De wonderlijke alledaagsheid van schuursponsjes, tomaten en plakband

Thomas Nondh Jansen (39) werd geboren in Bangkok en op tweejarige leeftijd geadopteerd door een Nederlands gezin. ‘Thuis’ werd een belangrijk thema in zijn leven en, toen hij later fotograaf werd, zijn werk. In zijn fotografie hebben objecten altijd de hoofdrol gespeeld. De spaarzame menselijke elementen in zijn werk – een hand die een ruitenwisser vasthoudt, vingers die een knikker wegschieten of een enkel oog dat tussen een stapel boeken doorkijkt – staan in dienst van de gebruiksvoorwerpen.

Eerder maakte hij het fotografisch kinderboek De olifant die niet wist of hij verdwaald was. Het olifantje dat de hoofdrol heeft vond hij in de tuin van buren. In dit boek onderzocht hij vragen waar hij in zijn jeugd mee worstelde als ‘wie ben ik?’ en ‘waar ben ik thuis?’ Toen de wereld tijdens de covid-pandemie op slot ging, kwamen nieuwe vragen op. „Ik vroeg me af: ‘wat betekent thuis nou eigenlijk voor mij?’” Inmiddels heeft Jansen zelf een gezin en is zijn thuis een plek van warmte en vrolijkheid. Ook is het de plek waar hij zich nog steeds kan verwonderen. Jansen: „Ik vind bijvoorbeeld afwassen een heel mooi iets. Met die kleuren, dat sop. We hebben nu een afwasmachine en dat vind ik eigenlijk wel jammer.”

Foto Thomas Nondh Jansen

Foto Thomas Nondh Jansen
Foto Thomas Nondh Jansen

Sinds hij in 2020 met de fotoserie Huiskamersafari begon, wil Jansen met humor de verborgen schoonheid van het dagelijks leven laten zien. Een stapel mokken die lachend een radslag lijken te maken, een koelkast vol tomaten die zich lijken te hebben vermenigvuldigd of een zure mat die zich heeft vermomd als rol plakband. Stillevens waar tóch beweging in lijkt te zitten.

„Ik houd erg van het alledaagse. In huis kunnen we heel veel zien waar we overheen kijken en juist die voorwerpen zet ik centraal. Dan vraag ik me af: wat kun je nou met een vorm? Hoe kan ik kleur, licht, fantasie en compositie gebruiken om de schoonheid van het alledaagse te verbeelden? Dus het is een lang proces van lijmen, plakken en stapelen. Voor de snoeptape heb ik allemaal zure matten met spijkertjes vast gezet, dat duurde eindeloos. En er gaat heel veel kapot. Voordat de boog met koffiekopjes precies zo was als ik wilde, zijn er tientallen gesneuveld. Maar ik gooi niets zomaar weg. Na het voltooien van de foto met de tomaten hebben we wekenlang tomatensap, -soep en -saus gegeten.”

De serie, genomineerd voor de prestigieuze fotografieprijs van het International Festival of Fashion & Photography, is van 24 mei tot 7 juli te zien in de Grote Kerk in Alkmaar.

Foto Thomas Nondh Jansen
Foto Thomas Nondh Jansen

Foto Thomas Nondh Jansen
Foto Thomas Nondh Jansen

Foto Thomas Nondh Jansen


Nergens zie je beter hoe traag de energietransitie verloopt als in de haven van Amsterdam

De haven van Amsterdam is een spiegel van de samenleving: ook hier moet de energietransitie plaatsvinden, maar die gaat trager dan gewenst. De haven heeft grootse plannen om circulair en duurzaam te worden. Tegelijk zie je er de afhankelijkheid van fossiel.

In 2023 daalde de totale overslag in Amsterdam 20 procent ten opzichte van 2022, meldde het havenbedrijf eind april. De overslag van steenkolen halveerde, tot 7,4 miljoen ton. De overslag van olieproducten daalde 16 procent, tot 28,9 miljoen ton.

