N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
NRC Handelsblad
24 april 2018
Typologie Elke vrijmarkt is anders, toch ziet er vaak dezelfde types. Van het aanwaaikind, tot de impulsaankoper.
De schim
Terwijl de kinderen met dodelijke ernst hun kleedje nog aan het inrichten zijn, is hij er ineens. De schim. Een man van middelbare leeftijd, vaak een Nederlandse Turk of Marokkaan, die meer wil weten over de harde schijf op het kleedje. Is hij al eens geformatteerd bijvoorbeeld? Hoeveel gig kan erop? Weet jij veel. Je man had die in de doos voor Koningsdag gegooid. De schim lijkt teleurgesteld, maar koopt hem voor 2,50. Je doet het en krijgt later op je kop van je man die had gehoopt helemaal binnen te lopen op dit unieke item dat kan printen, stralen en beamen tegelijk.
De verzamelaar
Net als de schim komt hij vroeg. Hij trekt met zijn boodschappentrolly snel langs de kraampjes, waarbij hij razendsnel de koopwaar scant. Wat hij zoekt is specifiek: LP’s van een bepaald platenlabel, of de missende jaargang in zijn Donald Duckverzameling. De eventuele transactie voltrekt zich razendsnel, bijna woordeloos. Hij moet dóór, want de andere kapers op de kust zitten vast vlak achter hem.
De keiharde onderhandelaar
Je let even niet op, want de buurvrouw heeft een interessant verhaal en als je je weer omdraait zie je een vrouw weglopen met een volle tas. Op het kleedje een lege plek waar de dochter haar in vier jaar verzamelde Lego-friends had uitgestald. Dat peperdure speelgoed had ze wel altijd willen hebben, maar ze had er nooit mee willen spelen. „Verkocht mam!”, zegt je dochter trots „voor één euro!” Je bijt op je lip en verwenst de vrouw die je kind zo genadeloos wist af te zetten.
Het aanwaaikind
Jouw kinderen zitten al om zeven uur op het plekje dat ze wekenlang na elke regenbui opnieuw met krijt hebben afgetekend. Om elf uur komt de nonchalante vriendin langs met haar kind dat óók wat spulletjes heeft. Natuurlijk schikken jullie in. Zelf gaat ze weer naar huis want… ja wat eigenlijk? De kinderen gaan een rondje lopen over de markt en jij bestiert ineens drie winkeltjes. Omdat je het overzicht kwijt bent, verkoop je per ongeluk de knuffelbeer die je dochter net van haar eerste zelfverdiende geld had gekocht.
De oranje pruik
Nee, ze kan echt niet werken op Koningsdag. Dat is voor haar namelijk het leukste feest van het jaar, zoals carnaval dat voor anderen is. Ze kleedt zich dan ook lekker gek. Een oranje pruik en een gebloemde tuinbroek. Het verkopen van spullen is bijzaak. De vrijmarkt is vooral een alibi om de hele dag luid zingend contact te leggen met voorbijgangers. Als die niet leuk meedoen, kan ze venijnig worden. Het moet en zal godverdomme gezellig zijn.
De piraat
Al uren is de verkoop bezig, maar ineens is daar: de piraat die zijn kleedje voor je neus legt op straat. Tussen jullie winkeltje en de stroom potentiële klanten. Als je er iets van zegt, wordt dat weggewuifd. ‘Het is toch gezellig’ en ‘de mensen kijken heus wel over dit kleedje heen’. Je vindt het hondsbrutaal maar denkt ook: ik ga hier geen ruzie lopen maken op een kinderfeest. Je verkoopt de rest van de dag niets meer.
De marktkoopman
Om zeven uur staan de kinderen beteuterd langs je bed, waar jij nog met je kater in ligt. Er staat iemand anders op het door hen afgetekende plekje. Nu staan ze verderop waar geen voorbijganger en geen zon komt. Je mompelt: ‘maak er maar het beste van’, maar een half uur later ga je er toch op af. De kaper blijkt een marktkoopman, vermomd als buurtbewoner. Hij verkoopt afgekeurde lingerie in onmogelijke maten. Als je vraagt waarom hij je kinderen heeft weggejaagd, zegt hij: ‘wie het eerst komt, mevrouwtje, dat kunnen ze niet vroeg genoeg leren’. Je staat met je mond vol tanden en koopt het leed af met suikerspinnen.
De impulskoper
Veelal te zien rond een uur of vier ’s middags. Ze was helemaal niet van plan iets te kopen, maar onder invloed van prosecco bezwijkt ze onder de shopportunities. Een schattig kastje, een turquoise vaas en een vintage barbie. Hoe heeft ze ooit kunnen denken dat ze zonder kon? Heeft niet nagedacht over vervoer van de spullen en is te herkennen aan het bijzettafeltje dat ze de rest van de dag meesleept.