Wie is Raffaele Fitto, vertrouweling van Giorgia Meloni en beheerder van het Europese coronaherstelfonds van 800 miljard?

Hij heeft zijn decennialange politieke loopbaan bij ettelijke partijen doorgebracht, voor hij in 2019 toetrad tot Giorgia Meloni’s Broeders van Italië, maar Raffaele Fitto (55) behoorde altijd tot het centrumrechtse kamp. De Italiaanse premier Meloni feliciteerde dinsdag haar partijgenoot met zijn voordracht als uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie, met Cohesie en Hervormingen als verantwoordelijkheden. Meloni beschouwt deze zware portefeuille als „een belangrijke erkenning voor de opnieuw centrale rol die Italië binnen de Europese Unie speelt.”

Fitto was als minister van Europese Zaken ook bevoegd voor het beheer van de miljarden die Italië toebedeeld krijgt vanuit Next Generation EU, het Europese coronaherstelfonds waarvan Italië de hoofdbegunstigde is. Hij neemt deze ervaring nu mee naar Europa, waar hij politiek verantwoordelijk wordt voor het beheer van het hele fonds (ruim 800 miljard euro).

Sinds zijn voordracht als Europees Commissaris, eind augustus, is nog altijd niet duidelijk wie in Rome het beheer van het Italiaanse deel van het fonds voortaan op zich neemt. Bij gebrek aan een gekwalificeerde vervanger – Broeders van Italië is een vrij jonge partij die in korte tijd fors is gegroeid – is het niet uitgesloten dat premier Meloni het beheer van het steunfonds naar zich toetrekt.

Regiopresident

Raffaele Fitto is een goede bekende in de Italiaanse politiek. Hij is nog ‘maar’ 55 jaar – een jonkie naar Italiaanse begrippen – maar al decennialang politiek actief. Zijn vader, Salvatore Fitto, was regiopresident van de Zuid-Italiaanse landstreek Puglia, namens de Democrazia Cristiana (DC), de christendemocratische volkspartij die in Italië jarenlang oppermachtig was. Hij stierf tijdens zijn ambtstermijn door een ongeval. Raffaele was toen 19 jaar. Hij besloot in zijn vaders voetsporen te treden, bij dezelfde partij. Hij bleef bij de DC totdat die begin de jaren negentig door het corruptieschandaal ‘Mani Pulite’ (Schone Handen) uiteenspatte.

Lees ook

Nieuwe Europese Commissie: vier vrouwen in kernteam Von der Leyen, zware posten voor Frankrijk en Italië

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, presenteerde dinsdagochtend de nieuwe Eurocommissarissen tijdens een persconferentie in Straatsburg.

Daarna volgden kleinere partijtjes, totdat hij in 1999 werd verkozen in het Europees Parlement, met de steun van Silvio Berlusconi’s partij Forza Italia, waartoe Fitto later ook zou toetreden. Amper een jaar later gooide hij de handdoek in de ring, om net als zijn vader regiopresident van Puglia te worden. Hij was toen 30, de jongste ooit in die functie. In 2008 trad hij als minister voor regionale zaken toe tot de vierde centrumrechtse regering-Berlusconi. Op politiek vlak kon hij het goed vinden met zijn collega-minister, bevoegd voor Jeugdzaken, de toen 31-jarige Giorgia Meloni.

Raffaele Fitto bleef niet gespaard van controverse. In 2006 werd een gerechtelijk onderzoek naar hem geopend, omdat zijn kieslijst 500.000 euro had ontvangen van een zakenman. De beschuldiging luidde dat het ging om steekpenningen. De zakenman zou in ruil het beheer van elf verzorgingstehuizen voor bejaarden in de regio Puglia hebben verlangd. Fitto werd in eerste aanleg veroordeeld tot vier jaar cel, met een vijfjarig verbod op het uitoefenen van een publiek ambt erbovenop. In hoger beroep volgde vrijspraak.


Uitgeput land en kip van KFC – Kenia moet weer organisch boeren

Agronoom Onesmus Mongare (30) wroet met zijn vingers in de rottende massa maden en afval. Dit is zijn goud: organische mest gemaakt met hulp van de zwarte soldatenvlieg, als alternatief voor kunstmest en pesticiden. „Kenianen weten niet meer wat ze eten. Boeren spuiten met zoveel vergif als ze maar willen, als het maar geld opbrengt”, zegt hij tussen de groene heuvels net iets buiten de hoofdstad Nairobi. Landbouw is business geworden in Kenia. „Hoe kun je liefde voor je gewassen opbrengen als je alleen maar landbouw bedrijft uit commercieel oogpunt?”

Biologische landbouw draagt nog niet één procent bij aan de Keniaanse voedselproductie, maar de sector groeit. Want kunstmest, hoewel stevig gesubsidieerd, wordt duurder. En 63 procent van het akkerland is volgens het ministerie van Landbouw verzuurd geraakt door overmatig gebruik van kunstmest en pesticiden. Dat heeft weer tot achteruitgang van het land geleid, minder voedingsstoffen in e grond, en erosie.

Kenianen zijn de afgelopen jaren niet goed omgegaan met hun akkers en het milieu. Ze kapten bossen, vervuilden rivieren en gebruiken overmatig veel kunstmest. Mongare: „Onze voorouders deden al aan biologische landbouw, maar de boeren van tegenwoordig hebben het idee ingeprent gekregen dat alleen het gebruik van chemicaliën een goede opbrengst garandeert.”

In de biologische landbouw worden compost en dierlijk afval gebruikt als mest en als biologische bestrijdingsmiddelen om gewassen te beschermen tegen plagen en ziekten. Gewassen worden verbouwd en vee grootgebracht zonder gebruik van synthetische meststoffen, pesticiden, genetisch gemodificeerde organismen en antibiotica. Zo behouden de bodem, het water en de lucht hun kwaliteit. De organische landbouw maakt gebruik van materialen die ter plaatse beschikbaar zijn, wat de kosten voor de boer laag maakt. „De mest die we maken met behulp van de larven van de zwarte soldatenvlieg is drie keer zo goedkoop als de chemische mest die in de winkel haalt”, zegt Onemus Mongare trots.

Eetgewoontes

Boeren produceerden vroeger vooral voor hun eigen gebruik, en ze benutten de plantenresten als bemesting. „De grote omslag kwam begin deze eeuw, toen de regering de import van kunstmest en pesticiden goedkoper maakte. Dat luidde de grote verandering in de landbouwsector in”, legt Mongare uit. In 2008 begon de regering kunstmest te subsidiëren. „Ook kwam er een middenklasse op met andere eetgewoontes. Vroeger aten we alleen brood bij speciale gelegenheden, nu begint iedere dag ermee. We willen melk uit kartonnen pakjes en kip van KFC, Kentucky Fried Chicken. Vroeger, toen we nog cassave en andere wortelgewassen aten, waren we sterker en hadden we meer weerstand.”

Vroeger aten we alleen brood bij speciale gelegenheden, nu begint iedere dag ermee

Onesmus Mongare
agronoom

Afrika worstelt om zichzelf te kunnen voeden. Het continent heeft twee derde van ’s onbewerkte landbouwland, maar het geeft jaarlijks ongeveer 60 miljard dollar uit aan de import van voedsel, volgens de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Die uitgaven zullen naar verwachting stijgen tot 110 miljard in 2025, door toegenomen vraag en veranderende consumptiegewoonten. Voor de kleine en vaak arme boeren, die het overgrote deel van het voedsel produceren, is een schonere en goedkopere methode dus relevant. Landbouw draagt meer dan een kwart bij aan het bruto binnenlands product van Kenia. De economie van het land had vorig jaar een geschatte omvang van ruim 300 miljard dollar.

Een motortaxi rijdt langs de suikerrietplantage van SonySugar in Migori, Kenia.
Foto James Wakibia/Getty Images

Rottend afval

Het Keniaanse ministerie van Landbouw registreert een daling in de productie van maïs en in de belangrijke export van tuinbouwproducten en thee. Het meeste voedsel in Afrika komt van kleine boeren, niet van grootschalige plantages. Volgens Jamer Kagwe, een organische boer, worden die kleine producenten onder druk gezet om toch vooral kunstmest te gebruiken. „In de ogen van velen is een akker een voedselproductiebedrijf geworden. Daardoor zijn we de spirituele band met het land kwijtgeraakt.”

De zoete geur van rottend afval verwelkomt de bezoeker op het stukje land van Kagwe in Naivasha, een stadje negentig kilometer ten noorden van Nairobi. Het hergebruik van groen afval is een belangrijk milieuvriendelijk aspect van organisch boeren. Kagwe maakt mest voor de verkoop en voor gebruik op zijn eigen akker. Zijn zoon rijdt met een tuktuk door de straten van de stad om het afval in te zamelen, een kromgebogen vrouw haalt plastic en metalen uit dat huisvuil. Volgens James Kagwe is het grootste deel van het huishoudelijk afval organisch. „Dat kunnen we hergebruiken”, zegt hij.

Op zijn akker buiten de stad bouwt hij van schoenen, nephaar, flessen en andere afvalproducten een huis. Daarnaast kweekt hij met de verworven mest zestig gewassen, die elkaar en de grond beschermen, zoals vruchten, pompoenen, cassave en zoete aardappelen, alle inheems. „Zo deden mijn voorouders het ook.”

Hij streelt de vochtige aarde. „Je voelt dat ze gezond is, ze leeft en ruikt goed”, zegt hij tevreden. Zijn met organisch afval bewerkte land ziet er junglegroen uit, op de met kunstmest bewerkte akker van zijn buurman staan alleen verpieterde maïsplanten. Kagwe, schamper: „Zijn land raakte uitgeput, door almaar maïs te verbouwen en overdadig veel kunstmest.”

James Kagwe heeft een boodschap en klinkt als een priester; biologische landbouwers zoals hij zijn vaak vol idealisme. Nadat de kolonialen commerciële, grootschalige landbouw in Kenia hadden geïntroduceerd, verwaterde de band met de voorvaderlijke grond. Inheemse gewassen als yam en cassave maakten plaats voor maïs en tarwe. James Kagwe verlangt terug naar dat verleden: „We moeten terug naar de natuur. Dat is wijsheid. En dat is meer dan de kennis waarmee grote voedselbedrijven ons kunstmest en pesticide proberen aan te praten”.

