Opinie | Dat er een ‘veilig midden’ zou zijn in de politiek, is een illusie

Waar moet het heen met de democratie? Wat ooit de kroon was op de westerse beschaving lijkt nu het verwaarloosde decor te worden van een demagogisch circus. Er is veel gebeurd sinds de dag van mijn geboorte in 1982, toen de racistische politicus Hans Janmaat voor het eerst de Tweede Kamer betrad. Wat volgde was een periode van gebeuk tegen de dijken van de rechtsstaat, die na meerdere rechts-populistische golven nu wereldwijd worden doorbroken.

De opkomst van het rechts-populisme kan niet worden afgedaan als louter irrationeel. Maar het gevolg is dat wel. Golf na golf erodeerde een sociale orde gestoeld op regels en feiten. De rationaliteit loste als het ware op in de onmiddellijkheid van de emotie en de wil. Alles wat je niet zinde werd verdacht. Er vormde zich een politiek van wantrouwen die ons collectieve vermogen afkalfde om processen en tendensen te benoemen voordat die hun onmiskenbare eindpunt bereiken. Zo werd wijzen op de glijdende schaal van autoritaire politiek of het onbewoonbaar worden van de aarde de zoveelste mening in een steeds uitzinniger circus.

De voorlopige eindstand is een amalgaam van rechts-radicaal-extremisme dat aan de knoppen zit in vele democratieën. Van land tot land varieert het smaakje, overal is een eigen nationalistische saus. Zo ook in Nederland, waar de rechts-radicalen onder leiding van Wilders en zijn roedel „gekken” de macht bij de kuiten grepen. Inmiddels is het kabinet-Schoof ook aan hen ten prooi gevallen. Een blik over de landsgrenzen leert dat daarmee het dieptepunt voor de Lage Landen nog verre van bereikt is, en tegelijk hoe hard het kan gaan.

Op wereldschaal wordt de rules-based order afgebroken, terwijl genocide en massa-extinctie aanhoudend worden gefaciliteerd, ook door Nederland. De polder zakt onderwijl weg in PFAS, microplastics en stront. Lachende derden zijn de rijksten der aarde en hun multinationale cash cows. Ondanks alle afbreuk van de rechtsstaat (en vaker dan we willen toegeven dankzij) draaien de grote bedrijven en de financiële holdings erachter op volle toeren. Met diezelfde snelheid ondergraven ze de andere pijlers van een open samenleving, economische solidariteit en ecologische integriteit.

Alsof dat allemaal niet erg genoeg was passeren we, bijna tien jaar na de beloftes van het Akkoord van Parijs, de ‘veilige bovengrens’ van 1,5 °C verhitting. De temperatuur op aarde stijgt nu met een angstaanjagende 0,4 graden per decennium. Kantelpunten komen in zicht. Voor hen die de wetenschappers nog kunnen verstaan is de conclusie onverbiddelijk: we hebben nog pakweg tien jaar voordat de fysieke en maatschappelijke grenzen van aanpassing in zicht komen, en daarmee de integriteit van onze samenleving als geheel.

De redelijkheid en de matiging

Te midden van al dit geweld, deze chaos en deze onzekerheid is het niet verrassend dat veel politici en bestuurders kiezen voor de redelijkheid en de matiging, voor een politiek van het midden. Met bezorgde blik wordt gewaarschuwd voor polarisatie, voor versplintering en „extremisten aan linker- en rechterzijde”. Daarop volgt het welwillende aanbod de rol te pakken van de scheidsrechter, manager, pastoor. Men zal de soep niet te heet opdienen zodat eenieder ervan kan genieten. Het is een geruststellend gebaar dat ons zoogdierenbrein bekoort. In het knorren van de kudde klinkt immers de belofte van veiligheid.

Tegenover de wilde onderbuik van de populisten presenteren deze herders het midden als een magische stip, een fabelachtig windstiltegebied, een stabiel punt waarin de redelijkheid zichzelf herkent. Het midden is neutraal; daar vertoeft de stille meerderheid en daar kan ‘politics as usual’, de politiek van de normaalheid, met zijn „realistische maatregelen en deugdelijke wetgeving” doorgaan.

In de kudde is middenpolitiek geen recept voor doorpakken maar voor dralen

Maar wiens realisme is dat precies, en welke deugdelijkheid? Is het politieke midden wel een veilige haven in deze tijd?

Na vier populistische golven is het duidelijk dat de middenstip alles behalve vaststaat. Het politieke speelveld blijkt een kudde in beweging. Vanuit de kudde turen wij, groepsdieren, met grote ogen over een steeds onherbergzamere savanne. Daarin is het midden geen punt maar een pijl, die de richting aangeeft van onze collectieve ‘safe space’. Waar de kudde gaat, daar volgt het midden.

Uit de belofte van een stabiel midden spreekt bovenal het nostalgische verlangen om de politieke kudde bij elkaar te houden in de oude groef, begeleid door het sleetse refrein van ‘TINA’ (there is no alternative). Het is de groef van een naoorlogs, technocratisch verbond dat zijn beste tijd heeft gehad en zonder veel verzet aan stukken gereten wordt door de wolven die wél snappen hoe de groep beweegt.

Zoogdieren

De mens blijkt niet hét politieke dier, zoals Aristoteles beweerde, eerder andersom: onze politiek is die van zoogdieren. Deze nederige constatering lijkt voor de technocratische erfgenamen van het rationalisme veel minder behapbaar dan voor de nihilistische mystici op rechts.

Wat zij met hun roofdierinstincten goed aanvoelen is dat bij een groep de richting aan de flanken wordt ingezet. Daar heb je geen meerderheid voor nodig, laat recente wetenschap naar sociale kantelpunten zien. Een richtinggevende minderheid van zo’n 20 à 30 procent krijgt de groep (en dus het midden) in beweging. Deze dynamiek weerspreekt de individualistische gedachte dat kiezers koersen op een innerlijk kompas waarvan politici slechts de spreekbuis zijn. Politicologen hebben aangetoond hoe radicaal-rechtse opvattingen juist worden aangewakkerd door elites. Middenpartijen die meegaan met, bijvoorbeeld, anti-immigratie-retoriek vissen echter achter het net: op verkiezingsdag blijkt hun schijnbeweging zich telkens te vertalen naar winst voor rechts-radicalen.

In de kudde is middenpolitiek geen recept voor doorpakken maar voor dralen. Zeker wanneer gevaar dreigt wordt het midden van de kudde een plek voor ‘milling’, oftewel: vertwijfeld ronddraaien, proberen bij elkaar te checken wat er buiten gebeurt en vooral veel tobben. Ondanks al het gemekker kan de middenpolitiek niet anders dan de kudde volgen, en daarmee vormt het een zeker gevaar. Voor je het weet sta je midden in een schuimbekkende meute, opgejaagd door de wolven. Welk onzalig pad de kudde ook inslaat, het midden beweegt mee.

De Verenigde Staten zijn sinds enkele maanden een proeftuin voor de gevolgen van deze meegaandheid, onder politici maar ook bij universiteitsbesturen, redacties en anderen met een publieke taak. Plots staan ze met hun redelijkheid halverwege een totalitair project. Instituties dralen, flotteren, sommigen capituleren. Hun weifelen en meebuigen – in tegenstelling tot duidelijk richting inzetten – kan de hele kudde demoraliseren, schreven drie politicologen onlangs in NRC: „Als de meest bevoorrechte mensen en organisaties niet willen of kunnen opkomen voor de democratie, wat verwachten we dan van de gewone burger?”

Universiteitsbestuurders

In de VS wordt het logische gevolg zichtbaar van wat ook in Nederland speelt. Weliswaar is de kudde hier nog niet zo ver van huis, maar de middelmatigheid waarmee bijvoorbeeld universiteitsbestuurders zich opstellen ten opzichte van hun banden met Israëls genocide en met de fossiele industrie, en de repressie tegen bewegingen voor democratisering en dekolonisatie, tekenen wat er in het verschiet ligt.

Onlangs besloot mijn Universiteit Utrecht dat ze de banden niet gaat verbreken met Israëlische instellingen die aantoonbaar bijdragen aan de volkerenmoord in Gaza. Eerder werd na lang beraad besloten de fossiele banden niet te verbreken, op aanraden van een commissie die voor de helft belang had bij die uitkomst.

