zoveel mogelijk Chinezen, daar betaalde je 5 euro voor een kaartje”, zegt hij, „dat ideaal hebben de Fransen duidelijk niet.”

Met kaarten alleen ben je er nog niet. Die had Schermerhorn dus al een tijdje, maar met het boeken van zijn accommodatie heeft hij nog even gewacht. „Je zag dat er eerst hele hoge prijzen werden gevraagd voor hotelovernachtingen. Dat was natuurlijk omdat alle sporters en journalisten toen hun accommodatie boekten. Later zag je dit weer omlaag gaan”, vertelt hij. Zelf doet hij aan huizenruil. Zijn huis in Amsterdam heeft hij geruild met Parijzenaren die de stad uit vluchten. „We verblijven nu in een appartement van twee etages in het centrum van Parijs.” Hij is van plan om met de auto te gaan en had online een parkeerplaats gereserveerd, maar die werd toch weer afgezegd omdat er een olympische route langs liep. „Dat komt wel goed”, zegt hij, „Parijs is zo dichtbij, met de auto of trein, je komt er altijd wel.”

Desnoods dezelfde dag terug

Mariska Oosterhuis (44) werkt als redactioneel vormgever en reist zelfs twee keer naar Parijs af. „Ik was eerder al bij de Spelen in Londen en Rio. Je bent daar met allemaal mensen van over de hele wereld met hetzelfde doel: samen genieten van sport.” Dit weekend vertrekt ze naar de Franse hoofdstad om wedstrijden te bekijken, vooral tennis, maar ze heeft ook kaarten voor hockey, paardensport, beachvolleybal en 3×3 basketbal. Na een paar dagen in Nederland keert ze terug, ditmaal om zelf te sporten. Een jaar geleden werd ze ingeloot voor de Marathon Pour Tous, de publieksmarathon tijdens de Spelen. Er staat haar in het parcours een klim van 16 procent te wachten. „Ik heb er al gelopen en weet hoe steil dat is. Ik zal daar tijdens de marathon rond middernacht zijn. Dat stuk wandel ik gewoon. Dan ga je net zo hard als rennend omhoog. En ik wil vooral genieten”, zegt ze. Ze vond via Airbnb deze week nog een appartement in de stad, waar ze 750 euro voor tien nachten voor betaalt. Voor de marathon heeft ze een chalet op een camping buiten Parijs geboekt, voor de rust. Beide keren gaat ze met de trein naar Parijs.

„Ik heb nog geen kaarten, maar samen met een paar vriendinnen wil ik misschien wel naar een hockeywedstrijd”, zegt registeraccountant Kim aan de Meulen (34). „Eerst waren er geen kaarten voor hockey meer te krijgen, maar je ziet dat er nu toch tickets beschikbaar komen”, zegt ze. Veel mensen hebben binnen hun pakket kaarten voor wedstrijden waar ze toch liever niet heen gaan en verkopen die door. Mariska Oosterhuis deed dat bijvoorbeeld met haar tickets voor zeilen, roeien en voetbal. Dit kan alleen via het officiële doorverkoop platform van het organiserend comité. „We moeten wel snel beslissen”, zegt Aan de Meulen, „want de hockeykaartjes voor zaterdag waren al snel weer weg. Nu zijn er nog kaartjes voor Nederland-Frankrijk op zondag. Die kosten 40 euro voor plaatsen aan de korte zijde van het veld, 77 euro voor de lange zijde met meer zicht.”

Om verblijf en vervoer maakt ze zich geen zorgen. „Ik zat even te kijken voor hotels of appartementen en die prijzen lijken in de afgelopen weken ontzettend te zijn gedaald. Het lijkt wel dat hoe langer je wacht, hoe meer deuren er voor je open gaan. En als het toch niet lukt, dan rijden we dezelfde dag nog terug.”


Parijse burgemeester: ‘Ik hoop dat de Fransen trots worden’

‘Ik ben zó blij dat het zover is”, zegt de socialistische burgemeester van Parijs Anne Hidalgo (65). Ze heeft een pakje Strepsils in de hand en een wat schorre stem die vermoeidheid verraadt. Na jaren van voorbereidingen worden deze vrijdagavond de Olympische Spelen van Parijs geopend met een ceremonie op de Seine. Het waren jaren gevuld met kritiek en zorgen: Parijzenaren klaagden over de vele olympische bouwplaatsen in hun stad, de openingsceremonie werd megalomaan en onuitvoerbaar geacht, het plan om de Seine schoon te maken onhaalbaar. Ook over andere zaken waren zorgen, zoals dreigende tekorten aan beveiligers.