Marc Anthony werkt als laborant bij Argent Energy, dat biobrandstof maakt van frituurvet en andere dierlijke vetten uit afval. Het Brits-Nederlandse bedrijf produceert nu 250.000 ton biodiesel per jaar.
Foto Wouter Zaalberg
Port officer Carlos aan dek tijdens een storm. Als schipper en toezichthouder in de Amsterdamse wateren is hij verantwoordelijk voor het vlot, veilig en verantwoord bevaarbaar houden van de haven.
Foto Wouter Zaalberg

Tussen oktober 2023 en maart 2024 bracht fotograaf Wouter Zaalberg (1985) de Amsterdamse haven in beeld – de mensen die er werken, de opkomende duurzame bedrijven, de energietransitie. Zaalberg is een van de drie winnaars van de jaarlijkse fotodocumentaireopdracht van het Stadsarchief Amsterdam. Sinds 1972 laat het archief fotografen de stad vastleggen.

Binnenvaartschepen wachten tot ze bij EVOS brandstof kunnen inladen. Het vervoer van benzine, diesel en andere brandstoffen gaat dag en nacht door. EVOS levert ook kerosine aan luchthaven Schiphol via een ondergrondse pijpleiding.
Foto Wouter Zaalberg

Rangeerder Bato is verantwoordelijk voor het veilig vervoeren van lading per spoor. Bij het vallen van de avond maakt hij wagons vol bio-ethanol klaar voor vertrek.
Foto Wouter Zaalberg
Uitzicht op het dek van een olietanker. In Amsterdam doen gemiddeld meer dan 2000 olietankers (2185 om precies te zijn) per jaar de haven aan. Amsterdam was tot voor kort een haven waar op grote schaal restproducten werden vermengd tot brandstoffen die te vervuilend waren voor de Europese markt. Die brandstoffen werden dan verkocht en vervoerd naar plekken met minder strenge milieuwetgeving. Dat is sinds 2023 verboden.
Foto Wouter Zaalberg

Medewerkers sorteren plastic in de plasticrecyclingfabriek in de haven. Het recyclingbedrijf werd begin dit jaar failliet verklaard. Het kon naar eigen zeggen niet op tegen de vloedgolf van nieuw plastic dat in China en de VS van goedkope olie wordt gemaakt.
Foto Wouter Zaalberg
Bij afvalverwerker en recyclebedrijf Renewi rijden vrachtwagens vol groente en fruit dat over datum of rot is af en aan. Het organisch afval gaat in vergistingsvaten, waar bacteriën het omzetten in gas. Dat is de eerste stap van het omzetten van afval naar brandstof. Daarna gaat het gas of naar een kleine energiecentrale om er warmte en elektriciteit van te maken, of naar de installatie van het bedrijf Nordsol, dat er bio-lng van maakt.
Foto Wouter Zaalberg


Een medewerker van EVOS, een bedrijf dat brandstof overslaat, controleert de tanks op de terminal. In de grootste tanks past zo’n vijftig miljoen liter benzine. De tanks van EVOS zijn geschikt voor biobrandstoffen, maar het bedrijf merkt nog weinig vraag vanuit de markt.
Foto Wouter Zaalberg


Met een vloot van zes bunkerschepen voorziet oliehandelaar Anton van Megen schepen in de Amsterdamse haven van brandstof. Hij verwerkt 600.000 à 700.000 liter brandstof per week, waarvan een klein deel, zo’n 10 procent, bestaat uit biobrandstof.
Foto Wouter Zaalberg
Schipper Wilco is op weg naar IJmuiden, om een lading steenkoolteer op te halen bij Tata Steel. Koolteer is een restproduct van kooks en wordt in de Amsterdamse haven opgeslagen. Het is een grondstof voor onder meer medische producten.
Foto Wouter Zaalberg


Diagnose dementie: opa en oma’s laatste maanden in beeld

Er zat nog scherpte in de blik van haar grootouders toen documentaire fotograaf Amy Opstal (27) hen halverwege 2023 in hun Brabantse verzorgingshuis begon te portretteren. Haar oma, Jeanne, keek zelfs met sprekende ogen de camera in. Opa Toon keek langs de lens, maar ook zijn blik rustte nog op iets dat er echt was.