Van een duidelijke koers moeten bestuurders niks weten; het midden zal standhouden. Daarvoor worden feiten en rechten verfrommeld in ambtelijke taal, men verschuilt zich achter procedures, onderzoeken en commissies. Het resultaat is geen verandering, het resultaat is meer van hetzelfde.

In tijden van oorlog en klimaatontwrichting zitten we met een angstige kudde aan zee. Die is in de ban van het gehuil van de wolven, het nationalisme en de ontkenning. Onze gewezen leiders drommen sussend naar het midden van de groep, weegschaal in de hand. We weten waar hun balanceer-act, het dralen toe leidt: de kudde dendert voort richting een onmiskenbare afgrond.

Lees ook

Chris Julien, de denker van Extinction Rebellion, gaat gebukt onder de feiten

Chris Julien (lichtblauw shirt)  tijdens de Midzomernachtviering in Science Park  Amsterdam. „Wij zeggen  tegen het universiteitsbestuur: laat de schaarse groene ruimte nu eens open. En kijk wat er dan gebeurt.”

Op een doodzieke planeet weten we dat het allemaal een andere kant op moet. Hoe we eten, hoe we ons voortbewegen, hoe we wonen, wat we verwachten van de toekomst en van elkaar – het moet allemaal op de schop. Willen we in dit tijdsgewricht een schijn van kans maken, dan zullen onze leiders moeten erkennen dat de noodzakelijke verandering niet vanuit het midden komt, maar vanuit de flanken. Daar zit de visie en de energie die de weegschaal niet uitbalanceert, maar kan doen omslaan, om andere paden mogelijk te maken en het midden mee te nemen. Politici, bestuurders en wij allemaal moeten onze moed en energie bijeenrapen en daarop inzetten: niet schuilen in de kudde maar koers zetten in een steeds chaotischer wereld, als een pijl naar een leefbare toekomst.


Wat vindt NRC | IKON-vonnis is gerechtigheid, maar dat maakt van El Salvador nog geen voorbeeldige rechtsstaat

Het heeft weliswaar 43 jaar moeten duren, maar het valt toe te juichen dat een rechter in El Salvador de geruchtmakende moorden op vier IKON-journalisten, in 1982, alsnog heeft bestraft. Een rechtbankjury oordeelde dinsdag unaniem dat een voormalig kolonel, minister van Defensie en politiechef destijds de dodelijke legerhinderlaag hielpen leggen, waarin het Nederlandse viertal stierf toen het verslag deed van de burgeroorlog in het Midden-Amerikaanse land.

Voor de nabestaanden van Hans ter Laag, Koos Koster, Jan Kuiper en Joop Willemsen sluit dit vonnis een decennialange strijd voor gerechtigdheid af. Gedurende de slepende rechtsgang zijn andere verdachten overleden en twee van de drie hoogbejaarde veroordeelden zullen als negentigers niet meer de cel indraaien, terwijl een derde zich al jaren in de VS verschuilt. Maar dankzij dit vonnis gaan zij tenminste wel als veroordeelde moordenaars het graf in.

Dat zo een einde is gekomen aan de schrijnende straffeloosheid in deze zaak, maakt van El Salvador nog geen voorbeeldige rechtsstaat. Integendeel: juist de laatste jaren is het land afgegleden van een gemankeerde democratie naar een autoritair geleide politiestaat onder leiding van een man die zichzelf als „’s werelds coolste dictator” aanprijst.

Nayib Bukele is president sinds mei 2019 en in die zes jaar zette hij eerst zowel de wetgevende als de rechtsprekende macht naar zijn hand. Vervolgens riep hij in de strijd tegen bendegeweld een al drie jaar durende noodtoestand uit. Hieronder zijn tienduizenden mensen vastgezet, met amper toegang tot de rechter. In strijd met de grondwet ging hij begin 2024 op voor een tweede termijn, die hij op overtuigende wijze won: veel Salvadoranen waarderen de herwonnen veiligheid in wat jarenlang het land met het hoogste moordcijfer ter wereld was.

Dit Bukele-model – minder burgerlijke vrijheden in ruil voor veiligheid – maakt sindsdien school in het door criminaliteit geteisterde Latijns-Amerika. In de hele regio zeggen burgers „iemand als Bukele” te willen en beloven politici zijn aanpak te kopiëren en bendeleden ook massaal op te sluiten in extra beveiligde megagevangenissen.

Ook Donald Trump herkende de aantrekkingskracht van die belofte. Kort na zijn aantreden sloot zijn regering een akkoord om bijna driehonderd migranten uit te zetten naar El Salvador. Hoewel van lang niet allemaal vaststaat dat zij bendeleden zijn, zoals Washington beweert, belandden zij in Bukeles omstreden Cecot-gevang. Beelden van hun deportatie en detentie dienden als propagandamateriaal.

De veiligheid waarmee Bukele internationaal sier maakt, is in werkelijkheid het resultaat van een schimmige deal. Zijn bewind gooide het op een heimelijk akkoordje met de top van de belangrijkste bendes. In ruil voor persoonlijke vrijgeleides, kwamen deze leiders niet in opstand toen hun voetsoldaten massaal werden opgepakt.

De bendes in El Salvador zijn een directe erfenis van het gewapend conflict waarvan de IKON-ploeg destijds verslag deed. Bukele heeft slechts een façade van veiligheid opgetrokken en de hele bevolking tot gevangene gemaakt. Zonder mij, dreigt hij, zal het geweld zó terugkeren. Mensenrechtenactivisten of journalisten die de keerzijden van dit beleid belichten, worden het land uitgejaagd of vervolgd. Hoewel El Salvador niet meer in de internationale belangstelling staat zoals tijdens de Koude Oorlog, verdient dat onrecht meer aandacht.


Bij voetbalclub Real Sranang koppen de pupillen toch al nooit

Als een vader de bal voor de training tien meter de lucht in schiet, laat Anouar die eerst even rustig stuiteren. „Kop jij wel eens?”, vraagt zijn moeder Nadia omdat NRC dat graag wil weten. „Alleen tijdens de wedstrijd”, zegt Anouar, met een fris opgeschoren koppie na een kappersbezoek. En hij rent het veld weer op. „Dat koppie heb je nog nodig, hè”, zegt zijn moeder. „Rekenen kan hij ook goed.”

Bij de training donderdag van de Onder-8 pupillen van de Amsterdamse voetbalclub Real Sranang is de conclusie van de Gezondheidsraad zeker niet het gesprek van de namiddag. Koppen verhoogt de kans op hersenletsel en specifiek bij kinderen is waakzaamheid geboden. Enkele ouders aan de zijlijn op sportpark Middenmeer hebben het gezien in het nieuws. Maar koppen deden hun kinderen van rond de acht jaar toch al niet.

Lees ook

Het staat nu écht vast: koppen bij voetbal verhoogt de kans op dementie. Treft de KNVB ook maatregelen?

Een totaalverbod op kopballen zou drie op de vijf gevallen van dementie onder oud-profvoetballers kunnen voorkomen. Foto Maurice van Steen

Anouar, Thomas en Damine zijn allemaal al gescout door jeugdopleidingen van profclubs. Wie weet hoe ver ze het zullen schoppen. Als het aan de huidige richtlijnen van de KNVB ligt, zullen ze gaandeweg leren koppen. De voetbalbond is voorstander van beperking, maar ook van leren hoe je technisch beheerst een bal kopt.

‘Afschaffen’

De vraag is hoe de Sportraad Nederland het onderzoek van de Gezondheidsraad vertaalt naar een advies aan de overheid. Hersenprofessor Erik Scherder, lid van dit adviesorgaan, wil aan de telefoon niets toelichten. „Het zou niet goed zijn als ik daar nu tussendoor iets over ga zeggen.”

„Voor mijn part schaffen ze koppen af”, zegt Onder 8-trainer Germain Beudeker van de club in Amsterdam-Oost. „Of dat je het alleen bij de profs en hogere amateurs houdt. Het is een spelletje, toch?” Hij was er zelf ook niet goed in, koppen. „Het mocht niet van mijn moeder, die had al in de gaten dat het niet goed voor je is.” Hoe dan? „Ik denk door boksverhalen. Zie wat er gebeurd is met Muhammad Ali.” De bokslegende leed sinds de jaren tachtig aan Parkinson, voor hij overleed in 2016.

