Taiwanese schrijfster begint in Japan een rechtszaak wegens privacyschending rond haar genderidentiteit

In Japan is een rechtszaak begonnen die grote gevolgen kan hebben voor de bescherming van privacy en de rechten van transgender personen. Kotomi Li, een schrijfster die recent een van Japans belangrijkste literaire prijzen won, heeft een rechtszaak aangespannen tegen gemeenteraadslid Hiromi Muramatsu uit Kōfu.

Volgens Li heeft de politicus zonder toestemming gevoelige persoonlijke informatie over haar gedeeld op sociale media, waaronder haar transgenderstatus en geboortenaam. Haar juridische team spreekt van de eerste zaak in Japan waarin een openbaar ambtsdrager wordt aangeklaagd wegens zogenaamde ‘outing’.

In 2024 scheef Muramatsu op X dat Li „een mannelijk lichaam heeft en niet geopereerd is”, en omschreef haar als „een lesbienne met een mannelijk lichaam”. Het was informatie die Li tot dan toe publiekelijk niet had gedeeld. Na een klacht bij de politie verwijderde de politicus de berichten, maar hij plaatste dezelfde dag opnieuw persoonlijke gegevens online, waaronder een foto van Li als minderjarige en haar oude naam.

Discriminatie

„Outing is in Japan een groeiend en ernstig probleem”, zegt parlementariër Taiga Ishikawa tegen NRC. Hij werkt aan de versterking van de rechten van lhbti+-personen. Japan kent momenteel geen wetgeving die hen beschermt tegen discriminatie. In tegenstelling tot Nederland, waar het ongevraagd openbaar maken van iemands genderidentiteit onder bepaalde omstandigheden juridische gevolgen kan hebben, ontbreekt soortgelijke bescherming in Japan volledig.

De rechtszaak van Kotomi Li zal nauwlettend worden gevolgd door mensenrechtenorganisaties en juristen in Japan

Ishikawa vreest daarom dat de actie van het gemeenteraadslid grote gevolgen kan hebben. „Dit soort aanvallen op bekende personen kunnen zich uitbreiden naar het algemene publiek. Het is belangrijk om het besef te verspreiden dat dit absoluut onaanvaardbaar is”, benadrukt hij.

Volgens mensenrechtenadvocaat Yoko Mizutani, die is gespecialiseerd in lhbti+-kwesties, weerspiegelt deze zaak de groeiende haat tegenover transgender personen. „In de Japanse samenleving worden tegenwoordig uitlatingen verspreid die transgenders afschilderen als een bedreiging”, legt ze uit. „Ook de schending van Li’s privacy gebeurde in die vijandige sfeer.”

Vooral op sociale media is de haat tegen transgenders toegenomen, vervolgt jurist Mizutani. „Mensen worden daar geregeld lastiggevallen met speculaties over hun identiteit en dan wordt er persoonlijke, medische informatie gedeeld. Als de rechter erkent dat deze vorm van intimidatie onrechtmatig is, kan dat een belangrijke afschrikwekkende werking hebben op toekomstige pesterijen jegens anderen.”

Persoonlijke informatie

Volgens de juristen van Li kreeg ze enkele maanden na het incident te horen dat ze kampte met een aanpassingsstoornis. „De beklaagde is iemand die ik nooit heb ontmoet”, verklaarde Li tijdens een persconferentie. „En toch bracht hij zonder aanleiding persoonlijke informatie over mij naar buiten.”

Dat was niet de bedoeling van gemeenteraadslid Muramatsu, zo zei hij tegen lokale media. Hij ontkent dat hij Li bewust wilde outen. Muramatsu is raadslid in Kōfu, een stad van 180.000 inwoners in een relatief conservatieve regio. Hij geeft aan juridisch advies te zoeken en daarna op de aanklacht te reageren, maar heeft nog geen duidelijke reden gegeven voor het delen van Li’s persoonlijke informatie.

Li heeft ondanks haar literaire succes bewust haar transgenderverleden buiten de schijnwerpers gehouden. Ze werd geboren in Taiwan en vluchtte in 2013 naar Japan vanwege discriminatie in haar thuisland. In Japan vond ze een gemeenschap waarin ze zich veiliger voelde en een carrière kon opbouwen.

In 2021 won ze de Akutagawaprijs voor haar roman The Island Where Red Spider Lilies Bloom. Die prijs wordt sinds 1935 twee keer per jaar uitgereikt aan een veelbelovende nieuwe schrijver van fictie. Het is een van de meest prestigieuze onderscheidingen in Japan en het leverde haar in een klap landelijke bekendheid op.

De rechtszaak van Kotomi Li zal nauwlettend worden gevolgd door mensenrechtenorganisaties en juristen in Japan. De uitkomst kan een belangrijk juridisch precedent vormen in een land waar nog geen enkele wet bestaat die seksuele minderheden beschermt tegen discriminatie.


