Saxofonist en fluitist Charles Lloyd (86) maakte een van de beste jazzplaten van het jaar: ‘Ik leef in sounds. Ik bén geluid’

Omstandig excuseert de 86-jarige Amerikaanse saxofonist en fluitist Charles Lloyd zich voor zijn informele outfit. Het mag zomer zijn in Californië, maar zie de jazzsenior op het beeldscherm eens diep gedoken zitten in een warme outdoorjas, het mutsje ver over de grijze haardos getrokken tot zijn ronde brilmontuur. Het is de koude zeemist die ineens opsteken kan, you see. Hij beklaagt zich met een lachje. „Dat heb je hier vlakbij het water.”

Hij woont met zijn vrouw, kunstenares Dorothy Darr, in de bergachtige omgeving bij het plaatsje Montecito aan de kust, ten noorden van Los Angeles. Prachtig, landelijk, stil – zonder buren. Ze leven er een bewust teruggetrokken bestaan, dichtbij de natuur. Het was, bijna veertig jaar geleden, een „spirituele keuze”. De sereniteit van het land met zijn canyons, warmwaterbronnen en cactussen „sprak tot hem”.

Hun leven wordt in en rond het huis gedragen door kunst en muziek. Buiten heeft ieder nog een eigen werkstudio – hij voor zijn jazz, zij voor haar portretten en videokunst. Hij kan wat afgunstig zijn op beeldend kunstenaars, zegt Lloyd, die zelf dagelijks repeteert op zijn saxofoon. „Wie schildert kan zijn kunst bewaren. Wat ik speel verdwijnt in het luchtledige.” Dikwijls speelt hij fluit in de natuur, zomaar een melodie voor de wolken.

Comeback

Verrassend is het, hoe het album The Sky Will Still Be There Tomorrow van Charles Lloyd er dit jaar uitspringt als een van de beste jazzplaten. De internationale jazzkritiek is juichend, het wordt al zijn comeback genoemd, dit eerste studioalbum van Lloyd sinds 2017.

Het album legt de lat hoog. Het is gevoelvolle, spirituele jazzpoëzie die stroomt en avontuurlijke diepte heeft, de weemoedige arrangementen kunnen langzaam opvlammen. En het is niet zonder emotie te beluisteren hoe de tere, met veel lucht geblazen toon van Lloyd zoekt en raakt, en niets aan scherpte verloren heeft.

Als saxofonist van de bovencategorie is Lloyd, naast Sonny Rollins, een van de weinig nog levende jazzlegendes. Zijn spirituele, in het zuiden van Amerika op blues en gospel gerijpte rootsy jazz is avontuurlijk. Met zijn fluit sluit hij aan op de ‘spiritual jazz’-stroming die momenteel een flinke opleving kent.

Ik ben componist maar ook een reporter: ik geef door wat ík door krijg, de wijsheid van mijn voorvaderen. Dat voel ik als ik speel

Met nagenoeg dezelfde superbe bezetting als op deze plaat (pianist Jason Moran, bassist Larry Grenadier en in plaats van Brian Blade drummer Eric Harland) speelt Charles Lloyd op komend North Sea Jazz Festival in Rotterdam. In 1982 was hij er voor het eerst – toen nog op de Haagse editie. Dat optreden gold als een soort comeback, Lloyd was als jazzsaxofonist lang uit beeld geweest. Na jaren van spirituele verlichting en transcendente meditatie in afzondering in het Californische Big Sur, op tournees en opnames met The Beach Boys na, was het jazzpianist Michel Petrucciani gelukt Lloyd toch weer te interesseren in jazz.

Zeker, de in 1938 in Memphis, Tennessee geboren saxofonist Charles Lloyd was er een tijd klaar mee: de grillen van de muziekindustrie, de druk op presteren. Blues maakte hij al als tiener met Howlin’ Wolf en B.B. King. Diep de jazz in dook hij in de jaren zestig in bands van Chico Hamilton en Cannonball Adderley. Interesse in avant-garde kreeg hij door soulmates en freejazzers Ornette Coleman, Don Cherry en Eric Dolphy.

