NRC maakt ieder weekend een selectie uit…

Youps rust en leegte

Na veertig jaar spelen in het land nam cabaretier Youp van ’t Hek (1954) vorig jaar afscheid van het podium. De documentaire Youp – Leven na het spelen geeft een blik achter de schermen van zijn laatste weken als cabaretier én een beeld van de mens achter de grappen. In gesprekken met journalist Femke van der Laan blikt NRC-columnist Van ‘t Hek terug op zijn carrière en vertelt hij over zijn hechte band met zijn muzikanten, technici en het publiek. Daarnaast reflecteert hij over het leven na het spelen: de rust, de leegte en de zoektocht naar een nieuwe invulling. Wat brengt de toekomst? De door zijn vaste regisseur Joep Krijnen gemaakte documentaire bevat fragmenten uit Van ‘t Heks omvangrijke oeuvre, maar toont ook niet eerder vertoonde beelden vanuit de coulissen.

Puzzelende detective

Vernuftige puzzels, humor en, ondanks de vele moorden, een gemoedelijke sfeer. Ludwig gebruikt behendig alle elementen klassieke detectives zo aangenaam maken om naar te kijken. Als we John Ludwig (David Mitchell) ontmoeten is hij geen rechercheur maar puzzelmaker. Maar als zijn tweelingbroer James verdwijnt, moet hij naar buiten. James werkt bij de politie en zijn vrouw Lucy vermoedt dat zijn verdwijning iets met zijn laatste zaak te maken heeft. Ze vraagt haar zwager of hij zich kan voordoen als zijn broer, in de hoop dat ze daarmee kan achterhalen waar haar man is. John blijkt zeer goed te zijn in het oplossen van zaken. En zo pakt hij elke aflevering weer een nieuwe moord op terwijl samen met Lucy probeert te achterhalen waar James is. Ludwig is daarmee zowel episodisch als een serie met een doorlopend mysterie, en dat werkt uitstekend.

Uiterst creatieve bouwgame

Jan is ongelukkig. Niet alleen omdat hij in zijn eentje vastzit op een ruimtestation op een onherbergzame planeet, maar omdat alles in zijn leven op een mislukking is uitgelopen. De motoren werken niet meer. Wat nu? Met behulp van een kwantumcomputer en een kloonmachine verandert Jan één beslissing in zijn leven, en creëert zo een versie van zichzelf die wél weet hoe je een motor aan de praat krijgt. Het is slechts het begin van de uiterst creatieve bouwgame The Alters van de hand van het Poolse 11 Bit Studios – een gamemaker die als geen ander weet hoe je via het bouwen van een huis een verhaal vertelt. Verken de alternatieve versies van Jans leven, en knap ondertussen het ruimtestation op.

Fascinerend.

Live-verslag Pinkpop 2025

Radiozender 3FM zendt tijdens de 54ste editie van Pinkpop live uit vanaf het festivalterrein in het Limburgse Landgraaf. Deejays doen verslag, lopen over het terrein, spreken met publiek en stappen met artiesten in een golfkar om ze gedurende een ritje backstage het hemd van het lijf te vragen. Artiesten als Mark Ambor en The Last Dinner Party komen in die interviews aan het woord. Er is ook veel livemuziek te horen van onder onderen Olivia Rodrigo, Muse en Claude (hij staat er goed op sinds het Songfestival). De Groene Cup, bedacht om solo-festivalgangers met elkaar in contact te brengen, reist ook mee naar Landgraaf. Ook op de online kanalen van 3FM gebeurt van alles rondom Pinkpop. Op de app NPO Luister zijn alle uitgezonden concerten te vinden, samen met exclusieve optredens.


Journalistiek op de socials om nieuws te vertalen naar jongeren

De jongste redactie van Nederland: dat is wat het net gelanceerde jongerennieuwsplatform SPIL* belooft te zijn. De redactieleden, zonder uitzondering jonger dan dertig, kondigen op de bescheiden lancering in een Amsterdams restaurant enthousiast hun geplande video’s aan, zoals een week zonder Amerikaanse producten, en vloggend politici interviewen op het Binnenhof. De redactie wil graag horen wat de aanwezigen missen als het gaat om nieuws voor jongeren. „Hoe gaat dat bij jullie op de redactie?”, wordt de aanwezige pers gevraagd.

SPIL* is deze week officieel gelanceerd door het Belgische bedrijf Mediahuis, een grote speler in de Nederlandse mediasector met kranten als De Telegraaf en NRC en radiozenders als Radio Veronica en SLAM!. Het nieuwe platform gaat niet alleen video’s maken voor TikTok, Instagram en YouTube, maar ook podcasts uitbrengen. Doel is jongeren te bereiken, een moeilijke doelgroep voor traditionele nieuwsmedia. Uit onderzoek van SPIL* blijkt dat sprake is van nieuwsarmoede bij jongeren. Meer dan de helft van de 15- tot 25-jarigen geeft aan dat ze beter geïnformeerd willen worden over de actualiteit.

De urgentie werd deze week nog eens onderstreept door het Reuters Digital News Report, waarin werd gewaarschuwd dat de interesse in, het gebruik van en het vertrouwen in nieuws daalt onder jongeren. Waar het rapport van 2024 al liet zien dat bijna 80 procent van de jongeren sociale media gebruikt om nieuws te volgen, blijkt nu dat de mediaconsumptie van jongeren ook niet verbetert als ze ouder worden. Het Commissariaat voor de Media waarschuwt dat Big Tech de poortwachter wordt van het nieuws, waardoor de controle van de traditionele journalistieke instituties verkleint. Daarom roept zij nieuwsmedia op naar manieren te zoeken nieuws te ontwikkelen in vormen die alle generaties aanspreken.

SPIL* is een van de initiatieven die de afgelopen jaren zijn ontplooid om jongeren meer te interesseren voor nieuws. In 2023 steunde de Stichting voor Democratie en Media het sociale mediakanaal Snackpaper, dat kranten toegankelijker wilde maken voor jongeren. Een ander voorbeeld is NOS Stories, dat korte nieuwsvideo’s plaatst en 1,2 miljoen volgers heeft op Instagram. Ook Cestmocro, dat geen onderdeel uitmaakt van een gevestigd mediabedrijf, is voor veel jongeren een belangrijke nieuwsbron. „Jongeren consumeren hun nieuws veelal via sociale media”, bevestigt hoofdredacteur van SPIL* Sophie Kluivers. „Veel nieuwsmedia bieden dat alleen nog niet aan in een vorm die jongeren aanspreekt.”

Gemanipuleerde nieuwsvoorziening

Irene Costera Meijer, hoogleraar journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam met een specialisatie in jongerennieuws, benadrukt de verschuiving van nieuwsconsumptie naar sociale media. „Doordat jongeren via sociale media allerlei informatie binnenkrijgen, denken ze goed op de hoogte te zijn. Maar op sociale media ontbreekt vaak duiding en achtergrond. Daarnaast zijn de algoritmen van sociale media niet gemaakt voor nieuws, omdat entertainment en extremisme voorrang krijgen boven harde nieuwsfeiten. Hierdoor wordt de nieuwsvoorziening makkelijk gemanipuleerd, zonder dat jongeren dit doorhebben.”

Daarom moeten traditionele nieuwsmedia volgens Costera Meijer hun verantwoordelijkheid nemen en jongeren aanspreken met nieuwe vertelvormen. „Jongeren hebben nog steeds het meeste vertrouwen in de kranten, alleen lezen ze die niet. Kranten zouden dit moeten gebruiken om jongeren te trekken. Ze moeten nadenken over nieuwe manieren om nieuws te presenteren: met beeld, begrijpelijke taal en persoonlijke presentatie.”

Costera Meijer ziet slechts enkele nieuwsmerken die dit wél goed toepassen. „NOSStories was één van de eersten en zijn heel goed geworden in hun vorm, daarom behouden ze hun populariteit. Maar ook Cestmocro weet jongeren op hun eigen manier aan te spreken. Deze media geven ze het gevoel dat het nieuws voor hen is gemaakt. De onderwerpen liggen binnen hun belevingswereld en ze voelen zich onderdeel van de doelgroep.”

