De optimistische toekomstvisie van presidentskandidaat Kamala Harris moet deze week centraal staan op de Democratische Conventie in Chicago. Op de eerste avond, maandag, verscheen zij twee keer even op het podium, maar ging het vooral over Joe Bidens presidentschap en zijn prestaties. Elke spreker, van het progressieve Congreslid Alexandria Ocasio-Cortez tot ex-presidentskandidaat Hillary Clinton, en van autovakbondsleider Shawn Fain tot Bidens eigen vrouw Jill, prees en bedankte hem. Biden zelf sloot met een energieke toespraak de maandagavond af.
Het was niet de avond die Biden een maand geleden voor zichzelf in gedachten had, toen de 81-jarige president nog in de race was voor een tweede termijn. De bijna vierduizend Democratische gedelegeerden die hem in Chicago joelend een staande ovatie gaven, waren hem in de voorverkiezingen toegekomen. Maar onder druk van partijprominenten, donateurs en media die hem te oud en incompetent vonden en een enorme zege voor de Republikeinen vreesden, staakte Biden zijn campagne en droeg de fakkel over aan vicepresident Harris. Nu is zij degene die donderdag afsluit.
Biden was zichtbaar geëmotioneerd nadat hij het blauwe podium opkwam op het liedje ‘(Your Love Keeps Lifting Me) Higher and Higher’ van Jackie Wilson. Zijn dochter Ashley Biden introduceerde hem met een lofzang op haar vaders toewijding aan zijn land en zijn gezin. Met een zakdoek depte Biden zijn ogen en snoot zijn neus voordat hij begon aan een toespraak van zo’n vijftig minuten waarin hij tot in detail de successen van zijn presidentschap naliep. Van „de belangrijkste klimaatwet in de geschiedenis” tot de „benoeming van de eerste zwarte vicepresident met Aziatische wortels”.
Hij noemde zijn keuze om Harris mee te nemen naar het Witte Huis „de beste beslissing uit mijn hele carrière”, die bijna 55 jaar duurt. Zij „zal het land verder vooruit leiden”, zei hij. „Onze beste dagen liggen niet achter ons, ze liggen voor ons”. Biden las zijn tekst van een teleprompter en hakkelde nauwelijks. Hij balde zijn vuist toen hij vol in de aanval ging tegen Donald Trump, zijn tegenstander in 2020 en nu die van Harris. Een man „die toen niet, nu niet en nooit niet” president zou moeten zijn.
Gaza blijft een splijtzwam
Even ging de president in op de situatie in Gaza, onderhandelingen over een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas en een pro-Palestina demonstratie eerder die dag in Chicago. Daarbij schaarde Biden zich ietsje minder voorwaardelijk dan meestal achter Israël. „Die demonstranten op straat hebben een punt. Een heleboel onschuldige mensen worden gedood – aan beide kanten.”
In alle saamhorigheid die de partij deze week wil uitstralen, blijft Gaza een splijtzwam. De Democratische regering blijft geld en zware wapens leveren aan Israël, terwijl een deel van de linkse achterban daar tegen is. Een protest dat volgens sommige berichten wel 100.000 demonstranten zou trekken, was maandag echter kleinschalig. Slechts een paar duizend mensen met Palestijnse vlaggen verzamelden zich in een park bij de partijbijeenkomst en riepen om een „einde aan de genocide”. Toen het protest al was uitgedoofd, bestormde een klein groepje een hek van het conventieterrein. Zes mensen werden gearresteerd.
Biden ging niet in op zijn aftocht, noch op het idee, waar hij volgens ingewijden nog steeds van overtuigd zou zijn, dat hij had kunnen winnen. Wel zei hij: „Ik houd van mijn baan, maar ik houd meer van mijn land.”
„Amerika, ik heb je het beste dat ik in me heb gegeven”, sloot de president zijn toespraak af. De vraag of dat genoeg was en zijn terugtrekking een nieuw Democratisch presidentschap mogelijk maakt, wordt pas in november beantwoord. Dan krijgt Biden pas echt zijn plek in de geschiedenis.
Dit artikel is dinsdag 20 augustus rond 18.15 uur aangevuld met meer uitspraken van Biden over Gaza.
Er zullen hier huizen staan met golfplaten daken. Er zal een school zijn en wij hebben geen pijl en boog meer maar geweren.
Het dorp van het Samburu-volk moest nog geboren worden toen in 1989 een profeet deze voorspelling deed. Hij keek hij uit over een verzameling lage huizen van takken en koeienstront, de ceremoniële boma (kraal) voor krijgers, met in de verte de berg Lowuamar (‘de grote nek’). De tijdelijke nederzetting werd na een jaar weer afgebroken, alleen de van as verzadigde kale plekken waar de vrouwen thee kookten herinneren nu nog aan die dag 35 jaar geleden.
Verder is er niets gelijk gebleven in de omgeving.
Resim, zoals dorp en streek heten, was een naar binnen gekeerde wereld, opgeborgen in de doornige en stoffige boomsavanne van Noord-Kenia. Er liep geen weg, er stond geen stenen gebouw, er was geen elektriciteit en geen stromend water. „We voelden ons op ons gemak in onze eigen wereld”, herinnert Lonis Lemelen zich. Hij is rond de 65 jaar oud, een precieze geboortedatum kent hij niet. „Als krijgers besteedden we onze tijd aan het bereiken van de ultieme schoonheid, door het beschilderen van onze lichamen en onze kralenkettingen.”
Lees ook
de reportage die correspondent Koert Lindijer maakte in 1989
Met zijn wandelstok wijst hij aan een groepje jonge krijgers de verharde grond waar het huis van zijn moeder stond. „Mijn generatie werd geboren toen onze ouders nog rondtrokken. Toen we minder koeien kregen, bleven we stilstaan en vestigden we ons in Resim. Er groeide nog overal gras, er was ruimte en er leefden vele wilde dieren. Er viel voldoende regen, de wereld was nog niet kapot.”
Naar foto’s van toen kijken bezorgt Lemelen pijn. Te veel van zijn leeftijdsgenoten zijn dood, door ziektes of gesneuveld bij een veediefstal. „Wij waren sterke krijgers”, zucht hij. De krijgers van nu kijken mee en slaken kreten. „Jullie liepen halfnaakt”, giechelen ze over de zichtbare dijen van hun ouders. „Wij binden onze lendendoeken strak om ons middel.” Lonis Lemelen gebaart hen te zwijgen. „Luister,” vertelt hij, „wij vertelden onze ouders over school, maar daarvan wilden ze niets weten. De oude heren die ons geboren lieten worden, begingen daarmee een grote fout, maar wij begrepen dat je kan communiceren met letters op papier.”
Zonnepanelen
School, dat maakte alles anders. Enkele jaren later bouwden de ouderen van Lonis’ leeftijdsgroep op een kilometer afstand van de ceremoniële nederzetting op eigen initiatief een kleuterklas, het eerste stenen gebouw van Resim, na de eeuwwisseling gevolgd door de eerste lokalen voor een basisschool. Ieder gezin leverde een geit als financiële bijdrage en zo begon het tij te keren van het archaïsche leven van de Samburu.
Vroeger kwamen kinderen tot wasdom door hun ouders, die hen de cultuur van de Samburu en de kennis van de natuur leerden. Waren de jongens eenmaal geïnitieerd tot krijger, dan dwaalden ze met hun leeftijdsgenoten over de savanne. Die vrijheid van de bush heeft plaatsgemaakt voor de rigueur en discipline van de schoolbanken.
Resim was in 1989 een tijdelijke nederzetting, bestaande uit lage huizen van takken en koeienstront. De omgeving van Resim in 2024. Er is veel groen, de regen viel overvloedig dit jaar.
Foto’s Lonis Lemelen, Koert Lindijer
De school vormt nu de kern van het dorp Resim. Ernaast ligt een voetbalveld, er is een wekelijkse markt en geloofsverspreiders zetten er twee rudimentaire kerkjes neer (waar alleen vrouwen naartoe gaan, de Samburu’s hebben hun eigen spiritualiteit). De regering benoemde een chief om toezicht en orde te houden en betaalt voor vier leraren. Op het dak liggen door de regering geleverde zonnepanelen, de enige stroomvoorziening.
Die krijgers zijn niet gevaarlijk hoor, maar wel arrogant
Hoofdonderwijzer is Emmanuel Lenkokwai. Dagelijks ziet hij zich geconfronteerd met sommige koppige krijgers die nog steeds weigeren onderwijs te volgen. „Een leraar schrok zich de pleuris toen zo’n krijger met speer en knuppel zijn leslokaal binnenkwam”, vertelt hij. „Die krijgers zijn niet gevaarlijk hoor, maar wel arrogant. Hij kwam zijn telefoon opladen. Ze zeggen dat de school van de gemeenschap is en ze er dus vrij mogen binnenkomen en er ’s nachts mogen slapen.”
Meisjes en vrouwen
Modern onderwijs zet de traditionele gemeenschapszin onder druk. „Ik leer mijn scholieren individualisme en de uitschieter van de klas te worden. Daarmee wakker je ongelijkheid aan”, legt leraar Peter Letipo uit. „De onderlinge verbintenissen van de Samburu zijn veel losser geworden.” Lonis Lemelen valt Letipo bij. „In het verleden had jij mij nodig en ik jou, maar nu is die gelijkheid geërodeerd omdat we door geld minder afhankelijkheid van elkaar zijn.”
De meisjes profiteerden het meest van de verandering. „Vroeger namen de oudere mannen de besluiten, maar nu geven leraren leiding. En op school zijn jongens en meisjes gelijk”, zegt de negentienjarige Rose Ntoipana. Ze volgde alle klassen van de school en ontsnapte zo aan een voortijdig huwelijk en de daarmee gepaarde besnijdenis. Vroeger sloten meisjes zich op in het huis van hun moeder tijdens hun menstruatie, nu krijgen ze maandverband op school. „Ik hoop te trouwen met iemand van wie ik houd en die naar school is geweest. Mijn eigen keuze. Mijn vriendinnen denken er net zo over.”
Resim in 1989. Tweede van links: Lonis Lemelen.Lonis Lemelen, een van de krijgers van Resim.
Foto’s Koert Lindijer
De moeder van Lonis Lemelen moedigde hem aan met veel verschillende meisjes te slapen gedurende zijn krijgerschap. Dat was toen. De zeden zijn nu veranderd. „Op school kom je niet met blote borsten”, lacht leraar Letipo. „Je leert je daarvoor te schamen.”