Wie vertelt de boeren over de gevaren van pesticiden voor hun eigen gezondheid en die van de aarde?

Betty Guchu
milieuactivist

Monsanto

Honderd kilometer noordelijker, in het district Nyandarua, heeft publicist en milieuactivist Betty Guchu een winkel voor organische bestrijdingsmiddelen. „Wat een boer met z’n land verdienen kan, heeft tegenwoordig prioriteit voor hem”, klaagt ze. In haar woongebied komt ze meer vertegenwoordigers tegen van Sygenta, producent van pesticiden, dan van het ministerie van Landbouw, dat schone landbouw in zijn vaandel heeft staan. „Vertegenwoordigers van bedrijven als Sygenta en Monsanto, ’s werelds grootse producent van zaden, laten boeren in de val lopen. Ze geven die boeren krediet, verkopen zaden en kunstmest aan hen en dan zitten ze vast aan die leveranciers. Maar wie vertelt de boeren over de gevaren van pesticiden voor hun eigen gezondheid en die van de aarde? Pas na een tijd zien ze dat hun akker dood is door het gebruik van chemicaliën, die voor een deel uit Europa komen waar het gebruik ervan verboden is.”

De verdubbeling van de prijs een zak van vijftig kilo kunstmest – van omgerekend 35 naar 70 euro als gevolg van blokkades door de oorlog in Oekraïne – ving de overheid deels op door een hogere subsidie. Maar bij eerder dit jaar kwam een schandaal aan het licht, waarbij het ministerie nepkunstmest had geleverd die voornamelijk bestond uit kalk en zand. Ten minste twee van de bedrijven die opdracht van de overheid kregen voor de verstrekking van kunstmest, hadden de boel belazerd. „Dat heeft boeren aan het denken gezet. Sindsdien zie ik steeds meer klanten naar mijn winkel komen om organische spullen te kopen”, zegt Betty Guchu.

Nederlandse ondernemers

De groeiende vraag naar biologische producten in de Europese Unie heeft geleid tot een groeiend aantal Nederlandse ondernemers in de biologische landbouw in Kenia. Els Breet (50) boert bij het dorpje Ngecha. Tien jaar geleden had ze drie klanten, nu 110, die voor 10 euro wekelijks een mand groente thuisbezorgd krijgen. Ze bebouwt nu ruim acht hectare met tachtig werknemers, de meesten vrouwen.

Met haar laarzen in de modder kijkt ze uit over haar kleine groene paradijs. Een vrachtwagen vol geitenmest arriveert. „Wat verdien je met biologische landbouw, vragen mensen me soms. Maar zo moet je niet denken”, vertelt ze, „Ik weet niet hoeveel kilo’s ik ga oogsten en verkopen, dat soort denken hoort niet bij biologische landbouw. Niet-organische landbouw daarentegen werkt wel met prognoses, daar valt snel geld te verdienen. Ik laat de natuur zijn werk doen. Organische landbouw is een passie.”


China betaalt bijna de helft van dit nieuwe kanaal door Cambodja – met welk doel?

Met een feestelijke en strak geregisseerde ceremonie is begin augustus in Cambodja het startsein gegeven voor de bouw van het Funan Techo-kanaal, een directe verbinding van 180 kilometer tussen de Mekong-rivier nabij hoofdstad Phnom Penh en de Golf van Thailand. In het bijzijn van duizenden toeschouwers, gekleed in witte T-shirts met de beeltenissen van de Cambodjaanse premier Hun Manet en zijn vader Hun Sen, begon de bouw van de waterweg, die vooral China meer macht in de regio zou kunnen geven. Dorpelingen die tegen het project zijn omdat hun huizen en akkers plaats moeten maken voor het kanaal, waren niet welkom.

Naast premier Hun Manet stond de Chinese ambassadeur. Dat is niet toevallig, want China betaalt een groot deel van de rekening (zo’n 1,7 miljard dollar). „49 Procent. De andere 51 procent wordt door Cambodja zelf betaald”, aldus Hun Manet tegen de aanwezige pers, om te benadrukken dat het kanaal geen volledig Chinees project is.

De meeste analisten zien dat anders. Volgens voormalig Pentagon-adviseur Derek Grossman kan China het kanaal voor militaire doeleinden gaan gebruiken. Als het kanaal zoals gepland over vier jaar af is, kunnen er oorlogsschepen vanaf het Chinese vasteland over de Mekongrivier naar de Chinese marinebasis Ream aan de Golf van Thailand varen, schrijft hij in het Japanse blad Nikkei Asia. De militaire basis Ream ligt vlak bij Sihanoukville, een Cambodjaanse kuststad met tal van casino’s in handen van de Chinese maffia.

De marinebasis werd ooit opgezet door de VS. Met behulp van satellietbeelden concludeerde The Wall Street Journal al in 2019 dat China op een deel van het terrein bezig was een eigen marinebasis te bouwen. De Cambodjaanse autoriteiten ontkennen tot op heden dat ze China zo veel ruimte op hun grondgebied hebben geboden. Omwonenden vertellen echter aan lokale journalisten dat ze door Chinese militairen op afstand van de basis worden gehouden. Recent zijn twee Chinese patrouilleschepen die maandenlang in Ream lagen aangemeerd gedoneerd aan het gastland. Ter verdediging van Cambodja, verklaarde een Cambodjaanse legerwoordvoerder.

Chinese expansiedrift

De komst van het Funan Techo-kanaal voedt westerse en regionale zorgen over Chinese expansiedrift in de regio. De laatste jaren streeft China naar dominantie in de Zuid-Chinese Zee, belangrijk doorvoergebied voor Amerikaanse handelsgoederen. China claimt een groot deel van het gebied, ook delen die volgens internationale verdragen binnen het grensgebied van Zuidoost-Aziatische landen liggen. China bouwt militaire bases op koraalriffen en opgespoten eilanden, botst agressief met Filippijnse kustwacht- en vissersschepen en haalt verbaal uit naar de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het gebied.

De meeste Zuidoost-Aziatische landen willen geen militair conflict omdat ze grote handelsbelangen hebben. Maar ook de Maleisische president Anwar Ibrahim, die tot nu toe niets zei over Chinese intimidatietactieken, moest recent toegeven dat China ook in Maleisische wateren op agressieve wijze hegemonie afdwingt. Deze maand kwam naar buiten dat China eist dat Maleisië zich terugtrekt van olievelden die volgens internationale verdragen binnen Maleisisch grensgebied liggen. Chinese patrouilleschepen varen rond olieplatforms en vallen Maleisische schepen lastig.

Tanende invloed VS

„Amerika verliest invloed in Zuidoost-Azië”, kopt een recent artikel van politicoloog Lynn Kuok van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Brookings in Foreign Affairs. Laos en Cambodja worden al enige jaren beschouwd als vazalstaten van China. Beide landen zijn door diepe schulden afhankelijk van de grootmacht. En uit een recente peiling van het Singaporese onderzoeksinstituut ISEAS Yusof blijkt dat de meeste geïnformeerde inwoners van de, grotendeels autocratische, Zuidoost-Aziatische landen bij een conflict de kant van China kiezen. Het onderzoek is gedaan onder een kleine tweeduizend academici, zakenmensen, ambtenaren, journalisten en activisten.

Lees ook

Lees ook: Voor een afgesneden duimtop riskeren Filippijnen en VS geen oorlog

Een Filippijns bemanningslid krijgt een medaille opgespeld twee dagen nadat hij gewond is geraakt toen Chinezen een boot van de Filippijnse kustwacht enterden op 17 juni in de Zuid-Chinese Zee.

Ook al vaart China letterlijk over nationale grenzen heen, de meeste landen willen China als handelspartner behouden. Daarbij is in landen met een islamitische meerderheid, zoals Indonesië en Maleisië, sympathie voor de VS afgenomen door de steun aan Israël in de Gaza-oorlog. De belangrijkste bondgenoten van de VS zijn de Filippijnen en Thailand. Als tegenwicht voor de toenemende invloed van China maakte de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken in juli een rondreis door de regio. Hij ging onder andere naar Vietnam om de banden aan te halen.

De Cambodjaanse premier Hun Manet en zijn vrouw Pich Chanmony (midden) geven het startsein voor de bouw van het Funan Techo-kanaal, in de Cambodjaanse provincie Kandal op 5 augustus.
Foto Kith Serey / EPA

De bouw van het kanaal betekent verdere uitbreiding van de Chinese militaire invloed in de regio, stelt Grossman. Maar hoe groot is het militair strategische belang van het Funan Techo-kanaal eigenlijk voor China? Het kanaal wordt vijf meter diep en honderd meter breed. De BBC maakte een overzicht van de soorten Chinese marineschepen die door de waterweg kunnen varen. Kleinere oorlogsschepen kunnen erdoor, grote moeten omvaren. De meeste analisten verwachten niet dat er massaal Chinese troepen door het kanaal zullen varen. Wel heeft China met een sterkere militaire basis in de Golf van Thailand meer controle over de doorgang naar de Zuid-Chinese Zee, zeiden de geraadpleegde analisten tegen de BBC. Zo ligt de Straat van Malakka tussen Indonesië, Maleisië en Singapore – landen waar China niet alles kan bepalen.

De bouw van het Funan Techo-kanaal voedt westerse en regionale zorgen over Chinese expansiedrift in de regio

Volgens Gregory Poling van het Amerikaanse onderzoeksinstituut CSIS zal marinebasis Ream vooral een rol spelen in de uitbreiding van het radarnetwerk, zodat China overal in de regio bewegingen van vliegtuigen, schepen en ander materieel kan signaleren. En als in de toekomst wel een militair conflict in de Zuid-Chinese Zee ontstaat, bijvoorbeeld als China Taiwan (dat China tot haar grondgebied rekent) inneemt, geeft de marinebasis een extra uitvalmogelijkheid, bijvoorbeeld via het luchtruim, om te voorkomen dat Amerikanen met bondgenoten de Straat van Malakka afsluiten, stellen defensiespecialisten bij de Britse nieuwszender.