Midden jaren zestig kwam succes op eigen naam met zijn kwartet (een nog piepjonge Keith Jarrett, Jack DeJohnette en Cecil McBee). Het live-album Forest Flower (1966) leverde hem een onverwachte mainstream-hit op die hem naar rockzalen bracht – zij aan zij met artiesten als Jimi Hendrix, Janis Joplin, Cream en Jefferson Airplane. Een totaal andere scene.

Maar Lloyds frustraties namen toe, en daarmee ook zijn interesse in geestverruimende middelen. In de jaren zeventig trok hij zich helemaal terug; Indiase meditatieleer verdiende nu meer zijn aandacht. Pas eind jaren tachtig ging hij weer bevlogen musiceren, onder meer voor jazzlabel Blue Note. „Ik leef in sounds”, zegt hij: „Ik bén geluid. Ik leun op de schouders van saxofonisten als Charlie Parker, John Coltrane en zeker Lester Young. Hij was zo’n diepe poëet, zacht en sensitief.”

Charles Lloyd bij een concert tijdens North Sea Jazz in 2018.
Foto Andreas Terlaak

Ook zijn huwelijk met Dorothy Darr, architect, filmmaker, kunstenares veranderde alles. Vrolijk, alsof hij het voor het eerst vertelt, deelt hij hun verhaal. Hoe zij op hem – nog getrouwd met een ander – wachtte. Hoe ze zeker wist dat zij voor elkaar voorbestemd waren, al vanuit een eerder leven. En hoe zijn relatie strandde en hij er eindelijk voor haar was.

Niet alleen als manager is ze altijd nauw betrokken geweest bij Lloyds muziek, maar ze coproduceerde heel wat albums, waarvoor ze ook de albumcovers ontwierp. Darr maakte vijf aan de muzikant gerelateerde documentaires. In de laatst uitgekomen Love Longing Loss volgt ze hem gedurende een jaar van lockdowns, met fraaie beelden van de muzikant tussen de bomen.

Uittreding

Lang liep Lloyd al met plannen voor zijn nieuwe album rond, maar Covid legde alles stil. „We konden pas vorig jaar gaan opnemen”, vertelt hij. „De pandemie maakte eenzaam, ik werd er een nog grotere loner van dan ik al ben, hoewel ik toch ook ontzettend van mensen houd.” Toen ze eenmaal in de studio konden beginnen, kon hij met de band niet ophouden te spelen. „Met deze band kan ik dromen. Daarom werd het ook een lange plaat. We gingen zo lekker, het was haast een uittreding. We hadden er geen controle over.”

Dat is hoorbaar. Maar dat The Sky Will Still Be There Tomorrow juichende jazzkritieken oplevert, verbaast hem. Een comeback, verrassend voor zijn leeftijd, hoezo? Ach, wuift hij weg, oud vuur, nieuw vuur: „Die dingen hebben we niet zelf in de hand.” Zachtjes: „Mooie muziek maken doe ik toch al mijn hele leven?” Wel raakt het hem dat er via streaming over de hele wereld geluisterd wordt naar zijn muziek. „Maar hoe ze daar nu toch ineens bij komen? Al mijn kinderen [zo noemt hij zijn platen] zijn mooi. Ze liggen in lijn met elkaar.” Waarom dit toch ineens een kosmische sloopkogel is, Lloyd snapt het niet.

Opnames ziet hij sowieso als „vriendenkiekjes”. Snaphots. Betekenisvoller zijn optredens als hij een werkelijke omhelzing kan uitdelen. „Heb je mijn schema nu gezien? Vol hè?” Zijn hele zomer staat vol optredens, van vele Europese festivals tot aan Japan en dan nog wat Amerikaanse shows.

https://www.youtube.com/watch?v=9DtHDsUxjEE

Onvermoeibaar op pad dus. „Om vooral mijzelf niet teleur te stellen”, zegt hij. „En me niet te vervelen. Ik wil dit blijven doen zolang de muziek mij roept en ik een bijdrage kan leveren. Ik wil de wereld al veranderen sinds ik een kleine jongen was. Van hoe de wereld is vormgegeven heb ik nooit iets begrepen, alleen muziek kwam bij me aan. Met de schoonheid van muziek kun je iets veranderen, dacht ik. Ik blijf dat proberen.”