Het is woensdag, marktdag. Een oudere vrouw koopt een geheugenkaartje en vraagt aan een jongeman met een ouderwets geweer die in haar telefoon kan zetten. „Ik zal er via bluetooth wat muziek voor je opzetten”, belooft hij. De bewoners van Resim zingen minder en luisteren naar op internet gedownload gezang. Oude mannen met homburg-hoeden en jongeren in moderne gerafelde broeken zoeken schaduw onder een boom, waaraan een net geslachte geit hangt. Handelaren van buiten spreiden op de grond hun koopwaar: suiker, theebladeren, kleren en wat zout. Een verpleegkundige opent zijn grote kist met medicijnen, de eigenaar van een auto vol met de milde drug miraa is het eerste uitverkocht.
In een met zwart plastic bedekte iglo van takken koken de twee echtgenotes van Lemelen een hap rijst met bonen. Naast dit restaurant bezit hij een van de drie permanente winkeltjes van Resim. Daar vond vorig jaar het eerste misdrijf van Resim plaats. Op een nacht verdween er een krat bier en pakjes koekjes. „Ik heb hun spoor nog gevolgd, ik kon aan hun voetstappen zien wie het waren. De ouderen besloten er echter geen halszaak van te maken, om tweespalt in de gemeenschap te voorkomen.”
Groene wereld van geluk
De zon zakt en de handelaren verlaten Resim op een onlangs door een rupsbandtractor aangelegde landweg. Lemelen wandelt over een stenig paadje naar zijn kraal, zijn wandelstok rustend op zijn schouders. Alle woningen in de kralen van Resim zijn nog steeds van koeienstront, met bedden van huid en stro. Hun behoeftes doen de bewoners in het veld. De eerste geiten druppelen binnen en moeders blèren naar hun kinderen om te komen drinken.
Lonis Lemelens tweede vrouw sleept een schaap aan haar achterpoot weg van haar mekkerende kind en begint haar te melken. Een kameel slaakt een lange kreun en een geitje ontsnapt aan tikkertje spelende kinderen door op een huis te springen. Het is een groene wereld van geluk, de regen vielen overvloedig de afgelopen maanden. Tot de zachte zee van natuurgeluiden wordt verscheurd door een krijger die op een brommer de kraal binnenrijdt.
We waanden ons rijk met talrijke kinderen. Nu ben je arm met veel kinderen, want al je geld gaat op aan schoolgeld
In de zoete geur van koeienmest zetten de oude mannen zich op hun melkstoeltjes en sturen fluimen speeksel naar de grond. De jongeren drukken ieder een steen onder hun kont. Aan hun voeten herkauwen de koeien. In de huizen maken vrouwen koppen melkthee. „Vroeger zaten we vele uren zo te praten”, zegt Lonis Lemelen. „We beraadslaagden over familieruzies, over het weer, over het gras, tot we een consensus bereikten.” Vergaderingen duren tegenwoordig kort, vaak een snelle bijeenkomst in de marge van de markt, of in een telefoongesprek. „We hadden alle tijd, maar nu leven we met routines en schema’s.”
Resim heeft zijn isolement afgeschud, de voorstanders van het stichten van een school 35 jaar geleden prijzen de vooruitgang. Hun grootste zorg: klimaatverandering en het krimpen van levensruimte. „Ik hoop dat onze geschoolde kinderen daar iets aan kunnen doen”, zegt Lonis Lemelen. Hij heeft twee vrouwen en dertien kinderen, zijn broer drie vrouwen en vijftien kinderen. „Toen waren we met nog maar weinig, toen waanden we ons rijk met talrijke kinderen. Nu ben je arm met veel kinderen, want al je geld gaat op aan schoolgeld.”
De andere grote uitdaging: het bewaren van de eenheid van de Samburu in een schismatieke moderne tijd. Een zoon van Lemelen komt de kraal binnen, met in zijn rugtas schoolboeken. De krijgers scheiden zich in ongeschoolden en geschoolden. De opgeleide jongeren klagen over hoe moeilijk de vakken landbouw en meetkunde zijn, de krijgers van de bush over een luipaard dat gisternacht een geit stal. „Wij hebben belangrijker zaken te bespreken”, lachen de geschoolden schamper.
De komst van een school veranderde veel in Resim. Sommige koppige krijgers weigeren nog altijd onderwijs te volgen.
Het begon met een grote nederlaag, triomfantelijk gedeeld in video’s op sociale media. Te zien was een slagveld midden in de woestijn in het noorden van Mali, met tussen de uitgebrande legervoertuigen tientallen levenloze lichamen, bloederig en bedekt met zand. Herkenbaar waren de uniformen van Malinese soldaten, maar in de stapels vielen vooral de vele witte mannen op: Russische huurlingen van de Wagner Groep.
Het was de dodelijkste aanval op Wagners troepen op het Afrikaanse continent. En het werd een diplomatieke rel. Zowel Mali als Niger, dat ook Russische huurlingen op zijn grondgebied heeft, verbrak vorige week alle diplomatieke banden met Kyiv, omdat Oekraïne steun zou hebben verleend aan de separatistische Touareg-rebellen die de aanval opeisten.
Het idee dat Oekraïne betrokken was, komt niet uit de lucht vallen. Het was Andri Joesov, de woordvoerder van de Oekraïense inlichtingendienst GOeR, die dit kort na de aanval vertelde in een tv-interview. Hij zei dat de rebellen, die in het noorden van Mali hun vrijstaat Azawad nastreven, „alle benodigde informatie, en niet alleen informatie, kregen waarmee zij een succesvolle operatie konden uitvoeren tegen de Russische oorlogsmisdadigers”.
Dat Kyiv bereid is verder te gaan dan alleen het diplomatieke spel, leek eerder al het geval in Soedan
„Vanzelfsprekend”, voegde Joesov eraan toe, „zullen wij geen details delen. Maar er zal een vervolg komen.” De video werd kort gedeeld op Facebook door de Oekraïense ambassade in Senegal. De ambassadeur werd terstond op het matje geroepen.
Jihadisten
Voor de Malinese regering, na twee opeenvolgende staatsgrepen in 2020 en 2021 in handen van militairen, bewijzen Joesovs uitspraken Kyivs steun aan wat zij omschrijven als „internationaal terrorisme”. Want niet alleen de rebellen claimen de aanval, dat doen ook de strijders van het aan Al-Qaida gelieerde Jama’a Nusrat ul-Islam wa al-Muslimin (JNIM), die daar eveneens actief zijn. Volgens de junta werken de rebellen en de jihadisten samen. En nu dus, zo lijkt het, met steun van Oekraïne.
Het Oekraïense ministerie van Buitenlandse Zaken ontkent – in tegenstelling tot de militaire inlichtingendienst – enige rol bij de aanval te hebben gehad. De geloofwaardigheid van deze ontkenning valt in twijfel te trekken. De woordvoerder van de Oekraïense militaire inlichtingendienst Joesov claimde zelfs nog een tweede keer betrokkenheid bij de veldslag.
En dan was er nog de raadselachtige foto van Toeareg-rebellen met een Oekraïense vlag die het online medium Kyiv Post zei na de aanval te hebben ontvangen van „een bron uit de Oekraïense defensie- en inlichtingensector”. Hoewel de foto volgens beeldspecialisten van NRC authentiek lijkt, is niet te achterhalen waar en wanneer deze gemaakt is. In elk geval lijken entiteiten aan beide zijden te willen impliceren dat er samenwerking is tussen de Toeareg en het veiligheidsapparaat van Oekraïne.
Oekraïense special forces
De affaire ondermijnt het Oekraïense charmeoffensief in Afrika. Zo ging minister van Buitenlandse Zaken Koeleba de afgelopen twee jaar vier keer op tournee langs Afrikaanse landen om samenwerkingen en de opening van nieuwe ambassades aan te kondigen. „We willen Afrika bevrijden uit de grip van Russen”, zei hij daarover. „En steun [krijgen] voor het vredesplan van president Volodymyr Zelensky.”
Dat Kyiv bereid is verder te gaan dan alleen het diplomatieke spel, leek eerder al het geval in Soedan, waar het hardnekkige gerucht gaat dat Oekraïense special forces zich hebben gemengd in de oorlog tussen regeringsleger SAF en de paramilitairen RSF. En nu, zo lijkt het, ook in de Sahel. Het wekt afgrijzen in de hele regio. Zelfs in landen die niet uitgesproken pro-Russisch zijn, is afkeurend gereageerd.
„Het aanhalen van de betrekkingen met West-Afrika zou een heel subtiel diplomatiek spel moeten zijn”, zegt Issa Sadio Dialo, voorzitter van de Afrikaanse Raad in Kyiv, die uitwisseling van cultuur en bedrijvigheid tussen Oekraïne en West-Afrika bevordert. „Als Oekraïne nu bijdraagt aan destabilisatie, zal dat worden opgevat alsof het de oorlog van Oekraïne en Rusland overbrengt naar het Afrikaans continent.”
Wist Kyiv in welk wespennest het zich mengde?
Nee, zegt Wassim Nasr, die als Sahel-onderzoeker is verbonden aan het Soufan Center, een denktank in New York. „Ze hebben hun vingers gestoken in iets dat ze niet begrijpen.” Nasr doelt op de complexe situatie in het noorden van Mali, waar verschillende groepen van Toearegs – een berbers sprekend nomadenvolk – sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 meermaals in opstand kwamen tegen de machthebbers in de hoofdstad Bamako.
Bij de laatste keer, in 2012, zetten zij de deur open voor aan Al-Qaida en Islamitische Staat gelieerde jihadisten met wie zij een verbond aangingen om hun vrijstaat te kunnen uitroepen. Dat hield niet lang stand, maar toen was het kwaad al geschied. Dat hun leiders daarna jarenlang werden beschermd door VN-blauwhelmen en Franse militairen die in Mali de jihadisten bestreden, frustreerde veel Malinezen.
De machtsgreep van 2021 veranderde alles. De junta zette de Fransen en blauwhelmen buiten de deur en wisselde hen in voor de huurlingen van Wagner. Die staan het Malinese leger sindsdien met mankracht en materieel bij. Met hulp van de Russen verdreef het leger de rebellen eind vorig jaar uit Kidal, de hoofdstad van de Toearegs in het noorden – een belangrijke symbolische overwinning.