De staart van Thailand

Vorig jaar legde de toenmalige Thaise premier Srettha Thavisin het eeuwenoude idee om een kanaal of treinroute dwars door de staart van Thailand te maken weer op tafel. Dat zou China goed uitkomen, want met deze route kan de grootmacht de Straat van Malakka omzeilen, schrijft Grossman. Het zou de reis van China naar het Westen verkorten en toegang tot de Indische Oceaan vergemakkelijken. Maar de kosten zijn zo hoog dat niemand deze route snel op de kaart ziet verschijnen. Bovendien is Thailand vooralsnog een militaire bondgenoot van de Verenigde Staten.

De verschuiving van de mondiale geopolitieke machten zorgt niet alleen voor toenemende spanningen tussen de VS en China, maar draagt ook bij aan spanningen tussen Zuidoost-Aziatische landen onderling. Zo denkt politicoloog en Vietnamkenner Alexander Vuving dat een gewapend conflict tussen oude vijanden Vietnam en Cambodja eerder op de loer ligt dan een oorlog tussen de VS en China. Deze regionale oorlog zou China’s belangen dienen, stelt hij. De grootmacht wil graag meer controle over Vietnam. En als dat land in oorlog is met aartsvijand Cambodja, kan China Cambodja vrijuit voorzien van wapens en tegelijkertijd volhouden dat ze zelf geen onderdeel van het conflict is.

Vietnam heeft al geprotesteerd tegen de komst van het kanaal. De Mekongrivier loopt nu via Vietnam naar zee. De Funan Techo-aftakking betekent dat er minder water door de Mekongdelta in het zuiden van de Vietnam zal stromen. En dat heeft grote gevolgen voor de 21 miljoen mensen die er leven en grotendeels afhankelijk zijn van de rijstbouw. Wetenschappers stellen dat het kanaal aanzienlijke ecologische schade en verzilting zal veroorzaken, die de rijstteelt zal verstoren. Maar Cambodja ontkent dat de aftakking ecologische schade zal veroorzaken. Het voornaamste doel van het kanaal is versterking van de nationale economie, aldus oud-president Hun Sen eerder dit jaar. „We willen door onze eigen neus ademen.” Maar volgens economen is de te verwachten opbrengst van de goederenstroom door het kanaal gering. De Cambodjaanse feestvreugde, al dan niet geënsceneerd, over de komst van het kanaal is wellicht wat voorbarig.

Een man maakt een selfie bij de ceremonie om de start te markeren van de bouw van het Funan Techo-kanaal, in de Cambodjaanse provincie Kandal op 5 augustus.
Foto Kith Serey / EPA


Orhan Pamuk: ‘Het is niet makkelijk een beroemd schrijver te zijn die geacht wordt de politieke problemen van een heel land te duiden’

Orhan Pamuk (1952) zag Istanbul gedurende zijn leven veranderen van een stad met minder dan een miljoen inwoners in een metropool met zeventien miljoen zielen. De toestroom van migranten uit het Anatolische binnenland had niet alleen zijn weerslag op de stad zelf, maar ook op de Turkse politiek. Nog altijd vormen de conservatieve nieuwkomers van destijds een belangrijk deel van de achterban van Recep Tayyip Erdogan, die de gevestigde orde van seculiere stedelingen omver wierp.

Pamuks werk voedt zich met deze veranderingen en draait veelal om de ontmoeting tussen stad en platteland, islam en secularisme, Oost en West. Zo gaat zijn roman Sneeuw (2002) over een journalist die onderzoek doet in een provinciestad waar de islamisten in opkomst zijn, duikt Het Museum van Onschuld (2008) in de wereld van Istanbuls op het Westen gerichte stedelijke elite, en kiest Pamuk in het recentere Dat vreemde in mijn hoofd (2014) juist weer het perspectief van de Anatolische migrant die zijn weg probeert te vinden in de grote stad.

Inmiddels is de schrijver de zeventig voorbij, maar zijn geliefde Istanbul is nog lang niet uitveranderd. Inmiddels komen de migranten niet zozeer van het Turkse platteland, maar eeder uit de Arabische wereld, Iran, Afrika en Zuid-Azië. Hun komst zorgt voor steeds meer onvrede, zeker nu de Turkse economie in het slop zit. De Turkse oppositie speelt daar behendig op in en won dit jaar de lokale verkiezingen, maar slaagde er het jaar daarvoor niet in om Erdogan te onttronen.

Hoe kijkt Pamuk naar deze ontwikkelingen? NRC ging met de schrijver in gesprek in zijn buitenhuis op Büyükada, één van de Prinseneilanden op anderhalf uur varen van Istanbul. Terwijl zijn kat een dutje doet op zijn bureau, serveert Pamuk thee op zijn balkon met uitzicht op de Zee van Marmara. Hij is hartelijk en gastvrij, maar al snel wordt duidelijk dat de 72-jarige schrijver het onderhand wel een beetje gehad heeft met journalisten die naar zijn politieke standpunten komen vissen. „Het is niet makkelijk een beroemd schrijver te zijn die geacht wordt de politieke problemen van een heel land te duiden.”

Uw werk laat zien hoe Istanbul door de jaren heen veranderd is. Wat denkt u dat de komst van veel migranten van buitenaf op lange termijn voor de stad zal betekenen?

„Historisch gezien is Istanbul altijd een stad van migranten geweest. Toen de Franse schrijver Chateaubriand halverwege de negentiende eeuw met zijn zeilboot aanmeerde aan de kades van Galata, verwonderde hij zich over alle talen die hij hoorde: Turks, Grieks, Arabisch, Armeens, ga zo maar door. Inmiddels ben ik er zelf aan gewend geraakt om op straat Koerdisch, Arabisch, Perzisch en Russisch te horen. Tegelijkertijd zien we dat een deel van de Turkse bevolking weer van Istanbul naar Anatolië trekt. Dit soort ontwikkelingen horen bij Istanbul. Ik heb er geen radicale politieke mening over en ga het ook niet zitten fêteren. Ik observeer gewoon.”

Veel Turken hebben er wél een sterke mening over. Onvrede over migratie staat inmiddels ook in Turkije hoog op de politieke agenda.

„Dat klopt. Ik vrees dat de tijd dat Turkije toleranter was dan Europa voorbij is. Een jaar of zeven geleden gingen veel mensen nog mee in Erdogans discours dat Syrische vluchtelingen ‘onze broeders’ zijn omdat ze hetzelfde geloof hebben. Nu is Erdogan minder geliefd dan destijds en zie je dat een partij als Zafer Partisi [‘de overwinningspartij’, een kleine extreemrechtse partij die onder meer pleit voor de deportatie van de meer dan drie miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije, red.] populairder wordt. Ze bleven klein bij de lokale verkiezingen dit jaar, maar ik ben bang dat ze op termijn veel groter kunnen worden.”

Geert Wilders deelt op X lovend filmpjes van aanhangers van deze partij…

„Dat zal wel. Hij wil dat Nederland Nederlands blijft, zij dat Turkije Turks blijft. Maar ik heb geen zin om daarover uit te wijden. Ik mag toch hopen dat ik interessant ben zonder het te hebben over Geert Wilders.”

Maar ziet u op dit vlak verbanden tussen ontwikkelingen in Europa en in Turkije?

„Iedereen heeft het over de wereldwijde opkomst van het populisme. Maar wat mij betreft is ‘populisme’ gewoon een eufemisme voor ‘anti-migratie’. Ik geloof niet zo in de mystieke notie van ‘rechts-populisme’ of de stelling dat politici uit deze hoek elkaar allemaal beïnvloeden. Het zijn gewoon politici die tegen immigranten zijn.

„Wel zie ik een ander verband. De onvrede over migratie in Turkije hangt sterk samen met het feit dat de EU een deal met Erdogan heeft gesloten om de vluchtelingen hier in Turkije te houden. Dat is de hoofdreden dat Turkije de meeste vluchtelingen van Europa opvangt. In plaats van dat de EU zelf muren hoeft te bouwen, is Turkije hun muur.”

Hoe verklaart u dat in Turkije de anti-migratiestem in de eerste plaats niet komt van ‘raspopulist’ Erdogan, maar van de oppositie?

„De oppositie gedraagt zich op dit punt opportunistisch, want ze zien dat Erdogan onder vuur ligt vanwege migratie. Mensen zijn boos over de deal tussen Europa en Erdogan. Dat is immers ook één van de belangrijkste redenen dat Europa zwijgt over Erdogans autoritarisme.”

Pamuk pakt zijn aantekeningenboekje erbij. Naast het kopje ‘interview met NRC’ staat de naam Dilruba Kayserilioglu. Deze jonge Turkse vrouw werd halverwege augustus opgepakt omdat ze in een straatinterview op YouTube felle kritiek uitte op president Erdogan en diens aanhangers ‘imbecielen’ noemde. Ze is veroordeeld tot zeven maanden celstraf voor groepsbelediging en wacht nog een proces af voor het ‘beledigen van de president’.

Pamuk: „Ze heeft de naam van de president niet eens genoemd! Ik wilde dit je laten zien omdat het een heel goed voorbeeld is van het gebrek aan vrijheid van meningsuiting in Turkije. Veel kranten en tv-kanalen staan onder regeringscontrole, dus zijn die straatinterviews op YouTube populair geworden. En als iemand daar vervolgens een beetje onvoorzichtig is of zich eerlijk uitspreekt over de economische crisis en het autoritarisme in Turkije, dan gaat zo’n filmpje meteen viral. Het laat zien: iedereen snakt naar de eerlijke woorden van een gewone burger.”

Toch wist de oppositie Erdogan vorig jaar bij de presidentsverkiezingen niet te verslaan. Kwam dat door zijn autoritarisme, of maakte de oppositie ook fouten?

„Ik denk dat de oppositie fouten heeft gemaakt, ja. Als ze de burgemeester van Istanbul of Ankara als kandidaat naar voren hadden geschoven als presidentskandidaat, hadden ze waarschijnlijk een grotere kans gehad om te winnen. In plaats daarvan kozen ze Kemal Kilicdaroglu. Een gerespecteerd man, maar niet de juiste kandidaat.”

