Het persbericht van staatssecretaris Achahbar, over haar vertrek, lag al op donderdag klaar

Staatssecretaris van Toeslagen Nora Achahbar van NSC, wist al op maandag, zeggen betrokkenen: in dit kabinet wilde ze niet meer zitten. Die dag had de ministerraad in het Catshuis vergaderd over het antisemitisch geweld in Amsterdam en hoe er aan tafel was gesproken over moslims door collega’s van verschillende partijen, vond ze ver over de grens. Zij zou er iets van hebben gezegd, en miste steun. Ook van minister-president Dick Schoof. Op haar ministerie werd donderdag alvast een persbericht klaargezet.

Achahbar is in de ministerraad de enige van Marokkaanse afkomst, ze is in Marokko geboren. Sommige van de uitspraken waar zij over viel, zouden zijn gegaan over Marokkaanse Nederlanders.

Ook minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark van NSC had het al de hele tijd moeilijk. In het Tweede Kamerdebat op woensdag, waar ze samen met Schoof en minister van Justitie David van Weel zat, moest ze volgens betrokkenen huilen – buiten de zaal. Ze zag het nauwelijks nog zitten en voor haar ambtenaren was het reden om alvast rekening te houden met haar vertrek en te bedenken wat ze daarvoor moesten doen.

En zo kwam het kabinet-Schoof op vrijdag terecht in de ernstigste crisis tot nu toe. De afloop daarvan is nog onduidelijk. In het Catshuis kwamen in de avond de vier partijleiders van de coalitie bij elkaar: Geert Wilders, Caroline van der Plas en Dilan Yesilgöz en Nicolien van Vroonhoven.

Verdriet en boosheid

Achahbar zegt op vrijdagochtend tegen Schoof dat ze wil opstappen. En dan is het crisis: want wat doen de andere NSC-bewindslieden? Op vrijdagmiddag zitten ze urenlang bij elkaar. De Tweede Kamerfractie van NSC houdt een extra fractievergadering. Daar was, zeggen betrokkenen, verdriet en boosheid over de uitspraken die bij de ministerraad zouden zijn gedaan. En over het vertrek van Achahbar.

NSC’ers hadden de afgelopen dagen geprobeerd om haar op andere gedachten te brengen. Ze wilden haar erbij houden. NSC was er vanaf het begin heel tevreden over geweest dat het de partij was gelukt om iemand van Marokkaanse afkomst in het kabinet te hebben.

Door het besluit van Achahbar en de twijfels van Uitermark moeten de ándere NSC’ers ook kiezen. Vanaf vrijdagmiddag gaat in Den Haag rond dat ze allemaal uit het kabinet stappen. En wordt erop gerekend dat dan het kabinet valt.

In de coalitie proberen de partijleiders te redden wat er te redden valt. Ze doen een beroep op Nicolien van Vroonhoven om het kabinet overeind te houden. Maar heel hoopvol zijn de coalitiefracties daarna niet. Vooral niet als ze te horen krijgen dat Pieter Omtzigt zelf onderweg zou zijn om bij het crisisoverleg op het Catshuis te zijn, samen met Van Vroonhoven – wat de andere drie niet willen, ze komen alle drie in hun eentje. Omtzigt zit al twee maanden thuis, Van Vroonhoven vervangt hem. Ze komt alleen.

In het Catshuis wordt rond vijf uur Indisch eten bezorgd.

Onderling wantrouwen

Tussen de vier fractievoorzitters van de coalitie gaat het al vanaf het begin moeizaam, ook in de kabinetsformatie. Het onderlinge wantrouwen is enorm. Het is vaak zichtbaar in de bankjes van de Tweede Kamer: Van Vroonhoven wordt daar vaak genegeerd door de andere drie. In het kabinet is in het begin het verhaal nog dat de sfeer geweldig is. Dick Schoof zou veel doen aan de teamgeest. Maar zo gezellig blijft het niet. Er wordt over elkaar geroddeld en er zijn bewindspersonen die spreken van een groot onderling wantrouwen. Over Achahbar valt te horen dat ze al een tijdje niet goed overweg kan met minister Eelco Heinen van Financiën, van de VVD. Ze vindt, zeggen betrokkenen, dat hij haar nauwelijks ruimte gunt.

Het vertrek van NSC hoeft niet meteen de val van het kabinet te betekenen. En op vrijdagavond gaan bij de andere partijen al scenario’s rond over een mogelijke doorstart: een minderheidskabinet van PVV, VVD en BBB. Voor NSC zou het moeilijk kunnen zijn om in de Tweede Kamer tegen de eigen plannen uit het coalitieakkoord te stemmen en in de Eerste Kamer had de coalitie al niets aan NSC, omdat de partij van Omtzigt daar geen zetels heeft.

Een groot deel van de oppositie heeft al eerder gezegd dat het de wetsvoorstellen van het kabinet niet al van tevoren afwijst en afgelopen week nog werd op initiatief van de drie christelijke partijen CDA, CU en SGP een deal gesloten over de btw-verhoging op cultuur, media en sport, waarvoor een alternatief wordt gezocht. En D66 sloot zich erbij aan.

Op vrijdagavond komt Nicolien van Vroonhoven als laatste aan bij het Catshuis. Ze zegt: „We hebben even wat te slikken, het raakt ons in het hart.” Maar wat precies? „Dat we een staatssecretaris verloren hebben.” Of de andere bewindslieden van NSC ook opstappen, wil ze niet zeggen.