Het is zijn hele muzikale leven zijn missie geweest, gaat hij verder. In de geest van zijn grootouders met hun Afrikaanse, inheems-Amerikaanse en Mongoolse roots en hun geschiedenis in de donkere slavernijtijd in Mississippi, vindt Lloyd dat hij via muziek een vredesboodschap uit te dragen heeft. Hij ziet zich als gezant van „liefde, kracht en menselijkheid” en is zeer bezorgd over de toestand van de planeet. „Ik begrijp niet dat de mensen niet wakker worden.”

Zit Lloyd in het gesprek eenmaal op het verlichte spoor, dan kan hij onnavolgbaar afdwalen. Hoe muziek hem transporteert naar Hyperion, het koninkrijk. Hoe dat een ‘vierde dimensie van sound’ is, waarin hij leeft en zich goed voelt. Maar hoe hij op deze planeet „praktisch werk” te doen heeft.

Gezondheid

Heel wat aardser is zijn gezondheid. Hij is van een jazzgeneratie die stevig uitdunt maar Lloyd is er nog, ondanks heus penibele gezondheidssituaties „waardoor men er niet van uitging dat ik het zou halen”. Na diverse behandelingen voor prostaatkanker is hij weer ‘gerepareerd’. De uitslagen zijn steeds een beetje beter. „Ik heb geen last. Ik heb veel energie, ik voel me een jonge vent in een oude jas.”

Lange stilte. „Hoe ouder ik word, hoe meer ik de inspiratie van een tiener kan voelen, maar de wijsheid van ervaring.” Door die combinatie, stelt hij, is hij in staat te bereiken waar het hem allemaal om draait: de hogere macht bereiken, het koninkrijk van de schepper.

Mooi, maar de soundkrijger wordt er niet jonger op. Stilstaan bij leeftijd, hij doet het allang niet meer. „Het is mind over matter. Toch? Als ik er niet om geef, maakt het weinig uit.”

https://www.youtube.com/watch?v=sKqnfdBfaEw&t=19s

Maar, het reizen rond de wereld valt hem steeds zwaarder. „Het is vermoeiend, en ik ben er niet zo goed in. Steeds meer kan ik denken: misschien is het tijd om dáár een punt achter te gaan zetten. Laatst moest ik drie lange vluchten naar Brazilië maken. Pfff… Dorothy zorgt dan goed voor me en ze regelt alles. Want ik houd wel erg van optreden.”

Of komt hij nu over als een oude man? Het (eerlijk) ontkennende antwoord stelt gerust. De levendigheid spat nu van het scherm. En live tijdens concerten doet het er nauwelijks toe.

Licht trots: „Dit dóét muziek dus. En wie verkozen is, krijgt toegang, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben componist maar ook een reporter: ik geef door wat ík door krijg, de wijsheid van mijn voorvaderen. Dat voel ik als ik speel.”

Hij spreidt zijn armen. Aan zijn vingers heeft hij ringen met fraaie edelstenen. „Het is als vliegen. Het is geweldig, ik voel me gezegend als we opgetild worden. Tot er ineens het moment is dat Dorothy me van het podium moet trekken.”


Grondlegger van de neo-soul, bassist, activist? Meshell Ndegeocello trekt zich niets aan van hokjes en taboes

Je kunt haar de grondlegger van de neo-soul noemen, waar later D’Angelo en Erykah Badu mee doorbraken. Je kunt haar de geestverwant van Prince noemen als het aankomt op funk, veelzijdigheid en het doorbreken van seksuele taboes. Je kunt haar bassist noemen, of multi-instrumentalist, of activist. Maar dat alles dekt de lading niet. Michelle Lynn Johnson uit Washington noemt zichzelf liever Meshell Ndegeocello, wat zoiets als ‘vrij als een vogel’ betekent in Swahili.

Hoewel ze al ruim drie decennia platen uitbrengt, is het misschien niet een naam die alle bezoekers van North Sea Jazz kennen. Een echt groot publiek bereikte ze nooit sinds haar fenomenale debuut Plantation Lullabies in 1993. In plaats daarvan ontwikkelde ze zich in alle richtingen, zonder zich veel aan te trekken van de gangbare paden en hokjes van de muziekindustrie.

