Met hun tijdloze, onopgesmukte en uitnodigende liedjes halen Suzan & Freek voor velen de scherpe kantjes van het leven

Afgelopen dinsdag maakte zangduo Suzan & Freek bekend dat Freek Rikkerink ongeneeslijke longkanker heeft. Het bericht komt midden in de week dat het tweetal zes optredens gepland heeft in Ziggo Dome, Amsterdam. Drie optredens hebben reeds plaatsgehad, de komende drie zijn geannuleerd.

Het liefdespaar Suzan & Freek is een populair duo met 24 hitsingles en lange reeksen optredens in de grootste én kleinste zalen in het land. Hun nummers zijn Nederlandstalig, de teksten intiem. Dat een duo zes optredens kan geven in Ziggo is uitzonderlijk. Fans lijken zich welkom te voelen in hun wereld; bij concerten en tv-optredens vallen de twee op door een uitstraling van oprechte vriendelijkheid. De aanhang is verscheiden, zowel jong als oud, en afkomstig uit het hele land.

De basis voor hun carrière ligt in de Gelderse Achterhoek. Rikkerink (1993) groeide op in Harreveld, Suzan Stortelder (1992) in Zieuwent. Ze ontmoetten elkaar op de middelbare school in het muzieklokaal en begonnen samen een schoolband. Rikkerink zong en speelde gitaar. Stortelder zong en speelde piano. Na school studeerde Rikkerink commerciële economie in Tilburg en Stortelder architectuur. Maar allebei wilden ze het liefst muziek maken.

Vanaf 2014 posten ze eigen versies van andermans nummers op Facebook, toen al met hun kenmerkende stijl: Freek jongensachtig, Suzan met heldere zangstem. Het hielp dat ze bijval kregen van de oorspronkelijke artiesten van die liedjes, zoals The Chainsmokers na een cover van ‘Don’t Let Me Down’.

Gestaag bouwden Suzan & Freek aan hun loopbaan. Ze traden zo veel mogelijk op, zongen covers tijdens bruiloften en partijen, of leverden de achtergrondmuziek in restaurant of café. Dat deden ze ook in het restaurant van Ziggo, lang voordat ze bekend werden, vertelde Rikkerink toen hij in 2022 naast dat restaurant optrad, op het podium van de grootste popzaal van Nederland.

Lees ook

Ongebreidelde vriendelijkheid bij Suzan en Freek

Suzan en Freek tijdens hun concert in de Ziggo Dome.

Hartstochtelijke fanschare

Hun muziek klinkt tijdloos, geproduceerd zonder modieuze toevoegingen, piano en violen omlijsten de teksten. De liedjes gaan over hun liefde, over elkaar stimuleren, over hun gezamenlijke achtergrond. Ze zijn grappig, bijvoorbeeld als Rikkerink zingt: ‘Je zat in de klas vooraan/ Moeilijke achternaam/ Ik dacht: ik geef je die van mij’, in ‘De Helft Van Mij’. Er zijn ook diepgevoelde elementen, zoals in het nummer ‘Andersom Net Zo’, waarin Stortelder zingt, begeleid door sobere akoestische gitaar: ‘Zou best willen vragen wat vaker te praten/ Of wordt het dan te groot?’. Het staat op het recente album Iemand Van Vroeger, uit hun trouwjaar 2023.

Met hun performance lijken ze voor velen de scherpe kantjes van het leven te halen. En dat gebeurt door zowel de onbevangen stijl van zingen als door hun persoonlijkheden die onopgesmukt en uitnodigend zijn. Het levert ze een hartstochtelijke fanschare op.

De liedjes schreven ze veelal samen met sterproducer Arno Krabman (ook bekend van producties voor S10, Claude en Snelle). Sinds 2018 hadden ze hits zoals ‘Als Het Avond Is’, ‘Slapeloosheid’ en het nieuwste ‘Batterij’. Voor het album Dromen In Kleur kregen ze in 2022 een Edison voor Beste Album. Afgelopen Koningsdag voerden Suzan & Freek in Doetinchem hun hit ‘De Overkant’ live uit voor de Koninklijke familie. Het lied is een liefdesbetuiging aan de Achterhoek: ‘Hier is geluk nog heel gewoon/ En de lucht verdomd schoon’. En met een knipoog: ‘Als je carrière maken wil/ Dan hoef je niet te blijven hier’.

In het bericht over Rikkerinks ziekte liet het tweetal, dat eind dit jaar hun eerste kind verwacht, weten dat ze alle professionele bezigheden stoppen en zich vanaf nu concentreren op hun privéleven.


Tv-recensie | Soms is het beter om ruiterlijk toe te geven dat je fout zat

‘Ík?” Nels wenkbrauwen gingen verbaasd omhoog en toen weer bedachtzaam omlaag; haar grijsblauwe ogen schoten van links naar rechts. Ze hield haar hand op haar borst en zei zonder woorden: vertrouw mij. Vertrouw alléén mij. „Neee”, zuchtte ze na die veelbetekenende stilte. „De buurman draait het nu om.”

Gedraaid wordt er altijd in De rijdende rechter (Omroep MAX). Als de betrokkenen het eens waren over waar de schuld lag, zouden ze meester John Reid immers niet hebben opgetrommeld. De buurvrouw zegt te worden geteisterd door de buurman, de buurman zegt dat de buurvrouw liegt en zélf overlast veroorzaakt. Zijn schutting is te hoog, haar tv staat te hard – de klachten zijn vaak varianten op dezelfde thema’s. Eigenlijk zou het programma eens een bevlogen psychoanalyticus moeten inschakelen om het onderliggende gevoel op te graven dat al die thema’s verbindt. Ik gok dat die dan uitkomt op iets als: ruimte innemen. Zien en gezien worden. Maar zo ver zal het niet komen: wegens bezuinigingen op de publieke omroep verdwijnt De rijdende rechter volgend jaar van tv.