Dan, geïrriteerd: „Maar ik heb geen zin om te gaan zitten vertellen wat de oppositie aan het doen is en of dat goed is of niet.

Het is niet makkelijk een beroemd schrijver te zijn die geacht wordt de politieke problemen van een heel land te duiden

Orhan Pamuk

Waarom niet?

„Omdat dat niet mijn taak is. Een schrijver spreekt zich uit over waarden, niet over realpolitik. Bovendien merk ik dat je een bepaalde kant op wil met je vragen, dat heb ik vaker met journalisten. Het is alsof jullie de headline van tevoren al klaar hebben.”

Pamuk staat op om meer thee te halen. Eenmaal terug laat hij merken dat hij het liever over musea zou hebben. Het is een favoriet thema van Pamuk, die zijn roman Het Museum van Onschuld omtoverde tot een daadwerkelijk museum in Istanbul waarin objecten tentoongesteld worden die de protagonist aan zijn geliefde doen denken.

Waar komt uw fascinatie voor musea vandaan?

„Ik wilde eigenlijk schilder worden, maar toen ik 22 was heb ik de schilder in mijzelf gedood om romanschrijver te worden. In de tijd dat ik aan Het Museum van Onschuld werkte, kwam de schilder in me weer tot leven. Ik wilde uitbeelden wat ik schreef. Bovendien ben ik een geobsedeerde verzamelaar. Ik heb altijd een sterke genegenheid gevoeld voor objecten.”

Op 28 september komt u in Nederland de Nexus-lezing geven, met als titel ‘Romans, musea en het idee van Europa’. Waarom kiest u dit thema?

„Bij het Nexus-Instituut spreken ze graag over het idee van Europa, en musea zijn volgens mij bij uitstek iets Europees. De drang om te verzamelen is universeel, maar om uit een berg objecten een museum te maken, als een bron van informatie, daar was Europa voor nodig. Het hing samen met de opkomst van het individualisme en die ontwikkeling zie je ook terug in de geschiedenis van de romankunst. In zekere zin lopen de overgang van grote paleizen naar musea en de overgang van epische heldenverhalen naar de meer op het individu gerichte roman parallel aan elkaar.”

In uw eigen Museum van Onschuld hangt juist een manifest waarin u grote Europese musea als het Louvre bekritiseert.

„Ik denk dat musea zich verder kunnen ontwikkelen. Veel monumentale musea in Europa zijn nog altijd gericht op het verhaal van de natie. Dat is jammer, want de alledaagse verhalen van individuen zeggen veel meer over de diepte van onze menselijkheid. Daarom houd ik meer van kleine musea, zoals bijvoorbeeld het Anne Frank Huis in Amsterdam.”

Kunnen we binnenkort een nieuw museum of roman van u verwachten?

„Ik ben altijd bezig met nieuwe ideeën voor een museum, maar begin een beetje oud te worden voor zo’n onderneming. Daarnaast denk ik ook aan een roman over historische branden in Istanbul die de stad veranderd hebben. Maar ik ben ook veel aan het schilderen. Gelukkig is dat op geen enkele manier politiek. Als ik schilder ben ik gewoon aan het genieten. Een beetje zoals een man die onder de douche staat te zingen zonder dat iemand het opneemt en anderen er vervolgens naar gaan luisteren.”


Steeds vaker schenden Russische drones het NAVO-luchtruim. Zijn het incidenten, of test Moskou de westerse reactie?

Terwijl de ene drone kilometers door het Roemeense luchtruim vliegt, stort een andere neer in een veld in Letland, ruim dertienhonderd kilometer naar het noorden. Elders in Europa, eerder in het jaar, schendt een gevechtsvliegtuig het Zweedse luchtruim en scheert een kruisraket over het Poolse platteland, onderweg naar Oekraïne. Het aantal ‘incidenten’ waarmee bewoners langs de randen van het NAVO-grondgebied worden opgeschrikt groeit gestaag. Ze hebben één ding gemeen: de inbreuken op het NAVO-territorium dragen allemaal de handtekening van het Kremlin.

Maar 31 maanden na de massale Russische invasie in Oekraïne heeft de NAVO nog geen passend antwoord op deze grensoverschrijdingen. Het NAVO-hoofdkwartier volstaat met de mededeling dat er geen informatie is „die duidt op een bewuste aanval van Rusland op bondgenoten”, al erkent een woordvoerder dat de handelingen „onverantwoord” zijn en „mogelijk gevaarlijk”. Wel groeit de onrust langs de buitengrenzen van het bondgenootschap, in landen als Litouwen, Letland, Polen en Roemenië, waar politieke leiders en militaire experts steeds luider vragen om in te grijpen.

Bij hen dringt de belangrijke vraag op of dit nog steeds incidenten zijn. Afgezwaaide drones? Kruisraketten die met een curve onderweg zijn richting Oekraïne? Of tast Moskou de rode lijnen van de NAVO af en brengt het de westerse reacties nauwkeurig in kaart? En past dit wellicht in het bredere patroon van Russische sabotage-acties en cyberaanvallen tegen de cruciale Europese infrastructuur, of de verstoring van het Europese luchtverkeer door gps-jamming in het luchtruim boven de Baltische staten?

„Dit zijn geen incidenten meer”, is de overtuiging van voormalig luchtmachtkolonel Patrick Bolder, defensie-expert en strategisch analist bij het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS). „Het is een dikke middelvinger naar de NAVO. Met dit soort acties kijkt Moskou gewoon hoe ver het kan gaan. Zolang de NAVO-landen niet reageren bevestigen zij het beeld van zwakheid dat Poetin van het Westen heeft. Het enige dat Poetin begrijpt is de taal van de macht. Die taal spreekt het Westen op dit moment niet. Wij zeggen tegen Moskou: je moet dat niet meer doen. Maar iedere keer als het Westen niets doet, lok je de volgende stap uit.”

Artikel 5 van NAVO

Twee jaar geleden hield de wereld de adem in toen een vermeende Russische raket in het Poolse grensdorp Przewodów terechtkwam en twee doden veroorzaakte. Hoe zou de NAVO reageren? Ineens was actueel wanneer Artikel 5 van het NAVO-verdrag in werking treedt; dat stelt dat een gewapende aanval op een of meer NAVO-landen wordt beschouwd als een aanval op alle. Secretaris-generaal Jens Stoltenberg haalde uiteindelijk de kou uit de lucht door te stellen dat het waarschijnlijk om een luchtafweerraket uit Oekraïne ging, en dat er „geen indicatie” was dat het een opzettelijke aanval betrof.

Inmiddels hebben de meeste landen langs de noordelijke, oostelijke en zuidelijke NAVO-flanken vergelijkbare incidenten genoteerd – en de lijst wordt langer. Desondanks blijft het van NAVO-zijde bij waarschuwingen richting Kremlin – anders dan de manier waarop Turkije reageerde in 2015: toen schoot de Turkse luchtmacht een Russisch gevechtsvliegtuig uit de lucht dat zich zeventien seconden in het Turkse luchtruim had gewaagd en tien waarschuwingen had genegeerd. Het leidde tot een fikse verstoring van de relaties tussen de presidenten Poetin en Erdogan, maar een half jaar later, na excuses van Erdogan, spraken de twee weer met elkaar.

Afgelopen weekeinde werd Letland opgeschrikt door een extreem incident. Zaterdag stortte een Russische Shahed-drone met springlading neer in een open veld bij het stadje Rezekne, negentig kilometer van de grens met Wit-Rusland, en ruim vijfhonderd kilometer van de dichtstbijzijnde Oekraïense grens. Volgens luitenant-generaal Leonids Kalnins, commandant van de Letse strijdkrachten, drong de kamikazedrone het luchtruim binnen vanuit Wit-Rusland, onderweg naar een doel in Oekraïne. Voor de goede orde: Letland ligt ten noorden van Wit-Rusland, dat in het zuiden grenst aan Oekraïne.

Janis Sarts, de Letse directeur van het Strategisch Communicatiecentrum van de NAVO, zei deze week op de Letse radio dat Rusland dit jaar zijn „hybride operaties” tegen het Westen aanzienlijk heeft uitgebreid, onder meer door sabotage en bemoeienis met nationale verkiezingen in verschillende landen. Sarts: „Dit buurland is bereid om verschillende soorten hybride operaties tegen het Westen uit te voeren, terwijl [Rusland] tegelijkertijd nog niet klaar is om een ​​oorlog met de NAVO te beginnen.” Rusland wil dus „wel escaleren”, maar „nog geen volledige confrontatie”.

In Letland en zijn buurlanden gingen na het drone-incident dan ook alle alarmbellen af. De Letse president Edgars Rinkevics schreef op X dat hij een toename van het aantal incidenten langs de oostelijke NAVO-flank ziet, waardoor hij pleit voor een „collectief antwoord”. In Litouwen ging minister van Defensie Laurynas Kasciunas een paar stappen verder: hij pleitte woensdag voor snellere besluitvorming bij de patrouilles die NAVO-vliegtuigen boven de Baltische staten uitvoeren, „zodat ze direct kunnen opstijgen en de drones vernietigen”.

Roemeense rivierdorpen

Aan de zuidflank van de NAVO heeft Roemenië al maanden te maken met Russische schendingen van het luchtruim. Veel drone-aanvallen op Oekraïense havens langs de Donau – die de grens vormt tussen Oekraïne en Roemenië – zijn hoorbaar en voelbaar in Roemeense rivierdorpen.

Maar ook hier worden de inbreuken steeds brutaler. Afgelopen zondag stegen in het holst van de nacht, om 02.25 uur, vanaf vliegbasis Borcea twee Roemeense F-16’s op toen een Russische kamikazedrone vanuit de richting van de Zwarte Zee het Roemeense luchtruim binnendrong. Inwoners van Tulcea en Constanta werden gewaarschuwd dekking te zoeken, terwijl de jachtvliegtuigen het projectiel bleven volgen: de drone drong Roemenië dertig kilometer binnen, een record, en vloog ruim een half uur door het luchtruim, meldde het militaire platform Defense Romania. Daarna zette het aanvalswapen koers richting Oekraïne.

