Als kind was Ilse Jobse (52) net als zo veel kinderen: ze zong onder de douche en gebruikte de douchekop als microfoon. Ze is doof geboren, en dan krijg je het beroep van performer niet op een presenteerblaadje aangereikt. „Later realiseerde ik me dat ik, ondanks mijn doofheid, toch gebarenzangeres kon worden”, aldus Jobse.
De zangeres staat dit jaar als eerste dove zangeres op Lowlands. In het programma ‘Poëzie in gebarentaal’, ontwikkeld door literatuurorganisatie Wintertuin, dragen dichters met een auditieve beperking van het project (Un)spoken hun werk voor. Het programma ‘Poëzie in gebarentaal’ is een van de openingsacts van het festival, in de Adonis-tent.
Op een mooie zomerdag in een park in Velsen neemt Jobse even pauze van de opnamen voor de muziekvideo van ‘Handen dansen’, die ze opneemt met behulp van crowdfunding. „De gebarentaal uit mijn jeugd was een arme taal, puur gericht op communicatie”, vertelt Jobse, nadat we samen met een gebarentolk hebben plaatsgenomen op een bankje. „We leerden niet dat je met gebarentaal ook creatief kunt omgaan.”
Hoe zou je je muziek omschrijven?
„Als pop met een randje kleinkunst. Ik schrijf mijn eigen teksten, die worden vertolkt door een zangeres en een band. Zij moeten mij volgen in plaats van ik hen, en dat is uniek in Nederland.”
Waar gaat het nummer ‘Handen dansen’ over?
„Het nummer ‘Handen dansen’ gaat over hoe ik als kind vooral bezig was met mijn gehoor en mijn stem, door het onderwijs. Er was bij horende leerkrachten en logopedisten weinig aandacht voor wie ik ben, wat ik kan en wat mijn kwaliteiten zijn. Het nummer vraagt om te kijken naar mijn andere kwaliteiten. Het is geschreven vanuit persoonlijk perspectief, maar het vertelt een groter verhaal over hoe het is om als doof persoon te leven in een overheersend horende wereld.”
Moedertaal
Het aantal dove en slechthorende Nederlanders wordt op anderhalf miljoen mensen geschat, waarvan zo’n 30.000 mensen volledig doof geboren zijn of op jonge leeftijd doof zijn geworden. Voor die laatste groep is gebarentaal de moedertaal waarmee ze zijn opgegroeid.
Toen Jobse opgroeide, werd Nederlandse Gebarentaal nog niet erkend als volwaardige taal. „Ons onderwijs was vooral gefocust op stemgebruik, en daar werd ik zo gefrustreerd van. Als doof persoon krijg je daardoor het gevoel dat je eigen perspectief niet gezien of gehoord wordt.”
In 2021 werd Nederlandse Gebarentaal pas als officiële taal erkend, dankzij de Wet erkenning Nederlandse Gebarentaal. Maar volgens Jobse krijgen kinderen nog altijd vaker les in Nederlands met Gebaren dan in Nederlandse Gebarentaal. „Terwijl tweetaligheid juist een verrijking is voor ons.”
Hoe ben je uiteindelijk de muziek in gerold?
„Horende mensen houden ook van muziek en dus dacht ik: als ik mijn teksten op muziek zet, dan luisteren ze beter naar wat ik heb te vertellen.
„Tien jaar geleden ontmoette ik Erwin Nijmeijer, een horende man die een dove dochter heeft. Met hem kwam ik te spreken over mijn zangdroom. Hij is saxofonist en stelde voor om een keer samen te werken. Dankzij hem zong ik mijn zelfgeschreven liedjes met orkest. De liedjes waren mijn verhaal, en een gebarentolk gaf mij seintjes ter vertaling van het ritme. Toen dacht ik: wauw, dit kan ik dus!”
Wat betekent het voor je dat je op Lowlands gaat optreden?
„Dat is natuurlijk heel leuk, maar ik heb wel voor grotere zalen opgetreden. Ik hoop dat ik voorafgaand aan mijn optreden op Lowlands nog even ter plekke kan oefenen. Op het podium staan is heel anders dan voor jezelf oefenen. Ik moet me het podium altijd even eigen maken, samen met de band Acoustic Garden.”
Vroeger was gebarentaal een arme taal, wij leerden niet dat je er creatief mee kan omgaan
Hoe ziet jouw creatieve maakproces eruit?
„In reguliere Nederlandse Gebarentaal gebaart iedereen min of meer hetzelfde. Gewone gebarentaal is niet zo mooi op muziek, dus ik maak de gebaren wat esthetischer voor het zingen en optreden. Er zit bij mijn liedjes wat meer umpf in.