Dit weekend brengt ze elke festivaldag een andere set op de planken, met steeds weer nieuwe geweldige muzikanten in haar band die vaak ook al als solomuzikanten op het festival stonden. Ze houdt immers van samenwerken. En er zijn nog veel meer redenen waarom Meshell Ndegeocello wel eens de ideale artist-in-residence kan zijn. We geven er vijf.

1Onbegrensd

In 1993 was het nog niet zo logisch om op één plaat te laveren tussen funk, hiphop, zwoele slaapkamersoul en jazzy uitstapjes. Daar bracht Meshell Ndegeocello’s debuut Plantation Lullabies verandering in. Het opvallendst is de spitsvondige rap van het nummer ‘If That’s Your Boyfriend (He Wasn’t Last Night)’, waarop ze klinkt als de vroegvolwassen zus van Salt-N-Pepa. Op zondag speelt ze deze invloedrijke plaat, die wel wordt gezien als het begin van de neo-soul. Voor Ndegeocello zelf was dit meteen al een genrehokje dat haar benauwde.

https://www.youtube.com/watch?v=UpdzEpGIqtY

Ze kreeg haar muzikale opvoeding in de go-go-scene van Washington DC, een funkvorm die sterk op ritmes en op Afrikaanse elementen leunt. Als bassist staan de groove en het ritme dan ook altijd centraal, maar de uiting die het krijgt, kan alle kanten op gaan. Wees niet verbaasd als ze ineens reggae, dub of drum-’n-bass speelt. Ook folk-soul, rock, spoken word of een clubmix zijn niet uit te sluiten.

2Samenwerkingen

Dat debuutalbum kwam uit bij Maverick Records, het platenlabel gerund door Madonna. Voor Madonna speelde Ndegeocello bas en verving met een rap zelfs Madonna’s ex-vriendje Tupac op ‘I’d Rather Be Your Lover’. Haar talent en veelzijdigheid maakt Ndegeocello tot een ‘musician’s musician’. Bij het grote publiek blijft haar bekendheid soms achter, maar muzikanten willen maar wat graag met haar samenwerken. En zij met hen.

Ndegeocello verleende haar diensten de afgelopen decennia aan The Rolling Stones, Alanis Morissette, Basement Jaxx, The Blind Boys of Alabama, Roy Hargrove, Marcus Miller en nog talloze anderen. Soms als bassist, soms schrijft ze hun liedjes en vaak verschijnen anderen op haar platen. Ze zal op North Sea Jazz dan ook heel wat bekenden tegenkomen.

Trompettist Ambrose Akinmusire speelt op zaterdag met haar mee, Tom Skinner zit op vrijdag achter de drums. Je weet nooit hoe het loopt op het festival, ze werkte al eens met Sting en Cory Henry, om maar eens twee van de aanwezigen op zondag te noemen. Rijzende ster Arooj Aftab heeft haar dan weer uitgenodigd om te komen spelen op Le Guess Who? later dit jaar in Utrecht. Misschien dat ze al even kennismaken in Rotterdam?

3Multi-instrumentalist

In 2023 verscheen na negen jaar eindelijk weer een album met nieuw eigen werk. Op het legendarische Blue Note Records dit keer. The Omnichord Real Book won een grammy voor best alternative jazz album. Ze speelt het album op zaterdag.

De omnichord uit de titel is een wat goedkoop ogend elektronisch keyboard dat een snaarinstrument imiteert. Het is te horen op drie tracks. Het tweede deel van de titel (‘real book’) verwijst naar een verzameling bladmuziek waarin jazzstandards tot de basis zijn teruggebracht. Ndegeocello had dat ooit van haar vader gekregen en leerde zo als bassist bovenal de essentiële noten te spelen.

Op het podium heeft ze vrijwel altijd de bas omhangen, maar ze kan op alles uit de voeten. Haar kunde als multi-instrumentalist maakt haar behalve tot een veelzijdige muzikant ook een slimme liedjesschrijver en componist. Bovendien heeft ze als zangeres een diep en intrigerend stemgeluid.