Probleemloos verlopen de Spelen tot dusver niet: het Franse spoornetwerk werd donderdagnacht slachtoffer van sabotageacties. Maar eerdere zorgen zijn verdwenen nu de bouwplaatsen op tijd zijn veranderd in nieuwe fietspaden en metrostations, de Seine schoon (genoeg) is en de beveiligers op tijd zijn gevonden .

„Vanuit het buitenland gezien lijkt het in eerste instantie vaak een rommeltje in Frankrijk”, zegt Hidalgo, die NRC en een tiental Franse journalisten enkele dagen voor de openingsceremonie ontvangt in haar Hôtel de Ville. De indrukwekkende kroonluchter aan het plafond rinkelt luidt als er een metro onder het statige gebouw door dendert. „Maar uiteindelijk weten we echt wat neer te zetten.”

Wat is uw rol bij deze Spelen?

„Ik droeg de kandidatuur en ik ga over het verhaal dat we vertellen, een verhaal over het échte Parijs. Over een stad die al 25 jaar een links en groen bestuur heeft en waar waarden als humanisme, broederschap en gelijkheid centraal staan. Het is ook het verhaal van de heterogene stad. Voor sommige politieke families is diversiteit een scheldwoord, die hebben een verzonnen beeld van een homogeen Parijs of Frankrijk. Terwijl we weten dat één op de vier inwoners van Parijs in het buitenland is geboren.

„Ik ben gaan strijden om de Spelen naar Parijs te halen omdat ik zag dat het evenement transformaties in de stad kon versnellen, vooral ecologische. Zo is het ov-netwerk versneld uitgebreid en de Seine verschoond. Toen het Internationaal Olympisch Comité zei: de volgende Spelen moeten sober zijn op economisch en ecologisch vlak en vrouwen moeten er plaats hebben, dacht ik: dat past me wel.”

U schaarde zich ook achter de kandidatuur omdat u vond dat er een ‘moment van nationale verbroedering’ moest komen na de terreuraanslagen van 2015. De dreiging is niet verdwenen. Wat zou het betekenen als het weer misgaat?

„Dat zou uiteraard een drama zijn. Maar we hebben alle scenario’s uitgedacht die zouden kunnen leiden tot een klein of groot drama en ik denk dat dat ons zal beschermen. Het scenario [van een aanslag] is echt heel onwaarschijnlijk. Als de bezoekers alle agenten en militairen in de straten en op de stations zien, zullen ze gerustgesteld zijn.”

Waarden als menselijkheid en broederschap zijn belangrijk, zegt u. Maar de laatste maanden is een toename van het aantal ontruimingen van daklozen te zien. Ngo’s spreken van een ‘sociale schoonmaak’ voor de Spelen. Hoe reageert u daarop?

„Ik heb eerder gezegd dat ik wil dat de Spelen ook een sociale nalatenschap hebben op het gebied van daklozenopvang. Zo zijn er zo’n 450 opvangplekken gekomen voor mensen die al lang op straat leefden in de buurt van de olympische locaties. Maar ik zal niet kunnen zeggen: een van de nalatenschappen van de Spelen is verbeterde noodopvang voor dakloze mensen. Want er zijn problemen die we niet hebben opgelost.

„We willen bijvoorbeeld dat de opvang beter wordt verdeeld. Natuurlijk is Parijs een stad waar veel mensen naartoe komen, want hier is licht, hier zijn hulpdiensten. Die mensen blijven we opvangen. Maar met een betere verdeling over andere steden zouden er minder opvangproblemen zijn.

„Ook maakt de staat het moeilijk om het probleem op te lossen. Er is [in januari] 120 miljoen euro extra voor noodopvang beloofd, maar toen kregen we weer eens een nieuw kabinet en niemand heeft dat geld ooit gezien. De regering weigert de groep jonge daklozen te zien [ze doelt op de vele jonge migranten die in Parijs op straat leven, red.]. Ze denken dat deze groep een deel van de Fransen bang maakt en de reden is dat extremisme toeneemt. Ik kijk daar op een andere manier naar: je kunt beter waardige opvanglocaties regelen en chaos voorkomen, want juist dát voedt angst en extremisme. Mensen zijn niet bang voor migranten, maar voor tentenkampen.”

