De film die al 55 jaar Guinee’s onafhankelijkheid bezingt, pijnigt de bejubelde maker nu: ‘Ook wij geloofden in revolutie’

Heel soms zet hij hem thuis op. Gewoon voor zichzelf. Om de beelden te zien die hem nog steeds doen verzuchten dat geen land zo rijk is, zó mooi is als Guinee. En om de muziek te horen die hij er met veel precisie bij uitkoos. Het kan hem na al die jaren nog steeds ontroeren, zegt Sékou Oumar Barry. Al pijnigt het de inmiddels 88-jarige filmmaker ook. Niet zozeer de film zelf, maar wel waar die voor stond. „Ons momentum is gebroken.”

Om bij het bescheiden huis van één van de grondleggers van de Guinese cinema te komen, is enige coördinatie nodig. Aan de rand van hoofdstad Conakry, bij een kruising waar tweewielers langs rammelende auto’s sjezen, moet de journalist uitkijken naar een pompstation, had Barry aan de telefoon gezegd. Daar verschijnt vanachter een gietijzeren hek een smalle, witgrijze man in Nike-badslippers en een lang gewaad. „Gevonden”, zegt hij opgetogen.

Maar die film dus. Et vint la Liberté (En de vrijheid kwam) is een veertig minuten durende vertelling in zwart-wit van Guinees weg naar onafhankelijkheid in 1958, die van Barry een legende zou maken. Deze 2 oktober, de dag waarop Guinee viert dat het kolonisator Frankrijk de deur wees, zal hij opnieuw worden vertoond. Dat gebeurt ieder jaar sinds de film in 1969 voor het eerst op een groot scherm in de hoofdstad werd geprojecteerd.

Wat toen begon als een jaarlijkse gratis publieksvertoning, heeft inmiddels plaatsgemaakt voor zendtijd op de nationale zender. Maar verder is het vaste prik. Ieder jaar op 2 oktober ontvangt hij dezelfde soort berichtjes, vertelt Barry vanaf het puntje van een crèmekleurige bank. „Meneer Barry, uw film is op tv!” Grote grijns. Waarom hij denkt dat mensen zijn film nog steeds vertonen? „De Guineeër is een nationalist.”

Guinee zei ‘nee’ tegen De Gaulle

Er is weinig dat daar zo aan appelleert als hun onafhankelijkheid. Onder vakbondsman Ahmed Sékou Touré werd Guinee het eerste land dat Frankrijks grip op West-Afrika verzwakte. Als enige zei het ‘nee’ toen de Franse president Charles de Gaulle eind jaren vijftig langs zijn Afrikaanse koloniën trok om een groeiende roep naar onafhankelijkheid te sussen met de belofte van een nieuw soort Frans-Afrikaanse communauté.

Een Senegalees leest, op 28 september 1958 de krant La Liberté, waarin wordt opgeroepen ‘nee’ te stemmen in het referendum over de vorming van een Frans-Afrikaanse gemeenschap.
Foto Gamma-Keystone via Getty Images

„We zijn liever arm en vrij dan rijk als slaven”, las Touré, die zich had ontpopt tot ’s lands leider, De Gaulle de les voor een volle zaal in de hoofdstad. De schokkerige beelden van de met zijn vinger zwaaiende Touré en achter hem een verbolgen, onderuitgezakte De Gaulle worden in Barry’s film opgevolgd door die van het legendarische referendum dat kort daarna volgde. „Guinee se réveille”, Guinee ontwaakt, zegt de verteller plechtig.

Barry, toen 23, was daar niet bij. Net als veel leeftijdgenoten studeerde hij op dat moment met een beurs in Frankrijk. Maar na Guinees massale nee (95,2 procent stemde tegen De Gaulles voorstel) voelden ook zij de woede van Parijs. Duizenden Franse bestuurders, leraren en ingenieurs werden uit Guinee teruggehaald. Medicijnen werden vernietigd, overheidsbestanden verbrand. Zelfs de gloeilampen werden uit plafonds gedraaid.

Lees ook

Het ‘weg met Frankrijk!’ galmt door heel West-Afrika

Een voorstander van de coup in Niger met een ‘Frans’ geverfde haan, begin augustus.

De beurzen van studenten als Barry werden stopgezet. Maar niet lang nadat hij naar Guinee terugkeerde, werd hij alweer weggestuurd. Ditmaal door de kersverse president Touré, die bedacht dat hij bij het opbouwen van zijn nieuwe natie filmmakers nodig had. „Als een manier om het volk te onderwijzen”, zegt Barry. En voor propaganda. Alleen: Guinee had nauwelijks makers, noch technici, cameramannen, een geluidslab en ga zo maar door.

Het precieze aantal weet Barry niet meer, maar hij en „vele anderen” kwamen terecht in landen als de Verenigde Staten, Duitsland, de Soviet Unie en – in Barry’s geval – wat toen nog Joegoslavië heette, om film te studeren. Daar waren ze met zijn tweeën, zegt Barry. „Maar die ander was snel weer weg.” Zelf vond hij de cultuurshock en taalbarrière „verrijkend”. „Daar heb ik alles geleerd.”

Terugkeer van jonge filmrekruten

Eenmaal terug in Conakry kwamen de jonge filmrekruten in dienst van Syli Cinéma, het productie- en distributiehuis van de staat. „We waren ambtenaren”, zegt Barry. Na enkele korte documentaires over rijstteelt en sanitaire voorzieningen, en registraties van de bijeenkomsten van Touré’s partij, vond hij het tijd voor een echte film. Het was 1968, het jubileumjaar van Guinees onafhankelijkheid.

„Laten we dat vastleggen, zei ik tegen de president”, vertelt Barry. „Hoe zijn we tot die onafhankelijkheid gekomen én wat moeten we daarmee doen?” Hij kreeg groen licht, de nodige financiering en de hulp van de marine en piloten om alle hoeken van Guinee te filmen. Het resultaat gaat van de slavernij en vrijheidsstrijders naar Tourés speech en het referendum en naar luchtshots van nieuwe ministeries in Conakry.

Daaronder plaatste Barry zelfgekozen muziek en een verteller die in plechtige, gloedvolle zinnen verhaalt over „nieuwe hoop” en „een revolutie die geen pauzeknop kent”. Propaganda, noemde Barry’s scenarioschrijver het later in een interview. Barry haalt zijn schouders daarover op. Dat denken er wel meer, zegt hij.

„Op een filmfestival waar Et Vint werd vertoond, zei iemand tegen me ‘meneer Barry, het lijkt net alsof alle problemen in Guinee nu zijn opgelost’. Maar alles wat ik heb getoond, is de realiteit. Dit is hoe wij het hebben beleefd. Ook wij geloofden in de revolutie.”

President Sékou Touré in een toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN, waarin hij klaagt over het gebrek aan een permanente Afrikaanse vertegenwoordiging in de Veiligheidsraad.
Foto Bettmann Archive

Wat de film niet laat zien: hoe Guinee economische verlamd raakte toen Touré in 1960 de koloniale CFA-franc inruilde voor een eigen munt (een crisis die de Franse geheime dienst verergerde door enorme ladingen valse biljetten van deze nieuwe Guinese franc te verspreiden om zo hyperinflatie te veroorzaken). Ook de toenemende repressie onder Touré na de ontdekking van vermeende complotten om zijn bewind omver te werpen, komt niet aan bod.

De film moest gaan over het wáárom van de onafhankelijkheid, zegt Barry. En het moest een les zijn voor zijn landgenoten. „Onafhankelijkheid is pas het begin. Nu moeten we aan het werk.”

Een van armste landen

Die boodschap lijkt niet te zijn aangekomen, constateert hij somber. Ruim 55 jaar later is Guinee nog altijd één van de armste landen ter wereld, met een vrijwel niet bestaande stroomvoorziening en buiten de hoofdstad nauwelijks geasfalteerde wegen.

Lees ook

Het ijzererts gaat naar China, maar wat krijgt Guinee ervoor terug

De Simandoumijn moet de grootste onaangeboorde voorraad ijzererts (geschat op zeker 4,6 miljard ton) ontginnen.

Politiek ging het niet veel beter. Repressie en staatsgrepen volgden elkaar op. De laatste, in 2021, duurt nog altijd voort. Maar allereerst ging het mis bij Touré. Na een mislukte couppoging in 1970 – waarin hij de hand van Frankrijk en andere buitenlandse mogendheden zag – zette hij een grootschalige zuiveringsactie in gang. Tienduizenden mensen, waaronder leden van de elite en ambtenarij, werden opgepakt en in detentiekampen gezet.

Schattingen lopen uiteen, maar volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International kwamen in die jaren zeker vijftigduizend mensen om. De meesten in Boiro, met afstand het meest beruchte kamp. Ook Barry kwam daar terecht, net als al zijn andere filmcollega’s. „We werden de vijfde colonne genoemd”, zegt hij. „Bij verhoren vroegen ze ons steeds wanneer we waren gerekruteerd. Door wie. Voor hoeveel geld.”

Barry werd gemarteld en kreeg elektroshocks, maar kwam uiteindelijk na acht maanden vrij. Hij weigerde iets toe te geven dat hij niet had gedaan, zegt de gepensioneerde filmmaker. Sommige onschuldige collega’s die wel braken, zaten zeven, acht of zelfs tien jaar vast.

De vervolgingen zorgden voor een nationaal trauma, en voor het einde van Guinees opbloeiende cinema. Buitenlandse experts die naar Conakry waren gehaald om geluidsstudio’s en montagezalen te helpen opzetten, werden het land uitgezet. Fondsen droogden op. Na Touré’s overlijden in 1984 en de staatsgreep die daarop volgde, was het helemaal gedaan: de ‘tweede republiek’ had andere prioriteiten.

Lees ook

Gesloten media, verdwenen activisten – in Guinee voelt niemand zich veilig

Studio van Djoma FM, één van de populairste radiostations in Guinee, in een buitenwijk van hoofdstad Conakry. Op 22 mei werd hun licentie plots geschrapt.

„We waren de voorlopers in West-Afrika”, verzucht Barry, die na zijn vrijlating zijn oude baan weer had opgepakt („het heeft geen zin in het verleden te blijven hangen”). Uiteindelijk verstofte en verging vrijwel alles, waaronder de filmrollen van Syli Cinéma en daarmee het archief van wat in die tijd door Barry en zijn collega’s was gemaakt. Maar niet Et vint la Liberté. Die is zelfs op YouTube terug te vinden (met achttienduizend views).

Guinee is een speciaal land, verzucht de witgrijze maker terwijl hij opstaat om zijn bezoek naar de deur te lopen. „Het heeft alles en niets. Dat is onze paradox.”


Nu mag ‘la Doctora’ aan Mexico bewijzen dat ze haar eigen koers kan bepalen

Als Claudia Sheinbaum dinsdag wordt beëdigd als president van Mexico, is de Spaanse koning Felipe VI daar niet bij. Niemand van de Spaanse regering zal aanwezig zijn. Sheinbaum heeft Felipe VI niet uitgenodigd omdat hij tot tweemaal toe niet inging op een eis van haar voorganger en partijgenoot Andrés Manuel López Obrador (‘AMLO’). Die wilde excuses voor de brute wijze waarop de Spaanse conquistadores vijfhonderd jaar geleden de inheemse volkeren van het huidige Mexico koloniseerden. Dat de aanstaande presidenta om die reden geen uitnodiging verstuurde, toont aan hoever ze gaat met het verdedigen van haar voorganger.