Connectie-Kyiv
Het contact met Kyiv moet in die periode zijn gelegd, zegt Nasr. Hij is tevens gespecialiseerd in de verschillende terreur- en rebellenbewegingen in de Sahel. Verschillende Toeareg-facties die zich hebben verenigd, hebben volgens hem contact gelegd met Oekraïne. „Ze zochten ook samenwerking bij andere landen waarvan ze dachten dat die hun strijd tegen de Russen zouden willen steunen.” Alleen Oekraïne zou op de hulpvraag zijn ingegaan, zegt Nasr.
Waarom? Sinds Wagners komst naar Mali eind 2021 werden hun operaties daar hun uithangbord voor de Sahel. Geschat wordt dat het Russische huurlingenleger – dat na de dood van hun oprichter Jevgeni Prigozjin vorig jaar werd omgedoopt tot Africa Corps en nu onder controle van het Kremlin staat – in Mali meevecht met 1.200 tot 2.000 man.
„Er is zo’n gezegde: de vijand van mijn vijand is mijn vriend”, zegt Ivan Stoepak, militair expert en voormalig officier bij de Oekraïense inlichtingendienst. Uiteraard is het pijnlijk dat Oekraïne daarvoor separatisten moet steunen, erkent Stoepak, juist omdat door het buitenland gesteunde separatisten Oekraïne in oorlog hebben gebracht. „Maar Oekraïne heeft geen andere opties, het moet de vijand verslaan waar het kan.”
De activiteiten van Wagner op het Afrikaanse continent spekken bovendien de Russische oorlogskas. De huurlingen leveren krijgssteun in ruil voor natuurlijke hulpbronnen, zoals toestemming voor het plunderen van de diamant- en goudmijnen, en het kappen van tropisch hardhout. Oekraïne wil een einde aan deze geldstroom.
Een derde motivatie voor Oekraïne, redeneert Stoepak, zou wraak kunnen zijn. „Huurlingen van Wagner hebben heel veel schade aangericht in Oekraïne. Ze hebben soldaten verminkt, er zijn video’s van Wagner waarin ze benen, armen en geslachtsdelen afhakken.” Onder de Russen die eind juli bij de hinderlaag werden gedood, zaten bovendien meerdere bekende gezichten die eerder in de Donbas tegen Oekraïne vochten, zoals Sergej ‘Proud’ Sjevtsjenko en Anton ‘Lotus’ Olegovitsj Elizarov.
Europese leiders houden zich ondertussen op de vlakte over Oekraïens gerommel in de Sahel – mogelijk uit eigenbelang
Nasr zegt overigens niet te geloven dat Oekraïense inlichtingen een doorslaggevende rol speelden bij de hinderlaag van eind juli. Volgens zijn contacten ter plaatste was de Oekraïense steun financieel („al stelde dat niet veel voor”) en, belangrijker, praktisch van aard. Nasr: „Meerdere strijders zijn naar Oekraïne gehaald voor training, zoals met miniatuurdrones die de Oekraïners gebruiken tegen de Russen.” Of zij die drones ook aan de rebellen hebben geleverd, weet Nasr niet. „Maar ze zijn wel bij de aanval bij de grens gebruikt.”
Een van de Oekraïense doelen zou kunnen zijn om de kwetsbaarheid van Wagner te tonen. Dit zei ook GOeR-woordvoerder Joesov: „Vandaag heeft de hele wereld gezien dat de potentie en de capaciteiten van de Russen niet meer zijn wat ze waren. Dit betekent dat er minder bestellingen binnenkomen en er minder op hen gerekend wordt als het juiste instrument voor de problemen in de regio.”
Rebellen samen met jihadisten?
Nu lijkt Oekraïne zelf de problemen in de regio eerder te verergeren. Want bij de recente aanval waren óók jihadisten van Al-Qaida betrokken – al ontkennen de Toeareg-rebellen dat. Al langere tijd gaan er geruchten over een mogelijk nieuw verbond tussen de rebellen en jihadisten. Zo delen ze hun vijand: de Malinese staat én de Russische huurlingen van Wagner. Een terugkerend punt daarbij is dat de leider van het aan Al Qaida-gelieerde JNIM, Iyad Ag Ghali, een Toeareg is. Nasr verwerpt – net als andere analisten – het idee van een ‘grande alliance’. „Soms bestrijden ze elkaar en soms strijden ze naast elkaar.”
De schimmigheid over regionale allianties grijpen de Russen dankbaar aan. „Omdat ze er niet in slagen Rusland te verslaan op het slagveld [in Oekraïne, red.], opent het criminele regime van Volodomyr Zelensky nu een tweede front in Afrika”, zei een Kremlin-woordvoerder woensdag. Ze beschuldigde Kyiv ervan „terroristische groepen te steunen in landen op het continent die bevriend zijn met Rusland”.
Over dit Russische narratief maakt Oekraïne zich weinig zorgen, schat de Oekraïense inlichtingendeskundige Stoepak. „We geven geen fuck om wat zij zeggen, wat ze geloven. Alles wat Rusland zegt wordt beschouwd als bullshit, desinformatie, niets. Excuses voor mijn taalgebruik. Het zijn gewoon leugens.”
Europese leiders houden zich ondertussen op de vlakte over Oekraïens gerommel in de Sahel – mogelijk uit eigenbelang. „In sub-Sahara Afrika wordt een soort cirkel om Europa heen gelegd waar Russen steeds meer invloed krijgen. En waar ze ook aan de kraan komen te zitten van onze migratieproblematiek”, zegt Peter Knoope, diplomaat en terreur- en defensie-expert bij hij Haagse International Center for Counter-Terrorism. „Je kunt natuurlijk niet openlijk staan te applaudiseren”, maar volgens hem „mogen we blij zijn met iedereen die probeert om een beetje weerstand te bieden aan de invloed van de Russen aan die kant van Europa.”
Eind negentiende eeuw schreed keizerin Sisi van Oostenrijk langs de waterval van Bad Gastein. Een paar decennia eerder sjokte ook Franz Schubert door het kuuroord in het Salzburgerland. Over de warmwaterbronnen van Bad Gastein wordt zeker sinds de veertiende eeuw gezegd dat die een heilzame werking zouden hebben. Om aan de wens naar luxe van de kuurgasten tegemoet te komen, verrezen vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw weelderige grand hotels in het Oostenrijkse Alpendorp. In de belle époque werd Bad Gastein ook wel het ‘Monaco van de Alpen’ genoemd.
Honderd jaar later buldert de rivier de Gasteiner Ache onverminderd van de klippen in het centrum van Bad Gastein. De hotelfaçades torenen links en rechts hoog boven het water uit. Alleen staat voor het Hotel Mirabel nu een al tijden ongebruikte puincontainer. De ruiten van het ooit sjieke logement zijn deels kapot of geheel verdwenen, de ramen van de begane grond zijn dichtgetimmerd. Maar het luxehotel Straubinger, aan het centrale plein van Bad Gastein, ging in september vorig jaar juist weer open. In een lege hotelbar met veel goudkleurig fluweel wordt naast de onvermijdelijke apfelstrudel ook de dito sushi aangeboden.
Van Bad Gastein wordt al jaren gezegd en geschreven dat het een revival meemaakt. Tot een paar jaar geleden stonden bijna alle hotels er zo bij als het Mirabel, maar sinds een tijdje trekt het dorp weer investeerders. ‘Jonge en creatieve’ mensen (meestal een eufemisme voor veertig-minners met een laptop) zouden het kuur- en skioord in verval nieuw leven inblazen. Een greep uit de mediacommentaren: „In Bad Gastein vermengen zich oude grandeur en nieuwe hipheid tot een uniek levensgevoel”, schreef Vogue in 2017. Dagblad Welt noemde Bad Gastein een „plek die staat voor avantgarde en cool”. Die Zeit noemde het „het Berlijn van de Alpen” met „grootstedelijke allure, midden in de bergen”. Op het eerste gezicht heeft die grootstedelijkheid weinig meer om het lijf dan dat er in de alpinehoreca sushi en matcha-thee te verkrijgen is.
Ouder publiek in zomer
Ook de verkoopster bij de bakker is het niet opgevallen dat er in de afgelopen jaren meer jonge mensen vakantie vierden in Bad Gastein dan voorheen. „In de zomer is het publiek altijd wat ouder, in het winterseizoen, als er geskied wordt, zijn de mensen wat jonger”, zegt ze gelaten. Ze onderschrijft dat er de laatste tijd veel is geïnvesteerd in de hotels, maar in haar zaak is het niet drukker dan anders. „Hier komen altijd wel mensen.” Of haar indruk ook is dat veel van de nieuwe hotels en restaurants wel erg leeg zijn, ook al is het juli, zegt ze: „Dat zou ik niet willen bevestigen. Ik zou niets negatiefs over de plaats willen zeggen.”
Een van de indrukwekkendste gebouwen van Bad Gastein is het Grand Hotel l’Europe. Het doet geen dienst meer als hotel, maar een investeerder verbouwde een deel van het gebouw tot vakantieappartementen. De lobby van het voormalige hotel lijkt min of meer in de oorspronkelijke staat, met enorme marmeren zuilen links en rechts, messing trapleuningen, rode lopers en palmachtig groen.
De waterval, een van de kenmerken in Bad Gastein. Op de achtergrond het voormalige Grand Hotel de l’Europa, waarin nu appartementen zitten. Maria Breuer ANP / Mauritius Images
In de lobby wordt een kinderfilm opgenomen, een van de acteurs vertelt over het verhaal: een jongetje is met zijn ouders met vakantie, maar verveelt zich stierlijk in het luxehotel. Als hij op een dag alle knopjes van de lift tegelijk indrukt, blijkt hij met de lift te kunnen tijdreizen. Hij komt uit in de hotellobby, waar grote drukte en opwinding heerst. Wat blijkt (het blijft een Oostenrijkse productie): het jongetje is aangekomen in het jaar 1938, het jaar van de Anschluss, de Duitse annexatie van Oostenrijk.
Aanval door koeien
In dezelfde week in juli is er veel te doen om een ongeluk in buuroord Bad Hofgastein. Een vrouw van veertig is omgekomen na een aanval door een kudde koeien. De vrouw maakte met haar dochters en een hondje een wandeling in de bergen, toen het drietal werd aangevallen door de dieren. De dochters konden zich redden, maar de runderen lieten volgens lokale berichtgeving de vrouw pas met rust toen een reddingshelikopter probeerde te landen. Deskundigen raden ten strengste af een kudde koeien in de bergen met een hond te passeren, al helemaal als er ook kalfjes in de kudde staan. Zeker kleine hondjes vormen een risicofactor, omdat een grote hond de koeien nog kan afschrikken.