Onder-8 pupillen van de Amsterdamse voetbalclub Real Sranang koppen eigenlijk nooit.

Foto’s Olivier Middendorp

Ouders langs de lijn maken wel degelijk onderscheid tussen voetbal en boksen of kickboksen. „Dat is wel even een tandje heftiger”, zegt Mark de Goede. „Zag je dat?”, zegt hij als voetballertje Thomas een hoge bal aan zich voorbij laat gaan. Moeder Morgana zag het ook. „Hij kon koppen, maar koos ervoor om dat niet te doen.” Zij legt uit hoe Thomas afgelopen oktober, „het was winterkoud”, een bal hard op zijn hoofd kreeg. Nog steeds vindt hij het spannend, vermoeden zijn ouders.

Ahmed Chalile, de vader van Damine, maakt zich geen zorgen. Zijn zoon is een handig dribbelaartje, die na een stage bij Feyenoord volgend seizoen instroomt in de jeugdopleiding in Rotterdam. Het ziet er niet naar uit dat hij een veelkoppende spits wordt of een bonkige verdediger die heerst in het luchtruim. „Ik zou wel waakzaam zijn als hij ineens veel kopduels aan moet gaan”, zegt Chalile. Maar alle jeugdopleidingen zijn gebonden aan de KNVB-richtlijnen, weet hij.

Drie keer per uur

Van trainer Germain mogen de pupillen drie keer per uur koppen. Maar in de praktijk koppen ze „nooit”, zegt hij. Natuurlijk, hoe ouder en sterker spelertjes worden, hoe vaker de bal de lucht in gaat. „Ze mogen ook gewoon de handen voor hun hoofd houden”, zegt Anouars moeder Nadia, die liever haar achternaam niet in de krant wil. „Af en toe hoor je dan een hele serieuze ertussen die dan roept: hands!”

Je moet wel met je kop in het zand hebben gezeten als je nu nog van deze conclusies schrikt

André Bonvanie
voorzitter voetbalclub Zeeburgia

Buurclub Zeeburgia, ook op sportpark Middenmeer, is een nog grotere kweekvijver van talent. Ook hier wordt niet specifiek op koppen getraind in de jeugd. Verzorgd voetbal staat voorop, hoge ballen horen daar eigenlijk niet bij, zegt voorzitter André Bonvanie aan de telefoon. En hoekschoppen dan? „Daarbij train je op scoren, op positioneren. Niet specifiek op koppen.”

Dat de Gezondheidsraad nu eerdere onderzoeken op een rij heeft gezet, maakt op hem niet veel indruk. „Jij en ik zijn verloren”, zegt Bonvanie „Maar spelers die nu worden opgeleid, trainen al anders. Iedereen vindt het nu weer even spannend, wij niet. En je moet wel met je kop in het zand hebben gezeten als je nu nog van deze conclusies schrikt.”

Lees ook

Kopballen verbieden: spelersvakbond is voor, sportartsen nog niet

Wout Holverda (midden) in een kopduel met doelman Joop Hiele in de eredivisiewedstrijd Sparta-Feyenoord in november 1983. Foto Voetbal International


Alleen de mannen spelen in de veelbekeken avonduren op Roland Garros

Het is sinds drie jaar iedere keer weer punt van discussie tijdens Roland Garros: de ongelijke verdeling tussen mannen- en vrouwenwedstrijden in de avonduren. Dit jaar is er niet één vrouwenpartij gespeeld in het tijdslot dat het populairst is bij kijkers, zowel op de tribune als op televisie. Speelsters spreken van seksisme, terwijl de toernooiorganisatoren zeggen te handelen vanuit „gezond verstand”.

Sinds het Parijse grandslamtoernooi een miljoenencontract tekende met streaminggigant Amazon Prime Video, worden de avondsessies exclusief uitgezonden door de Amerikaanse streamingdienst. Alle wedstrijden overdag zijn gratis te zien bij de Franse publieke omroep. Ook voor de toeschouwers op het park zijn de late partijen exclusief, er is een apart toegangsbewijs voor nodig.

Sinds 2021, het jaar dat de avondsessies werden geïntroduceerd, zijn er 55 avondwedstrijden gespeeld: op vier na allemaal mannenpartijen. De organisatie prijst de avondsessies steevast aan als de leukste en spannendste wedstrijden van het toernooi.

Wedstrijdschema

Op Roland Garros zijn drie grote stadions: Philippe Chatrier, het grootste, Suzanne Lenglen en Simonne Mathieu. Op elk van die banen worden in de eerste rondes vier wedstrijden uit het enkelspel gespeeld: twee mannenwedstrijden en twee vrouwenwedstrijden. Alleen het centercourt (Philippe Chatrier) is het toneel van de avondpartijen, die beginnen om kwart over acht ’s avonds.

De manvrouwverdeling is niet alleen ongelijk als het gaat om de avondwedstrijden, ook in de openingspartijen speelt dit probleem. Aan het begin van een speeldag zijn de stadions doorgaans minder goed gevuld, publiek druppelt in de loop van de dag binnen. De afgelopen vijf jaar zijn er 55 openingswedstrijden gespeeld. Daarvan zijn er 53 door vrouwen gespeeld.

„Het is best ironisch”, vindt de Tunesische tennisster Ons Jabeur, voormalig nummer twee van de wereld. „Ze laten vrouwentennis niet zien, en vervolgens zeggen ze: ‘ja, maar men kijkt vooral naar de mannen.’ Ja, natuurlijk kijkt men meer naar mannentennis, want dat wordt ook meer uitgezonden.”

De nummer 1 van de wereld, Aryna Sabalenka is ook kritisch op de toernooiorganisatie. De Wit-Russische zei in de persconferentie na haar kwartfinale tegen de Chinese Qinwen Zheng dat vrouwen „een gelijke behandeling” verdienen. „Er waren zoveel geweldige wedstrijden die leuk waren geweest om te zien als avondwedstrijd. […] Ik ben het er absoluut mee eens dat we het verdienen om op een groter podium te spelen. Met een betere timing en meer toeschouwers.”

De Amerikaanse Coco Gauff (nummer twee op de wereldranglijst) houdt zich ook niet stil: „We produceren tennis van een hoge kwaliteit.” Ze haalt een avondwedstrijd aan die ze speelde tijdens de US Open, die zou worden gevolgd door een wedstrijd van Novak Djokovic, een van de beste tennissers aller tijden. „Mensen waren bijna net zo enthousiast om mij te zien spelen.”

Jannik Sinner, nummer één bij de mannen, laat in een interview met Sky Sports weten dat er al veel gelijkheid is in het tennis: „evenveel prijzengeld” en „evenveel wedstrijden op de grote banen.” Wat betreft het avondschema houdt hij zich op de oppervlakte: „Ik maak het schema niet, dus ik kan daar geen commentaar op geven.”

‘Common sense’

Amelie Mauresmo, toernooidirecteur van Roland Garros en voormalig nummer één op de wereldranglijst, zei in 2022 nog dat mannenwedstrijden „aantrekkelijker en aansprekender” zouden zijn. Later kwam zij daar op terug.

Afgelopen vrijdag wees ze de beschuldiging dat vrouwentennis als minderwaardig wordt gezien resoluut van de hand. „Er wordt slechts gekeken naar welke partij het aantrekkelijkst is voor de fans”, stelde ze. Dat de keuze vaker op een mannenpartij valt, is volgens haar logisch: de mannen spelen om drie gewonnen sets, vrouwen slechts om twee. Een mannenwedstrijd duurt gemiddeld dus een stuk langer. Fans betalen voor één enkele wedstrijd, en zouden liever een langere partij zien.

Een veel geopperde oplossing voor dit probleem is de mogelijkheid om twee partijen te programmeren tijdens de avondsessie, die dan eerder zou moeten beginnen. De Australian Open en de US Open doen het al op deze manier. Mauresmo wees deze mogelijkheid af: „Parijzenaren komen uit werk naar Roland Garros en kunnen niet eerder arriveren, als wedstrijden eerder beginnen zijn de tribunes leeg.”

Mats Wilander, oud-tennisser en nu werkzaam als presentator bij Eurosport, opperde in 2023 al een oplossing: als je wil dat de toeschouwers meer tennis te zien krijgen, plan dan een wedstrijd uit het gemengd dubbel in na de vrouwenwedstrijd in de avond. Die wedstrijden zijn doorgaans een stuk korter, dus eerder beginnen zou dan niet hoeven. Met die suggestie is voor zover bekend nooit iets gebeurd.