Verdrietig nieuws vond ik dat, want ik gebruik het programma graag om mijn mensenkennis te testen. Vaak kom ik tot de conclusie dat beide partijen heel oprecht in hun eigen gelijk geloven, maar er zit wel eens een buur bij wiens intenties je gedurende de aflevering meer en meer gaat wantrouwen. Nel was zo’n geval. Ze hield de airco van buurman Dikran verantwoordelijk voor een hard geluid dat klonk als „dum dum dum” (vandaar de poëtische titel van deze aflevering: ‘Niet in je hum door dum dum dum’) en was boos dat Dikran rookte en soms barbecuede in zijn achtertuin. Dikran wilde gewoon graag met rust worden gelaten in zijn eigen huis en niet langer door Nel worden uitgescholden.

Met engelengeduld stond hij tegenover haar toen Nel tegen presentatrice Mascha de Rooij zei dat ze sinds de eerste opnames voor het programma een hoge schutting in haar tuin had gezet. Maar Dikran vond dat prima, hij ervaarde de laatste twee weken zelf minder hinder van Nel. Hij glimlachte naar haar: „Mooie schutting, trouwens.” Daarop schudde Nel ijzig zwijgend haar hoofd, armen over elkaar geslagen, terwijl ze direct oogcontant bleef maken met haar buurman. „Meneer geeft u een compliment”, probeerde De Rooij. „Ik zit daar niet op te wachten”, zei Nel. Verder had het programma sinds die eerste opnames een andere buurman gesproken: Henk, die meende dat Nel („een hele lastige tante”) al drie gezinnen had weggepest. Waarop Nel wederom reageerde met: „Ík?”

Pijlwagen

Soms is je imago er bij gebaat als je gewoon ruiterlijk toegeeft dat je fout zat. Neem Tom Waes: vorig jaar stapte de Vlaamse tv-persoonlijkheid dronken en gordelloos in zijn auto en reed hij tegen een pijlwagen aan. Nu maakt hij een excuusronde door talkshows om te redden wat er nog te redden valt (een contract bij zowel de VRT als de NPO). Dinsdag zat hij bij Eva (AvroTros), nadat hij maandag begripvol was geïnterviewd bij VRT Canvas. ‘Tom Waes moet ook in Nederland door het stof, en daar zijn ze harder dan hier’, kopte De Standaard verwachtingsvol. In de praktijk viel dat redelijk mee. Jinek speelde haar strenge rol met verve en benadrukte hoe onverantwoord Waes had gehandeld, maar je kunt een man niet meer neertrappen als hij zelf al op zijn rug is gaan liggen. Of hij daar ligt als onderdeel van een pr-strategie of uit oprechte spijt weet alleen Tom Waes – en misschien meester John Reid, wiens mensenkennis na bijna tien jaar burenruzies oplossen buitensporig goed ontwikkeld moet zijn.

Waes zal het echt nóóit meer doen, beloofde hij Jinek. Die bleef sceptisch kijken. Bijna net zo sceptisch als ik keek aan het eind van de aflevering van De rijdende rechter, nadat Reid had geoordeeld dat Dikran geen ‘dum dum dum’-geluiden maakte en Nel haar buurman niet langer mocht belagen. Zou ze zich daar braaf aan houden? „Jaaa”, zei Nel met grote ogen. „Túúrlijk.” Maar haar hoofd schudde alweer van ‘nee’.


Column | Een 6 voor het klimaatexamen

‘Ik heb wel een lamme hand”, zegt Menno Huijs dinsdagmiddag. „Zoveel schrijven ben ik niet meer gewend.” Hij heeft net een uur zitten blokken in de Hal van Honderd, een met marmeren tegels beklede ruimte in het stadhuis van Eindhoven. Tafels uit elkaar, niet spieken, alleen pen en papier op tafel… „Ik kreeg echt een déjà-vu naar mijn eindexamen, een dikke 25 jaar geleden.”

Huijs is een van de duizenden deelnemers aan het Nationaal Klimaatexamen, dat tussen 15 en 30 mei plaatsvindt op 120 locaties in heel Nederland. Bij de gemeente Eindhoven deden dinsdag zo’n dertig medewerkers mee. Onder wie Huijs, die zich als programmadirecteur klimaat & energie onder andere bezighoudt met CO2-reductie in de stad: „Ons doel is om in 2030 55 procent minder uit te stoten dan in 1990. We proberen ook meer bewustwording te creëren, daar past dit examen mooi bij.”

Vijfendertig vragen, weinig multiple choice – tijd om álle vragen te beantwoorden was er niet, zegt zijn collega Saskia van Hulten. „Veel rekenwerk met terajoules en percentages. En dat allemaal zonder rekenmachine.” Huijs bekent schoorvoetend dat hij z’n smartphone een paar keer heeft gebruikt. „Alléén als rekenmachine hoor, niet om te spieken.”

Dat er geen cijfers zijn uitgedeeld vindt hij jammer. „Ik had een competitief element best leuk gevonden. Desondanks heb ik m’n stinkende best gedaan..”