4Geen hits, maar veel repertoire

De enige twee hitsuccessen die Meshell Ndegeocello had in Amerika waren beide covers. Ze zong Van Morrisons ‘Wild Night’ met John Mellencamp en ze bereikte de eerste plek in de dance charts met Bill Withers’ ‘Who Is He (And What Is He To You)?’. Ze speelt graag werk van collega’s. In 2018 bracht ze een album uit met alleen maar covers, die uiteenliepen van nummers van TLC (‘Waterfalls’) tot George Clinton (‘Atomic Dog’), Sade (‘Smooth Operator’) en Tina Turner (‘Private Dancer’).

https://www.youtube.com/watch?v=2subxExodK8

Het doet niets af aan haar eigen werk, ze is een gevierd songwriter. De luisteraar die graag een herkenbaar haakje hoort, zal zich niet meteen verloren voelen bij haar grote, maar relatief onbekende repertoire. Ondanks haar genreoverstijgende uitstapjes zit er opmerkelijk veel consistentie in haar muziek. De constante is funk. De bas is de basis.

5Muzikant en activist

Muziek is nooit zomaar muziek bij Meshell Ndegeocello. Haar debuut draaide om een androgyne hoofdpersoon en ze uit zich vanaf het begin openlijk biseksueel. Hoewel ze in de muziekscene veel homofobie tegenkwam, stond ze in 1994 bijvoorbeeld in het lesbische Curve magazine met de quote: „I’d fuck your brother, but I’d marry your sister.” In dat jaar werkte ze ook samen met Herbie Hancock aan een nummer dat aandacht vroeg voor de aidsepidemie in de zwarte gemeenschap van Amerika.

Ze ziet zichzelf niet als rolmodel, maar hokjes en taboes liggen Ndegeocello gewoon niet zo. En dus wordt ze vanzelf activist. Op de vrijdag van North Sea Jazz eert ze Larry Neal, oprichter van muziekmagazine The Cricket en spil in de zwarte kunstbeweging – ze doet dat met de geëngageerde jazzsoul van NTU Troop en Eugene McDaniels en hiphop van Public Enemy. Haar aangekondigde nieuwe album op Blue Note is een gospel-ode aan schrijver James Baldwin. Misschien krijgen we al een voorproefje.


Van Nigeriaanse r&b tot Nederlandse toekomstjazz: tien jonge talenten op het North Sea Jazz

1Compositieopdracht Tijn Wybenga

Componist Tijn Wybenga.
Foto Annika Weertz

De frisse, vibrerende toekomstjazz van de jonge componist Tijn Wybenga met zijn internationale collectief van nieuwe bandleiders in de Nederlandse jazzscene heeft de kiem gelegd voor het grote werk. De jaarlijkse vrije compositieopdracht is dit jaar voor de componist en dirigent die orkestrale kleuren combineert met elektronica en improvisatie. Wybenga gaat zijn composities brengen met niet de minste: het Metropole Orkest, trompettist Ambrose Akinmusire en zangeres Lizz Wright. Dit wordt een aftrap van North Sea Jazz die tot de verbeelding gaat spreken. (AK)

2Kinga Glyk

Bassist Kinga Glyk.
Foto Marcin Bielecki

Haar vader vond het niks, maar op haar elfde moest en zou ze bas gaan spelen. En dat deed ze. Dat eigenwijze hoor je nog terug in de muziek van de Poolse muzikant Kinga Glyk (27). Stoere funk met dikke grooves, maar ook dromerige stukken. Ze brak door toen haar cover van ‘Tears in Heaven’ van Eric Clapton viraal ging en op YouTube 20 miljoen views haalde. Niet veel later speelde ze met Marcus Miller een concert in Duitsland. Haar vijfde album is net uit, mede geproduceerd door Michael League van Snarky Puppy. (PvdP)

3Wasia Project

Olivia Hardy en William Gao van Wasia Project.
Fotot Alessandro Bremec

Broer en zus William Gao (21) en Olivia Hardy (19) braken vijf jaar geleden door op Soundcloud nadat ze wat aan het experimenteren waren geweest met het digitale opnameprogramma Garageband. Vooral online opgegroeid dus, maar dat zou je niet zeggen als je de muziek hoort: warm en akoestisch, beetje nostalgisch. Jazzy, maar ook alternatief-poppy. Net zo veel Sade als Radiohead. En toen ze werden gevraagd met wie – dood of levend – ze ooit zouden willen samenwerken, zeiden ze allebei: Claude Debussy. (PvdP)

