In cruciale staat Pennsylvania telt elke stem, ook die van queers. Gaan ze allemaal op Harris stemmen?

‘Out… and proud”, schalt zondagochtend over een kruising in het centrum van Philadelphia, in wat hier de Gayborhood heet, de homowijk. Een team van queer cheerleaders, onder wie enkele transvrouwen, oefent voor een optreden later op de dag op OURFest, een lhbt-evenement in de Amerikaanse stad.

11 oktober, de wereldwijde coming out-dag, is hier uitgegroeid tot een meerdaags festival: optredens, food trucks, standjes van tientallen lhbt-organisaties. De duizenden queer mensen en hun vrienden die in de groene, nauwe straten van deze wijk neerstrijken, zijn van alle leeftijden en qua etnische achtergrond even divers als Philadelphia zelf.

Hoewel gezelligheid domineert, is de politiek niet ver weg, ruim drie weken voor de verkiezingen. Democratische vrijwilligers lopen rond met borden ‘Harris Walz’ erop, burgerrechtenorganisatie ACLU wijst transgenders op hun rechten bij hun registratie als kiezer. Het gevoel dat hier in de Gayborhood domineert: veel rechten die de Amerikaanse lhbt-mensen de laatste decennia hebben verworven, kunnen Donald Trump en de Republikeinen hen weer ontnemen.

Allemaal stemmen op Kamala Harris, dus? De mensen die NRC sprak, gaan dat doen. Maar zij uitten eveneens zorgen dat sommige lhbt’ers misschien niet gaan stemmen, of op een andere kandidaat, zoals Jill Stein, van de Green Party. Dat kan nét het verschil maken hier in Pennsylvania, een cruciale swing state, waar de voorsprong van Harris in de peilinggemiddelden minimaal is.

Palestijnse kwestie

Jamie Quinter (26) zit achter een standje van de Philadelphia Fins, een lhbt-zwemvereniging. Quinter, barman en operazanger, wil „ooit de optie hebben om te trouwen”. Maar als Trump wint, zal het huwelijk voor homostellen „waarschijnlijk het eerste zijn dat sneuvelt”, zo vreest hij. Quinter is ook bang dat de Republikeinen de zorg voor aids-patiënten aantasten. En hij denkt dat een zege van Trump ook de maatschappelijke „cultuur” jegens de lhbt-gemeenschap zal verslechteren. „Het zou gewoon verwoestend uitpakken”.

Jamie Quinter

Foto Mark Beunderman

Wat hoort hij verder binnen de lhbt-gemeenschap? „Oudere mensen zijn zeker gemobiliseerd en vastbesloten om op Harris te stemmen. Maar jongere kiezers, van mijn leeftijd en jonger, voelen zich soms niet comfortabel bij al haar opvattingen”. Hij doelt op „hoe ze de Palestijnse situatie heeft aangepakt”. Vanuit linkse hoek krijgt Harris kritiek omdat ze te zeer aan de kant van Israël zou staan. „Zelf vind ik wat ze op dit punt doet ook niet fantastisch, maar beter dan zij krijgen we niet.”

Even verderop staat Michele Kessler (63) met een grote rol stickers in regenboogkleuren, met ‘Kamala’ erop, die ze uitdeelt. Haar vakbond UFCW, die onder meer werknemers in de detailhandel vertegenwoordigt, probeert mensen naar de stembus te krijgen. „Want het wordt nek-aan nek hier in Pennsylvania.” Ze hoort soms „dat er binnen de gemeenschap enige twijfel is” bij het stemmen voor Harris, vanwege haar positie over ‘Gaza’. Die mensen houdt ze voor: „Uiteindelijk stem je voor je eigen toekomst. Alles staat op het spel voor ons, álles.” Onder de „haatspuwende” Trump vreest ze onder meer aantasting van transgenderrechten – die Biden en Harris juist hebben versterkt.

Michele Kessler

Foto Mark Beunderman

Transgenderrechten aangevallen

Bij een machine waar mensen 360-gradenfoto’s van zichzelf kunnen laten maken, staat Toni Mc Fadden (31), die zich als non-binair identificeert en die hij, zij of hen als voornaamwoorden accepteert. McFadden, oorspronkelijk uit Tennessee, is „geboren en getogen in het Zuiden”. Nu werkt McFadden bij de gemeente Philadelphia, in de zorg voor hiv-patiënten. In zuidelijke staten, zegt hij, treffen conservatieve politici de lhbt-gemeenschap hard. Dragoptredens worden bijvoorbeeld verboden. „Ik zat in Nashville in het bestuur van de Pride. We moesten mensen adviseren niet in drag naar de Pride te komen, omdat we bang waren dat ze zouden worden gearresteerd.”

Toni McFadden

Foto Mark Beunderman

McFadden is een groot aanhanger van Harris, die hij ziet als „geweldige” pleitbezorger van de lhbt-gemeenschap. „De mensen die mij, een zwarte queer persoon uit het Zuiden, beschermden in die verschrikkelijke dieprode [Republikeinse, red.] staat, waren zwarte vrouwen als Kamala Harris.”

Eveneens fan van Harris is naar eigen zeggen Jaymie Campbell, een transman die werkt voor Advocates for Youth, een ngo voor jeugdgezondheid. Daarbinnen werkt hij aan projecten voor transjongeren. Trump en de Republikeinen vormen een groot gevaar voor de transgemeenschap, zegt Campbell (44). De laatste jaren is er van rechtse zijde een „ongekende” hoeveelheid van honderden wetsvoorstellen ingediend in de VS, op lokaal, statelijk en zelfs federaal niveau, om de zorg voor en de rechten van transgenders af te breken. Enkele tientallen voorstellen zijn (op statelijk niveau) aangenomen.

Jaymie Campbell

Foto Mark Beunderman

Als Trump wint, zegt Campbell, komen medische en mentale zorg voor transpersonen verder op de tocht te staan. „Helaas denken veel Philadelphians dat dit gewoon een verkiezing is tussen een Republikein en een Democraat, terwijl het gaat om niets minder dan menselijkheid versus destructie.”

Gaat iedereen binnen de gemeenschap op Harris stemmen? Hij hoort soms lhbt’ers die „heel gepassioneerd” zijn over Palestina, vooral zwarten, latino’s of Aziaten. Dit omdat zij de strijd om „bevrijding” van de Palestijnen herkennen. „Sommigen van hen zullen op een derde partij stemmen en die stemmen gaan verloren voor Kamala. Ik ben zelf zwart en ik begrijp dit wel, maar ik zeg: stem op Kamala. Over de Palestijnse zaak kunnen we het hebben, maar ná 5 november.”


In de uitzichtloze oorlog in Soedan houden jongeren met soepkeukens de mensen in leven

Nu het regenseizoen voorbij is in Soedan, worden de oorlog én de hulp hervat. De opgedroogde zandwegen maken grootschalige oorlogshandelingen weer mogelijk en in de modder vastgelopen vrachtwagens kunnen weer rijden om de slachtoffers bij te staan.

Met name het regeringsleger van president Abdel Fattah al-Burhan heeft de afgelopen weken zijn offensief tegen de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) van Mohamed Hamdan Dagalo – bekender onder de naam Hemedti – opgevoerd met luchtaanvallen in onder meer de regio’s Noord-Darfur en Noord-Kordofan. Ook Hasaheisa, een stad gelegen in de staat Gezira ten zuiden van Khartoem, waar veel RSF-militanten zijn gestationeerd, werd maandag onder vuur genomen. Volgens de Soedanese mensenrechtenorganisatie Emergency Lawyers kwamen daarbij ruim honderd mensen om. Het regeringsleger, gesteund door onder meer Egypte en Iran, heeft nog geen enkele grote overwinning behaald. Bij het begin van het droge seizoen en de opgelaaide gevechten slaagden ze er in één brug van de Nijl over te steken, maar verder wonnen de regeringstroepen nauwelijks terrein op de RSF. Nog steeds controleert het RSF, gesteund door de Verenigde Arabische Emiraten, het grootste deel van het grondgebied. In totaal zouden inmiddels meer dan 150.000 burgers door honger en geweld om het leven zijn gekomen.

In wat mogelijk de grootste humanitaire crisis ter wereld is, spelen echter niet de grote internationale hulporganisaties een hoofdrol. Zij verlieten de hoofdstad Khartoem toen daar anderhalf jaar geleden de gevechten begonnen. De twee strijdende partijen dwarsboomden vervolgens daarna internationale pogingen om noodhulp binnen te brengen, of ze stalen goederen.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Militairen van het Soedanese regeringsleger in een deel van de hoofdstad Khartoum dat is terugveroverd. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Militairen van het Soedanese regeringsleger in een deel van de hoofdstad Khartoum dat is terugveroverd. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133031/data122920980-c6de45.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/F8oNosTIBo4T28q6eGMe4xpsH5k=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133031/data122920980-c6de45.jpg 1920w”>

Militairen van het Soedanese regeringsleger in een deel van de hoofdstad Khartoum dat is terugveroverd.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een begraafplaats in de wijk Wad Nubawi, Karthoum. Bewoners mogen de gecontroleerde zone niet uit en kunnen daarom overledenen niet elders in een familiegraf begraven. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een begraafplaats in de wijk Wad Nubawi, Karthoum. Bewoners mogen de gecontroleerde zone niet uit en kunnen daarom overledenen niet elders in een familiegraf begraven. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133024/data122920974-eb4403.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-14.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-12.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-13.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-14.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-15.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Hdndts5lpb4HJOB-86dFE-u6v8U=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133024/data122920974-eb4403.jpg 1920w”>

Een begraafplaats in de wijk Wad Nubawi, Karthoum. Bewoners mogen de gecontroleerde zone niet uit en kunnen daarom overledenen niet elders in een familiegraf begraven.

Foto’s: Arthur Larie

Noodkeukens

Het zijn Soedanese jongeren in noodhulpruimtes die hongerende burgers in leven houden. Van deze zogeheten Emergency Response Rooms — opgezet in verlaten loodsen, op schoolterreinen en binnenplaatsen van woningen — telt Khartoem zelf er zo’n 450, die een half miljoen families assisteren. Ook buiten de hoofdstad zouden verspreid over het hele land honderden andere keukens zijn opgezet. Sinds kort krijgen de noodcomités in de westelijke regio Darfur ook hulp van buitenlandse organisaties. Om al deze plekken te kunnen bereiken, manoeuvreren handelaren door een reeks wegversperringen van milities om commerciële activiteiten gaande te houden.

„Het is verbazingwekkend hoe Soedanezen nog steeds manieren vinden om elkaar te helpen”, prijst een buitenlandse hulpverlener de zogenoemde noodkeukens. „Voedsel wordt door beide partijen gebruikt als een wapen”, zegt de hulpverlener die anoniem wil blijven.

Vacuüm vullen

De Soedanese noodcomités proberen het vacuüm op te vullen dat door de hulpblokkades is ontstaan. Op plekken waar de vernietiging groot is en de bombardementen en gevechten hevig zijn, brengen soepkeukens soelaas. De destructie in Khartoem en de satellietsteden Omdurman en Bahri maakt een normaal leven onmogelijk. Woningen en hoge gebouwen zijn ingenomen door scherpschutters. Daarnaast houdt de langdurige hongercrisis in Soedan aan.