Omdat het examen tot 30 mei kan worden gemaakt, blijven de vragen nu nog geheim. Of vooruit, één bonusvraag (goed voor maar liefst 40 punten) kunnen de deelnemers wel delen. „De opdracht was om een brief aan jezelf of je kinderen te schrijven, voor over 10 jaar, waarin je ook deelt wat je zélf allemaal hebt gedaan voor het klimaat”, vertelt Roelof Admiraal, sectorsecretaris economie & cultuur bij de gemeente. „Ik ben recent overgestapt naar een milieuvriendelijkere bank, dat is een begin. En ik gebruik de herbruikbare waterfles die ik kreeg toen ik hier in dienst kwam.” Van Hulten schreef een brief waarin ze haar kinderen een gezonde toekomst toewenst. „Maar eigenlijk richtte ik hem aan álle kinderen van de stad. Met klimaatverandering vrees ik dat sociale verschillen nog schrijnender worden. Dan wonen sommige kinderen straks in een goed geïsoleerd huis, terwijl het bij klasgenootjes thuis ’s zomers te heet wordt om huiswerk te maken.”

Aan de TU Eindhoven konden geïnteresseerden – hoogleraren, studenten, medewerkers, mensen van buitenaf – het examen een week eerder al doen, op 19 mei. Nee, ze hebben niet stiekem de vragen verklapt aan de gemeente, zegt duurzaamheidscoördinator Erwin Kerkhof in het Atlas-gebouw („In 2019, tijdens de opening, bleek dit het meest duurzame universiteitsgebouw ter wereld!”). Op de begane grond is een speciale Green Room, met onder andere een stoel van gerecycled plastic, mycelium en ‘zeewierhout’. „Vorige week, tijdens onze jaarlijkse Green Week, hebben we hier een kledingruil georganiseerd. Ook gaf een ecoloog rondleidingen over de campus, en konden mensen meedoen met het klimaatexamen.” Zelf deed hij als organisator niet mee. „Ik had de antwoorden stiekem al ingezien toen ik de examens printte.” Op duurzaam papier, uiteraard.

Op beide locaties kon na afloop worden nagepraat. Van Hulten denkt dat ze „misschien een 7” zou hebben gehaald. Huijs geeft zich een 6. „Met de hakken over de sloot.”

Anke Langelaan, persvoorlichter sustainability & health aan de TU Eindhoven, vreest dat ze zou zijn gezakt. „En dan zitten klimaat en duurzaamheid nog wel in mijn portefeuille. Maar bij de rekenvragen brak het koude zweet me uit.”

Toch is ook zij positief over het examen. „Ik heb nu geleerd waar mijn blinde vlekken zitten, op klimaatgebied. En dat is me nog meer waard dan een voldoende.”

Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.


Wat vindt NRC | Politieke rivalen in Suriname moeten over eigen schaduw springen

Abun wroko mus go doro, „het goede werk moet doorgaan” – dat was de verkiezingsleus van de Surinaamse VHP, de partij van president Chan Santokhi. Of dat gaat lukken, is de vraag. De Surinaamse kiezers hebben zijn Vooruitstrevende Hervormings Partij een flinke tik gegeven. Zoals het er nu uitziet moet de partij de eerste positie in het parlement zelfs afstaan aan de grote rivaal, de NDP, opgericht door wijlen ex-president en oud-legerleider Bouterse.

De uitslag is een tegenvaller voor de zittende president, die bij zijn aantreden beloofde Suriname uit het slop te trekken na tien jaar NDP-bewind. Het Surinaamse politieke landschap blijft verdeeld in twee grote blokken, met daarnaast de oude regeringspartij NPS en de marron-partij ABOP van Ronnie Brunswijk.

Slechte communicatie speelde de regering parten, net als een reeks affaires, de fors gestegen kosten van levensonderhoud en een crisis in de gezondheidszorg. Santokhi verdient lof dat hij de economie van het land heeft gestabiliseerd, met hulp van het IMF. Maar de prijs was hoog: bezuinigingen, schrappen van subsidies en een inflatie van vijftig procent. De NDP, nu geleid door oud-parlementariër Jenny Simons, heeft daarvan geprofiteerd.

En er kwamen schandalen. Santokhi benoemde zijn echtgenote bij het cruciale Staatsolie (naar eigen zeggen omdat hij daar iemand nodig had die hij blind kon vertrouwen). Er was rumoer over vriendjespolitiek bij aanbestedingen en over dubieuze uitgifte van grond, dat laatste vooral door coalitiepartner ABOP. In de corruptieperceptie-index van Transparency International stond Suriname in 2020 op een droevige plek 94, na vier jaar Santokhi was dat met plek 88 (met Kazachstan en Noord-Macedonië) niet veel beter.

Toch is de vergelijking met de eerdere corruptie onder de NDP scheef. Het nepotisme van Santokhi, hoe laakbaar ook, verbleekt bij het grootschalige plunderen van de staatskas door Bouterse en zijn vertrouwelingen – om wie ook altijd een zweem hing van intimidatie en geweld.

Tegelijk waren deze verkiezingen een test voor het nieuwe kiesstelsel, dat het oude districtenstelsel heeft vervangen. Elke stem telt nu even zwaar. Verwacht werd dat dit de NDP, populair in het dunbevolkte binnenland, op verlies zou komen staan ten gunste van de VHP. Het pakte anders uit, een teken hoe breed het ongenoegen is.