SPIL* heeft nog geen vast publiek opgebouwd, en moet zich eerst bewijzen. Sophie Kluivers zegt dat het platform zich wil onderscheiden door nieuwe video-vormen uit te proberen, gebaseerd op sociale media trends. „Onze redacteuren brengen het nieuws persoonlijk en maken gebruik van een vlog-stijl”, vertelt ze. Het zijn vertelvormen die elders ook aanslaan, die zijn afgekeken van influencers. „Op sociale media moet je wel gebruikmaken van een audio- en video-strategie. Dit past niet alleen bij het algoritme, maar sluit ook aan bij het media-gedrag van de jongeren.”

Daarnaast zet SPIL* vol in op journalistieke transparantie. „Het vertrouwen in de media is laag en dat willen we wegnemen door de kijker mee te nemen in het proces”, zegt Kluivers. „We zoeken manieren om de jongeren te betrekken bij het platform. We willen het nieuws niet alleen zenden, maar onze doelgroep bij onze berichtgeving betrekken. Daar hechten we veel waarde aan. We vragen jongeren wat er speelt in hun leven en benadrukken de persoonlijke relevantie van onderwerpen voor jongeren.”

Tien over twaalf

SPIL* volgt de voetsporen van Snackpaper, dat krantenjournalistiek dichter bij de jongeren bracht door achtergrondartikelen en longreads samen te vatten in audiovisuele vorm. Oprichter Janna Nieuwenhuijzen was eerst journalist bij Het Parool (deel van DPG Media), maar had moeite met het gebrek aan aandacht bij traditionele nieuwsmedia voor het aanspreken van jongeren. „Het is tien over twaalf voor traditionele media: er gaapt een gat tussen de nieuwsconsumptie van lezers en de nieuwsvoorziening van kranten. Met Snackpaper probeerde ik een brug te slaan.”

Snackpaper was alleen actief op Instagram en TikTok, waar jongeren de meeste tijd doorbrengen. Toch wil Nieuwenhuijzen niet dat sociale media de nieuwe nieuwsplatforms worden, omdat dit ten koste gaat van de journalistiek. „We moeten sociale media vooral gebruiken om het publiek te bereiken. Nieuwsvoorziening via sociale media is niet gewenst: die heeft te weinig nuance. Je wil het publiek aanspreken en vervolgens meenemen naar de platforms waar journalistiek tot zijn recht kan komen, bijvoorbeeld de apps van de kranten zelf.”

Omdat Nieuwenhuijzen inzag dat Snackpaper het probleem niet oploste, is het platform nu inactief. „Snackpaper was een groot experiment, om te kijken of kwaliteitsjournalistiek verpakt kon worden als social media-content. Maar ik wilde niet concurreren met de gevestigde nieuwsmedia.” Het is volgens Nieuwenhuijzen belangrijker dat juist de traditionele nieuwsmedia worden wakkergeschud. „Door Snackpaper zag ik in dat de verandering van binnenuit moet komen. We moeten het fundament van de gevestigde nieuwsmedia versterken, niet alleen omdat het hun verantwoordelijkheid is, ook omdat journalistieke instituten anders dreigen te verdwijnen.”

Initiatieven van gevestigde media

Dat besef is ook bij gevestigde nieuwsmedia zelf inmiddels ingedaald. Nieuwenhuijzen heeft zichzelf met Snackpaper op de kaart gezet, en heeft sinds kort een nieuwe functie als ‘Head of Future Audiences’ bij DPG Media. „We ontwikkelen bij DPG een langetermijnstrategie om een duurzame relatie op te bouwen met nieuw publiek, waaronder jongeren. Ik ben blij dat de urgentie nu wordt ingezien.”

Terwijl Mediahuis jongeren probeert aan te spreken met het nieuwe initiatief SPIL*, pakt DPG het dus intern aan. „We willen de jongeren terughalen naar de traditionele media, maar dan in vormen die passen bij de behoeften van de jongeren.”

Ook andere krantenbedrijven zoeken nieuwe manieren om jongeren te bereiken. Zo heeft NRC dit voorjaar een videoredactie opgericht, die verhalen van redacteuren vertaalt naar video’s op sociale media. „We proberen de doelgroep te bereiken die niet van nature geneigd is een krant te lezen”, zegt hoofdredacteur Patricia Veldhuis. „Dit is voor ons nieuw. De NOS is al gewend om met beeld te werken, wij zijn dat nu in een rap tempo aan het uitvinden. Met de video’s op Instagram en TikTok proberen we jongeren kennis te laten maken met NRC-journalistiek, zoals veel nieuwe abonnees ons de afgelopen jaren ook hebben leren kennen door onze podcasts, zoals ‘NRC Vandaag’.

Ondanks de bedreigingen die sociale media vormen voor het verdienmodel van de kranten, acht Veldhuis het noodzakelijk nieuws in deze vorm aan te bieden. „Het is gratis, maar het is een investering voor de lange termijn. Om aan onze journalistieke plicht te blijven voldoen, willen we jongeren betrekken bij wat er speelt in de wereld en wat dit betekent. We willen ze op de hoogte houden en houvast geven, in welke vorm ook.”

Costera Meijer ziet de ambitie van de mediabedrijven nog niet terug in hun aanpak. „Vooral de kranten lopen achter, Er is daar echt een cultuuromslag nodig, en dat gaat moeizaam. Ze steken er niet de volle energie in.” Kleine sociale media-redacties met communicatiespecialisten gaan die omslag niet leiden. „Juist de meest ervaren journalisten, de beste verhalenvertellers, moeten daar gaan zitten”, zegt UvA-hoogleraar Costera Meijer. „Zij weten hoe ze complexe verhalen kunnen omvormen en de aandacht kunnen behouden. Ook als dit moet in een TikTok van 60 seconden. Alleen zo kan de aandacht van de jongeren worden getrokken, zonder dat dit ten kosten gaat van de diepgang.”


‘MobLand’ is vintage Guy Ritchie – met grijze haren

De Britse regisseur Guy Ritchie heeft zo’n kenmerkende stijl dat je het bijna een eigen subgenre kan noemen. Eind jaren 90 debuteerde hij groots met de vlotte misdaadcomedy Lock, Stock and Two Smoking Barrels (1998) en brak hij definitief door met Snatch (2000), mede dankzij de glansrol van Brad Pitt op het toppunt van zijn carrière als onverstaanbare Ierse bokser. Vaste elementen zijn: praatjesmakende Britse boefjes als protagonisten, sinistere gangsters en andere vreemde types, vlijmscherpe dialogen vol droge humor en montage doorspekt met een harde soundtrack.

Sindsdien heeft Ritchie met wisselend succes zijn repertoire uitgebreid met onder andere de Sherlock Holmes-films, Revolver, The Man From U.N.C.L.E. en de live action remake van Aladdin. In 2020 keerde hij terug naar zijn vrolijke gangstergenre met de succesvolle film The Gentlemen, die in 2024 een gelijknamige spin-off serie kreeg.

Ook de tiendelige SkyShowtime-serie MobLand speelt zich af op vertrouwd terrein. Oorspronkelijk bedacht als spin-off van misdaadserie Ray Donovan, groeide de serie tijdens het productieproces uit tot een op zichzelf staand verhaal. Ritchie fungeert als uitvoerend producent en regisseerde de eerste twee afleveringen. Het scenario is in handen van Ronan Bennett (Top Boy) en Jez Butterworth (Mojo, Fair Game).

Oude honden, nieuwe trucs

Ritchie is met 58 jaar ook geen jonge hond meer en dat zie je op meerdere manieren terug in MobLand. Hier geen wannabe-gangsters die proberen door te breken maar juist oude rotten die zich proberen te handhaven. De hoofdrol is voor Tom Hardy als Harry Da Souza, een doorgewinterde fixer die problemen oplost voor de criminele Harrigan-familie. Die wordt geleid door de Ierse gangster Conrad (Pierce Brosnan), al lijkt zijn vrouw Maeve (Helen Mirren) daadwerkelijk aan de touwtjes te trekken.

