„Twee violen en een trommel en een fluit, want Lientje is jarig en de vlaggen hangen uit!”
Elk jaar klinkt het lied voor Kleine Lien in het woonwagenkamp. Terwijl de jaren verstrijken, groeit hij op in de caravan met witte bank, wit kleed en witte keuken met gouden details. Op zijn verjaardag spreekt hij onder een gloeilamp die ene, langgekoesterde wens uit: „Dat die ouwe weer terugkomt.” Moeder Jaanie en broer Grote Lien zuchten, zij weten dat zijn vader nooit meer terugkeert.
In de muziektheatervoorstelling Zanger zonder volk geeft acteur en toneelschrijver Giovanni Brand een stem aan de woonwagengemeenschap. Het is een wereld die zelden zichtbaar is, laat staan in het theater. Afkomstig uit een Roma-familie, vertelt Brand het verhaal in de rol van Kleine Lien. Hoewel hij zelf nooit op een kamp heeft gewoond, maakt Brand invoelbaar met welke vooroordelen en worstelingen kampbewoners te maken krijgen, maar ook hoe sterk de onderlinge verbondenheid en liefde voor het kamp zijn.
De ‘burgerij’, de buitenwereld, kijkt op ze neer, de gemeente wil hen het liefst wegjagen, laaggeletterdheid maakt het moeilijk om mee te praten met de ouders op het schoolplein en er wordt keihard gewerkt om het hoofd boven water te houden. Het kamp is een afgesloten plek en draait niet mee in de samenleving. Maar voor Jaanie, Kleine Lien en Grote Lien is het ook een plek van trots. Zoals Grote Lien zegt: „Mensen die niet op wielen wonen, snappen het niet.”
Nieuw jasje
De voorstelling ging in 2023 in première en leverde Brand een nominatie op voor de Toneelschrijfprijs. Nu is Zanger zonder volk terug in een nieuw jasje, dankzij de livemuziek van ensemble Black Pencil. Percussie, piano, accordeon, viool en blokfluit ondersteunen de scènes en versterken de krachtige zang van Brand.
Samen met Janneke Remmers (Jaanie) en Steven Ivo (Grote Lien) vormt Brand een hechte drie-eenheid op het podium. Hun samenspel toont de complexe dynamieken binnen het gezin. Naarmate Kleine Lien ouder wordt, breekt hij zich los van zijn moeder, broer en het kamp. Op de havo streeft hij zijn moeder en broer al snel voorbij en na zijn eindexamen verlaat hij het kamp voorgoed om te gaan studeren.
Naarmate Kleine Lien ouder wordt, breekt hij zich los van zijn moeder, broer en het kamp
Waar Kleine Lien aan het begin van de voorstelling tien jaar oud is, is hij aan het eind een jongvolwassene. Toch is het niet altijd duidelijk in welke levensfase hij zich bevindt. Zijn kleding blijft de hele voorstelling onveranderd, als tienjarige en als jongvolwassene draagt hij nog steeds hetzelfde paarse joggingspak, alleen de badslippers zijn ingeruild voor leren instappers.
Zo langzaam als de tienerjaren van Kleine Lien aan het begin voorbij kruipen, zo plotseling voelen de laatste scènes. Jaanie ligt ongeneeslijk ziek op haar sterfbed en na ruim anderhalf uur snellen de spelers zich naar een afronding. Toch weet Brand de voorstelling overtuigend af te sluiten met een krachtig laatste nummer waarin hij zingt: „Ik ben een zanger zonder volk.”
België is weer thuis. Verslagen maar met opgeheven hoofd. Ja, ook België deed mee aan het EK, maar best was het niet. Na het nipte verlies tegen Italië (0-1) zag het er al somber uit: wereldkampioen Spanje wachtte nog. Dat werd als verwacht een afstraffing: 2-6. Vrijdag redden de ‘Red Flames’ wel de eer, met een knappe 2-1 winst op Portugal – in de slotfase werden nog twee doelpunten afgekeurd.
Toch kunnen de Belgische vrouwen niet tevreden zijn. Het kwaliteitsverschil met Italië en Spanje was zó groot, dat men zich afvraagt: hadden we hier wel iets te zoeken? En: hoe kunnen we in de toekomst weer serieus partij bieden? Drie jaar geleden bereikte België nog de kwartfinale.
In De Standaard analyseerde de Belgische bondsbaas Peter Willems dat de nationale competitie te zwak is. Om die sterker te maken wil hij een oude formule afstoffen: de BeNeLiga. Een gecombineerde competitie van Belgische en Nederlandse clubs, een decennium geleden al eens uitgeprobeerd. Dat zou „meer competitieve wedstrijden” bieden.
Een compliment voor Nederlandse clubs, maar niet erg aantrekkelijk. Ajax, FC Twente en PSV willen zich liever optrekken aan het topvoetbal in de Champions League. Niet voor niets trok Nederland in 2015 de stekker uit het experiment. Het niveau was te laag.
Heeft de KNVB er oren naar, zoals Willems suggereert? Niet aan de orde nu, reageert directeur Vrouwenvoetbal Jan Dirk van der Zee. „De wens bij de Belgen speelt al langer. Wij zijn juist bezig om de Eredivisie vrouwen extra impuls te geven.”