Behalve onbehagen heerst ook ongeduld, nu de economische kansen voor Suriname eindelijk lijken te keren. Vanaf 2028 kan het land tientallen miljarden aan olie-inkomsten tegemoetzien. Dat wekt hoge verwachtingen en legt een hypotheek op de Surinaamse politiek, die mismanagement en zelfverrijking door een elite moet zien te voorkomen.

De verkiezingsuitslag maakt dat er niet eenvoudiger op. Aartsrivalen VHP en NDP lijken tot elkaar veroordeeld. Bij samenwerking – op zichzelf wenselijker dan een pandemonium door bij elkaar gesprokkelde coalities met kleinere partijen – zouden beide over lange schaduwen moeten springen. En dan is er de brisante kwestie van de keuze van een nieuwe president. De gunfactor is gering, mede door de getroebleerde voorgeschiedenis en persoonlijke verhoudingen.

Bovendien, voor de olie begint te stromen moeten nog drie jaren worden overbrugd. Het IMF concludeerde recent dat de Surinaamse economie nu „sterker en veerkrachtiger” is, maar waarschuwde ook dat het land „snel instituties [moet] versterken om de risico’s van corruptie te mitigeren’’. Dat wordt de grote opgave voor elke nieuwe Surinaams regering.


Wat vindt NRC | De samenleving blijft onvoorbereid op AI, zo blijkt weer nu Meta openbare berichten gaat gebruiken

Alle openbare berichten en foto’s die mensen ooit hebben geplaatst op Facebook en Instagram worden vanaf deze dinsdag door moederbedrijf Meta gebruikt voor het trainen van kunstmatige intelligentie. Hoewel gebruikers daar tijdens het posten geen toestemming voor hebben gegeven, kan Meta door een aanpassing van de voorwaarden die toestemming alsnog verkrijgen. Hierdoor leert Meta zijn AI „om culturen en gebruiken van Europeanen beter te begrijpen”, schreef het bedrijf in een persbericht. Wat het bedrijf daarmee precies bedoelt, en hoe ze er geld mee willen gaan verdienen, vertelde het er niet bij. Maar oprichter Mark Zuckerberg droomt wel hardop van een wereld waarin digitale assistenten de rol van ‘coach, psycholoog of zelfs liefdespartner’ kunnen spelen.

Zelfs voor mensen die deze droom delen zou dan toch de vraag moeten opkomen: mag Meta dit zomaar op deze manier doen? Ja, dat mag blijkbaar, want hoewel privacytoezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zich wel geroepen zag tot een opvallende campagne om mensen te wijzen op de opt-out-mogelijkheid, ziet het verder geen mogelijkheden om op te treden. De toezichthouder van Ierland, waar Meta zijn internationale hoofdkantoor heeft, is immers verantwoordelijk. De Ierse toezichthouder, vaker rekkelijk, vindt de wijziging van de voorwaarden prima – na beloftes van Meta over bijvoorbeeld een extra ‘filter’ om gegevens te strippen van persoonskenmerken voordat die de trainingsmodellen ingaan.

Maar er zijn veel redenen waarom dit helemaal niet prima is, zowel principieel als meer praktisch. Onder technologie-experts is bijvoorbeeld veel consensus over dat zo’n filter vrijwel niet te handhaven is in de context van AI-modellen. Die ontdekken en genereren namelijk zelfstandig patronen in grote hoeveelheden data, en die patronen zijn niet of vrijwel niet te herleiden tot specifieke invoer. Als Meta straks toch allerlei gevoelige persoonsgegevens blijkt te hebben, is niet of nauwelijks na te gaan of dat kwam doordat het dit filter toevallig te soepel had ingesteld of dat het de data elders verzamelde.

De kwestie legt nog maar eens bloot hoe onvoorbereid de samenleving is op AI. En met Mark Zuckerberg op de eerste rij bij de inauguratie van Donald Trump hoeft niemand illusies te hebben over de vermenging van politiek en big tech. Het laat ook zien hoe selectief de publieke aandacht is verdeeld. Nu de bezwaren gaan over privé-foto’s en -berichten op Insta, klinkt gelukkig al luider protest dan bij eerdere gevallen waarbij muziek, foto’s, kunstwerken of artikelen van professionele makers ongevraagd en zonder toestemming werden gevoerd aan AI-modellen om ze te trainen. De leercurve, bij zowel burgers als beleidsmakers, moet steiler.

Grote techbedrijven, veelal Amerikaans of Chinees, hebben zich met hun internetplatforms in het hart van Europese samenlevingen gepositioneerd, en gebruiken die positie nu voor het trainen van een krachtige en onvoorspelbare technologie waarbij steeds nadrukkelijker de vraag opkomt: wiens belang dient die? Welke maatschappij helpt die creëren? Welke alternatieven zijn er nog?

Vorige week klonk in een opiniestuk in NRC een pleidooi voor een nationale AI-strategie en een Nederlandse AI-top; om te voorkomen dat Nederland zo achter de feiten blijft aanhobbelen. Dat zou niets te vroeg zijn en daarbij horen zeker kwesties over privacy en burgerrechten – blijkt wederom.


Actrice Mia Threapleton breekt door met hoofdrol in nieuwe Wes Anderson-film: ‘Zijn wereld is als een diorama’

Ze lijkt op haar moeder Kate Winslet, de 24-jarige Mia Threapleton. Ze gebruikt de achternaam van haar vader Jim, een assistent-regisseur met wie Winslet van 1998 tot 2001 getrouwd was. Zo ga je ook minder snel door voor nepobaby.