Ze waren nog een beetje de grootouders die Amy had gekend. Opa en oma: een hecht team in een opvallend schoon huis in Oudenbosch, Noord-Brabant. Zij de touwtjes in handen, de schoonmaakster, de poetser. Hij de tevreden volger, de tuinier, de timmerman. Met een mijter op haar hoofd las ze elke 5 december voor uit haar sinterklaasboek, over Amy’s balletvoorstelling in het afgelopen jaar en dat ze, tot oma’s vreugde, ook zo van schoonmaken hield. Opa droeg een pietenmuts.

Foto’s Amy Opstal

In 2020, twee jaar voor hun diamanten huwelijk, belandden ze in het verzorgingshuis. Diagnose dementie. Ze kregen elk een kamer toebedeeld, zouden elkaars buren worden, maar opa sleepte al op dag één zijn deken en matras haar kamer in. Zo zou het blijven ook. In het ene appartement sliepen ze en in het andere woonden ze. Al raakten ze er zelf van in de war. „Dit gelóóf je niet”, riepen ze uit, „hebben ze de kasten gewoon wéér verplaatst!”

Ze gingen snel achteruit, merkte Amy in 2023. Haar moeder en twee tantes die hen bijna dagelijks opzochten zeiden het ook. Amy, die haar documentairefotografie combineert met een baan als medisch fotograaf in een ziekenhuis, nam de camera ter hand. Ze legde de maanden vast die de laatste van haar grootouders bleken te worden.

Foto’s Amy Opstal

Haar oma had vroeger een „vol gezicht” en een „volle borstpartij”, maar met de maanden verging de eetlust haar. Opa at ook minder. Amy fotografeerde hun magerte en de onaangeroerde bruine boterhammen. Met eten kun je veel leukere dingen doen, bedacht oma, zoals het wikkelen van keukenpapier rond een onuitgepakte Twix om die vervolgens in je handtas te stoppen. Amy fotografeerde de twee horloges die ineens onder opa’s mouw tevoorschijn kwamen, en de wonden in zijn gezicht nadat hij weer eens ’s nachts aan het dwalen was geslagen: hij kwam ten val en bevond zich plots tussen de poten van de zware, eikenhouten tafel. Zijn ogen, zag Amy door de lens, keken inmiddels naar niets.

Door de camera zag ze ook haar zwoegende moeder. Haar zussen en zij waren de bezorgde begeleiders geworden van de twee mensen die hen hadden grootgebracht. ‘Toiletspullen Toon’, schreef een tante op een sticker die ze plakte op de rechterdeur van het badkamerkastje. Amy’s moeder trok de onderbroek uit die haar moeder over haar broek heen had getrokken. „Ja”, zei oma achteraf, „dat zat een beetje gek.”

Opa overleed in november en oma in januari, maar hun fotograaf rouwde al wat langer.

Foto’s Amy Opstal


Extreme hitte teistert grote delen van Azië

Volgens meteorologen wordt de hitte dit jaar versterkt door het periodieke weerfenomeen El Niño, dat wereldwijd voor hogere temperaturen zorgt. Maar ook vorig jaar werd de regio al getroffen door extreme hitte. Wetenschappers waarschuwden toen dat door mensen veroorzaakte klimaatverandering in sommige delen van Azië twee graden extra temperatuurstijging veroorzaakte, en de kans op dergelijke extreme hittegolven dertig keer groter maakte.

Athene kleurt knaloranje door Saharastof

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.


Maximaal 120 woorden a.u.b.