4Sun-Mi Hong

Jazzdrummer Sun-Mi Hong.
Foto Andreas Terlaak

De Koreaanse jazzdrummer Sun-Mi Hong (34) is een impressioniste die met haar ogen gesloten afgaat op haar gevoel, die haar roffels kan laten ‘zingen’ en het zoekt in ritmes die je niet verwacht. Verre van hapklaar, maar knap en meevoerend langs rust en onrust. Hong ontworstelde zich aan een behoudend religieus milieu om in Amsterdam muziek te leren. Ze is zich blijven ontwikkelen, en een behoorlijk serieus te nemen naam in de nederjazzscene. In 2021 won ze een Edison voor haar impressionistische en abstracte jazzverkenningen. Op haar derde album Third Page: Resonance (2022) bulkte het opnieuw van creativiteit. (AK)

5Amaro Freitas Trio

Pianist Amaro Freitas van het Amaro Freitas Trio.
Foto Alex Vanhee/ ANP

De Braziliaanse pianist Amaro Freitas (32) brengt op zijn nieuwste album Y’Y een ode aan de Amazone. Dat is niet alleen frivool en weelderig, maar soms ook abstract, mysterieus en moeilijk te volgen – net als het echte woud. Zijn ritmische pianomuziek heeft iets magisch-realistisch, is zowel menselijk als bovenaards. En het is niet alleen een ode aan de Amazone, zijn muziek ís de Amazone – in zijn geprepareerde piano zitten onder meer zaden uit het oerwoud. (PvdP)

6Sasha Berliner

Jazzvibrafonist Sasha Berliner.
Foto Andreas Terlaak

Ze liet het dit jaar al zien op Transition: de Amerikaanse Sasha Berliner (26) is een jong, blikvangend en eigenzinnig talent dat achter de vibrafoon vuurballen kan werpen. Akkoorden met vier mallets, solo’s met twee; ze wisselt snel en vaardig in kleurrijke stukken. De jazzvibrafonist, die ooit begon als rockdrummer, geldt als een van de rising stars in de jazzscene – haar North Sea Jazz-debuut maakte ze met haar eigen kwintet. (AK)

7Quique

De jonge Quique mengt Nederlandse smartlappen met Colombiaanse salsa; in zijn ‘Liefde doet Pijn’ zingt hij gevoelig dat hij niet van zichzelf houdt, maar wel van jou, om vervolgens in het spoor van Celia Cruz’ La Vida es un Carnaval te rijden. Hij groeide op met Nederhop, en rapte zelf lang in het Nederlands. Nu noemt hij zichzelf op zijn laatste plaat El Colombandés, en blijft bewust tussen Amsterdam en Bogotá hangen. En dat werkt erg goed. (PvdP)

8Tems

Zangeres Tems.
Foto Helle Arensbak

De Nigeriaanse zangeres Temilade ‘Tems’ Openiyi (29) is hard op weg de nieuwe afropopster te worden, met fikse streamingcijfers en bekende fans: ze werkte al samen met Beyoncé, Rihanna, Future en Drake. Haar warmbloedige r&b heeft een heel eigen sound, met invloeden uit alle windstreken. Met het succes van haar debuutalbum Born in the Wild, dat in juni uitkwam, kan het niet meer stuk voor Tems. (PvdP)

9Enji

Als je zangeres Enji (33) voor het eerst hoort, blijf je even haken: welke taal is dit nou? Ze heeft een beetje een Braziliaanse tropicália-dictie, licht als een zwaluw, maar Portugees is het allerminst. Enkhjargal ‘Enji’ Erkhembayar komt uit Mongolië en ja, zang uit die streek kennen we als de eeuwenoude diepe keelgeluiden, niet in lichtvoetige jazzvorm. Maar Enji, opgegroeid in een yurt, haalt de muziek uit haar land naar het hier en nu. (PvdP)

