Een recessie door Trumps heffingen is allerminst zeker – maar dat maakt beleggers niet minder nerveus

Record volgt op record op de beurs, dezer dagen. In negatieve zin dan. Maandag incasseerde de Amsterdamse AEX-beurs het grootste dagverlies sinds 2020: 6 procent na opening, later op de dag beperkt tot zo’n 3,5 procent. De beurs van Taipei in Taiwan incasseerde het grootste verlies ooit: 10 procent aan beurswaarde ging in rook op. Wall Street noteerde het grootste koersverlies in twee dagen sinds de beurskrach van 1987. De S&P 500-index gaf 4,8 procent prijs op donderdag, bijna 6 procent op vrijdag. Maandag kwam daar, na een zeer onrustige handelsdag, verlies bovenop van zo’n 1,5 procent aan het einde van de middag.

Gezien de schok vanuit het Witte Huis van vorige week is het misschien niet verwonderlijk. President Donald Trump verraste de financiële markten met importheffingen die veel hoger waren dan de economen en analisten van banken, vermogensbeheerders en beleggingshuizen hadden voorspeld. Zij hadden allemaal nog het relatief comfortabele plaatje van Trumps eerste termijn (2017-2021) in hun hoofd, toen de importheffingen beperkt bleven.

Lees ook

het laatste nieuws over de handelsoorlog in ons blog

Ditmaal niet. Trump kondigde 10 procent aan als ‘basisheffing’, met daar bovenop heffingen voor zo’n zestig landen die, naar zijn mening, oneerlijk handelen met de Verenigde Staten. Op import uit de EU gaat een tarief van 20 procent gelden, op Chinese producten maar liefst 54 procent.

Nu spookt het r-woord rond op de markten: ‘recessie’. Maar loopt het echt zo’n vaart? De beursreactie kan behoorlijk heftig genoemd worden. Als je de prognoses bekijkt die nu de ronde doen, is een recessie in de Verenigde Staten, laat staan wereldwijd, allerminst zeker.

JP Morgan ziet al grote kans op een recessie dít jaar: 60 procent, tegen 40 procent vóór Trumps aankondiging

‘Nog geen krimp’

Goldman Sachs, de grote Amerikaanse zakenbank, verlaagde zondag haar raming voor de bbp-groei in de VS dit jaar van 1 naar 0,5 procent. Dat is dus nog groei, geen krimp. Er is wel een toenemend risico dat de VS volgend jaar in een recessie belanden, denkt de bank. Schatte Goldman Sachs dit risico vorige week nog in op 35 procent, nu is dit 45 procent. JP Morgan ziet al grote kans op een recessie dít jaar: 60 procent, tegen 40 procent vóór Trumps aankondiging.

Nog een prognose: Deutsche Bank verlaagde haar bbp-groeiraming voor de VS van 2,2 naar 1 procent voor dit jaar. De bbp-groei in de eurozone valt volgens Deutsche dit jaar terug van 0,8 naar tussen de 0,25 en 0,5 procent. En dan nog een raming over de wereldeconomie, van de onderzoeksfirma Oxford Economics: de verwachte wereldwijde bbp-groei neemt door Trumps heffingen af van 2,6 naar 2,2 procent dit jaar (historisch gezien een zeer laag cijfer, maar geen recessie).

Gigantische onzekerheid

Vanwaar dan de sterke marktreactie? Economische ramingen zijn altijd met grote onzekerheid omgeven en komen zelden uit. Maar anno 2025, met Donald Trump, zijn ze nóg onzekerder. Een situatie met Amerikaanse importheffingen van, gemiddeld, 22,5 procent, is niet voorgekomen sinds begin twintigste eeuw.

Ook voor beleggers is dit dus onbekend terrein. Onduidelijk is nog hoe de meeste handelspartners van de VS zullen reageren, met hun eigen heffingen of andere vergeldingsmaatregelen. Onduidelijk is ook in welke mate (Amerikaanse) importeurs de heffingen zullen doorberekenen aan consumenten. Onzeker bovendien is hoe de handelsoorlog de komende jaren zijn weerslag zal hebben in valutakoersen, die weer grote impact hebben op handelsstromen. Onduidelijk is of overheden de verwachte economische schade (deels) zullen compenseren, zoals ze deden tijdens de coronacrisis en de energiecrisis, toen bedrijven en consumenten royale bijstand kregen.