Een andere optie is dat ook de vrouwen in de toekomst om drie gewonnen sets gaan spelen. Twee jaar geleden vertelde Mauresmo nog aan The Daily Telegraph dat ze zelf graag een best-of-five-finale had gespeeld. En als dat iets aan het vrouwentennis zou toevoegen, wil ze dat als toernooidirecteur „zeker overwegen”. Maar ook met deze optie is tot nu toe niks gedaan.


De trainer van nu moet een voetbalfreak zijn, maar dat heeft een keerzijde

„We zochten een voetbalfreak in de goede zin van het woord, iemand die 24 uur per dag met zijn vak bezig is en niks aan het toeval overlaat. Op alles voorbereid, dag in, dag uit.” Aan het woord is de technisch directeur van Ajax, die uitlegt waarom hij voor John Heitinga heeft gekozen als nieuwe hoofdtrainer van de Amsterdamse club.

Ajax maakte vorige week bekend dat Heitinga de opvolger is van Francesco Farioli, de Italiaanse trainer die eveneens bekendstaat om zijn bezetenheid met het spel. Farioli begon zijn werkdagen vroeg in de ochtend, en vertrok soms pas tegen middernacht. Over de Italiaan werd gezegd dat hij bijna obsessief bezig was met het trainersvak, zoals ook opgaat voor coaches als Arne Slot (Liverpool) en Erik ten Hag (Bayer Leverkusen).

Trainers die de klok rond werken, zijn populair in het hedendaagse voetbal. Werkethos, perfectionisme en gedrevenheid zijn belangrijk, vakidioten worden geprezen, en die ontwikkeling lijkt een keerzijde te hebben. Donderdag blijkt uit onderzoek van belangenvereniging Coaches Betaald Voetbal (CBV) dat veel trainers, directeuren en scouts gebukt gaan onder de hoge werkdruk.

In het onderzoek werden 165 (hoofd)trainers, technisch directeuren en scouts gevraagd naar hun ervaringen. Van hen schat 67 procent de werkdruk als ‘hoog’ of ‘heel hoog’ in en 35 procent wil daar meer ondersteuning bij, bijvoorbeeld ‘mentale hulp’. Uit het CBV-onderzoek blijkt dat werkdruk in het betaald voetbal ‘altijd en overal’ aanwezig is, vooral bij jonge en nieuwe werknemers.

Lees ook

Ajax-coach Francesco Farioli: ‘Ik ben vooral bezig niet te falen’

Ajax-coach Francesco Farioli: ‘Ik ben vooral bezig niet te falen’

Grote staf rondom spelersgroep

Niet alleen spelersselecties, ook de groep specialisten daaromheen is de afgelopen jaren gegroeid. Oranje-bondscoach Louis van Gaal nam naar het WK in 2014 liefst 37 stafleden mee: naast assistent-trainers ook inspanningsfysiologen, fysiotherapeuten, koks, video- en data-analisten. Elk detail kan cruciaal zijn, stelde Van Gaal. Die gedachte is nu ook in het clubvoetbal vaak leidend – en dus worden steeds meer specialisten ingevlogen.

Maar hoewel de personele ondersteuning van trainers is gegroeid, ervaren zij nog altijd zeer lange werkdagen met „weinig rustmomenten en een uitgebreid takenpakket”. Het zijn enkele oorzaken die in het onderzoek naar voren komen voor de hoge werkdruk. Gevolgen zijn volgens de onderzoekers gevoelens van stress, vermoeidheid en burn-outklachten.

Eenmaal thuisgekomen, kunnen trainers hun werk maar moeilijk loslaten. Go Ahead Eagles-trainer Paul Simonis vertelde tegen De Stentor dat hij in het begin van het afgelopen seizoen, dat de club beroerd was begonnen, tot diep in de nacht wedstrijden zat te analyseren. Om vier uur ’s ochtends haalde zijn vriendin hem van de bank en ging hij eindelijk naar bed.

Ook oud-profvoetballers ervaren druk

Recent kondigde Arnold Bruggink, technisch directeur bij FC Twente, zijn afscheid aan omdat de werkzaamheden hem fysiek opbraken. In april deed collega Paul Bosvelt een stap terug bij Go Ahead Eagles. „Als technisch manager ben je 24 uur per dag, zeven dagen per week bezig. Ik wil wat gas terugnemen”, aldus Bosvelt.

Zowel Bosvelt als Bruggink viel het werk in een directie zwaar – en dat terwijl ze als oud-spelers de hectiek en druk van de voetbalwereld al kenden. Ervaring als voetballer biedt geen enkele garantie op een stressvrij bestaan als trainer of directeur.

Klaas-Jan Huntelaar kreeg in 2018, toen hij nog voetbalde, de vraag of de de druk en kritiek binnen de voetbalwereld hem nooit irriteerden. „Nooit”, antwoordde hij. Snel na zijn spelersloopbaan werd Huntelaar technisch manager bij Ajax. Binnen een paar jaar kreeg hij last van mentale gezondheidsklachten. Sinds 2023 zit hij thuis. De druk op het veld bleek toch anders dan die van de directiekamer.

Zo zijn er meer voorbeelden van spelers die ogenschijnlijk ontspannen presteerden in een vol stadion, maar onder hoogspanning kwamen te staan in hun nieuwe rol langs het veld.

Als talentvolle spits groeide Marco van Basten uit tot één van de beste spelers van zijn generatie. Jaren later werd hij trainer, op een veel lager niveau dan hij als voetballer gewend was. Desondanks vraten de hoge druk en stress aan Van Basten, die in 2014 stopt als hoofdtrainer bij AZ. Hij erkende vol opluchting dat hij niet langer eindverantwoordelijk was voor de prestaties van de Alkmaarse club.

Alex Pastoor, ook oud-prof, nam het destijds over Van Basten. In de jaren daarna bleef Pastoor trainer, tot vorig jaar april. „Ik ben iemand die enorm van voetbal houdt, die daar volledig in opgaat en ook rücksichtslos is”, zei hij. Het werk eiste vooral privé zijn tol en dus stopte hij als hoofdcoach. „Mijn gezin is eraan gewend dat ik ergens eerder wegga of dat ik überhaupt niet kom.”

Lees ook

Marco van Basten: ‘Ik verwacht door een stap terug van meer waarde te kunnen zijn’

Marco van Basten. Foto AZ

<dmt-util-bar article="4895900" data-paywall-belowarticle headline="De trainer van nu moet een voetbalfreak zijn, maar dat heeft een keerzijde” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/06/05/de-trainer-van-nu-moet-een-voetbalfreak-zijn-maar-dat-heeft-een-keerzijde-a4895900″>

Opinie | Het poldermodel werkt niet meer, Nederland is onbestuurbaar geworden

Na de aftocht van het kabinet-Schoof is de chaos compleet. Dit kabinet heeft werkelijk niets voor elkaar gekregen en gaat de boeken in als één van de slechtste kabinetten ooit. Op geen enkel belangrijk dossier is voortgang geboekt, het kabinet heeft slechts gezorgd voor stilstand. En dat in een historische periode die noopt tot hervorming: van de arbeidsmarkt, het woningtekort, het stikstofdossier, de digitale infrastructuur, de waterinfrastructuur, de zorg, etc.

Wie uitzoomt en boven de tijd gaat hangen, ziet dat deze kabinetsval geen incident is, maar een structureel verschijnsel. Van de laatste acht kabinetten zijn er zeven voortijdig gevallen. Het kabinet Schoof viel binnen een jaar, de kabinetten Rutte I, III en IV vielen voortijdig, evenals de kabinetten Balkenende I, II en IV. Alleen het kabinet-Rutte II overleefde de regeringsperiode, maar veroorzaakte veel onvrede onder burgers met zijn kille, technocratische bestuursstijl.

De laatste 25 jaar zijn op veel transitiedossiers nauwelijks vorderingen gemaakt. Zo bestaat het stikstofdossier al veertig jaar en had het allang opgelost geweest als het tijdig was aangepakt. Dat geldt eveneens voor de netcongestie die de energietransitie hindert, wat experts twintig jaar geleden al zagen aankomen. Of de hervorming van de arbeidsmarkt, die geketend is aan wetgeving uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Of de hervorming van de landbouw die stelselmatig is tegengewerkt door de machtige landbouwlobby. Maar pseudo-oplossingen worden in no-time onderdeel van hardnekkige problemen, die daardoor als een boemerang in uitvergrote vorm terugkomen op de politiek-bestuurlijke agenda.

