Het moddergevecht rond de vorming van de nieuwe Europese Commissie is beëindigd. Na een week geruzie in het Europees Parlement bereikten de drie traditionele fracties uit het midden – de christen-democraten, sociaal-democraten en liberalen – woensdagavond een akkoord. Het bestuur dat Commissievoorzitter Ursula von der Leyen voor ogen had, kan daardoor in vrijwel ongewijzigde vorm aan de slag.

Met het in allerijl gesloten akkoord is een fiasco afgewend. Zonder goedkeuring van het Europees Parlement kunnen de beoogde Eurocommissarissen, onder wie Wopke Hoekstra, niet aan het werk. Langere onderhandelingen hadden ertoe kunnen leiden dat de nieuwe Commissie pas begin volgend jaar van start zou kunnen gaan. Dat scenario werd in Brussel met afgrijzen bekeken, zeker nu elke dag telt bij de voorbereiding op het nieuwe Amerikaanse presidentschap van Donald Trump.

Kruisverhoor

De spanningen over de samenstelling van de nieuwe Commissie liepen vorige week in korte tijd hoog op. De onenigheid draaide aanvankelijk om het linkse en liberale ongemak over de Hongaarse kandidaat Olivér Várhelyi, naar voren geschoven door de uiterst rechtse premier Viktor Orbán, en over de Italiaan Raffaele Fitto. Fitto is weliswaar iets gematigder dan Várhelyi, maar krijgt wel een grotere rol in de nieuwe Europese Commissie: hij zou een van de zes vicevoorzitters worden.

Deze hoge status voor een radicaal-rechtse politicus viel slecht in progressieve en liberale kringen. Daar bestaat al langer argwaan over de groeiende invloed van radicaal-rechts sinds de Europese verkiezingen in juni, met hulp van de grootste fractie in het Europees Parlement: de centrum-rechtse Europese Volkspartij.

Lees ook

Wie is Raffaele Fitto, vertrouweling van Giorgia Meloni en beheerder van het Europese coronaherstelfonds van 800 miljard?

Raffaele Fitto in januari 2022 in het Europees Parlement in Straatsburg.

De knoop werd nog moeilijker te ontwarren toen de centrum-rechtse politici op hun beurt het vizier op een links doelwit richtten: de Spaanse sociaal-democraat Teresa Ribera, die een grote rol krijgt als commissaris voor klimaat en mededinging en net als Fitto vicevoorzitter wordt.

In zowel Madrid als Brussel kreeg Ribera, die nu nog in eigen land klimaatminister is, van rechts de schuld van het hoge dodental van de overstromingen in Valencia, hoewel rampbestrijding hoofdzakelijk een regionale aangelegenheid is. De gebruikelijke hoorzitting die het Europees Parlement met iedere kandidaat voor de Europese Commissie houdt, mondde vorige week bij Ribera uit in een kruisverhoor.

Vervolgens hielden de verschillende partijen elkaar dagenlang in een wurggreep door elkaars kandidaten te blokkeren. Geen van de zes vicevoorzitters kon daardoor op goedkeuring rekenen. Von der Leyen, die Fitto noch Ribera wilde laten vallen, intervenieerde zelf door gesprekken met de fractieleiders uit het parlement te voeren. Ook die brachten echter geen doorbraak.

Sleutelpositie

Pas vanaf het weekend kwam er beweging in de zaak. De Spaanse premier Pedro Sánchez bevond zich daarbij in een sleutelpositie. Sánchez is niet alleen de land- en partijgenoot van Ribera, maar ook van Iratxe García, de fractieleider van de sociaal-democraten in het Europees Parlement. Hun lijntjes zijn kort. Als de christen-democraten Ribera zouden steunen, zouden de sociaal-democraten Fitto steunen. Door deze uitruil kunnen alle vicevoorzitters en Várhelyi goedgekeurd worden. Ook de liberalen kunnen zich hierin vinden.

Om het linkse en liberale ongemak over de steun aan kandidaten uit het radicaal- en uiterst-rechtse kamp weg te nemen, stelden de drie fracties een gezamenlijke verklaring op waarin ze zich uitspreken voor „een Europa van gedeelde waarden”. Daarnaast wordt gesnoeid in de portefeuille van Várhelyi: de Hongaar, die commissaris voor Gezondheidzorg en Dierenwelzijn wordt, zal de dossiers vrouwenrechten en pandemiebestrijding aan een collega-commissaris moeten afstaan.

Het resultaat blijft fragiel. Binnen de sociaal-democratische fractie zijn er grote verschillen tussen de nationale partijen. Lang niet iedereen voelt zich senang bij het nu gesloten akkoord. De EVP voelt zich onnodig door het slijk gehaald door de sociaal-democraten. De gezamenlijke verklaring wordt door kritische Europarlementariërs, ook binnen de fracties die haar tekenden, beschouwd als een lege huls.

Zo volatiel is de samenwerking nu dat een goed ingevoerde betrokkene uit het parlement er woensdag nog niet zeker van durfde te zijn dat het akkoord volgende week, als er formeel in het parlement over wordt gestemd, nog overeind staat: „Het is als bij de executie van een terdoodveroordeelde: je kunt het vonnis maar beter meteen voltrekken. Een week wachten, dat is een marteling.”