Toch wilde Roemenië, dat een grens van 650 kilometer deelt met Oekraïne, de zaak niet op de spits drijven. „Op de grond waren er geen ernstige gevolgen”, bagatelliseerde premier Marcel Ciolacu het incident zondag. „De aanvallen zullen blijven komen. Dat is alles. We hebben een oorlog aan onze grens.” Het Roemeense ministerie van Defensie meldde kort daarna dat bij Periprava aan de Donau brokstukken van een andere Russische drone waren aangetroffen.

Negatieve spiraal

Dat de NAVO zich zo terughoudend blijft opstellen lijkt volgens sommige veiligheidsexperts begrijpelijk om escalatie te voorkomen, maar het kan ook tegen de NAVO-landen gaan werken. „Zelfafschrikking”, noemt HCSS-analist Bolder het huidige beleid van toekijken. „We zijn er bang voor, dus doen we maar niks. Dan kom je in een negatieve spiraal.”

De Russen, stelt Bolder, leren bovendien elke keer wijze lessen, wanneer hun drones het NAVO-luchtruim betreden. „Zij leren waar de vaste en mobiele radarsystemen staan, welke vliegvelden worden gealarmeerd, welke vliegtuigen opstijgen, welke frequenties worden gebruikt in de communicatie, en hoe de Russen die eventueel kunnen storen.”

Net als Bolder denkt ook onderzoeker Fredrik Wesslau van het Stockholm Centrum voor Oost-Europese Studies dat pogingen om escalatie te voorkomen eerder averechts werken. „Het echte risico ligt erin dat Rusland de westerse besluitvorming blijft testen, en dat het Kremlin gelooft dat er bij verdere escalatie geen verzet wordt geboden”, schreef -Wesslau deze week in Foreign Policy.

Net als Litouwen wil ook de Poolse regering meer doen om het Europese luchtruim te beschermen tegen raketten en drones uit Rusland – méér dan de NAVO van plan is. De Poolse minister van Buitenlandse Zaken, Radoslaw Sikorski, vindt zelfs dat zijn land de „plicht” heeft om Russische projectielen neer te halen voordat ze hun luchtruim bereiken, ongeacht de vrees bij de NAVO voor escalatie van de oorlog, zei hij onlangs tegen de Financial Times. „Het lidmaatschap van de NAVO gaat niet boven de verantwoordelijkheid van elk land voor de bescherming van zijn eigen luchtruim – dat is onze eigen constitutionele plicht.”

Polen en Oekraïne kwamen eerder deze zomer overeen te onderzoeken of Polen Russische raketten en drones in het Oekraïense luchtruim kan neerhalen als zij zich in de richting van het Poolse grondgebied bewegen. Secretaris-generaal Stoltenberg was tegen dat idee, omdat het risico dan bestaat dat het bondgenootschap „betrokken raakt bij het conflict”.


Paardworstelen om een geitenkarkas met reclames van Turkish Airlines op de achtergrond

Twee teams van vier ruiters stormen op elkaar af op een aangelegde zandvlakte in Astana, de hoofdstad van Kazachstan. Zodra ze elkaar hebben bereikt, beginnen ze vanaf hun paarden aan een worsteling om controle te krijgen over een leren zak. Na een minuut of vijf slaagt een van de ruiters erin zich met de zak los te maken uit de kluwen. Hij gooit hem in een witte cirkel op de grond. Doelpunt, Kazachstan wint, 10.000 toeschouwers gaan uit hun dak.

Kok par, een even ruwe als populaire nomadensport in Centraal-Azië die het midden houdt tussen rugby en polo, is onderdeel van de World Nomad Games, een evenement dat tussen 8 en 13 september wordt gehouden in Astana. Ruim 2.000 atleten uit 89 landen doen mee aan het evenement waar 21 verschillende sporten op het programma staan, zoals jagen met roofvogels, worstelen op paarden en andere vechtsportvarianten.

Politieke spanningen

De World Nomad Games zijn een viering van eeuwenoude tradities. Maar zo traditioneel als de beoefende sporten zijn, zo jong is het evenement zelf. De World Nomad Games werden in 2014 voor het eerst gehouden in Kirgizië, onder leiding van de toenmalige president van het land, Almazbek Atambajev. Hij werkte samen met VN-organisatie Unesco.

Doel: behoud en popularisatie van de Centraal-Aziatische nomadencultuur én de versterking van de politiek-economische relaties. Atambajev nam de Olympische Spelen, in de negentiende eeuw door de Franse filantroop Pierre de Coubertin nieuw leven ingeblazen om Europese politieke spanningen te verminderen, als voorbeeld.

Centraal-Azië heeft een historie van instabiliteit en conflict, ingeklemd tussen grootmachten Rusland en China die de regio beide als invloedssfeer beschouwen. Met de Russische aanval op Oekraïne en de machtsgreep van de Taliban in Afghanistan zijn de spanningen alleen maar toegenomen.

In Centraal-Azië vonden recent clashes plaats aan de grens tussen Kirgizië en Tadzjikistan, en ook de relatie tussen Kirgizië en Oezbekistan is moeizaam. „De World Nomad Games kunnen een basis vormen om samen te komen en spanning weg te laten vloeien”, zegt de Amerikaanse politicoloog Colleen Wood. Zij woonde jarenlang in Kirgizië en promoveerde op de geopolitieke situatie van Centraal-Azië. Een evenement als dit creëert een laagdrempelige mogelijkheid voor regionale leiders om elkaar te ontmoeten, stelt Wood.

De nomadenspelen hebben ook economische betekenis. Centraal-Azië is een regio met enorme bergketens, grote steppes en woestijnen. Infrastructuur is gebrekkig, wat reizen tussen de landen ingewikkeld maakt. Zelfs directe vluchten zijn maar mondjesmaat beschikbaar.

Volgens Wilder Alejandro Sanchez, verbonden aan het Center for Strategic & International Studies in Washington, vormt dit een rem op het intra-regionale toerisme. „Het verkeer tussen de landen in Centraal-Azië bestaat vooral uit zakenmannen en politici”, stelt hij. „Als de lokale overheden een sterkere Centraal-Aziatische identiteit willen, moet er meer direct contact zijn tussen de volken. Zoiets creëer je met grote evenementen.”

Een boogschieter doet mee een traditionele Turkse booschutterswedstrijd tijdens de Worls Nomad Games in Astanan.
Foto Getty Images

Borat en de VAR

Begonnen in Kirgizistan, zijn de World Nomad Games nu een instrument voor Kazachstan om zich te profileren als neutrale, regionele macht. „Ze doen heel erg hun best om duidelijk te maken dat ze politiek gezien niet het neefje van Rusland zijn”, stelt politicoloog Woods.

Maar het land kampt nog altijd met een imagoprobleem, een gevolg van de film Borat uit 2006, waarvan in 2020 een vervolg uitkwam. In die comedyfilms speelt acteur Sacha Baron Cohen een man uit Kazachstan, Borat, die op knullige wijze zijn weg door de VS baant.

Kazachstan komt eruit naar voren als een extreem primitief land. De eerste film veroorzaakte veel frustratie in Kazachstan en werd er zelfs verboden. „Kazachtan werkt er hard aan om het Borat-imago te veranderen”, zegt Woods. „Inmiddels is de houding: we vinden het oké als mensen vanwege Borat naar Kazachstan komen, maar willen dan verrassen met wat het land daadwerkelijk te bieden heeft.”

Tijdens de spelen lopen bij onder meer Kok Boru en het paardenworstelen de spanningen hoog op in finales tussen Kirgizië en Kazachstan. De strijd tussen deze landen wordt gezien als de Centraal-Aziatische versie van el clásico tussen Real Madrid en FC Barcelona. Bij het worstelen op paarden ontstaat er in de finale grote discussie over wie de winnaar is, waarbij de videoscheidsrechter uitkomst moet bieden.

Boze Kirgiziërs bestormen het bureau van de videoscheidsrechter. Als die na lang beraad in het voordeel van Kirgizië beslist, komt de worstelaar van Kazachstan woedend verhaal halen.

Hoewel het evenement bedoeld is om tradities in leven te houden, kiest de organisatie soms voor vernieuwing. Tot frustratie van de deelnemers. Zo wordt kok par van oudsher met een onthoofd geitenkarkas gespeeld. Om dierenrechtenorganisaties tegemoet te komen, is nu voor het eerst gekozen voor de leren zak. „De atleten hebben laten weten daar niet blij mee te zijn”, zegt Madina Urazmbetova, lid van de organisatie.

Ook op andere manieren wint de moderniteit terrein. Waar het evenement in 2014 kleinschalig begon op de steppes van Kirgizië, is de vercommercialisering nu zien langs de paardenrenbanen. Daar staan reclameborden van grote bedrijven als Turkish Airlines, telecomproviders en de Kazachstaanse bank Halyk.

Ook wat dat betreft gaan de World Nomad Games steeds meer lijken op het voorbeeld van de Olympische Spelen. „De World Nomad Games geven Centraal-Aziatische sporten legitimiteit, zoals Westerse sporten die krijgen bij de Olympische Spelen”, concludeert Woods. „Dit doet veel om te laten zien hoe krachtig en interessant deze hoek van de wereld is.”


De Russen zijn weg. In het Poolse Tatra-gebergte staan nu billboards in het Arabisch en serveren restaurants halal eten

Angel uit Koeweit zit te stoeien met de parkeerautomaat in het Poolse Zakopane. Ze begrijpt de taal niet en weet niet op welke knoppen ze moet drukken. Dan schiet een dronkaard haar te hulp en zegt in het Pools: „In het weekend hoef je niet te betalen! Alleen weet ik niet welke dag het is vandaag.”

Het is donderdag. En Angel is niet de enige Arabische bezoeker in het Poolse Zakopane, hét toeristische dorp aan de voet van het Poolse Tatra-gebergte. In het dorp loopt om de zoveel meter een vrouw in boerka, staan er billboards in het Arabisch langs de kant van de weg en adverteren restaurants met halal-eten. Het is een nieuw beeld in Zakopane, dat in ongekend tempo een groot aantal toeristen vanuit het Arabisch schiereiland verwelkomt.