„Zonder de Soedanese noodcomités waren we niet in staat geweest om iets te doen aan de uiterst kritieke voedselsituatie”, vertelt de hulpverlener. De soepkeukens worden financieel ondersteund door internationale hulporganisaties. Alleen kwam die samenwerking moeizaam op gang. Want ter verantwoording van de besteding van hun gelden moeten de hulporganisaties strikte regels naleven. In een vernietigingsoorlog zoals in Soedan, waar actoren van buitenaf nauwelijks meer bij de brandhaarden kunnen komen, vallen die regels niet na te komen. „We sluiten een overeenkomst met ieder voedselcomité en maken dan geld over. Ook maken Soedanezen in de diaspora geld over. Daarmee proberen ze plaatselijk voedsel te kopen”, vertelt de hulpverlener. Als het lukt, serveren de soepkeukens een warme maaltijd – meestal een magere pap van sorghum, linzen of bonen – één of twee keer per dag.

De soepkeukens komen voort uit de Verzetscomités, die aan de basis lagen van de volksopstand die in 2019 de dertig jaar oude moslimfundamentalistische dictatuur van president Omar el Bashir ten val bracht. Volgens de Verenigde Naties ervaart meer dan de helft van de bevolking van Soedan – 25,6 miljoen mensen – acute honger en hebben zij dringend hulp nodig.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Kinderen in Omdurman. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Kinderen in Omdurman. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133023/data122920932-4e2155.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-18.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-16.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-17.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-18.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-19.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/nWrwFPerU85nXB2m1j2j96eP0Bo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133023/data122920932-4e2155.jpg 1920w”>

Kinderen in Omdurman.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een verwoeste moskee in Omdurman. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een verwoeste moskee in Omdurman. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133020/data122920800-eb2475.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-22.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-20.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-21.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-22.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-23.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/7Pvc2aWoTcPESyQ79mfCYLvhI3A=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133020/data122920800-eb2475.jpg 1920w”>

Een verwoeste moskee in Omdurman.

<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="De verwoeste markt van Omdurman. ” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De verwoeste markt van Omdurman. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133025/data122921001-8fb0e7.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-26.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-24.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-25.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-26.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-27.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/__cciRFSWXcR0Qc3TJPPxYm7VjY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133025/data122921001-8fb0e7.jpg 1920w”>

De verwoeste markt van Omdurman.

Foto’s: Arthur Larie

Handelaren en beschilderde vrachtwagens

De noodcomités zouden niet kunnen werken zonder de inzet van handelaren. Soedan is beroemd om zijn transportsector. Aftandse maar mooi beschilderde vrachtwagens dringen op soms wekenlange reizen door tot vrijwel alle uithoeken van het moeilijk begaanbare land, overal valt wel iets te verhandelen. De oorlog bemoeilijkt het reizen maar op beperkte schaal gaat de handel door.

„Vrachtwagenchauffeurs riskeren hun leven om ons handelswaren te leveren”, vertelt handelaar Al-Sadiq Fador (30) per telefoon vanuit het stadje Adilla in de regio Oost-Darfur. Van beroep is Fador leraar, maar alle scholen in Soedan hebben inmiddels hun deuren gesloten, of zijn toevluchtsoord geworden voor ontheemden. „Onze regio staat onder controle van de RSF, maar bij veel wegversperringen zwaaien geallieerde milities [van beide partijen] de scepter”, vertelt hij. De controleposten bestaan uit stukken hout die op autobanden zijn gelegd en worden bemand door losbandige militieleden met AK-47-geweren, die honderden dollars eisen om je te laten passeren. „Vrachtwagens gaan landbouwproducten uit onze regio verhandelen in Noord-Soedan. Dan moeten ze eerst bij de RSF belastingen betalen en vervolgens bij het regeringsleger. Ze moeten zelfs een religieuze belasting betalen.”

Zowel de RSF als het regeringsleger richten hun pijlen op de vrijwilligers van soepkeukens. Vóór de oorlog trokken het RSF en het regeringsleger op om de Verzetscomités te ontmantelen. Nu tonen ze zich uiterst wantrouwig jegens de mensen van de soepkeukens. Beide partijen executeerden vrijwilligers op verdenking te heulen met de vijand. Tegelijk zijn de voedselblokkades onderdeel van de militaire strategie in deze oorlog. De strijdende partijen willen voorkomen dat voedsel alle gebieden bereikt, ook die van de vijand.

Internationale organisaties hebben altijd een grote rol gespeeld bij het afleveren van hulp tijdens de lange reeks oorlogen die Soedan sinds haar onafhankelijkheid in 1956 heeft gekend. De aanwezigheid van hulporganisaties gaf rebellen legitimiteit. Door met ze samen te werken en voedsel in hun gecontroleerd gebied te leveren groeiden ze in status, onder de bevolking en bij de buitenlandse donoren. Dit wil de regering nu voorkomen bij het RSF.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een vrouw en haar zoon in het Al Nau-ziekenhuis in Khartoum, nadat ze gewond zijn geraakt bij beschietingen in Omdurman. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een vrouw en haar zoon in het Al Nau-ziekenhuis in Khartoum, nadat ze gewond zijn geraakt bij beschietingen in Omdurman. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133030/data122921115-c50030.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-30.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-28.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-29.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-30.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-31.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/H3TX6rr_xk3z10k9kZcglg53VBM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133030/data122921115-c50030.jpg 1920w”>

Een vrouw en haar zoon in het Al Nau-ziekenhuis in Khartoum, nadat ze gewond zijn geraakt bij beschietingen in Omdurman.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een achtjarig meisje dat gewond is geraakt door een mortiergranaat. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een achtjarig meisje dat gewond is geraakt door een mortiergranaat. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-6.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133028/data122921079-e19f69.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-34.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-32.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-33.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-34.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/in-de-uitzichtloze-oorlog-in-soedan-houden-jongeren-met-soepkeukens-de-mensen-in-leven-35.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/i8Jn3XkP_CxU4MxMw_oaMECZRw8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/13133028/data122921079-e19f69.jpg 1920w”>

Een achtjarig meisje dat gewond is geraakt door een mortiergranaat.

Foto’s: Arthur Larie

Vrede steeds verder weg

Een oplossing voor het conflict lijkt steeds verder buiten bereik, mede door de groeiende versplintering van het strijdtoneel. Zowel de RSF als het regeringsleger zetten milities in, terwijl ook buurlanden als Eritrea en Tsjaad zich steeds nadrukkelijker mengen in de gevechten. De RSF, oorspronkelijk afkomstig uit Darfur in het westen van Soedan, verraste begin dit jaar door zijn operaties uit te breiden naar gebieden ten oosten van de Nijl. Daar leek het regeringsleger aanvankelijk een stabiele positie te hebben. De RSF wist zijn terreinwinst mede te behalen door lokale strijders te ronselen, die als beloning mochten plunderen. Beide partijen zeggen nog lang te willen doorvechten en tonen nauwelijks interesse in vredesbesprekingen. Die realiteit zorgt ervoor dat de noodzaak voor de noodhulpruimtes voorlopig blijft bestaan.

Twee jonge meisjes die uit de stad Sennar in Zuid-Soedan zijn gevlucht in een school in Port Soedan.
Foto Arthur Larie


Ondanks tweehonderd lokale afdelingen lijkt besturen voor Vlaams Belang ver weg

‘Ik heb gestemd zoals bijna iedereen hier”, glimlacht Koen Tempelaere. De zwarte wetsuit die de veertiger draagt, is kletsnat van het autowassen. Tempelaere woont in een bemiddelde nieuwbouwwijk van het West-Vlaamse dorp Houthulst, tevens hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Achter zijn tuin liggen glooiende maïsvelden, bossen en een militaire begraafplaats. De frontlinie van de Eerste Wereldoorlog is vlakbij. Het van oorsprong arme Houthulst kampt in de regio met een slecht imago, onder meer vanwege drugsgebruik.

Net als Tempelaere stemden bijna vier op de tien inwoners van Houthulst in juni op Vlaams Belang. België hield toen Europese, federale en regionale verkiezingen. Haast nergens werd de radicaal-rechtse partij, wier voorganger Vlaams Blok is veroordeeld wegens racisme, zo groot als in Houthulst. „De instroom van gelukszoekers is te hoog”, zegt Tempelaere. Hij houdt een druipende spons tegen zijn middel en geeft toe: „Al valt de instroom in Houthulst wel mee.”

Bij de gemeentelijke- en provinciale verkiezingen zondag in België staat het cordon sanitaire, de afspraak om niet met Vlaams Belang te besturen, volgens partijleider Tom Van Grieken „op springen”. 2024 moest het jaar worden waarin zijn partij, in navolging van radicale geestverwanten elders in Europa, zou gaan regeren. Met verkiezingen op elk denkbaar niveau van de Belgische politiek en gunstige peilingen, waren de verwachtingen hooggespannen. In juni haalde Vlaams Belang in de helft van de Vlaamse gemeenten de meeste stemmen, maar dat bleek onvoldoende om de grootste te worden.

Vlaams Belang is wendbaar in het vertalen van haar kernthema’s naar het lokale niveau. Zo koppelen ze de leefbaarheid van wijken bijvoorbeeld aan de komst van asielzoekers.

Laura Jacobs
politicoloog

Zowel in de pas aangetreden centrum-rechtse Vlaamse regering als in de onderhandelingen over een federale Belgische regering speelt Vlaams Belang geen rol. Om het cordon alsnog te doorbreken, zijn de lokale verkiezingen cruciaal. De partij neemt in 209 van de driehonderd Vlaamse gemeenten deel. Daartoe heeft de partij tientallen lokale afdelingen opgericht, waaronder in Houthulst. Toch lijkt de partij het juist op lokaal niveau lastig te krijgen.

„Veiligheid” is voor Tempelaere het belangrijkste verkiezingsthema. „Mijn drie zoontjes moeten veilig kunnen spelen.” Hij heeft daarvoor meer vertrouwen in de huidige coalitiepartijen dan in Vlaams Belang. Dus zal Tempelaere op Lijst Burgemeester van de christen-democratische burgemeester Jeroen Vandromme (CD&V) stemmen.

In de steek gelaten

Het gemeentehuis van Houthulst telt een handvol kantoren, een raadzaal en maquettes van de kerk en het gemeentehuis. De 45-jarige burgemeester Vandromme draagt een donkerblauwe trui. Hij reageert allerminst verrast op zijn radicaal stemmende bevolking. „Inwoners voelen zich in de steek gelaten door Brussel. Laatst moest een tachtigjarige plots zijn sociale woning verlaten. Zelfs ik wist van niks!”

Houthulst heeft tienduizend inwoners. Vlaanderen kent veel van dit soort kleine gemeenten, vaak decennialang bestuurd door christen-democraten. „Gemeentefusies klinken mooi, maar eindigen altijd met minder dienstverlening”, zegt Vandromme. „Vlaanderen mag niet dezelfde fout maken als Nederland.” Want in zo’n kleine gemeente begrijpen inwoners „goed wat de lokale overheid allemaal doet”.

Enthousiast en ietwat gehaast – er wachten nog huisbezoeken – toont Vandromme het dorp. In een zaal achter de bibliotheek heeft een groep ouderen soep gegeten, ze krijgen een snelle handdruk. Op het marktplein wijst Vandromme naar het bankkantoor. Dat zit er nog, omdat de gemeente een pand ter beschikking stelde. En dan is er de ‘vrijetijdscampus’ waar gesport wordt. „We organiseerden hier ook onze nieuwjaarsreceptie, daar kwamen tweeduizend inwoners op af”, glundert de burgemeester.

„Door de plaatselijke bekendheid van kandidaten wordt bij lokale verkiezingen doorgaans minder ideologisch gestemd”, zegt Herwig Reynaert, politicoloog aan de Universiteit Gent. „Dat werkt in het nadeel van Vlaams Belang, zij leveren nergens burgemeesters.” Ook de nieuwe spelregels kunnen de partij parten spelen. De grootste partij krijgt voortaan het alleenrecht om in twee weken een coalitie te vormen. Het stemmenkanon van de grootste partij binnen een coalitie wordt automatisch burgemeester.