De Conrad-familie leidt de Londense onderwereld, maar de opmars van fentanyl dreigt de machtsverhoudingen op te schudden. Het gaat vreselijk mis wanneer de hedonistische kleinzoon Eddie Conrad heimelijk de hort op gaat met Tommy, de zoon van criminele aartsvijand Richie Stevenson (Geoff Bell). Deze stapavond is een wolk van drank en cocaïne die al snel eindigt in een steekpartij, waarna iedereen het op een lopen zet. Tommy is de volgende dag vermist en zijn vader Richie dreigt de Harrigans met oorlog als hij niet snel terecht is. Tommy vinden wordt uiteraard een klus voor Harry, die al genoeg problemen heeft.

Thuis gaat er namelijk ook veel mis. Harry woont in een mooi Londens rijtjeshuis samen met zijn vrouw Jan (Joanne Froggatt) en dochter Gina. Het is niet helemaal duidelijk in hoeverre zijn gezin precies weet wat hij doet, want iedereen reageert vrij koeltjes als de politie met getrokken wapens binnenvalt. Maar Harry kan blijkbaar ook niet zeggen dat hij weer een sessie relatietherapie heeft gemist omdat hij een lijk moest opruimen. De dreigende gangsteroorlog zet alles op scherp want hoe ga je je huwelijk redden als je gezin moet onderduiken?

Oudjes

MobLand ademt Guy Ritchie – snelle dialogen, kleurrijke criminelen en een vleugje Britse bravoure – maar wel een die het inmiddels wat rustiger aan doet. De fatale scène in de nachtclub voelt eerder als een herinnering van een vader die zich realiseert dat zijn wilde jaren voorbij zijn, en nu vooral bezorgd toekijkt hoe zijn kinderen de nacht induiken. Er is volop actie, maar MobLand mist de constante dreiging van ontploffingen die een serie als Peaky Blinders zo intens maakt.

Het verhaal van MobLand is niet baanbrekend maar de sterrencast geeft de serie de nodige brandstof. Tom Hardy kan met zijn raspende stem en fysieke voorkomen makkelijk in de rol van bruut glippen maar hier doet hij het net een beetje anders. Harry da Souza is namelijk een verrassend geraffineerde gangster, een die liever op zakelijke toon dan met grof geweld zijn zaakjes oplost. Dat creëert ook ruimte voor de nodige humor. Als Harry een andere boef dreigt met wat er gebeurt als hij moet terugkomen, zegt hij er gortdroog bij dat het afhangt van zijn agenda of het een collega is of hijzelf die het pak slaag komt geven. 

Bij de Harrigans is het ook nooit saai, vooral dankzij de oudjes. Pierce Brosnan leeft zich helemaal uit als oude baas die onbetwist lijkt te regeren met ijzeren vuist, maar wiens achterdocht en gewelddadige impulsiviteit hem parten beginnen te spelen. Dat levert een interessante dynamiek op tussen Conrad en Maeve, die wél altijd een plan heeft en dankzij de heerlijk vileine Helen Mirren misschien nog wel intimiderender is. 

MobLand is geen revolutionaire televisie, maar alles werkt goed genoeg. De mix van familiedrama, rivaliteit binnen de onderwereld en het typische Ritchie-DNA levert een serie op die lekker wegkijkt – zeker voor wie houdt van ouderwets Britse misdaad met een vleugje stijl.


In detectiveserie ‘Ludwig’ weet je als kijker precies wat je krijgt

Elke aflevering van Ludwig heeft een moment waarop de ogen van John Taylor (Peep Shows David Mitchell) een beetje gaan glimmen. Alsof er plots een lichtje is aangegaan in zijn hoofd. Dan weet je dat het tijd is om thuis op de bank iets rechterop te gaan zitten. Want de moord waarmee de aflevering van de Britse detectiveserie begon, is opgelost.

Door John. Zijn collega’s van de politie van Cambridge hebben op zo’n moment meestal nog geen enkel idee wat er is voorgevallen. Soms hebben ze zelfs niet eens door dát er een moord is gepleegd. Maar hun ietwat wereldvreemde baas is dan al klaar om minutieus uiteen te zetten wat er is gebeurd. Iets dat John het liefst doet op de plek waar de moord heeft plaatsgevonden, uiteraard met alle verdachten present, zodat iedereen – zelfs de moordenaar – met ingehouden adem kan luisteren naar wat de man te zeggen heeft.

De serie Ludwig, dat werd gecreëerd door scenarist Mark Brotherhood, is duidelijk geïnspireerd door de grote tv-detectives die eerder op onze kleine schermen schitterden. Van de manier waarop John de kleinste details registreert die anderen compleet over het hoofd zien, tot het feit dat de moordenaar vrijwel altijd direct bekend nadat hij zijn verhaal heeft gedaan.

Als we John ontmoeten is hij overigens geen rechercheur maar puzzelmaker. Hij publiceert zijn werk onder de naam Ludwig, naar de componist, en leidt een teruggetrokken bestaan. John laat de wereld en alle mensen die daarbij horen, het liefst aan zijn goed gesloten voordeur voorbijgaan. Maar dan belt zijn schoonzus Lucy (Anna Maxwell Martin) vanuit Cambridge met het nieuws dat zijn tweelingbroer James is vermist. James werkt bij de politie en Lucy vermoedt dat zijn verdwijning iets met zijn laatste zaak te maken heeft. Ze vraagt haar zwager of hij zich kan voordoen als zijn broer om diens aantekeningen op het bureau op te halen, in de hoop dat ze daarmee kan achterhalen waar haar man is.

Logikwiz

Het lijkt John geen goed idee, en dat is het ook niet. Maar de puzzelmaker laat zich uit sentimentele overweging – Lucy was in hun jeugd eigenlijk zíjn beste vriendin – toch door haar overhalen. Uiteraard is hij nog geen half uur op het politiebureau of hij wordt meegesleept naar een plaats delict. En ook al durft hij amper naar het bebloede lichaam op de grond te kijken, toch lost hij de moord razendsnel op. Zijn speciale kracht: hij benadert misdaden als een van zijn puzzels. Die eerste is een logikwiz die simpelweg moet worden ingevuld, een volgende zaak blijkt een spelletje zoek de verschillen voor gevorderden en later in het seizoen vindt hij de schuldige door er een omgekeerd potje schaken van te maken.

En zo pakt John elke aflevering weer een nieuwe zaak op (in het karakteristieke Cambridge blijken uitzonderlijk vaak mensen te worden omgebracht) terwijl hij in de avonduren samen met Lucy en haar tienerzoon probeert te achterhalen waar James is. Ludwig is daarmee zowel episodisch als een serie met een doorlopend mysterie, en dat werkt uitstekend. Het eerste stukje geeft elke keer weer dat bevredigende gevoel van een voltooide puzzel en het tweede stukje maakt dat je meteen een volgende aflevering wilt aanzwengelen.

Heel realistisch is het natuurlijk niet, en Ludwig rekt ook op geen enkele manier de grenzen van het detectivegenre op. Maar de serie gebruikt wel uiterst behendig al deze elementen die alle klassiekers zo aangenaam maken om naar te kijken. De serie is grappig (ook dankzij het fijne spel van Mitchell en Maxwell Martin), de moordpuzzels zijn vernuftig genoeg om niet zonder Johns inzichten te kunnen kraken en de sfeer is (ondanks de onophoudelijke stroom aan slachtoffers) hartstikke gemoedelijk. Het voelt allemaal vreselijk vertrouwd. En dat is misschien wel de grootste kracht van Ludwig. Je weet als kijker precies wat je krijgt. En dat is ook weleens prettig.


Tv-recensie | Als de techniek ‘Goedemorgen Nederland’ in de steek laat

Deze column draag ik op aan iemand die ik niet ken, maar met wie ik toch – in zekere zin – heel wat ochtenden heb doorgebracht. Hallo, anonieme Goedemorgen Nederland-technicus. Zonder te weten hoe je heet zijn mijn gedachten maandag veel bij je geweest.

Dat begon in de ochtend, om tien over half negen. Op de gastenbank zat onder meer zangeres Klaasje Meijer. „Welkom”, zei presentatrice Fidan Ekiz, waarna een stilte volgde die een fractie langer duurde dan je zou verwachten. „Ik dacht dat we iets zouden horen nu”, verklaarde co-host Wieger Hemmer. „Dat hadden we afgesproken met elkaar. En als dat dan niet gebeurt, dan is dat…” Woorden schoten tekort. Of misschien waren ze er wel, maar achtte Hemmer ze niet geschikt voor live televisie. Hij koos uiteindelijk voor „héél erg verdrietig.” Met een grafstem liet hij weten wat het plan was geweest: ze hadden ‘Son of a Preacher Man’ willen instarten, omdat Meijer zo’n preacher man als vader had. Wilde ze dat liedje anders zelf even zingen, stelde Hemmer nog voor. Maar het voormalige K3-lid zei: „Liever niet.”