Dit is de politiek-bestuurlijke paradox: naarmate de urgentie en complexiteit van de transitie-opgaven toeneemt, neemt het politiek-bestuurlijk onvermogen toe om die opgaven adequaat aan te pakken.

Op zoek naar consensus

Hoe komt dat nu, zult u zich afvragen? Wel, het is een combinatie van factoren. Een belangrijke factor is de dominante participatievorm. Bij systeemveranderingen vallen wij steeds weer terug op het poldermodel, waarbij de gestaalde macht aan tafel zit op zoek naar consensus. Maar bij hervormingen zijn juist scherpe, pijnlijke keuzes nodig om doorbraken te creëren, en dat kan niet via een breed draagvlak, maar wel vanuit een smal en diep draagvlak dat stap voor stap breder wordt. Met doorbraakcoalities, partijen die willen en kunnen.

Een andere cruciale factor is hindermacht. Er is veel hindermacht in Nederland die een barrière vormt voor noodzakelijke hervormingen. Er is een hecht netwerk van belangengroepen die opkomen voor het belang van hun branche of sector, maar niet zozeer voor het maatschappelijk belang. De oude garde houdt veel vernieuwing tegen en gijzelt Nederland al langere tijd. Een transitie impliceert een machtsverschuiving en gaat onherroepelijk ten koste van de bestaande macht ten faveure van een opkomende macht. Dat verklaart waarom elk breed akkoord, gesloten door de gestaalde macht, zoals het energieakkoord, klimaatakkoord, landbouwakkoord of zorgakkoord, uitmondt in voortmodderen in plaats van hervorming.

Bestuurlijke incompetentie is ook een belangrijke factor. Het kabinet-Schoof ging mank op incompetente ministers die onvoldoende vakkennis hadden en het politieke handwerk niet beheersten. Een voorwaarde voor een succesvol kabinet is dat er bestuurlijk competente ministers in zitten, die daarop zijn geselecteerd.

Inconsistentie van beleid is ook fnuikend voor het vertrouwen van ondernemers en burgers, net als proefballonnetjes die worden verheven tot beleid en veelal mislukken. Ook het gebrek aan doorzettingsmacht is een factor, een fors deel van voorgenomen beleid komt nooit tot uitvoering. En achterhaalde wetten en regels zorgen ook voor transitietraagheid.

Moedige leiders

Hoe kan Nederland uit het slop worden gehaald en weer bestuurbaar worden gemaakt? Wat nodig is, is daadkracht, verbeeldingskracht, moed en leiderschap. We hebben moedige leiders nodig die niet bang zijn voor weerstand. We hebben verbeeldingskracht nodig om Nederland opnieuw ruimtelijk in te richten, met de strijd om de ruimte die nu al losbarst.

Daadkracht, verbeelding, leiderschap zijn het best gewaarborgd in een zakenkabinet

Ik denk dat daadkracht, verbeeldingskracht, moed en leiderschap het beste gewaarborgd zijn in een zakenkabinet. Alleen wordt dat geassocieerd met top-down, technocratisch en kil, daarom noem ik het een themakabinet. Met op elk thema een vakkundige minister die de benodigde kennis en expertise heeft, maar ook de menselijke maat hanteert als norm en in verbinding staat met de samenleving. Deze ministers hoeven geen lid te zijn van een politieke partij, maar komen uit de economie, wetenschap of maatschappelijke organisaties. Formele leiders uit de bovenstroom, als Kim Putters, Robbert Dijkgraaf, Arnoud Boot en Beatrice de Graaf, en informele leiders uit de onderstroom, als Joris Lohman, Claire Boonstra, Kees Klomp en Paul Schenderling. Aangevuld met expert-ministers uit de politiek en een door loting bepaald burgerberaad, zodat de samenleving ook goed vertegenwoordigd is.

Lees ook

De onderstroom als bron van hoop

Beelden uit een langlopende serie over de vader van de fotograaf en zijn leefomgeving in de uiterwaarden rond Ophemert, die regelmatig overstromen.

Zo’n themakabinet zou een mooie mix zijn tussen top-down en bottom-up en tussen politieke en maatschappelijke belangen. Gericht op de lange termijn, gebaseerd op feiten en kennis, maar ook op gevoel en empathie. Hoe mooi zou dat zijn?


Column | Raadsleden gezocht: nieuw beleid kan niet, bezuinigen wel

Het gaat er nog weinig over en dat zal na de kabinetsval voorlopig wel zo blijven. Maar over negen maanden stemt Nederland over grote vragen: blijft het zwembad open of het theater, worden de sportpassen voor arme kinderen geschrapt of de laptops die ze nodig hebben voor school? Niemand wil die keuzes maken, elke lokale politicus die ik erover hoor vreest de volgende raadsperiode. Maar door de bezuinigingen die op gemeenten afkomen zullen ze wel moeten. Wie wil er dan nog de raad in?

Dinsdagavond zitten in de raadzaal van Tiel 22 mensen die dat misschien wel, misschien niet willen. In ieder geval zijn ze geïnteresseerd in de gemeente, daarom zijn ze op de eerste cursusavond over lokale politiek afgekomen. Sommigen hopen uit te vinden waarom alles in de politiek zo tráááág gaat, of zijn gewoon nieuwsgierig hoe het allemaal werkt. De voorzitter van de hengelsportvereniging hoopt te achterhalen hoe hij eindelijk goed viswater kan krijgen. Een andere man mailt al zes maanden met de gemeente over het verhogen van een drempel. Er klinkt gelach. Zes maanden pas? Een paar mensen zeggen: de politiek in, dat lijkt me misschien wel wat.

Het doel van de cursus is niet om nieuwe raadsleden te vinden, zegt cursusleider Susan van Ommen in de pauze, „maar het is wel een subdoel”. Komend jaar moeten tienduizenden mensen zich kandideren voor gemeenteraden, maar zeker in kleine gemeenten loopt het aantal mensen dat wil niet over. Dus organiseren veel gemeenten nu avonden als deze – soms als ‘cursus’, soms als ‘speeddate’ met zittende raadsleden. Werkt dat?

Op de publieke tribune kijken wat Tielse raadsleden toe. Zoals Frank Groen senior van een lokale partij – junior is wethouder namens dezelfde partij – die er niet is om te scouten. „Maar het is wel een mogelijkheid dat mensen op de zeef blijven liggen.” Na de cursus van vorig jaar meldden zich al een paar mensen bij Tielse partijen. En Van Ommen maakte recent elders ook mee dat nog tijdens een cursus drie deelnemers commissielid werden in de gemeenteraad. Maar nogmaals, zegt ze, dat is niet het belangrijkste. Het gaat er vooral om dat mensen door krijgen hóé ze invloed kunnen krijgen, binnen of buiten de raad.

Alleen: hoeveel invloed heeft de gemeente zélf? Ze kunnen met ongeveer tien tot twintig procent van hun begroting eigen beleid maken, blijkt uit onderzoek. De rest van het geld moeten ze van Den Haag aan een bepaalde taak uitvoeren. En doordat gemeenten anders gefinancierd gaan worden, zitten ze vrijwel allemaal in de financiële problemen – de Voorjaarsnota maakte het ‘ravijn’ waarin ze gaan vallen slechts iets minder diep.

De ruimte voor lokale democratie krimpt dan verder. Maar dat de gemeente over weinig gaat? „Smoesjes”, zegt Van Ommen, zelf ex-raadslid in Arnhem, „je gaat over alles”. Volgende week zal ze over het geld gaan doceren. Tiel heeft het geluk het tekort voor volgend jaar te kunnen afdekken uit reserves, maar de raad heeft wel besloten dat er voorlopig geen ruimte is voor nieuw beleid. Ik kan de gedachte niet onderdrukken: waar stem je dan nog voor?

Na de avond praten vier mannen buiten enthousiast door. De mondigste, hij had zich voorgesteld als „nachtburgemeester” en „Facebook-klager, maar wel onder eigen naam”, heeft grote plannen. Een nieuwe bioscoop. Ander parkeerbeleid. Een frisse wind. Misschien, zegt hij, moeten we maar een nieuwe partij gaan oprichten.