Maar de grootste „onzekere factor” bij wat Reyneart „de tweede ronde van Belgiës electorale boksmatch” noemt, is dat in Vlaanderen de opkomstplicht wordt afgeschaft. In Brussel en Wallonië blijft deze behouden. „Voor het eerst weet niemand wat de opkomst gaat zijn en welke kiezers thuisblijven.”

Thuisblijvers

Uitgebloeide zonnebloemen en tientallen verkiezingsborden doen de bus in- en uitgeleide die eens per uur over een hobbelige weg van Houthulst naar de provinciestad Roeselare rijdt. Volgens de peilingen wordt Vlaams Belang hier zondag de grootste. Op de Grote Markt van Roeselare blijkt de animo om te stemmen gering. Ouderenverzorgster Natashinka Lanckriet werkt op verkiezingsdag en vindt een volmacht regelen „te veel rompslomp”. „In juni stemde ik Vlaams Belang, want immigratie moet harder aangepakt. Maar nu ga ik niet.” Ook student game-ontwikkeling Riti Vandewalle koos de vorige keer voor radicaal-rechts. „Toen heb ik naar mijn familie geluisterd, maar het interesseert me echt niet. Ik blijf thuis.”

Op het plein voor het station van Roeselare veroorzaken gebruikers van de zombiedrug flakka veel overlast. De dertigjarige buschauffeur Alexander, van Noord-Macedonische afkomst, vindt het er onveilig voor zijn vrouw en dochter. „Misschien ben ik een beetje een racist, maar je ziet hier op het plein geen Belg met blond haar meer.”

„Vlaams Belang is wendbaar in het vertalen van zijn kernthema’s, migratie en criminaliteit, naar het lokale niveau”, zegt Laura Jacobs, politicoloog aan de Universiteit Antwerpen. „Zo koppelen ze de leefbaarheid van wijken bijvoorbeeld aan de komst van asielzoekers. Andere partijen voelen zich gedwongen te reageren en schuiven op naar rechts.” Grote vraag is volgens Jacobs of lokale afdelingen tegen de partijlijn in met Vlaams Belang durven te praten. In Roeselare hintte de lokale afdeling van oppositiepartij N-VA op samenwerking. N-VA-leider Bart De Wever greep direct in, de lokale lijsttrekker moest terugkrabbelen.

In Houthulst heeft Vlaams Belang zijn eigen besognes. De lijsttrekker gaf aan „geen vreemdelingen” meer te willen als hij burgemeester wordt. Daarop verbood de nationale partijleiding hem deelname aan een verkiezingsdebat. Op Facebook maken Vlaams Belang-kandidaten elkaar onderling uit voor racist, homofoob en nazi. Ook blijken partijgenoten elkaars verkiezingsaffiches te hebben overgeplakt. Vanwege deze „plaatselijke gebeurtenissen” wil Vlaams Belang Houthulst niet spreken met NRC.


De levens achter de ruim 40.000 doden in Gaza

Ruim een jaar na de aanval van Hamas in Zuid-Israël op 7 oktober en de daaropvolgende Israëlische invasie van de Gazastrook is het dodental in Gaza volgens het Palestijnse ministerie van Gezondheid opgelopen tot 41.965. Het ministerie werkt het dodental in Gaza bijna dagelijks bij. Daarnaast publiceert het gedetailleerde lijsten met geïdentificeerde doden, inclusief hun volledige namen, leeftijd, geslacht en persoonlijke ID-nummer. Het aantal getelde doden is hoger dan het aantal geïdentificeerde doden.

De lijst met 34.344 geïdentificeerde doden die het ministerie in Gaza begin september publiceerde, vormt de basis voor dit verhaal. De lijst is 649 pagina’s lang, de doden zijn gerangschikt op leeftijd. De eerste veertien pagina’s van de lijst bestaan alleen uit namen van baby’s onder de één jaar. Meer dan 11.355 doden zijn minderjarig. Het duurt 215 pagina’s voordat je op de eerste volwassene stuit, een 18-jarig meisje genaamd Walaa Mahmoud Abd Al-Hamid Jadallah. Uit onderzoek van het persbureau Associated Press blijkt dat van minstens zestig families uit Gaza minstens vijfentwintig mensen zijn gedood – soms vier generaties van dezelfde bloedlijn – door Israëlische bombardementen tussen oktober en december 2023, de dodelijkste periode van de oorlog.

chart visualization

Tellen van de doden

Het dodental van het ministerie van Gezondheid in Gaza wordt betwist door de Israëlische regering, die zegt dat het ministerie niet te vertrouwen is omdat het wordt gerund door Hamas. Maar volgens de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie zijn de cijfers van het ministerie wel degelijk accuraat. Ze worden bovendien ondersteund door analyses van onafhankelijke ngo’s, zoals het in Londen gevestigde Airwars, dat de gevolgen van de internationale oorlogen in het Midden-Oosten bijhoudt op basis van openbare bronnen.

Informatie over burgerdoden in Gaza is in veel gevallen publiek toegankelijk. Het onderzoek van Airwars „prikt daarmee door de desinformatie heen”, zegt Jessica Dorsey, universitair docent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht en vrijwillig bestuurslid van Airwars. „Het laat de betrouwbaarheid van lokale bronnen zien, en versterkt de geloofwaardigheid van het ministerie van Gezondheid.”

Hoeveel doden op de lijst van het ministerie van Gezondheid leden van Hamas en andere gewapende groepen zijn, is niet duidelijk. Airwars gaat in haar onderzoek uit van de „civiele status” van doden totdat er bewijs van het tegendeel is. Het is volgens Dorsey aan het Israëlische leger om te bewijzen dat er Hamasstrijders gedood zijn en dat ze legitieme doelwitten waren. „Bondgenoten van Israël, zeker die wapens leveren, zouden moeten aandringen op transparantie daarover.” Het onderzoek identificeerde een aantal strijders op de lijst van het ministerie, maar kon het precieze aantal niet bepalen. Wel stelt het vast dat het overgrote deel namen op de lijst burger is.

Onderzoekers denken bovendien dat het officiële aantal van 41.802 doden een ondertelling is vanwege de moeilijkheden bij het tellen van doden tijdens oorlogen. Wegen zijn onbegaanbaar, ziekenhuizen functioneren niet meer, en er zijn te weinig graafmachines om puin te verwijderen. Satellietbeelden suggereren dat ongeveer 60 procent van de gebouwen in Gaza is beschadigd of verwoest. De VN schatten dat er nog een flink aantal ongetelde doden onder het puin ligt, misschien wel 10.000. Bekenden schrijven de namen van slachtoffers soms op een muur die na een bombardement nog overeind staat, om latere identificatie te vergemakkelijken.

In de chaos van de oorlog worden veel mensen door vrienden en familieleden geïnformeerd over de dood van hun dierbaren. Of ze zien het op sociale media. De Israëlische krant Haaretz interviewde Noor, een moeder van drie uit de zuidelijke stad Rafah, die vreesde dat haar zuster in Gaza-Stad was omgekomen toen ze haar WhatsApp-berichten niet meer beantwoordde. Haar dood werd dagen later pas bevestigd door een account op X dat de namen van de doden publiceert. ,,Ik heb geprobeerd van familieleden in Gaza te horen wat er is gebeurd, of ze haar lichaam hebben gevonden, of ze begraven is”, vertelde Noor aan Haaretz. ,,Maar tot op de dag van vandaag heb ik geen antwoorden.”

En dan zijn er nog de indirecte doden die vallen als gevolg van de oorlog in Gaza. Dit zijn dus niet de slachtoffers die sterven door het oorlogsgeweld, maar mensen die om het leven komen door ziektes, honger en andere indirecte maar ernstige gevolgen van het conflict voor hun gezondheid. Zelfs als de oorlog morgen eindigt, zullen er de komende jaren nog veel indirecte doden vallen door ziekten en andere gezondheidsproblemen, schreef het toonaangevende medische tijdschrift The Lancet in juli over Gaza. ,,In recente conflicten variëren dergelijke indirecte doden van drie tot vijftien keer het aantal directe doden.” Uitgaande van een voorzichtige schatting van vier indirecte doden per directe dode in Gaza, zijn ,,186.000 of zelfs meer sterfgevallen” volgens The Lancet ,,niet onwaarschijnlijk”.

Hieronder volgen zes portretten van burgers in Gaza die in het afgelopen jaar zijn gedood. Daarmee wil NRC de doden een gezicht geven.

baby’s
10/08/2024 – 13/08/2024
Aisal & Asr Abu al-Qumsan

Aisal en Asr staan op pagina 13 van de lijst

Aisal en Asr Abu al-Qumsan kwamen op 10 augustus in de Gazastrook ter wereld als een tweeling van Muhammad en Jumana Abu al-Qumsan. Hun geboorte was een klein wonder, aangezien Jumana een moeilijke zwangerschap en bevalling had en de gezondheidszorg in Gaza op het moment van hun geboorte grotendeels was verwoest na maanden van oorlog. Jumana wilde zelf de namen van haar baby’s kiezen: Aisal (Avond) en Asr (Betoverend). „Ze heeft veel voor ze geleden”, zei Muhammad al-Qusman tegen nieuwswebsite The New Arab. „Dus ze wilde liever dat zij degene was die ze een naam gaf.”

Muhammad en Jumana raakten sinds de oorlog uitbrak drie keer ontheemd. Om hun gezin een veilige plek te geven, huurden ze een appartement in de stad Deir al-Balah, in het midden van de Gazastrook, die door het Israëlische leger was bestempeld als een ‘veilige zone’. Vanwege haar zwangerschap had Jumana speciale zorg nodig, en het ziekenhuis was vlakbij. Terwijl de Gazastrook maandenlang het toneel was van Israëlische bombardementen, kostte het Muhammed en Jumana veel moeite om kinderkleding, speelgoed en andere dingen te vinden ter voorbereiding op de komst van de baby’s.

Aisal en Asr werden geboren in het Al-Aqsa Martelaren-ziekenhuis in Deir al-Balah, via een keizersnee. „Mijn kinderen werden lachend geboren”, vertelde Muhammad aan The New Arab. „Iedereen die erbij was, was verrast door de glimlach van mijn kinderen. Ze zorgden ervoor dat ik me meer ging vastklampen aan het leven en hoopte op een betere toekomst.” Drie dagen later ging hij, inmiddels was het gezin thuis, op pad om hun geboorte te registreren, niet wetend dat zijn pasgeboren baby’s, zijn vrouw en zijn schoonmoeder niet veel later zouden worden gedood bij een Israëlische aanval op hun huis.

Op de weg terug van de registratie in het ziekenhuis kreeg Mumammad een telefoontje dat zijn huis was beschoten door Israëlische artillerie. Hij haastte zich terug naar het ziekenhuis, waar zijn familie naartoe zou zijn gebracht. Toen hij de menigte rond het mortuarium in het ziekenhuis zag, en mensen hem begonnen te condoleren, begon hij te huilen. Hij toonde de geboortecertificaten van zijn baby’s en zei bitter: „Mijn vreugde over Aisal en Asr is veranderd in wanhoop. Ze wisten niet eens wat de betekenis van het leven was en waren niet in staat de kenmerken van onze wereld te onthouden.”

pictogram visualization

meisje, 5 jaar
03/05/2018 – 29/01/2024
Hind Rami Eyad Rajab

„Kom alsjeblieft, ik ben zo bang”, was een van de laatste dingen die het 5-jarige meisje Hind Rami Eyed Rajab door de telefoon zei tegen een reddingswerker, nadat de auto waarmee de familie Gaza-Stad probeerde te ontvluchten, onder vuur was genomen door een Israëlische tank. Terwijl ze vastzat in de auto, omringd door haar dode familieleden, smeekte ze reddingswerkers van de Rode Halve Maan urenlang om haar te komen bevrijden, blijkt uit een vrijgegeven audio-opname.