De ene na de andere overvolle bus komt de grens over tussen Iran en Afghanistan bij Islam Qala. Families hebben geprobeerd zoveel mogelijk eigendommen mee te slepen – als ze de bus uit zijn, klampen ze zich vast aan grote hutkoffers of bouwen hutten met hun dekens. Er staan tenten van grote internationale hulporganisaties, maar bij de registratie- en opvangposten zijn verder amper praktische faciliteiten.
Dat zijn de omstandigheden die Afghanen aantreffen die door Iraanse autoriteiten zijn opgedragen het land te verlaten. Al zo’n anderhalf jaar wordt hen te kennen gegeven dat ze niet meer welkom zijn; de afgelopen maand intensiveerde het uitzetbeleid van Teheran.
Afghanistan kraakt onder de opvang van de terugkeerders uit buurlanden. Volgens de VN dit jaar al rond 1 miljoen; op dit moment komen zij met name uit Iran. Tussen 1 juni en 9 juli keerden 546.000 Afghanen zonder papieren terug uit Iran. Eerder ging het om enkele duizenden vanuit dat land per dag. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) sprak van een „recorddag” op 4 juli, toen 40.000 tot 50.000 ‘terugkeerders’ inreisden. In april van dit jaar moesten Afghaanse autoriteiten ook al werken aan de opvang van 110.000 ‘gerepatrieerden’ vanuit Pakistan – onderdeel van een laatste cohort van uitzettingen door Pakistan dat stelt dat zeker ongedocumenteerde Afghanen de economie belemmeren.
De 24-jarige Latifa reisde vorige met haar drie dochters en echtgenoot terug, zes jaar nadat ze zich in Teheran gevestigd had. Waar ze nu terecht kon? Er woont nog een neef in Afghanistan, vertelde ze aan Nicole van Batenburg van het Internationale Rode Kruis, die meerdere grensposten bezocht: „Een en al onzekerheid over haar toekomst, wat nu?”, vertelt de hulpverlener aan de telefoon. Deze maand werd zij uitgezonden om de Afghaanse Rode Halve Maan bij te staan.
Die hulporganisatie heeft in heel Afghanistan 26.000 vrijwilligers, van wie nu velen zijn ingezet voor de vluchtelingenopvang. Ze richt zich bij de grensposten op eerste behoeften: voedsel, een plek om te slapen en acute medische hulp. Het is heet, de temperatuur loopt op tot veertig graden. Tijdens de busritten naar de grens zitten de Afghanen uren in een hete bus, ze komen er uitgeput uit.
Weggezet als profiteurs
De ongedocumenteerde Afghanen vormen in Iran en Pakistan een gemengde groep: sommigen arriveerden al decennia of generaties geleden, anderen vluchtten pas veel recenter voor de Taliban in eigen land. In beide landen wordt de gemeenschap weggezet als profiteurs, of mensen die banen afpakken – een zondebok voor de slechte economie.
In Iran zorgde de kortstondige oorlog met Israël en de Verenigde Staten ervoor dat de autoriteiten nadrukkelijker op hun vertrek aandringen. Teheran zou insinueren dat onder de Afghaanse vluchtelingen spionnen voor buitenlandse mogendheden werden gerekruteerd, tekende persbureau Reuters op. Mogelijkerwijs gaven Afghanen uit angst voor de bombardementen gehoor aan de oproep te vertrekken. Tot aan 6 juli konden mensen op eigen gelegenheid weg, na die deadline riskeren zij arrestatie en directe uitzetting. Zo de stelt IOM dat van alle Afghanen die over de grens zijn gekomen uit beide buurlanden „meer dan de helft daartoe gedwongen werd”.
De meesten blijven één of twee nachten bij de Islam Qala-grensovergang. Ze proberen snel door te reizen, bijvoorbeeld naar de grotere steden Herat of Kabul. Of ze hopen tijdelijk te kunnen logeren bij familieleden in Afghanistan; veel meer aanknopingspunten hebben ze niet, zeker niet als ze al decennia geleden uit het land vertrokken.
Gezinnen die net zijn overgestoken bij Islam Qala rusten even uit. Foto Muhammad Balabuluki / Middle East Images via AFP
Veel van de terugkeerders zijn bezorgd over het Taliban-regime waaronder zij nu terechtkomen. De jonge moeder Latifa vreesde voor de toekomst van haar kinderen. In Iran kon ze haar drie dochters naar school sturen; in Afghanistan geldt juist een onderwijsverbod voor meisjes.
Lees ook
In het najaar van 2023 begon Pakistan met de uitzetting van ongedocumenteerde Afghaanse vluchtelingen. Zij kwamen berooid aan in Kabul
Opnieuw integreren
Toen de uitzettingen begonnen in 2023, stelden de Afghaanse autoriteiten dat zij wilden proberen de nieuwelingen – destijds waren het voornamelijk Afghanen afkomstig uit Pakistan – goed op te vangen. De Taliban riepen lokale besturen op om ‘culturele kringen’ te organiseren voor hun herintegratie. De vluchtelingen konden via speciale regelingen ook proberen grond te bemachtigen, maar het is onduidelijk in hoeverre dat beleid succesvol werd uitgevoerd. Volgens de IOM wonen de meesten nog steeds in tijdelijke onderkomens. De economie is slecht, de teruggekeerde vluchtelingen zouden moeilijk een baan kunnen vinden.