Mark Lievisse Adriaanse vervangt deze week Sheila Kamerman.


Boos, verbijsterd en pissig: wanneer moet je als leider je emoties tonen?

Er kwamen veel kwade quotes voorbij toen deze dinsdagochtend het kabinet viel.

– Yesilgöz: „Ik ben verbijsterd en pissig.”

– Van der Plas: „Ik ben heel boos.”

– Van Vroonhoven: „Dit is echt onbegrijpelijk.”

Ik vroeg me af: wanneer moet je als leider kalm blijven en wanneer moet je je gevoelens eruit gooien?

Meestal moet je kalm blijven

Onderzoek naar leiderschap in de werkomgeving laat zien: we vinden het fijn als leidinggevenden extravert zijn, maar we willen ook graag dat ze emotionele stabiliteit tonen. Af en toe een grapje maken of op tafel slaan? Prima. Maar niet te vaak en te hard. Juist als er veel op het spel staat en de stress toeneemt, waarderen we het wanneer leidinggevenden rust en rationaliteit uitstralen. Bijvoorbeeld door niet meteen te reageren, maar eerst te overleggen en dan met een realistisch plan te komen.

Hoe doe je dat?

Of je nu als fractieleider op het Binnenhof werkt of als chef facturatie in Buitenpost, het is als leider belangrijk om te leren je stress te reguleren. Niet alleen omdat dit beter is voor je eigen gezondheid, maar ook omdat onderzoek laat zien dat al te gespannen leidinggevenden een negatieve invloed hebben op de mensen in hun team. Hoe je je stress bestrijdt, kan verschillen. De een mediteert, de ander doet ademhalingsoefeningen, weer anderen voeren diepgaande innerlijke gesprekken met zichzelf. Eigenlijk is het allemaal prima, leert psychologisch onderzoek, zolang het jou helpt om jezelf te kalmeren en de stress de baas te blijven.

Soms moet je emoties tonen

Altijd maar kalm en beheerst is ook maar saai. We waarderen het dan ook best wanneer leidinggevenden af en toe iets van hun emoties laten zien. Maakt het dan nog uit of je verdrietig of blij bent? De Nederlandse bedrijfskundige Merlijn Venus deed onderzoek naar de vraag welke gevoelens leiders het beste kunnen tonen in hun communicatie. Zijn conclusie: het gaat er niet om of die emoties negatief of positief zijn, het gaat erom dat ze passen bij je boodschap. Het uiten van je bezorgdheid bij problemen is dus even effectief als het tonen van je enthousiasme bij kansen.

Maar échte boosheid dan?

Mag een leider ook écht woedend zijn in het openbaar? Psycholoog Marc van Vugt boog zich een aantal jaren geleden over die vraag, naar aanleiding van het gedrag van Geert Wilders. Zijn conclusie: in de regel helpt het niet om je woede publiekelijk te ventileren. Je publiek ervaart dit als een gebrek aan zelfbeheersing. Op één groep na: de mensen die zelf ook kwaad zijn. Boze mensen stemmen op boze politici, aldus Van Vugt. Misschien is het dan ook maar goed dat de partijleiders van VVD, BBB en NSC deze dinsdag wel wat woeste woorden gebruikten, maar intussen toch behoorlijk beheerst overkwamen. Want slechts weinig mensen in hun achterban lijken me écht boos, verbijsterd of pissig over het einde van dit kabinet.

Ben Tiggelaar schrijft wekelijks over persoonlijk leiderschap, werk en management.


Hoe de Democraten het mentale verval van Joe Biden in de doofpot stopten

Joe Biden was compleet de weg kwijt. Tijdens zijn desastreuze debat met Donald Trump, nog geen jaar geleden, oogde de zittende Amerikaanse president niet alleen fysiek gammel. Hij was broos, had holle ogen en zijn mond hing open wanneer hij niet aan het woord was. Zodra hij dat wel was, mompelde hij onverstaanbare en vaak incoherente onzin. Zijn geestelijke aftakeling werd pijnlijk zichtbaar voor de hele wereld. Hoe was het mogelijk dat deze man de Verenigde Staten bestierde? Hoe kon het dat deze 81-jarige dacht nóg vier jaar president te kunnen zijn?

Uit opinieonderzoek bleek al dat kiezers Biden te oud vonden, dat ze sceptisch waren over zijn tweede ronde. Toch stond het grote publiek perplex toen duidelijk werd hoe belabberd de president eraan toe was. Enkele naaste medewerkers, leden van zijn kabinet, Democratische parlementariërs en donateurs waren niet verbaasd. Voor hen was dit geen ontmaskering. Zij hadden hem achter gesloten deuren al vaker zo – en nog erger – gezien. Allemaal zwegen ze daarover, ze „rationaliseerden hun stilte” en waren „medeplichtige handlangers”, schrijven twee prominente Amerikaanse journalisten nu in Original Sin. President Biden’s Decline, Its Cover-Up, and His Disastrous Choice to Run Again. Niemand durfde opa zijn autosleutels af te nemen, terwijl iedereen wist dat hij een gevaar op de weg was.

Lees ook

Lees ook: Terwijl Biden zijn kop in het zand stak, liepen prominente Democraten blindelings het electorale ravijn in

Te lang doen directe medewerkers en zijn familie alsof het prima gaat president Joe Biden (hier in januari van dit jaar). Foto Leigh Vogel/EPA/Pool

Jake Tapper (gezicht van de zender CNN) en Alex Thompson (politiek verslaggever van nieuwssite Axios) zijn erin geslaagd een spectaculair boek te publiceren over de verkiezingen van 2024 waar de naam Donald Trump nauwelijks in voorkomt. Ze wijden ruim driehonderd vlot geschreven en onthullende pagina’s volledig aan het verval van Biden én de doofpot binnen de Democratische Partij. „De erfzonde is Bidens beslissing om te gaan voor herverkiezing – gevolgd door agressieve pogingen zijn cognitieve aftakeling te verbergen.”

Politburo

Original Sin brengt nooit eerder gepubliceerde details aan het licht over hoe krakkemikkig Biden al tijdens de (door de coronapandemie beperkte) verkiezingscampagne van 2020 was. Hoe de juridische problemen van zijn enige nog levende zoon, de drugsverslaafde Hunter, hem vanaf begin 2023 verder mentaal verzwakken. Hoe de president en zijn entourage in de mythe blijven geloven dat alleen hij in staat zou zijn Donald Trump opnieuw te verslaan. Hoe zijn familie en een Politburo van naaste adviseurs zijn aftakeling verborgen houden door ministers en Congresleden bij hem weg te houden. En hoe de steeds verder geïsoleerde president zijn grip op de werkelijkheid verliest.

Tapper en Thompson schetsen dat Biden ook achter de schermen geen gezelschap kan toespreken zonder voor te lezen van een autocue. Hij haalt ministers uit zijn eigen kabinet door elkaar en herkent de acteur George Clooney, een cruciale figuur in Democratische fondsenwerving, niet. Hij is nog slechts in staat om halve dagen te werken en heeft eigenlijk een rolstoel nodig. Een klein gezelschap vertrouwelingen maakt ondertussen de dienst uit. „Vijf mensen bestuurden het land en Joe Biden was op z’n best een senior lid van de raad van bestuur”, aldus een anonieme ingewijde.

De kracht van het boek zit in de reconstructie van Bidens aftakeling, de scènes waarin de mensen om hem heen die bewust negeren, en de paleisintriges. De omertà werd, zo schrijven de journalisten, nog niet doorbroken nadat Biden zich enkele weken na het rampzalige debat toch had teruggetrokken uit de verkiezingsrace. Democraten gingen pas praten nadat zijn vervanger Kamala Harris van Trump had verloren en ze Biden, zijn familieleden en zijn Politburo de schuld van die ramp konden geven.

Tapper en Thompson spraken tweehonderd mensen voor hun boek. Uit vrees voor hun verdere carrière blijven ze bijna allemaal anoniem. De herkomst van de meest schokkende citaten is daarom onduidelijk.

Verwijten

Er is meer kritiek op het boek. Volgens sommige Democraten zou elke journalistieke inspanning nu gericht zou moeten zijn op hoe Donald Trump de Amerikaanse democratie en rechtsstaat afbreekt. Maar om Trumps comeback te kunnen duiden is het belangrijk de zwakte van zijn tegenstanders tot op het bot te ontleden. En het is belangrijk om aan de hand van boeken als deze Bidens presidentschap en nalatenschap te wegen.