Na lange onderhandelingen kreeg het ministerie van Gezondheid in Gaza toestemming van de Israëlische autoriteiten om een ambulance te sturen. Maar toen twee reddingswerkers arriveerden op de plaats des onheils, werden ze onmiddellijk beschoten door de tank. Pas twee weken later werden de ontbonden lijken van Rajab en zes familieleden en die van de twee reddingswerkers gevonden.

Hind staat op pagina 69 van de lijst

Het Israëlische leger ontkent verantwoordelijk te zijn voor de aanval. Op basis van een eerste onderzoek beweerde een woordvoerder dat er geen troepen binnen schietbereik waren van de auto op het moment van de aanval. Maar volgens de Rode Halve Maan werd de ambulance moedwillig beschoten.

Rajabs dood kreeg veel media-aandacht en groeide uit tot een symbool van alle onschuldige kinderen die het Israëlische leger doodt in Gaza. In april bezetten pro-Palestijnse studenten een gebouw op de campus van de Columbia Universiteit in New York, dat ze omdoopten tot ‘Hind’s Hall’, ter ere van het gedode meisje. De Amerikaanse rapper Macklemore bracht een nummer uit met dezelfde naam. Opnames van Hinds gesprekken met telefonisten, openbaar gemaakt door de Rode Halve Maan, vormden de aanleiding voor een campagne om uit te vinden wat er was gebeurd.

Vijf maanden later publiceerde Forensic Architecture, een onderzoekscollectief dat is verbonden aan de Universiteit van Londen, een gedetailleerd onderzoek naar de dood van Rajab, haar familieleden en de reddingswerkers, gebaseerd op satellietbeelden, geluidsopnames en andere bewijsmateriaal. De conclusie was dat een Israëlische tank waarschijnlijk 335 kogels had afgevuurd op de auto, en dat de tankbestuurders konden zien dat er burgers, onder wie kinderen, in de auto zaten. De tank had daarna waarschijnlijk ook de ambulance aangevallen die was gekomen om Rajab te redden.

Karatekampioen, 26 jaar
12/09/1997 – ??/01/2024
Nagham Abu Samra

Ze had gehoopt zich te kwalificeren voor internationale competities, waaronder de Olympische Spelen. Maar in december 2023 raakte de karatekampioen Nagham Abu Samra zwaargewond bij een Israëlisch bombardement op haar huis in Nuseirat, in de centrale Gazastrook. Haar zus Rosanne werd gedood.

Nagham Abu Samra staat op pagina 319 van de lijst

Abu Samra verloor een been en had zware verwondingen aan haar hoofd. „Met haar been verloor ze ook haar kapitaal” als sporter, schrijft journalist Hind Shraydeh in een necrologie. Het ziekenhuis in Deir al-Balah waar Abu Samra naartoe werd gebracht, had niet genoeg middelen om haar te behandelen. 

Haar vader deed daarom een internationale oproep voor hulp om haar uit Gaza te krijgen voor behandeling. „Ik kan het niet verdragen om haar iedere dag in deze toestand te zien”, zei hij vanuit het ziekenhuis tegen Al Jazeera. Tijdens haar uiteindelijke verplaatsing van het Al-Aqsa-ziekenhuis in Deir al-Balah naar Egypte, raakte ze in coma. Afgelopen januari stierf ze aan haar verwondingen in een Egyptisch ziekenhuis in El Arish, net buiten Gaza. Over de precieze datum bestaat onduidelijkheid.

Nagham Abu Samra was haar vaders grote trots. Hij noemde haar „de mooiste karatevechter ter wereld”, schrijft Al Jazeera. Al vanaf zesjarige leeftijd beoefende ze de sport, vertelde Abu Samra in een interview met de zender al-Arabiya in Palestina. Ook zei ze te hopen buiten Gaza als karate-sporter de Palestijnse vlag te kunnen vertegenwoordigen tijdens internationale competities.

In 2019 werd Abu Samra karatekampioen van Palestina. Twee jaar later opende ze haar eigen karatesportcentrum in Gaza, gericht op meisjes en vrouwen. Naast haar sportcarrière rondde ze ook een studie lichamelijke opvoeding af aan de – inmiddels gebombardeerde – al-Azhar-universiteit in Gaza-Stad.

„Ze was een rolmodel voor de Palestijnse sport in haar poging karate onder meisjes in Gaza te verspreiden”, schreef het Palestina Olympisch Comité in een online condoleancebericht. De voorzitter van het Comité, Jibril Rajoub, zei afgelopen juni in de aanloop naar de Olympische Spelen dat er ruim driehonderd Palestijnse atleten zijn gedood door de Israëlische aanvallen op Gaza sinds oktober 2023.

academicus en dichter, 44 jaar
23/09/1979 – 07/12/2023
Refaat Alareer

Zijn gedicht ‘Als ik moet sterven’, dat hij in november vorig jaar op X deelde, ging de wereld over, en is inmiddels in tientallen talen vertaald.  Refaat Alareer (44) was een professor, schrijver en dichter die Engels doceerde aan de Islamitische Universiteit in Gaza-Stad.

Op 9 december 2023 werd Alareer, samen met zijn broer, zus en vier van hun kinderen gedood door een bombardement op het appartement waarin zij verbleven in Shuja’iyya, in het noorden van Gaza. Zijn vrouw en zes kinderen schuilden op dat moment in een UNRWA-school elders in Gaza.

Alareer was behalve een bekende intellectueel – binnen en buiten Gaza – ook een mentor voor veel jonge Gazaanse schrijvers en journalisten. Oud-leerling Jehad Abusalim schreef na de dood van Alareer dat deze de Engelse taal zag als instrument van verzet tegen de onderdrukking van Palestijnen, en om de culturele en academische blokkade van Gaza te doorbreken. Middels literatuur, schrijft Abusalim, liet hij „ons een wereld ervaren die ver buiten de grenzen van Gaza ligt en wekte het verlangen om onze plaats daarin op te eisen”.

Refaat Alareer If I Must Die

If I must die,
you must live
to tell my story
to sell my things
to buy a piece of cloth
and some strings,
(make it white with a long tail)
so that a child, somewhere in Gaza
while looking heaven in the eye
awaiting his dad who left in a blaze —
and bid no one farewell
not even to his flesh
not even to himself —
sees the kite, my kite you made, flying up above,
and thinks for a moment an angel is there
bringing back love.
If I must die
let it bring hope,
let it be a story

Alareer was onder meer redacteur van het boek Gaza Writes Back, met korte verhalen van schrijvers uit Gaza. Ook was hij een van de oprichters van de organisatie ‘We are not numbers’, gericht op het vertellen van verhalen achter Palestijnse (doden)cijfers, en het trainen van jonge Palestijnse auteurs.

Een jaar geleden, op 9 oktober, gaf Alareer een geëmotioneerd interview, met op de achtergrond het geluid van zware bombardementen: „Ik ben een academicus. Het zwaarste ding dat ik thuis heb is waarschijnlijk een Expo stift. Maar als de Israëliërs binnenvallen, als ze op ons afstormen, ons van deur tot deur aanvallen om ons af te slachten, dan ga ik die stift gebruiken om naar de Israëlische soldaten te gooien, ook al is dat het laatste wat ik zou kunnen doen. Dit is het gevoel dat iedereen heeft: we zijn hulpeloos, en hebben niets te verliezen.”

Alareer’s naam ontbreekt op de lijst van het ministerie van Gezondheid, maar zijn dood werd in december door zijn vrienden bevestigd. De universiteit waar Alareer doceerde, werd in oktober vorig jaar vernietigd door een Israëlisch bombardement.

orthopedisch chirurg, 49 jaar
17/09/1974 – 19/04/2024
Adnan al-Bursh

Gedurende de eerste maanden van de oorlog in Gaza werkte Adnan al-Bursh, hoofd van de orthopedie-afdeling van het al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad en professor orthopedische geneeskunde, vrijwel non-stop in verschillende ziekenhuizen. Alleen ’s ochtends ging hij sporten op het strand van Gaza, vertelde zijn neefje aan CNN.

Al-Bursh was getrouwd met Yasmin en had zes kinderen. Hij had allerlei interesses en ambities, vertelde zijn nichtje Rozan aan Middle East Eye. Hij had een master in politicologie, en droomde ervan een groot ziekenhuis in Gaza te openen waarin alle medische specialisaties vertegenwoordigd zouden zijn. Zijn collega Suhail Matar zei over Al-Bursh tegen BBC Arabic dat hij „zijn hele leven met toewijding heeft gewerkt en enorme inspanningen heeft geleverd ten koste van zichzelf”.

In een zelfgemaakte video van Al-Bursh, vanuit het al-Shifa-ziekenhuis in november vorig jaar, laat hij zien hoe de werkomstandigheden daar zijn bij gebrek aan elektriciteit en middelen als anesthesie. „We blijven, ondanks de pijn, standvastig”, zegt hij in de camera. Na de eerste Israëlische belegering van het al-Shifa-ziekenhuis in november vorig jaar werkte hij afwisselend in verschillende ziekenhuizen, waaronder het al-Awda-ziekenhuis in Jabalia, in Noord-Gaza.

Daar werd hij in december 2023, terwijl hij patiënten behandelde, samen met tien andere zorgmedewerkers opgepakt door het Israëlische leger, en zonder proces gevangen gezet. Vier maanden later kwam het bericht dat Al-Bursh op 19 april is overleden in de Ofer-gevangenis op de Westelijke Jordaanoever, vermoedelijk als gevolg van marteling. Voormalige medegevangenen die spraken met de Israëlische krant Haaretz zeiden hem eerder nog in een gevangenis in het zuiden van Israël te hebben gezien. Ze herkenden hem nauwelijks en zeiden tekenen van marteling en slaaponthouding te hebben gezien.

„Hij werd vastgehouden terwijl hij zijn plicht jegens patiënten vervulde en voor hen zorgde volgens de eed die hij als arts had afgelegd,” zei VN-rapporteur Tlaleng Mofokeng in reactie op zijn dood. „Hij stierf omdat hij probeerde het recht op leven en gezondheid van zijn patiënten te beschermen.” „Dr. Adnan hield van het leven, hij was vrolijk en geliefd door iedereen”, zei de directeur van het al-Shifa-ziekenhuis, dr. Marwan Abu Saada, tegen CNN.

Zowel het Israëlische leger als de Israëlische Gevangenisautoriteiten weigeren informatie te geven over de toedracht van zijn dood. Zijn vrouw Yasmin heeft wel een zaak aangespannen, waarin zij een onderzoek eist naar zijn dood. Het lichaam van Al-Bursh wordt nog steeds vastgehouden door de Israëlische autoriteiten.

Volgens de VN waren er afgelopen juni al vijfhonderd medewerkers in de gezondheidszorg gedood in Gaza, tegen de achtergrond van „systematische aanvallen op ziekenhuizen en andere medische faciliteiten, in strijd met het oorlogsrecht”.

Adnan al-Bursh staat niet op de dodenlijst van het ministerie van Gezondheid, waarschijnlijk omdat de Israëlische autoriteiten zijn lichaam niet hebben vrijgegeven. Wel hebben ze zijn dood gemeld.

academicus en dichter, 52 jaar
20/08/1971 – 02/12/2023
Sufyan Tayeh

Sufian Tayeh, een prominente onderzoeker in de natuurkunde en toegepaste wiskunde, behoorde tot de beste academici in zijn vakgebied. Hij was een autoriteit op het gebied van elektromagnetisme en was gespecialiseerd in fotonische kristallen en biosensoren. Ten tijde van zijn dood op 2 december 2023 was Tayeh directeur van de Islamitische Universiteit van Gaza, die enkele maanden daarvoor door een Israëlische bombardement werd verwoest. Sinds 7 oktober zijn negentien instellingen voor hoger onderwijs in Gaza volledig verwoest of gedeeltelijk beschadigd door het Israëlische leger.