Toch is daar geen ontkomen aan; zo besloot de modepers in Cannes dat haar groene jurk met gouden bloemen op de rode loper een ode was aan Winslets jurk bij het Oscargala van Titanic in 1998. Maar dat moment op de rode loper moet nog komen als ik haar in het Marriott spreek over haar hoofdrol als novice Liesl in Wes Andersons jongste stijlexercitie The Phoenician Scheme. Liesl rookt pijp en slaat een drankje niet af; haar vader, de louche grootkapitalist Zsa-zsa Korda (Benicio del Toro), benoemt haar tot zijn enige erfgenaam als rivalen, bureaucraten en zijn eigen broer een neokoloniaal megaproject van tunnel, stuwdam en spoorweg trachten te saboteren.

Moeder Winslet gaf haar geen specifiek advies mee voor Cannes, zegt Threapleton. „Maar dat zou ongetwijfeld zijn: blijf kalm. Dat is meestal haar advies.” Ze zag in haar jeugd weinig filmsets, zegt ze. „Als ik meemocht, was dat een bijzonder uitje.” Niet dat Winslet haar voor een acteercarrière wilde behoeden. „Maar ze hield werk en privé liever gescheiden, en daar ben ik nu blij mee. Want zo leer ik mijn eigen lessen en gaat het om míjn filmervaringen en prestaties. Dat voelt best goed.”

Wel maakte ze als dertienjarige haar filmdebuut in A Little Chaos, waarin Kate Winslet als tuinarchitect Sabine de Barra helpt om Versailles aan te leggen – regisseur was Alan Rickman, die ook zonnekoning Lodewijk XIV speelde.

Haar hoofdrol in de nieuwe Wes Anderson is een doorbraak: Threapletons filmresumé beperkte zich tot een tiental bijrollen en één grote rol in de postapocalyptische psychothriller Shadows in 2020.

Mia Threapleton (r) als novice Liesl Beeld TPS Productions/Focus

Benicio del Toro

Met Wes Anderson kwam ze via haar agent in contact. „Hij vroeg om een selftape zonder informatie over de rol, behalve dat hij ‘een jong meisje’ zocht. De scène kwam niet uit zijn script, maar dat is normaal.” Bij de eerste auditie mocht ze drie kwartier van tevoren een paar pagina’s van het script lezen om dat te spelen. Toen ontmoette ze Wes Anderson zelf. „Dat was heerlijk, hij is heel relaxed. Gewoon wat praten. En daarna nodigde hij me per mail uit nog wat scènes te proberen. En daarna: zou je een screentest willen doen met Benicio del Toro? Toen daalde het pas echt in. Oké, wow. Dit is het kaliber mensen met wie ik straks misschien werk.”

Del Toro vertelt in Cannes dat Threapleton hem strak bleef aankijken zonder met haar ogen te knipperen toen hij haar intens aanstaarde. Toen beseften hij en Wes Anderson dat ze Liesl kon spelen. Klein maar taai, in staat haar eigen vader te weerstreven. Threapleton: „Na die auditie mocht ik eindelijk het hele script lezen, zij het op een versleutelde, tijdelijke file.”

De serieuze rollen van The Phoenician Scheme zijn voor Threapleton, Del Toro en Michael Cera als entomoloog en dubbelspion Bjorn. De rest van Hollywoods A-lijst kwam weer voor minimumloon langs bij Filmstudio Babelsberg in Potsdam voor rolletjes van een minuut, of van tien minuten: Willem Dafoe, Bill Murray als God, Benedict Cumberbatch, Mathieu Amalric, Tom Hanks, Charlotte Gainsbourg, Bryan Cranston. Voor de gezelligheid of om Andersons sets te bewonderen. Threapleton vergaapte zich aan de creaties van „de geniale” setdesigner Adam Stockhausen. „Er was een enorme tunnel met spoor en trein die via slimme perspectieftrucs zo groot als een voetbalveld leek. Verbazingwekkend.”

Hoe was het om te acteren voor Wes Anderson? Moet alles niet minimaal? „Mensen denken dat hij vooraf alles al heeft uitgewerkt, maar hij streeft op zijn manier juist naar naturalisme en vraagt je scènes op allerlei manieren te doen. Hij experimenteert en exploreert en je eindigt vaak met iets heel anders dan dat je verwachtte. Op een zeker moment – de zesde scène geloof ik – stond ik tussen twee takes met mijn handen op mijn heupen en kwam Wes’ gezicht opeens achter de monitor vandaan. ‘Ho, niet bewegen, precies zo blijven staan.’ Dat moment zit in de film.” Al ben je inderdaad ook een pop in een enorm poppenhuis, erkent ze. „Het is als een diorama: de hele wereld is tot in detail ontworpen. Je hoeft er alleen maar binnen te stappen.”


Column | Dick Schoof en Mark Rutte staan naast elkaar op het podium

Dick Schoof staat naast Mark Rutte op het podium, in de perszaal van het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, vorige week woensdagmiddag. Hij is bijna elf maanden premier, Rutte was dat dertien jaar en acht maanden. In de tijd dat Rutte premier was, was Schoof topambtenaar op het ministerie van Justitie. Bij een crisis als de MH17 werkte Schoof ook voor hém.

De Amerikaanse oud-hoogleraar psychologie Robert Cialdini schreef in zijn boek Influence over het beïnvloedingsprincipe ‘autoriteit’: mensen hebben de neiging om iemand te vertrouwen van wie ze denken dat-ie kennis en ervaring heeft. Je kunt autoriteit ook ‘lenen’ door naast iemand te staan die overkomt als een expert.