Daarna bleef Hemmer in mineur, want er had nóg een liedje op de planning gestaan. „Ik denk dat de meeste mensen jou kennen van de olijke melodietjes van K3”, zei hij weinig olijk – „ik zou hópen dat we daar wél een instart van hebben…” Ekiz bleef hardnekkig glimlachen, maar Hemmers mond was nu een rechte streep. „Maar misschien ook niet. De techniek laat ons in de steek.” De groeiende ontevredenheid waarmee hij in de camera keek deed me het ergste vrezen voor de medewerker die, zo stelde ik me voor, gewoon last had van wat opstartproblemen op de vroege maandagochtend. Dat vond ik heel invoelbaar, en daarom trok ik me het lot van deze arme zondaar des te meer aan.

In mijn verbeelding verlangde voornoemde technicus intussen hevig naar vakantie. Uit solidariteit keek ik ’s avonds MAX vakantieman, zoals ik traditiegetrouw doe wanneer ik een reminder nodig heb aan wat er allemaal mis kan gaan op vakantie. Het antwoord: heel, héél veel. Te veel betalen voor je ETA, bijvoorbeeld. Sinds april heb je dit reisdocument nodig om het Verenigd Koninkrijk binnen te komen. De net gepensioneerde Jos was daarom met zijn vrouw, van wie hij voor zijn vervroegde pensioen een tripje naar Londen cadeau had gekregen, vol goede moed achter de computer gekropen. Maar omdat de mens de verderfelijkste diersoort is, betalen allerhande bureautjes geld aan Google om bovenaan de resultaten te staan wanneer je de zoekterm ‘ETA UK’ intoetst. Zo belandden Jos en zijn vrouw – en velen met hen – niet op de officiële overheidswebsite en raakten ze 224 euro kwijt aan hun reisdocumenten. Voor de goede orde: de ETA hoort 16 Britse pond te kosten; ongeveer 19 euro.

Helaas kregen Jos en zijn vrouw hun geld niet terug. Net zoals Paul de maand van zijn leven niet terugkreeg die hij doorbracht in een Indiase cel, waar hij was beland omdat hij tijdens een fietsvakantie in Nepal per ongeluk de grens met het grote buurland was overgestoken (MAX vakantieman biedt kleine én grote horrorverhalen). Aanwezig in de studio was strafrechtadvocaat Veerle Goudswaard. Zij was blij dat Paul zijn verhaal had verteld, zei Goudswaard, „want het laat het duidelijk zien dat een kleine onvolkomenheid tot heel grote consequenties kan leiden in dit soort landen”. Soms heb je mensen als Paul nodig om je daaraan te herinneren.

Ik hoop dat de Goedemorgen Nederland-technicus ook een trouwe MAX-kijker is, mocht die het ongeluk hebben door te moeten werken deze zomer. Dat-ie op de lastige momenten – als K3-liedjes niet meewerken, als Hemmers héél verdrietig is – aan Jos en Paul denkt; aan alle gradaties van hun vakantieleed. Dat dient niet alleen als waarschuwing. Het dient ook als aanleiding voor de thuisblijver om tegen zichzelf te zeggen: zie je nou? Het kan altijd erger.


Kamer zoeken via sociale media: ‘In mijn nieuwe huis noemen ze me nog steeds het TikTok-meisje’

Masterstudent Sanne (22) heeft haar kamer in Nijmegen gevonden via een advertentie op sociale media. Ze wil liever niet met haar achternaam in de krant, omdat ze onderhuurder is. „Ik kreeg een Instagramstory met informatie over het huis doorgestuurd van een vriendin, maar het bericht stond ook op Facebook. Ik heb via beide wegen mijn persoonlijke verhaaltje en foto’s van mezelf doorgestuurd. Een kamer zoeken via Facebook is gewoon heel chill door de specifieke Kamer-zoekgroepen, die voor elke stad bestaan. Je ziet direct welk huis er bij je past.”

Studenten zoeken steeds vaker een kamer via sociale media. Ze bieden zich op allerlei creatieve manieren aan in video’s, foto’s en uitgebreide teksten. Ook universiteiten raden studenten tegenwoordig aan om een kamer te zoeken in speciaal daarvoor ingerichte Facebookgroepen. Waarom maken studenten gebruik van alternatieve kanalen in plaats van de reguliere huurplatforms, zoals ROOM en Kamernet? Wat zijn de voor- en nadelen? En hoe werkt hospiteren via sociale media?

Het begint met een bericht waarin de verhuurder de kamer en de huurvoorwaarden omschrijft. Als de bewoners zelf een huisgenoot mogen zoeken, staat hier vaak een uitgebreid bericht bij dat de sfeer in het huis omschrijft én foto’s van de bewoners. Ze leggen ook gedetailleerd uit wat voor huisgenoot ze zoeken.

Beste eigenschappen en leukste foto’s

Geïnteresseerden kunnen reageren via een e-mailadres en moeten zich op dezelfde manier presenteren, met al hun beste eigenschappen en hun leukste foto’s. De huidige bewoners selecteren wie wordt uitgenodigd voor de hospiteeravond, die vaak nog wel – net zoals voorheen – in levenden lijve plaatsvindt.

Kamerzoekende studenten worden steeds creatiever, want om kans te maken tussen alle geïnteresseerden, moet je opvallen. Student Bregje Beukers (23) zette haar zoektocht voort via TikTok. Zij besloot een video met een oproep te uploaden, omdat ze na drie maanden zoeken nog steeds geen plek had in Amsterdam. „Ik voelde me een beetje desperate, dus zocht ik naar nieuwe mogelijkheden om toch aan een kamer te komen.”

Sociale huur was voor Beukers geen optie wegens de lange wachttijden. En met Kamernet had ze slechte ervaringen met scams of verhuurders die niet reageerden. Haar TikTok-video werd zo’n 250.000 keer bekeken en kwam ook op de tijdlijn van haar huidige huisgenoten. Die dachten, op basis van haar account en vibe, dat Beukers wel goed in het huis zou passen. „We hebben het er nog vaak over hoe random het is gegaan, ze noemen me in mijn nieuwe huis nog steeds het TikTok-meisje.”

Ook studenten die een kamer vrij hebben benoemen de voordelen van hospiteren via sociale media. De net afgestudeerde Tijmen (24) zocht via verscheidene platforms naar een nieuwe bewoner voor zijn huis in Leiden. Ook hij wil liever niet met zijn achternaam in de krant, om als hoofdhuurder niet in de problemen te komen. Tijmen koos vooral voor sociale media vanwege het gemak: „Je typt een berichtje met een foto en dan gooi je het gelijk in een groep met kamer zoekende leden. Daarnaast kun je op sociale media de accounts van de geïnteresseerden bekijken, waardoor je makkelijk een beeld kunt krijgen van iemand.”

Klachten over oplichting

Tijmen gebruikte Kamernet ook wel, maar hij vindt Instagram het prettigste platform om een huisgenoot te zoeken. „Daar reageren sowieso mensen die je (via via) kent. Als je iemand aan een huis helpt en je weet wie het is, dan voelt dat goed.”

Aan het zoeken van een kamer via sociale media kleven ook risico’s. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) ziet een stijging in het aantal klachten over oplichting met studentenkamers. Oplichting gaat via sociale media veel makkelijker, door het gebrek aan moderatie. Zo worden de Facebookgroepen, vaak met tienduizenden leden, beheerd door anonieme accounts. Een van deze Facebookgroep-beheerders (naam bekend bij NRC) liet weten dat er alleen moderatie plaatsvindt via het automatische algoritme van Facebook. Zelf kijkt hij nooit naar de berichten in de groep.

