
Volgens Amerikaanse recensenten was I Saw the TV Glow een van de beste films van 2024. Regisseurs als Martin Scorsese loofden de film, Paul Schrader (scenarist van Taxi Driver) noemde regisseur Jane Schoenbrun „de origineelste stem in de filmindustrie van dit decennium”. En verschillende online filmfora wijdden zich maandenlang aan een ontleding van elke frame van de film.
Toch werd I Saw the TV Glow in Nederland vorig jaar zonder noemenswaardige publiciteit in de bioscoop gedumpt. Het is een curieus maar typerend lot voor het filmfenomeen, dat deze week op Netflix komt. Behoor je tot de doelgroep van transpersonen, internetverslaafden en cinefielen? Dan raakt de film je diep in de oerangsten. Herken je je er niet in? Dan ben je op z’n best ambivalent.
Wat maakt dat deze queer horrorfilm zó specifiek succesvol is? Aanvankelijk lijkt de film juist de plot van elk Amerikaans tienerdrama van rond de eeuwwisseling te volgen. Apathische, onbegrepen tiener Owen vindt een gelijke in de twee jaar oudere Maddy. Zij is geobsedeerd door The Pink Opaque, een tienerhorrorserie over twee paranormale meisjes die het opnemen tegen een sinister grijnzende maan , Mr. Melancholy. Millenials zullen in deze tv-serie Buffy The Vampire Slayer herkennen, de hitserie uit de jaren negentig vol queer-subtext. Owen mag niet kijken – vader: „Dat is toch voor meisjes?!” – maar tijdens een geheim slaapfeestje bij Maddy raakt hij verknocht.
Hier wordt de film vreemd. Owen voelt maar 30 minuten per week écht dat hij leeft, als hij naar The Pink Opaque kijkt. Het hoofdpersonage Isabel lijkt een versie van hem; het meisje dat hij zich voelt. Hij begint te dissociëren van zijn eigen leven. Als Maddy op een dag verdwijnt, wordt ook The Pink Opaque plots niet meer uitgezonden. De serie zal voor altijd onaf zijn.
Decennia verglijden. Owen leeft in verlamming tussen zijn ‘echte’ leven en steeds verkniptere fantasie, alsof hij rot. Zijn andere identiteit heeft hij diep begraven. Zoals de meisjes van The Pink Opaque over hun monsters zeggen: „Ze kunnen ons geen pijn doen, als we niet aan ze denken.”
Schermentrilogie
I Saw the TV Glow is de tweede film van Jane Schoenbrun, en het tweede deel in diens officieuze ‘schermentrilogie’, waarin schermen dienen als metafoor voor verschillende fases van de gendertransitie. In Schoenbruns debuut We’re All Going to the World’s Fair waren dat portalen naar andere werelden, waarin een persoon die worstelde met zijn genderidentiteit veilig kon verdwijnen.
I Saw The TV Glow behandelt het voorgeborgte van transitie. De film is nostalgisch naar een tijd waarin buitenbeentjes hun gemeenschap vonden via het televisiescherm. Op tv was men nooit expliciet, maar je voelde de gloed van mensen die hetzelfde dachten en voelden als jij. Mensen bij wie je je wél thuis voelde en jezelf kon zijn. Owen moet volledig in die andere tv-wereld durven te stappen om zichzelf te kunnen omarmen.
Dat klinkt als een intellectuele exercitie, maar I Saw the TV Glow voelt ook zeer doorleefd. Regisseur Schoenbrun identificeert zich als non-binair, onderging zelf een gendertransitie, en sprak in talloze interviews over het „hellevuur van de Amerikaanse buitenwijk”. Die ervaring wasemt door in de hyperspecifieke details van I Saw the TV Glow. Zo klinkt Owens stem anamorf en hol – vreemd, zoals transpersonen zichzelf vaak niet kunnen herkennen in hun eigen stemgeluid. En zo is het personage van Maddy herkenbaar voor lhbti’ers als een oudere ‘gids’, die Owen probeert te helpen zichzelf te vinden.
Ook castingkeuzes spelen slim met Schoenbruns ervaring. Zo wordt Owens onderdrukkende vader gespeeld door Fred Durst, zanger van rap-rockband Limp Bizkit. In de jaren negentig was hij hét toonbeeld van bro-cultuur; agressieve mannelijkheid, met liedjes als ‘Break Stuff’ en een chronisch achterstevoren gedragen pet. Met die castingkeuze boort Schoenbrun niet alleen angst voor de macho aan, maar brengt ze de wereld van I Saw the TV Glow ook de realiteit in – de gloed schijnt nu jouw wereld binnen.
Cronenberg
Maar de film spreekt niet alleen de queergemeenschap aan, hij bereikt ook cinefielen en internetverslaafden. Dat komt door de unieke toon van de film. Het resultaat, volgens Schoenbrun, van „de boze seks van kunst en commercie ”. Ze mixt tienerdrama met de verknipte droomwerelden van David Lynch, de bodyhorror van David Cronenberg, en de verstopte subversiviteit van Paul Verhoeven. En voegt daaraan de esthetiek van het internet toe.
Veel van het tweede deel van de film speelt zich namelijk af in ruimtes die in de internetcultuur ‘liminal spaces’ genoemd worden. Plekken die bekend en nostalgisch voelen, maar ook verontrustend zijn. Een nachtelijke parkeergarage vol winkelwagentjes, een verlaten speelparadijs met tl-verlichting. Dit soort beelden waren de afgelopen jaren een hype op het internet. Ze riepen een collectief gevoel van onbehagen op bij generatie Z.
Mediafilosofen discussiëren nog over wat ‘liminal spaces’ precies zijn, de definitie is diffuus. Maar in I Saw the TV Glow zijn het plekken waar schermen en herinneringen samenkomen. Je weet niet wat je herkent uit je eigen leven, of uit plaatjes, tv-series, films. Vergevorderde dissociatie door een leven op een scherm: échte herinneringen zijn versmolten met sjablonen uit film. Dat wekt een angst op, niet alleen bij transpersonen, maar bij iedereen die een scherm gebruikt als uitvlucht. Het is een akelige benadering van hoe het voelt om in het verkeerde lichaam te zitten.
Verminking
I Saw the TV Glow werd aangeprezen als horror in de VS. Dat is een deel van de reden dat het grote publiek de film „saai” en „pretentieus” noemt online: wie klievende messen en spoken verwachtte, komt bedrogen uit. Maar horror is het wel degelijk. Verschillende recensenten schreven correct dat Schoenbrun de verminkte, vergroeide lichamen van Cronenberg heeft geïnternaliseerd. Schoenbrun toont geen misvormingen, maar laat de verminking zien die je jezelf kunt aandoen als je je ware aard verwaarloost. Als dat besef doordringt, in een zeer akelige finale, is I Saw the TV Glow een van de engste films van het jaar.
Maar bij de meeste kijkers zal dat niet doordringen. Als je niet met ‘Buffy’ bent opgegroeid – of met internet – en geen transpersoon of cinefiel bent, vallen de tekortkomingen van I Saw the TV Glow nogal op. De visuele metaforen zijn wel érg vet , net als het acteren. Ook de dialogen zijn wel erg gekunsteld .Zo bezien is het niet wat de marketing of de lovende recensies beloofde.
I Saw the TV Glow is zoals het fictionele The Pink Opaque: een gloed waarin gelijkgestemden zichzelf vertegenwoordigd zien. En niet te ontcijferen voor de rest.