Drie Belgische drugscriminelen zijn zondag door de Verenigde Arabische Emiraten uitgeleverd aan België. Dat schrijft onder meer De Standaard. Vanuit Dubai vliegt zeker een van hen, de ‘cocainemiljardair’ zoals de Belgische krant hem noemt, een jarenlange gevangenisstraf tegemoet. Het lijkt erop dat het verdrag met de golfstaat in de praktijk vruchten begint af te werpen.
De man is volgens de Belgische politie de „meest tot de verbeelding sprekende Antwerpse drugscrimineel”, aldus De Standaard. Dat zou onder meer te maken hebben met zijn vermogen: in Dubai, waar de man tot zondag verbleef, zou hij voor meerdere miljoenen aan panden bezitten.
In december werd hij gearresteerd. Maar het duurde enkele maanden voordat de drugsbaas daadwerkelijk werd uitgeleverd, omdat hij onder meer zijn uitlevering aanvocht. Tegen de Gazet van Antwerpen zegt een woordvoerder van de Belgische minister van Justitie dat dusdanige uitleveringen erg complex zijn.
De uitlevering is een „belangrijke doorbraak”, schrijft de Gazet van Antwerpen. België heeft sinds eind 2021 een uitleveringsverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten dat een jaar later in werking trad. Al bleven de uitlevering van zogeheten ‘high value targets’ lang uit.
Nederlandse uitleveringen
Ook voor Nederland hebben afspraken met de Verenigde Arabische Emiraten resultaat opgeleverd. De golfstaat hielp bij onder meer de arrestatie van Ridouan Taghi, ’s Nederlands bekendste drugsbaron, en de uitlevering van zijn zoon.
Ook oud-profvoetballer Quincy Promes wist niet te ontkomen aan vervolging nadat Dubai hem vorige maand op het vliegtuig naar Nederland zette. Nederland heeft sinds 1 augustus 2023 verdragen met de VAE voor „wederzijdse rechtshulp in strafzaken en uitlevering”, aldus het Openbaar Ministerie.
Lees ook
Hoe Quincy Promes jarenlang aan justitie wist te ontsnappen via Moskou en Dubai – tot nu
„Decennialang hebben we ons best gedaan om niet in de positie te komen dat we het Tapijt van Bayeux uit moesten lenen”, zei de Franse president Emmanuel Macron afgelopen woensdag tijdens een ceremonie om afspraken over het beroemde Middeleeuwse tapijt te bestendigen. Het tapijt wordt tussen september 2026 en juli 2027 voor het eerst uitgeleend aan het British Museum. „We wisten altijd experts te vinden die tot in detail konden uitleggen waarom uitlenen een slecht idee was. En geloof me, dat hadden we weer kunnen doen.”
Het wereldberoemde borduurwerk van 68 meter bij 50 centimeter, dat rond 1068 gemaakt werd, verbeeldt als in een stripverhaal de Slag bij Hastings in 1066, waarop de voorbereiding en de Normandische verovering van Engeland wordt afgebeeld. Op het werk zijn 626 mensen te zien, 190 paarden, 35 honden, 506 andere dieren, enkele gebouwen en wat bomen en struiken. Het was de slag waarbij Willem de Veroveraar, hertog Willem I van Normandië, versloeg op het slagveld de Engelse koning Harold II. Harold was negen maanden eerder op de troon terechtgekomen, terwijl die eerder was beloofd aan Willem. De Normandische overwinning zorgde ervoor dat Willem de Engelse kroon veroverde.
De experts aan wie Macron refereerde in zijn toespraak, waren lang tegen de uitleen. Het kón wel, maar woog de opbrengst op tegen het risico dat de reis vormt voor het Tapijt van Bayeux? Nee, was in het verleden de uitkomst.
Foto Loic Venance
In 2020 deden experts opnieuw onderzoek naar de staat van het tapijt. Een team van acht restauratoren onderzochten elk één meter per dag. Ze zagen: 24.204 vlekken, 16.445 vouwen, 9.646 gaten in de stof en in het borduurwerk, 30 niet-gestabiliseerde scheuren. Vooral de eerste meters van het werk waren aan het verzwakken. Het Bayeux Museum in Normandië bevestigde in 2022 in een statement nog eens: volgens de experts is verplaatsing van het tapijt „alleen te rechtvaardigen als dat voor restauratie is”.
Die restauratie komt er nu weliswaar pas ná de tentoonstelling in Londen, maar toch neemt het museum inmiddels een andere positie in. Het museum sluit op 31 augustus voor verbouwing. Hoofdconservator Antoine Verney, die zich eerder „niet kon voorstellen” dat het tapijt verplaatst zou worden, ziet het daarom nu anders: „Het tapijt kan ofwel weggehaald worden uit zijn display, om vervolgens onzichtbaar voor het publiek opgeborgen te worden. Óf er kan een overeenkomst tussen de twee overheden worden gesloten zodat het werk publiek gepresenteerd wordt in het Verenigd Koninkrijk.”