Vul je naam in

Gazanen keren terug naar het verwoeste noorden

Noorden van Gaza verwoest

Eerder dit jaar bleek uit NRC-onderzoek dat ruim één op de drie gebouwen in Gaza is beschadigd of verwoest. Uit onderzoek van satellietbeelden bleek dat het om 35 procent van de gebouwen gaat. In de grootste steden is de ravage vele malen groter. Uit de analyse blijkt dat sinds het begin van de oorlog, op 7 oktober, 72.000 van de 204.000 geanalyseerde gebouwen verwoest of (zwaar) beschadigd zijn. Het werkelijke aantal beschadigde gebouwen is waarschijnlijk hoger, omdat niet alle gebouwen aan de strenge normen voor analyse voldoen.

Bij de viering van Eid al-Fitr wordt Gaza niet vergeten

Moslims over de hele wereld komen samen voor de viering van Eid al-Fitr. Een groot gebed kondigt het einde van de ramadan aan, waarna de festiviteiten kunnen beginnen. Op veel plekken was het gebed een moment van bezinning, met name over het geweld in Gaza. „We moeten onze broeders en zusters in Palestina niet vergeten,” zei de Imam Abdulrahman Musa van de Rahma Moskee bij de gebedsdienst in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. „De wereld kijkt in stilte toe terwijl zij worden blootgesteld aan ongerechtvaardigde agressie en geweld.”

Voor moslims die aan de ramadan meedoen betekent Eid al-Fitr het einde van een maand vasten. Mensen leggen kilometers af om hun familie te bezoeken en cadeaus uit te wisselen. Kinderen krijgen nieuwe kleren, lekkernijen en geld om uit te geven voor de gelegenheid. Maar mensen doneren voor de feestdag ook aan goede doelen en geven voedsel aan minderbedeelden.

Hoe de feestelijkheden van Eid al-Fitr er precies uitzien, verschilt per cultuur. In Turkije wordt er baklava geserveerd, in Indonesië ananascakejes, nastar genaamd. Maar bijna iedereen gaat terug naar familie. In Indonesië, het land met de grootste moslimpopulatie ter wereld, was bijna driekwart van de bevolking op reis voor de thuiskomst die daar ‘mudik’ heet. „Mudik is voor ons niet zomaar een jaarlijks ritueel of traditie,” zei Ridho Alfian tegen persbureau AP. Hij woont in de dichtbevolkte stad Jakarta en was op reis naar zijn thuisprovincie Lampung, op het zuidelijkste puntje van Sumatra. „Dit is een goed moment om opnieuw verbinding te maken, en om weer op te laden nadat energie bijna een jaar lang is opgebruikt ver weg van huis.”

Koeien in de woestijn, zaden met de prijs van goud – zo ziet het mondiale voedselsysteem eruit

Herhaling kan iets bedwelmends hebben. Broccoli- en koolvelden worden tapijten. Stroken gewassen vormen een streepjescode. Rijen kalverhokken zien er van bovenaf uit als een telraam. Er gaat zelfs een zekere schoonheid uit van een lopende band met kuikens die allemaal precies even groot en even geel zijn. Tot je gehalveerde varkens aan hun achterpoten ziet hangen, verderop hun koppen hangend aan het nekvel, honderden oren reflecterend op de natte fabrieksvloer. Dan ben je weer bij de les. Dit is het slachthuis van Vion in Boxtel. Elke dag worden hier 20.000 varkens geslacht.

Kadir van Lohuizen (1963) was niet op zoek naar misstanden. Hij wil fotograferen hoe het gaat in de agro-industrie. Dan zie je dit. De varkenskoppen gaan waarschijnlijk naar China, de ribben naar de Verenigde Staten. De soja en maïs die Van Lohuizen in de VS fotografeerde, gaan naar China. Evenals de zwemblaas van de nijlbaars uit Kenia. De filet van de nijlbaars komt dan weer in Nederland terecht. In China vissen ze op tilapia, die naar Afrika wordt geëxporteerd, hoewel er ook tilapia uit het Victoriameer naar China schijnt te gaan. Hoe meer je weet, hoe minder je ervan begrijpt.