Onduidelijk is bovenal ook hoe lang de Amerikaanse ‘wederkerige’ heffingen, zoals Trump ze noemt, van kracht zullen blijven. Maandag schoot de Amerikaanse S&P 500-kortstondig omhoog omdat één van Trumps adviseurs zou hebben gezegd dat Trump zou overwegen de meeste heffingen negentig dagen op ‘pauzestand’ te zetten.

De onzekerheid is, kortom, gigantisch. En die onzekerheid strekt verder dan alleen de verwachte macro-economische heffingen. Want wat gaan centrale banken doen? In vorige crises, die nog vers in het geheugen liggen (Covid), of wat verder in het verleden liggen (de eurocrisis en de financiële crisis), intervenieerden ze grootscheeps op de markten, met name met renteverlagingen en met de massale opkoop van staats-en bedrijfsobligaties om de lange termijnrents te drukken.

De Fed zal heel beperkte ruimte hebben om de rentes te verlagen, om een dreigende recessie aan te pakken

Prognose Deutsche Bank

Maar nu is zo’n interventie veel minder voor de hand liggend. Want dreigde bij die vorige crises deflatie (een negatieve prijsspiraal), nu dreigt juist ínflatie. Trumps heffingen werken prijsverhogend, hoewel de omvang van dit effect al even onzeker is. Het bedwingen van een recessie zou lagere rentes vergen van de Amerikaanse Federal Reserve en collega-centrale banken, maar het aanpakken van de inflatie vraagt juist om hógere rentes. Gezien de toch al hoge inflatie in de VS (2,8 procent in februari, fors boven het Fed-doel van 2 procent) zal de Fed „heel beperkte ruimte hebben om de rentes te verlagen, om een dreigende recessie aan te pakken”, aldus Deutsche Bank.

Lees ook

Wordt dit een titanenstrijd tussen Trump en Wall Street?

Een klokkenwinkel in het financiële district in Shanghai. Foto Hector Retamal

‘Lijken in de kast’

De marktreactie op Trumps heffingen, zegt Marieke Blom, hoofdeconoom van ING, aan de telefoon, gaat niet alleen over het macro-beeld. „Beurzen reageren sterker dan de verwachte macro-economische impact misschien doet vermoeden, omdat veel grote beursgenoteerde bedrijven, die internationaal opereren, wel degelijk sterk onder druk kunnen komen te staan”. Invoerheffingen kunnen zowel de winstmarges van multinationals gaan raken (als ze kosten van de heffingen voor de consument willen verminderen) als hun verkoopvolumes (omdat handelsstromen naar verwachting zullen dalen).

Een belangrijke vraag voor de verdere ontwikkeling op de financiële markten is volgens Blom of er „lijken in de kast” blijken te zitten. Zoals, ruim twee jaar geleden, de Californische Silicon Valley Bank (SVB). Bijna niemand had die op de radar, maar opeens viel de bank om omdat zij zich niet goed had ingedekt tegen renteverhogingen door de Amerikaanse Fed. De episode zorgde voor aanzienlijke marktstress.

Een kwetsbare plek op de markten is traditioneel die van junk –bedrijfsobligaties, met een hoog risico op niet-terugbetaling, en daarom een hoge rente (risicovergoeding). Deze junk bonds worden nu in de VS massaal van de hand gedaan door beleggers, schrijven onder meer The Wall Street Journal en de Financial Times.

Amper nog voor te stellen is de situatie op de markten tussen november en februari. Bijna iedereen op de beursvloer liet zich betoveren door Trumps belofte van belastingverlagingen en deregulering, met almaar stijgende koersen tot gevolg. En die heffingen die Trump óók beloofde? Ach, zo’n vaart zou het niet lopen.


Trumps invoerheffingen leggen scheiding der geesten in het Witte Huis bloot

De negatieve gevolgen van president Trumps invoerheffingen lijken al na enkele dagen over te slaan van de economie naar de politiek. Elon Musk, een van de naaste adviseurs van de president en zakenman met internationale handelsbelangen, heeft dit weekend op verschillende manieren laten blijken dat hij de heffingen niet ziet als het „medicijn dat je soms moet nemen om beter te worden” – zoals Trump het zondag formuleerde.