Hoe ze in Zakopane terecht is gekomen? Angel weet het zelf ook niet precies. „Ik zag filmpjes van Polen op TikTok en dacht: dat land wil ik bezoeken.” Sinds een paar jaar zijn er directe vluchten naar het nabijgelegen Krakow vanuit Dubai, Abu Dhabi en Koeweit. De lokale ondernemers spelen gretig in op de nieuwe toeristen, nadat de rijke Russische en Wit-Russische toeristen verdwenen door de Russische invasie in Oekraïne.

Lees ook

In Polen is migratie opnieuw hét verkiezingsthema, al heeft PiS ditmaal iets uit te leggen

Werklui in de Poolse hoofdstad Warschau. De bouw is een van de sectoren waarin migranten die onder illegaal verkregen werkvisa toegang kregen tot Polen onder vaak dubieuze arbeidsomstandigheden werk vinden.

Dat Zakopane zoveel populariteit geniet bij de Arabische toerist, is opvallend. Natuurlijk zijn er de bergen, houten huisjes, de veelal oudere mannen in traditionele kledij die met paard en wagen door Zakopane rijden. Maar in Polen doen politici regelmatig xenofobe uitspraken over Arabieren en is een groot deel van de bevolking trots op de homogene bevolkingssamenstelling. Angel werd er van tevoren voor gewaarschuwd. „Maar de mensen zijn heel vriendelijk”, vertelt ze.

Rijke toeristen

Inmiddels wordt zeker 10 procent van de overnachtingen in Zakopane geboekt door toeristen uit Saoedi-Arabië. Dat gaat om tienduizenden toeristen per zomer. En dan zijn er nog velen die het bergdorp voor één dag bezoeken vanuit het nabijgelegen Krakau. „Na de covidperiode steeg het aantal Arabische toeristen enorm en we verwachten de komende jaren nog elk jaar groei”, zegt Karol Wagner van de lokale Kamer van Koophandel. Er komen steeds meer directe vluchten, de vliegtuigen worden groter en ook de arbeidersklasse zal Zakopane ontdekken, verwacht Wagner.

Deze toeristen, die al veel van Europa hebben gezien, komen voor de authenticiteit van de regio, ze willen geen Disneyland

Karol Wagner
Lokale Kamer van Koophandel

En daar zijn ze blij mee in Zakopane, want de Arabische toerist is rijk. Ze zitten in dure hotels en huisjes in de bergen, huren een auto of taxi voor de hele dag en geven veel geld uit in de luxueuze warenhuizen. „Het eerste jaar kwamen de superrijken, die hele villa’s afhuurden. En dat wekenlang. Nu komt ook de middenklasse naar Polen, vaak voor een week”, zegt Wagner.

„We hebben luxe hotels, goed weer en mooie bergen. Maar deze toeristen, die vaak al veel van Europa hebben gezien, komen vooral voor de authenticiteit van de regio”, zegt Wagner. De houten huisjes. Paard en wagen. De bewoners in hun traditionele kledij. „Die kleding is vaak vies, want ze werken er gewoon in. Ze vloeken en roken. Dat zoeken ze”, zegt Wagner. „Ze willen geen Disneyland, maar echtheid.”

Inmiddels zijn accommodaties aangepast: aparte badkamers voor man en vrouw, gebedsruimten en bidets. En terwijl Polen bij uitstek een varkensetend land is, is er bijna geen restaurant meer in Zakopane zonder halal eten. Krzysztof Konopka bouwde zijn traditionele Poolse restaurant helemaal om tot een volledig halal-restaurant inclusief Arabische koks, geïmporteerde producten en een eigen halal-slager. Kunstmatige intelligentie helpt met de vertaling van het menu.

Niet iedereen profiteert

Maar niet iedereen profiteert van deze nieuwe toerist. Een oudere oscypek-verkoopster (gerookte regionale schapenkaas) die niet met haar naam in de krant wil, heeft niks aan de nieuwe toeristen. „Ze eten alleen snoepgoed en kip”, zucht ze, zittend in een houten hutje aan de drukke winkelstraat in Zakopane. Ook Tobór, een pensionado die wat bij probeert te verdienen met toeristische ritjes in zijn paardenkar, vindt de nieuwe toerist maar niks. „Ik sta hier al vanaf zes uur ’s ochtends en heb nog geen klant gehad”, zegt hij rond het middaguur.

Tobór: „Dit jaar stapte slechts een enkele Arabier in. Maar in zo’n lange zwarte jurk is het veel te warm midden in de zon. Je kon het ruiken.” Nee, de Russen heeft hij liever, die werden graag rondgereden.

„Het is een trend”, zegt de 31-jarige Wahel uit de Verenigde Arabische Emiraten – met een tasje van een designermerk in de hand. „We zagen filmpjes op Instagram, Tiktok, YouTube. Onze familie is hier geweest en nu zijn wij hier voor een week in Krakau en Zakopane.”

Eigenlijk maakt iedereen dezelfde trip: vliegen naar Krakau, daar een paar dagen rondslenteren en dan de natuur opzoeken in Zakopane. De grootste attractie is het weer. Bij een Italiaans restaurant net buiten het centrum gingen de toeristen bij regen massaal naar buiten. Kinderen stampten met blote voeten in het natte gras, ouders maakten foto’s van de regen én sommigen zagen voor het eerst een regenboog.

Maar het typische Poolse weer in de bergen is niet altijd een toeristische attractie. Op TikTok gaat een filmpje rond van een Arabische toerist die totaal in paniek raakt op de snelweg als het begint te hagelen. De hagelbui is voor Poolse begrippen zeer licht. Maar de man zet zijn auto langs de kant. Hij roept, schreeuwt en weet niet wat hem overkomt.

Wahel moet erom lachen. „Ja, sommigen van ons hebben nog nooit regen meegemaakt.” Wahel, zijn vrouw en zijn moeder genieten van hun vakantie, maar terugkeren doen ze niet. „Misschien over tien jaar”, zegt Wahels moeder. Maar voor nu is Zakopane dé trend voor de Arabische toerist.


Zwarte slachtoffers van ‘de grote bankroof’ in Zuid-Afrika voelen zich verraden door corrupte politici

Garagehouder Aubrey Mulaudzi kijkt samen met twee van zijn werknemers onder de motorkap van een twintig jaar oude stationwagen. Hij is genoodzaakt zelf mee te sleutelen aan de voornamelijk oude auto’s die de klanten bij hem laten repareren.

Zes jaar geleden, voordat de Zuid-Afrikaanse VBS-bank omviel, ging het anders. Mulaudzi had toen dertig mensen in dienst. Maar de val van de bank heeft zijn bedrijf in Thohoyandou, een plaats in het noorden van de provincie Limpopo, aan de rand van de afgrond gebracht.

Mulaudzi had via aandelen 2,5 miljoen rand (127.000 euro) in de bank geïnvesteerd en had er een bedrijfsrekening. „Vlak nadat VBS viel, had ik geld nodig, omdat een grote klant niet betaalde. Maar mijn spaargeld was weg, waardoor ik mijn rekeningen niet meer kon betalen. Van de dertig werknemers heb ik er vierentwintig moeten ontslaan. Bovendien kan ik nergens meer geld lenen, omdat ik niet meer kredietwaardig ben.”

Tot op de dag van vandaag heeft hij geen cent teruggezien van zijn geld. In totaal hebben zo’n duizend investeerders en meer dan twintigduizend spaarders geld verloren.

Hoofdschuddend reageert Mulaudzi op het recente bericht dat minister van Justitie Thembi Simelane, toen zij nog burgemeester was van provinciehoofdstad Polokwane, geprofiteerd heeft van de malversaties bij VBS. „Er zijn wat ambtenaren en bankmedewerkers veroordeeld, maar de grootste oplichters zijn de politieke zwaargewichten. Mensen als Simelane hebben ons geld afgepakt en willen het niet terugbetalen. Ze hebben ons verraden.”

Het steekt Mulaudzi dat de fraudeurs de arme inwoners van Limpopo hebben geslachtofferd voor hun hebzucht. „Ze hebben met ons geld voor zichzelf prachtige huizen gebouwd en luxueuze auto’s gekocht, zoals Lamborghini’s. Ze hebben dat geld echt niet nodig.”

Aubrey Mulaudzi (in grijs shirt) aan het werk in zijn garage. Hij moest veel werknemers ontslaan toen VBS omviel.
Foto Hugo Boogaerdt
Het garagebedrijf van Aubrey Mulaudzi (foto uit 2018).
Foto Gulshan Khan/AFP

Piramidespel

De VBS Mutual Bank, die vooral de arme bevolking en gemeenten in het rurale noorden bediende, is in 2018 ten onder gegaan door grootschalige corruptie en fraude. Onderzoek in opdracht van de South African Reserve Bank (SARB), de centrale bank van Zuid-Afrika, beschrijft hoe een netwerk van politici, gemeenteambtenaren, het management van de bank en accountants van PricewaterhouseCoopers (PwC) via schimmige bedrijven en tussenpersonen de kas geplunderd hebben. In het rapport uit 2018 met de titel ‘The great bank heist’ (De grote bankroof) becijferen de onderzoekers dat omgerekend zo’n 100 miljoen euro in de verkeerde zakken is beland.

Het management runde de bank vanaf 2015 als een soort piramidespel. Spaarders kregen extreem hoge rentes en om die te kunnen betalen had VBS steeds nieuw kapitaal nodig. Regionale politici, zoals de ANC-penningmeester in Limpopo Danny Msiza, gebruikten hun invloed en smeergeld om nieuw spaargeld aan te trekken. Zo stalden vijftien gemeenten, waaronder Polokwane, in totaal 1,6 miljard rand (81 miljoen euro) bij VBS. Dit was echter in strijd met de wet, omdat VBS als ‘mutual bank’ niet de juiste banklicentie had.

Ook de 55-jarige Ngwedzeni Mukwelko, die een marktkraam heeft nabij het winkelcentrum waar het VBS-hoofdkantoor gevestigd was in Thohoyandou, viel voor de hoge rentes. Ze zette zo’n 12.000 rand (610 euro) op een rekening bij VBS. „Het was een fantastische bank. Als je 100 rand gestort had, dan was het na zes maanden 110 of soms zelfs 120 rand. Dankzij die rente kon ik mijn vijf kinderen naar school sturen,” zegt de marktvrouw in de lokale taal Venda. Engels heeft ze nooit geleerd.