Hotel Badeschloss, in het centrum van Bad Gastein, werd vorig jaar ingrijpend gerenoveerd. Foto JFK / EXPA
Door het opspattende water aan de voet van de waterval lijkt het centrum van Bad Gastein voortdurend in een lichte nevel gehuld, wat de verlaten hotels nog spookachtiger maakt. ’s Avonds, in een ‘pop-up pizzeria’ met de naam Good Gastein, raakt een van de weinige dinergasten slaags met de koks. De vijf mannen uit de keuken hebben grote moeite de agressieve gast naar buiten te werken, die daarbij een spoor van vernieling achterlaat. Met één effectieve armbeweging veegt de gast glazen en flessen van de bar op de grond. Borden sneuvelen, één van de pizzabakkers heeft tomatensaus op zijn gezicht, een ander bloed. Een telefoon waarmee iemand de politie belt, wordt in een hoek gegooid. Als de politie er eenmaal is, ligt de grond bezaaid met scherven. De revival van Bad Gastein gaat met vallen en opstaan.
Als Andreas Fulda Amerikaanse diplomaten of politicologen spreekt, zijn die steevast verbijsterd over de banden van Duitsland met China. „Zij staan niet alleen perplex over de Duitse houding, ze snappen ook niet waarom de Duitse elite met open ogen nieuwe afhankelijkheidsrelaties met China aangaat.”
De westerse wereld worstelt met de vraag hoe zich te verhouden tot China. Het wantrouwen jegens dit land neemt toe, nu president Xi Jinping een steeds nationalistischer koers vaart en China zich assertief opstelt tegenover Taiwan. Intussen overspoelen gesubsidieerde producten uit China, zoals elektrische auto’s, de wereldmarkt. Zo groeit de angst voor een door China gedreven de-industrialisering in Europa.
En intussen blijven de Duitse regering en het bedrijfsleven toenadering tot China zoeken. Dat gedrag fascineert Andreas Fulda, sinoloog en hoogleraar politicologie aan de universiteit van Nottingham. De Duitser publiceerde er onlangs een boek over, Germany and China, waarin hij de houding van de Bondsrepubliek probeert te verklaren.
Duitse industriële bedrijven, zoals Volkswagen, investeerden de afgelopen jaren miljarden in China. Daarmee breidden ze hun vaak al significante aanwezigheid uit: Volkswagen is voor ruim de helft van zijn winst afhankelijk van dat land. Chemieconcern BASF bouwt er nu een gigantische fabriek.
Bondskanselier Olaf Scholz bezocht het land twee keer. Na de coronacrisis was hij in 2022 de eerste Europese leider die dat deed, met in zijn kielzog een groep industriëlen. Hij verzette zich tegen invoering van Europese heffingen op Chinese elektrische auto’s.
Allemaal levensgevaarlijk, vindt Fulda. De elite in Duitsland beseft volgens hem niet hoezeer de Chinezen het land in de tang hebben, met grote geopolitieke en economische risico’s. In de curieuze relatie tussen de twee landen is volgens hem een sleutelrol weggelegd voor de grote vier van de Duitse industrie: autofabrikanten VW, Daimler (Mercedes), BMW en chemieconcern BASF. „Zij houden door hun grote belangen in China de kanselier in een soort houdgreep”, vertelt hij per videoverbinding uit Engeland.
In Duitsland, schrijft u, is het idee diepgeworteld dat ‘verandering door handel’ mogelijk is. Autocratieën kunnen liberaler worden door handel met democratieën.
„Eind jaren zestig, begin jaren zeventig leefde in Duitsland het idee van ‘verandering door toenadering’, bedacht door de sociaal-democratische politicus Egon Bahr. Dat was in die tijd best succesvol; het leidde in 1975 bijvoorbeeld tot de Helsinki-akkoorden [over onder meer mensenrechten en onderlinge samenwerking] tussen het Westen en het Oostblok.
„De variant met handel heeft daarna in Duitsland een soort beleidsmonopolie gekregen, vooral in de jaren negentig en het begin van deze eeuw: het idee dat Rusland en China door handel welvarend zouden worden, en daardoor liberaal en democratisch. Maar de oorlog in Oekraïne laat zien dat dit totaal niet opgaat.”
Volgens u omarmde vooral de sociaal-democratische SPD dit beleid. Waarom wilde ze China zoveel ruimte geven?
„De ideeën van Egon Bahr werden door hen op den duur gemystificeerd. Na de Koude Oorlog was het voor de sociaal-democraten makkelijk om te zeggen: kijk hoe goed ons beleid heeft gewerkt!
„Daar komt iets bij – en daar praten Duitsers niet graag over: het diepgaande anti-Amerikanisme in de Duitse maatschappij. Met een vriendschappelijke houding tegenover China en Rusland valt electorale winst te behalen, en vooral de sociaal-democraten stellen zich van oudsher zo op.”
Angela Merkel, christen-democraat, probeerde volgens u een andere koers in te slaan. Waarom mislukte dat?
„Ze is een heel paradoxale figuur. Ze groeide op in de DDR, en in haar eerste campagne zei ze: ik snap hoe het is om in een totalitair systeem te leven. In haar Chinabeleid wilde ze meer aandacht geven aan waarden dan aan winsten. Maar ze kreeg vervolgens harde kritiek van sociaal-democraten als haar voorganger Gerhard Schröder, en van de Duitse industrie.
„Uiteindelijk liet ze het buitenlandbeleid over aan haar sociaal-democratische minister van Buitenlandse Zaken [en tegenwoordig president] Frank-Walter Steinmeier – heel onfortuinlijk. Daarmee is haar rol toch erg kwalijk geworden, want haar zestien jaar lange regeerperiode droeg zo bij aan dogmatisering van het idee van ‘vervlechting’ met China.”
Uit uw onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld Duitse media een kritischer toon aanslaan over de banden met China. Maar dit vertaalt zich niet in ander gedrag bij politici of de industrie. Waarom niet?
„Ik denk dat er bij de Duitse elite veel weerstand is tegen verandering. Veranderen van ingesleten opvattingen is moeilijk en pijnlijk, en de idee van verandering door handel leeft sterk.
„Verder is de Duitse politieke cultuur, om historische redenen, conflictmijdend en streeft ze naar harmonie. Als ik met Duitse diplomaten praat, zeggen ze altijd: ‘Ja, ja, alles goed en wel, Andreas, maar we moeten rekening houden met vergeldingsmaatregelen door China.’ Als je dat de hele tijd doet, groeit de macht van je tegenstander. Dit noem ik de ‘strategische blindheid’ van de Duitse kant. Als je constant zwakheid uitstraalt, wordt misbruik van je gemaakt.”
Als Scholz naar China reist met alle industriebazen, zeggen zij natuurlijk tegen hem: behoud de status quo
Een andere belangrijke factor is volgens Fulda de macht van de grote Duitse industriële concerns. „De Duitse corporate politieke economie draagt ook bij aan de trage verandering. De vier conglomeraten hebben enorm veel economische macht, ook in de politiek. The Economist publiceerde een artikel over Scholz, waarin ‘de bubbel in de bubbel’ ter sprake kwam. Hij wordt erg beschermd. Slechts weinig mensen hebben toegang tot hem en hij spreekt weinig critici.” Maar hij spreekt wél de topmannen van die vier concerns. „Als hij naar China reist met alle industriebazen, zeggen zij natuurlijk tegen hem: behoud de status quo.”
Eigenlijk bent u kritisch over de Duitse democratie.
„Je zou na de afgelopen verkiezingen ander beleid hebben verwacht. We kregen de stoplichtcoalitie, met sociaal-democraten, liberalen en Groenen. De buitenlandminister kwam van de Groenen, Annalena Baerbock. Zij was voorstander van een veel assertievere houding tegenover China. Maar het is uiteindelijk de bondskanselier gebleken die alles bepaalt.
„Scholz zei: It’s my way or the highway. Baerbock wilde duidelijk geen kabinetscrisis riskeren over het Chinabeleid. Ondanks alle problemen en alle kritiek verandert er dus niks. Ik vind dat een autoritair trekje van het politieke systeem dat alles te maken heeft met de macht van die grote conglomeraten.”
Hoe verklaart u dat deze bedrijven zich zo aangetrokken blijven voelen tot China en maar blijven investeren? Voor hen ziet de situatie er door toegenomen Chinese concurrentie juist slecht uit.
„Deze bedrijven zeggen altijd dat de Chinese markt zo belangrijk is. Ze hebben er simpelweg enorme commerciële belangen. Met investeringen denken ze het onvermijdelijke te kunnen voorkomen. Maar de Chinese partijstaat interesseert zich totaal niet voor het lot van een buitenlands bedrijf.”
De Chinese partijstaat interesseert zich totaal niet voor het lot van een buitenlands bedrijf
Fulda is op een missie om Duitsland wakker te schudden. Hij is voorstander van gedeeltelijke ontkoppeling van westerse economieën en China. „We hebben geen tijd om onze banden geleidelijk losser te maken. De oorlog in Oekraïne zou volgens Scholz tot een Zeitenwende leiden, een paradigmaverandering, maar die is niet gekomen. Mijn angst is dat nog veel grotere schokken nodig zijn, zoals een oorlog in Oost-Azië, om de Duitse strategische cultuur te veranderen. Laten we hopen dat zoiets niet nodig is.”
Lees ook
Waarom blijft het politieke klimaat in China ondanks grote veranderingen hetzelfde?
Kan economische vervlechting echt niet helpen om conflicten te voorkomen? Uiteindelijk betaalt China ook een hoge prijs als de economische banden worden doorgesneden.
„Ik had vlak voor de Russische invasie een gesprek met mijn vader, een voormalig Duits diplomaat. Hij zei: maak je geen zorgen, Andreas, Rusland zal Oekraïne nooit binnenvallen, dat is niet in hun belang!
„We moeten dit abstracter zien. De onderliggende aanname dat China ook afhankelijk is van ons, klopt niet. Dat is een projectie van onze eigen westerse ideeën en filosofieën. Voor revisionistische staten kan het volkomen rationeel zijn een handelsrelatie te vernietigen. Als je doel dominantie is, slaat zulk gedrag wel degelijk ergens op.”
Hoe maakt ontkoppeling de wereld dan veiliger? Een inval in Taiwan is alsnog mogelijk.