Vanaf dinsdag mag Sheinbaum laten zien of en hoe ze uit de schaduw kan treden van haar politieke mentor, aan wie ze op menig cruciaal moment in haar loopbaan veel te danken heeft gehad. Een mentor die hun regeringspartij de afgelopen jaren almachtig maakte in Mexico. En die nu zegt dat hij op zijn ranch van zijn pensioen gaat genieten – al is er geen Mexicaan die gelooft dat het politieke dier daartoe in staat is.

Dat Claudia Sheinbaum (61) president zou worden, stond al zo goed als vast vanaf het moment dat López Obrador haar eerder dit jaar aanwees als zijn gewenste opvolger. Ze moest alleen de verkiezingen nog winnen, maar gezien de populariteit van de huidige president en de almacht van hun regeringspartij Morena, was dat weinig meer dan een formaliteit: op 2 juni verkoos circa 60 procent van de Mexicaanse kiezers Sheinbaum als eerste vrouwelijke president van Mexico.

Vrouw, Joods, wetenschapper

Als het aan Sheinbaum ligt, is haar geslacht het laatste waarnaar mensen moeten kijken als ze haar omschrijven. Zoals ze evenmin aandacht moeten schenken aan het feit dat ze Joods is: naar eigen zeggen is ze absoluut niet religieus en is haar Joodse afkomst iets waar vooral Amerikaanse media mee bezig zijn.

De bijnaam ‘la Doctora’ dankt Sheinbaum aan haar omvangrijke academische carrière. Afkomstig uit een familie vol links-georiënteerde academici volgde ze het pad van haar ouders, die nog steeds werken aan de Nationale Autonome Universiteit van Mexico (UNAM), de meest prestigieuze van het land. Ze haalde haar doctorsgraad in energiewetenschappen, studeerde aan Berkeley in Californië en was onderdeel van het VN-klimaatpanel IPCC, dat een Nobelprijs voor de Vrede ontving voor zijn klimaatonderzoek.

De nieuwe Mexicaanse president Claudia Sheinbaum maakt foto’s met haar aanhangers.

Foto Rodrigo Oropeza/AFP

Een van de leidende auteurs van dat klimaatpanel, en onderdeel van de werkgroep waar Sheinbaum deel van uitmaakte, is Ernst Worrell, hoogleraar Energy, Resources & Technological Change aan de Universiteit Utrecht. Naast het werk voor het klimaatpanel werkte hij met haar aan Berkeley, waar ze samen een student begeleidden die later promoveerde. „Ik kwam haar vaak tegen, omdat zij net als ik onderzoek deed naar industrieel energieverbruik en emissiereductie”, zegt Worrell. „Zij zag in die tijd al de noodzaak tot actief klimaatbeleid, ook voor landen als Mexico.”

Volgens Worrell was het altijd prettig samenwerken met de aankomend Mexicaanse president. „Claudia was een goede, grondige onderzoeker. Uit onze samenwerkingen zijn meerdere publicaties voortgekomen, we hadden altijd wetenschappelijke discussies op hoog niveau.”

Dat ze nu de eerste vrouwelijke president wordt, daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen

Ernst Worrell
hoogleraar (UU) en ex-collega

Nog voordat ze deel uitmaakte van het klimaatpanel, maakte Sheinbaum al kennis met de politiek, dankzij de man die ze nu opvolgt als president van Mexico. López Obrador was zelf nog burgemeester van Mexico-Stad toen hij haar vroeg de portefeuille Milieu voor de hoofdstad op zich te nemen. Ze kreeg de eindverantwoordelijkheid voor een aantal grote infrastructuurprojecten, waaronder de Metrobús, een gloednieuwe buslijn, en de bouw van de Anillo Periférico, een ringweg die als een tweede verdieping boven het overvolle wegennetwerk van de hoofdstad werd gebouwd.

Na een tweejarige periode als burgemeester van een naburige deelgemeente, kreeg haar politieke loopbaan echt vaart toen ze in 2017 burgemeester van het hele federale district werd – zoals de Mexicaanse hoofdstad officieel heet. „Ik was onder de indruk toen ze burgemeester van Mexico-Stad werd, een stad met een bevolking groter dan Nederland”, zegt Worrell. „En dat ze nu de eerste vrouwelijke president wordt, daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen. Het is toch uitzonderlijk knap dat het haar gelukt is, in een traditioneel land.”

Ook haar definitieve stap naar de politiek werd ingegeven door López Obrador. Hij richtte in 2012 de linkse politieke partij Morena op, waar Sheinbaum vanaf het begin onderdeel van uitmaakte. De partij deed voor het eerst mee aan de lokale verkiezingen in 2015. Sheinbaum werd Morena’s burgemeesterskandidaat voor deelgemeente Tlalpan.

Mexicaanse machocultuur

Abraham Carro werd destijds actief in haar campagneteam en is sindsdien niet meer van haar zijde geweken als medewerker. „Ze was nog nooit politiek kandidaat geweest. Maar ze bleek een natuurtalent. Ze leerde ons hoe je verkiezingen moet winnen”, zegt Carro. Vanaf het moment dat Sheinbaum de politieke arena betrad, heeft ze te maken gehad met vooroordelen, zegt hij. „Sheinbaum heeft altijd van zich moeten afbijten. Nergens voel je de Mexicaanse machocultuur meer dan in de politiek.”

Die cultuur maakte volgens Carro dat Sheinbaum op alle manieren wilde zorgen dat op haar bestuur niets aan te merken viel. „Ze is een enorme perfectionist. Je hebt het bij haar goed gedaan als ze niets over je werk zegt.” Carro lacht: „Dat was soms moeilijk, dat je een project aan haar liet zien en dat ze niets zei. Maar dan wist je dat je het goed had gedaan.”

Aankomend president van Mexico Claudia Sheinbaum spreekt aanhangers toe tijdens een evenement in Mexico-Stad op 8 juni.
Foto Alfredo Estrella / AFP

Ze bestuurde Tlalpan pas twee jaar toen ze besloot zich te kandideren voor het burgemeesterschap van Mexico-Stad. In een vol kandidatenveld, met zeven mannelijke tegenkandidaten, werd Sheinbaum gekozen. Haar voorganger López Obrador was inmiddels gekozen tot president van Mexico.

„Toen ze Mexico-Stad ging besturen, was geweld en misdaad de grootste uitdaging. Niet per se geweld van kartels, maar vooral overvallen, diefstal en onveiligheid”, zegt Carro. „Dat pakte ze met succes aan: dat zien we niet alleen in de statistieken, maar ook het veiligheidsgevoel verbeterde. Mensen voelen zich een stuk veiliger in Mexico-Stad, dankzij haar.”

Lees ook

Eerste Mexicaanse ‘presidenta’ erft van haar mentor veel macht en evenzoveel problemen

Claudia Sheinbaum begroet haar aanhangers op het Zocalo-plein in Mexico-Stad na haar zege bij de presidentsverkiezingen van zondag.

Tijdens haar presidentscampagne liet Sheinbaum zich graag voorstaan op die gedaalde criminaliteitscijfers in Mexico-Stad. Daarbij stelde ze dat het aantal moorden in de stad onder haar bewind halveerde. Analisten betwijfelen die cijfers, omdat veel moorden in die periode niet werden gerapporteerd als moord, maar als ‘niet-geclassificeerd’.

Volgens Carro gaat het niet om de cijfers, maar vooral om de aanpak die Sheinbaum koos. „Ze richtte zich op jongeren, door hun alternatieven te bieden, qua werk en opleiding. En ze pakte misdaad aan door samen te werken. Ze begreep door haar academische achtergrond dat je alleen tot resultaten kan komen door samen te werken.”

Haar academische achtergrond kwam ook op een andere manier terug in haar periode in Mexico-Stad, toen de coronapandemie toesloeg. Waar president López Obrador het coronavirus weinig serieus nam en weigerde vergaande maatregelen te treffen, koos Sheinbaum in de hoofdstad een andere aanpak. Ze verscheen steevast op persconferenties met een mondkapje, stelde beperkingen in voor het bedrijfsleven en openbaar vervoer en zorgde voor een succesvolle vaccinatiecampagne.

Uit de schaduw van AMLO

Het was een van de weinige momenten waarop Sheinbaum afweek van het beleid van ‘AMLO’. De afzwaaiend president vormt de rode draad in haar politieke loopbaan is. Ze volgde hem op als burgemeester van Mexico-Stad toen hij president werd, en nu hij vertrekt neemt zij opnieuw het stokje over. Van haar wordt verwacht dat ze het politieke project van López Obrador, dat hij de ‘Vierde Transformatie’ noemt, overneemt en verder uitbreidt. Of, zoals ze zelf zei tijdens haar campagne, dat ze „een tweede verdieping op het project” gaat bouwen.

De Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador en zijn opvolger Claudia Sheinbaum op 19 september tijdens een herdenking van slachtoffers van de aardbevingen van 1985 en 2017 in Mexico-Stad.
Foto Fernando Llano / AP

Het politieke project bestaat uit subsidies aan armere Mexicanen en sociale projecten in achterstandswijken, maar ook uit een reeks bekritiseerde hervormingen. In zijn laatste maand als president voerde López Obrador ze door, gesteund door het Congres en de Senaat, waar zijn partij Morena een meerderheid heeft. Alle rechters in het land moeten rechtstreeks gekozen worden, de hervormde nationale politie komt onder militair gezag en ook het pensioenstelsel gaat op de schop.

Het zijn hervormingen die Sheinbaum expliciet steunt, ondanks hun mogelijke schade aan de democratische rechtsstaat. Ze weigert af te wijken van het door haar voorganger uitgestippelde pad. Sinds haar verkiezingszege begeleidt Sheinbaum hem op zijn afscheidstournee door het land. Op evenementen, bij infrastructuurprojecten, in het Congres: Sheinbaum is de schaduw van de man die het stokje aan haar gaat overdragen. Het roept de vraag op: kan Sheinbaum ook uit de schaduw van haar voorganger stappen?

Lees ook

Nieuwe Mexicaanse president kan de almacht die ze erft beter prudent inzetten

Nieuwe Mexicaanse president kan de   almacht die ze erft beter prudent inzetten

Politiek analist Karolina Gilas betwijfelt het. „AMLO is een groot politicus, maar ook iemand die van de schijnwerpers houdt. Dat hij Sheinbaum heeft aangewezen als opvolger, is omdat zij vrijwel altijd zijn beleid heeft gesteund. Maar wat doet hij als Sheinbaum besluit een andere richting in te slaan?”

Sheinbaum zelf is in interviews uitgesproken kritisch over mensen die suggereren dat ze haar politieke loopbaan te danken heeft aan López Obrador. Ze ontkent stellig dat ze niet meer zal zijn dan een marionet van de vertrekkende president. Toch zijn haar grootste uitdagingen nauw verbonden met alles waar zijn handtekening onder staat, benadrukt Gilas.

De grootste uitdaging is haar partij. Om die enorme machine vol macht onder controle te houden, moet je politiek enorm geslepen zijn

Karolina Gilas
politiek analist

„De grootste uitdaging is haar politieke partij, Morena. Die is opgericht door AMLO. Zijn zoon is nu toegetreden tot het partijbestuur. AMLO was altijd degene die de eenheid in die partij wist te bewaren. Maar nu zijn ze de grootste partij van Mexico, in vrijwel alle staten, in het Congres, in de Senaat, in Mexico-Stad”, zegt de politicoloog. „Om die enorme machine vol macht onder controle te houden, moet je politiek enorm geslepen zijn. Ik ben benieuwd of Sheinbaum dat kan. Het gevaar is dat alle successen tijdens haar termijn aan haar voorganger worden toegeschreven. We moeten nu gaan ontdekken hoe het ware presidentiële gezicht van Claudia Sheinbaum eruitziet.”