Maar niet, denk ik in Brussel, als het publiek jou met die ander vergelijkt.

Rutte glimlacht en knikt naar journalisten. Schoof niet. Hij houdt de katheder stevig vast, toch is vanaf de eerste rij te zien dat zijn handen trillen. De persconferentie is in het Engels, Rutte somt op wat Nederland doet voor de NAVO, Nederland is een gewéldige bondgenoot. Zoals eerder die dag Tsjechië een geweldige bondgenoot was. Toen stond de Tsjechische president Petr Pavel op het podium.

Schoof heeft zijn hoofd naar Rutte gedraaid, maar zijn ogen dwalen af: soms omhoog, dan weer omlaag. Zijn eigen tekst leest hij daarna te snel voor, hij kijkt bijna niet om zich heen. Ook de zin waarin hij Rutte persoonlijk aanspreekt, over een fietstocht in Ruttes hometown Den Haag waar in juni de NAVO-top is, leest hij voor van papier. „Als je daar nog tijd voor hebt, Mark. Dan kun je zien dat de logistieke voorbereiding prima verloopt.” Rutte knikt en glimlacht.

Op donderdagmiddag is Schoof in de Tweede Kamer voor een debat over stikstof, dat hij samen doet met minister van Landbouw Femke Wiersma van BBB. Net voordat het begint, staat hij in de zaal bij BBB’er Caroline van der Plas, Thom van Campen van de VVD en Jeanet Nijhof van de PVV. Ze vertellen hem over het stikstofdebat in februari. Na afloop hadden ze met z’n allen karaoke gedaan in het café van Nieuwspoort, ook Femke Wiersma en BBB-staatssecretaris Jean Rummenie. „Als we vanavond vóór acht uur klaar zijn”, zegt Schoof, „doe ik mee”.

Het debat had spannend kunnen zijn voor zijn kabinet. BBB’ers hebben hem laten weten dat ze de harde kritiek van VVD en NSC op ‘hun’ minister Wiersma niet langer accepteren. Maar voordat het begint, weet Schoof al dat VVD en NSC hun toon zullen matigen, ze willen geen kabinetscrisis over landbouw.

Hij leest zijn tekst rustiger voor dan de vorige dag in Brussel, hij kijkt wél op. De Kamerleden die over stikstof gaan, mogen zes keer bij de microfoon een interruptie doen. Die gebruiken ze bijna allemaal op aan hém. Door de ogen van Robert Cialdini zou je kunnen zeggen: de Tweede Kamer vindt Schoof belangrijker, Femke Wiersma ontleent autoriteit aan hém.

Het ziet er alleen niet uit alsof Wiersma dat zelf ook denkt. Ze zit naast Schoof, die als eerste spreekt. Ze kijkt naar hem, strak en geconcentreerd. Schoof is voorzitter van een ministeriële commissie over stikstof, maar al snel blijkt wat Wiersma vast allang wist: hij weet er weinig van. Zíj is de expert.

Het is wel Schoof die in de pauze Donald Trump aan de telefoon heeft. Die belooft hem om naar de NAVO-top te komen. In zijn persconferentie op vrijdag zegt Schoof dat er „iets van vertrouwelijkheid, althans bekendheid” is tussen hem en Trump. Ze hebben elkaar al een keer of drie ontmoet, ook al toen Schoof nog topambtenaar was. Hij was met Rutte meegegaan naar het Witte Huis.

Daar is een foto van: Schoof naast Trump.

Uit het debat van donderdagavond komt weinig nieuws. Het enige wat aandacht trekt: Schoof zegt dat hij niet wist dat het stikstofprobleem zó ingewikkeld was. „Ik heb het onderschat.”

Ze zijn om half elf klaar. In Nieuwspoort is géén karaoke.

Petra de Koning doet elke dinsdag verslag over de Haagse politiek. ([email protected])


Tv-recensie | Bij SBS6 is er altijd wel wat zendtijd over een verse Peter Gillis-quote

Peter Gillis vindt niet dat Peter Gillis schuldig is. Je hoeft geen Massa is Kassa-kijker te zijn om dat te weten, want de laatste nieuwtjes over de „hatseflats”-roepende vakantieparkenmagnaat zijn ook te volgen via andere mediakanalen; vooral nu Gillis zo veel rechtszaken aan z’n broek heeft. Die broek bleef trouwens niet altijd aan tijdens de tweede aflevering van het nieuwe seizoen van zijn realityprogramma – daar kom ik later op terug (dat zeg ik als waarschuwing, maar de perverselingen onder ons mogen het ook als belofte interpreteren).

Eerst nog even over die andere kanalen. Ik heb het dan over een breed scala aan kranten, nieuwssites en tv-zenders, maar de meeste aandacht lijkt Gillis toch wel te genieten bij SBS6. Vooral aan de desk van Shownieuws is men erg begaan met zijn wel en wee en vormt iedere nieuwe ontwikkeling in de rechtbank aanleiding tot een nabespreking met roddelkoning Evert Santegoeds, misdaaddeskundige Bram Moszkowicz en nog een hoop andere allesweters. Die vele items worden dan online verspreid, met als gevolg dat als je nu online zoekt naar Peter Gillis, je een schijnbaar eindeloze hoeveelheid Shownieuws-clipjes te zien krijgt met titels als ‘Enorme opsteker voor Peter Gillis’, ‘Enorme tegenvaller voor Peter Gillis’ en ‘Enorme ravage op voormalig vakantiepark Peter Gillis’.