„Stel je een scenario voor waarin partijsecretaris Xi opdracht geeft tot de militaire annexatie van Taiwan. Dat zal leiden tot oorlog; Japan raakt betrokken, en vrijwel zeker de VS. Washington zal Europa niet vragen troepen of vliegdekschepen te sturen. Het zal wel vragen China sancties op te leggen. Maar ik vrees dat dit nu niet kan, door alle afhankelijkheden en angst voor vergelding. Als je al ontkoppeld bent, kan het wel.
„Veel Europese havens zijn inmiddels in handen van Chinese bedrijven. In veel IT-systemen zit Chinese technologie. Daarmee ben je erg kwetsbaar voor chantage. Je kunt zeggen: dat er oorlog komt, is nogal een aanname. Maar helaas zijn de voortekenen duidelijk, politici en analisten zijn hier steeds bezorgder over.”
Wie nu in Addis Abeba in een restaurant gaat eten, krijgt de kaart zonder prijzen. Althans, ze zijn allemaal doorgestreept.
Wat de prijzen vandaag zullen zijn, vraagt iedere bewoner van de Ethiopische hoofdstad zich voor heel veel producten af, sinds de regering vorige maand de birr liet zweven. Voor het eerst sinds een halve eeuw bepaalt niet de overheid de waarde van de munt, maar de vrije markt.
Dat leidde direct tot hogere prijzen voor vrijwel alle producten. „Ethiopië stond op de rand van faillissement. Dit was de enige uitweg”, zegt een economisch expert die anoniem wil blijven.
De liberale hervormingen die de regering doorvoert, zijn revolutionair voor een economie waarin de staat altijd een belangrijke sturende rol had. Loslaten van de vaste wisselkoers kostte de birr onmiddellijk 30 procent van zijn waarde. In ruil voor deze stap ontvangt Ethiopië steun van IMF en Wereldbank ter waarde van uiteindelijk 10,7 miljard dollar, aldus de centrale bank van het land. Dat is inclusief schuldverlichting.
„Het neoliberale model is een doodlopende weg”, had Meles Zenawi, de premier van Ethiopië van 1991 tot 2012, nog gezegd. Het door de staat beheerste financiële systeem moest Ethiopische staatsbedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie. De nieuwe machthebbers onder de premier Abiy Ahmed denken daar heel anders over. Volgens Mamo Mihretu, gouverneur van de centrale bank, zijn de hervormingen „een transformerend moment in de economische reis van Ethiopië”.
Traditioneel grote invloed staat
Ethiopië vormde tot nog toe een uitzondering in Afrika. Banken, telefoonsector, luchtvaartmaatschappij en hotelketens, van het eeuwenoude keizerrijk tot de marxistische regimes: de staat had het leeuwendeel van de aandelen in handen. Terwijl de rest van Afrika al sinds begin jaren negentig het geldverkeer had geliberaliseerd, moest een bezoeker aan Addis Abeba al zijn buitenlandse valuta opgeven. De regering hield de birr ten behoeve van de bevolking kunstmatig hoog, zodat de kosten van levensonderhoud laag bleven. Benzine kostte soms minder dan de regering er in het Midden-Oosten voor betaalde.
Zo hield de overheid de bevolking rustig. Wel moest ze voortdurend haar reserves aan harde valuta aanspreken, en eind vorige maand bleken die nog slechts genoeg voor twee weken import. „Het was een kunstmatig systeem dat ver van de werkelijkheid afstond”, oordeelt de economische expert.
Terwijl politiek belangrijke staatsbedrijven de schaarse harde valuta opslokten, ontstond een drukke zwarte markt. Daarop moest in juni voor een dollar twee keer zoveel betaald worden in birrs als de officiële koers voorschreef. Nu de banken na de liberalisering zelf hun koers mogen bepalen, zijn de koersen op de beide markten dicht bij elkaar gekomen.
Militaire conflicten
Het nieuwe valutaregime is onderdeel van een reeks hervormingen. Zo zijn importbeperkingen op 38 productcategorieën afgeschaft, en is de eis geschrapt dat exporteurs en commerciële banken buitenlandse valuta bij de centrale bank inleveren. Buitenlandse investeerders moesten voorheen 60 procent van hun verdiende dollars inruilen voor birrs tegen de officiële koers.
Op de economische hervormingen was al langer aangedrongen, maar militaire conflicten in de deelstaten Tigray, Amhara en Oromia leidden de afgelopen twee jaar tot vertraging. Door die oorlogen – waarbij peperdure, met dollars betaalde drones worden ingezet – zijn de voorheen hoge groeicijfers teruggelopen, net als de interesse van potentiële buitenlandse investeerders voor een markt met ruim honderd miljoen Ethiopiërs. Maar toen de regering vorig jaar obligatiehouders niet meer kon betalen en andere schuldeisers aandrongen op IMF-interventie, moest ze de deuren wel opengooien.
Veel Afrikaanse landen moeten de broekriem aanhalen in de nasleep van de coronapandemie en door de prijsstijgingen van graan en kunstmest die gevolg zijn van de oorlog in Oekraïne. Kenia en Nigeria pasten een shocktherapie toe door devaluatie van hun munten, staken van subsidies en forse verhogingen van belastingen. Dat leidde tot sociale onrust.
Ook Ethiopië staat nog wat te wachten. In overleg met het IMF schaft de overheid er de subsidies op brandstof en andere goederen stapsgewijs af. In verschillende steden zijn de afgelopen dagen al winkeliers opgepakt die daarvan misbruik maakten.
Toen Valentina Gil (26) op de ochtend na de Venezolaanse verkiezingen, eind juli, wakker werd trof ze haar moeder huilend naast haar bed aan. „Vertrek alsjeblieft uit Venezuela, er is hier geen toekomst voor je”, zei haar moeder.
Gil, in het dagelijks leven factchecker bij een onafhankelijk online mediaplatform, troostte haar moeder en zei dat ze toch niet op stel en sprong kon vertrekken. „Waar haal ik het geld vandaan, zei ik tegen haar. En bovendien: stel dat Maduro alsnog wordt gedwongen zijn verlies toe te geven omdat de uitslag op fraude wijst? Wie weet kan de oppositie dan toch gaan regeren en breekt er in Venezuela een betere tijd aan. Dan wil ik juist blijven om mijn land helpen op te bouwen”, zegt Gil vol overtuiging.
In haar ouderlijke huis, een appartement in een hoog stenen gebouw in de middenklassewijk La Candelaria, zit een Siamese kat parmantig op de bank. Er klinkt vrolijk getjilp van parkieten in een kooitje bij het raam. In een kast staat een foto van haar eerste heilige communie. Ernaast, andere vrolijke familiefoto’s.
Valentina Gil in haar huis in Caracas. Foto Andrea Hernandez Briceno
In de wijk oogt het deze ochtend rustig. Maar de afgelopen dagen is Valentina Gil ’s nachts een paar keer angstig wakker geworden door het geschreeuw van politieagenten die razzia’s houden in de wijk. Ze dringen huizen binnen op zoek naar vaak jonge Venezolanen die de afgelopen weken protesteerden tegen president Nicolás Maduro, die de verkiezingsoverwinning claimt. ‘Operatie klop klop’, heten deze opsporingsacties, waarbij zelfs antiregeringsberichten op sociale media al reden genoeg kunnen zijn om opgepakt te worden.
„Als het zo doorgaat, weet ik niet hoelang ik hier nog kan blijven”, zegt Gil terwijl ze de kat aait. „Want hoe veilig is het nog voor mij, werkzaam bij een onafhankelijk mediaplatform? Mensen krijgen een beloning als ze buren die de oppositie steunen, verklikken bij de autoriteiten. Doodeng.”
Gil woont samen met haar moeder en een jonger broertje. In het appartement naast hen wonen haar tante en oma. „We zijn een hele hechte familie. Alleen zijn we door de economische en humanitaire crisis van de afgelopen jaren uit elkaar gedreven. Velen zijn gevlucht in de hoop elders een beter bestaan op te bouwen. Iedereen is verspreid geraakt door Latijns-Amerika”. Ze bladert door een fotoalbum. „Deze neef woont nu in Peru. En deze oom in Brazilië. Als ik vertrek heb ik genoeg opties, dat weer wel.”
De kat van Valentina Gil op fotoalbums uit haar jeugd. Foto Andrea Hernandez BricenoValentina Gil in haar keuken, in Caracas. Foto Andrea Hernandez Briceno
Crisis
Net als Valentina’s familie ontvluchtten de afgelopen jaren pakweg acht miljoen Venezolanen hun land vanwege de politieke, economische en humanitaire crisis. Veelal naar omringende landen als Peru, Colombia, Brazilië, Argentinië, maar velen probeerden ook naar de VS te komen. In Europa gingen Venezolanen met name naar Spanje.
De migratiecrisis kan weer oplaaien door de verkiezingsuitslag. De oppositie zegt op basis van door haar gepresenteerde cijfers met 67 procent van de stemmen te hebben gewonnen. Maduro claimt de overwinning, gesteund door de Nationale Kiesraad, die onder invloed staat van zijn regering; zij zijn tot nu toe echter niet transparant over de resultaten. Die crisis leek de laatste jaren juist iets te zijn gestabiliseerd, waarbij zelfs Venezolanen terugkeerden omdat het economisch wat beter ging. Maar het vooruitzicht van nog eens zes jaar Maduro en nog meer onderdrukking, stuit veel jonge Venezolanen tegen de borst. Ze willen niet nog verder in een houdgreep terechtkomen.
‘Geloof in ons volk’ staat er op een billboard met de afbeelding van president Nicolás Maduro, in Caracas. Foto Andrea Hernandez Briceno
„Ik ken mijn land niet anders dan 26 jaar onder invloed van het chavismo”, zegt Valentina Gil, verwijzend naar de politieke ideologie ooit geïntroduceerd door de destijds populaire oud-president Hugo Chavez (1999-2013). „Voor mij staat het voor iets negatiefs. Voor crisis, geen democratie of vrijheid van meningsuiting en voor verlies van vrienden en familieleden”, zegt Gil.
Aan de andere kant van de stad, rondom de groene, uitgestrekte heuvelrug van het Avila gebergte, tokkelt Robert Fariñez (30) wat melancholische akkoorden op zijn gitaar. Zijn moeder schenkt kleine kopjes sterke koffie in. Hij was vijf toen Chavez aan de macht kwam en zijn hele bewuste leven kent ook Fariñez geen andere politieke realiteit in Venezuela. Hoewel hij jarenlang probeerde weg te komen, was Fariñez recentelijk juist weer positiever geworden over zijn land. „Ik was bezig om naar Spanje te vluchten, waar een nicht woont. Ik wilde naar de VS, waar mijn broer woont. Ik had uiteindelijk alle vereiste documenten rond voor Chili, maar toen brak de coronapandemie uit en kon ik geen kant op”, zegt hij.