Sufyan Tayeh staat op pagina 564 van de lijst

Tayeh werd in 1971 geboren in het Jabalia-vluchtelingenkamp. Hij kreeg basisonderwijs op een school in het kamp die werd gerund door de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA). Hij was een voorbeeldige leerling, en ging na de middelbare school natuurkunde studeren aan de Islamitische Universiteit van Gaza. Nadat hij in 1994 zijn bachelor behaalde, kreeg hij een baan aangeboden bij de universiteit.

Van 2008 tot 2011 was Tayeh hoofd van de faculteit natuurkunde, in augustus 2023 werd hij benoemd tot directeur van de universiteit. Zijn onderzoek leverde hem nationale en internationale erkenning op. Tayeh was recent door Unesco benoemd tot de Palestina leerstoel voor natuurkunde, astrofysica en ruimtewetenschappen. En hij was twee keer fellow bij het International Center for Theoretical Physics (ICTP) in Italië. „Tayeh was een mentor en inspiratiebron voor diverse onderzoekers die naar ICTP kwamen”, verklaarde directeur Atish Dabholkar in reactie op zijn dood.

Tayeh had in 2020 een prestigieuze beurs gekregen en werd gevraagd om als gastonderzoeker naar de University of Waterloo te komen. Hij verhuisde in 2021 naar Canada en verbleef bij Omar Ramahi, hoogleraar elektro- en computertechniek aan de Universiteit van Waterloo. Ramahi beschreef Tayeh tegen de Canadese nieuwszender CTV News als een „zeer zachtaardige ziel”. „Hij was ongelooflijk productief dat jaar. Hij bleef het grootste deel van de tijd op kantoor. Toen werden we vrienden.”

Tayeh werd gedood bij een Israëlische luchtaanval op de wijk al-Faluja ten noordoosten van Gaza-stad, op 2 december. Zijn vrouw en twee volwassen kinderen kwamen ook om het leven. „Vertel de wereld wat er met ons gebeurt”, was een van de laatste berichten die Ramahi kreeg van zijn vriend. Toen de oorlog uitbrak, verwachtte hij al dat het noodlot Tayeh of zijn familie in Gaza zou treffen. „De hele familie is uitgemoord” zei hij tegen CTV News. „We moeten zijn nalatenschap eren. We moeten de doden respecteren door de wereld te vertellen hoe en waarom ze op deze manier zijn gestorven.”

visualization


Russische soldaten zijn met drones aan het ‘prijsschieten’ op de burgers van Cherson

Op een kleine groentemarkt in de Oekraïense stad Cherson vertellen enkele burgers hoe ze belaagd werden door Russische drones. De marktkooplieden stallen hun kraampjes recht voor een betonnen bunkertje. „De drone sloeg in op de schuilplaats”, wijst een van hen naar een schroeiplek op de grond. „Vier gewonden.” De video is opgenomen door een Amerikaanse journalist.

Drone-aanvallen op burgers in Cherson zijn aan de orde van de dag. De vrouw sloeg zelf op de vlucht toen zij een drone boven zich hoorde zoemen. „We zaten met veel vrouwen in de tuin toen hij over ons heen vloog. Ik rende naar huis terwijl ik omhoogkeek en dat ding hing boven ons, ter hoogte van de zesde etage, boven de auto van [buurtgenoot] Sasja. Ik hoorde een krakend geluid toen hij op de auto explodeerde. […] Het was een wonder dat mensen konden ontsnappen.” Sasja liep verwondingen aan zijn gezicht op, vier anderen werden ook geraakt.

Alleen al in september werden in de Oekraïense regio Cherson bijna drieduizend Russische aanvallen vastgesteld met ‘fpv-drones’ (first person view), drones met een camera en een explosief die van grote afstand worden bestuurd. Als gevolg van die aanvallen kwamen zes mensen om het leven en raakten 150 gewond.

Het regiobestuur heeft inmiddels een speciale campagne opgezet om de burgers van de stad te waarschuwen voor de drone-aanvallen. „Op de eerste plaats, bedenk dat u alle objecten in de lucht als vijandig moet beschouwen”, lezen de inwoners op informatieposters in de stad. „Als er een vijandelijke drone laag boven u zweeft, bent u waarschijnlijk al ontdekt. De belangrijkste regel om te overleven is direct een schuilplaats te zoeken zodra u een drone in de lucht hoort of ziet!”

De drones zijn heel snel en klein, je hebt een seconde. In een seconde kun je niks. Dit gebeurt elke dag.

Krystyna Synja,
inwoner Cherson

Verstoppen is onmogelijk

Een vuistregel is dat zodra de drone zakt tot zichtbare hoogte, de bestuurder zich klaarmaakt voor een aanval. Voor observatie vliegt hij hoger. „Het is absoluut niet mogelijk je te verstoppen”, vertelt Krystyna Synja (23), inwoner en vrijwillig hulpverlener, over de telefoon. „De drones zijn heel snel en klein, je hebt een seconde. In een seconde kun je niks. Dit gebeurt elke dag.”

Een tweede advies van de autoriteiten: „Beweeg snel, verander om de zeven tot tien meter van richting, en ren als een slang (dit maakt het voor de vijandelijke bestuurder moeilijker om de drone nauwkeurig te laten inslaan).”

Eind september probeerde de twintiger Anastasia op die manier op de fiets aan de dood te ontkomen. „Ik hoorde een geluid en draaide mijn hoofd omhoog naar links”, zegt ze in een video tegen de Amerikaans-Oekraïense journalist Zarina Zabrisky. „Ik zie dat de drone recht boven me vliegt. Ik stuur naar rechts, hij komt boven me, ik stuur naar links, hij komt boven me.”

Op beelden van de drone-aanval, gedeeld op Russische Telegram-kanalen, is te zien hoe de jonge vrouw werd opgejaagd. De dronebestuurder voorspelt een bocht naar links en laat de granaat vallen. „De granaat rolde langs mijn lichaam en viel op de grond. Ik trok mijn hoofd in en rolde in een bol, zo ben ik in leven gebleven”, vertelt de vrouw. De granaat was met de hand gemaakt en gevuld met titaniumsplinters die zo diep in haar bot boorden dat artsen ze er niet meer uit konden krijgen. Ze zal ermee moeten leven. „Maar ik zal waarschijnlijk blijven piepen bij de kassa.”

Derde nachtmerrie

De situatie in de stad is „apocalyptisch”, zegt de Amerikaanse hulpverlener Ben Dusing van World Aid Runners – de enige buitenlandse hulporganisatie met een standplaats in de stad. „Het is de derde nachtmerrie van Cherson. De eerste was de bezetting in 2022. Toen kwam het constante artillerievuur van de Russen vanaf de overkant, en daarna doken plots al die drones op.”

De stad had voor de oorlog een bevolking van zo’n 400.000, inmiddels zijn er nog zo’n 68.000 inwoners over. Dit zijn vrijwel allemaal mensen die om financiële of gezondheidsredenen niet kunnen vertrekken. Winkels zijn dicht of worden nauwelijks bevoorraad. Er is tekort aan de meest elementaire voorzieningen: medicijnen, voedsel, luiers.

Lees ook

Nederland gaat drones maken met Oekraïne, wat komt daarbij kijken? ‘Het onderscheid civiel en militair vervaagt’

Boven Kyiv zoeken Oekraïense zoeklichten naar Russische drones.

Burgers in de stad vertellen de Oekraïense nieuwssite The Kyiv Independent dat zij zich doelwit voelen van een ‘menselijke safari’ . Het idee is dat de drones jacht maken op burgers, bij wijze van sport. De Russische militairen zijn aan de overkant van de rivier de Dnipro gelegerd, ze kunnen geen bestormingen uitvoeren, dus gaan ze maar ‘prijsschieten’.

Dit is een dubbel oorlogsmisdrijf: burgers aanvallen en een terreurcampagne voeren

Paul Ducheine,
brigadegeneraal

De gedachte dat Russische militaire uit verveling burgers beschieten, bestrijdt de Nederlandse brigadegeneraal Paul Ducheine met klem. „Dit is een terreurcampagne”, zegt hij telefonisch. „Hier worden bewust burgers en civiele objecten aangevallen. Dat is een dubbel oorlogsmisdrijf: burgers aanvallen en een terreurcampagne voeren.” De Oekraïense autoriteiten hebben een onderzoek geopend „naar het feit dat het Russische leger de wetten en gebruiken van de oorlog heeft overtreden”.

Serieuze operatie

Ducheine wijst erop dat de drones en de springstof bevoorraad moeten worden en dat er voor dronegebruik op lange afstand een goede verbinding moet zijn. „Dit is gewoon een serieuze operatie. Dit heeft niets met verveling te maken.”

Ondersteunend voor dit argument is het feit dat Rusland volgens Oekraïne met name de dure Mavic-drones van het Chinese DJI gebruikt voor de aanvallen. „Daar zijn nog geen drone-jammers voor uitgevonden”, zegt Oleksandr Tolokonnikov, woordvoerder van het stadsbestuur van Cherson. „Het is sowieso een technologische oorlog om de frequenties. Dan blokken wij er een, en dan doen zij er weer wat tegen. Maar tegen de Mavics is dat nu nog niet effectief.”

Het doel van de operatie ziet Ducheine, tevens hoogleraar Recht van cyberoorlogvoering, als tweeledig. „Het is demoraliserend en ondermijnend. In 2022 zag je dit beginnen met aanvallen op de infrastructuur en kleinere bombardementen. Het idee erachter is dat de bevolking minder gemotiveerd raakt om weerstand te bieden. En misschien wel kritischer wordt op de regering.”

Het Oekraïense gebied langs de rivier de Dnipro is door de Russische strijdkrachten als ‘rode zone’ bestempeld. Dat maakt iedereen die daarin aanwezig is tot een ‘militair doel’. „Ik begrijp de logica van zo’n rode zone niet”, zegt woordvoerder Tolokonnikov. „Als alle burgers inderdaad zouden vertrekken bij de rivieroever, zou het alleen maar makkelijker worden voor onze verdedigers. Dan hoeven die geen rekening meer met hen te houden, dat doen ze nu wel.”

Mijnen tussen de bladeren

Om deze gebiedsontzegging door te voeren, dropt Rusland sinds een week ook dagelijks kleine anti-personeelsmijnen. Die plastic mijntjes zijn omhuld met groen of bruin plastic, lijken al gauw op vuilnis en verdwijnen op de grond tussen de vallende bladeren, waardoor je ze gemakkelijk over het hoofd ziet. „Die worden gegooid op plekken waar mensen bijeenkomen, zoals bushaltes. En die zijn erg lastig op te ruimen”, zegt woordvoerder Tolokonnikov.

De drone-aanvallen op burgers in de regio Cherson begonnen ruim een jaar geleden, blijkt uit onderzoek van Deutsche Welle (DW). Op basis van openbronnenonderzoek en gesprekken met Oekraïense overheidsfunctionarissen, oorlogsanalisten, hulpverleners en burgers concludeerde de Duitse omroep eind augustus in een documentaire dat het Russische leger vermoedelijk „willekeurig en systematisch” drones inzet tegen burgers.

Vanaf september vorig jaar werden inwoners van het rivierstadje Beryslav, niet ver van de verwoeste stuwdam bij Nova Kachovka, maandenlang geterroriseerd door drones die de Russen vanaf de overkant van de Dnipro lieten opstijgen. Bij meer dan honderd drone-aanvallen vielen zestien doden en raakten bijna 130 burgers gewond in en rond Beryslav.