‘Gallische grap’
Voor Macron komt het goed uit. Hij beloofde het tapijt al eens in 2018. Dat ging toen niet door, de coronapandemie bemoeilijkte de uitdaging en de groep van acht experts zag veel bezwaren in de conditie van het werk. Daarnaast was toen de Brexit aanstaande. Er werd wat gegrapt door Britten over Macrons „gallische grap”: de grote afbeelding van hoe de Britten verslagen werden, werd door sommigen een wat vreemd cadeau bevonden.
Maar, zo schreef journalist John Lichfield in een opiniestuk in The Guardian in 2018: het tapijt gaat niet per se over hoe de Britten verslagen werden, het gaat vooral over hoe nauw ze verbonden zijn met het continent. Of, om het bij Engeland te houden, het 21ste-eeuwse land kent veel vormende invloeden, die van Normandië is daarin een belangrijke. Hij omschrijft het zuiden van Engeland als een soort „Normandische kolonie, die het moederland voorbij is gestreefd”. Kortom: het tapijt kan volgens hem worden beschouwd als een symbool van hoe cultureel verbonden beide landen zijn, en dus ook van hoe Europees de Engelsen zijn. „Misschien”, schreef Lichfield, „is dat wat Emmanuel Macron in gedachten had.” Deze verbondenheid is ook wat nu tijdens het bezoek van Macron deze week wordt benadrukt.
Een team van acht restauratoren onderzochten elk één meter per dag. Ze zagen: 24.204 vlekken, 16.445 vouwen, 9.646 gaten in de stof en in het borduurwerk, 30 niet-gestabiliseerde scheuren.
Natuurlijk, „er is niet zoiets als geen risico, maar we moeten het werk hoe dan ook verhuizen”, zegt een woordvoerder van het museum tegen The Guardian (op vragen van NRC reageerde het museum niet). „Dat het werk nu naar het British Museum gaat, betekent dat de reis wat langer wordt.” Het museum heeft een manier gevonden om het werk zo veilig mogelijk te vervoeren. Het tapijt wordt op een soort vouwbare constructie geplaatst, in een afgesloten doos, die weer in twee dozen wordt gedaan. Per vrachtwagen reist het tapijt naar de kanaaltunnel, waarna het via trein de onderzeese overtocht aflegt.
Een stijlregel bij behoud van kunstwerken: „Alles wat je doet, is in feite niet goed”, elke handeling doet op een manier afbreuk aan het werk, zegt Sjouk Hoitsma, hoofd collecties bij het Textielmuseum. Dat geldt ook voor aanrakingen die gericht zijn op restauratie.
Het Tapijt van Bayeux is eigenlijk geen tapijt, maar een borduurwerk van wol en goud op linnen. „Linnen, dat is ongelóóflijk, dat is zo duurzaam. En dit is bijna duizend jaar oud, je zou verwachten dat het verpulvert als je het aanraakt. Maar ik vermoed dat het nog steeds sterk en soepel is. Het zijn de borduursels die het kwetsbaar maken.” Sommige draden zijn omwikkeld met goud, dat materiaal is kwetsbaar omdat het scherp is, het snijdt en breekt snel.
„Textiel is net zo kwetsbaar als papier”, zegt Hoitsma, „zo wordt er ook naar gekeken bij conserverende handelingen.” Je moet er weinig licht toelaten, en zo min mogelijk schommelingen in de klimatologische omstandigheden.
Hoitsma heeft het tapijt wel eens gezien. Het is tentoongesteld in een hele donkere ruimte, „onder de 50 lux”. Als je er binnenkomt, herinnert ze zich, moet je eerst even aan het licht wennen. Daarna, als je ogen er aan toe zijn, word je naar het verlichte tapijt toegetrokken.
Als niets doen eigenlijk het beste is, hoe onverantwoord is de uitruil met Londen dan? „Het kán”, zegt Hoitsma. Het moet goed vervoerd worden, níét gevouwen (maar wel: opgerold), dat is niet goed voor het linnen. De kist waarin het vervoerd wordt moet klimatologisch aansluiten op de omgeving waar het tapijt hing, dat geldt ook voor de bestemming. Op reis is het belangrijk dat het zo min mogelijk schommelt en schokt. Dat is goed te ondervangen door het in de juiste verpakking te doen.
Maar, uiteindelijk, zegt Hoitsma: „Als je uitzoomt, en je de vraag stelt: moet dit nou? Dan zijn de belangen eromheen nog veel interessanter.” Er is dus een afweging gemaakt: wat het oplevert, „het werk en de conditie daarvan is ondergeschikt aan die doelen.”