Met name Tapper wordt ook verweten dat hij zelf deel uitmaakte van de doofpot en zijn publiek niet vertelde wat hij met eigen ogen zag. De CNN-presentator interviewde Biden een paar keer en leidde het fatale debat, waarover hij nu pas details deelt. Het ongemak van de media toont hoe zwaar gepolariseerd die zijn in de VS. Verslaggeving over Bidens neergang tijdens de campagne, in The Wall Street Journal, werd afgedaan als een rechtse complottheorie. Beelden van Biden die de weg kwijt was als deepfakes.

Lees ook

Lees ook: Het lukt de Democraten niet eensgezind op te trekken tegen Trump

De Democratische afgevaardigde Jill Tokuda, in roze, houdt een protestbord omhoog tijdens de toespraak van Donald Trump in het Congres.

De auteurs zijn er niet in geslaagd te achterhalen wat Bidens eigen gedachtegang was – of wat daarvan over was. Tapper en Thompson geven wel erg veel ruimte aan de eenzijdige interpretaties van verschillende partijprominenten die denken dat hun druk op de president, na het debat, uiteindelijk doorslaggevend is geweest voor zijn terugtrekking. Ook bieden ze een schare aan Democraten, wier relevantie niet altijd duidelijk wordt, ruim gelegenheid om hun eigen straatjes schoon te vegen. Zo worden in het boek ook nog conflicten uitgevochten over het migratiebeleid onder Biden.

Toch komt niemand er echt goed vanaf. Original Sin is een boek zonder helden. Maar met een heldere groep schurken. Er wordt vooral veel geprojecteerd op de familieleden van Biden, zijn vrouw en zoon voorop, en zijn meest loyale medewerkers, die alleen maar hun eigenbelang zouden hebben nagestreefd. First lady Jill Biden wordt afgeschilderd als een ijdele Lady Macbeth. Hunter als manipulator die zijn vader emotioneel chanteert. De leden van het Politburo – Mike Donilon, Steve Ricchetti, Bruce Reed en in mindere mate Ron Klain, Annie Tomasini en Anthony Bernal (ook in de VS geen bekende namen) – kunnen op geen enkel begrip rekenen. Er zijn geen grijstinten in hun karakters.

De erfzonde is voor de meeste Democraten onvergeeflijk omdat Bidens hoogmoed Trump juist terug in het zadel hielp. In het boek wordt afgerekend met de mensen die actief Bidens toestand verborgen. Maar de last van de zonde wordt vrijwel exclusief afgeschoven op degenen die met de oud-president uit de politiek zijn verdwenen.

Actieve prominenten

Zo blijven nog actieve partijprominenten ongeschonden. Leden van het Huis van Afgevaardigden werden pas dapper toen na het debat hun eigen herverkiezing kwetsbaar werd en hun geldschieters zuiniger. Democratische senatoren spraken zich pas tegen Biden uit toen hun meerderheid op het spel stond.

Uit het boek wordt duidelijk dat Biden, ondanks zijn wetgevende successen, de geschiedenis ingaat als een gefaalde president die zijn eigen partij de vernieling in hielp omdat hij zijn ouderdom ontkende. Thompson en Tapper beloven in het voorwoord dat hun reconstructie lessen biedt over „cognitieve dissonantie, groepsdenken, moed, lafheid en patriottisme”. Daarmee lijken ze te verwijzen naar de gedweeë volgelingen van Trump en het gebrek aan realiteitszin in de Republikeinse Partij. Maar hun boek maakt duidelijk dat de catharsis van de Democraten een jaar na het Biden-debacle ook nog niet voltooid is.


Britse vissers kritisch over deal EU: ‘Ik zei toen al: let op, hierna zijn de vissers aan de beurt. En ja hoor, nu is het zover’

In de zwartleren stoel van zijn stuurhut wacht schipper Gary Ferguson op de monteur die het kompas van zijn schip komt scherpstellen. De rechtse nieuwszender GB News is te zien op een van de schermpjes voor hem, pal naast dat met een kaart van de Noordzee. Vandaag varen ze niet uit. Misschien morgenavond, als het kompas is gemaakt. „Er valt toch weinig te halen, zei een collega die nu op zee is.”

Ferguson (66) vaart op de Ellorah, een blauw-wit schip van bijna negentien meter lang. Het ligt een paar dagen in de haven van Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust, op drie kwartier rijden van Aberdeen. Vistrawlers als deze leggen aan in het oude deel van de haven, waar verweerde ijzeren korven om kreeften en garnalen mee te vangen in stapels op de kade liggen. Aan een brede aanlegplaats verderop liggen veel grotere schepen die onderhoud uitvoeren aan de windmolenparken voor de kust.

Ferguson en zijn bemanning vangen vooral langoustines en witvis, zoals kabeljauw of schelvis. Natuurlijk heeft hij het nieuws gezien over de handelsafspraken tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Hij is er niet over te spreken: „Onze regering wil voedselproducenten de nek omdraaien. Eerst hadden ze het op de boeren voorzien. Ik zei toen al: let op, hierna zijn de vissers aan de beurt. En ja hoor, nu is het zover.” Ferguson heeft het over een regeringsmaatregel van vorig jaar, waardoor boeren die grote stukken land erven voortaan erfbelasting moeten betalen. Boeren waren daar altijd van vrijgesteld, mits hun grond voor landbouw werd gebruikt.

Premier Keir Starmer (Labour) en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen sloten in mei een akkoord over defensie, energie en soepeler handel. Het was de eerste reeks afspraken tussen de twee partijen sinds het VK de Europese Unie verliet, ruim vijf jaar geleden. Premier Starmer kreeg de meeste kritiek op zijn toezegging dat vissers uit de EU de komende twaalf jaar toegang houden tot Britse wateren. In ruil kunnen Britse vissers hun vangsten straks weer makkelijker verkopen, omdat Starmer en Von der Leyen ook overeenkwamen dat de meeste grenscontroles op bederfelijk voedsel vervallen.

Eigen boodschappen

Deze deal, al is nog onduidelijk wanneer de controles precies verdwijnen, kan voor visser Gary Ferguson goed uitpakken. Voor schaaldieren als langoustines is straks geen speciaal papierwerk meer nodig, dat sinds de Brexit vereist was. Ook de uitvoer van weekdieren als mosselen en oesters, die praktisch verboden was, wordt weer toegestaan. Toch is Ferguson kritisch. „De regering offert een kleine industrie op, in ruil voor toezeggingen in belang van het land als geheel.” Als voorbeeld noemt hij afspraken die Starmer maakte over snellere paspoortcontroles op vliegvelden in de EU. „Zo probeert hij zijn deal slim te verkopen.”

Het maakt blijkbaar niet uit welke van de twee grote partijen aan de macht is, zegt hij ook, Labour of de Conservatieven. Hier in Peterhead is regeringspartij Labour niet populair. De Schotse Nationale Partij won bij de Lagerhuisverkiezingen vorig jaar dit kiesdistrict.

Het probleem is volgens Ferguson dat vissersschepen uit EU-lidstaten, vooral die uit Frankrijk en Spanje, flink groter zijn dan Britse schepen. En die houden dus toegang tot eind juni 2038. Terwijl Britse vissers hoopten dat hun regering opnieuw met Brussel zou gaan onderhandelen over de periode na volgend jaar juni, als de afspraken zouden aflopen die tijdens de Brexit-onderhandelingen waren gemaakt. En dan hadden ze natuurlijk het liefst gezien dat de vangstquota voor vissers uit EU-landen zouden dalen.

De regering offert een kleine industrie op voor de belangen van het land als geheel

Gary Ferguson
visser

Vissers uit Spanje en Frankrijk dragen ook weinig bij aan de Schotse economie, moppert Ferguson. Zo doen de grote bedrijven waarvoor ze werken, geen boodschappen in de plaatselijke supermarkt. Ze laden de vrachtwagens waarmee ze de vis ophalen alvast vol boodschappen in hun thuisland, om hun schepen in de haven van proviand te voorzien. „Terwijl wij zo voor 700 of 800 pond boodschappen in de lokale supermarkt doen om het zes, zeven dagen vol te houden op zee. En dat dus elke week.”