De partijtop van NSC heeft net ervoor een overleg gehad, Omtzigt belde in en klonk, zeggen betrokkenen „strijdbaar”. Maar wat ze wilden dat er zou gebeuren, bleef onduidelijk.


Bij toeslagenouders slaat het vertrek van Achahbar in als een bom

Tijdens haar hoorzitting in de Tweede Kamer begon Nora Achahbar over Den Haag. Ze groeide op in een achterstandswijk, zei ze. Het huis van haar ouders stond aan de rand van de Schilderswijk. Het is moeilijk om je aan zo’n omgeving te ontworstelen, vertelde ze de Tweede Kamerleden die schuin tegenover haar zaten. Maar dat zij als kandidaat-staatssecretaris in deze commissiezaal aan tafel zat, zei ze ook, was het bewijs dat het kán.

Dat ze in een kabinet terecht zou komen met de PVV, van wie de partijleider die weinig opheeft met de Schilderwijk, hield haar niet tegen. In haar collega-bewindspersonen had ze vertrouwen, zei ze. Waar lag haar grens, vroeg Ines Kostićc (Partij voor de Dieren). Achahbar verwees naar zeven punten uit de rechtsstaatverklaring, die ze duidelijke kaders noemde. Als die overschreden werden door collega’s, dan is ze weg.

Dik vijf maanden later was het zo ver. De staatssecretaris kondigde vrijdag volgens ingewijden aan dat zij haar ontslag wilde indienen, wat tot een crisissfeer in het kabinet leidde. Achahbar zou de grens willen trekken bij racistische en anti-Marokkaanse uitspraken, die tijdens de ministerraad van maandag zouden zijn gedaan.

Luwte

Van de bewindspersonen op het ministerie van Financiën, opereerde staatssecretaris Toeslagen en Douane, Nora Achahbar, het meest in de luwte. Ze kende het toeslagendossier nog niet goed toen ze aan haar klus begon, en was politiek onervaren. Maar de luwte past ook bij haar als persoon, zeggen mensen die in verschillende levensfases met haar gewerkt hebben. Ze noemen haar rustig, bescheiden en weloverwogen in haar keuzes.

Dat ze weinig aandacht opeiste, betekent niet dat ze stilzat. In WhatsAppgroepen met toeslagenouders sloeg het vertrek van Achahbar in als een bom. „Dit kan toch niet waar zijn”, zag Tof Thissen op zijn telefoon voorbij komen. Hij is voorzitter van het Ouderpanel Kinderopvangtoeslag. Het Ouderpanel is „zéér positief” over haar. Vanaf het prilste moment dat Thissen met haar kennismaakte, zegt hij, kwam de staatssecretaris over als uitermate gemotiveerd om van de hersteloperatie „in afzienbare tijd tot een succes te maken”.

Ouders die slachtoffer zijn van het Toeslagenschandaal zijn enorm van haar gecharmeerd, zegt hij. Ze was in staat de juiste vragen te stellen en kon goed luisteren. En wat haar volgens Thissen hielp, is ook haar eigen levensverhaal.

Schoolreisje

Nora Achahbar (42) is geboren in Sidi Slimane, een stadje in het noordwesten van Marokko, en groeide op in Den Haag. Haar vader, vertelt ze in een interview met dagblad Trouw, kwam als 18-jarige gastarbeider naar Nederland. Hij werkte in een restaurant aan de Hofvijver en in keukens van ministeries, en verdiende weinig. Ze vertelt dat het niet vanzelfsprekend was een nieuwe winterjas of schoenen te krijgen als er een gat in zat. Eén keer ging ze mee op schoolreisje. Ze zag de stress die het geldgebrek haar ouders opleverden.

Haar ouderlijk huis stond tegenover de Sociale Dienst, vertelt ze in het Trouw-interview, en kon naar binnenkijken in de spreekkamers. Ze zag boze burgers tegenover ambtenaren. Stoelen vlogen soms door de ruimte. „Het beeld van die wanhopige burger tegenover zo’n ambtenaar, dat begrijp ik dus heel goed.”

Als enige van haar basisschoolklas ging ze naar het VWO. Na het behalen van haar diploma volgde ze een studie Nederlands recht, liep stage bij de D66-fractie en de Raad voor de Rechtspraak. Werd vervolgens rechter, politierechercheur en daarna Officier van Justitie. Ze specialiseerde zich onder andere in extremisme-, fraude- en levensdelictzaken.

Moeras

Toen Pieter Omtzigt op zoek was naar kandidaten voor op zijn kieslijst, solliciteerde ze om de overstap te maken naar de politiek. Daar kon ze meer impact maken, dacht ze. De waarden ‘goed bestuur’ en ‘bestaanszekerheid’ spraken haar aan. Als 27ste op de lijst werd ze niet verkozen tot Kamerlid.

Als staatssecretaris moest ze vooral politiek gezien nog inkomen. Ze moest leren hoe besluitvormingsprocessen werken, hoe het proces werkt hoe je komt tot het maken van een begroting, en hoe je om moet gaan met gehaaide Tweede Kamerleden.

Twee weken geleden presenteerde Achahbar een plan om de hersteloperatie te versnellen. Ze wilde werken aan ‘totaalherstel’ met een spoedadviescommissie zei ze in de Volkskrant, om gedupeerden „uit het juridische moeras te trekken”. Die klus maakt ze hoogstwaarschijnlijk niet af.