Lees ook
Lees ook: De slag om de vraag ‘Waar is Willy?’ ontvouwt zich verder bij het penistellen op het Tapijt van Bayeux
Bayeux-diplomatie
De meeste historici gaan ervan uit dat het Tapijt van Bayeux in Engeland werd gemaakt, maar al snel na voltooiing naar Bayeux is vervoerd. Het is sindsdien nooit meer in Engeland te zien geweest, ondanks dat er veel verzoeken waren. Zo wilde het Victoria and Albert Museum (V&A) het graag in bruikleen om de kroning van koningin Elisabeth in 1953 luister bij te zetten. Bijna alles stond klaar opdat het werk zes maanden lang getoond kon worden: er waren afspraken gemaakt voor de bruikleen, de verzekeringen waren afgesloten en de politie zou bewapend en al het hele proces begeleiden, maar op het laatste moment zeiden de Franse autoriteiten het toch af, omdat er experts – daar zijn ze weer, die experts waar Macron het over had – waren die voor schade vreesden.
In 1966, ter gelegenheid van de 900ste verjaardag van de Slag bij Hastings, werd er opnieuw een poging gedaan. Opnieuw zou V&A de expositie organiseren, en er zouden zelfs gesprekken zijn het wandkleed tentoon te stellen in de Verenigde Staten. Het ministerie van Cultuur was indertijd akkoord, bij monde van de romanschrijver André Malraux die 1959 tot 1969 die post bekleedde. Alleen zag men het in de gemeenteraad van Bayeux niet zitten. Er werd gevreesd voor verkleuring en schade, en het was te onduidelijk wie alle kosten bij schade op zich zou nemen. En Bayeux zelf zou gecompenseerd moeten worden voor een gebrek aan inkomsten omdat toeristen weg zouden blijven, terwijl Londen juist meer toeristen zou trekken. Malreux trok het voorstel in, en wederom ging het wandkleed niet richting Engeland.
Hoewel nu alle instanties, ook Bayeux zelf, achter de uitleen staan, gaat het hier vooral om een gebaar dat de verstandhouding tussen Frankrijk en Groot-Brittannië beter is. Macron prees tijdens de persmomenten de banden tussen de twee landen, en benadrukte de politieke motivatie. In het British Museum stelde hij dat er „geen handelsoorlog of importheffing is tegen deze culturele aanpak… dat er sowieso geen grenzen zijn”. Dat laatste was opmerkelijk, omdat de migranten die via Calais de oversteek naar Dover maken een van de kernonderwerpen van het bezoek was.
De Britse premier Keith Starmer zag in het Tapijt ook een ander politiek gebaar: „Culturele schatten vertellen over oorlog, macht en politiek, over bondgenootschappen en vijanden, zoals we die ook nu nog maar al te goed kennen.”
De Britten verwachten met de terugkeer – het officiële onderzoek over de kwetsbaarheid is nog wel bezig – de blockbuster van deze generatie in huis te hebben. De conservatieve politicus en voorzitter van het British Museum, George Osborne, zag het als een „terugkeer van het gezond verstand”.
Amanda Anisimova stuitert zo’n tien seconden met de bal, als ze met haar rug naar de baan staat. Ze pakt een moment rust op het centercourt van Wimbledon, zaterdag laat in de middag. Ze ademt diep. Praat zich moed in. Net heeft ze weer een rally verloren van Iga Swiatek, een forehand landt zeker een meter achter de baseline. Direct erna schudt Anisimova haar hoofd.
De druk van Swiatek (24) is verzengend. Haar services, groundstrokes, returns en volleys zijn zo zuiver, hard en scherp, dat Anisimova (23) nauwelijks tijd krijgt. En ook geen ritme. Dat ze erg zenuwachtig is in haar eerste grandslamfinale, helpt haar spel evenmin. 6-0 en 2-0 staat ze achter, 15-gelijk op eigen service. Als ze de finale nog wil omdraaien, hoe ingewikkeld dat scenario ook is, moet daar nu een begin mee worden gemaakt.
Dus niet meteen weer een dubbele break achter komen, zoals in de eerste set gebeurde. Swiatek staat al klaar om de service van Anisimova te ontvangen. De Poolse, vijfvoudig grandslamkampioen, wil het tempo hoog houden om in haar onoverwinnelijke roes te blijven. Daar waar Anisimova juist probeert de tijd even stil te zetten.
Amanda Anisimova kwam geen moment in haar ritme. Foto Henry Nicholls / AFP
Mentale gezondheid
Zoals ze twee jaar geleden ook een pauze nam van het tennis om aan haar mentale gezondheid te werken. „Het is ondraaglijk geworden om aan tennistoernooien deel te nemen”, schreef ze in mei 2023 op Instagram. De burn-out, zoals ze het noemde, bouwde zich in de jaren daarvoor op. Anisimova, dochter van Russische ouders die voor haar geboorte naar de Verenigde Staten emigreerden, gold als een supertalent. In 2019, op haar zeventiende, haalde ze de halve finale van Roland Garros.
Het overlijden van haar vader Konstantin – in augustus 2019 na een hartaanval, kort voor de achttiende verjaardag van Anisimova – veranderde veel. Hij was lang haar hoofdcoach, nadat moeder Olga in de eerste jaren de beginselen van tennis had bijgebracht. „Dit is duidelijk het moeilijkste wat me ooit is overkomen, en ik praat er eigenlijk met niemand over”, zei Anisimova in 2020 in The New York Times.