Ze is trots dat ze rond kan komen van wat ze verdient met haar marktstalletje, al is het assortiment beperkt: tomaten, soep en chakalaka, een Zuid-Afrikaanse groenteschotel. Maar geld overhouden doet ze niet. „Van mijn VBS-spaargeld zou ik extra eten kunnen betalen voor de dure feestdagen of het misschien gebruiken voor een begrafenis.”

Ngwedzeni Mukwelko bankierde bij VBS. „Het was onze bank en we vertrouwden die volledig.”
Foto Hugo Boogaerdt

Vertrouwen

De oprichting van VBS, een afkorting van Venda Building Society, gaat terug naar de apartheid en de zogeheten homelands (thuislanden), semiautonome gebieden die het regime had opgericht om de zwarte bevolking van de blanken te segregeren. In 1982 richtte de regering van de Venda Republiek, een van de thuislanden, samen met traditionele leiders VBS op. Die kon kleinschalige leningen verschaffen aan de arme zwarte bevolking, die niet terecht kon bij bestaande banken.

„Het was onze bank en we vertrouwden die volledig”, legt kraamhouder Mukwelko uit. Ze had nooit verwacht dat VBS zou omvallen. „Iedereen hier bankierde bij VBS. De bank was eigendom van zwarte mensen, alle andere banken zijn in handen van blanken.”

Ze houdt even in als een vrachtwagen van een budgetsupermarktketen voorbij kachelt. Passerende voetgangers persen zich tegen Mukwelko’s stalletje aan bij gebrek aan ruimte. Als het lawaai is uitgedoofd, vervolgt de marktvrouw: „Bovendien was dit de eerste bank die hier in Thohoyandou een kantoor opende.”

Ook garagehouder Mulaudzi spreekt nog altijd vol lof over de beginjaren van de bank. „Ik was echt enorm trots op VBS. Toen ik mijn bedrijf begon, was dit de enige bank die mij een lening wilde verstrekken. De andere banken leenden niet aan arme mensen zoals ik.” Nadat Mulaudzi die lening had afbetaald, besloot hij te investeren in VBS.

„De financiële toezichthouder zei dat de bank er goed voor stond, dus het leek een goede beslissing”, herinnert Mulaudzi zich. Wat hij toen niet wist, was dat de door PricewaterhouseCoopers en KPMG gedetacheerde accountants valse cijfers produceerden over VBS. „En opeens viel de bank om en konden we niet meer bij ons geld. We snapten er niets van.”

Honderden spaarders, onder wie Mukwelko, trokken naar de kantoren van VBS om hun spaargeld op te eisen. „Ik heb er wekenlang voor de deur geslapen, maar uiteindelijk heeft het me niks opgeleverd.”

Getuigenverklaring

In eerste instantie leken de grote spelers in het schandaal ermee weg te komen. Maar de jacht van de National Prosecution Authority (NPA, het Zuid-Afrikaanse openbaar ministerie) op de verdachten is sinds afgelopen juli in een stroomversnelling gekomen. Voormalig bestuursvoorzitter van VBS Tshifhiwa Matodzi, die door het ministerie van Financiën wordt gezien als de ‘kingpin’ achter de plundering van de bank, bekende schuld aan 33 aanklachten wegens fraude, afpersing, witwaspraktijken en diefstal.

In een uitgelekte getuigenverklaring die hij onder ede heeft afgegeven, klapt Matodzi uit de school. In het 263 pagina’s tellende document is tot in detail te lezen wie er geprofiteerd heeft.

De getuigenis slaat in als een bom, vooral omdat Matodzi verklaart dat oppositieleider Julius Malema en zijn toenmalig adjudant Floyd Shivambu van de marxistische partij Economic Freedom Fighters (EFF) maandelijks smeergeld ontvingen.

Nog geen maand na deze getuigenverklaring onthullen onderzoeksjournalisten, die de drijvende kracht zijn in het blootleggen van de corruptie, dat ook minister van Justitie Thembi Simelane een verdachte lening heeft ontvangen van een bedrijf dat gelinkt is aan VBS. Daags na het nieuws doet een gespecialiseerde recherche-eenheid, de Hawks, een inval bij Simelane’s voormalig persoonlijk assistent en neemt documentatie in beslag.

Een van de kantoren van VBS in Thohoyandou (foto uit 2018).
Foto Gulshan Khan/AFP

Toen Simelane burgemeester was van Polokwane heeft haar gemeente in 2016 en 2017 zo’n 350 miljoen rand (17,7 miljoen euro) geïnvesteerd in VBS met behulp van beleggingsmakelaar Gundo Wealth Solutions. Van datzelfde bedrijf heeft Simelane een bedrag ontvangen van 575.000 rand (29.000 euro), volgens haar een lening om een koffieshop te kopen.

De ANC-minister wankelt, zegt Dirk Kotzé, politiek analist en professor aan de University of South Africa. Zowel de integriteitscommissie van het ANC als president Cyril Ramaphosa eisen tekst en uitleg. „Haar politieke lot ligt in handen van het ANC. En Ramaphosa wil de corruptie binnen de partij aanpakken, want die heeft het ANC veel stemmen gekost bij de verkiezingen eerder dit jaar.”

Gerechtigheid

Op dit moment loopt een rechtszaak tegen dertien verdachten, waaronder de eigenaar van Gundo Wealth Solutions, de voormalige ANC-penningmeester Danny Msiza, het voormalige bestuur en de voormalig accountants van KPMG en PwC.

Slachtoffers als Mulaudzi en Mukwelko hebben weinig vertrouwen in de zaak. „Ze hebben de beste advocaten van het land ingehuurd met het geld dat ze van ons hebben gestolen, terwijl ik geen geld meer had om tegen VBS te procederen”, verbijt Mulaudzi zich. Bovendien vindt hij dat het justitieel apparaat veel te traag handelt. „Wij willen dat ze ons geld terugbetalen, maar dat hebben ze allang weggesluisd, buiten bereik van justitie.”

Hij heeft meer vertrouwen in heroprichting van de bank. „Daar is 1,5 miljard rand voor nodig. Als je bedenkt hoeveel onze regering jaarlijks kwijtraakt aan corruptie en fraude, is dat een schijntje.” Hij is erover in gesprek met de staatsbank. „Maar ja, wie vertrouwt die bank straks nog?”


Pronken met je Europese welvaart op de boulevard van Tanger

Rondjes rijden op de boulevard in de nieuwste Porsche of een speciale uitvoering van een Bentley, met de raampjes omlaag. Dit is geen scène uit Monaco of St. Tropez waar rijke zakenmensen hun nieuwste aankopen showen. In de Marokkaanse havenstad Tanger zijn het jongeren uit Amsterdam, Utrecht en Rotterdam die indruk willen maken met gehuurde auto’s. Waarom?

Iedere zomer wordt Marokko overspoeld door Marokkanen uit Europa die vakantie komen vieren in het land van hun (groot)ouders. Het land verwelkomde dit jaar tussen 5 juni en 15 augustus 1,9 miljoen vakantiegangers. De meesten – voornamelijk Marokkaanse Nederlanders – blijven hangen in noordelijke steden als Tanger, Tetouan, Nador en Al Hoceima waar ze gedurende de vakantie een jetsetleven leiden.

Want de vakantie bestaat niet alleen uit familiebezoekjes en stranddagjes. Onder Europese Marokkanen uit de diaspora lijkt de vakantie steeds vaker te draaien om zien en gezien worden. Wie heeft de duurste auto? Wie heeft het nieuwste horloge? En wie kan de meeste vrouwen versieren?

Van top tot teen gekleed in dure merkkleding, zoals Dior, Louis Vuitton en Amiri rijden jonge mannen de hele avond rondjes in Tanger. Soms maken auto’s wel tien keer hetzelfde rondje, terwijl de bestuurders van achter hun Cartier-zonnebril speuren naar een vrouwelijke prooi – of gewoon checken of ze wel gezien worden door voorbijgangers op de boulevard.

Wanneer een zwarte Mercedes G-wagon met Duits kenteken op Avenue Mohamed VI abrupt stopt, spreek ik de jonge inzittenden aan. Waarom nemen ze deel aan deze modeweek, met de straat als catwalk?

Een 26-jarige bestuurder stapt uit en staart een beetje beschaamd naar de grond. „Weet ik veel”, zegt hij, gekleed in een beige pakje met zwarte Hermès-sandalen en een zwart nektasje. Hij komt uit Utrecht en huurde de auto in Duitsland, want „dat is goedkoper”. „We willen gewoon een beetje genieten, weet je? We vallen niemand verder lastig.” Het groepje loopt naar het Turkse restaurant Beymen, een hotspot voor Marokkaanse Nederlanders.

Rond middernacht verzamelen meer patsers zich voor café Cappuccino, waar ze koffie drinken en een toetje eten. Op social media circuleren talloze video’s van dit café en van de voor de deur geparkeerde Lamborghini’s en andere dure auto’s met Duitse, Nederlandse en Belgische kentekens.

„Overal waar ik kijk, zie ik Nederlanders met dit soort wagens”, reageert ene Hind onder een video. Voor de zaak staan mensen in de rij om binnen te komen. Vrouwen zijn gekleed in hun mooiste jurkjes, met designertassen en vers geföhnd haar. Mannen die aandacht willen, klikken quasi nonchalant op de sleutel van hun huurauto om te laten zien welke van hen is.

Tegenover Cappuccino’s parkeerplaats vol dure auto’s, staat een snackkarretje van een jong gezin dat geld probeert te verdienen. Wat voor de Europeanen onschuldig genieten lijkt, zorgt bij de lokale bevolking voor irritatie en onrealistische dromen over Europa.

Eind augustus probeerden honderden Marokkanen zwemmend de grens van Marokko naar de Spaanse exclave Ceuta over te steken. Op video’s is te zien hoe mensen in de dichte mist wanhopig Spaans grondgebied probeerden te bereiken. Velen van hen werden door de politie onderschept. Volgens de Spaanse grenspolitie waagden op één dag vijftienhonderd mensen een poging de grens over te steken.