Zaterdag ging Musk in de tegenaanval, via een videoverbinding op een bijeenkomst van de radicaal-rechtse Italiaanse partij Lega Nord. „Ik hoop, ideaal gezien, dat Europa en de Verenigde Staten overgaan naar een situatie waarin ze elkaar helemaal geen heffingen opleggen, zodat je een vrijhandelszone krijgt.” President Trump heeft een en andermaal beweerd dat de Europese Unie „is opgericht om Amerika een poot uit te draaien”.

Musk, die op Trumps verzoek het project DOGE leidt om de federale overheid drastisch in omvang te reduceren, pleitte verder voor vrijer verkeer van werknemers tussen Europa en de VS. Ook dat staat haaks op een van de speerpunten van het presidentiële beleid, dat migratie hardhandig aan banden legt.

Diezelfde dag gaf Musk lucht aan zijn ergernis over een andere naaste medewerker van de president, Peter Navarro, de hoogste adviseur op het gebied van handel en industrie. De 75-jarige Navarro, die in Trump I al verantwoordelijk was voor het handelsbeleid, wordt gezien als een van de architecten van de heffingen. Onder een bericht op X – het sociale platform dat eigendom is van Musk – waarin de economische kennis van Navarro werd geprezen, schreef Musk: „Een doctorstitel in de economie behaald aan Harvard is iets slechts, niet iets goeds.” En in antwoord op een reactie die Navarro in bescherming nam, schreef Musk nog: „Hij heeft geen ruk gebouwd.”

Zondag bij een talkshow van FoxNews sloeg Navarro terug. Wat Musk volgens hem „niet begrijpt” is dat andere landen de VS in de handel „bedriegen”. Musk „verkoopt auto’s”, zei Navarro. „Hij probeert zijn eigen belangen te beschermen, zoals iedere zakenman zou doen.”

Scheiding der geesten

Zakennieuwszender CNBC becijferde onlangs dat Trumps heffingen de bedrijven van Musk bijna 31 miljard dollar (28 miljard euro) aan waarde hebben gekost. Voor andere tech-bazen geldt hetzelfde. Meta-baas Mark Zuckerberg verloor ruim 27 miljard dollar, Jeff Bezos van het Amazon-concern: 23,5 miljard.

Zo leggen de invoerheffingen een scheiding der geesten in het Witte Huis bloot. Aan de ene kant staan de zakenmensen voor wie de overheid met haar regels de voornaamste vijand is en de onbelemmerde ontplooiing van ondernemingen het hoogste doel. En aan de andere kant de representanten van de MAGA-beweging, voor wie de handelsheffingen een instrument zijn om de Amerikaanse maakindustrie weer op te lappen en de grote bulk van het Trump-electoraat uitzicht te geven op een baan in een autofabriek, textielbedrijven of de staalindustrie.

Trumps adviseurs Peter Navarro, Stephen Miller (plaatsvervangend stafchef van het Witte Huis) en Elon Musk spreken elkaar in de Oval Office in het Witte Huis.

Foto Roberto Schmidt/AFP

Als het om belangen gaat is Navarro zakelijk misschien wel onafhankelijker dan Musk, maar zijn politieke geloofwaardigheid hangt aan de uitwerking van de invoerheffingen. Al sinds zijn aantreden in Trumps Witte Huis in 2017 pleit hij voor een protectionistisch handelsbeleid. Hij was zo belangrijk bij het doorvoeren van invoerheffingen voor China in Trumps eerste termijn dat de Chinese regering hem plaatste op een sanctielijst van Trump-medewerkers. De namenlijst, waarop ook oud-veiligheidsadviseur John Bolton en Trumps ultranationalistische adviseur Steve Bannon stonden, was volgens Beijing gericht tegen mensen die „ernstige schade hebben toegebracht aan de soevereiniteit van China en in hoge mate verantwoordelijk zijn voor het recente Amerikaanse beleid inzake China”.

Ron Vara

De eerste tekenen zijn beslist onheilspellend voor de Amerikaanse economie, en dus ook voor het armere deel van het Trump-electoraat. Beurskoersen kelderden ook in de VS. De meeste economen weerspreken de redenering van Navarro, die zelf in zijn boeken regelmatig ene Ron Vara aanhaalt, als bron van harde economische uitspraken.