„Dan stuur ik de muzikanten van tevoren filmpjes van mijn gebaren en dansbewegingen. Op basis daarvan creëren we de muziek. Hiervoor werk ik samen met componist Sander Geboers, omdat ik niet goed kan horen of de zangeres goed en mooi vertaalt. Zo wilde ik in een lied het woord ‘identiteit’ gebaren, maar dat klinkt als gesproken tekst minder mooi. De componist denkt dan mee over synoniemen en zo zoeken we samen naar creatieve oplossingen.”
Hoe ervaar jij muziek? Wat raakt je?
„De houding, bewegingen en uitstraling van zangers kunnen mij enorm inspireren en raken. De inhoud van de liedjes kan ik niet verstaan, maar ik volg het ritme en hoe ze overkomen. Het draait bij mij vooral om hoe iemand beweegt en wat iemand uitstraalt.
„Zangers moeten een duidelijke boodschap willen delen met andere mensen. Zo kan ik door mijn muziek uitleggen hoe ik opgroeide als doof persoon. Maar ik wil ook dove mensen inspireren om meer uit hun schulp te komen. Hopelijk herkennen zij zich in mijn verhaal. Dove mensen praten bijvoorbeeld niet over hoe het was om gedeeltelijk op te groeien in een internaat. Dat was lang niet altijd even leuk.”
Vrij
Jobse groeide beschermd op. Vanaf haar derde tot achttiende woonde ze doordeweeks op een internaat, in de weekenden ging ze naar huis. Toen ze op haar achttiende volwassen was, was ze vrij zonder goed te weten hoe je dat kon beleven. Jobse: „Ik voelde me eenzaam. Je werd eigenlijk gewoon in het diepe gegooid. Ik was vrij, maar voelde me helemaal niet vrij. Het nummer ‘Dat meisje dat vrij is’, gaat daar ook over.” Uiteindelijk rondde ze drie hbo-opleidingen af.
Kreeg je op school muziekles?
„We deden jeugd ritme- en trommeloefeningen, maar de manier waarop dat werd gegeven voelde betuttelend aan. Het was gericht op geluid en niet op de visuele kant van gebarentaal. Er werd tijdens de muziekles totaal niet gekeken naar wat wij leuk vonden.
„Ik moest mezelf bewijzen, ook als gebarenzangeres in de doven-community. In het begin vond ik het heel eng wat mijn community ervan zou vinden. Later dacht ik: ik wil dit gewoon voor mezelf.” De opkomst van sociale media speelde ook een rol. Jobse: „Hierdoor worden dove performers meer zichtbaar en kunnen we dienen als rolmodel voor elkaar.”
Zijn muziekfestivals op dit moment voldoende inclusief voor dove en slechthorende mensen?
„Lowlands is dat op dit moment nog niet. Dat ze me hebben gevraagd, is een mooie stap, fantastisch dat ze dat doen. Wie weet wat er nog meer kan in de toekomst. Geduld is een schone zaak. Je ziet dat er langzaam iets aan het veranderen is, vooral na covid [toen er onder andere bij aankondigingen van politici op televisie aandacht kwam voor gebarentaal].”
Wat kunnen festivals doen om toegankelijker te worden voor mensen met een gehoorbeperking?
„Dat begint met de inzet van meer gebarentolken. En nog beter: door meer dove performers of gebarenzangers te programmeren. Daar zijn er misschien niet veel van, maar ze zijn er wel.”
Tijdens de gebarenlessen voor horende mensen die je geeft, beschrijf je do’s and don’ts voor omgang met dove mensen. Wat is het grootste misverstand dat horende mensen hebben over een auditieve beperking?
„Het grootste misverstand is dat mensen met een gehoorbeperking altijd hulp nodig hebben. De neiging om te helpen is goed bedoeld, maar ik heb een hekel aan die betutteling. Het voelt kleinerend als iemand namens mij bedenkt wat ik wel of niet zou kunnen. Je kunt het me gewoon vragen: heb je iets nodig? Die feedback geef ik soms op een vriendelijke manier terug aan mensen, zeker als ik langere tijd met ze zal samenwerken.”
Jobse hoopt dat haar muziek een brugfunctie vervult tussen horende en dove mensen, zodat iedereen van muziek kan genieten. „Ik zeg altijd: ik ben niet toegankelijk, maar ik ben wel inclusief. Hopelijk zal er mede door mijn muziek een meer open cultuur ontstaan voor mensen met en zonder gehoorbeperking.”