Vance doet niets liever dan discussiëren, Walz is stikzenuwachtig: wie zal het debat tussen de running mates domineren?

J.D. Vance (40) pocht – net als zijn politieke baas Donald Trump – dat hij „niet zoveel voorbereiding nodig” heeft voor het aanstaande debat tussen de running mates. De aan Yale opgeleide jurist doet niets liever dan discussiëren, vooral met „vijandige” journalisten. Feiten doen er daarbij weinig toe.

Uit Tim Walz’ omgeving wordt juist gelekt dat hij vreselijk zenuwachtig is voor de confrontatie met zijn tegenstander om het Amerikaanse vicepresidentschap. Als oud-leraar is Walz (60) comfortabel in het stellen en beantwoorden van vragen, maar minder behendig in ze ombuigen tot aanvalswapens. Volgens CNN waarschuwde hij Kamala Harris al in zijn sollicitatiegesprek dat hij zwak is in het voeren van debatten.

De Democraat Walz en de Republikein Vance gaan dinsdagavond (03.00 uur ‘s nachts Nederlandse tijd) in New York met elkaar in debat bij zender CBS. Het debat tussen de nummers twee op het stembiljet is elke campagne een verplicht nummer. Het is af en toe memorabel, maar nog nooit relevant gebleken voor de verkiezingsuitslag.

Tot nu toe. Het aanstaande debat is in vorm vrijwel identiek aan alle elf voorgaande ‘veep’-debatten, maar het is op meerdere manieren uniek. De jonge Vance, nog geen twee jaar senator van Ohio, is de plaatsvervanger van de alleroudste presidentskandidaat ooit. Trump (78) is vijf maanden ouder dan Joe Biden (81) vier jaar geleden was. En iedereen kan zien hoe die zich op zijn tandvlees naar het einde van zijn enige presidentstermijn kluunt. Mocht Trump winnen en overlijden, dan is Vance straks de baas.

De Democratische vicepresidentskandidaat Tim Walz begin september tijdens een campagnebijeenkomst.

Foto Al Goldis/AP

Walz is de snelst aangewezen, minst voorbereide running mate in de moderne geschiedenis. Nadat vicepresident Kamala Harris (59) eind juli plotseling Biden verving als kandidaat van de Democraten, presenteerde zij binnen twee weken de vrij onbekende gouverneur van Minnesota als haar partner. Niet toevallig iemand die, net als Vance, uit het industriële en rurale Middenwesten komt.

Nek-aan-nekrace

Belangrijker nog: nooit eerder wezen de peilingen in deze fase van de campagne op zo’n nek-aan-nekrace tussen de kandidaten van de twee grote partijen. Een race waarin momenteel niets de dagkoersen lijkt te beïnvloeden en tegelijkertijd elke gebeurtenis doorslaggevend kan zijn. Ook deze confrontatie. Omdat Trump weigert nog een keer met Harris in debat te gaan, kan het de laatste van de campagne zijn.

Lees ook

Wat voegen running mates J.D. Vance en Tim Walz toe aan de race om het Witte Huis?

Democratische kandidaat-vicepresident Tim Walz verwelkomt Kamala Harris bij een rally in Wisconsin.

Walz heeft reden om zenuwachtig te zijn. Running mates hebben vaak de taak om de tegenstander bij de enkels af te zagen. Walz heeft een paar keer naar de Republikeinen uitgehaald. Hij speelde zich in de kijker door op televisie Trump en Vance weirdos te noemen, maar Walz is geen pitbull. Hij is vooral ingeschakeld om te laten zien dat Democraten ook hele gewone, witte mannen van middelbare leeftijd zijn. Plezier uitstralen is lastig tijdens een debat met iemand die altijd in de aanvalsstand staat, maar vol zelfbeheersing spreekt en zelden aarzelt.

De Republikeinse vicepresidentskandidaat J.D. Vance afgelopen weekend tijdens een rally.

Foto Laurence Kesterson/AP

Vance kwam juist bij Trump in het vizier tijdens een debatoptreden in de senaatsrace van Ohio, twee jaar geleden. Hij schroomt niet om tegenstanders keihard aan te vallen, noch om leugens te versterken, zoals over Haïtianen die huisdieren zouden eten. Hij is de inhoudelijk voorbereide en welbespraakte ideoloog van het isolationisme dat Trump voorstaat. Iemand die het bloed onder de nagels van zijn tegenstander vandaan kan halen.

Onsympathiek

Dat is tegelijk Vance’s zwakte. Hij komt onsympathiek over, nog meer dan Trump. Slechts 27 procent van de geregistreerde kiezers heeft een positief beeld van hem, zo blijkt uit een recente peiling van persbureau AP, tegenover 42 procent voor Walz. Over beide running mates zegt ruim 20 procent niet genoeg te weten. Terwijl Vance vrijwel dagelijks media te woord staat, geeft Walz nog minder interviews dan de zelden zonder script pratende Harris.

Vance zal zeker niet onvoorbereid in New York verschijnen. Hij is al een maand in de weer met Republikeinse strategen en heeft partijgenoot Tom Emmer, een invloedrijk Congreslid uit Walz’ staat Minnesota, ingeschakeld om rollenspellen te oefenen voor het debat. Transportminister Pete Buttigieg doet Vance na in de Democratische voorbereidingen.

De regels van het debat lijken enigszins in het voordeel van Vance. Hij krijgt het laatste woord, de kandidaten mogen elkaar – in tegenstelling tot Trump en Harris recent – wél in de rede vallen en de debatleiders zullen niet live factchecken wat de twee zeggen. Dit alles maakt Walz de underdog, precies de rol die de Democraat in deze campagne graag speelt.

<dmt-util-bar article="4867639" headline="Vance doet niets liever dan discussiëren, Walz is stikzenuwachtig: wie zal het debat tussen de running mates domineren? ” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/09/30/vance-doet-niets-liever-dan-discussieren-walz-is-stikzenuwachtig-wie-zal-het-debat-tussen-de-running-mates-domineren-a4867639″>

Israëls officiële oorlogsdoel in Libanon is mensen te laten terugkeren naar het noorden. Of zit er meer achter?

Israël zegt de grootschalige aanvallen op Libanon deze week uit te voeren in het kader van een nieuw oorlogsdoel: de terugkeer van de ontheemde inwoners van Noord-Israël naar hun huizen. Ruim zestigduizend inwoners uit die regio zijn ontheemd door de aanvallen die Hezbollah daar sinds oktober uitvoert uit solidariteit met Hamas.

De ontheemden verblijven nog altijd veelal in hotels en huizen elders in Israël. Door de aanhoudende beschietingen tussen Israël en Hezbollah kunnen zij nog niet naar huis. Diverse dorpen aan de grens met Libanon zijn bovendien zwaar beschadigd door de aanvallen.

Het is de vraag of Israël met de grootschalige luchtaanvallen op Libanon deze week – waarop Hezbollah weer zal reageren – het nieuw geformuleerde oorlogsdoel snel zal bereiken. Bovendien is het de vraag of het Israëlische leiders om de ontheemde burgers te doen is, of om politiek gewin en het afleiden van de onvervulde oorlogsdoelen in Gaza.

Oorlogsdoelen

De ontheemden uit het noorden speelden het afgelopen jaar tijdens de oorlog in Gaza een bescheiden rol in de retoriek van Israëlische politici en de legerleiding. Israëls officiële oorlogsdoelen waren het „vernietigen” van Hamas en de bevrijding van de gijzelaars uit Israël in Gaza.

Na bijna een jaar oorlog is geen van deze doelen bereikt. Hamas is niet verslagen – een volgens veel analisten überhaupt onhaalbaar doel. Wel is Gaza grotendeels vernietigd en is het dodenaantal in Gaza opgelopen tot ruim 41.400. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde in januari in een tussenvonnis dat Israël alles in het werk moet stellen om genocide tegen de Palestijnen in Gaza te voorkomen.

Lees ook

Is Israël in oorlog met Hezbollah? Of mag het conflict geen oorlog heten?

Mensen staan naast een door Israëlische luchtaanvallen veroorzaakte krater vlakbij een snelweg tussen de Libanese steden Beiroet en Sidon.

Ook het andere doel, de terugkeer van de ruim honderd resterende levende en dode gijzelaars uit Israël die nog in Gaza verblijven, is ver weg door het uitblijven van een akkoord tussen Israël en Hamas. Volgens Israëlische en buitenlandse commentatoren heeft Netanyahu een akkoord geblokkeerd, onder meer door steeds met nieuwe eisen te komen.

Hezbollah is de afgelopen maanden een serieuze escalatie met Israël uit de weg gegaan, en heeft herhaaldelijk gezegd pas te stoppen met de aanvallen op Israël als er een staakt-het-vuren komt in Gaza. Maar na maanden vruchteloze onderhandelingen over een akkoord is zo’n staakt-het-vuren ver weg.

Hezbollah beantwoordde de Israëlische aanvallen van de afgelopen weken met nieuwe aanvallen en vuurde raketten af, met name op het noorden van Israël. De meeste raketten werden onderschept door het Israëlische luchtafweersysteem, maar in onder andere de noordelijke plaatsen Haifa en Kiryat Bialik werden huizen geraakt.

Uitbreiding oorlog

Of de Israëlische aanvallen op Libanon deze week de opmaat zijn naar een uitgebreidere, regionale oorlog is nog onzeker. Dat Netanyahu met de pieperaanvallen en de vernietigende bombardementen op Libanon de strijd met Hezbollah verder heeft geëscaleerd, is duidelijk. Die strijd beperkt zich niet meer tot beschietingen rond de grens; ook in de Bekaa-vallei en in Beirut voerde Israël de afgelopen dagen luchtaanvallen uit. En omgekeerd: woensdag werd een raket van Hezbollah nabij Tel Aviv onderschept.

Ondanks waarschuwingen uit de VS aan het adres van Israël en Hezbollah om te de-escaleren, zal Israël ook als het de aanvallen verder opvoert, verzekerd blijven van Amerikaanse steun. Woensdagavond zei het Israëlische leger zich klaar te maken voor een grondoffensief in Zuid-Libanon. Ondertussen pleiten verschillende Israëlische politici voor een herbezetting van Zuid-Libanon.

De Israëlische minister voor Diaspora-zaken Amichai Chikli schreef dit weekend op X dat Libanon „niet aan de definitie van een staat voldoet” en dat het leger een bufferzone moet creëren in de gebieden vanuit waar wordt geschoten op Israël. Bezalel Smotrich, de minister van Financiën die in een illegale nederzetting op de bezette Westelijke Jordaanoever woont, zei eerder dat een invasie en militaire herbezetting van Zuid-Libanon noodzakelijk is.

Onder ultrarechtse Israëliërs is een groep die demonstraties en conferenties organiseert ter bevordering van nederzettingen in het zuiden van Libanon en Gaza. De ambities van deze groep (messianistische) kolonisten zijn geen geheel onrealistisch scenario. De kolonisten worden ook op het niveau van de regering vertegenwoordigd en gestimuleerd.

Politiek gewin Netanyahu

Het is duidelijk dat het, net als in Gaza de afgelopen maanden, in Netanyahu’s politieke belang is om de strijd met Hezbollah voort te zetten.