Terug in hun verwoeste land hopen de Syriërs dat de beloning zoet zal zijn

In een bedompte kamer op de begane grond, waar nauwelijks daglicht doordringt, zit Dunia Atrash (38) met haar geestelijk en lichamelijk gehandicapte dochter op schoot. Het meisje is twaalf maar lijkt nog geen zes jaar oud. Lopen kan ze niet en ze kijkt steeds uitdrukkingsloos voor zich uit, terwijl ze speelt met een leeg plastic flesje dat ze af en toe op de grond laat vallen. Atrash’ volwassen zoon licht de bezoekers bij binnenkomst bij met een zaklantaarn.

Er klinkt het oorverdovende gebrul van een generator die buiten in een nauwe straat staat, want via het netwerk van de overheid is in dit grotendeels verwoeste deel van de Syrische stad Aleppo hooguit een paar uur per dag stroom beschikbaar. Niet dat Atrash en haar vijf kinderen van de generator profiteren. „Daarvoor moet je extra betalen en dat geld hebben we niet”, zegt ze. Slechts om de dag komt er water uit de kraan.

Lees ook

Terug naar Syrië of in Nederland blijven? ‘Hier heeft een vluchteling drie opties: horeca, PostNL of AH. Maar daar is geen rechtsstaat’

Mohamad Baghdadi bekijkt op zijn telefoon foto’s die hij maakte tijdens zijn bezoek aan Syrië. Foto Jagoda Lasota

Dunia Atrash is vorige herfst naar Aleppo teruggekeerd vanuit Libanon, gevlucht voor de zware Israëlische bombardementen tijdens de oorlog met Hezbollah. Gemakkelijk was die keus niet. „In Libanon zijn mijn man en ik van elkaar gescheiden”, zegt ze. Ze veegt een traan uit haar gezicht. „Bovendien stonden we in Libanon als vluchtelingen geregistreerd en ontvingen we wat hulp van de Verenigde Naties.”

Dunia Atrash met haar 12-jarige dochter op schoot. Het gezin is vorige herfst teruggekeerd naar Aleppo vanuit Libanon.
Foto Arthur Larie

Eén kamer

Na een moeizaam verblijf in het dorp in de buurt van Aleppo waar ze vandaan komt, trok ze in bij een nicht, die in het oosten van de stad met haar dochter een appartement met drie kamers bewoont. Atrash en haar vijf kinderen kregen één kamer, waarin ze met zijn allen slapen.

„Ons leven is al met al moeilijker dan in Libanon”, zegt ze terwijl ze het gevallen flesje van haar dochter van de grond raapt. „Daar was meer werk en inkomen. Mijn zoon van 22 jaar heeft zijn studie opgegeven en werkt soms in een fabriek voor schoonmaakmiddelen zodat we wat geld hebben. Maar we kunnen niet eens luiers voor mijn dochter kopen. Vlees eten we maar eens in de maand. Vaak blijft het bij brood, olijven en kaas.”

Maar net als de meeste Syriërs blijft Atrash optimistisch over de toekomst. „Als de buitenlandse economische sancties eenmaal zijn opgeheven, zal het beter gaan. En hopelijk krijgen we dan ook meer hulp. Misschien kunnen we dan een rolstoel voor mijn dochter krijgen.”

De lotgevallen van Atrash en andere teruggekeerde Syrische vluchtelingen en ontheemden worden met argusogen gevolgd door de regeringen van landen die sinds het uitbreken van de oorlog in Syrië in 2011 grote aantallen Syrische vluchtelingen hebben opgenomen, waaronder Nederland.

Kinderen komen terug van school in Oost-Aleppo.
Door het gebrek aan elektriciteit in Syrië gebruiken gezinnen batterijen om een beetje licht te krijgen.
Foto’s Arthur Larie

Veel Europese politici – met name rechtse populisten – zouden de Syrische vluchtelingen liever vandaag dan morgen terugsturen. Als een van de grootste migrantengroepen ter wereld leggen ze al jaren beslag op kostbare faciliteiten voor asielzoekers en migranten. Ook veel kiezers zien hen liever vertrekken. Tekenend was dat in Nederland het kabinet vorige week viel over strengere asielplannen van de PVV, waarin ook de terugkeer van 60.000 Syriërs was opgenomen.

Sinds de ineenstorting van het regime van president Bashar al-Assad in december zijn ruim een half miljoen vluchtelingen teruggekeerd naar Syrië. Vooral uit Turkije en Libanon, waar de meeste Syriërs naar toe waren gevlucht. Daarnaast zijn er volgens gegevens van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR 1,2 miljoen Syriërs die in eigen land ontheemd waren, teruggekeerd.