‘Oefenen op de bevolking’

Volgens de DW-onderzoekers is meer dan 90 procent van de oorspronkelijke bevolking van 11.000 Beryslav inmiddels ontvlucht. In het Duitse onderzoek wordt onder meer geconcludeerd dat Rusland in de regio Cherson nieuwe drones test, en dat Beryslav feitelijk werd gebruikt als proeftuin waar Russische drone-bestuurders konden „oefenen op de lokale bevolking”, zoals Ljoebov Kindrat, Oekraïense overlevende van een drone-aanval, het omschreef.

De Russen kunnen met hun nieuwste drones verder reiken dan met de eerste generaties. Die konden over het algemeen niet veel verder dan een paar kilometer van de bestuurder vliegen; inmiddels is die afstand in Cherson fors uitgebreid, omdat de Russen apparaten en verkenningsdrones inzetten die de signalen van de aanvalsdrones kunnen delen en versterken, zo vertelde een Oekraïense dronemaker in Cherson deze week tegen The Kyiv Independent. „We zien wapentuig dat een doorontwikkeling is van huis-tuin-en-keukenmateriaal”, zegt Ducheine. „De drempel om het te gebruiken ligt dan ook lager.”

Er is één huis-tuin-en-keukenoplossing die wel werkt tegen de kamikazedrones: netten ophangen. Dat wordt al toegepast in de loopgraven. „Maar je kunt niet door de hele stad netten ophangen”, zegt woordvoerder Tolokonnikov. „Het enige dat mensen kunnen doen om echt veilig te zijn, is evacueren.”


Verwachte Israëlische vergeldingsaanval op Iran heeft gevolgen voor relaties van Israël met buurlanden en VS

Israël heeft er geen misverstand over laten bestaan dat het hard wil terugslaan na de Iraanse raketaanval op Israël van vorige week. Hoe hard, blijft onzeker. Het Israëlische zelfvertrouwen, in het bijzonder dat van premier Netanyahu, is de laatste weken echter snel toegenomen na de harde klappen die het Israëlische leger aan de Iraanse bondgenoot Hezbollah in Libanon heeft toegebracht. En velen in Israël zien het als een buitenkans om eindelijk af te rekenen met de oude vijand Iran.

Daarbij gaat de meeste aandacht uit naar Irans omstreden nucleaire programma. „We moeten nu optreden om Irans nucleaire programma te vernietigen, zijn centrale energie-installaties, en we moeten dit terroristische regime een fatale slag toebrengen”, schreef oud-premier Naftali Bennett vorige week. Ook Netanyahu ziet dit programma al jaren als een grote bedreiging voor Israël omdat hij Iran ervan verdenkt een eigen kernwapen te willen ontwikkelen, ondanks nadrukkelijke Iraanse ontkenningen.

Dat een aanval op Irans nucleaire faciliteiten een serieuze optie is voor Israël liet de luchtmacht twee jaar geleden zien met een gesimuleerde aanval; tijdens die oefening boven de Middellandse Zee, genaamd ‘Chariots of Fire’, voerden meer dan honderd gevechts-, transport- en tankvliegtuigen een gefingeerde aanval uit tegen „doelwitten op grote afstand”.

Diep verscholen in bergen

De grote vraag bij een échte aanval is wat Israël met zijn eigen wapenarsenaal kan uitrichten tegen de Iraanse nucleaire installaties. Een belangrijk deel van het nucleaire programma, zoals centrifuges waarmee uranium wordt verrijkt, is diep weggestopt in ondergrondse tunnelcomplexen in de bergen, zoals bij Fordow en Natanz. Soms wel 80 tot 145 meter onder de oppervlakte.

Om aanvallen uit te kunnen voeren op dergelijke doelen kan Israël niet zonder bommen als de Amerikaanse GBU-57 Massive Ordnance Penetrator (MOP), ook bekend als bunker busters. Deze zes meter lange bommen hebben een gewicht van ruim twaalfduizend kilo en zijn de zwaarste niet-nucleaire explosieven, speciaal ontworpen om diep in de aarde door te dringen, waar militaire installaties letterlijk zijn aangelegd in grotten of in een berg. Door hun gewicht en lengte kunnen deze bommen alleen worden afgeworpen door zware strategische bommenwerpers als de B-2 Spirit van de Amerikaanse luchtmacht, bekend als de Stealth bommenwerper.

Zwaarste bunkerbommen

Maar wapendeskundigen vragen zich af of deze zwaarste bunkerbommen zó diep in de aarde kunnen doordringen als nodig zou zijn in Iran.

Iran lijkt bovendien te hebben geleerd van het verleden. De bouw van het nucleaire verrijkingscomplex bij Natanz begon rond het jaar 2000, aanvankelijk boven de grond. Maar in 2020 kondigde Teheran aan die installatie te vervangen door een ondergronds complex in de nabijgelegen Zagros-bergen na een grote brand, waarbij veel waardevolle apparatuur verloren zou zijn gegaan. Analisten gingen er destijds vanuit dat Israël verantwoordelijk was voor de sabotage die leidde tot de brand.

President Joe Biden heeft al bij herhaling duidelijk gemaakt dat hij tegen zo’n Israëlische aanval op Irans nucleaire programma is om verdere escalatie van de oorlog in het Midden-Oosten te voorkomen. Hij stelt dat een Israëlische vergelding voor de Iraanse raketaanval van vorige week ‘proportioneel’ moet zijn.

Volgens het Amerikaanse medium Axios heeft Bidens veiligheidsadviseur, Jake Sullivan, de Israëliërs vorige week zelfs al gewaarschuwd dat de Amerikanen Israël bij een volgende Iraanse raketaanval niet meer automatisch te hulp zouden schieten als Israël niet vooraf al duidelijkheid geeft over de plannen die het heeft met zijn vergeldingsaanval op Iran.

Veelzeggend voor het wantrouwen dat op dit moment heerst tussen de Amerikanen en Israël is dat de Israëlische minister van Defensie, Yoav Gallant, dinsdag op last van premier Netanyahu een bezoek aan het Pentagon en zijn Amerikaanse ambtgenoot Lloyd Austin annulleerde. Daar zouden de twee ministers spreken over de Israëlische aanvallen op Libanon en de voorgenomen vergeldingsaanval op Iran. In plaats van dit bezoek zouden Netanyahu en Biden elkaar later vandaag telefonisch spreken, voor het eerst in enige weken. De afzegging versterkte echter het idee dat Washington op dit moment nog maar weinig greep heeft op de oorlogshandelingen van Israël.

Een ander Israëlisch doelwit in Iran kan de olie-industrie zijn, de belangrijkste pijler onder de Iraanse economie. Het middelpunt van de Iraanse olie-industrie is de immense terminal op het eiland Kharg in de Perzische Golf. Daarvandaan wordt de olie – deels via geheime kanalen wegens de Amerikaanse sancties – naar elders vervoerd. Ook langs de Golf en aan de Straat van Hormoez heeft het land tal van grote raffinaderijen en oliehavens.

Maar ook een aanval op de Iraanse olie-industrie wordt ernstig ontraden, niet alleen door Washington, maar ook door de omringende olielanden in de Golf. President Biden maakt zich zorgen over de stabiliteit in de regio, maar ook over de mogelijke consequenties van zo’n Israëlische aanval voor de wereldwijde olieprijzen; een (veel) hogere olieprijs kan weer gevolgen hebben voor het gedrag van de Amerikaanse kiezer bij de presidentsverkiezing van 5 november.

Het ligt volgens Amerikaanse defensiefunctionarissen die spraken met The New York Times voor de hand dat Israël zich met zijn vergeldingsaanval eerst zal richten op Iraanse militaire bases en mogelijk op locaties waar de inlichtingendiensten of het Iraanse leiderschap zijn gevestigd. Israël zou zich kunnen richten op radar- en luchtverdedigingsinstallaties rond Teheran of zijn vele militaire fabrieken en accommodaties, zoals het commando- en controlecentrum van de Revolutionaire Garde in Teheran. Ook locaties waar raketten en drones worden geproduceerd – op tal van plaatsen verspreid over het hele land – zijn vermoedelijk doelwitten, net als munitiedepots en lanceerinstallaties voor ballistische raketten, onder meer bij Khorramabad en Arak in het westen van Iran.

Gebruik van het luchtruim

Aan een rakettensalvo op Iran kleven ook voor Israël aanzienlijke politieke risico’s. Israël kan er daarbij niet bij voorbaat van uit gaan dat zijn buurlanden Jordanië en Saoedi-Arabië akkoord gaan met het gebruik van hun luchtruim voor zo’n operatie tegen Iran.

In zowel Jordanië als Saoedi-Arabië ligt zo’n besluit gevoelig. Hoewel Jordanië een vredesverdrag met Israël heeft getekend en bij de aanvallen van april en ook weer vorige week hielp om overvliegende Iraanse projectielen onschadelijk te maken, staat de Palestijnse meerderheid van de bevolking zeer kritisch tegenover de Israëlische militaire acties in de Gazastrook, Libanon en de Westelijke Jordaanoever.

Ook Saoedi-Arabië neemt liever geen risico’s, al heeft ook dat vóór de Iraanse aanval van april wel inlichtingen met Israël gedeeld. De Saoediërs beseffen dat Iran al heeft aangegeven het als een vijandige daad te beschouwen als Riad Israëlische raketten zou laten vliegen door zijn luchtruim naar Iran bij een missie om bij voorbeeld Irans olie-installaties te raken. „Teheran zal dienovereenkomstig reageren”, waarschuwde een hoge Iraanse functionaris deze week.

De Saoediërs herinneren zich in dit verband nog goed hoe Iran, vermoedelijk via een pro-Iraanse militie in Irak, in 2019 een geslaagde drone-aanval uitvoerde op een grote Saoedische olieraffinaderij. De internationale oliemarkt raakte daardoor tijdelijk ontregeld. De Iraniërs hebben ook andere Golfstaten laten weten dat ze op Iraanse represailles konden rekenen als een van hen zou meewerken aan een aanval op Iran. Een westerse diplomaat vertelde persbureau Reuters dat neutraliteit het minimum is waarop Teheran rekent van de kant van de Golfstaten. Vorige week lieten de Golfstaten tijdens een bijeenkomst in Qatar weten dat zij ‘neutraal’ zijn in het conflict.

Jordanië, Saoedi-Arabië en de andere Golfstaten kiezen niet graag partij. Aan de ene kant willen ze hun relaties met Israël en – belangrijker nog voor hen – met Israëls belangrijkste bondgenoot, de Verenigde Staten, niet in gevaar brengen. Vooral voor de Golfstaten geldt daarnaast dat ze ook Iran, waarmee ze de laatste jaren de banden enigszins hadden zien verbeteren, niet graag tegen de haren in strijken.

Israëlische vliegtuigen kunnen ook een omweg via het noorden naar Iran kiezen, via Syrië en Irak, waar het vaker acties heeft ondernomen. Maar tijdens die vijftienhonderd kilometer durende reis zouden de vliegtuigen in de lucht boven vijandelijk gebied moeten worden bijgetankt. Een hachelijke operatie. Mogelijk zouden de vliegtuigen ook hinder ondervinden van luchtafweer van Russische makelij.

Volgens oud-premier Ehud Olmert hoeft Israël helemaal geen vernietigende klap uit te delen aan Iran. Als Israël er maar in slaagt een aantal militaire doelen op verschillende plekken te raken en zo laat zien wat het Iran potentieel kan aandoen, is dat voldoende. „Dat is precies waar het bij afschrikking om gaat”, zei hij.