In de maanden na de door Hamas-geleide aanval op 7 oktober in het zuiden van Israël, waarbij bijna 1200 burgers en soldaten werden gedood en 250 mensen meegenomen naar Gaza, werd Netanyahu door een grote groep Israëliërs verantwoordelijk gehouden voor het falen van het bieden van veiligheid.

Opiniepeilingen lieten vervolgens consequent zien dat de populariteit van de premier en zijn regering tanende was. Netanyahu wist dat het einde van de oorlog nieuwe verkiezingen – en zijn politieke einde – zou betekenen. Bovendien hangen hem corruptierechtszaken boven het hoofd.

De Likud-partij van Netanyahu staat weer bovenaan in recente opiniepeilingen

Sinds Israëls moordaanslagen op Hezbollah-commandant Fuad Shukr in Beirut en Hamas-leider Ismail Haniyeh in Teheran deze zomer en de verder opgevoerde aanvallen op Hezbollah, is Netanyahu’s populariteit echter toegenomen. Zijn Likud-partij staat weer bovenaan in recente opiniepeilingen.

Onder de Israëlische bevolking hebben de aanvallen op Hezbollah veel legitimiteit, al bestaat er ook vrees voor de regionale consequenties. Het idee dat Hezbollah en bondgenoot Iran een existentiële bedreiging vormen voor Israël wordt breed gedragen. De nog altijd geëvacueerde inwoners uit het noorden van Israël en de verwoestingen in noordelijke dorpen hebben de samenleving en economie daar ontwricht. Voor de burgerslachtoffers en tienduizenden ontheemden in Libanon is – net als bij Gaza – in Israëlische media nauwelijks aandacht.

Ook onder Netanyahu’s politieke opponenten worden de aanvallen op Libanon en de pieperexplosies positief ontvangen. De oppositie verweet Netanyahu de afgelopen maanden te zwak te staan tegenover Hezbollah, en zich te weinig aan te trekken van de inwoners van Noord-Israël. Volgens journaliste Noa Landau van de Israëlische krant Haaretz zal de breed gedragen steun voor een oorlog met Hezbollah snel weg ebben, als blijkt dat deze alleen maar zal leiden tot meer schade voor inwoners in het noorden van Israël, en burgerslachtoffers in Libanon die Israëls „internationale legitimiteit” nog verder doen afkalven.


Harris houdt zich het liefst op de vlakte over het Midden-Oosten, maar dat wordt steeds moeilijker

In zijn verder nogal monotoon voorgedragen afscheidsrede voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties klonk dinsdag een paar keer passie in Joe Bidens broze stem. Onder meer toen de Amerikaanse president sprak over het staakt-het-vuren dat de VS, samen met Qatar en Egypte, al maanden probeert af te dwingen tussen Israël en Hamas. „Dit is het moment voor de partijen om de voorwaarden af te ronden”, stelde hij, „om te zorgen dat de gijzelaars weer thuis komen, Israëls veiligheid te waarborgen en om Gaza te verlossen uit Hamas’ greep. Om het lijden in Gaza te verlichten en deze oorlog te beëindigen.”

De vertrekkende president kreeg er de handen voor op elkaar in de grote VN-zaal. Maar hij deed ook iets wat ongebruikelijk is geworden binnen zijn Democratische Partij: hij begon zelf over de nu al bijna een jaar woedende oorlog in de Gazastrook.

Op hun partijconventie wisten Democraten hun interne twisten over ‘Gaza’ vorige maand juist nog verrassend soepel te begraven. Buiten de congreshal kwamen pro-Palestijnse betogers in veel kleinere aantallen opdagen dan vooraf aangekondigd, en de keren dat op het podium ‘Gaza’, ‘Israël’ of ‘Hamas’ te horen was, waren op één hand te tellen. De nieuwe presidentskandidaat Kamala Harris beloofde in haar toespraak „dag en nacht te werken” aan een staakt-het-vuren, maar stelde ook dat ze „altijd zal opkomen voor Israëls recht op zelfverdediging”.

Hoewel haar Midden-Oosten-beleid daarmee voorlopig weinig nieuws behelst, geldt sinds de vervanging van de zeer pro-Israëlische Biden een omertà binnen de partij. Over Gaza wordt tot de verkiezingen, over krap zes weken, zo min mogelijk gesproken.

Nu Israël zijn strafcampagne tegen Hamas heeft uitgebreid met aanvallen op Hezbollah in buurland Libanon, moet blijken of dat stilzwijgen standhoudt. De alom aan Israël toegeschreven aanslag via explosieve piepers en walkie-talkies van Hezbollah, vorige week, en de daaropvolgende Israëlische luchtacties tegen Libanon, hebben het Midden-Oosten terug op de Amerikaanse voorpagina’s gebracht.

Riskant dossier

De betrokkenheid met het lot van de Libanese burgerbevolking die nu getroffen wordt in de strijd tussen Hezbollah en Israël, is minder groot dan die met de Palestijnen. Maar de jongste escalatie in de regio dreigt wel een voor de Democraten electoraal riskant dossier op te rakelen. Zo wezen pro-Palestina activisten er de afgelopen dagen al op dat bij de Israëlische bombardementen op Libanon óók Palestijnse vluchtelingen worden getroffen.

Tijdens de voorverkiezingen bleek dit voorjaar dat een aanzienlijke minderheid van de Democratische kiezers het niet eens is met alle militaire, financiële en diplomatieke steun aan Israël. Vooral progressievere kiezers en kiezers met een Arabisch-Amerikaanse achtergrond toonden hun onvrede door een blanco (‘uncommitted’) stem uit te brengen. Zolang Biden de Democratische kandidaat was, dreigden ze in november thuis te blijven of op een derde kandidaat te gaan stemmen.

Die onvrede klinkt sinds de wissel voor Harris minder luidruchtig, maar is niet verstomd. Een peiling die de islamitische organisatie CAIR eind vorige maand kort na de conventie hield, bevatte ook verontrustend nieuws voor Harris. Hoewel slechts 11 procent van de ondervraagde moslimkiezers zei op Trump zullen stemmen, kreeg ook zij maar 30 procent – evenveel als Jill Stein van de zeer pro-Palestijnse, uiterst-linkse Green Party. Dit terwijl Biden in 2020 nog ruim twee derde van de islamitische kiezers voor zich won.

Ook spraken de leiders van de ‘uncommitted’-beweging vorige week geen steun uit aan Harris. Dit omdat „zij niet bereid is het beleid van onvoorwaardelijke wapensteun te veranderen of zelfs maar een duidelijk campagnestandpunt in te nemen ten gunste van het bestaande Amerikaanse en internationale recht”. Tegelijkertijd riep de beweging op om „tegen” Trump te stemmen en derde kandidaten te „vermijden”.

Steun voor Trump in Michigan

Vooral in Michigan wonen veel Arabisch-Amerikaanse kiezers wier stem Harris in november niet kan missen als de uitslag weer nipt is. Uitgerekend in deze belangrijke swing state maakte de Democratische burgemeester van Hamtramck, een voorstadje van Detroit met veel migranten uit moslimlanden, vrijdag bekend Trump te steunen. In 2020 kreeg Biden in Hamtramck nog 81 procent van de stemmen, maar na een persoonlijk onderhoud van twintig minuten met Donald Trump besloot burgemeester Amer Ghalieb dat de Republikein „beter in staat is een staakt-het-vuren te bereiken”.

Volgens Ghalieb, die als emigrant uit Jemen naar de VS kwam, zal ook Trumps economische beleid gunstiger uitpakken voor de vele kleine ondernemers in zijn gemeenschap. Ook voelt de burgemeester van Hamtramck, dat in 2023 regenboogvlaggen in de ban deed, zich meer thuis bij de conservatieve agenda van de Republikeinen.

Iedereen die Jood is [..] en van Israël houdt is een dwaas als ze op een Democraat stemmen

Donald Trump
Republikeinse presidentskandidaat

Trump zelf laat zich er graag op voorstaan dat het Midden-Oosten onder hem veel kalmer was en Israël veiliger. De Republikeinse steun aan Israël bedient vooral evangelisch-christenen die de staat uit Bijbelse overtuiging een warm hart toedragen; Joodse kiezers in de VS stemmen juist in ruime meerderheid Democratisch.

Voor Trump was dit vorige week aanleiding zich tijdens een evenement van Israeli-American Council te beklagen over het gebrek aan Joodse kiezerssteun. „Iedereen die Jood is [..] en van Israël houdt is een dwaas als ze op een Democraat stemmen. Iedere Jood die op haar [Harris, red.] stemt moet zich laten onderzoeken.” Als Trump deze verkiezing mocht verliezen, voorspelde hij tijdens de forumdiscussie over antisemitisme, „zullen er veel slechte dingen gebeuren” en zal Israël „uitgeroeid” worden. „En het Joodse volk zou veel te maken hebben met dat verlies.”

Lees ook

Kritiek van pro-Palestijnse Democraten is kras op het plaatje van eenheid die de partij wil uitstralen

Pro-Palestijnse betogers raakten slaags met de politie in Chicago toen zij dinsdag demonstreerden bij het consulaat van Israël in de Amerikaanse stad waar de Democraten deze week hun conventie houden.


Hoe de verdwijning van 43 Mexicaanse studenten na tien jaar nog altijd symbool staat voor een gecorrumpeerd systeem

De grijze wolken boven Mexico-Stad zijn weggetrokken als honderden betogers in het centrum van de stad in beweging komen. Een auto met een grote luidspreker leidt de stoet, gevolgd door tientallen oudere mannen en vrouwen, die portretten dragen met de gezichten van tieners erop. Daarachter komt een groep met zeker vijftig studenten, allemaal in het zwart. De stoet wordt afgesloten door groepen activisten, jong en oud.

Deze protestmars vindt iedere maand plaats, over de Avenida de Reforma, in het hart van de Mexicaanse hoofdstad. Iedere keer stopt de stoet bij het levensgrote, bloedrode nummer 43. En iedere keer worden hier de namen opgelezen van de 43 studenten die op 26 september 2014 ‘verdwenen’ in de zuidwestelijke deelstaat Guerrero. Een vermissingszaak die ook internationaal veel stof deed opwaaien, maar tot op de dag van vandaag, tien jaar later, onopgelost blijft.

Betoging op 26 augustus dit jaar in Mexico-Stad.
Foto Quetzalli Nicte-Ha / Reuters

De desaparecidos (verdwenenen) studeerden aan een lerarenopleiding in het plaatsje Ayotzinapa, en waren op die bewuste dag naar de stad Iguala gegaan om de herdenking van het Tlatelolco-studentenbloedbad van 1968 bij te wonen. Op de terugweg werden ze gestopt door politieagenten en onder vuur genomen. Drie studenten kwamen daarbij om het leven. De 43 anderen werden weggevoerd door de autoriteiten en volgens ooggetuigen overgedragen aan een criminele organisatie. Er werd nooit meer iets van hen vernomen.

Toen uit het onderzoek bleek dat het leger bij de verdwijning betrokken was, sloten alle rijen zich

Mario González
vader van een van de verdwenen studenten

Tegenwerking

Voor Mario González zijn de afgelopen tien jaar voorbijgevlogen. Zijn zoon César is een van de 43, en sinds diens verdwijning is het leven van Mario naar eigen zeggen een onafgebroken strijd voor gerechtigheid. Met een foto van zijn zoon – heldere ogen in een kwajongensachtige blik – tegen zijn borst gedrukt vertelt hij over de vele obstakels waar hij en andere ouders de afgelopen jaren op stuitten.