„De aantallen nemen nog gestaag toe”, zegt Celine Schmitt, woordvoerder van UNHCR in Syrië, telefonisch. „We verwachten dat die stroom in juni en juli zal aanzwellen, wanneer het schooljaar voorbij is. Veel ouders hebben daarop gewacht voor ze naar Syrië terugkeren.”

Hoewel het om substantiële aantallen gaat, is het nog een klein deel van het totaal. Volgens UNHCR verbleven er eind 2024 6,3 miljoen Syriërs in het buitenland, van wie ruim 3 miljoen in Turkije, ruim 1 miljoen in Libanon en 716.000 in Duitsland, terwijl nog eens 7,4 miljoen Syriërs in eigen land op drift waren geraakt.

Cruciale maatstaf

Een cruciale maatstaf voor de toekenning van asiel was altijd de veiligheid in Syrië. Grote vraag is dus: hoeveel gevaar lopen terugkerende vluchtelingen nog? Vrijwel iedereen is het erover eens dat de veiligheid sinds december sterk is verbeterd. De terreurvan Assads bewind tegenover de eigen bevolking en de frequente gevechten tussen zijn leger en rebellengroepen, zijn beeïndigd.

Tijdens een rondreis door Syrië van een week en gesprekken met tientallen Syriërs in Damascus, Aleppo en Homs – zowel teruggekeerde vluchtelingen als andere bewoners – noemde niemand veiligheid als het prangendste probleem. Maar dat wil niet zeggen dat het overal veilig is.

Lees ook

Angst in Damascus voor meer sektarisch geweld tegen alawieten: ‘Op straat liggen dode vrouwen en kinderen’

Demonstranten in Damascus protesteren tegen het sektarische geweld.

Vooral in de kuststrook, waar veel aanhangers van de verdreven president wonen, blijft de toestand gespannen. Daar kwamen in maart zeker 1.600 burgers om het leven, toen gewapende aanhangers van de regering van president Ahmed al-Sharaa bloedig wraak namen voor een aanval van Assad-getrouwen op Al-Sharaa’s leger. In het noordoosten is de veiligheidssituatie eveneens wankel. Daar staan de militairen van de nieuwe regering tegenover Koerdische strijders die niet van plan zijn hun autonomie op te geven, al vechten ze niet met elkaar. Ook blijven groepjes strijders van Islamitische Staat in het oosten van het land actief.

Daarnaast worden soms mensen ontvoerd. En dan is er nog het gevaar van landmijnen, die vooral in het noordwesten en delen van het oosten liggen. Ook na de val van Assad zijn er al tientallen doden door gevallen, vaak kinderen.

De veiligheid mag zijn verbeterd, de meeste teruggekeerden staan voor enorme problemen, met name om huisvesting te vinden en geld om zich te bedruipen. Al-Sharaa stelde in februari dat zijn land nog „aan de beademing” lag. Wie door Syrië reist, merkt direct dat die beeldspraak niet overdreven is. Hele wijken liggen tien jaar na de zwaarste gevechten nog volledig in puin. En mede door de sancties van het Westen zit het land economisch aan de grond. Negentig procent van de Syriërs leeft beneden het bestaansminimum van 2,15 dollar per dag. Betaald werk is schaars.

Onafzienbare ruïnes

Neem Ahmed Abdel Karim (52), een dagloner die vijf maanden geleden met negen familieleden uit Libanon is teruggekeerd naar zijn beschadigde woning in Oost-Aleppo. Met zijn onafzienbare ruïnes oogt dat stadsdeel als een spookstad. In Karims stoffige straatje valt de schade mee. Hij heeft zijn huis deels gerepareerd, maar nu is het geld op. „Ik heb al tien dagen geen werk meer kunnen vinden”, legt hij uit, zittend op een UNHCR-deken in een vrijwel geheel kale kamer van zijn huis. Zijn kleinzoontje komt binnen en nestelt zich naast hem. Beiden slaan wat vliegen van zich af.

Binnenkort wordt het nog voller in huize Karim. „Mijn zoon huurt een woning maar hij heeft ook geen werk en kan de huur van veertig euro per maand niet meer opbrengen”, vertelt Karim. „Daarom trekt hij binnenkort met zijn vrouw en twee kinderen bij ons in. Door al die zorgen word ik vroeg oud”, grapt hij, wijzend op zijn grijze haar.

