Patiënten die een ‘flatline’ hebben – een platte streep op de hartmonitor – en vervolgens dankzij een elektrische schok met een defibrillator opnieuw een hartslag krijgen. Het komt vaak voor in films en series die spelen op een Spoedeisende Hulp (SEH). En is in het echt totale onzin. Defibrillators brengen een hart dat chaotisch klopt weer in een normaal ritme, maar herstellen geen hartstilstand.
Yara Basta (SEH-arts in het Flevoziekenhuis in Almere) was dus prettig verrast dat dit beruchte foute filmcliché niet voorkomt in The Pitt. Ze noemt de serie, die sinds kort te zien is op HBO Max en medisch personeel volgt op een extreem drukke, fictieve Spoedeisende Hulp in Pittsburgh, de beste en meest realistische ziekenhuisserie die ze kent. „De hoeveelheid beslissingen die hoofdpersoon Dr. Robby (Noah Wyle) op een dag moet nemen, voelt heel erg herkenbaar. En hoe dit hem aan het einde van een dienst steeds moeilijker valt, omdat hij al duizenden keuzes heeft moeten maken”, legt Basta uit.
The Pitt is slechts één van de nieuwe series die spelen op een Spoedeisende Hulp: recentelijk verscheen ook Berlin ER op Apple TV+ en binnenkort volgt Pulse op Amazon Prime Video. Wat zijn eigenlijk favoriete ziekenhuisseries van artsen die zelf werken op een SEH en wat valt hen op als ze kijken?
Lees ook
De ziekenhuisserie is terug, in een viezer en echter ziekenhuis
Medische soap
Riemke Mars, in opleiding tot spoedeisendehulp arts in het UMC Groningen, tipt The Resident, een serie over een fictief ziekenhuis in Atlanta (Netflix). „Omdat daar heel erg de nadruk wordt gelegd op het teamgebeuren.”
Als student keek Mars, net als Basta, wel eens naar een ‘medische soap’ als Grey’s Anatomy, maar bij het terugzien stoorde ze zich heel erg aan de suggestie dat de dokters alles zelf doen. „Ze zijn tegelijkertijd én anesthesist, én chirurg, én spoedeisendehulparts, en doen ook nog het werk van verpleegkundigen en ondersteunend personeel.”
Ook in The Resident is de hoofdrolspeler een arts. „Maar daarnaast heeft ook iemand die we in Nederland een physician assistant (PA) zouden noemen, een grote rol en gaat het veel over het management van het ziekenhuis”, legt Mars uit. „Je werkt op een Spoedeisende Hulp echt als team, een goede samenwerking is heel belangrijk.”
Dat er ook „fijne interacties” in The Resident zitten, bevalt Riemke Mars zeer; in medische series ligt de focus toch vaak vooral op behoorlijk getroebleerde artsen. Ook in de afleveringen die ze zag van The Pitt hebben de personages een erg cynische kijk op het leven en hun werk. „Het lijkt daar alsof bijna iedereen op een Spoedeisende Hulp óf depressief is óf PTSS heeft.” Werken op een SEH kan inderdaad echt zwaar zijn, en mogelijk bestaat er in de VS meer cynisme onder artsen door het gezondheidssysteem daar. Maar in de eerste afleveringen van The Pitt is het volgens haar wel „buitengewoon dramatisch” gesteld met de geestelijke toestand van de hoofdpersonen.
Emotie van de zorg
De bekendste serie met een medische misantroop en cynicus in de hoofdrol is en blijft natuurlijk House, over de geniale arts House die medische mysteries oplost. Het type serie dat de gesproken artsen wél graag volgden toen ze nog studeerden. „Maar nu kan ik er echt niet meer naar kijken”, zegt David Baden (SEH-arts in het Diakonessenhuis in Utrecht). Deels door het horkerige gedrag van House, maar vooral door „de zweem van realisme die de serie ademt, terwijl het totaal niet klopt. Dat zie je bijvoorbeeld ook in Grey’s Anatomy”.
De aandoeningen van de patiënten bestaan meestal echt, stelt Baden, „maar hoe House diagnoses stelt is volstrekt onlogisch. Hij prikt bijvoorbeeld bloed en bedenkt dan dat het een bepaalde aandoening is. Vervolgens blijkt zijn aanname foutief én gaat hij meteen opnieuw bloedprikken. Zo werkt een diagnose stellen dus niet, dan sluit je na een keer prikken juist een heleboel uit. House is een geniale arts, maar kan geen bloeduitslagen lezen?”
Baden geniet meer van een komedieserie als Scrubs, over enkele jonge artsen in een fictief Amerikaans ziekenhuis. Volgens hem is duidelijk dat wat de personen doen medisch gezien „ridicuul” is, maar emotioneel klopt de serie wel. „Dat je jezelf bijvoorbeeld te veel kan verliezen in een patiënt en denken dat jij de oplossing moet zijn voor het lijden van iemand anders.” Ook toont die serie via uitvergrotingen de extreme kanten van bepaalde figuren in het ziekenhuis. „Zoals een hoofdarts als Dr Cox, die zichzelf een god waant.” Ook M*A*S*H was volgens Baden zo’n serie die goed de vinger legt op de „emotie van zorg” en liet zien hoe zinloos oorlogsgeneeskunde kan voelen. „Bij een serie als House. is de emotie niet zo belangrijk, daar gaat het vooral over de puzzel. Maar vervolgens blijkt die puzzel onzin.”
Wat missen deze artsen eigenlijk in medische series, behalve dan dat je bij een hartstilstand wél moet reanimeren, maar niet moet defibrilleren? Misschien zou ook wat vaker aan bod mogen komen dat geneeskunde mensenwerk is, denkt Yara Basta. En dan bedoelt ze niet nog meer soapachtig drama of intriges, maar eerder „wat bijvoorbeeld het effect is van enorme drukte in een wachtkamer op artsen, of hoe zaken soms per ongeluk verkeerd aflopen of per ongeluk juist helemaal goed.”
Riemke Mars: „Misschien dat wij niet overal antwoord op hebben. Veel series geven mensen het idee dat als we maar hard genoeg zoeken, we altijd ontdekken wat er aan de hand is. Dat is gewoon niet zo.”