Toen hij eenmaal vastzat in Venezuela besloot hij er het beste van te maken. De laatste jaren kreeg Fariñez zelfs meer werk als illustrator. „Ik dacht: als de verkiezingen goed verlopen en de oppositie wint, dan laat ik het buitenlandse avontuur helemaal schieten”.
Maar de verkiezingsuitslag is voor hem de druppel. „Niet alleen voor mij maar voor heel veel van mijn vrienden. We hebben zoiets van: we moeten zo snel mogelijk weg. Als de regering-Maduro zo ongegeneerd kan frauderen terwijl we allemaal weten dat ze niet heeft gewonnen, waar is ze dan nog meer toe in staat? Vrienden van mij zijn al opgepakt omdat ze vreedzaam protesteerden tegen deze uitslag. Ik heb mijn nicht in Spanje gebeld dat ik ieder moment kan komen. Want wie weet ben ik de volgende die wordt opgepakt”, zegt hij bezorgd.
Robert Farinez, 31, staat voor zijn huis in Caracas. Foto Andrea Hernandez Briceno
Robert Farinez en zijn moeder, Milagros Del Valle.Foto Andrea Hernandez BricenoRobert Farinez houdt de hand vast van zijn nichtje.Foto Andrea Hernandez Briceno
Intimidatie en arrestatie is iets dat zelfs hem kan overkomen, nu hij zich kritisch opstelt, zegt politicus Juan Barreto. Deze oud-burgemeester van Caracas, parlementariër en oprichter oppositiepartij Redes was lange tijd bondgenoot van oud-president Chavez. Hoewel hij zich uiteindelijke losweekte van Chavez, noemt hij zichzelf nog steeds ‘chavista’. Over Maduro en zijn regering is hij zeer kritisch.
„De regering-Maduro klampt zich met steeds meer repressie vast aan een eigen uitslag, die zij als waarheid ziet. Transparant is ze niet, maar ze heeft wel de macht en het leger achter zich. De oppositie graaft zich ook in, heeft haar eigen uitslag gepubliceerd en blijft daaraan vasthouden en hoopt op steun van het buitenland. Ondertussen is de bevolking de dupe”, zegt Barreto vanuit zijn huis in Caracas. Hij citeert een Afrikaans gezegde dat volgens hem van toepassing is op de huidige impasse in Venezuela. „Als olifanten met elkaar vechten is degene die daar onder lijdt, het gras. In dit geval is het gras onze republiek, oftewel de Venezolaanse bevolking”, zegt hij.
Politicus Juan Barreto was tien jaar geleden nog een bondgenoot van president Maduro, maar inmiddels niet meer. Foto Andrea Hernandez Briceno
Barreto kent Maduro persoonlijk en rekende zich tot tien jaar geleden nog als een bondgenoot. „Maduro zou voortzetten wat Chavez had opgebouwd en als linkse politicus steunde ik hem in eerste instantie. Maar Maduro was er niet voor de bevolking maar voor een kleine groep machtigen om zich heen”, zegt hij.
Maduro’s doel is volgens Barreto de macht te behouden om te overleven. „Er loopt een onderzoek voor schendingen van mensenrechten tegen hem bij het Internationaal Strafhof, er zijn sancties tegen Maduro. En de Verenigde Staten heeft een prijs op zijn hoofd gezet. Als president geniet hij immuniteit”, zegt Barreto. De pogingen van de oppositie om het leger los te weken of de hoop die zij heeft dat er scheuren in de regering ontstaan, lijken Barreto weinig zinvol. „Ik zie dat niet snel gebeuren, de belangen van de groep rondom Maduro zijn te groot. De onderhandelingen en bemiddelingspogingen van de G3 van linkse landen, Colombia, Mexico en Brazilië, zullen mogelijk meer opleveren”, zegt hij.
Hoewel hij een jongere generatie misschien weinig zegt, is Chavez nalatenschap op de muren in Caracas nog altijd zichtbaar. Chavez’ indringende ogen geschilderd op gebouwen, alsof hij – zelfs na zijn dood – nog steeds controleert wat er in het land gebeurt. Zijn afbeelding naast de grote vrijheidsstrijder Simon Bolivar en Chavez in vuurrode blouse op de fiets op een muurschildering. „Hij heeft destijds een echte sociale omwenteling gebracht. Venezuela was voor Chavez in handen van een elite. Hij slaagde er in olierijkdommen en de zeggenschap over het land aan het volk terug te geven. Maar nu is het opnieuw, met repressie, in handen is van een kleine groep machtigen”, zegt Barreto teleurgesteld.
Valentina Gil hoorde haar moeder als kind vaak lyrisch over Chavez praten. „Als ze vroeger over hem vertelde straalden haar ogen. Maar nu biedt mijn moeder excuus aan. Omdat ik niet dezelfde kansen heb als zij destijds. Op mijn leeftijd kon zij van het geld dat ze verdiende dit huis kopen. Voor mij is een eigen onafhankelijk leven opbouwen onmogelijk. Nu smeekt ze me het land te verlaten”, zegt Valentina.
Valentina Gil als jong meisje tijdens een van haar verjaardagspartijtjes.Robert Farinez op een jeugdfoto.
Foto’s: Foto Andrea Hernandez Briceno, Andrea Hernandez Briceno
Zijn landgoed reikt tot dáár, tot aan de glinsterende rivier in de verte, wijst Charles Courtenay. Tussen de riviermonding van de Exe en het kasteel, met klassieke torens en een symmetrische tuin met in kegelvorm geknipte heggen, graast een kudde herten in de zon. Landgoed Powderham beslaat meer dan 1.400 hectare bos en landbouwgrond.
„Hier kwamen vroeger bijna elke dag schepen uit Nederland aan”, vertelt Courtenay verder. Exeter was in de zestiende en zeventiende eeuw een belangrijke handelspartner van de lage landen, vooral voor schapenwol. „Niet voor niets dineerde William Courtenay in 1688 met Willem van Oranje.” De oorsprong van de naam Powderham heeft niets met buskruit te maken, zegt Courtenay, maar komt van het Nederlandse Polder-ham: een nederzetting op een drooggemaakt stuk land bij de rivier.
Powderham is zijn thuis. Hier is Charles Courtenay, de negentiende graaf van Devon, opgegroeid. Net als zijn voorouders, die het complex ergens tussen 1390 en 1420 lieten bouwen. Courtenay woont in een paar kamers op de begane grond van het kasteel. De rest is open voor bezoek, soms zijn hier zelfs concerten en festivals. De Geheime Balzaal en de Staatsbanketzaal zijn te huur voor bruiloften, in de boerderijwinkel is hertenvlees afkomstig van het landgoed te koop. In het trappenhuis hangen grote kroonluchters en schilderijen van de eerdere Courtenays.
Charles Courtenay in zijn kasteel. „We hebben een paar onverbiddelijke hereditary leden die eerder tot het uiterste gegaan zijn om afschaffing van hun zetels te voorkomen.” Foto Justin Griffiths-Williams
Charles Courtenay is, zegt hij zelf, „waarschijnlijk het enige hereditaire lid van het Hogerhuis” dat in zo’n klassiek, bijna cliché kasteel woont. Het overgrote deel van de leden van het Britse Hogerhuis wordt door de premier benoemd, voor het leven. Een groep van 92 leden dankt hun zetel aan hun erfelijke adellijke titel: zij zijn hereditary peers. Courtenay: „Daar zitten leraren tussen, ingenieurs, dierenartsen. We zijn bij elkaar genomen eigenlijk nogal gemiddeld. Vrij gemiddelde personen die toevallig een titel hebben geërfd.”
Einde aan de erfelijkheid
Maar de hereditaries zijn hun lidmaatschap niet langer zeker. De nieuwe regering van Labour wil het totaal aantal leden van de Britse Eerste Kamer verlagen: het is na de Chinese Volkscongres het grootste wetgevende instituut ter wereld, met 791 leden. Labour komt met wetgeving om een einde te maken aan het lidmaatschap van de erfelijke Lords. Voor de aristocratie is straks geen plaats meer in het parlementaire stelsel.
Idee is om een constitutionele hervorming af te maken die eind jaren negentig onder toenmalig Labour-premier Tony Blair is begonnen. In 1999 maakte de regering-Blair een einde aan de meer dan zeshonderd erfelijke zetels die baronnen, markiezen en hertogen automatisch in het Hogerhuis bekleedden. De 92 hereditary peers die nu nog in het Hogerhuis zitten, vormden een compromis om die grote verandering voor elkaar te krijgen. Als iemand uit die groep van 92 overlijdt of zich terugtrekt, kiezen de hereditaries van de partij in kwestie een nieuw adellijk lid voor die zetel.
De huidige Labour-regering vindt deze gang van zaken een anachronisme en ziet het „meer als per ongeluk dan als opzet” dat die 92 nog steeds kunnen stemmen over wetgeving. „In de 21ste eeuw zouden geen bijna honderd plaatsen gereserveerd moeten zijn voor individuen die in bepaalde gezinnen zijn geboren, noch praktisch alleen voor mannen”, staat in een toelichting op hun plannen voor komend jaar. Bijna altijd zijn het mannen die hun adellijke titels doorgeven.
Het einde aan de hereditaire lidmaatschappen krijgt prioriteit en wordt waarschijnlijk dit jaar in het parlement besproken. Later zou Labour ook een pensioenleeftijd willen invoeren. Nu is een benoeming voor het leven, maar dan zouden Lords en Ladies van boven de tachtig jaar bedankt worden voor hun diensten. Als beide twee maatregelen erdoor komen, zou de omvang van het Hogerhuis met 49 procent afnemen.
Herstel van balans
Het voornemen een einde te maken aan de ‘erfelijke’ zetels vindt Philip Norton vanuit Labour bezien „begrijpelijk”, zegt hij. Norton is hoogleraar openbaar bestuur en lid van het Hogerhuis namens de Conservatieve Partij. „Deze praktische en vrij simpele maatregel helpt Labour om de zetelbalans in het Hogerhuis wat in hun voordeel te herstellen.” Labour heeft in het Hogerhuis ruim honderd zetels minder dan de Conservatieven. Meer dan de helft van de ‘hereditaire’ Lords is van de Conservatieve partij, nog eens een derde is onafhankelijk. Labour heeft er maar vier.