Janne Liewes (22, student aan de Hogeschool van Amsterdam) kreeg te maken met een oplichter die zich voordeed als kamerverhuurder op Facebook. Die stuurde haar direct allerlei foto’s van een ‘huis’ in Amsterdam en zelfs een kopie van een ID-bewijs. De sleutels kon hij direct opsturen, maar dan moest Liewes wel eerst 1.400 euro overmaken. „Ik kon de kamer alleen niet bekijken, omdat de verhuurder in het buitenland zou zitten. Natuurlijk klopten er dingen niet, maar ik moest snel een nieuwe kamer vinden en lette daar dus niet op.”

Vlak voordat Liewes het geld wilde overmaken, kwam ze een bericht van een ander lid in de Facebookgroep tegen, die waarschuwde voor oplichting onder de naam van haar verhuurder. „Veel mensen hadden gereageerd dat ze hetzelfde mee hadden gemaakt. Nu let ik daar meer op, door bijvoorbeeld het account van de verhuurder te checken.”

Door het persoonlijke karakter van sociale media vinden de studenten het doorgaans wel makkelijker om oplichting te herkennen. Daarom blijft hospiteren via sociale media populair. „Het is heel moeilijk om je hele leven op sociale media te faken”, zegt Beukers. „Daarnaast geven sociale media meer mogelijkheden om jezelf op een unieke manier te presenteren. Het is een échte gen-Z-manier om aan een kamer te komen.”


In Paradiso treden tientallen musici met „maatschappelijke kwetsbaarheden” op: ‘Met de band laat ik mezelf weer zien aan de wereld’

Vóórdat de repetitie van popgroep Space Lightning echt begint, wil Susie Arnon nog even een stukje van haar zelfgeschreven lofzang op Amsterdam zingen: „Lopend door de stad/ Tijdelijk zonder huis/ Maar als een warme deken/ Biedt het mij toch een thuis”. De zangeres met de roze krullen is zenuwachtig. Normaal speelt de band covers van soul- en popnummers. Dit is een eigen lied. Na het zingen van het refrein schakelt ze snel over op het nummer dat ze woensdag in Paradiso zal zingen: ‘Always remember us this way’, een ballad van Lady Gaga.

We zitten in de kelder van het Amsterdamse muziekcentrum Q-Factory. Space Lightning oefent voor het festival Het Ritme van de Stad, woensdag in Paradiso. Op die dag treden tientallen musici op die „psychische of maatschappelijke kwetsbaarheden” hebben. Muziekcentrum Eiwerk heeft het festival opgericht, de zorginstellingen Leger des Heils en HVO Querido zijn ingehaakt. Susie Arnon: „Vanuit de onderlaag van de stad hoor je ons hart hevig kloppen. Vandaar: het ritme van de stad.”

HVO-Querido biedt hulp aan daklozen. Van de pakweg 33.000 daklozen in Nederland, verblijft ongeveer de helft in Amsterdam. Dat is inmiddels een zeer diverse groep die doorgaans niet voldoet aan het sterotype beeld van de dakloze. De cijfers zijn schattingen: slechts éénderde is in beeld bij de hulpverlening. Die bieden naast tijdelijk onderdak ook dagbesteding aan. Lies Schilp, muziekcoördinator van HVO-Querido: „Iedereen bij ons moet een vorm van participatie hebben. Werken, meedoen. En daar is het muziekprogramma een onderdeel van. Het belangrijkste is dat iemand weer geactiveerd wordt.” Het nut van muziek maken is evident, zegt Schilp: „Ik heb mensen als zombies binnen zien komen. Maar zodra ze samen muziek maken, lopen ze met stralende ogen en pratend weer naar buiten. Ze worden mensen die weer zin hebben om de dag te beginnen. Nou, dat scheelt een boel aan zorgkosten, kan ik je zeggen.”

Redding

Zangeres Susie Arnon woont in een van de tientallen opvanglocaties van HVO-Querido. Ze ontdekte haar zangstem tijdens de karaoke-avonden in de opvang. „Ja, ik zing. En ik ben vier jaar geleden dakloos geraakt. Ik was behoorlijk de weg kwijt en de kluts kwijt. In het begin wil je dat niemand het weet. Dat niemand je ziet. Als zoiets je overkomt, moet je jezelf helemaal opnieuw ontdekken. We zijn gewend om dingen een beetje te ontwijken of op te vangen. Maar als je in zo’n heftige situatie komt, dan kan je het niet meer ontwijken of opvangen. Je moet er doorheen.”

Toen ze eenmaal de weg naar de opvang had gevonden, werkte ze eerst in een wassalon en een boekbinderij. Het duurde even voor ze genoeg „rust en vertrouwen” had om voor kunst en muziek te kiezen: „Het was heel fijn om via muziek weer een doel te hebben. En vertrouwen te krijgen in mezelf. Anders was ik misschien nog verder weggezakt in een uitzichtloze situatie. In het begin van mijn dakloosheid hield ik me heel erg verborgen. Optreden met de band maakt juist dat ik mezelf laat zien aan de wereld, en aan mijn twee dochters die ik niet meer spreek. Ik kan je echt zeggen dat het mij geholpen heeft. En misschien zelfs gered heeft, ja.”

In de repetitieruimte komen de zangers langzaam binnendruppelen. In de hoek zit gitarist Joris onverstoorbaar te soleren – hij gaat er zo in op dat hij soms een afslag mist. Joris is over zijn gitaar heen gegroeid, hij draagt een tourshirt van Circle of Faith. Misschien christelijke metal. Zangeres Titia, oudere vrouw met kruk, zingt ‘I Will Survive’, de andere zangeressen haken in bij het la-lala-lala-gedeelte. John (66) fladdert binnen. Zonnebril, frisse pet met blauwe streepjes. Hij heeft er zin in vandaag. danst door de ruimte, maakt grappen met iedereen. John zingt een energieke versie van ‘Easy (Like Sunday Morning)’ van de Commodores.

Deze zanger blijkt trouwens geenszins dakloos te zijn. Kwam gewoon een keer binnenlopen bij een repetitie en maakte zich als multi-instrumentalist snel onmisbaar. Susie Arnon: „Space Lightning is niet alleen voor daklozen. Veel bandleden hebben inmiddels een woning, of ze zijn om een andere reden bij de band gekomen. Je kunt ook psychische problemen hebben, of je komt uit een scheiding. Gewoon, als je uit de maatschappij bent gevallen. Iedereen is welkom.”

„Het is ook zo opgezet dat er gewoon weer structuur komt in je leven”, zegt Arnon. „Wat ik zo mooi vind van onze band, we zijn een familie. Als er wel eens een tegenslag is, zoeken we steun bij elkaar. Als er ruzie is, leren we het uit te praten. En het leert ons om door te zetten.”

Het echte, het doorleefde

Verwacht geen verwarde of bedwelmde personen op het podium. Volgens Lies Schilp moet je op „een bepaald herstelniveau zitten” om überhaupt het ritme van de bandrepetities te volgen. De bezoekers van Paradiso krijgen volgens Arnon een groep mensen te zien „die zichzelf uit een problematische situatie heeft gewerkt”. Als je de groep voor het eerst ziet, zegt ze, denk je misschien ‘wat is dat voor een samengeraapt zootje?’ Maar als je ze dan hoort spelen: „Je voelt gewoon het echte, het doorleefde, de hoop en de trots”. Volgens Schilp is dat precies het idee van het festival, om de deelnemers op een positieve manier te laten zien: „Dit zijn mensen die ook bij de stad horen. Zo hebben ze een podium om te laten zien: kijk dit doe ik nu ook. Dit ben ik nu. Hier sta ik nu.”

Susie Arnon: „We verwerken zonder filter ons verhaal in muziek. We hebben allemaal best wel heftige dingen meegemaakt en we zijn allemaal bij een zorginstelling beland. Als het dan lukt om gezamenlijk iets te doen, dan geeft dat zo’n goed gevoel. Er staan mensen die hebben iets overwonnen.”