10Lander & Adriaan

Het duo Lander & Adriaan.
Foto Andreas Terlaak

Vanaf het begin is het ‘aan’ bij het Belgische duo Lander & Adriaan, op toetsen en drums. ‘In the round’, dat wil zeggen, midden in de zaal met het publiek eromheen, tuigen de twee hun danceable jazzimprovisaties op tussen impro en licht absurde electropop. Met bliepjes, samples, en hoog op de highhats jassen ze in een gelikt een-tweetje door naar een funky gelikte r&b sound. Het schakelen is duizelingwekkend, maar overtuigt direct in al zijn energie. (AK)


Zwoel en zonnig, activistisch en radicaal – de fluwelen furie van zangeres Noname

Weinig artiesten hebben zo’n vriendelijk voorkomen als Noname. De rapper/zangeres uit Chicago staat op het podium van Paradiso, in Amsterdam, in een onopvallende rok, op linnen gymschoenen, het lange haar met clips uit haar gezicht gehouden. De danspassen over het podium en haar gezichtsuitdrukking deze avond, afgelopen februari, zijn ontspannen.

Ook de muziek klinkt zonnig. Noname (32) rapt en zingt, drie jazzmuzikanten leggen tedere randjes om haar swingende syllaben. De toegewijde zaal rapt haar teksten mee. Aan alle voorwaarden voor een glorieuze avond lijkt te worden voldaan.

Halverwege het optreden laat Noname de zaallichten aandoen. Ze bekijkt het publiek en vraagt dan „Zijn hier ook zwarte mensen?”. Uit de zaal klinkt kort gejoel, enkele armen steken omhoog. Het is haar niet ontgaan, witte mensen zijn vanavond in de meerderheid.

Noname spreekt zich uit tegen misogynie, kapitalisme, militarisme. Ze maakt zich sterk voor socialisme, pacifisme en anti-discriminatie

Is het daarom dat het concert maar een uurtje duurt? Want de zangeres/rapper heeft een ingewikkelde relatie met haar achterban. Hoe activistisch en radicaal Warners teksten ook zijn, en hoezeer ze zich ook richt op Afrikaans-Amerikaanse liefhebbers, haar muziek trekt in de VS en Europa een vooral wit publiek. Door dit dilemma besloot Noname in 2019 met haar muziekcarrière, die sinds 2016 een vlucht had genomen, te stoppen. Ze ging iets doen dat haar meer voldoening zou geven.

Het afscheid duurde tot 2023, toen begon ze weer op te treden. Afgelopen weekend schitterde ze op het Down The Rabbit Hole-festival, komende zondag staat ze op North Sea Jazz in Rotterdam. Maar de twijfel blijft. Over publiek, politiek, zwarte collega’s en, uiteindelijk, over zichzelf.

Noname tijdens haar concert op Down The Rabbit Hole.
Foto Andreas Terlaak

Noname tegen de wereld

Haar pseudoniem zelf – ‘geen naam’ – is al een tegenstrijdigheid. Noname, die werd geboren als Fatimah NyeemaWarner, in 1992 in Chicago, trad op als dichteres op spoken word-avonden, rond 2010. Daarna werkte ze samen met muzikanten en rappers uit haar stad en debuteerde in 2016 met het album Telephone. Ook toen vormden jazzmelodieën de ondergrond voor haar soms stekelige observaties. Nog steeds ligt de nadruk op de kabbelende basnoten van bassist Brooke Skye en de felle drumtikken van Greg Paul. Maar onder de lieflijke stembuigingen brandt de woede, en onder de nostalgische klanken woelt de actualiteit. Noname maakt zich boos op wat nú gebeurt.

Onvermoeibaar ontleedt ze de maatschappelijke problemen die ze ziet. Noname spreekt zich uit tegen misogynie, kapitalisme, militarisme. Ze maakt zich sterk voor socialisme, pacifisme en anti-discriminatie.

Altijd draait het om de positie van zwarte mensen in Amerika, zij die te maken hebben met te weinig welvaart (‘Escapism is better livin’ than this/ Better be honest, baby’, in ‘Hold Me Down’), te veel wapens (‘Road blocks manned by mere boys/ wide smiles and long black guns’, in ‘Gospel’), weinig support (‘The state say we dead/ we say we not’, in ‘Black Mirror’) en seksisme.