Over het invoeren van een pensioenleeftijd is hoogleraar Norton kritischer. „Er zijn zoveel Lords van tachtig jaar of ouder die juist vanwege hun soms heel specifieke kennis uit het verleden toegevoegde waarde hebben in debatten. Als je leeftijd als criterium hanteert voor hun lidmaatschap, gaat dat verloren.” Een betere manier zou volgens hem zijn om de regels rond aanwezigheid in het Hogerhuis aan te scherpen. Nu worden leden die gedurende één parlementsperiode niet aanwezig zijn geweest, geschorst. Het gebeurde afgelopen jaar bij zes leden. „Maar die aanwezigheidseis kun je opkrikken.” Bijvoorbeeld door Hogerhuisleden te verplichten 10, 20 of zelfs 30 procent van de tijd aanwezig te zijn, zegt Norton.
Bovendien, zegt hoogleraar Norton, zijn eerder dan het grote aantal leden vooral de omstreden benoemingen die Britse premiers in het verleden deden een probleem voor de reputatie van het Hogerhuis, omdat daar een zweem van vriendjespolitiek omheen hangt. Toen de kortst zittende premier uit de Britse geschiedenis, Liz Truss, bij haar afscheid in oktober 2022 met elf voordrachten voor het Hogerhuis kwam, ging daarover in de Londense politieke bubbel menig wenkbrauw omhoog. Norton: „Als ik studenten vraag hoeveel Hogerhuis-leden er zijn, hebben ze geen idee. Maar de verhalen over de uitwassen kennen ze wél, over Lord Lebedev en barones Mone bijvoorbeeld.”
Lord Lebedev is de Russissche Brit Evgeny Lebedev, die in 2020 op initiatief van oud-premier Boris Johnson een zetel in het Hogerhuis kreeg. Volgens Britse media vonden de veiligheidsdiensten zijn benoeming een risico, omdat zijn vader nauwe banden heeft met het regime van de Russische president Poetin. Zijn benoeming ging toch door en officieel heet hij nu Baron Lebedev van Hampton en Siberië. En barones Michelle Mone kwam in opspraak omdat het bedrijf van haar man tijdens de coronacrisis tientallen miljoenen verdiende aan een deal over beschermende kleding. Er loopt een rechtszaak tegen haar en hoewel ze zich tijdelijk afmeldde bij het Hogerhuis, is ze wel nog steeds lid.
Voorvaderen
Graaf Charles Courtenay is één van de weinige hereditaries die ervoor uitkomt dat hij de 92 erfelijke leden liever zou behouden. De honderden adellijke leden van vóór 1999 waren volgens hem inderdaad niet meer van deze tijd, maar de huidige uitzondering voor een kleinere groep „is een heerlijke Britse mengelmoes”, zegt hij, die juist past bij de manier waarop Britten politiek bedrijven. „Wij doen niet graag aan revoluties. We hebben ook niet voor niets geen geschreven grondwet. We schrijven niets op, we komen er onderling wel uit.”
Van de Conservatieve Partij is het een publiek geheim dat rijke donoren die miljoenen aan de partij geven, beloond worden met een zetel in het House of Lords
Ook Courtenay ziet in dat benoemingen op basis van erfelijke titels ouderwets zijn, achterhaald zelfs. Maar dat geldt voor zovéél dingen in de samenleving, zegt hij. „We erven ook vastgoed van onze ouders en onze monarchie is erfelijk bepaald. Voor een deel van het parlement lijkt het me ook passend.” En van de hereditaries weet je tenminste waarom hun voorvaderen ooit in het Hogerhuis terecht kwamen, zegt hij: „Ik zat laatst in de bankjes naast de hertog van Wellington. Zijn voorvader won de Slag bij Waterloo. Waarom zijn die andere leden benoemd? Vanwege een deal in achterkamertjes of omdat ze goed zijn met sommige politici.” Van de Conservatieve Partij is het een publiek geheim dat rijke donoren die miljoenen aan de partij geven, beloond worden met een zetel in het House of Lords.
Volgens Courtenay kiest Labour „de makkelijke weg” met het afschaffen van de hereditaries. „Daarmee houden we straks een Huis over vol leden die zijn aangewezen door premiers. Dat lijkt me pas bezwaarlijk.” De verkiezing van de adellijke Lords is nu de enige manier waarop nog onafhankelijk van de regering nieuwe leden in het Hogerhuis komen: alle anderen worden door de zittend premier voorgedragen. In 2018 werd Courtenay door de andere onafhankelijke hereditaries gekozen, hij won met zeven stemmen.
Volgens Courtenay kiest Labour „de makkelijke weg” met het afschaffen van de hereditaries. Foto Justin Griffiths-Williams
Bij de samenstelling van zijn kabinet begin juli benoemde Labour-premier Keir Starmer ook enkele Lords, omdat hij hen als vakministers in zijn regering wilde hebben en in het Verenigd Koninkrijk ministers altijd in het parlement horen te zitten. Dus zijn de minister voor Gevangenissen, de minister voor Wetenschap en de openbaar aanklager nu lid van het Hogerhuis. Niets op tegen, vindt zowel Courtenay als hoogleraar Norton. Norton: „Wij waren zelfs verheugd dat de openbaar aanklager nu weer onder ons is. We hadden een tekort aan goede advocaten.”
Politiek wordt het een uitdaging voor Labour om het voorstel over de erfelijke Lords erdoor te krijgen. Al helemaal omdat de partij de steun van het Hogerhuis de komende maanden juist hard nodig heeft, voor alle andere nieuwe wetten die ze wil doorvoeren. Koning Charles kondigde onlangs in zijn troonrede – in de zaal van het Hogerhuis – meer dan dertig wetsvoorstellen aan voor komend jaar. Courtenay denkt dat het spannend gaat worden: „We hebben een paar onverbiddelijke hereditary leden die bij eerdere pogingen tot het uiterste gegaan zijn om afschaffing van hun zetels te voorkomen.”
Boer Richard Wiedemann lijkt er geenszins wroeging over te hebben dat hij, zijn acht melkkoeien, zijn kippen en schapen tot museumstukken zijn verworden. De boerderij van Wiedemann is al generaties in de familie, het woonhuis annex stal is bijna 250 jaar oud, de buitenmuren zijn van typische Allgäuer ‘Schindeln’, een soort houten visschubben. Sinds twintig jaar is zestiger Wiedemann hoofdzakelijk een soort modelboer. Zijn boerderij is het hart van het Bergboerenmuseum in het Beierse Diepolz.
In het museum leren met name gezinnen met kinderen hoe het is om boer te zijn in de bergen, met koeien op groene weides tussen besneeuwde bergtoppen. Voor Wiedemann, die binnenkort met pensioen gaat, is die opgave bijna geschiedenis, net als voor veel andere Beierse boeren die geen toekomstbestendig bedrijf hebben. Voor een aantal van Wiedemanns buren daarentegen is het hooien op steile hellingen en kuddes die op grote hoogte van water moeten worden voorzien nog dagelijkse kost.
Diepolz ligt 1.038 meter hoog in de Allgäu in het zuidelijkste puntje van Duitsland. In het dorp – een doorgaande weg hoog boven het dal, uitzicht op zuidelijker Alpen, een kerk, een kaasmakerij en het museum – wonen zo’n zestig mensen. Op deze julidag in vakantietijd is er niettemin veel rumoer in het plaatsje. Op de parkeerplaats van het museum ruziën kinderen met elkaar en ouders met hun kinderen, in de ontvangstruimte van het museum staat een groep volwassenen met een verstandelijke beperking. Ongeveer zeventigduizend bezoekers per jaar komen naar het museum, zegt museumdirecteur Thilo Kreier.
Het dorp Diepolz in Beieren in 1989 en in 2024. Museumdirecteur Thilo Kreier: „In de Allgäu lijkt veel nog net als vroeger.”
Foto’s: Rob Meines, Louisa Marie Summer
Nieuw dorpscentrum
„Hier in de Allgäu hebben we het probleem dat in de kleine dorpjes steeds minder leven is”, zegt Kreier. „Dat was hier in Diepolz ook zo, en daarom werd een jaar of 25 geleden besloten om het dorp nieuw leven in te blazen door een bergboerenmuseum te openen. De school was al opgedoekt, de kaasmakerij stond op het randje van faillissement. Het museum is er gekomen bij wijze van nieuw dorpscentrum, voor werkgelegenheid en natuurlijk in het kader van ‘regiomarketing’.” Zuivel en met name kaas uit de Allgäu wordt in Duitsland geassocieerd met hoge kwaliteit, en de regio is geliefd bij vakantiegangers om te wandelen, te zwemmen en te mountainbiken.
Bovendien, zegt Kreier, wordt de regio door toeristen aantrekkelijk gevonden omdat die nog zo’n oorspronkelijke indruk maakt. „Bergboeren zijn over het algemeen nogal conservatieve mensen. Ze zijn behoudend als het om hun land gaat en ze willen geen verandering. Dat zorgt ervoor dat de dorpjes en het landschap er vandaag de dag nog heel traditioneel uitzien. In de Allgäu lijkt veel nog net als vroeger.”
Bergboeren zijn conservatief, in de Allgäu lijkt veel nog net als vroeger
Die authentieke indruk is misleidend. In de dorpen is niet veel meer zoals veertig jaar geleden. Het boerenleven, zegt chroniqueur van het boerenbestaan Kreier, was in de jaren zestig of zeventig nog ongeveer hetzelfde als twee eeuwen daarvoor. „Het leven was een stuk eenvoudiger. Een Allgäuer boer ging bijna nooit met vakantie. Hooguit maakte ’ie eens een uitje naar Zuid-Tirol met de blaaskapel. Met twintig koeien en een paar kippen was je min of meer zelfvoorzienend.”
Nu wordt er steeds minder aan de landbouw verdiend en er zijn steeds minder boerenbedrijven. In Diepolz zijn er nog vier, in de jaren tachtig waren er ongeveer vier keer zoveel. „De mensen die hier wonen rijden liever naar het dal, om bijvoorbeeld te werken in de Bosch-fabriek in Immenstadt. Of ze werken op afstand voor een of ander bedrijf in München.”
Martin Ritter, die binnenkort het melkveebedrijf van zijn vader overneemt, met een van zijn koeien.