Het is een publiek geheim dat Hidalgo en president Emmanuel Macron niet goed door één deur kunnen: ooit zaten ze bij dezelfde partij, maar sinds Macron zich afsplitste, toont Hidalgo zich kritisch over zijn liberale beleid.

Hoe was uw werkrelatie met Macron in aanloop naar de Spelen?

Hidalgo begint met een opsomming van andere mensen met wie ze nauwer samenwerkt, onder wie Marc Guillaume, prefect van Île-de-France, en de voorzitter van het Olympische bouwbedrijf, Nicolas Ferrand. „Dat is de groep die de Spelen draagt en met hen heb ik een gezonde, professionele, prettige en vertrouwde werkrelatie. De president respecteer ik. Zijn rol is die van staatshoofd van het land dat de Olympische Spelen verwelkomt. Die rol en zijn zichtbaarheid staat voor mij niet ter discussie. Maar uiteindelijk is het de stad waar het evenement plaatsvindt, die verwelkomt.”

Het linkse blok NFP heeft uw directeur van financiën Lucie Castets voorgesteld als premierskandidaat. Wat vindt u daarvan?

„Lucie Castets is een briljante, jonge vrouw die vastberaden en betrokken is. Ik ben er trots op dat Parijs blijkbaar een goede vijver is voor politiek talent. Vergeet niet dat ik [oud-premier] Élisabeth Borne in het verleden ook heb aangenomen”, zegt ze met een glimlach. „Maar hoewel links [bij de afgelopen parlementsverkiezingen] groter is geworden dan alle andere politieke groepen en een derde van de parlementszetels véél is, is het niet genoeg om te regeren.”

Bent u het eens met de hardlinkse partij LFI, waarmee uw partij samenwerkt binnen NFP, dat Israëlische sporters geweigerd zouden moeten worden bij deze Spelen omdat Russische sporters ook niet onder eigen vlag mogen komen?

„Ik ben het absoluut niet met hen eens. Rusland is een ander land binnengevallen en ik steun Oekraïne volledig. Het is niet uit te leggen en onacceptabel om de Israëliërs te vragen om [net als de Russen] onder een neutrale vlag te sporten. Ik ben erg kritisch over premier Netanyahu, die een gevaar is voor Israël en de hele wereld. En ik ben zeer kritisch over de manier waarop Israël zijn offensief in Gaza uitvoert en de burgerbevolking als doelwit neemt. Maar Israël is wel aangevallen door Hamas, een terroristische groep.”

Wat is de meest markante nalatenschap van deze Spelen?

„Het schoonmaken van de Seine is een héritage waar in Parijs en daarbuiten gebruik van kan worden gemaakt, er zullen dertig zwemplekken worden gebouwd. Niet alleen zullen we daar enorm plezier van hebben, ook dragen we zo bij aan minder vervuilde oceanen. En er zijn steden, zoals Londen, die met ons samen willen werken. Parijs toont wat technisch gezien kan en dat het mogelijk is om het voor elkaar te krijgen. Dat gaat veel andere burgemeesters op ideeën brengen.”

Naar welke wedstrijden gaat u zelf?

„Naar zoveel mogelijk. Naar het marathonzwemmen in de Seine. Beachvolleybal onder de Eiffeltoren wordt magisch. Ik ga Teddy [Riner] en Clarisse [Agbegnenou] aanmoedigen bij judo. Ik ga naar het boksen waar de Oekraïense vrouwen in actie komen. Ik denk en ik hoop dat de Fransen trots zullen zijn. We maken hier de laatste jaren veel crises mee. De president is ook goed in het veroorzaken van crises – de huidige had hij kunnen voorkomen.

„Tegelijkertijd zie ik, zeker doordat ik een dubbele nationaliteit heb [Hidalgo is in Spanje geboren, red.], dat we een bijzonder volk zijn. Het Frankrijk dat een broedplaats is, een plek van creativiteit en diversiteit. En dan vooral Parijs. Het ritme van deze stad maakt je soms doodmoe, maar Parijs is ook uniek.”