Noname zou haar liedjes het liefst zingen voor Afrikaans-Amerikaanse muziekliefhebbers. Want dat is de aanhang die ze wil bereiken en bemoedigen. Maar ze krijgt niet het publiek dat ze wenst. Tijdens een concert in 2019 bekeek ze de aanwezigen en liep middenin haar optreden van het podium. Noname wilde met haar emancipatieboodschap niet langer de witte aanhang vermaken.

Vanaf dat moment hield ze zich voltijds bezig met haar Noname Book Club die tot doel heeft dat mensen lezen en zich ontwikkelen. Ze deelde boeken, geschreven door Afrikaans-Amerikaanse auteurs, uit in minder welvarende buurten en zorgde dat ze in het hele land in bibliotheken te vinden zijn. Ze gaf boeken over emancipatie en Afrikaans-Amerikaans zelfbewustzijn aan gevangenen in de cel. Daar vooral is bewustwording essentieel, vindt ze.

https://www.youtube.com/watch?v=JtCB7vy1q2E

Noname versus collega’s

De Book Club bestaat nog steeds, maar zijn oprichter bleek niet zonder muziek te kunnen. Na enige tijd realiseerde ze zich, vertelde ze in een interview, dat opperste toewijding en inzet nodig zijn om werkelijk een maatschappelijke verandering, een ‘revolutie’, teweeg te brengen. Was zij degene die daar haar leven aan zou wijden? Het antwoord was: „Dat kan ik niet.” Want: „I love making music.”

Zo ontstond uiteindelijk toch Sundial (2023), met een vriendelijke klank en soms venijnige inhoud. Seks (‘I don’t smoke cigarettes, but I lick cigars’, in ‘Boom Boom’) en softdrugs bieden ontspanning, maar de meeste raps slingeren van persoonlijke onmacht en lastige ex-en naar maatschappelijke verontwaardiging. Noname is niet omzichtig. Als ze zich opwindt over zwarte artiesten die zichzelf ‘exploiteren’, benoemt ze precies over wie ze het heeft.

Bijvoorbeeld in het recente ‘Namesake’, geïnspireerd door collega’s die optraden tijdens de Super Bowl, de finale van het football: supersterren zoals Rihanna, Beyoncé en Kendrick Lamar. Dat stoort haar wegens de hechte relatie tussen footballbond NFL en het Amerikaanse leger.

In ‘Namesake’ schiet ze met scherp: „War machine get glamorised, we play the game to pass the time”, rapt ze. Gevolgd door een ironisch: „Go, Rihanna, go (..), Go, Beyoncé, go (..), Go, Kendrick, go.”

Noname tijdens haar concert op Down The Rabbit Hole.
Foto Andreas Terlaak

Noname vs. zichzelf

Maar in Nonames tegendraadse oeuvre krijgt niemand er zo van langs als Fatimah Warner zelf. Het besluit om niet meer op te treden, kwam voort uit frustratie dat haar muziek „nog niet de wereld had veranderd”, zei ze daarover. En intussen, nu ze weer tourt, loopt ze in de pas – net als de collega’s over wie ze zich opwindt. Ook zijzelf figureert in ‘Namesake’. Want het eerste concert na haar pauze was in 2023 op het commerciële, vooral bij witte mensen populaire Coachella-festival, dat bovendien financiële steun geeft aan rechts-conservatieve groeperingen.

Ze rapt: „Go, Noname, go/ Coachella stage got sanitized/ I said I wouldn’t perform for them/ And somehow I still fell in line.” Het was een compromis, zei ze. Dankzij de Coachella-gage kon ze gratis concerten organiseren, in haar eigen buurt, voor haar ‘eigen’ mensen.

Zo is de rapper soms ondoorgrondelijk en inconsequent, maar ook daarover is ze openhartig: steeds op zoek naar de koers die haar fluwelen furie het beste past.

Lees ook

Rapper Noname streelt pijnlijke inzichten op een jazzy cadans

Rapper Noname streelt pijnlijke inzichten op een jazzy cadans