„De jongens verdwenen tijdens de regering van president Peña Nieto. Hij deed haast niets om het onderzoek verder te helpen. Toen president López Obrador [in 2018] aantrad, ging het in de eerste drie jaar beter. Maar toen uit het onderzoek bleek dat het leger bij de verdwijning betrokken was, sloten alle rijen zich.Nu zijn termijn bijna voorbij is, staan we nog steeds met lege handen”, verzucht Mario. „We moeten hopen dat het onder zijn opvolger, Claudia Sheinbaum, beter zal gaan.”

De vele tegenwerkingen die nabestaanden ervoeren, het vele bewijsmateriaal dat aantoont dat politie, leger en regionale autoriteiten tot op het hoogste niveau betrokken waren bij de verdwijning, en de bedreigingen waarmee onderzoekers na de vermissing te maken kregen: Ayotzinapa staat symbool voor een gecorrumpeerd systeem waarin boven- en onderwereld op alle niveaus samenwerken en waarin vermiste personen zelden teruggevonden worden.

Wat veel nabestaanden niet zullen willen erkennen, is dat er slechts een kleine kans is dat ooit echt duidelijk wordt wat er is gebeurd met de studenten Laat staan dat de wanhopige ouders zullen ontdekken waar de lichamen zijn – als die er nog zijn. In Mexico staan meer dan honderdduizend mensen geregistreerd als ‘vermist door een misdaad’. Dat tot op de dag van vandaag van zo veel Mexicanen geen spoor is, komt niet alleen door het gebrek aan capaciteit onder aanklagers en politieagenten om de zaken te onderzoeken. Verbrand op stortplaatsen, gedumpt in de woestijn of diep begraven in massagraven in rurale streken: ‘vermist’ betekent in Mexico meestal ‘weggemaakt’.

De ‘43’, zoals de vermissingszaak van de studenten in Mexico bekendstaat, staan symbool voor de verdwenen Mexicanen naar wie nabestaanden blijven zoeken, maar over wie vrijwel nooit bekend wordt wat ermee is gebeurd. Mede vanwege de internationale aandacht en de omvang kregen de studenten uit Ayotzinapa wel meer aandacht. President López Obradór beloofde bij zijn aantreden een waarheidvindingscommissie om te achterhalen wat er is gebeurd met de studenten. Maar hoe meer onderzoekers wezen in de richting van het leger , hoe meer de zaak werd vertraagd. De ouders van de 43 studenten hebben inmiddels aangegeven niet langer met de president te willen spreken over de zaak, vanwege hun teleurstelling over het gebrek aan vooruitgang en gerechtigheid

Lees ook

Voormalig hoofdaanklager Mexico gearresteerd in verdwijningszaak 43 studenten

De voormalig hoofdaanklager Jesús Murillo tijdens een persconferentie over de verdwijningszaak in 2014.

Ondanks internationale aandacht voor de zaak, vorderde het onderzoek naar de vermissing amper. Een procureur-generaal die de leiding had over de eerste fase van het onderzoek, werd zelf opgepakt vanwege betrokkenheid. Tientallen verdachte agenten en militairen zijn voortvluchtig. Militairen weigerden hun eigen informatie te delen, de hoogste mensenrechtenfunctionaris werd bespioneerd terwijl hij de strijdkrachten onderzocht, en een aanklager ontvluchtte Mexico uit vrees voor zijn eigen veiligheid. De burgermeester van Iguala en zijn vrouw zijn opgepakt vanwege banden met de lokale misdaad. Maar wat nu precies met de studenten gebeurd is en waar hun overblijfselen zijn, blijft onopgehelderd.

Binnen het ministerie van Defensie, het leger en het Openbaar Ministerie beschermt men elkaar

Omar García
student die vrienden verloor

Protesten

Waar zijn kompanen zijn, is ook de vraag waarmee Omar García iedere dag wakker wordt. Hij zou op die 26ste september 2014 met zijn medestudenten gaan protesteren in Iguala. Zijn vrienden gingen hem voor, García zou later komen. Het laatste wat hij hoorde van zijn vriend Benjamín is dat ze beschoten werden door politieagenten.

„Het is heel frustrerend. We zien hoe autoriteiten in dit land niet geïnteresseerd lijken in de waarheid. Met name binnen het ministerie van Defensie, het leger en het Openbaar Ministerie beschermt men elkaar”, zegt García. Volgens hem wilden de heersende machthebbers in de staat Guerrero, zowel de drugsbendes als de autoriteiten, de studenten van Ayotzinapa al langer een lesje leren, omdat zij vaker protesteerden tegen wat ze als onrecht zagen in de arme, gewelddadige deelstaat. Maar het protest drukten ze daarmee niet de kop in. Nadat de 43 studenten verdwenen, werd die strijd tegen onrecht een nog belangrijker onderdeel van Ayotzinapa, aldus Omar.

De moeder van een van de vermiste 43 studenten toont haar halsketting.
Foto Felix Marquez / AP

De groep in het zwart geklede betogers bij de protestmars in Mexico-Stad zijn huidige leerlingen van de school. Ze hebben de 43 vermiste studenten nooit gekend, maar voelen zich verbonden. Ze willen wel praten met journalisten, maar op voorwaarde van anonimiteit: praten over de zaak kan in Mexico bedreigingen uitlokken.

Een stevige jongen met kortgeknipt haar noemt de vermisten steevast zijn „broeders”. Iedere maand gaat hij met zijn klasgenoten naar Mexico-Stad om de zaak in de onder de aandacht te brengen. Soms gaat het er gewelddadig aan toe: in maart bestormde een groep studenten het Nationaal Paleis in de hoofdstad om de president ertoe te bewegen de families van de vermiste studenten te ontmoeten en het onderzoek een impuls te geven. . „Wij van Ayotzinapa zijn rebels. Dat zit in je, vanaf het eerste moment dat je de school betreedt. Onze broeders verdwenen terwijl ze streden tegen ongelijkheid in Guerrero. Nu is het aan ons om hun strijd voort te zetten”, zegt de jongen.

Met een bulderende stem roept hij: „Levend werden ze meegenomen!” De groep studenten achter hem antwoordt, als met één stem: „Levend willen we ze terughebben!”

Dit ‘kan iedereen gebeuren’

Vader Mario González zegt niet zonder de steun van de studenten te kunnen. „Het is alsof we de energie van onze kinderen terugvinden in deze studenten. Wat er is gebeurd met onze kinderen kan in Mexico met iedereen gebeuren”, zegt hij.

De stoet is inmiddels aangekomen bij de rode 43, groot en glimmend langs een druk kruispunt. Een moeder haalt een lijst uit haar binnenzak en begint de namen van de studenten op te lezen. Als ze de naam van César opleest, kijkt Mario naar boven. Een vogel vliegt voorbij. „Presente”, fluistert Mario, met zijn hand op zijn hart.

Lees ook

Wie liggen er dan wél in die massagraven?

Wie liggen er dan wél in die massagraven?


Reuzenram ‘Rambo’ heeft uitzonderlijk grote ballen – maar andere Australische ‘Grote Dingen’ zijn niet altijd enorm

Quizvraag: wat hebben een schaap, ananas, pinguïn, garnaal en aardappel met elkaar gemeen?

Ze staan allemaal op een lijst van Australische Grote Dingen, reusachtige beelden die langs de weg de aandacht vestigen op bedrijven, of toeristen lokken. Hoeveel er precies verspreid door het land staan, is onbekend: sommige websites vermelden er zo’n honderdvijftig, volgens Wikipedia zijn het er meer dan duizend.

Over wat het eerste Grote Ding was, wordt getwist. Veel Australiërs denken dat het de Grote Banaan is, in 1964 opgericht in Coffs Harbour. Maar de Grote Schot in de Zuid-Australische stad Adelaide was in 1963 net iets eerder. Volgens de legende kwamen Schotse migranten op het idee tijdens het consumeren van twee flessen whisky. Het resultaat is een reusachtig beeld van vijf meter hoog, ook wel ‘Scotty’ genoemd.

De grote gele banaan, waar voor de zekerheid in koeienletters ‘The Big Banana’ op staat, trekt nog steeds veel bezoekers. John Landi liet het gekromde gevaarte bouwen om voorbijtrekkend verkeer naar zijn bananenstalletje te lokken. Inmiddels is het uitgegroeid tot een attractiepark met glijbanen, een zwembad en een souvenirwinkel.

Ook in Goulburn, een stad zo’n twee uur ten noorden van Sydney, is het aantrekken van toeristen de voornaamste reden geweest voor de bouw van de ‘Big Merino’ (de Grote Ram) in 1985. Voor ingewijden is het Rambo, vernoemd naar een kampioensram uit de buurt. Goulburn was lang ‘de wolhoofdstad’ van Australië. Inmiddels hebben schapenboerderijen plaatsgemaakt voor industrie, maar Rambo is gebleven.

‘Rambo’, de grootste ram van Australië.
Foto Kokkai Ng

Op slechts een paar minuten van de snelweg tussen Sydney en Canberra staat hij in het strijklicht van de namiddagzon majestueus uit te kijken op een bouwmarkt. Rambo is vijftien meter hoog en weegt bijna honderd ton. Hij is gemaakt van beton met de textuur van een schapenvacht. Naast hem staan een tankstation en een souvenirwinkel, waar onder meer schapenwollentruien te koop zijn.

Margaret O’Day (67) staat sinds elf jaar achter de toonbank. „Iedereen kent Rambo, vooral vanwege zijn achterste.” De Grote Ram heeft namelijk een paar uitzonderlijk grote ballen. Bezoekers kunnen het meestal niet laten ze even aan te raken, zegt Day. „Een koelkastmagneet met een foto van zijn achterkant is ons meest verkochte item.”

Australië is een groot land, waar een roadtrip uren duurt. Een bezoek aan een Groot Ding is een goede reden om even te stoppen en de benen te strekken. Inez Curro (26) heeft haar Amerikaanse vriendin Marisa Schuldes (27) op sleeptouw genomen langs een aantal Grote Dingen. „Ik vind het hilarisch. Het voelt als een inside joke, waar ik nu deel van mag uitmaken”, zegt Schuldes.

Ik vind het hilarisch dat de meeste big things best klein zijn

Ivana Kuzmanovska
bezoeker Grote Dingen

De Australische liefde voor grote dingen komt niet voort uit grootheidswaanzin, zegt O’Day. „Het is gewoon voor de lol.” Toch is het ook een serieuze aangelegenheid, want bouw en onderhoud kosten een hoop geld. Bovendien is er concurrentie. Zo staat er nóg een groot ram in West-Australië. „Daar ben ik eens gaan kijken, maar hij is veel kleiner dan onze Rambo”, zegt ze trots.

Kinderlijk knutselwerk

Niet alle Grote Dingen zijn dus gelijk geschapen. Sterker nog, Rambo is een uitzondering, vindt bezoeker Ivana Kuzmanovska (36). „Ik vind het hilarisch dat de meeste big things best klein zijn. De Grote Aardappel in Tasmanië is klein en heeft een stok in z’n achterste. Ook het Grote Vogelbekdier is helemaal niet zo groot, en zit belabberd in elkaar. Het lijkt wel een knutselwerk van een klein kind.”