Het is moeilijk om door al die enorme bomen het bos nog te zien, maar in het kort komt het hierop neer: ex Nicole Kremers deed aangifte van mishandeling en wil een geheimhoudingsplicht van tafel hebben, Peter Gillis wil dat Nicol Kremers hem 2,3 miljoen euro betaalt omdat ze voornoemde geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden en de rechter wil intussen dat Peter Gillis twaalf maanden de bak indraait (waarvan zes voorwaardelijk) voor belastingfraude.

Dat wil Peter Gillis dan weer niet, omdat – en nu val ik in herhaling – Peter Gillis niet vindt dat Peter Gillis schuldig is. Hij heeft dan ook besloten om in hoger beroep te gaan, en zolang er nog hoger beroep mogelijk is ziet producent Talpa (eigendom van John de Mol) geen reden om Gillis’ realityprogramma van de buis te halen. En dus is er sinds twee weken gewoon een nieuw seizoen van Massa is Kassa te volgen, elke vrijdag op SBS6. Daardoor kan de zender naast snippets uit Shownieuws nu ook weer snippets uit Gillis’ eigen programma verspreiden op de socials en kun je sinds dit weekend bijvoorbeeld een clipje vinden met de titel: ‘Rechter is PISLINK! Gaat PETER achter de TRALIES?’ Ervaren SBS6-kijkers weten meteen: hier wordt ethisch verantwoorde televisie gemaakt.

Bekende materie

Dat diezelfde kijker al op de hoogte is van het oordeel van de rechter omdat dat dus uitgebreid is doorgenomen in een ander SBS6-programma, maakt overigens niet dat Massa is Kassa alleen bekende materie bevat. Zonder dit nieuwe seizoen had ik bijvoorbeeld nooit geweten dat Gillis voor hij naar de rechtbank vertrekt in zijn blote pens blijft wachten tot zijn nieuwe vriendin, Wendy van Hout, voor hem beslist wat voor kleren hij vandaag aanmoet. Zij is ook degene die hem zijn sokken aantrekt, zijn teennagels knipt en de puistjes op zijn kale hoofd uitknijpt, en op dit punt kan ik vrees ik niet langer verbergen dat ik achteraf toch een beetje spijt heb dat ik zo’n aanzienlijk deel van mijn weekend heb doorgebracht met een Peter Gillis-deep dive, maar gedane zaken nemen geen keer.

Anders dan de kijker heeft Gillis zelf in aflevering twee nog vertrouwen dat de rechter hem onschuldig zal bevinden. Na zijn rechtbankuitje zie je hem een nieuwsgierige cameraploeg te woord staan. De plopkap van de microfoon die hij onder zijn neus geduwd krijgt is lichtblauw, met een witte zes erop: het logo van SBS6, waar er altijd wel wat zendtijd over is voor een verse Gillis-quote. Schuldig, niet schuldig… wat maakt het eigenlijk uit? Het levert allebei clipjes op.


Wat vindt NRC | Er is te weinig ouderenhuisvesting. Dat vraagt om een snelle uitvoering van bouwplannen

Nederland kampt met een woningtekort en vergrijst. Die combinatie gaat de komende jaren voor een serieuze uitdaging zorgen. Waar gaan de ouderen wonen die naarmate de jaren vorderen meer hulp nodig hebben? In ieder geval niet in een ‘bejaardentehuis’, als het aan henzelf ligt. Slechts 8 procent van de thuiswonende ouderen wil verhuizen naar een verzorgingshuis zodra ze meer zorg en ondersteuning nodig hebben, bleek namelijk vorige week uit een enquête van ouderenbond ANBO-PCOB.

Een op de drie ouderen wil het liefst thuis blijven wonen en een groter beroep doen op de thuiszorg. Van de 65-plussers die wél willen verhuizen bij een verslechterende gezondheid verkiest liefst 90 procent een zelfstandig appartement met eigen voordeursleutel in een woonzorgcomplex voor senioren waar de zorg langskomt op afspraak. Het verzorgingshuis zoals dat bestond tot de overheid in 2013 besloot ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, spreekt de huidige 65-plussers niet langer aan.

Privacy, autonomie en keuzevrijheid waren er schaars. Voor de generatie die opgroeide na de Tweede Wereldoorlog – de zogenoemde babyboomers – zijn dit echter vanzelfsprekende pijlers van hun bestaan. Het is dan ook te begrijpen dat het regime van een traditioneel verzorgingstehuis voor hen geen wenkend perspectief is, al was het maar omdat sommigen misschien geen prettige herinneringen hebben aan het verblijf van hun eigen ouders in zo’n instelling.

Dat laat onverlet dat het voor een aantal senioren op een gegeven moment niet meer mogelijk zal zijn om in het oude, vertrouwde huis te blijven wonen, terwijl ze er ook niet zo slecht aan toe zullen zijn dat opname in een verpleeghuis noodzakelijk is. Voor deze mensen moet dus voldoende woonruimte beschikbaar zijn.

Met de bouw van ouderenwoningen schiet het echter niet op, concludeerde de Rekenkamer vorige week. Het kabinet wil tot en met 2030 290.000 ouderenwoningen bouwen, maar dat streven wordt waarschijnlijk niet gehaald. Het is nog niet gelukt om landelijke afspraken te maken tussen het Rijk, gemeenten, marktpartijen, corporaties en zorginstellingen. Individuele plannen van gemeentes zijn er wel, maar zelfs als ze allemaal doorgaan, leveren die niet meer dan 186.000 nieuwe woningen op.