Zo schreef ‘Vara’, verwijzend naar de overdaad aan Chinese producten in Amerikaanse winkels, dat „alleen de Chinezen een leren bank kunnen veranderen in een zuurbad, een wieg in een dodelijk wapen en de batterij van een mobiele telefoon in granaatscherven die het hart doorboren”. In 2019 liet The New York Times al zien dat Ron Vara niet alleen een anagram van Navarro was, maar ook een verzinsel van hem. Iets wat Navarro later ook toegaf.

Intussen ondervindt Elon Musk niet alleen nadelen van de regering waarvoor hij werkt. Afgelopen vrijdag tekende zijn bedrijf SpaceX, in een joint venture met vliegtuigbouwers Boeing en Lockheed Martin, een miljardencontract met het ministerie van Defensie – een van de departementen waar Musks DOGE-project duizenden banen wil schrappen en voor 800 miljard dollar aan contracten tegen het licht houdt. Het contract dat SpaceX vrijdag tekende, heeft naar verluidt een waarde van 5,9 miljard dollar.


Opinie | In de ogen van Trumps fans doorbreekt vrije handel de hegemonie van Amerika

De maatregelen zijn „in een paar uur in elkaar geflanst”. Ze zijn „simplistisch”. Ze zijn „bedacht door kunstmatige intelligentie”. Ze zijn „onthutsend”.

Economen en analisten zijn het roerend eens in hun veroordeling van de onvoorzien gepeperde invoertarieven van de Amerikaanse president Donald Trump. De heffingen zijn Trumps antwoord op de chronische handelstekorten van de VS met economische concurrenten China, Japan, India en de Europese Unie. „De filosofie van Trump is dat elk handelsoverschot fout is, maar er is geen econoom te vinden die daar zo over denkt”, oordeelde president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank in Nieuwsuur.

Kortom: Trump is een economisch dwaallicht. U kunt beter naar de experts luisteren. Dat is een boodschap die in vruchtbare aarde valt, want de Amerikaanse president heeft zich al eerder met besluiten buiten de orde geplaatst.

De critici missen echter vier punten die voor Nederlanders en Europeanen misschien niet zo relevant zijn, maar voor Trumps achterban wél.

Verkiezingsbelofte

Het eerste punt, dat elke democraat moet aanspreken: Trump doet wat hij heeft beloofd in zijn verkiezingscampagne. Hij ging met zijn belofte veel verder dan de regering van Joe Biden, die ook niet vies was van Amerikaanse pressie. Biden zette bondgenoten, zoals Nederland (chipmachinefabrikant ASML), met succes onder druk om China geen hightech machines te leveren.

Twee. Trump is consistent. Sinds zijn doorbraak als Bekende Amerikaan ageert hij tegen buitenlandse overheden die hun eigen industrie bevoordelen en een loopje nemen met eerlijke concurrentie. Rond 1985 ging dat over goedkope elektronica uit Japan. Zulke kritiek was destijds de heersende wijsheid; ook de top van Philips wist van geen ophouden.

Maar Trump is nooit gestopt. In zijn eerste termijn (2017-2021) ontraadden zijn economische adviseurs uit de vrijhandelsschool de invoertarieven op staal en aluminium. Trump deed het toch. Hij kon wel betere deskundigen vinden, concludeerde hij. Lees: adviseurs die zijn keuzes steunden.

Drie. De verbijsterde economische experts missen de oer-Amerikaanse culturele dimensie van het fenomeen Trump. Hij heeft een regenboogcoalitie weten te vormen van techondernemers (die hem campagnegeld en ideeën opleveren), evangelische christenen (voor lokale organisatie en campagne) en van ontevreden en/of Republikeinse kiezers. Trump verwoordde in zijn campagne een krachtige onderstroom in de Amerikaanse samenleving: dat globalisering en vrijhandel ánderen ten goede komen. Maar niet Joe Sixpack, de doorsnee Amerikaan. Deze opvatting is paradoxaal: juist de techmiljardairs hebben hun fortuin te danken aan globalisering.

Maar vrijhandel is in Amerika niet zo’n mantra als het in Nederland is, handelsland bij uitstek. In 1992 kreeg Ross Perot, een selfmade automatiseringsmiljardair, als onafhankelijke presidentskandidaat bijna 19 procent van de stemmen.