Kuzmanovska let op „context, gelijkenis, formaat en bouwkwaliteit”, somt ze op. Als architect heeft ze er oog voor. „Rambo staat in het gebied waar vroeger veel schapen werden gehouden. Hij is gemaakt van beton en heeft stevige, stalen balken. Hij heeft de tand des tijds goed doorstaan. Hij lijkt echt op een ram en heeft grote ballen. Wat wil je nog meer? Wat mij betreft krijgt hij een tien.”

De Grote Aardappel, langs een weg in Tasmanië, is eigenlijk niet zo heel groot.
Foto Meike Wijers

Zo hoog scoren de meeste Grote Dingen niet. Context is ver te zoeken bij het Grote Vogelbekdier in Tasmanië, dat pal naast een Thais restaurant staat. De Grote Pinguïn staat dan wel in het dorpje Pinguïn waar echte pinguïns voorkomen, maar hij mist het formaat. Het beeld is kleiner dan de meeste bezoekers. En de Grote Tasmaanse Duivel heeft geen achterpoten.

Grootsheid

De hoogtijdagen van de Grote Dingen waren in de jaren zeventig en tachtig, toen haast elke week ergens in Australië een nieuw groot gevaarte verrees. Inmiddels staan de meeste Grote Dingen er verlaten bij. De verf bladdert en veel bouwwerken zien er verwaarloosd uit.

Dat vinden de meeste Australiërs, die houden van kitsch, geen probleem. „Het zit in de Australische aard om jezelf niet te serieus te nemen”, zegt Kuzmanovska. „Het is cool om tegendraads te zijn, daarom houden we van die knullige Grote Dingen.”

Larry The Big Lobster, een 17 meter hoge kreeft in het kustplaatsje Kingston South East.
Foto Isabella Kwai/The New York Times
Casey Sharpe, de eigenaar van Larry, poseert met zijn gezin onder de staart van de kreeft, in 2018.
Foto Isabella Kwai/The New York Times

Toch heeft Australië al die grote dingen volgens haar helemaal niet nodig. „Australiërs bouwen grote dingen om zich groots te voelen. De ironie daarvan is pijnlijk en hilarisch tegelijk. We zijn het grootste eiland ter wereld, onze natuur is groots met uitgestrekte woestijnen, bergen en rivieren. Maar waardering voor échte Australische grootheid, zoals de oudste nog levende inheemse cultuur ter wereld, is er niet.”

Al staat Australië als grootste eiland ter wereld ter discussie. Want hoewel het met een oppervlakte van 7.686.850 vierkante kilometer het grootste eiland zou kúnnen zijn, wordt het vaak niet als eiland beschouwd, maar als continent. Het kleinste continent ter wereld.


Met de komst van kunstenaar Donald Judd begon de wonderbaarlijke transformatie van Marfa

Wie Marfa vanuit het westen binnenrijdt, kan denken dat dit net zo’n verloederde woestijnplaats is als andere ontvolkte dorpen in het zuidwesten van Texas. Rechts staat een totaal verweerd uithangbord van een verdwenen motel. Gevolgd door een roestkleurig kerkje met een golfplaten dak. Links ligt een keurige begraafplaats. Aan beide kanten vergezeld door rommelige autokerkhoven.

Snel daarna ontvouwt zich echter het Marfa waar jaarlijks tienduizenden toeristen op af komen: een trekpleister voor kunstliefhebbers. Hippe hotels. Een fietsenmaker annex espressotent in een oud benzinestation. Een wijnbar die ook fungeert als kunstgalerie. Betonnen landschapskunst van minimalist Donald Judd. Muurschilderingen. Een campagneposter van Kamala Harris achter de voorruit van een klassieke auto. Overal hangen regenboogvlaggen. Het lokale pride-festival is net voorbij.

Niet alles in Marfa is nieuw en speciaal voor passanten. Aan de hoofdstraat zijn de bank, het postkantoor, het stadhuis en de rechtbank nog intact. Het dorp van 1.788 inwoners heeft een radiostation én een eigen krant. De redactie is wel gevestigd in een gebouw waar je veganistische taco’s kunt eten en T-shirts met Print is not dead erop te koop zijn.

Zijn we nog in Texas?

Toen NRC Marfa in 1989 aandeed, was dit een dorpje vol cowboynostalgie in verval. „Het valt niet mee om leven in de gemeenschap te houden”, vertelde Robert Halpern, hoofdredacteur van The Big Bend Sentinel. De trein stopte er niet meer. De zilvermijn was al decennia gesloten. Veehouders zonderden zich af. Jongeren vertrokken zodra ze hun middelbare schooldiploma hadden. Werk was schaars en vooral bij de grenspolitie. De lang verlaten legerbasis was net verkocht aan de New Yorkse kunstenaar en kluizenaar Donald Judd. Niemand overzag daar de gevolgen van.

Foto’s: Zicht op het huis van bewaring van Presidio County in Marfa, in 1989 (links) en 2024.

De tijd leek hier langzamer vooruit te komen dan tumbleweed, de stukken struik die door de wind worden voortgejaagd. Inmiddels is de tijd als een zandstorm over Marfa heen geraasd. Het getatoeëerde hipstergehalte op straat is hoger dan in Brooklyn. Er zijn meerdere locaties voor bestemmingsbruiloften. Instagram krijgt geen genoeg van Marfa. Zangeres Beyoncé is meermaals gesignaleerd.

Leegstaande Airbnb’s

Tegenwoordig zijn de zorgen van de gemeenschap heel anders, vertelt Halpern (69). „We worstelen met te weinig betaalbare huisvesting. Bungalows kosten hier tegenwoordig een half tot een heel miljoen. Ze worden opgekocht en tot Airbnb’s gemaakt, die de helft van de tijd leegstaan.” Dat heeft tot gevolg dat de onroerendgoedbelasting meer dan verdubbeld is voor mensen die hier al generaties wonen. Het maakt huren onbetaalbaar voor de oorspronkelijke, grotendeels latino, bevolking. De inkomens liggen laag: naast werken bij de grenspolitie is er nu werk in de horeca. Wie kan doorleren vertrekt nog steeds. „We zien problemen tussen de haves en de have-nots. Grote stadse problemen”, zegt hij.

Zijn vrouw Rosario (68) ziet het positiever in. „Er zijn locals die klagen dat Marfa verandert, dat zij niets hebben aan nog een galerie of een sjiek restaurant. Maar als een dorp als dit niet verandert, sterft het uit.” Zoals dat is gebeurd met veel andere dorpen die hier langs het spoor liggen, vijftig kilometer uit elkaar omdat de stoomtrein na die afstand weer water nodig had. Vanuit de huiskamer van hun met adobe (stenen van gedroogde klei) gebouwde huis, kijken de Halperns uit over dorre velden, met bergen in de verte.

Robert en Rosario Halpern, voormalige eigenaren van de Big Bend Sentinel, de lokale krant van Marfa. Hij was hoofdredacteur, zij deed de zakelijke kant. Hun redactiekantoor is nu de Wrong Store & Gallery.
Foto Paul Ratje

Zij hebben de veranderingen allemaal meegemaakt en beschreven. Eind jaren tachtig kwamen zij als buitenstaanders. Hij was journalist in El Paso, zij was accountant. Ze verhuisden, met jonge kinderen, naar Marfa voor de rust en de natuur – even ten zuiden hiervan, aan de grens met Mexico, ligt het Big Bend nationaal park. En voor journalistieke zelfbeschikking. „Ik zag het teken aan de wand bij de El Paso Times toen dat familiebedrijf werd opgekocht. Opeens moesten we ons aan woordenlimieten houden en stukken publiceren uit andere kranten van hetzelfde concern. Het werd een McPaper” – een franchise van een smakeloze keten.”

In Marfa konden zij de kleine gemeenschapskrant overnemen en alles zelf verslaan. Van lokale verkiezingen tot de watertekorten. Van het verzet tegen een oliepijpleiding tot de transformatie tot kunstenaarsdorp. Van de dynamiek aan de zuidgrens, hier honderd kilometer vandaan, tot de spectaculaire arrestatie van de sheriff.

Sheriff bleek cocaïnesmokkelaar

Het hoofd van de lokale politie dat vijfendertig jaar geleden, pruimtabak spugend, tegenover NRC pochte over de smokkelaars, illegalen en een scherpschutter die hij in het gevang had, werd twee jaar later zelf gearresteerd. Hij bleek leiding te geven aan grootschalige cocaïnesmokkel en kreeg een levenslange gevangenisstraf. Die werd verlaagd tot dertig jaar en recent is hij vrijgekomen. Meerdere mensen zeggen hem gezien te hebben bij de begrafenis van een familielid.

„Je komt pas uit Marfa als je naam hier op het kerkhof ligt”, zegt Chip Love. Zijn familie woont hier vijf generaties, sinds 1885, toen het spoor net was aangelegd. Hij bestiert een ranch op een half uur rijden hier vandaan en de plaatselijke Marfa National Bank. Daar zit hij, met een rekenmachine, achter een zwaar en donker, koloniaal houten bureau. Hoffelijk laat hij elke klant persoonlijk uit.

Chip Love, rancher en voorzitter van de Marfa National Bank, in de lobby van de bank.
Foto Paul Ratje

Love (67) ligt nog niet op het kerkhof – al werd hij doodgeschoten als figurant in de film No Country for Old Men. Een van de vele films die hier zijn opgenomen, begonnen met Giant, met James Dean en Elizabeth Taylor, in 1956, dat zich afspeelt op een ranch. Aantrekkingskracht had Marfa altijd al. Mede dankzij het klimaat. Het ligt op een hoogvlakte waar het net wat koeler is dan elders in West-Texas.

Vee houden, zegt rancher en bankier Love, is de laatste decennia veel moeilijker geworden. „Klimaatverandering, minder regen, betekent dat je minder vee kunt houden per vierkante meter.” Er zijn door technologie sowieso veel minder handen nodig om een boerderij te bestieren. Terwijl andere dorpen mede daardoor ontvolkten, veranderde het imago van Marfa: niet langer een cattle town met rijke, witte ranchers, maar een kunstenaarsenclave met, even witte, import uit New York, Californië en Austin.

Bedevaartsoord

Allemaal dankzij de komst van Donald Judd. Op zoek naar ruimte om zijn enorme, betonnen en aluminium werken permanent te kunnen tonen, kwam die kunstenaar, architect en ontwerper in de jaren zeventig vrij willekeurig in Marfa terecht. Pas na zijn vroege dood, in 1994, werd het dorp een bedevaartsoord. Stichtingen die hij oprichtte of zijn naam dragen, beheren nog steeds veel kunst, vastgoed en organiseren populaire festivals.

Jonge artistiekelingen, zoals Liza Samuel (29) uit Philadelphia, blijven komen – en gaan. „Ik was schilder en werd vijf jaar geleden verliefd op de luchten hier. Marfa heeft de mooiste zonsondergangen en een prachtige sterrenhemel.” Sindsdien heeft ze zich omgeschoold tot edelsmid en maakt ze zilveren sieraden.

Plaatsnaambord van Marfa, met vermelding van het aantal inwoners (1788).
Foto Paul Ratje

„Ik kan ervan rondkomen, maar iedereen heeft hier meerdere baantjes”, vertelt ze in de cadeauwinkel van het dure Saint George hotel, waar ze achter de toonbank staat. „De Marfa hustle noemen we dat.” Veel werk is hier seizoens- of zelfs weekendgebonden, wat maakt dat jonge mensen een baantje, of twee, in de horeca combineren met online werk en hun creatieve projecten. Digitale nomaden kunnen hier goed terecht, maar stabiel is het niet.