Tijdens de Brexit-onderhandelingen spraken Londen en Brussel af dat EU-lidstaten uiteindelijk 25 procent minder vis mochten vangen in Britse wateren dan toen het VK nog in de EU zat. De Franse visserijsector liep door die lagere quota de meeste inkomsten mis, tussen 2021 en 2023 naar schatting 28,4 miljoen euro. Nederlandse vissers stonden op de tweede plek met een geschat verlies aan inkomsten van 23,9 miljoen euro in diezelfde periode. Ook Ierse, Deense en Spaanse vissers gingen erop achteruit.

Maar het gevolg was niet automatisch dat alle Britse vissers er sindsdien 25 procent op vóóruit gingen. Het volume ‘eigen’ gevangen vis in Britse wateren steeg tussen 2019 en 2023 met 12 procent. En die stijging was ongelijk verdeeld. Vooral makreel- en haringvissers haalden meer binnen, terwijl de vangst van kabeljauw en garnalen afnam. Kabeljauwvissers konden geen gebruik meer maken van Noorse wateren, omdat het VK geen deel meer uitmaakte van de visovereenkomst tussen Noorwegen en de EU. In Hull raakten daardoor bijna 75 vissers hun werk kwijt. Eind 2023 maakte het VK nieuwe afspraken met Noorwegen.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Het plaatsje Boddam met op de achtergrond Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Het plaatsje Boddam met op de achtergrond Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/05114632/data132935202-785a6e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-5.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-3.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-4.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-5.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-6.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/n_q7LDu_GPEeve7AxvCuoTe1YXw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/05114632/data132935202-785a6e.jpg 1920w”>

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Het plaatsje Boddam met op de achtergrond Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Het plaatsje Boddam met op de achtergrond Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/05114630/data132935177-1ad0d8.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/britse-vissers-kritisch-over-deal-eu-ik-zei-toen-al-let-op-hierna-zijn-de-vissers-aan-de-beurt-en-ja-hoor-nu-is-het-zover-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/kqhbVWym4IxbWHn8PkL8cw7T5f8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/05114630/data132935177-1ad0d8.jpg 1920w”>

Links: het plaatsje Boddam met op de achtergrond Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust. Rechts: Buchanhaven, eveneens vlakbij Peterhead.

Foto’s Merlin Daleman

Hoewel de afspraken rond de Brexit „geen dramatische stijging in de vangst betekenden voor de meeste Britse vissers, werd de export van vis en schaaldieren veel moeilijker”, concludeerde denktank UK in a Changing Europe, in een analyse van de gevolgen van de Brexit voor de visindustrie.

De uitvoer van vis uit het VK naar de EU daalde tussen 2019 en 2023 met 29 procent in omvang. Andersom daalde de visexport vanuit EU-landen naar het VK met 25 procent. Extra wachttijden door grenscontroles en kosten van papierwerk – precies waar premier Starmer nu iets aan heeft gedaan – waren hier de belangrijkste redenen voor. De gezondheidscertificaten, die garanderen dat de vis aan alle EU-eisen voor voedsel voldoet, kostten 200 pond (ongeveer 235 euro) per zending en per vissoort. Een bedrijf dat meer soorten vis in één lading exporteert, heeft straks zomaar 1.000 pond aan kosten minder.

Dubai als alternatief

Pal aan de kade in Peterhead ligt de hal waarin Jimmy Buchan zijn visverwerkingsbedrijf runt. In het winkeltje verkoopt hij verse tarbot, makreel en sint-jakobsschelpen. In de vriezer liggen vispasteitjes, zakken met gepaneerde schelvis en gepelde langoustinestaarten. „Alles van Schotse topkwaliteit natuurlijk.” Achter de toonbank hangt een grote tekening van zijn oude rode trawler, de Amity, die hij in 2019 verkocht. Zijn dochter zag geen toekomst voor zichzelf als schipper en zelf werd hij te oud.

Buchan (64) is ook voorzitter van de Scottish Seafood Association, de werkgeversvereniging voor visverwerkers. Het ergert hem dat de Labour-regering haar plannen niet vooraf heeft besproken met de sector of met de betrokken Schotse ministers. „Het minste wat je kunt doen is in gesprek gaan met degenen die het raakt. Dit heeft onze onderlinge verhoudingen beschadigd.” De Britse visserij maakt nog geen half procent van de nationale economie uit, maar Schotse vissers zijn wel goed voor ongeveer 70 procent van die sector. Visserij is in Schotland verhoudingsgewijs dus veel belangrijker dan in de rest van het land.

Hoe dan ook heeft Buchan gemengde gevoelens over de nieuwe afspraken met de EU. Voor handelaren lijkt het hem op zich een uitstekende deal. „Maar wanneer stoppen die grenscontroles? Daar is geen concrete datum voor en dat maakt me achterdochtig. De Europeanen steken die twaalf jaar toegang tot onze wateren in hun zak en denken: halleluja. Maar onze fricties bij de grens zijn niet per direct opgelost.” Inderdaad staat nog geen datum vast voor het einde aan die controles en moeten het VK en de EU details daarover nog uitonderhandelen.

Het minste wat je kunt doen is in gesprek gaan met degenen die het raakt

Jimmy Buchan
voorzitter Scottish Seafood Association

Wel zegde Labour de vissers een pot geld van 360 miljoen pond toe, ter compensatie van de toegang voor EU-vissers tot ‘hun’ zee. Onduidelijk is nog over hoeveel jaar dat geld wordt uitgespreid. Maar Jimmy Buchan heeft zijn zinnen erop gezet. „Op zee kunnen we niet meer groeien, maar aan land moeten we wel. Efficiëntere technologieën, minder verpakkingsmateriaal, betere machines: dat soort investeringen kost allemaal geld.”

Trots laat de handelaar zijn bakken vol levende kreeften zien, achterin de fabriek. Tientallen kreeften buitelen over elkaar, gele bandjes om hun scharen. In een hoek bouwt hij grotere bakken. Zijn bedrijf groeit, ondanks de Brexit. Kort na de uittreding probeerde hij nog naar de EU te exporteren, onder meer naar Griekenland. Zijn klanten vonden het te duur. „Europa wilde mijn vis niet en maakte het me moeilijk. Dus ik ben andere markten gaan zoeken. Dubai, Maleisië, Hongkong.” Met de groeiende middenklasse wereldwijd neemt de vraag naar goeie, Schotse vis alleen maar toe, zegt hij.

Extra investeringen

Tijdens de langdurige onderhandelingen over de Brexit kregen de vissers en hun belangen volop aandacht. Veelgenoemd argument was dat voor een ‘eilandnatie’ als het Verenigd Koninkrijk soevereiniteit extra belangrijk is. De vissers vormden min of meer de belichaming daarvan.

Maar na de uittreding verdwenen de vissers bij de meeste Britten uit beeld. De venijnige onderhandelingsjaren waren te vergelijken met langdurige kiespijn, zegt Jimmy Buchan. „Vervelend en pijnlijk op het moment zelf. Maar zodra de kies is getrokken, ben je het snel vergeten.”

Dat de visserij er bij de afspraken nu weer uit springt, zeggen ze in Peterhead, komt niet door hen of de Britse regering, maar door landen als Frankrijk en Spanje die de sector politiek „altijd” belangrijk maken. Buchan: „Zíj willen hun kustgemeenschappen beschermen en dus komt het onderwerp steeds terug.” Langoustinevisser Gary Ferguson: „Hier zeggen onze politici: oh, het is de visindustrie maar, klein en onbetekenend. Maar de Fransen maken er wel een prioriteit van. De sector is nog steeds veel geld waard.” In Frankrijk zijn sommige kustgebieden van strategisch politiek belang. Bijvoorbeeld Hauts-de-France in het noorden, waar de radicaal-rechtse partij Rassemblement National van Marine le Pen nu de grootste is.

De Britse minister voor EU-relaties Nick Thomas-Symonds zei dat de EU-lidstaten „nog geen vis extra mogen vangen” door de nieuwe overeenkomst, aangezien die de huidige situatie slechts verlengt. Toch verwacht Jimmy Buchan wel degelijk extra concurrentie. Europese vissers zullen weer meer investeren in hun schepen en netten, nu ze meer zekerheid hebben over de komende jaren. „Terwijl onze vissers juist denken: oké, nog twaalf jaar waarin we niet kunnen groeien.”