Festival Het Ritme van de Stad: 18/6, in Paradiso, Amsterdam. Zie hvoquerido.nl


Simon Heijmans: ‘Ik probeer in mijn podcasts gelijk op te trekken met de luisteraars’

De Brand in het Landshuis behoort tot de klassiekers in podcastland. De zesdelige podcast van Simon Heijmans gaat over het landhuis van grootgrondbezitter Ewald Marggraff in Vught. Het brandt in december 2003 af. Marggraff wordt na het blussen dood achter de voordeur aangetroffen. Al heel snel vermengen feit en fictie zich in de verhalen die rondgaan. De brandweer had hem kunnen redden, maar deed dat expres niet, omdat Marggraff een broertje dood had aan alles en iedereen die ook maar iets met de overheid van doen had. Marggraff’s vermogen, dat enkele tientallen miljoenen zou bedragen, was verdwenen. En hoe zat het met zijn grote kunstcollectie?

Simon Heijmans ontrafelt met een enorme precisie, met heel veel geduld en op theatrale wijze de kluwen van feit en fictie. Hij serveert de waarheden van zijn hoofdpersonen stap voor stap uit om uiteindelijk te belanden bij de onontkoombare conclusie. De opbouw van het verhaal, Heijmans’ stemgebruik in zijn voice-over, de muziek, alles spreekt in hoge mate tot de verbeelding van de luisteraar.

Dat doet hij ook weer zeer geraffineerd in Het Verhaal van de Schaal, zijn nieuwe zevendelige podcast voor NTR waarvan op 9 juni de eerste vier afleveringen verschenen.

Het medium podcast lijkt geknipt voor jou. Hoe kwam je ermee in aanraking?

„Ik luisterde al veel podcasts voordat ik ze zelf ging maken, voornamelijk uit Amerika, altijd waargebeurde verhalen. S-Town was en is mijn favoriet. Al die podcasts die ik luisterde hadden één overeenkomst: Ze legden de nadruk op hoe je een verhaal vertelt en hoe je iets in de oren van je luisteraar kunt krijgen.

In 2017 verscheen de podcast Bob van audiocollectief Schik die Heijmans inspireerde. Deze podcast gaat over de vierentachtigjarige Elisa die verliefd is op Bob. Haar drie dochters hebben nog nooit van hem gehoord, maar hun moeder wil niet meer ophouden met over hem te praten. Ze heeft een hele liefdesgeschiedenis met Bob die teruggaat tot 1948, maar ondertussen vragen de dochters zich af of Bob eigenlijk echt bestaan heeft. Heijmans: „Bob zette een luikje open. Ik dacht: Ja, een verhaal zo vertellen kan dus blijkbaar ook in het Nederlands.”

Heijmans (1989) komt uit het theater, eerst was hij acteur, later maakte hij zijn eigen voorstellingen. „Bij mijn theatervoorstelling Voor Altijd duurt een Jaar maakte ik een low-key podcast waarin ik liet horen hoe ik de research voor de voorstelling had gedaan. Ik sprak daar ook mijn eigen overdenkingen in uit, ik vroeg me bijvoorbeeld af waarom ik bepaalde vragen niet aan mensen durfde te stellen.” Die podcast kwam Marion Oskamp ter ore, researcher en eindredacteur bij de NTR. Heijmans had haar wel eens ontmoet in haar functie als ‘podcastsdokter’: „Je kan bij haar terecht met vragen als: Wat voor apparatuur heb je nodig en hoe en waar kun je podcasts publiceren? Nou, Marion had dus mijn podcast gehoord en er was net een heel klein potje met geld over voor een podcast-productie.”

Juiste moment

Voor zijn eerste podcast dacht Heijmans aan de brand in het landhuis, waar hij al heel lang mee rondliep: „Wij reden met het gezin altijd langs het landhuis, op weg naar een vriendin van mijn moeder, ik ken het uit mijn jeugd. Ik was gefascineerd door wat daar gebeurd kon zijn, en door de grootgrondbezitter Marggraff. Wat was dat voor man? Ik kon meteen beginnen met de research. Die podcast kwam, kan ik achteraf zeggen, precies op het moment dat Nederland klaar was om ernaar te luisteren.”

Foto Elvin Boer

Hij heeft vijf maanden lang fulltime gewerkt aan De brand in het landhuis. „Toen de podcast klaar was dacht ik: Dit doe ik nooit meer zo. Maar aan Het Verhaal van de Schaal ben ik een jaar bezig geweest, de laatste maanden meer dan fulltime.”

Het Verhaal van de Schaal gaat over verzamelaar Ton die zegt een Chinese porseleinen schaal uit de Ming-dynastie (1368-1645) in bezit te hebben die misschien wel tientallen miljoenen euro waard is. Aan het begin van de eerste aflevering treft Heijmans de schaal bij Ton op kantoor aan, hij staat op de grond, vlak naast de centrale verwarming. Het lijkt een raar en totaal ongeloofwaardig verhaal, toch heeft Heijmans redenen om aan te nemen dat er wel eens iets van waarheid in zou kunnen zitten. Als Ton dan ook nog eens een schilderij uit zijn verzameling opdiept „van één van de grootste schilders is die Nederland heeft voortgebracht”, kun je als luisteraar maar één ding doen: Verder luisteren.

Gelaagdheid

„De podcast zit precies in de vorm die bij mij past. Die vorm is gebouwd op mijn eigen intuïtie en mijn ervaring met theatervoorstellingen. Als ik de podcast zit te monteren ben ik al aan het eind van het verhaal, ik ken mijn materiaal, ik weet exact wat ik heb. Dan zet ik mezelf terug om gelijk te lopen met jou, de luisteraar. Wij maken samen de reis. Zo ontstaat er gelaagdheid, je hoort mensen tijdens het verhaal veranderen. Ik sla zijwegen in, waar mijn research me brengt. Dat kunnen ook zijwegen zijn die ogenschijnlijk nergens toe leiden, maar ze hebben altijd betekenis voor het vervolg van het verhaal.”

Het moet niet klinken als een hervertelling: „Ik heb een actieve rol in wat gaande is en ik doe de belofte aan jou die rol waar te maken. Ik maak jou nieuwsgierig naar waar ik nieuwsgierig naar ben. Want zeg nou zelf: De feiten kloppen. Ton laat zijn schaal drie keer testen, hij is echt oud, maar de historische porseleinkenners geloven hem niet. Dat kan niet allebei waar zijn. Wie heeft er gelijk?”

Hoe het afloopt? „Nee, dat zeg ik niet, ik ga niet spoilen. En al zou ik willen spoilen, dan doe ik het nog niet, maar ik weet inmiddels wel hoe het zit.”

Het Verhaal van de Schaal, zeven delen op NPO Luister. De eerste twee afleveringen via alle apps.


Op zichzelf wonen bevalt Kees Momma verrassend goed: ‘Het is een feest’

Nee, zegt Kees Momma: van de drie documentaires die regisseur Monique Nolte inmiddels over hem maakte heeft hij er nog nooit eentje gezien „Ik durf mezelf niet te zien en te horen”, aldus Momma. „Ik zou me dood generen. Dan zou ik flauwvallen van schaamte.”

Anderen kijken juist graag naar Kees, zo blijkt uit het succes van de films. 1,5 miljoen mensen zagen Het beste voor Kees (2014) – en dat is voor een documentaire héél veel. Hierna maakte Nolte het vervolg Kees vliegt uit (2023) en vanaf woensdag is deel 3 te zien bij Videoland: Kees vliegt écht uit Wat maakt hem zo populair?

„Wat grappig is aan Kees”, zegt Nolte (56), „is dat hij zich niet aan sociale conventies houdt. Dat levert aparte situaties op. Mensen denken: zou ik zelf wel willen reageren! Maar dat doen we niet vanwege conventies.”

Dat blijkt ook vandaag weer als Momma (59) na afloop van het interview thee wil drinken uit een stenen kopje, maar het café alleen thee in een glas serveert. Hij had ook graag een taartje gewild, maar er is alleen appeltaart. „Die is altijd zo koud”, aldus Momma. En dan hoort hij een krijsend kind even verderop. De maat is vol. Hij wil weg. We zetten de zoektocht voort totdat er een rustiger café is gevonden, dat thee serveert in ouderwets servies, en helaas ook alleen maar appeltaart heeft – Momma vraagt of ze die dan kunnen opwarmen, en zo geschiedt. Maar vijf minuten later is er alweer een nieuw ongerief: „Er zit daar buiten iemand te roken!” Momma, die binnen zit, verkast naar een andere plek waar hij minder last heeft van de rook, maar is zijn ergernis niet kwijt. „Daar zou de regering veel strenger in moeten zijn!”