De finale duurde minder dan een uur. Foto Henry Nicholls / AFP
Tijdens haar onderbreking ging ze op vakantie, bezocht vrienden, volgde een semester op de universiteit en begon met schilderen. „Wat ik heb geleerd, is om eerlijk naar jezelf te luisteren, naar je intuïtie en naar wat je lichaam je vertelt”, zei ze afgelopen week in Londen. Acht maanden duurde haar tennispauze, voor ze begin 2024 terugkeerde op de tour als nummer 373 van de wereld.
Datzelfde jaar verloor ze nog in de kwalificatie voor Wimbledon. Maar gaandeweg werden de resultaten beter. Begin dit jaar won ze een sterk bezet toernooi in Doha, recentelijk was ze finalist op een voorbereidingstoernooi op gras. Op Wimbledon zelf maakte ze indruk met haar harde, vlakke slagen, met name in een schitterend gevecht in de halve finale tegen Aryna Sabalenka, de nummer één van de wereld. Misschien wel de wedstrijd van het toernooi.
Afstraffing dreigt
Maar nu in de finale tegen Swiatek lijkt ze wel in een „nachtmerrie” te zijn beland, zegt commentator en oud-speler John McEnroe op de BBC. Swiatek – eigenlijk een gravelspecialist, ze won Roland Garros vier keer – speelt dit toernooi tennis van een andere orde. In de halve finale versloeg ze Belinda Bencic met 6-2 en 6-0.
Zo’n afstraffing dreigt nu ook. Daarom probeert Anisimova even te recupereren, als ze serveert bij 0-2 en 15-15 in de tweede set. Eigenlijk doet ze alles goed bij het volgende punt. Uitstekende eerste service, dan een forehand diep in de backhandhoek van Swiatek. Die redt met een hoge bal terug, Anisimova neemt in één keer uit de lucht, wat technisch lastig is. De twijfel in haar forehand is onmiskenbaar – voluit of niet? Ze slaat laag in het net. En buigt dan moedeloos voorover.
De aarzeling van Anisimova steekt scherp af bij de onverstoorbaarheid van Swiatek. De Poolse pept zichzelf bij 6-0 en 4-0 nog op alsof een cruciaal punt wacht. „Alles klikt”, zegt McEnroe bij de BBC. Ze speelt met veel agressie en tegelijk ook controle. Bijna als een machine, zo consciëntieus. Daar waar ze voorheen veel moeite had op gras, op Wimbledon kwam ze nooit verder dan de kwartfinale.
Twijfel over integriteit
Aan die superioriteit ging ook bij Swiatek een moeilijke periode vooraf. Mede door een dopingschorsing raakte ze haar eerste plek op de wereldranglijst kwijt. Vorig najaar mocht ze een maand niet spelen – ze miste drie toernooien – omdat ze positief had getest op de verboden substantie trimetazidine. Swiatek ging met succes in beroep: de dopinginstantie in het tennis vond het aannemelijk dat er sprake was van een vervuild middel – melatonine – waar sporen van trimetazidine in zat.
Hoewel de overtreding als niet opzettelijk werd beoordeeld, vond Swiatek de onzekerheid over de uitspraak en de twijfel over haar integriteit moeilijk. „Het was verschrikkelijk”, zei ze in januari in de podcast Tennis Insider Club. Swiatek, van zichzelf vrij ingetogen, vreesde dat mensen een negatief beeld van haar zouden blijven houden en zich tegen haar zouden keren.
Swiatek slaat een service – ze kreeg de hele wedstrijd geen breakpoint tegen. Foto Kirill Kudryavtsev / AFP
Ze won geen toernooi meer na de schorsing – haar laatste titel was Roland Garros vorig jaar. Nu serveert Swiatek al na 57 minuten voor de Wimbledon-titel, voor een zeldzame 6-0 en 6-0 in een grandslamfinale. Steffi Graf deed dat in 1988 voor het laatst op Roland Garros tegen Natasha Zvereva. Op Wimbledon gaat dit terug tot 1911, toen Dorothea Lambert Chambers met zo’n ‘double bagel’ Dora Boothby versloeg – nog ver voor het proftijdperk.
Zelfs McEnroe is er even stil van op de BBC, wanneer Swiatek met een backhandwinner de partij beslist. 6-0, 6-0. Maar het meest indrukwekkende applaus is voor Anisimova, wanneer zij in tranen haar moeder op de tribune bedankt. „Zij is de meest onbaatzuchtige persoon die ik ken, ze heeft er alles aan gedaan om mij op dit punt in mijn leven te brengen.”
Ruim een week nadat de Britse regering de activistengroep Palestine Action heeft verboden, hebben de Britse autoriteiten zaterdag meer dan zeventig personen opgepakt die vermoedelijk hun steun betuigden aan de groep. Britse media schrijven dat die steunbetuigingen plaatsvonden tijdens protesten in Londen, Cardiff en Manchester. Actievoerders hadden borden meegenomen met daarop de tekst ‘Ik ben tegen genocide, ik steun Palestine Action’.