Volgens Samuel leven de meesten bewust in zekere eenzaamheid. „Wat Marfa juist aantrekkelijk maakt voor mensen zoals ik, is dat het niet sociaal is. In de stad moet je vaak gedwongen ruimte delen met andere kunstenaars. Hier kun je je echt terugtrekken.” Dat is niet veranderd. In 1989 schreef de toenmalige NRC-correspondent dat de pursuit of loneliness Amerika ten minste net zozeer kenmerkt als de pursuit of happiness. Kom hier niet heen als je een commune zoekt, waarschuwt Samuel.

Gecompliceerder is de situatie van veel mensen uit de latinogemeenschap, die altijd gebleven is. „De mensen die hier het meeste leven en doodgaan”, volgens Chip Love, zo’n 60 procent van de inwoners.

Angel Silba (45) is een van hen. Zij opende vorig jaar het populaire TexMex restaurant Angel’s. Terwijl ze tussen lunch en diner bestek in papieren servetten rolt, vertelt ze hoe moeilijk dat was. „Restaurants komen en gaan hier, net als de mensen met geld. Ik denk dat wij het redden omdat we juist de locals trekken.” Al past zij zich ook aan aan de realiteit van het ‘nieuwe’ Marfa. „Wij maken de bonen zonder reuzel en koken de rijst niet in kippenbouillon, zoals dat eigenlijk hoort. Anders schrikken we de vegetariërs af.”

Inwoner van Marfa in zijn Chevrolet El Camino, wachtend op zijn bestelling bij een restaurant.
Foto Paul Ratje

Het moeilijkste van het leven in Marfa is de afstand tot de meeste voorzieningen. Er is één supermarktje en een vestiging van prijsstunter Dollar General. De dorpsschool staat slecht bekend. Bij de dokterspost kun je alleen terecht voor kleine kwalen.

Toen Silba’s kleindochter leukemie kreeg, is haar zoon met zijn hele gezin naar El Paso verhuisd, op drie uur hier vandaan, om haar te laten behandelen. „En hij was één van de weinige jongeren die hier nog een toekomst zag.” De kleindochter is genezen, maar het gezin komt niet meer terug.

„Helemaal niets heb je hier”, zegt Leticia Sanchez (62), die buiten haar stacaravan zwerfkatten staat te voeren. Vanaf hier zie je glamping El Cosmico, een van de populairste plekken om te overnachten. Een nacht in een yurt of een tipi kost in het hoogseizoen 250 dollar. Sanchez betaalt in het aanpalende trailerpark 300 dollar per maand voor haar plek, plus alle lasten die daarbij komen. „We hebben airconditioning, maar het is te duur om die aan te zetten”, zegt ze in het Spaans. Haar man en zoon zijn dagloners, meestal in de bouw, soms in de kassen, die in de woestijn zijn neergezet. Zij beklaagt zich dat alles duur is en „je sowieso alleen kan kopen wat anglo’s leuk vinden”.

Iconische hotels

De vernieuwing van Marfa heeft de prijzen opgedreven, maar niet de armoede verdreven. Huizen in behoorlijke staat worden opgeknapt en enkele ontwikkelaars hebben iconische hotels gerenoveerd. Maar er is veel verval en leegstand waar niemand iets aan doet. „De oude architectuur is bijna overal intact gebleven”, zegt bankier Love. „Dat is een teken dat Marfa is niet rijk genoeg is – en ook die potentie niet heeft – om vernieuwing de moeite waard te maken.” Het officiële bevolkingsaantal, op het hoogtepunt vierduizend, loopt nog altijd terug.

Echt investeren in de gemeenschap gebeurt niet, legt Genevieve Prieto-Bassham (83) uit. Zij was in de jaren tachtig de eerste latina burgemeester en houdt nu de voedselbank draaiende. In het dorp van nog geen 1800 inwoners, krijgen er 450 voedselhulp – een kwart. „We hebben geluk met het soort mensen dat Marfa aantrekt: ze zijn gul. En ze doen soms echt hun best de lokale gemeenschap bij festiviteiten te betrekken, maar die voelt zich daar niet thuis.” De realiteit is dat nieuw en oud, rijk en arm, anglo en latino langs elkaar heen leven. Keeping to yourself is de norm in Marfa.

Genevieve Bassham, voormalig burgemeester van Marfa, met haar echtgenoot Albert Bassham. Ze runnen nu de Marfa Food Pantry, de lokale voedselbank.
Foto Paul Ratje

Robert en Rosario Halpern zijn het levende bewijs dat het lang samen goed is gegaan. Zij publiceerden nieuws in twee talen en voor iedereen. Met abonnees en advertenties hielden ze een weekblad in leven in een gemeenschap die almaar kromp. In de laatste twintig jaar is een derde van de lokale kranten in de VS opgeheven, met nieuwswoestijnen tot gevolg. „Hier hebben we het altijd levend kunnen houden”, zegt Robert. Maar vlak voor de pandemie verkochten ze de Sentinel aan een filmmaker en een business consultant uit New York. Die brachten de redactie onder in een horeca-gebouw. Cocktails en T-shirts brengen de gemeenschap meer samen dan nieuws, zegt de nieuwe eigenaar.

„We hebben toen overwogen om te verhuizen”, zegt Rosario, wier zicht verslechtert, wat het leven in een uithoek moeilijk maakt. Hun drie volwassen kinderen zijn lang geleden al vertrokken. Maar Marfa is toch hun thuis geworden – hun gemeenschap. En het heeft niet alle grote stadse problemen, zoals dakloosheid, openlijk drugsgebruik, geweld. „Het is hier mooi, rustig en veilig”, zegt Robert. Wat hij in 1989 zei is nog steeds waar. „Ik zet mijn auto hier nooit op slot.”

’15 untitled works in concrete, 1980–1984′, kunstwerk van Donald Judd in Marfa.
Foto Douglas Tuck/Chinati Foundation


Illegale wildhandel in Albanië: ‘Als gangster moet je een leeuw hebben’

Aan het turquoise water van Patok, een lagune in het noorden van Albanië, staat het luxe-visrestaurant Royal Blue. Op het terras doen gasten zich te goed aan exorbitant geprijsde carpaccio van schorpioenvis. In een kooi kraait een grijze roodstaartpapegaai – in het wild met uitsterven bedreigd. Maar dé sterattractie, een leeuwenwelpje dat in een video op het Instagramaccount van het restaurant, is er niet.

In de video – in november gepost als promotie voor de Albanese onafhankelijkheidsdag – zit een baby-leeuw aan tafel. Een ober in een traditioneel gewaad met daarop het Albanese wapen, de tweekoppige zwarte adelaar, schenkt het dier een glas rode wijn in. „Hij is nu te groot om naar het restaurant te komen”, zegt een medewerker die uit de keuken wordt geroepen. En nee, we kunnen het dier niet thuis bezoeken: „Dat is veel te gevaarlijk”.

De medewerker kan het ook over zijn baas hebben, de restauranteigenaar. De politie legde vorig jaar beslag op Royal Blue van drugsbaron Gëzim Çela. De voormalige politieagent wordt verdacht van illegaal wapenbezit, drugssmokkel en het opzetten van een criminele groep, die Patok als uitvalsbasis gebruikt. Çela’s bende zou heroïne, cocaïne en cannabis naar West-Europa hebben gesmokkeld.

Op sociale media wordt met leeuwenwelpen gepronkt.

Geïnspireerd door influencers in de Arabische oliestaten, is het in Albanië de nieuwste trend om leeuwen en tijgers te bezitten. Hoewel het verboden is, pronken welgestelde personen, vaak net als Çela betrokken bij de georganiseerde misdaad, steeds vaker met hun exotische huisdieren, vooral op TikTok en Instagram.

Camera’s, geblindeerde ramen, en een gespierde bewaker beveiligen Arberia Palace. Het hotel op de snelweg van de noordelijke stad Shkodër naar hoofdstad Tirana is volgens video’s op TikTok het ‘paleis’ van de leeuw King Simba. Binnen, op de muur, staat met rode neonletters „The world is yours” — de woorden van gangster Tony Montana in de film Scarface. „Simba is te groot om naar het hotel te komen”, zegt een ober. De leeuw is nu een meter hoog en moet „thuisblijven”.

Arberia Palace is volgens de politie van de sinds een jaar spoorloos verdwenen ‘gokkoning’ Ervis Martinaj. Albanese media meldden dat de beruchte zakenman werd omgelegd door een rivaliserend syndicaat. Naar verluidt stuurde hij voor zijn verdwijning nog één bericht naar huis: „Vergeet niet de leeuw te voeden”.

Handel via Instagram

„Het is een prestigedingetje als je tot de maffia behoort, als gangster moet je een leeuw hebben”, zegt Ariel Vasili, de enige dierenarts in Albanië die gespecialiseerd is in wilde katten. Vasili spreekt met passie over zijn ‘patiënten’ – de huisleeuwen en -tijgers van rijke Albanezen. Over hun baasjes, zegt hij: „Ze willen opscheppen met wat ze hebben: een chique auto, een huis, zes of zeven minnaressen. En de nieuwste trend? Leeuwenwelpen.”

Vasili schat dat er ongeveer negentig leeuwen in illegaal privébezit op diverse plekken in Albanië worden gehouden. En de vraag naar zulke exotische huisdieren stijgt sterk, zegt hij. Hij ziet de dieren steeds vaker op sociale media voorbijkomen.

De eigenaar van een fitnessclub in Tirana plaatste een foto op Instagram van een welp in zijn blauwe sportauto. Een zakenman uit de stad Shkodër poseerde voor een Mercedes met zijn grote kat. Ook rapper Noizy pronkte met leeuwenwelpjes in video’s op sociale media.

Screenshot uit promotievideo van restaurant Royal Blue in Patok.
Zakenman uit Shkodër poseert met een leeuw voor zijn SUV’s.


Activisten voor dierenwelzijn in Albanië maken zich zorgen om de rage. In Shkodër pronkt een maffiafamilie met een leeuw op sociale media, zegt Oli Pero van Justice for Animals Albania, een organisatie die straathonden redt. De activist krijgt steeds meer klachten over leeuwen. Soms ontsnapt er een, zegt ze, en dat jaagt families in de Noord-Albanese stad angst aan. Pero zegt dat het riskant is voor de volksgezondheid: „Dierziekten kunnen zich onder mensen verspreiden”.

„Ook vanuit het perspectief van dierenwelzijn is het heel erg slecht: wat bied je een leeuw aan? Niets. Een ellendig leven”, zegt Pero. De autoriteiten doen volgens haar niet genoeg om de leeuwen in beslag te nemen. Het is niet makkelijk voor de politie dat hun baasjes zware criminelen zijn: „De maffia staat boven de wet”.

In de dierentuin in het centrum van Tirana slaapt Sherkan, een witte tijger met blauwe ogen, in zijn hok. „Het is te warm voor hem”, zegt Sajmir Muçu, de verzorger van de drie tijgers en vier leeuwen in het dierenpark. Meerdere dieren zijn gered uit privébezit, zegt Muçu. De leeuw Tuku bijvoorbeeld. Als welpje werd het dier in wanhoop door zijn eigenaar naar de dierentuin gebracht.