Momma vindt het geen probleem over zijn autisme te praten. „Het is een constante strijd met mijn omgeving, de wereld om me heen”, vertelt hij tijdens het interview in een hotelkamer tegenover Artis – een café was te rumourig; vanwege zijn autisme is hij erg gevoelig voor geluiden. „Er komen veel prikkels op me af en alles komt veel heftiger bij mij binnen dan bij mensen die geen autisme hebben. Geluiden zijn het ergst, maar wat ik ook zie of ruik, hoge temperaturen, verwerk ik moeilijker. Ik ben zo perfectionistisch. Alles moet mooi zijn en in balans en harmonie. Maar er zijn ook momenten van verrukking. Ik kan heerlijk genieten van mijn klassieke muziek luisteren, lekker koken, van mijn koffieuurtje of een bezienswaardige plek.”

Welkom in Amsterdam

De laatste tijd komt Momma veel in Amsterdam, vertelt hij, vanwege de publiciteit rondom de film. Vorige week was de première in Tuschinski, nu is hij er weer voor een optreden bij de talkshow Humberto. „En volgende week ga ik naar een klant van mij in Amsterdam-Zuid voor een tekenopdracht. In Amsterdam heb ik het gevoel dat ik welkom ben. Ik vind het mooie bouwwerken, kijk mijn ogen uit en word ook herkend op straat. Het zijn altijd aardige reacties. Grachtenhuizen vind ik zo mooi, die teken ik ook.”

Is hij ook weleens in Parijs geweest? „Ja”, zegt Momma, „in 1983. Schitterend! De huizen daar. Zó indrukwekkend. Ik heb het graf van Napoleon bezocht. Maar het bezoek duurde kort. Ik had wel méér willen zien.”

In Kees vliegt écht uit zien we hoe Kees nu echt, zoals hij dat zelf steevast noemt, „geheel zelfstandig” gaat wonen – al is het dan op een steenworp afstand van het ouderlijk huis in Velp. Nog elke ochtend gaat hij thee zetten voor zijn ouders voordat ze wakker worden, maar zijn bed staat nu in zijn eigen woning – die er ook in Kees vliegt uit al was, maar waar hij toen nog niet sliep. In de documentaire zien we hoe Momma’s ouderwetse eenpersoonsbed, een stalen ledikant met stalen spiraal, verhuisd wordt naar de nieuwe woning.

Beeld Videoland

„Ik woon nu vijf jaar op mezelf en het bevalt me enorm, het is een feest”, aldus Momma. Hij was meteen al blijer dan hij verwacht had toen hij op zichzelf woonde. „Ik had opeens alle rust, geen last van geluiden die door huisgenoten werden gemaakt: harde geluiden komen agressief over, klinken harder in mijn hoofd. En ook psychisch doet ‘t me pijn. Dan denk ik: nou doen ze ‘t tóch weer, leren ze ‘t niet af, vergeten ze ‘t weer.”

Dat gaf steeds stress en spanning, vertelt Momma, en werd erger naarmate zijn „huisgenoten”, die de vijftiger in Kees vliegt écht uit nog steeds „pappie” en „mammie” noemt, ouder werden. „Ze moesten op hun tenen lopen en dat kon ze weleens te veel worden. De ouderdom eiste haar tol. Mijn moeder ging dementeren en mijn vader werd wat koppiger en chagrijniger.”

En zo besloot Momma de sprong te wagen. „Het was een pittige tijd, een hele omschakeling, maar ik voelde me ineens heel sterk worden en heb toen de knoop doorgehakt en besloten op mezelf te wonen. Ik kon niet meer bij mijn ouders blijven.”

Voortaan kon hij gelukkig wél bij zijn broers terecht voor steun. „Ik was zó blij toen ik geheel zelfstandig ging wonen. En als ik in paniek raakte omdat ik bijvoorbeeld een onverwacht hoge temperatuur op de thermometer aflas, kon ik mijn broer Jasper appen of bellen.” Niet langsgaan, want Jasper woont “helemaal in het Westen van het land.”

Ja, zegt Momma, hij heeft in zijn nieuwe huis weleens last van eenzaamheid. „Maar Jasper en zijn vriendin zijn fantastisch, het zijn gouden mensen. En ze hebben de rol van mijn ouders helemaal overgenomen.” Ook zijn er net leuke nieuwe mensen in de buurt komen wonen, vertelt hij. „Ja, er zijn heel veel lichtpunten.”

Dementie

Momma is een begaafd tekenaar, maar tekent het liefst in opdracht – niet puur voor de lol. „Ik heb liever opdrachten, dat is veel leuker. Wat moet je anders met zo’n tekening? Ik voel me sneller eenzaam als ik minder tekenopdrachten heb. Als ik er meer heb kan ik mijn dagen goed vullen en ben ik een gelukkig mens. Dagbesteding is onmisbaar voor mij. Twee wandelingen per dag. Tekenen. Huis schoonmaken.”

In de eerste jaren na zijn verhuizing deed hij nog aan „mantelzorg”, zegt hij. „Maar toen ze verder achteruitgingen lukte ‘t niet meer. Moeder was soms helemaal de kluts kwijt, achterdochtig, spullen kwijt. Na een valpartij moest ze naar het verzorgingstehuis en mijn vader is toen mee gegaan.”

De sterke band met zijn moeder verdween niet toen ze dementeerde, vertelt Momma. „We konden elkaar aankijken, ook zonder te praten. We voelden elkaar precies aan en dan zeiden we geen woord, maar die hechte moederzoonband bleef.”

Aanvankelijk ging hij nog langs in het verzorgingstehuis. „In ‘t begin heb ik ze twee keer per week opgezocht. En wat heel aandoenlijk was: moeder dacht dat ze nog thuis was. Ze wilde me iets lekkers te drinken of te eten geven, maar dat kon niet want ze zat in een appartement in ’t verzorgingstehuis. Dat besefte ze niet, ik moest alles uitleggen maar het drong niet tot haar door. Ze takelde steeds verder af maar wist nog wel wie ik was. Pas op ’t allerlaatst veranderde dat. Op haar negentigste verjaardag had ik wat voor haar meegebracht maar ze herkende me niet meer. Dat was een trieste ervaring. Daarna werd ‘t te moeilijk nog langs te gaan. Toen had ze nog 3,4 maanden te gaan. En toen sliep ze vredig in.”

Beeld Videoland

Toen zijn moeder stierf, in de zomer van 2024, was dat een „opluchting”, vertelt Momma: „Want ik wist dat mijn moeder uit haar lijden was verlost. We hadden geleidelijk aan al afscheid genomen van elkaar, gedurende drie, vier jaar. En de laatste maanden was het verschrikkelijk, mensonterend: de mentale en fysieke aftakeling. Dus de dood was een verlossing. Ze stierf in alle rust en vrede.”

Contact met zijn vader (94) heeft Momma niet meer, vertelt hij. „Ik heb zoveel van mijn ouders geleerd. Ook van mijn vader. Persoonlijke communicatie met mijn vader was moeizaam. En hij is nu zo broos en sentimenteel. Hij kan uitbarsten in vreselijke huilbuien. Het ging niet meer. Communiceren met hem ging niet meer.”

Ouders weg

Kees vliegt écht uit eindigt op het punt waar Kees twee jaar geleden was, zegt Nolte, toen zijn ouders net naar het verzorgingshuis waren vertrokken en het ouderlijk huis leeg achterbleef. Waarom lopen de Keesfilms eigenlijk achter op de werkelijkheid? „Normaal valt het niet op want elke film vertelt een eigen verhaal. Maar nu is het overlijden van Kees’ moeder in het nieuws geweest en verwacht je dat je dat in de film gaat zien. Deze film gaat over het oplossen van de symbiose tussen Kees en zijn moeder. Toen zij overleed was ik al bijna klaar met de montage. Ik kon het er niet in verwerken. Het einde van deze film moest voor mij zijn dat hij door dat huis loopt en zijn ouders niet kan vinden. Dat vond ik zo’n mooi einde. Je weet niet hoe de toekomst van Kees eruit gaat zien zonder ouders.”