Trumps paradoxale politiek leidt onherroepelijk tot economische schade

Hij trok kiezers door te ageren tegen het Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag NAFTA. Wacht maar, zei hij, als NAFTA eenmaal van kracht is, zult u een „gigantisch zuigend geluid” horen als Amerikaanse fabrieken worden weggezogen naar Mexico. Fabrieken weg, banen weg. Perot en Trump hebben weinig gemeen, maar één overeenkomst is hun ambitie om de Amerikaanse industriële basis te versterken.

Het vierde punt dat wij lastig kunnen begrijpen, houdt hiermee verband. Trump raakt een gevoelige snaar in de Amerikaanse psyche. Onder leiding van Ronald Reagan en diens ‘voodoo economics’ van hogere defensie-uitgaven, lagere belastingen en deregulering hebben de VS in de jaren tachtig de Koude Oorlog gewonnen. De Sovjet-Unie verdween als tegenpool. Maar 35 jaar na de val van de Berlijnse Muur is China de militaire en economische concurrent. De Europese Unie smeedt als reactie op de Biden-Trump-jaren een hechtere eenheid.

Globalisering voelt bedreigend voor de Amerikaanse perceptie van hegemonie. Voor de overtuiging van de Amerikanen dat hun land uniek is. Globalisering helpt tegenstanders sterker te worden, terwijl er maar één de sterkste kan zijn. Vandaar: Make America Great Again. Vandaar America First. De oorsprong van die laatste beweging is relevant. Zij stemt uit de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog. America First wilde de VS buiten de (toen nog) Europese oorlog houden. Ook isolationisme is een krachtige Amerikaanse onderstroom.

Stijgende lonen

Europa, Japan en China zien de handelsoorlog terecht als aanval op hun welvaart. Trump en vicepresident JD Vance zien het juist als een verdediging van Amerikaanse welvaart. Zij mikken op buitenlandse investeringen, op nieuwe banen, op expansie van bedrijfstakken die zich beschermd weten door tariefmuren, op groei door deregulering en belastingverlaging en op stijgende lonen door illegale migratie terug te dringen.

Trumps politiek is tegelijkertijd ongeremd economisch nationalisme én radicaal liberalisme in zijn geforceerde ontmanteling van federale overheidsprogramma’s.

Deze paradoxale politiek leidt onherroepelijk tot economische schade, daar hebben de critici gelijk in. Wall Street ging in de uitverkoop, de dollar daalde. De grilligheid, de onzekerheid en het eigenmachtige optreden zijn bijzonder schadelijk voor de economie.

Maar hoe reageert Main Street, hoe reageren Trumps kiezers? Komen zij in opstand, bijvoorbeeld omdat hun persoonlijke pensioenpotje in waarde keldert door de beursverliezen? Tot die tijd blijft Trump voor zijn fans de presidentskandidaat die door een goddelijke ingreep ontsnapte aan een moordaanslag, de gekozen Leider die de Verenigde Staten op één zet.


Wordt dit een titanenstrijd tussen Trump en Wall Street?

Kan Donald Trump tegen de financiële markten op? Dat is de vraag die met de dag nijpender wordt. De regering-Trump nam afgelopen weekeinde niets terug van het voornemen om de Amerikaanse invoerheffingen zeer fors te verhogen – een maatregel die aanstaande woensdag zou moeten ingaan. De koersdalingen op Wall Street brengen het Witte Huis vooralsnog niet op andere gedachten. Maar die ongenaakbare houding kan veranderen als de onrust aanhoudt.

Na de forse verliezen op de beurzen van donderdag en vrijdag is het vandaag opnieuw een zwarte dag. In Azië daalden de koersen vannacht en vanmorgen al fors en vanmorgen nam Europa het estafettestokje over.

Voor een deel komt die reactie door de koersdalingen in de VS op vrijdagavond, waar Aziatische en Europese aandelen vanmorgen pas op konden reageren. Maar beleggers keken vooral vooruit, naar de opening van Wall Street vanmiddag om 15.30 uur. Amerikaanse aandelen zetten wereldwijd de toon: hun gezamenlijke marktwaarde is veel groter dan die van alle aandelen van de rest van de wereld bij elkaar. Er werd vanmorgen een opening van Wall Street voorzien van 3 tot 4 procent lager dan het slot van vrijdag.

Dat techaandelen nu kelderen hoeft niet erg te zijn

Dat techaandelen nu kelderen hoeft niet erg te zijn – behalve dan voor beleggers. De sector levert nu per saldo enkel de enorme koerswinst in die zij sinds een jaar of wat geleden maakte. Potentieel verontrustender is de koersdaling van de financiële sector. Dat was vanmorgen ook in Amsterdam te zien, waar banken en verzekeraars hard onderuitgingen.