Lees ook

Waarom kwam de aanval juist nu, en wat kan Israël terugdoen? Zeven vragen over de Iraanse raketaanval op Israël

Schoolhoofd Chani Karinel inspecteert haar school in het Israëlische Gedera nadat die beschadigd is geraakt door de ballistische raketten uit Iran.


Het is oorlog in het zuiden van Libanon, maar de overheid schittert door afwezigheid

In het normaal uitgestorven winkelcentrum in hartje Beiroet klinkt ineens luid geklap en geschreeuw. Tientallen kinderen staan met hun ouders rond een groepje clowns dat onder begeleiding van circusmuziek trucjes doet met diabolo’s. Wanneer die de lucht in gaan en opgevangen worden, slaken de kinderen kreten van enthousiasme.

De kleine circusact is een welkome en zeldzame afleiding in de provisorische opvangplek in het oude winkelcentrum Azarieh. Honderden mensen uit Zuid-Libanon, Zuid-Beiroet of de oostelijke Bekaavallei zijn hier de afgelopen weken neergestreken om de Israëlische bombardementen te ontvluchten.

Van een van de leegstaande winkels is een klein kantoortje gemaakt. Een paar coördinatoren van Amal, een sjiitische politieke partij, delen er gedoneerde matrassen en speelgoed uit. Noureen, een jonge moeder van twee, zegt dat ze kleding nodig heeft omdat de winter eraan komt. Ze beweegt haar hoofd omhoog, een duidelijk ‘nee’ op de vraag of de overheid hier hulp biedt. „Natuurlijk niet. Er zijn alleen wat vrijwilligers en mensen van Amal.”

De situatie hier is tekenend voor het functioneren van de Libanese overheid, die zoals meestal schittert door afwezigheid. Dat was al zo vóór het presidentiële vacuüm waarin het land zich al bijna twee jaar bevindt. Het gebrek aan een nationale, verenigde overheid wordt vaak als een van de oorzaken gezien van de vele crises die het land de afgelopen jaren heeft moeten verduren. De politieke verdeeldheid zorgt ervoor dat veel Libanezen als het erom spant vooral rekenen op de religieus-etnische groep waartoe ze behoren, met elk een eigen politieke partij, sociale organisaties en militie.

Voor de gevluchte sjiitische bevolking geldt bovendien dat ze gezien de huidige oorlog minder kan terugvallen op het economische en sociale vangnet van Hezbollah.

Stilstand

Nu de oorlog zich elke dag lijkt uit te breiden, dreigen veel andere facetten van de Libanese samenleving ook langzaam tot stilstand te komen.

Hoewel Libanon het grootste gedeelte van zijn graan importeert, valt de lokale productie mogelijk binnenkort stil. „Ik verwacht dat we graantekorten krijgen. De overheid heeft een voorraad van twee of drie maanden. Maar het is onzeker of wij in november voor het volgende seizoen kunnen gaan planten”, zegt Najeeb Faris, directeur van de Tarwe- en Graanboerenvereniging in de Bekaa, in Oost-Libanon. „Vanaf nu is het ook mogelijk dat brandstof of kunstmest schaars worden, omdat Libanon belegerd wordt.”

Libanon importeert het grootste deel van zijn voedsel, maar veel groente en fruit en olijfproducten komen uit het zuiden en het oosten – precies die gebieden die onder vuur liggen.

Faris zegt dat veel boeren door de Israëlische bombardementen in het zuiden en noordoosten van het land niet meer bij hun gewassen kunnen komen. „In gebieden die nog niet zijn gebombardeerd, is de distributie ook erg traag, omdat veel gebieden afgesloten worden. Ook de sluiting van sommige landsgrenzen met Syrië raakt de landbouw.”

Het vliegveld en de grote haven van Beiroet functioneren nog grotendeels. Een woordvoerder van de havenautoriteit zegt echter dat er inmiddels zo’n 30 procent minder activiteit is dan een jaar geleden.

Ook de toerismesector wordt nu nog harder geraakt dan het afgelopen jaar al het geval was. Normaal is deze sector goed voor bijna een derde van het Libanese bbp. „In de zomer zagen we al dat toeristen en mensen van de diaspora uit verre landen bijna niet meer kwamen. Nu ligt het helemaal op z’n gat”, zegt Maya Bekhaazi van een van de horecaverenigingen. Het aanbod van allerlei producten neemt af en de prijzen van voedsel stijgen. Bekhaazi verwacht dat de afsluiting van de Libanese kustlijn vanaf de grens tot een punt ten noorden van de stad Sidon, als onderdeel van het Israëlische offensief, de lokale visserij ook zal raken.

Door de economische crisis in Libanon sinds 2019 is de economie in sterke mate gedollariseerd en afhankelijk van contant geld. Geldwisselaars beginnen nu echter ook in de problemen te raken. „We hadden al last van illegale bedrijven die ons beconcurreerden met lagere tarieven”, zegt Majd Masri van het Syndicaat van Geldwisselaars. „Nu is dat nog veel erger. Bovendien komen er nu geen vreemde valuta meer het land in en houdt iedereen vast aan zijn dollars. Dus we kunnen steeds minder transacties doen. We hebben al moeten afschalen en mensen moeten ontslaan.”

Leger blijft buiten het conflict

En hoe zit het met het Libanese leger? „Terwijl in theorie de missie van het leger is om de grenzen te verdedigen en de vijand af te weren in geval van oorlog, wijkt de situatie in Libanon af van deze fundamentele principes”, zo typeert de Franstalige Libanese krant L’Orient-Le Jour de situatie.

Premier Najib Mikati zei vorig jaar oktober al dat „de beslissing over oorlog en vrede” niet in de handen van de regering ligt, maar in die van Hezbollah. Het hele jaar hebben politici benadrukt dat ‘Libanon’ geen oorlog wil, en dus heeft het leger zich ook niet in het conflict gemengd.

„Het leger is ingezet in gebieden waar zich ontheemde bevolkingsgroepen bevinden, met als doel hen te beschermen”, zei militair expert Riyad Kahwaji tegen L’Orient-Le Jour. „Deze taak is nog crucialer geworden nu de spanningen de laatste dagen een hoogtepunt hebben bereikt, waarbij Hezbollah door een groot deel van de Libanese samenleving wordt beschuldigd van het meeslepen van het land in deze oorlog.”

Maar nu Israëls offensief steeds grotere delen van het land beslaat, en Israëlische militairen vorige week ook de grens overstaken, is het de vraag hoelang Libanon zijn eigen leger hier buiten kan houden.


Tunesiërs gaan stemmen op de autocratische president, want ‘hij verloste ons van het parlement’

„Ziehier het Tunesië van 7 oktober. Milities en bandieten die vol arrogantie en minachting door onze straten marcheren.”

Op sociale media delen tegenstanders van president Kais Saied dit fragment uit diens campagnevideo. Een clubje mannen banjert zelfverzekerd over de markt, met de verkiezingsfoto van hun gedroomde leider pontificaal boven hun hoofd. De datum verwijst naar de dag na de verkiezingen: op 6 oktober kiest Tunesië een nieuwe president.

Voor veel Tunesiërs is een nieuwe termijn voor Saied juist een toekomstwens. Neem Kamel, eigenaar van Chez Kamel, een klein antiekzaakje in Le Kram, een verarmd plaatsje ten noorden van Tunis. Al zijn vrienden stemmen op de zittende president.

„Ons land gaat de goede kant op. Misschien is er sinds de verkiezingen van 2019 nog weinig verbeterd, maar Saieds vijanden werken hem tegen”, echoot de zestiger Saieds complottheorieën. „Kijk bijvoorbeeld naar de strijd tegen de corruptie en de voedselspeculanten. Hoe dan ook is hij degene die de islamieten heeft gekielhaald.”

‘De islamieten’, dat zijn de politici van Ennahda, de voormalige regeringspartij die vaak de schuld krijgt van de opeenvolgende machtsconflicten en corruptieschandalen waardoor Tunesië na de revolutie van 2011 economisch ten onder ging.

Vijf jaar geleden, bij de vorige presidentsverkiezingen, struikelde je op straat in Tunis over de politieke meningen. Hoogoplopende discussies in cafés en op de radio. Kleurige campagne-billboards en flyerende campagnemedewerkers in de straten. Zesentwintig presidentskandidaten namen deel aan tv-debatten, een primeur in de Tunesische politieke geschiedenis.

Een vrouw passeert een verkiezingsaffiche van president Kais Saied in Ariana, Tunesië.
Foto Chedly Ben Ibrahim/NurPhoto

Tegenwoordig controleert de kiesraad „alles wat te maken heeft met de verkiezingen, met name op het gebied van politieke reclame, en de verspreiding en publicatie van de resultaten van opiniepeilingen, analyses en perscommentaren”. De schaarse affiches – sobere A4-posters van twee van de drie kandidaten – lijken met tegenzin opgeplakt. Direct naast het lyceum in het kustplaatsje La Marsa, op enkele kilometers van Le Kram, zijn de affiches al vaal en gescheurd. Het dichtst bij de deur hangt Saied, in wit overhemd en zwart pak, met zijn slogan ‘Bouwen en ontwikkelen’. Daarnaast hangt de leider van de nationalistische pro-regeringspartij De Volksbeweging, Zouhair Maghzaoui, in een donkerblauw pak, met een helderblauwe zee als achtergrond. Hij belooft de kiezers ‘Een ander Tunesië’.

Ruim veertien jaar gevangenis

De derde kandidaat Ayachi Zammel, favoriet bij de oppositie, kreeg gedurende de laatste twee weken bij elkaar meer dan veertien jaar gevangenisstraf in drie verschillende processen. „Een oneerlijke schijnvertoning” volgens zijn advocaat, vanwege valse documenten en fraude met steunhandtekeningen.

Saieds campagneposter scoort ook goed bij de oppositie, maar dan met een grote opgestoken middelvinger ervoor en de tekst: ‘Neuk je moeder – de staat’. Twee afzenders werden opgepakt en korte tijd vastgehouden. Halverwege vorige maand signaleerde mensenrechtenorganisatie Amnesty International een „duidelijke aanval op de mensenrechten en de rechtsstaat in aanloop naar de verkiezingen”.

Het betreft een lange lijst van misstanden, variërend van intimidatie van politieke tegenstanders, journalisten en mensenrechtenactivisten tot het aan banden leggen van ngo’s en pogingen om de rechterlijke macht verder te ondermijnen. Daarbij arresteerden de autoriteiten minstens 97 leden van oppositiepartij Ennahda op verdenking van samenzwering en vergelijkbare aanklachten onder de antiterrorismewet.

Saied belooft dat hij „de macht niet zal overdragen aan een verrader”. De meeste van zijn concurrenten zitten in de gevangenis. Drie belangrijke rivalen mogen van de kiesraad niet meedoen aan de verkiezingen. Zij kregen in hoger beroep gelijk van de bestuurlijke rechtbank, maar die beslissingen werden genegeerd. Ter voorkoming van dit soort ‘conflicten’ is vorige week op stel en sprong de kieswet veranderd zodat de kiesraad voortaan het laatste woord heeft.

„Tunesië is een bananenrepubliek”, concluderen tegenstanders van Saied op Facebook. Niet volgens de 35-jarige online verkoopster Hajer, die met een glas citroenlimonade in het drukke café Le Wagram aan de hoofdstraat in L’Aouina zit, ergens tussen Tunis en La Marsa. „Stemmen is heel belangrijk”, vindt ze. „Het gaat om de toekomst van ons land. Saied komt op voor Tunesië en is geen lakei van Europa.”