Onder de lokale bevolking hebben de Marokkanen uit de diaspora de bijnaam zmegria gekregen: vervelende migranten uit het Westen die de lokale bevolking vertellen hoe ze moeten leven. „Die buitenlanders denken echt dat ze heel wat zijn. Ze creëren chaos in de zomer en gaan dan weer weg en laten ons achter met niets”, zegt een vrouw op leeftijd afkeurend terwijl haar ogen een auto volgen die keihard voorbij scheurt.


De Britse elite blijkt behoorlijk resistent tegen verandering

Ze zijn dol op polowedstrijden, gaan graag naar de opera en roken een sigaar bij hun exquise cognac. Nog geen vijftig jaar geleden was dit het clichébeeld van de Britse elite. En die overwegend witte mannen, opgeleid op privékostscholen en prestigieuze universiteiten, waren er maar wat trots op dat ze bij de upper class hoorden.

De elite van nu verhult juist liever dat ze bij de bovenlaag van de samenleving hoort. Als naar hun hobby’s wordt gevraagd, noemen ze low culture dingen als een biertje drinken in de pub, voetbal kijken en tijd doorbrengen met hun gezin. „Ze werken er hard aan om zichzelf als ‘gewoon’ te presenteren”, zegt socioloog Sam Friedman. Hun invloedrijke positie (het gaat bijvoorbeeld om politici, zakenlui en juristen) hebben ze volgens henzelf niet aan hun achtergrond te danken, maar aan hun toegewijde inzet.

Al tientallen jaren ligt in het Verenigd Koninkrijk veel nadruk op het bevorderen van de meritocratie. De oude klassenmaatschappij moet plaatsmaken voor een samenleving met gelijke kansen in het onderwijs waar iedereen, op basis van zijn of haar capaciteiten, een invloedrijke functie kan krijgen. „Maar het verband tussen rijkdom en de kans dat iemand tot de elite behoort, is nog altijd groot en maar heel bescheiden afgenomen, ondanks de groei van de middenklasse in de afgelopen decennia”, zegt socioloog Aaron Reeves.

Sam Friedman.

Zeven jaar lang deden Friedman en Reeves onderzoek naar de elite in het Verenigd Koninkrijk. In hun boek Born to Rule, dat deze week is uitgekomen in het VK, beschrijven Friedman en Reeves hun belangrijkste conclusies. De auteurs beantwoorden in Londen vragen van een groepje internationale journalisten.

De twee sociologen hielden honderden diepte-interviews met leden van die elite en analyseerden hun biografische gegevens uit de Who’s Who, een jaarlijks naslagwerk met de invloedrijkste Britten van dat moment. Daarin staat informatie over hun achtergrond, opleidingen en wat ze graag doen in hun vrije tijd. In de jongste editie staan ongeveer 33.000 namen, dat is de groep die Friedman en Reeves als ‘de elite’ definiëren.

Nog steeds heeft iemand die naar een vooraanstaande, dure privéschool is gegaan, bijvoorbeeld naar Eton of Winchester, 52 keer zoveel kans om een vooraanstaande publieke functie te krijgen als iemand die naar een ‘gewone’ staatsschool is gegaan. En de diversiteit van de elite verandert maar langzaam, al is de Britse samenleving veel diverser geworden de afgelopen decennia. Reeves: „Die ongelijkheid is een maatschappelijk probleem. Niet alleen vanuit het idee dat iedereen in de samenleving gelijke kansen moet krijgen en dat dus niet zo is, maar ook omdat de elite besluiten neemt die ons allemaal aangaan.”

Rishi Sunak beweert dat sandwiches zijn lievelingseten zijn. Echt?

Aaron Reeves
socioloog

Waarom schaamt de huidige Britse elite zich voor haar achtergrond?

Sam Friedman: „Ze zijn zich bewust van de kritische blik van het publiek jegens hen, van een achterdocht dat ze uit een soort buitensporig eigenbelang zouden handelen. Uit ons onderzoek blijkt dat als ze de keuze hebben om bepaalde elementen uit hun achtergrond te delen, ze kiezen voor elementen die als bescheiden en eenvoudig zullen overkomen. En dat heeft nut: het publiek blijkt hen daardoor echt sympathieker te vinden. Er is dus een markt voor zulk gedrag.”

Aaron Reeves: „Denk aan oud-premier Rishi Sunak die tijdens de verkiezingscampagne beweerde dat sandwiches zijn lievelingseten zijn. Sandwiches, echt? Hij probeert zo gewoon mogelijk over te komen. Alleen slaat dit niet aan bij het publiek omdat journalisten steeds erbij vertellen dat hij heel vermogend is.”

Friedman: „Op individueel niveau kun je begrijpen waarom ze zoiets doen, maar voor onze samenleving is het schadelijk. Als bijvoorbeeld bestuursvoorzitters van grote bedrijven steeds hun eenvoudige achtergrond benadrukken, en daar niet bij zeggen dat hun ouders hard hebben gespaard om hen naar een privéschool te kunnen sturen, geeft dat een verkeerd beeld over hoe Groot-Brittannië werkt.”

‘De elite’. In veel landen is het een containerbegrip en een populaire zondebok in het publieke debat. In het VK zijn er grofweg twee stromingen. Rechts ziet de opkomst van een wereldwijze ‘woke’ elite, pro-immigratie en strijdend voor de rechten van lhbti’ers. Een minister van de Conservatieve Partij waarschuwde een paar jaar geleden voor de „Guardian-lezende, tofu etende wokerati”. De andere stroming ziet de elite als kapitalistische, neoliberale types die helemaal geen oog hebben voor de lagere arbeidersklasse en alleen uit zijn op winst maken.

We zien dat vooral de jongere generaties van de elite progressiever zijn

Sam Friedman
socioloog

Hoe ziet de Britse elite er werkelijk uit?

Reeves: „Het is geen ideologisch coherente groep en we zien die beide stromingen terug. Maar we zien in onze data wel degelijk een verandering, namelijk dat een grotere groep progressiever is geworden. Ze zijn voor hogere belastingen, zien in dat kolonialisme slecht was en willen dat de sociaal-economische ongelijkheid afneemt. Dingen die onder ‘woke’ kunnen vallen.”

Friedman: „We onderscheiden drie ideologische fracties binnen de elite: establishment-rechts, centristisch-links en links-progressief. En we zien dat vooral de jongere generaties progressiever zijn.”

Reeves: „Maar de progressieven zijn nog altijd de kleinste groep. De middengroep slinkt ten koste van hen en het establishment-rechts blok blijft ongeveer even groot en machtig. En het aantal gekleurde leden van de elite is veel lager dan als je onze leiders willekeurig uit de bevolking zouden kiezen. Bijna 97 procent van de personen in de Who’s Who is wit, nog geen 2 procent identificeert zich als zwart of Aziatisch. In de gewone wereld ligt dat laatste percentage in een vergelijkbare leeftijdsgroep boven de 8 procent.”

Aaron Reeves.
Foto Seth Law

Toch had het VK meer dan eens een vrouwelijke premier en hadden de Conservatieven veel ministers met etnisch diverse achtergronden in hun kabinet. Dan doet het land toch iets goed?

Friedman: „Politiek is een lastige. Daar gelden andere regels die niet voor de rest van de elite opgaan, omdat politici zo’n zichtbare groep vormen.”

Reeves: „In het zakenleven, de rechtspraak of het onderwijs is de vooruitgang minder duidelijk, zowel wat vrouwen betreft als etnische achtergrond. Ik denk dat de Conservatieven er ook plezier uit hebben gehaald om internationaal voorop te lopen en een veel diversere regering te hebben gevormd dan in andere Europese landen.”

Het nieuwe kabinet van Labour, dat in juli begonnen is, is minder divers dan voorgaande Conservatieve kabinetten. Maar Labour is toch minder elitair?

Reeves: „Ja. We hebben de achtergronden vergeleken van de laatste Conservatieve regering van Rishi Sunak en het – toen nog – schaduwkabinet van Labourleider Keir Starmer. De verschillen zijn enorm. Van Starmers ministers komt 46 procent uit de arbeidersklasse, bij Sunak was dat maar 7 procent. Van Sunaks ministers ging 70 procent naar een privéschool, van Starmers kabinet is dat maar 17 procent.”

Wat moet volgens jullie gebeuren om de elite toegankelijker te maken?

Reeves: „We stellen voor om het verband tussen welvaart en toegang tot de elite te verbreken. Bijvoorbeeld door de grote macht van privéscholen in te perken, omdat die zo duidelijk een brugfunctie hebben. De kinderen van mensen met veel geld kunnen via die scholen makkelijker bij een elitaire universiteit terecht. Wij zouden de instroom van die privéscholen naar de prestigieuze universiteiten tot 10 procent willen beperken. Nu komt 20 procent van hun studenten uit het privéonderwijs.”

Friedman: „Hiermee laat je zien dat de politieke retoriek rond gelijke kansen in het onderwijs serieus is. Dat het niet gezond is voor je samenleving om het private onderwijs als een soort trechter te laten werken voor invloedrijke posities.”

Lees ook

Verbod op nieuwe Britse elitescholen wordt opgeheven

De Britse premier Theresa May donderdag tijdens haar speech in Londen.

Zou Labour zo’n maatregel durven doorvoeren?

Friedman: „We weten dat het een radicaal voorstel is. In elk geval willen we het gesprek op gang brengen.”

Reeves: „In de aanloop naar zijn leiderschap is Keir Starmer teruggekomen van allerlei beloften, maar hij heeft vastgehouden aan een voorstel voor een hoger belastingtarief voor privéscholen, waar hij nieuwe leraren voor staatsscholen mee wil betalen. Dat zegt volgens mij wel iets. Alleen is de nieuwe Labourregering natuurlijk ingebed in een breder elitair netwerk. De rest van de elite is niet veranderd door de verkiezingen, dus we gaan zien of ze de druk kunnen weerstaan.”

Friedman: „Ik was verbaasd door de grote weerstand die die btw-verhoging in de onderwijssector opriep. Labour gaat vast op andere onderwerpen nog meer tegenstand ondervinden. Rond de economie en het klimaat bijvoorbeeld zijn de financiële belangen van de elite groot.”