,,Geachte burgers, als president doe ik een beroep op u met een gevoel van bloedspuwen.” Zo begon de Zuid-Koreaanse president zijn toespraak waarmee hij dinsdag de noodtoestand in zijn land uitriep. The New York Times heeft de gehele speech gepubliceerd. De regering heeft geen meerderheid in het parlement, mede daardoor wist president Yoon Suk-yeol veel verkiezingsbeloften niet in te lossen.
De president maakte grote verwijten richting het parlement. Het zou met moties van wantrouwen de nationale regering moedwillig lamleggen. „Dit is een situatie die niet alleen wereldwijd ongekend is, maar die sinds de oprichting van ons land ook nog nooit is voorgekomen.”
Hij hekelde in het bijzonder de oppositie die niet akkoord gaat met de begroting. „De behandeling van de nationale begroting ondermijnde de essentiële functies van de staat en veranderde Zuid-Korea in een drugsparadijs door te snijden in alle belangrijke budgetten voor de aanpak van drugsmisdrijven en handhaving van de openbare veiligheid. De regering is verlamd en de verzuchtingen van het volk nemen toe.”
De president koos voor harde woorden. Het parlement maakt zich schuldig aan een „staatsvijandelijke daad” en „het vertrappen van de grondwettelijke ordening”, aldus de president. Het parlement is een „hol van criminelen”.
De noodtoestand is daarom gerechtvaardigd, concludeerde de president. „De Noord-Koreaanse communistische strijdkrachten en de schaamteloze pro-Noord-Koreaanse antistaatskrachten moeten worden uitgeroeid.” Hij voegde daaraan toe dat dit voor „enig ongemak” zal zorgen voor de „goede mensen” in Korea. „Vertrouw mij alsjeblieft.”
Liveblog
Hoofd regeringspartij Zuid-Korea tegen uitroepen noodtoestand door eigen president, ook VS reageren