Desondanks verrast de Tunesische president vriend en vijand met zijn strikte uitvoering van de vorig jaar juli met de EU gesloten Tunesië-deal. In ruil voor honderden miljoenen euro’s beloofde Saied de migratie naar Europa te beperken, wat ook gebeurt. In Tunesië wordt de deal doodgezwegen, Saied is er niet trots op.

Ondertussen noemt Hajer haar andere redenen om Saied een nieuwe termijn te gunnen. „De leider van de Islamitische partij zit in de gevangenis. En hij verloste ons van het parlement.”

Aanhangers van de Free Destourian partij tijdens een demonstratie tegen president Kais Saied in Tunis, 28 september. Ze eisen de vrijlating van hun partijleider Abir Moussi.
Foto Mohamed Messara/EPA

Machtsgreep

Zo belandt Hajer bij het echte onderwerp van deze presidentsverkiezingen: de definitieve legitimatie van Saieds machtsgreep op 25 juli 2021, waarmee Saied het parlement ontbond en alle regeringsmacht naar zich toetrok. Daarna greep hij de controle over de rest van het overheidsapparaat, de media en het instituut voor statistiek. Zijn grondwet reduceert ministers tot uitvoerende ambtenaren en het parlement tot een medezeggenschapsorgaan met ongeveer evenveel bevoegdheden als de gemiddelde ouderraad op een Nederlandse basisschool.

Toch vindt Hajer Tunesië nog steeds een democratie. „Saied is integer. Tunesiërs vroegen om de machtsgreep. Protest is nog steeds mogelijk en je kunt alles zeggen. Maar na de revolutie hebben Tunesiërs hun vrijheden misbruikt. Grof taalgebruik, de president beledigen. Logisch dat Saied niet alles pikt.”

Voor zover er nog wordt gedebatteerd, is dat onder tegenstanders over de vraag of stemmen nog zin heeft en voor wie dan. „De situatie is ernstig”, vat activist Gargabil de situatie op X samen. „Stel dat oppositiekandidaat Ayachi Zammel wint, dan zullen Saieds rechters die overwinning zeker ongedaan maken. Zouhair Maghzaoui wordt nu nog met rust gelaten. Dus wat te doen: direct op Maghzaoui stemmen, of massaal op Zammel, waardoor we uiteindelijk opnieuw de straat op zullen moeten?”

Lees ook

deze reportage over de repressie in Tunesië

Aanhangers van oppositiecoalitie Front du Salut National eisen eerlijke presidentiële verkiezingen bij een demonstratie in Tunis, 12 mei 2024. De verkiezingen zijn gepland voor 6 oktober.


De radicaal-rechtse FPÖ kan niet regeren, opeens is er een cordon sanitair in Oostenrijk

De partij van de Oostenrijkse kanselier Karl Nehammer, de christen-democratische Österreichische Volkspartei (ÖVP), heeft fors verloren bij de parlementsverkiezingen afgelopen zondag. Met 11 procentpunten verlies vergeleken met de verkiezingen vijf jaar geleden (nu 26,5 procent) zou je de ÖVP ook wel de grote verliezer van deze ‘Nationalratswahl’ kunnen noemen. Toch is huidig minister van Buitenlandse Zaken Alexander Schallenberg (ÖVP) ervan overtuigd dat „ook de toekomstige bondskanselier Karl Nehammer zal heten”, zo zei hij dinsdag in gesprek met journalisten.

De radicaal-rechtse Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ), onder leiding van Herbert Kickl, is de grote winnaar van de verkiezingen. De partij behaalde het beste resultaat in haar geschiedenis en werd met 29 procent van de stemmen voor het eerst de grootste. Maar geen enkele partij wil met de FPÖ in zee. Ook de ÖVP, die tweemaal eerder (in 2000 en in 2017) een coalitie aanging met de FPÖ, distantieert zich van de radicaal-rechtse partij. De reden daarvoor is de partijleider; Nehammer sluit een coalitie met de FPÖ onder leiding van Kickl uit.

Lees ook

Herbert Kickl perfectioneerde het populisme

Herbert Kickl (midden), leider van de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ) op een verkiezingsbijeenkomst in Graz, Oostenrijk, op 7 september 2024.

Het Oostenrijkse cordon sanitaire is een nieuw fenomeen. Al in de jaren zeventig liet de sociaal-democratische kanselier Bruno Kreisky (SPÖ) zijn minderheidsregering gedogen door de FPÖ. In 2000 legden EU-landen nog sancties op aan Oostenrijk vanwege de regeringsdeelname van de FPÖ, die destijds succesvol was onder leidsman Jörg Haider. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Benita Ferrero-Waldner (ÖVP) werd door haar Europese collega’s met de nek aangekeken vanwege de samenwerking met de FPÖ.

SS-lied

Volgens Schallenberg zouden dergelijke reacties op samenwerking met de FPÖ inmiddels ondenkbaar zijn. Overal in Europa worden rechts-populistische partijen gekozen en belanden ze in de regering. Waarom de ÖVP juist nu de FPÖ uitsluit? „Onder Kickl is de FPÖ verder geradicaliseerd”, zegt Schallenberg. Of alleen een wissel aan de top van de FPÖ genoeg zou zijn voor de ÖVP om tóch in gesprek te gaan, vindt Schallenberg een speculatieve vraag. „De FPÖ zal Kickl niet laten vallen.”

Maar ook afgezien van Kickl lopen er extremisten rond in de partij. Volgens berichtgeving van de Oostenrijkse krant Der Standard werd vrijdagavond door verschillende FPÖ-prominenten een SS-lied gezongen ter gelegenheid van de dood van een andere FPÖ’er. De FPÖ ontkent.

De ÖVP lijkt een coalitie met de sociaal-democratische SPÖ en de progressief-liberale NEOS te willen proberen. Een dergelijke samenwerking zal niet eenvoudig worden, want de ÖVP wil belastingen verlagen, de SPÖ wil ze verhogen en NEOS wil fors bezuinigen. De SPÖ behaalde haar slechtste resultaat ooit met 21 procent van de stemmen; de meestgehoorde kritiek op lijsttrekker Andreas Babler is dat hij een té sociale koers vaart, wat ook resulteerde in grote interne strijd.

Het slechte resultaat van de ÖVP wijt Schallenberg hoofdzakelijk aan externe omstandigheden: „Het waren geen makkelijke jaren voor de burgers. Eerst twee jaar corona, vervolgens inflatie en oorlog in Europa.”

Van die thema’s kon de FPÖ dan weer profiteren. Kickl werd een nationale beroemdheid door zijn optredens op demonstraties van coronasceptici. En op de inflatie heeft hij een eenvoudig antwoord: als Oostenrijk gewoon weer goedkoop gas uit Rusland kan importeren, gaan volgens Kickl de andere prijzen vanzelf weer omlaag. Sancties tegen Rusland wil Kickl sowieso niet.

Een overijverige staat

Met name door corona wist de FPÖ deze verkiezingen drie nieuwe kiezersgroepen voor zich te winnen, volgens de Oostenrijkse politicologe Kathrin Stainer-Hämmerle: burgers die voorheen niet stemden, vrouwen en relatief hoogopgeleide, goedverdienende Oostenrijkers. „Tijdens de coronacrisis daalde het vertrouwen in de politiek. Veel mensen hadden het gevoel dat de overheid te veel ingreep in de persoonlijke sfeer”, zegt Stainer-Hämmerle via een videoverbinding. In Oostenrijk werd in november 2021 zelfs een vaccinatieplicht uitgeroepen, enkele maanden later werd dat besluit teruggedraaid. Volgens Stainer-Hämmerle hebben dergelijke maatregelen mensen extra gevoelig gemaakt voor een overijverige staat, en de FPÖ maakt gebruik van dat sentiment.

„Ook als het nu om bijvoorbeeld klimaatmaatregelen gaat, krijgen mensen snel het gevoel: je mag niet meer in die en die auto rijden, we mogen onze schnitzel niet meer eten.”

Een ander typisch Duitstalig thema is het ‘gendern’, het inclusiever maken van de taal door niet alleen het mannelijk neutrum te gebruiken maar altijd ook de vrouwelijke vorm. Aan universiteiten, bij publieke omroepen en bij veel politici is het ‘gendern’ volstrekt ingeburgerd, maar veel Oostenrijkers en Duitsers vinden die uitbreiding van de grammatica door media en politiek een moeilijk te verkroppen vorm van paternalisme.

Andere onderzoekers concludeerden eerder al dat ook in de Duitse deelstaten Brandenburg, Thüringen en Saksen, waar in september verkiezingen waren, een stuk meer vrouwen dan voorheen op de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland stemden vanwege hun ervaringen in de coronacrisis. Het sluiten van scholen en van kinderopvang tijdens de pandemie, volgens de onderzoekers, had bijzonder veel impact op vrouwen die vaak naast hun werk ook opdraaiden voor de verzorging van de kinderen. Dat zorgde voor grote onvrede over de maatregelen, soms ook gepaard met de wens voor meer traditionele gezinsverhoudingen waarin de vrouw niet én moet werken, én voor de kinderen moet zorgen.

Lees ook

Schrijver Antonio Scurati over populisme en radicaal-rechts: ‘Het ware gevaar schuilt in de dagelijkse erosie van de democratie’

Antonio Scurati: ‘De immense politieke tragedie van de twintigste eeuw lijkt geen enkele invloed meer te hebben op onze manier van denken en handelen’


Arrestatie van kritische journalist is ‘exemplarisch voor het huidige Cambodja’

De Cambodjaanse journalist Mech Dara (36), die grootschalige cyberslavernij in het land aan de kaak stelde, is volgens lokale bronnen gearresteerd door de militaire politie. Volgens een familielid dat bij hem in de auto zat werd hij gisteren bij een tolpoort bij Phnom Penh aangehouden en meegenomen. De overheid heeft zijn arrestatie nog niet bevestigd. Ook is niet bekend waar hij wordt vastgehouden.

Mech Dara heeft een lange staat van dienst. Hij werkte voor de Engelstalige Cambodia Daily en de Phnom Penh Post. Beide mediabedrijven zijn vorig jaar op last van de overheid gesloten. Mech was een van de Cambodjaanse journalisten die ruchtbaarheid gaven aan de cyberslavernijbendes die in steden als Sihanoukville en Phnom Penh in tientallen zwaarbewaakte flats mensen tewerkstelden om elders in de wereld via dating- en investeringswebsites mensen van hun spaargeld te beroven.

Lees ook

Chinese cyberslaven in Cambodjaanse torenflats: de maffia van Sihanoukville

Een van de duizenden  Chinese bouwprojecten  in   havenstad Sihanoukville, Cambodja  in 2020.

Op X meldde Mech regelmatig andere misstanden. Zijn laatste bericht ging over mogelijke ontginning van de heilige berg Ba Phnom. Lokale overheden hekelden zijn bericht en noemden het „ordeverstorend”. Mogelijk is hij vanwege dit bericht opgepakt.

Geen persvrijheid

„Dat zes auto’s nodig waren om journalist Mech Dara te arresteren is exemplarisch voor het huidige Cambodja”, schrijft Phil Robertson, Azië-directeur van Human Rights Watch in een statement. Hij riep op tot zijn vrijlating. „De arrestatie van Mech vanwege een bericht op sociale media is absurd en onacceptabel. Het toont de mate waarin president Hun Manet controle wil hebben over de media en persvrijheid niet toestaat”, aldus Robertson.

Cambodja werd tussen 1995 en 2023 met ijzeren vuist geregeerd door autocraat Hun Sen. Vorig jaar droeg hij zijn macht over aan zijn zoon Hun Manet. Er zijn geen tekenen dat het land onder Hun Manet minder autocratisch is geworden. De internationale organisatie Journalisten Zonder Grenzen plaatst Cambodja op haar persvrijheid-index van 180 landen op de 151ste plaats.