Deze landen willen net als China zelfvoorzienend worden

Van Lohuizen maakte een reis door het voedselsysteem in zes landen en dat leverde eerder al een tentoonstelling op in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, en nu een documentaireserie voor de VPRO en een boek: Food for Thought. Hij begon in Nederland toen de coronapandemie uitbrak. Overzichtelijke klus, dacht hij. Zo ingewikkeld als bijvoorbeeld de diamantindustrie, een eerder fotoproject, kon het niet zijn. Dat viel tegen. De stikstofcrisis laaide op, boeren blokkeerden de snelwegen. „Het landschap polariseerde voor mijn ogen”, schrijft hij in de inleiding. Hij had het zich makkelijker kunnen maken door natuurinclusieve boeren te fotograferen, maar Van Lohuizen wilde de grootschalige agrobedrijven zien en daar stuitte hij op een muur van wantrouwen. Transparantie was het argument waarmee hij binnen probeerde te komen, corona bleek een nog beter excuus om hem buiten te houden.

Niet zo gek dus dat in de serie een aantal usual suspects te zien is. Varkenshouder Theo Vernooij bijvoorbeeld en contractwerker Ayoub Louihrani, uit de tv-serie Boer Ayoub. Boeren die niet bang zijn voor de media. Of boeren die er toch al goed op stonden, zoals het diervriendelijke, duurzame pluimveebedrijf Kipster en de innovatieve tuinder Koppert Cress met zijn CO2-neutrale kassen.

Kalveren in Texas, gehuisvest in honderden rijen. De meeste worden gefokt voor rundvlees, sommige voor zuivelproducten.
Foto Kadir van Lohuizen

Is dat erg? Niet in deze fotoserie. Van Lohuizen maakte geen bedrijfsportretten maar laat zien in welk systeem deze boeren zitten. ‘Systeem’, dat klinkt abstract, en dat is het ook als je voor de wereldmarkt produceert. De aantallen, de omvang, de afstanden – alles draait om meer, groter, moderner, sneller, uniformer en efficiënter. Vooral dat laatste woord dringt zich in bijna ieder beeld op. Zelden kijkt iemand recht in de lens, of zie je een dier in de ogen. Mensen en dieren worden eenheden in een omgeving waarin alles in dienst staat van gestroomlijnde productie.

Toen het weer kon, ging Van Lohuizen naar de Verenigde Staten, Kenia, China, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Als je dacht dat een melkveebedrijf met 300 koeien groot is: in de VS en China zijn bedrijven met tienduizenden koeien normaal. Staan er in het Westland veel kassen? Kijk eens naar een luchtfoto van de ‘moestuin’ van China, in de provincie Shandong. Of bedenk hoeveel paksoi en basilicum er uit Kenia komt. Daar worden onze boontjes gedopt. Een mango die in Nairobi gesneden en verpakt wordt, kost in Nederland net zoveel als het dagloon in Kenia. Of dat erg is laat Van Lohuizen in het midden.

Je denkt dat je het wel een beetje weet, hoe grootschalig en industrieel de voedselproductie is. Je weet dat de hele wereld via veevoer- en voedselstromen met elkaar verknoopt is. Het cliché van de boontjes uit Kenia kennen we wel, en dat er op de markt in Afrika Nederlandse uien liggen, is ook geen nieuws. Maar als je ziet dat er in de woestijn in Abu Dhabi 15.000 Holstein-Friesian koeien onder verkoelende vernevelaars liggen, valt je mond alsnog open van verbazing. Tomaten, sla, komkommer: vers uit de woestijn in Saoedi-Arabië. Uit volledig geautomatiseerde gekoelde kassen, uitgerust met de zuinigste irrigatiesystemen. Mede mogelijk gemaakt door Nederlandse kassenbouwers.