Foto’s: Louisa Marie Summer
Zwitsers bruinvee
De buurman van boer Wiedemann is boer Hubert Ritter. Anders dan Wiedemann heeft Ritter een opvolger, zijn zoon is begin twintig, en Ritters bedrijf heeft toekomst. Zijn melkveebedrijf is het grootste in Diepolz en in de directe omgeving; Ritter heeft 38 melkkoeien, een derde van het gemiddelde aantal koeien bij Nederlandse melkveebedrijven.
Hubert Ritter, een zachtmoedige vijftiger, kent al zijn dieren bij naam. De koeien in de stal, Zwitsers bruinvee, hebben net een lading vers gemaaid gras voor hun neus gekregen, nog verfraaid door gele en paarse bloemetjes. Als het warm is, vertelt een andere buurman, gaat Ritter de berg op om het jongvee dat daar de zomer doorbrengt met antimuggenspul in te smeren.
Als het ’s zomers warm is gaat Hubert Ritter de berg op om het jongvee met antimuggenspul in te smeren
Ritters bedrijf is onder meer toekomstbestendig omdat hij vroeg investeerde in een nieuwe stal. „Mijn vader had twintig koeien toen ik het bedrijf in 1998 overnam. Destijds stonden die nog in een Anbindestall”. Een ‘Anbindestall’ is een stal waarin het vee met kettingen en riemen vaststaat, vaak zowel aan de nek als aan de staart, zodat het dier zijn kont niet kan keren en alleen kan wisselen tussen staan en liggen. „Toen ik het bedrijf overnam plande ik meteen de nieuwe stal.”
Ongeveer de helft van de melkveeboeren in Beieren investeerde niet in nieuwe stallen, en bij die boeren – naar schatting dertienduizend bedrijven – staan de dieren nog in die traditionele Anbindestall. Een deel daarvan heeft de dieren het hele jaar door vastgebonden in de stal staan; bij een groot deel van de boeren staan de koeien ’s winters vast en lopen ze ’s zomers buiten. Dierenbeschermingsorganisaties noemen het vastbinden van de koeien een „dagelijkse kwelling”.
Het bergboerenmuseum laat zien hoe boeren in Beieren door de eeuwen heen hun werk deden. Het trekt jaarlijks zo’n 70.000 bezoekers, en is met een horecagelegenheid en een museumwinkel een nieuw dorpscentrum.
Foto’s Louisa Marie Summer
Compromis over vastbinden
De regering in Berlijn wilde aanvankelijk alle ‘vastbindstallen’ verbieden, maar door succesvol verweer van landbouworganisaties worden binnen een aantal jaar voorlopig alleen die stallen verboden waar de dieren minder dan honderdtwintig dagen per jaar naar buiten kunnen. De melkveebedrijven die hun koeien maximaal 245 dagen per jaar binnen hebben staan mogen voorlopig hun ‘vastbindstal’ houden.
Opmerkelijk genoeg zijn de Groenen in Beieren blij met het compromis: volgens de Groenen zouden anders te veel melkveehouders hun bedrijf moeten opgeven, en kunnen nu ook kleine bergboeren overleven en hun koeien ook in de toekomst laten grazen op de bergweides. Zonder de grazende koeien, zo wordt alom benadrukt, zouden de Alpen er heel anders uitzien en het berglandschap zou binnen een mum van tijd overwoekerd raken. Daarmee is ook het toerisme een argument voor het voortbestaan van de traditionele melkveehouderij.
Volgens Bernd Mack, die leiding geeft aan de kaasmakerij van Diepolz, houden drie van de acht van zijn melkleveranciers er mee op zodra de wet in 2029 in kracht treedt. De steeds weer nieuwe en volgens hem willekeurige regels voor dierenwelzijn, vindt Mack, worden gedicteerd door de consument, zodat die rustig kan slapen.
Van de melk van de koeien van boer Hubert Ritter wordt in de naburige kaasmakerij ‘Allgäuer’ bergkaas gemaakt. Ritter: „Qua vet en eiwit is de melk van het bruinvee ongeëvenaard.”
Foto’s Louisa Marie Summer
Maar als boeren in Beieren ermee ophouden, redeneert Mack, dan wordt de melk uit Polen en Tsjechië geïmporteerd en daar geldt nog een hele andere standaard voor dierenwelzijn. „En de consument vergeet ook graag dat een koe kalfjes moet krijgen om melk te geven, en dat de stierkalfjes naar de slacht gaan. Strikt genomen is een stierkalf een bijproduct van de melkproductie.”
Ritter, die dus al een moderne stal heeft, maakt zich het meest zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor de bedrijfsvoering van zijn zoon. „Vorig jaar was het extreem droog en dor. Dit jaar hebben we sinds oktober ontzettend veel regen. Wij produceren hooimelk, dus de koeien krijgen uitsluitend gras en hooi van eigen bodem. Om het hooi droog binnen te krijgen is onder deze omstandigheden een zenuwslopende opgave”, aldus Ritter. Een bijkomstigheid is dat de koeien door de opwarming steeds langer buiten kunnen staan: „Dit jaar konden ze op 12 april naar buiten, vroeger lag er toen nog sneeuw.”
Martin Ritter draagt een kleine koe aan zijn riem. Foto Louisa Marie Summer
Berg voorschriften
Een andere horde ziet Ritter in de bureaucratie waarmee een boer geconfronteerd wordt. „Die heeft zich vertienvoudigd sinds ik het bedrijf overnam.” Er zijn steeds weer nieuwe wetten en maatregelen, zegt Ritter. „Ik was drie jaar in de leer en daarna nog tweeëneenhalf jaar aan de landbouwhogeschool. Dan heb je als boer dus al gauw vijfeneenhalf jaar opleiding erop zitten. Desalniettemin krijg je als boer een berg voorschriften en regeltjes voor de kiezen alsof je de grootste idioot bent.”
Ritters zoon heeft er ook al een lange opleiding opzitten. Hij werkt nu nog parttime elders, voordat hij het bedrijf van zijn vader overneemt. Een tijdje zullen ze het dan nog met z’n tweeën doen, dan zal Ritter junior het een tijdje alleen moeten rooien, totdat zijn kinderen weer oud genoeg zijn om te helpen.
Hubert Ritter: „Vroeger hadden alle boeren er nog een tweede baan naast, en werkten ze in de winter als metselaar of in de zagerij.” Dankzij subsidies en een goede melkprijs is dat voor Huber Ritter niet nodig – Ritter levert direct aan de naburige kaasmakerij, een coöperatie waarvan hij ook voorzitter is.
De Diepolzer kaasmakerij produceert ongeveer honderddertig ton bergkaas per jaar, die voor een groot deel verkocht wordt aan de toeristen die naar het dorp komen om het bergboerenmuseum te bezoeken. In Diepolz is de musealisering van de ene boer het gelukje van de andere boer.
Twee weken na de liquidatie door Israël van leiders van Hamas en Hezbollah in Teheran en Beiroet houden Iran en Hezbollah Israël en de rest van de wereld nog altijd in spanning over hun aangekondigde vergeldingsacties. Het Witte Huis zei maandag rekening te houden met zulke acties deze week, terwijl het Israëlische leger verklaarde in uiterste staat van paraatheid te verkeren. Maar zekerheid omtrent de plannen van Iran en Hezbollah is er nog allerminst. Onduidelijk is ook of Iran en Hezbollah hun acties op elkaar afstemmen.
De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin maakte eerder al bekend dat de Verenigde Staten het vliegdekschip Abraham Lincoln versneld naar het Midden-Oosten sturen. Ook is een nucleaire onderzeeër, die is uitgerust met geleide raketten die ook doelen op het land kunnen raken, naar de regio onderweg. Austin beloofde dat Washington „elke mogelijke stap” ter verdediging van Israël zal nemen.
Meningsverschillen in Teheran
Of zulke Amerikaanse garanties aan Israël de Iraniërs afschrikken is de vraag. Wel lijken er meningsverschillen te bestaan in Teheran over de manier waarop Iran moet reageren op de liquidatie van Hamas-leider Ismail Haniyeh op een door de Revolutionaire Garde bewaakt terrein in Teheran. De nieuwe president Masoud Pezeshkian, die heeft beloofd te streven naar betere relaties met het Westen, zou tegen een grootscheepse wraakactie zijn.
De Revolutionaire Garde daarentegen wil volgens diverse bronnen wel hard terugslaan. Ook Ali Shamkhani, een militair adviseur van opperste leider Ali Khamenei, pleitte de laatste dagen herhaaldelijk voor een harde tegenaanval tegen Israël om de dood van Haniyeh te wreken. Weliswaar heeft Israël tot dusverre niet bevestigd achter de liquidatie van Haniyeh, politiek leider van Hamas, te zitten maar algemeen wordt aangenomen dat het hier wel degelijk achter zit.
Pezeshkian is nog maar twee weken in functie maar in zijn kabinet is meteen al een conflict tussen meer gematigden en conservatieve haviken ontbrand. Oud-minister van Buitenlandse Zaken Javad Zarif, die de rol van vicepresident voor strategische zaken zou bekleden, trok zich alsnog terug omdat Pezeshkian naar zijn smaak onder druk te veel conservatieven op sleutelposten in zijn kabinet wilde opnemen. Het ging daarbij vooral om twee aanhangers van de harde lijn, die betrokken waren bij de bloedige onderdrukking van de protesten voor meer vrijheid en rechten voor de vrouw in 2022.
Psychologische oorlogsvoering
De Britse Financial Times citeerde intussen op basis van anonimiteit een Iraanse functionaris, die betoogde dat de Iraniërs hun vergeldingsactie doelbewust hadden uitgesteld. „Iran heeft een campagne van psychologische oorlogsvoering gestart om Israëls militairen en zijn veiligheids- en logistieke apparaat in spanning te houden.”
De Britse premier Keir Starmer, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz en de Franse president Emmanuel Macron deden een gezamenlijke oproep aan Teheran, waarin ze de Iraniërs opriepen af te zien van aanvallen die de stabiliteit van de regio kunnen ondermijnen. In plaats daarvan zou Iran volgens hen beter een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas kunnen bevorderen. Daarover zouden komende donderdag nieuwe onderhandelingen van start moeten gaan.
Iran wees de Europese oproep direct af. Volgens een woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Iran het volste recht om hard terug te slaan tegen Israël. Of de onderhandelingen donderdag doorgaan, is ook nog niet zeker. Hamas zou daaraan ditmaal niet willen deelnemen. Het persbureau Reuters meldde dinsdagmiddag dat Iraanse functionarissen hadden verklaard dat alleen een bestand tussen Israël en Hamas Iran zou kunnen afhouden van zijn vergeldingsacties.