In Londen werden 41 personen gearresteerd vanwege steunbetuigingen aan de verboden groep. Eén persoon werd opgepakt voor mishandeling. Het protest werd georganiseerd door de actiegroep Defend Our Juries. Vorig weekend werden in Londen al 29 mensen opgepakt bij een vergelijkbaar protest. In Manchester werden 16 demonstranten opgepakt, in Cardiff ging het om 13 personen.
Het Britse parlement stemde ruim een week geleden in met een wetswijziging waardoor Palestine Action voortaan wordt beschouwd als terroristische organisatie, en daarom voortaan verboden is. In het Britse Lagerhuis stemden 385 parlementariërs voor, en 26 tegen de voorgestelde aanpassing van de terrorismewetgeving. Wie nu nog lid wordt van Palestine Action of steun verleent aan een actie van de groep, riskeert een vervolging en in uiterste geval 14 jaar celstraf.
‘Orwelliaanse maatregel’
Palestine Action, ook actief in Nederland, voert sinds 2020 acties uit, vooral tegen de wapenindustrie. Meermaals hebben de actievoerders kantoren beklad en fabrieken bezet. De acties gaan volgens Labour-staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Dan Jarvis te ver, vooral omdat de schade soms hoge kosten met zich meebrengt.
Medestanders spraken na het verbod over een „Orwelliaanse” maatregel en hadden acties aangekondigd op meerdere plekken in het Verenigd Koninkrijk. Critici en mensenrechtenorganisaties zeggen daarnaast het verbod op Palestine Action binnen een bredere trend in het Verenigd Koninkrijk past van criminalisering van solidariteit met de Palestijnen.
Iga Swiatek heeft voor het eerst in haar carrière Wimbledon op haar naam geschreven. De 24-jarige Poolse tennisster versloeg in een eenzijdige finale de Amerikaanse Amanda Anisimova: 6-0 6-0. Nog nooit eerder in het professionele tijdperk sinds 1968 won een tennisster de finale zonder een game te verliezen.
Voor Swiatek is het de zesde grandslamtitel. Vier van de vorige vijf titels won de Poolse op Roland Garros. Het is de eerste titel in 2025 voor Swiatek, die lang de nummer 1 van de wereld was, maar is weggezakt naar de vierde plaats. Op Wimbledon was de Poolse als achtste geplaatst.
Zowel voor Swiatek als voor Anisimova was de finale van Wimbledon een primeur. Swiatek kwam in de voorgaande jaren niet verder dan de kwartfinales. Ook Anisimova bereikte in 2022 de kwartfinale op het Londense gras. Aan de twee edities daarna deed de Amerikaanse niet mee. In de halve finale afgelopen donderdag verraste de nummer 12 van de wereldranglijst nummer 1 Aryna Sabalenka in een lange driesetter en bereikte daarmee voor het eerst de finale van een grandslamtoernooi.
6-0 na 25 minuten
Anisimova kon in de finale op het Centre Court in Londen niet hetzelfde brengen als in haar partij tegen Sabalenka. Ze stond al snel twee breaks achter. Na 25 minuten had Swiatek de eerste set met 6-0 gewonnen. Anisimova won slechts negen punten in de hele eerste set.
In de tweede set was Swiatek ook onverbiddelijk op de breakpoints. In de eerste en derde opslagbeurt van de Amerikaanse won ze meteen het eerste breakpoint. In de tweede opslagbeurt deed ze dat op het derde breakpoint. Anisimova probeerde het wel, maar zag de bal vaak net uitgaan. Na 58 minuten serveerde de Poolse de partij uit op haar tweede matchpoint. Tennisicoon Billie Jean King, die op de tribune zat naast prinses Catherine, won in 1975 met 6-0 6-1 van de Australische Evonne Goolagong.
Tring-tringeling! Naast elkaar fietsen en een gesprek voeren is er niet bij tijdens een fietstocht van station Den Haag Hollands Spoor naar de Bloemenbuurt. Voortdurend is het inhouden of versnellen omdat er iets langs moet: een stads-, race- of bakfiets, een bezorgdienst, een Volkswagen met speakers op luid, een bus, een tram. Om de haverklap moet je uitwijken voor een dubbelparkeerder, driewieler of in z’n telefoon verdiepte oversteker. En dan is het nog zaterdagochtend: lang niet zo druk als doordeweeks.
„Wat is dat nou weer voor vervoersmiddel”, zegt Jos de Jong (65) als er een scooter met dubbele voorwielen langsrijdt. Even daarvoor, over zijn schouder roepend, op een afgescheiden fietspad op de Valkenboslaan: „Dit is keurig aangelegd, maar veel te smal!” Een ouder en kind kunnen hier net naast elkaar fietsen – maar dan moet niemand willen inhalen. Terwijl, zo wijst De Jong, er wel ruimte was geweest het anders aan te pakken: de auto’s hebben twee brede rijbanen en maar liefst drie parkeerstroken.
De Jong is voorzitter van de Fietsersbond regio Den Haag. Wat betekent dat hij meedenkt en lobbyt voor fietsplezier- en veiligheid bij de inrichting van de openbare ruimte. Hij heeft wat om voor te strijden, want het aantal fietsverkeersslachtoffers stijgt. Tussen 2018 en 2023 steeg het aantal mensen dat met ernstig letsel door een verkeersongeluk in het ziekenhuis belandde, van 23.300 naar 25.400 – en dat waren vooral fietsers. In 2022 waren er 290 dodelijke fietsslachtoffers; het hoogste aantal in 27 jaar.