Deze landen willen net als China zelfvoorzienend worden. Nederlandse kennis helpt hen daarbij. Nederland is er trots op. Van Lohuizen fotografeerde zaadveredelaars in Enkhuizen en Naaldwijk. En kwam daarna terecht op een zadenbeurs in China, waar ook Nederlanders rondlopen. In een bijschrift staat dat het van oorsprong Noord-Hollandse Sluis & Groot, later Syngenta, in 2017 in handen kwam van ChemChina, voor 43 miljard euro [het was overigens 39,6 miljard euro] . Dit laat een interessante paradox zien: ieder land wil geld verdienen op de wereldmarkt, maar geen enkel land wil afhankelijk zijn van de wereldmarkt. Zaden zijn de sleutel tot voedselzekerheid. Soms zijn ze per kilo duurder dan goud.

Avocado’s worden in Kenia verpakt voor de Nederlandse markt: eerst gaan ze per containerschip naar Oman en vandaar met een ander containerschip naar Rotterdam. De reis duurt 26 dagen.
Foto Kadir van Lohuizen

De kijker mag oordelen, maar foto’s zijn niet neutraal. Van Lohuizen koos bewust de landen, bedrijven, cijfers en beelden voor dit boek. Hij vertelt een verhaal, maar niet het hele verhaal. Bonenplukkers in Kenia hebben het waarschijnlijk beter dan arbeidsmigranten in Spanje. Misschien levert wassen en snijden in Nairobi wel minder voedselverspilling op dan als dat pas in Nederland gebeurt. En grote kans dat eieren uit een Chinese legbatterij minder milieubelastend zijn dan een biologisch eitje uit Nederland.

Dit moeten we toch niet willen, is de gedachte die bij deze foto’s opkomt. Maar wat dan wel? Imke de Boer, hoogleraar duurzame voedselsystemen, doet een aanzet in het boek. Mét de natuur werken, niet ertegenin, zorg voor mens en dier, en minder vlees eten bijvoorbeeld. „Zoals het nu gaat, dat is niet vol te houden,” schrijft Van Lohuizen. „Het goede nieuws is dat we kunnen veranderen als we dat willen.”

Ja, denk je als je het boek uit hebt. Jij kunt veranderen, jij kunt anders eten, misschien kan Nederland anders boeren. Maar waarom zou China of Saoedi-Arabië dat willen? Alles straalt vooruitgang en expansiedrift uit. Het maakt een Keniase vrouw in de tv-serie niet uit dat ze paksoi plukt die ze zelf niet eet. „Als Europeanen het willen eten, verdien ik geld voor mijn familie.”

Het fotoboek is met 288 bladzijden foto’s en cijfers behoorlijk overweldigend. Pas als je de tv-serie of de tentoonstelling ziet, merk je dat je op papier ook iets mist. Bewegende beelden maken invoelbaar hoe het voor Van Lohuizen moet zijn geweest om de 24-uurs dynamiek en de schaal van deze bedrijven te ondergaan. Om mensen en dieren te horen. In de tv-serie tikt een medewerker van een Chinees pluimveebedrijf een ei open om te laten zien dat er een kuiken in zit, op de achtergrond klinkt een verontwaardigde vrouwenstem: „Zo gaat-ie dood!”

Alsof er van de 100.000 kippen die hier dagelijks verwerkt worden, ook maar één levend naar buiten komt.


Dakloze jongeren hebben soms een iPhone, ze gaan naar school of werk

Het aantal dakloze mensen in Nederland neemt na een eerdere daling weer toe. Begin vorig jaar waren het er bijna 31.000, een jaar eerder nog ruim 26.000, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week. Het zijn schattingen, omdat mensen die niet in aanraking komen met instanties moeilijk te tellen zijn. Eén op de vijf dakloze mensen in Nederland is tussen de 18 en 27 jaar en een toenemend aantal komt uit andere Europese landen.