Een verzwakkende financiële sector duidt vaak op een risico voor de economie. En dat doet de vraag rijzen of en wanneer de huidige onrust op de financiële markten ophoudt een puur financieel verschijnsel te zijn, en begint door te sijpelen naar de reële economie.

Dat kan via verschillende kanalen. Allereerst is er de door Trump ingezette handelsoorlog, die ten koste kan gaan van de economische groei, en tegelijkertijd de inflatie kan opjagen. Landen die de heffingen hebben ingesteld, zoals de VS, of landen die zelf heffingen als reactie hebben ingevoerd, zoals China, krijgen te maken met duurdere invoer en dus hogere prijzen.

Het probleem is dat centrale banken hier moeilijk een antwoord op kunnen formuleren. Een vertragende economie vraagt om een ruimer monetair beleid met lagere rentes, dat de centrale banken zouden kunnen doorvoeren. Maar tegelijkertijd vergt het risico op een hoge inflatie juist een verkrappend monetair beleid, met stijgende rentes.

Stagflatie

Het tegelijkertijd optreden van stagnatie en inflatie is de geschiedenis in gegaan als ‘stagflatie’ – een verschijnsel dat zich voordeed na de oliecrisis in de jaren zeventig. Beleidsmakers, geconfronteerd met deze tegenstelling, hadden hier toen lange tijd geen antwoord op. Toen de inflatie daardoor uit de hand liep, was er een draconisch beleid met zeer hoge rentes – en een zware recessie – voor nodig om rond 1980 het tij te keren.

Het tweede kanaal tussen de financiële sector en de reële economie is dat van vertrouwen en vermogen. Beleggers voelen zich rijker bij stijgende koersen, en geven een klein deel van hun papieren winst uit – dit is het zogenoemde ‘vermogenseffect’. Maar andersom gebeurt dat ook: dalende koersen kunnen leiden tot minder uitgaven, en zo ten koste gaan van de economische groei. Dat komt dan, zeker in het Amerikaanse geval, boven op de dreun die consumenten toch al krijgen door de hogere prijzen als gevolg van de invoerheffingen.

Het vertrouwen dat beleggers verliezen in de beurs kan virulente gevolgen hebben. Veel mensen zitten nu in zogenoemde exchange traded funds (ETF’s). Dat zijn voortdurend verhandelbare beleggingsfondsen die bijvoorbeeld een beursindex schaduwen, zoals de AEX. Dat doen ETF’s door in dit geval alle aandelen van de AEX, volgens de weging waarin ze in de index zitten, in portefeuille te hebben. Als een beleggers de ETF verkoopt, wat van de ene seconde op de andere kan, leidt dat dus meteen tot een verkoop van de onderliggende aandelen die in de EFT zitten. Met een extra neerwaartse druk op de koersen tot gevolg.

In dat geval kan een koersbeweging omlaag zichzelf gaan versterken. De nervositeit op de beurzen, gemeten als heftigheid waarmee de koersen bewegen (de ‘volatiliteit’), neemt toch al toe. De Amerikaanse VIX-index (de zogenoemde ‘angstindex’) steeg vanmorgen naar een waarde van 54. Dat is het hoogste sinds de beursonrust rond de Covid-pandemie in 2020.

Op zijn beurt is de volatiliteit weer een belangrijke factor bij opties en andere financiële derivaten waarmee beleggers koersrisico’s verzekeren (of juist aangaan). De prijs van zekerheid wordt door een stijgende volatiliteit juist hoger.

Banken, verzekeraars, vertrouwen, vermogensverlies en volatiliteit. Zoals deze zijn er nog meer mechanismen die de overstap van een beurscorrectie naar de échte economie bespoedigen. Om een mogelijke neerwaartse spiraal te voorkomen lijkt er op dit moment maar één remedie: het wegnemen van de oorzaak. En dat is het draconische heffingenbeleid van de regering-Trump.

Goldman Sachs verhoogde zijn inschatting op de kans voor een recessie in de VS in de komende maanden al van 35 procent naar 45 procent. Het wordt nu de vraag hoe omineus die economische dreiging moet worden, voordat het Witte Huis met de ogen knippert.