Het kabinet denkt daarom serieus na over de terugkeer van de tien jaar geleden opgedoekte verzorgingshuizen. Minister van Volksgezondheid Fleur Agema (PVV) diende daartoe al in 2023 als Kamerlid een initiatiefwetsvoorstel in. De sluiting van deze woonvorm noemde ze „een vergissing” gezien de vergrijzing en de groeiende wachtlijst voor verpleeghuizen. Deze zomer verschijnt er een verkennende studie.

Uit de enquête van de ANBO-PCOB blijkt dus echter dat de meeste potentiële bewoners van zo’n instelling weinig trek hebben om er hun tenten op te slaan. Toch is het verstandig dat het kabinet de voor- en nadelen van het traditionele verzorgingstehuis nog eens op een rijtje zet, waarbij ook het personeelstekort in de zorg in de analyse wordt meegenomen.

In 2030 zijn er ruim twee miljoen mensen van 75 jaar of ouder. Dat zij zo lang mogelijk op zichzelf blijven wonen is een lofwaardig streven, maar de zorg staat onder druk, net zoals de woningmarkt. Voldoende ouderenwoningen zijn hard nodig, in welke vorm dan ook. Laat het kabinet daarom haast maken met het uitvoeren van bouwplannen – oude en nieuwe.


Column | De natuur wordt steeds slimmer

Mountainbikes staan stuur aan stuur met elektrische fietsen. Op het parkeerterrein klinkt uit een trailer gehinnik. De paden, routes en tracks van de Loonse en Drunense Duinen, restant van een prehistorische zandverstuiving, vormen met de appelpunten en kroketten van De Rustende Jager sinds jaar en dag een onweerstaanbare combinatie.

Het is een gewone maandagmiddag, maar de zon schijnt en ook op zulke dagen is het rond de pleisterplaats dan altijd druk. Hoe druk? Deze maandag waren het 1.334 bezoekers, met een piek om 11.00 uur ’s ochtends. In de hele maand mei tot en met die maandag waren het er precies 29.271. Oké, misschien iets meer, maar die hadden dan geen mobieltje bij zich, of geen app open staan die locatiegegevens deelt.

De organisatie achter VisitBrabant, vrijetijdsmerk van de provincie, lanceerde in april Wandelstarter. Die site toont op een kaart 218 startpunten van bewegwijzerde wandelroutes met een lengte van maximaal 10 kilometer en parkeergelegenheid. „Selecteer een opstappunt en ga onbezorgd op pad!”

Alleen doen veel mensen dat helemaal niet, zegt projectleider Fabio Tat (39) op het terras van De Rustende Jager. Hij klapt zijn laptop open, klikt op een kaart, waarna vanuit alle hoeken dikke en dunnere pijlen neerdalen op de Loonse en Drunense Duinen. „Wij weten waar jouw smartphone slaapt”, zegt hij. Uit de omliggende gemeenten Tilburg, Oisterwijk en Loon op Zand komen de dikste pijlen, maar Rotterdam zit ook in de toptien.

„Op zondagochtend bedenken ze bij het ontbijt dat ze een wandelingetje willen maken, bereiden zich niet voor en rijden dan naar iets wat ze al kennen”, zegt Tat. „Dichter bij Tilburg heb je bijvoorbeeld het nieuw ontwikkelde Landschap Pauwels. Daar kun je ook prachtig wandelen, maar veel mensen weten het nog niet. De Drunense Duinen mogen wel wat minder druk en naar Pauwels wil je juist meer mensen sturen. De kunst wordt om hun vaste patronen te doorbreken.”

Hoe? Vooralsnog door gewenste, bezoekluwe opstappunten „aan te bevelen”. Maar het kan ook door te drukke punten „op rood te zetten of helemaal niet meer te tonen”. Dan verandert nudging, een subtiel duwtje in de gewenste richting, in crowd control, althans voor wie de moeite neemt om op Wandelstarter te kijken. Volgens Tat is dat nog niet aan de orde, ook omdat het project nog in de pilotfase zit.

Verkeersstromen managen via geanonimiseerde locatiegevens is niets nieuws. Routeplanners en navigatiesystemen maken er al lang gebruik van. In coronatijd hebben overheden er veel ervaring mee opgedaan bij het vormgeven van de anderhalvemetersamenleving (en het beheersen van rellen).

Argaleo in ’s Hertogenbosch, verwerker van de locatiedata achter Wandelstarter, is in die tijd groot geworden. Nu levert het bedrijf ook wat het noemt Digital Twins aan steden. Zo’n ‘digitale tweeling’ visualiseert in real-time bezoekersstromen en knelpunten. In Maastricht loopt zo’n dubbelganger mee „om de binnenstad nog aantrekkelijker te maken voor investeerders in commercieel vastgoed”.

Van ‘smart cities’ naar ‘smart nature’ is een kleine stap. Ook andere Europese landen experimenteren ermee. Wie alleen een frisse neus komt halen, moet zich realiseren dat hij ook dan een bundeltje data is. Maar niet overal. Zo geloofde schrijver en wandelaar John Jansen van Galen lang dat je in Nederland niet kunt verdwalen. Tot die keer in het hart van de Loonse en Drunense Duinen, waar „golvende zandwoestenijen, begrensd door dennenbossen waarachter nieuwe zandvlakten gapen, allemaal op elkaar lijken.” En hij geen bereik had.

Hans Steketee doet elke maandag ergens vanuit Nederland verslag.