Reddingsoperaties

Dat steeds meer mannen grote katten willen, creëert een winstgevende zwarte markt, zegt Sajmir Shehu, de coördinator van Four Paws, een organisatie die reddingsoperaties voor grote katachtigen organiseert. Tijgers en leeuwen worden via sociale media en marktplaats-achtige websites verkocht. „Hoe populairder het is, hoe meer mensen bij de handel betrokken raken”, zegt Shehu, die weet dat de welpjes voor vijf- tot negenduizend euro worden verkocht.

Vanwege deze prijzen duiken er steeds meer verdwaalde leeuwenwelpjes op de Balkan op, zegt Shehu. In Noord-Macedonië waren de autoriteiten in 2021 op zoek naar een ontsnapte leeuw. En in Servië vond de politie in 2022 en 2023 twee uitgehongerde leeuwtjes. In de Montenegrijnse kustplaats Budva dwaalde vorig jaar nog een ondervoede baby-leeuw op straat. Four Paws nam het zieke diertje tijdelijk op in hun rehabilitatiecentrum in het Friese dorpje Nijeberkoop.

Dierenarts Vasili zegt dat de dieren al lang niet meer uit Afrika komen. Omdat veel van zijn ‘patiënten’ feline infectieuze peritonitis – in Europa een zeldzame virale infectie – hebben, denkt hij dat ze in onhygiënische omstandigheden op de Balkan worden gefokt. „De enige manier om dit te krijgen is als je veel katten bij elkaar houdt en ze op dezelfde plek poepen.” Ook hebben zijn dieren vaak poreuze botten en loensende ogen – gezondheidsproblemen die door inteelt komen.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="

Op Mirlir, een marktplaatsachtige website, worden leeuwenwelpen te koop aangeboden.

” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid” readability=”2″><img alt data-description="

Op Mirlir, een marktplaatsachtige website, worden leeuwenwelpen te koop aangeboden.

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/illegale-wildhandel-in-albanie-als-gangster-moet-je-een-leeuw-hebben-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/23115608/data121914719-fca22c.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/illegale-wildhandel-in-albanie-als-gangster-moet-je-een-leeuw-hebben-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/illegale-wildhandel-in-albanie-als-gangster-moet-je-een-leeuw-hebben-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/illegale-wildhandel-in-albanie-als-gangster-moet-je-een-leeuw-hebben-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/illegale-wildhandel-in-albanie-als-gangster-moet-je-een-leeuw-hebben-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/illegale-wildhandel-in-albanie-als-gangster-moet-je-een-leeuw-hebben-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/pzTgZuQkglf_2qC-IxWTvSPO_Yw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/23115608/data121914719-fca22c.jpg 1920w”>

Op Mirlir, een marktplaatsachtige website, worden leeuwenwelpen te koop aangeboden.

Barman van restaurant Royal Blue knuffelt met leeuw Tyson.


„Alles wijst op een illegale broedboerderij”, zegt Vasili, die vermoedt dat de leeuwen en tijgers in Servië worden gefokt en dan via smokkelroutes in Kosovo over de Balkan worden verspreid. Hij kan geen bewijs voor zijn claims leveren. Wel weet de dierenarts van een speciaalzaak buiten de stad Durrës, die leeuwen verkoopt. Op TikTok bood de winkel acht babyleeuwen, een panterwelpje en een witte tijgerbaby aan. Ze kunnen welpjes in twee weken leveren voor drie- tot vierduizend euro per stuk.

De illegale handel in bedreigde dier- en plantensoorten, met wapen-, drugs- en mensenhandel, is uitgegroeid „tot een van de grootste criminele activiteiten ter wereld”. Dat zegt Interpol, die de globale handel op 18 miljard euro per jaar schat. Toch staan zulke misdrijven vaak laag op de prioriteitenlijst van politiediensten.

@king.simba007 Dergoja shokut te ngushte 🦁 #KingSimba #LionAtHome #Albania #AlbToo #Macedonia #Kosovo #Fyp ♬ Originalton – ❦

Overheid doet weinig

In het café in Tirana neemt dierenarts Vasili hoofdschuddend een slok van zijn ijskoffie. Het is ingewikkeld voor de politie om de leeuwen en tijgers in beslag te nemen, zegt hij: „De meeste eigenaren staan bovenaan de lijst van Interpol. De kopstukken, druglords — daar willen ze zich niet mee bemoeien.”

Alleen dierentuinen, wildparken, en andere goedgekeurde instellingen mogen de exotische dieren volgens de wet houden, schrijft het ministerie van Toerisme en Milieu. Maar hoewel activisten precies weten waar ze worden gehouden, zegt het ministerie niet te weten hoeveel leeuwen en tijgers er in Albanië leven. In de laatste tien jaar zijn er maar twee in beslag genomen, bevestigt het ministerie.

In tien jaar tijd heeft de staatspolitie vijftien dossiers geopend in zake dierenmishandeling, waarbij negentien daders zijn bestraft. Maar: „er zijn geen zaken geopend voor de handel in beschermde diersoorten”, schrijft een politiewoordvoerder, die niet kan of wil bevestigen hoeveel van de zaken over de leeuwen en tijgers in privébezit gingen.

Volgens Shehu van Four Paws geven „de autoriteiten er niets om”. Maar ze hebben ook een praktisch probleem: de dierentuinen in de Balkan zitten bomvol. „Ze zien me al aankomen. Ik zoek onderdak voor tachtig leeuwen. Kan je me helpen? Idioot.” Shehu vraagt zich af wat de eigenaren doen als hun baby’s volwassen worden. Hij vreest dat ze aan hun lot worden overgelaten, losgelaten, of simpelweg afgeschoten.

Hotel Arberia Palace, het ‘paleis’ van King Simba.
Foto Geri Emiri


VN nemen groots pact voor internationale solidariteit aan, maar er is veel scepsis

Toen tijdens de corona-pandemie de wereld op de waakvlam ging, werd pijnlijk duidelijk dat zelfs een mondiale, levensbedreigende crisis niet automatisch leidt tot internationale samenwerking. De wereld had een gezamenlijke vijand, en toch zorgde iedereen op de eerste plaats voor zichzelf.

De VN-lidstaten vroegen VN-baas António Guterres toen om maar eens op te schrijven waar het met de VN, net 75 jaar, heen moest. Het werd een document dat bol stond van idealisme. Guterres pleitte voor een „inclusief multilateralisme”. Het project was voor Guterres wat de zuurdesemstarter voor anderen werd, zegt VN-kenner Richard Gowan van de International Crisis Group: zijn pandemie-hobby.

Toch kreeg de idealistische voorzet een vervolg. Maandenlang werd in New York onderhandeld over de vraag hoe je Guterres’ idealen kunt omzetten en hoe de VN zélf aangepast moeten worden aan een nieuwe wereld. Sinds de oprichting in ‘45 zijn de machtsverhoudingen in de wereld immers drastisch gewijzigd en zijn vraagstukken op tafel gekomen die er destijds niet waren, zoals ‘zelfdenkende’ wapens.

De exercitie leidde zondag tot consensus over een hervormingsagenda, waarin een kleine zestig aanbevelingen worden gedaan. Over hervorming van de Veiligheidsraad, de hervorming van de internationale financiële instellingen als IMF en Wereldbank, de gezamenlijke aanpak van AI. Over het indammen van nucleaire risico’s en het belang stelselmatig rekening te houden met toekomstige generaties en de wereld leefbaar over te dragen.

Poging tot verwateren mislukt

De aanvaarding van het document in de Algemene Vergadering is een optimistisch begin van een VN-week die vanaf maandag ongetwijfeld weer volledig gedomineerd zal worden door oorlogen en het falen van de organisatie. Het Pact had eigenlijk een bewijs van internationale solidariteit moeten worden, maar liet ook zien dat Rusland-en-vrienden weinig trek hebben in samenwerking. Moskou probeerde, met steun van onder andere Venezuela, Iran, Syrië en Wit-Rusland, het Pact op het allerlaatste moment met een amendement te verwateren. Afrikaanse landen gingen daar niet in mee en lieten met een stemming het Russische plan verijdelen.

Het Pact is niet bindend. Het zou dus zomaar op de berg niet-uitgevoerde-plannen kunnen belanden. Bovendien: is het niet wereldvreemd om juist nú te proberen het stelsel van internationaal overleg te moderniseren? Op de pandemie volgden de oorlog in Oekraïne en de oorlog in Soedan, waar de VN weinig konden betekenen. En alsof het nog niet genoeg was, leidde de schrikbarende aanval van Hamas tot een oorlog in Gaza die de VN, in elk geval tijdelijk, onderdompelden in defaitisme.

Er werden veel sarcastische grappen gemaakt over het pact. Gowan: „Eén diplomaat zei: het is alsof er een patiënt met een enorme schotwond in zijn borst wordt binnengebracht en de arts hem zegt dat hij een ander dieet had moeten volgen.” In de weken na de aanval van Hamas vroeg een diplomaat uit het Midden-Oosten zich af: Waarom praten over toekomstige generaties als in Gaza kinderen sterven?

Lange termijn

Nederland was samen met vijf andere landen een van de voortrekkers in de onderhandelingen. Terwijl Duitsland met Namibië het hele project leidde, was Nederland met Jamaica speciaal belast met een bijlage over die toekomstige generaties. Ambassadeur Joke Brandt, die eigenlijk afgelopen zomer terug zou keren naar Nederland, bleef er wat langer voor in New York. Bevonden de onderhandelaars zich niet op een andere planeet toen ze dagenlang over het Pact spraken, terwijl de VN geen antwoord hebben op drie oorlogen?

Brandt: „Dat zie ik echt niet zo. Je moet onderscheid maken tussen wat je kunt op de korte termijn én wat je kunt bijdragen aan die hele ingewikkelde processen op de lange termijn. We zijn ook gewoon dagelijks bezig met de vraag hoe we nu wél hulp in Gaza krijgen, dat er weer vrachtwagens naar Soedan gaan. Lost dat het politieke probleem op? Nee. Red je er mensenlevens mee? Ja.”

Maar ze herkent de scepsis. Soms moest ze aan haar broer uitleggen dat ze urenlang niet bereikbaar was omdat ze moest onderhandelen over iets waar hij van zegt: ‘wat heb het voor nut’?

„Je kunt heel somber zijn over de tijd waar we in zitten. En ik moet zeggen dat mij ook af en toe wel de moed een beetje in de schoenen zinkt. Er is nauwelijks zicht op een oplossing voor Gaza en nauwelijks zicht op een oplossing voor Oekraïne, en laten we niet vergeten: er is nauwelijks zicht op een oplossing voor Soedan. Toch heeft het werk hier me gesterkt in de overtuiging dat we moeten proberen er met zijn allen uit te komen. Ook al is het soms twee stappen voorwaarts, drie stappen achterwaarts.”

,,Alle 193 landen hebben het afgelopen jaar de tijd, energie en middelen gevonden om veel in dit proces te steken”, zegt ze. „Als het Pact er ligt is dat toch een teken: we moeten het doen, we moeten dit systeem sterker maken.”

Ook Gowan ziet het Pact als een teken dat verreweg de meeste VN-leden ondanks alles toch hechten aan het multilaterale overleg. „In een tijd dat de sfeer rond de VN zo negatief is, is het feit dat landen bijeenkomen en dertig pagina’s kunnen vullen met waar ze het over eens zijn, ook is veel daarvan niet origineel, zegt iets. Het is een teken dat er een brede consensus is om te proberen het multilaterale systeem overeind te houden. Ik denk dat veel landen hebben doorgezet omdat ze dachten: we moeten laten zien dat we op zijn minst érgens toe in staat zijn.”