Dat dakloosheid ook onder jongeren toeneemt, was een schok voor fotograaf Rachel Chikhoer (39): „Het raakte me. Ik heb tweelingzusjes van 19.” Ze moet er niet aan denken dat die het zouden moeten redden op straat.

Na haar opleiding aan de Fotovakschool en de Sunfield Academy volgde ze vorig jaar masterclasses bij National Geographic, en daarvoor moest ze een fotoserie maken met het thema kwetsbaarheid. „Ik vind het belangrijk om verschillende mensen in kaart te brengen, zo kwam ik op kwetsbare jongeren en dakloosheid.” Via het Leger des Heils in Lelystad kwam ze in contact met enkele dakloze jongeren. De meesten wilden niet gefotografeerd worden, maar Kevin (20) stemde ermee in. Hij wil alleen niet herkenbaar als dakloze in beeld.

Kevin verblijft bij ‘Vast en verder’ van het Leger des Heils een woontrainingsprogramma voor ex-gedetineerden.
Foto Rachel Chikhoer

Ze ontmoetten elkaar in november, toen hij net uit de gevangenis kwam. Hij had zes maanden gezeten, had geen woning en kwam terecht in woontrainingsprogramma ‘Vast en verder’ van het Leger des Heils. „Daar bieden ze jongeren hulp zodat ze door kunnen stromen naar een eigen woning”, legt Chikhoer uit. „Financiële hulp, mentaal, lichamelijk. Ze krijgen dagbesteding, een beetje geld, wat kleding en de mogelijkheid om te sporten.

„Bij het woord dakloos hebben mensen het beeld van een vervuilde man met een boodschappenkarretje vol bier”, zegt Chikhoer. „Maar dakloze jongeren zijn niet vies, ze voldoen niet aan dat beeld. Ze hebben soms een iPhone, ze gaan naar school of werk – ze hebben alleen geen thuis om naar terug te keren. De redenen hiervoor zijn heel divers, zoals familieconflicten, financiële problemen, en een tekort aan betaalbare woningen.”

De raptekst, in het Pools, die Kevin zelf heeft geschreven.
Foto Rachel Chikhoer

Hun dakloosheid blijft vaak onzichtbaar voor de maatschappij, zegt Chikhoer. „Kevin houdt bijvoorbeeld van basketbal. Als je hem ziet, zie je geen dakloze jongere, je ziet een jongen die sport.” En die muziek maakt en rapt. „Hij is heel creatief. Die foto van dat blaadje : ik was bij hem en hij begon dat te rappen. Een beetje Tiësto-achtig.” De tekst, die hij zelf heeft geschreven, is Pools; Kevin is van Pools-Duitse afkomst. „Het gaat erover dat hij vergeving vraagt aan zijn moeder; hij heeft spijt en wil naar een plek waar alles goed is.”

Chikhoer heeft hem één van haar foto’s gegeven, een abstract beeld van een basketbal-hoop, mooi groot afgedrukt. Dat deed ze ook bij eerdere projecten, bijvoorbeeld toen ze vrouwen op Kaapverdië fotografeerde. Die hebben zichzelf nu meer dan een meter hoog in de woonkamer hangen, vertelt ze. „Dat geeft mij voldoening. Sinds ik fotograaf ben, zie ik nog meer de schoonheid in de mensen, en dat wil ik aan ze teruggeven.”

Voor haar fotoserie over kwetsbaarheid fotografeerde Rachel Chikhoer de dakloze jongere Kevin. Hij wil niet herkenbaar in NRC.
Foto Rachel Chikhoer
Op het dak van een parkeergararge bij het winkelcentrum komt Kevin tot rust.
Foto Rachel Chikhoer


Dit zijn de indrukwekkendste foto’s van de maand

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.


Maximaal 120 woorden a.u.b.

Vul je naam in