„Het vinden van een nieuw evenwicht is waar de volgende film over gaat en daarin zie je ook wat de consequentie is van de keuze die zijn ouders gemaakt hebben om Kees altijd thuis te houden. Dat onderzoek ik in de volgende film en ik heb het gevoel dat dat echt de laatste zal zijn.”

Sommige mensen noemen het „lekker makkelijk”, zegt Nolte, om maar weer nieuwe Keesfilms te blijven maken, maar daar denkt ze zelf anders over. „Ik vind juist dat ik moet kijken of het iets toevoegt. Als ik er een maak die niks toevoegt gaat dat met terugwerkende kracht ten koste van de andere films. En juist omdat Kees heel populair is wordt er extra kritisch naar mij en mijn werk gekeken. Van mijn vorige film werd ook al van tevoren gezegd: dat is voortborduren op bestaand succes en het is niet per se gerechtvaardigd een nieuwe Keesfilm te maken. Maar ik kreeg goede kritieken en positieve reacties en die krijg ik nu ook weer van journalisten en andere mensen die de film al gezien hebben. Het losmaken van je ouders is een herkenbaar thema, net als het mantelzorgen voor ouders en dat ze niet meer die sterke mensen zijn waarop je als kind leunde. De liefde tussen ouders en kind is universeel.”

Een goede vriendin

Twee jaar geleden vertelde Nolte waarom ze de overstap maakte van de publieke omroep naar streamingdienst Videoland (RTL): dat had te maken met de in haar ogen tekortschietende betaling en behandeling van documentairemakers bij de publieke omroep. Die klacht bleek herkenbaar en veroorzaakte een opstand onder documentairemakers. Hoe kijkt ze daar nu op terug en is er wat veranderd? „Ik heb wel gehoord dat makers overstappen omdat de besluitvorming bij de publieke omroep heel traag is. Het voelt niet respectvol. Je hebt hard gewerkt en succesvolle programma’s gemaakt maar verkeert steeds weer heel lang in onzekerheid of je weer groen licht krijgt voor een nieuw project. Dan is het logisch dat je gaat kijken naar andere partijen die sneller groen licht geven en tegen een fair bedrag. Maar dat betekent nog niet dat de streamers dezelfde producties willen als de publieke omroep. De streamers gaan nu heel goed en op het moment dat zij hun doelgroepen gaan verbreden door ook wat meer kwaliteitsprogramma’s en documentaires aan te kopen en informatieve series zouden de omroepen weleens hun bestaansrecht kunnen gaan verliezen. Mits de streamers er dezelfde inhoudelijke kwaliteitseisen op gaan nahouden, natuurlijk.”

Aan het einde van Kees vliegt écht uit zien we een voorproefje op het volgende deel Kees Solo (dat we volgens Nolte over een jaar of wat kunnen verwachten). En daaruit valt op te maken dat er inmiddels iemand in zijn leven is die de rol van zijn moeder heeft ingenomen. „Ja”, zegt Momma in de Amsterdamse hotelkamer, „ik heb iemand gevonden.” Een vriendin? „Een goede vriendin” zegt hij, met de nadruk op goede. „Maar ik durf er nog niet te veel van in de openbaarheid te brengen. Wellicht zie je er in de volgende film iets van.”

Ondertussen voelt hij de band met zijn moeder nog steeds – Momma heeft het gevoel dat ze nog naar hem kijkt. „Ik zeg altijd: haar geest waakt boven mijn hoofd en in mijn ziel neem ik haar wijsheid met me mee.”

Kees vliegt écht uit is te zien op Videoland.


Tv-recensie | Tuinman wast illegale grenscontroles wit bij ‘Goedenavond Nederland’

‘Maar even voor de duidelijkheid…” Zelfs Sam Hagens klonk nu enigszins bezorgd. „U roept níét op om hiermee door te gaan, hè?” „Dat was de vraag niet”, zei Gijs Tuinman; een frase die de demissionair BBB-staatssecretaris van Defensie maandagavond bleef herhalen.

In het weekend besloot een groep mensen in Ter Apel voertuigen staande te houden om te kijken of daar asielzoekers in zaten. Hun illegale, intimiderende actie noemden ze ‘grenscontroles’. Die zelfgekozen term was blijkbaar catchy genoeg om in vrijwel alle berichtgeving te worden overgenomen – soms met aanhalingstekens, soms zonder. In Goedenavond Nederland (WNL), waar geregeld een balkje in het scherm verschijnt met daarop de thema’s die die aflevering besproken zullen worden, ontbraken de aanhalingstekens.

De vraag die Hagens aan Tuinman had gesteld, was: „Wat vindt u van deze actie?” Ja, ach, het was niet zijn portefeuille, en bovendien was meneer Tuinman er zelf niet bij geweest. Wist hij veel wat er precies was gebeurd. Maar wat hij zich wél voor kon stellen, was dat „als je in de buurt van Ter Apel woont, je het best weet welke busjes het zijn waar mensen mee overkomen”. „Dus u heeft er eigenlijk wel begrip voor”, zei Hagens. „Ik heb er wel begrip voor”, beaamde Tuinman. „Of het handig is om te doen… dat is een andere vraag.” En niet eentje die Tuinman wenste te beantwoorden, zo bleek. In plaats daarvan plaatste hij in gedachten een vraagteken achter Hagens’ statement en bleef hij het hele item diezelfde denkbeeldige vraag beantwoorden: had hij er begrip voor? Ja, hij had er begrip voor. De burgers maakten zich zorgen, hè. Vanwege asiel. Altijd vanwege asiel.

In de vrolijk rechtse studio groeide nu het ongemak, terwijl de sfeer er net nog best lekker in had gezeten. De laatste ontwikkelingen in Den Haag waren opgewekt doorgenomen. Dilan wilde niet meer met Geert in zee – dat was me wat! „Wat waren nou de smaken en de moeilijkheden hierbij?”, had presentatrice Welmoed Sijtsma aan politiek verslaggever Tessa van Viegen gevraagd over Yesilgöz’ afweging. „Het moeilijke is natuurlijk dat de VVD haar kiezers een rechts beleid wil beloven op het gebied van asiel. En dat kan je heel moeilijk waarmaken met linkse partijen, dat hebben we de afgelopen jaren gezien”, had Van Vliegen geantwoord, terugkijkend op jaren van niet-linkse kabinetten.

Trouwens: het afgelopen kabinet was ook niet echt rechts, vond sidekick Jort Kelder. „De PVV is eigenlijk de SP op het gebied van economie. Alleen cultureel zijn ze zeer behoudend.” Hij keerde zich naar Tuinman. „De BBB is… wel behoorlijk rechts, toch?” „Sociaal conservatief”, verbeterde Tuinman, die verder nog kwijt wilde dat hij elke dag bezig was met „besluiten nemen en verantwoordelijkheid nemen”.

Hoe bevrijdend moet het zijn om te leven in een wereld waarin woorden niets meer betekenen. Links is rechts en rechts is links; zeggen dat je verantwoordelijkheid neemt staat gelijk aan verantwoordelijkheid nemen. Asiel houdt iedereen bezig als we maar blijven zeggen dat asiel iedereen bezighoudt. Op die manier gaan er werelden voor je open: je kunt carrière maken bij verschillende omroepen of zelfs in de Kamer terechtkomen, en als je eenmaal in de Kamer zit heb je misschien wel tijd over om een leuk programma te maken voor Ongehoord Nederland. Kamerlid Dion Graus (PVV) is bijvoorbeeld nog steeds elke maandag iemand tot dierenridder aan het ridderen in Dierenridders. Fijn, toch?

Maandagavond had ik heel even de hoop dat de WNL-presentatoren uit hun vrijheidsroes ontwaakten. Ik meende iets van schrik in hun ogen te zien toen ze zich realiseerden dat Tuinman wel een heel eigen blik op de werkelijkheid had ontwikkeld. Toen zei Hagens: „Oké, we laten het hierbij.” „Hè”, zuchtte Sijtsma opgelucht. En ze droomden lekker verder.

Correctie (12 juni 2025 om 09.53 uur): In een eerdere versie van dit artikel stond dat Jort Kelder en Gijs Tuinman bij Goedemorgen Nederland zaten waar dat Goedenavond Nederland moest zijn. Dat is hierboven aangepast.