Handelsoorlog, heffingen en rode beurzen: wat is er ook alweer aan de hand?

Beurzen kleuren rood, Trump start handelsoorlog, China neemt tegenmaatregelen. Het ene economische bericht volgt het andere in sneltreinvaart op. Laten we even een stap terug doen en bekijken wat er aan de hand is. Waarmee begon deze kettingreactie op de beurs ook alweer?

  • De Amerikaanse president Donald Trump ontketende vorige week woensdag een handelsoorlog door forse importheffingen aan te kondigen voor meer dan honderd landen. De hoogte verschilt per land: de EU-landen krijgen te maken met een heffing van 20 procent, India met 24 procent en China zelfs met 34 procent. De hoogte daarvan is bepaald op basis van een ingewikkelde formule die door economen wordt afgedaan als rekenen op basisschoolniveau.
  • Een importheffing is in feite een extra belasting die een land heft op goederen. Meestal wordt die extra belasting berekend als een percentage van de prijs van die geïmporteerde goederen. Landen houden heel precies, per product, bij wat de heffingen moeten zijn in het zogeheten Harmonised System (HS). Die heffingen worden betaald door de Amerikaanse importeur, dus niet de exporteur. In de meeste gevallen rekent een bedrijf de extra belasting door aan de consument.
  • De heffingen komen voort uit het denken van de president dat de VS worden benadeeld door handelstekorten met landen. Vanuit die gedachte heeft zijn regering een middel ingezet dat volgens hen die onevenwichtigheid moet oplossen: importheffingen. Op die manier zou productie die op oneerlijke gronden naar andere landen is verplaatst, weer terugkeren naar de VS.
  • Met zijn aankondiging ontkende Trump een handelsoorlog. Wie geconfronteerd wordt met maatregelen van een ander land, komt met tegenmaatregelen. De EU vergadert daar momenteel nog over, maar China liet vrijdag als vergelding weten ook een importheffing van 34 procent op Amerikaanse goederen te gaan hanteren.
  • Daarmee wordt het leven voor consumenten in de VS en China duurder: mochten importeurs de heffingen één-op-één doorberekenen, dan stijgen de prijzen van iPhones, Nikes en andere producten voor Chinezen. Omgekeerd geldt dat geïmporteerde Chinese producten duurder worden voor Amerikanen. Dat zal de economie schaden. In eerste instantie merken Nederlanders daar nog niet zoveel van. De importheffingen van Trump maken goederen die naar Amerika gaan duurder, ze doen niets met de goederen die elders op de wereld geproduceerd en geconsumeerd worden.
  • Dat wordt anders als landen vergeldende maatregelen nemen. Als de EU in reactie op Trumps heffingen tegenheffingen gaat invoeren op Amerikaanse producten, zullen die hier duurder worden. Dan zouden ook Europese consumenten er wat van kunnen merken. Vanuit de gedachte dat de EU gaat terugslaan liet ING vorige week in een eerste berekening weten dat de economie dit jaar 0,2 procent waarschijnlijk minder hard zal groeien dan eerder gedacht. Dat percentage kan oplopen naarmate de heffingen langer aanhouden op zelfs toenemen.
  • Naar aanleiding van de aankondigingen doken beurzen wereldwijd diep in het rood. Beleggers zijn in paniek dat de bedrijven waarin zij geïnvesteerd hebben, geraakt worden door de heffingen en minder producten of diensten zullen verkopen. Dus proberen ze af te komen van de aandelen in dat bedrijf, wat de prijs van een aandeel doet dalen. Dat leidt tot een kettingreactie: andere beleggers zullen ook proberen hun stukken te verkopen om het verlies te beperken, wat de prijs verder naar beneden haalt. De beursindex AEX is sinds woensdag aan het eind van de dag – voor de aankondiging van Trump – tot aan maandag rond het middaguur gedaald van 900 tot 789 punten. Een verliestempo dat we voor het laatst zagen rond de start van de coronapandemie in 2020.

Lees ook

Een roerige week: hoe Trump de wereldeconomie aan het beven brengt

De Amerikaanse president Donald Trump houdt een toespraak over ‘wederkerige’ heffingen in de Rozentuin bij het Witte Huis, afgelopen woensdag. Foto Reuters

Liveblog
Handelstarievenblog


Grote verliezen op Europese, Aziatische en Australische beurzen, minister maant tot kalmte