De Haagse binnenstad werpt de nodige barrières op voor fietsers. Foto Walter Herfst
De gemeente Den Haag kleurt op het kaartje met verkeersongevallen donkerrood. Vorig jaar vonden er 5.662 bij de politie gemelde verkeersongelukken plaats, het hoogste aantal sinds 2000. En, zegt De Jong, in 2040 zal het aantal Haagse fietsers door bevolkingsgroei met 40 procent zijn toegenomen. Het aantal ongelukken zal meegroeien, zo luidt ook voor de rest van het land de verwachting.
Lees ook
Lees ook: De Hagenaar wil wel meer ruimte, maar niet ten koste van de auto (en al helemaal niet de éígen auto)
Maximumsnelheid
Reden voor minister Robert Tieman (Infrastructuur, BBB) om donderdag een ‘Meerjarenplan Fietsveiligheid’ naar de Tweede Kamer te sturen. Met daarin een aantal maatregelen die zouden moeten helpen, zoals de aanmoediging van het gebruik van een fietshelm. En, de opvallendste: gemeenten mogen experimenteren met een maximumsnelheid op fietspaden. Het zou moeten helpen tegen opgevoerde fatbikes, de veroorzakers van veel ernstige ongelukken. Ziekenhuizen luidden daarover eerder de noodklok. En de gemeente Enschede zei deze week fatbikes in het centrum te willen verbieden.
Die ideeën zijn goedbedoeld natuurlijk, zegt De Jong. „Maar het gaat niet helpen.” Er ís al een maximumsnelheid voor fietsers: 25 kilometer per uur. „Wordt alleen niet op gehandhaafd.” En fatbikes verbieden? „Dat is juridisch niet eenvoudig. Je kunt niet zo makkelijk onderscheid maken tussen vervoersmiddelen.” De oplossing is volgens hem veel simpeler: „Verplaats hard rijdende fietsers naar de rijbaan, en verlaag daar de snelheid naar 30 kilometer per uur.”
Maar de auto inperken – dat ligt politiek gevoelig. Tijdens het fietsrondje wijst De Jong plekken aan waar zijn lobby niet succesvol was. De Hobbemastraat: een drukke winkelstraat met twee trambanen, parkeerstroken, brede wegen. Geen fietspad, maximumsnelheid 50 kilometer per uur. „De ondernemers waren tegen, ze zeiden dat hun klanten met de auto komen.” De Kemperstraat: geen fietsstrook, 50 kilometer per uur.
Onoverzichtelijk
Door de ogen van De Jong zie je hoeveel er nog te winnen is voor de fietser. Fietsstroken worden ineens smaller of houden even plotseling op als ze beginnen. Sommige plekken zijn rommelig en onoverzichtelijk: waar moet je eigenlijk naartoe? Zoals het Hobbemaplein, nabij de Haagse Markt, waar een file auto’s voor de pinautomaten staat. „Deze situatie is idioot”, zegt De Jong. „Ook voor auto’s is het hier heel gevaarlijk. En voor voetgangers: je moet hier toch gewoon met je kinderwagen kunnen lopen?”
Maar zijn grootste doorn in het oog is het Goudenregenplein. Fietsers, auto’s en voetgangers moeten de smalle verbindingsweg, waar met 50 kilometer per uur wordt gereden, zonder fietspad of stoplicht kruisen. „Hier zie je alleen maar rode stipjes op de kaart van Den Haag met verkeersongelukken”, zegt De Jong. „Ik sta hier ook weleens om 16 uur, dan is het een gekkenhuis.” Dan fietsen de middelbare scholieren van de naastgelegen school naar huis. „Die belanden ook weleens tussen de trambaan.” Fietsers moeten zich tussen de auto’s door wurmen, wat steeds moeilijker gaat, aangezien auto’s „steeds breder worden”. „Mijn vrouw durft hier niet meer te fietsen.”
Lees ook
Lees ook: Vette fiets, vette handel: ondernemers verdienen flink aan de fatbike
Er gaan heus ook dingen goed: er is meer politieke aandacht voor fietsers. In Utrecht en Amsterdam, die bekendstaan als fietssteden, is de auto op steeds meer plekken ‘te gast’ of helemaal niet welkom. Amsterdam voerde eind 2023 een maximumsnelheid in van 30 kilometer per uur. Maar in Den Haag en op veel andere plekken, zegt De Jong, wordt er nog steeds te veel vanuit de auto geredeneerd. Stadsbesturen vinden écht voorrang geven aan fietsers vaak te ingewikkeld „en kijken niet uit naar het participatietraject met de buurt”.
En intussen is er alweer een nieuwe strijdgroep opgestaan: die voor de voetganger. „Er wordt meer gelopen, wandelen is in. Er zijn ook mensen die zeggen: geef een veel groter deel van de beschikbare ruimte aan voetgangers. Die pleiten voor een maximumsnelheid van 15 kilometer per uur. Nou, ik wens ze veel succes.”