Ahmed Abdel Karim is vijf maanden geleden met negen familieleden teruggekeerd vanuit Libanon. Karim heeft hun huis in Oost-Aleppo deels gerepareerd.
De kleren van Ahmed Abdel Karims zoon liggen op de vloer van zijn huis. Zijn zoon komt met zijn vrouw en twee kinderen bij Karim wonen omdat hij zich geen eigen woning kan veroorloven.
Foto’s Arthur Larie

De repatrianten beseffen dat ze van de nieuwe regering weinig steun kunnen verwachten, maar vrijwel niemand neemt dat Al-Sharaa en zijn ploeg kwalijk. Ze begrijpen dat de regering de financiële middelen mist om hen bij te staan. President Trump heeft een deel van de sancties wel opgeheven, maar niet allemaal: over een ander deel moet het Congres nog stemmen. Ook de EU heeft gezamenlijke sancties opgeheven, maar ook weer nieuwe opgelegd aan enkele Syrische milities.

We dreigen een historische kans te missen om mensen te helpen die na veertien jaar oorlog naar hun land terugkeren

Celine Schmitt
UNHCR

Hulporganisaties, onder meer van de VN, bieden enige hulp. Vluchtelingen krijgen bescheiden financiële steun voor het transport van de grens tot aan huis en kunnen wat cash ontvangen voor de eerste week thuis. UNHCR heeft een netwerk opgezet van 122 zogeheten community centres, verspreid over Syrië. Deze worden vooral door lokale vrijwilligers bemand. Vluchtelingen en andere kwetsbare bewoners kunnen er kosteloos terecht voor adviezen over gezondheid, juridische kwesties, onderwijs en andere essentiële zaken. Bij een bezoek aan zo’n centrum in Aleppo bleek dit druk bezocht, vooral door vrouwen met kleine kinderen.

Lees ook

Voor veel jonge Syrische vluchtelingen in Nederland is het nog niet ‘het juiste moment’ om terug te keren

Zwaar gebombardeerde gebouwen in de stad Homs in Syrië, 9 januari 2025.

Maar uitgerekend nu de behoefte aan hulp het grootst is, worden hulporganisaties getroffen door ingrijpende bezuinigingen. Vooral door het volledig wegvallen van Amerikaanse steun, maar ook door Europese bezuinigingen. Zo zal UNHCR 52 centra moeten sluiten en een derde van zijn personeel ontslaan.

Het community centre van UNHCR in Aleppo. De VN-organisatie heeft 122 van deze centra geopend in Syrië.
Foto Arthur Larie

Weinig mensen op straat

„Zo dreigen we een historische kans te missen om mensen te helpen die na veertien jaar oorlog en repressie eindelijk naar hun land terugkeren”, stelt UNHCR-woordvoerder Schmitt. „Ik weet werkelijk niet wat er verder van al die mensen zonder werk of toegang tot hulp moet worden.”

Uit Europa loopt het niet storm met terugkerende vluchtelingen. „De Syriërs uit Europa komen vooral om polshoogte te nemen, maar vestigen zich hier nog niet”, zegt Asaad Hrata (35), een makelaar die kort na Assads val uit Libanon terugkeerde naar de uitgestrekte maar zwaar gehavende wijk Jobar in Damascus. „Het leven in Europa is voor hen beter dan hier. Voor de Syriërs in Turkije of Libanon geldt dat minder.”

De Syriërs uit Europa komen vooral om polshoogte te nemen maar vestigen zich hier nog niet

Asaad Hrata
makelaar

Voor mensen met voldoende financiële middelen is dat gemakkelijker. Zo vestigde Asser Khattab, telg van een oude patricische familie uit Aleppo en werkzaam voor een westerse stichting, zich na jaren ballingschap in Parijs weer in Aleppo. Hij was er net toen president Trump beloofde de sancties in te trekken. „In de beste stemming ging ik die nacht naar bed, in de wetenschap dat de weg voor ons vol grote keien ligt, maar dat de beloning zoet zal zijn”, schreef hij in The Washington Post.

Ook de 58-jarige meubelmaker Mohammed waagde de grote sprong. De forse man met een geblokt shirt verbleef de afgelopen tien jaar in de Duitse stad Essen, na een intermezzo van enkele maanden in Amsterdam. Hij en zijn vrouw zijn sinds een week weer thuis in Jobar, Damascus. Het is hem niet meegevallen, vertelt hij. Met zijn achternaam in de krant wil hij niet.

Honderden huizen zijn in puin gelegd tijdens de belegering van Aleppo door het Assad-regime. Deze huizen heropbouwen is een grote uitdaging omdat de regering de financiële middelen mist.

Foto’s Arthur Larie

„Ik was geschokt door de schaal van de verwoestingen”, zegt hij, op weg om boodschappen te doen. „Het is nog veel erger dan ik had gedacht en het kwam ook als een schok dat er nog maar zo weinig mensen in de straten liepen. Vroeger was het hier altijd druk.” Zijn eigen woning is weliswaar beschadigd maar een paar kamers zijn nog bruikbaar. Een deel van zijn meubilair bleek gestolen. Ook hij heeft geen elektriciteit en stromend water.

Mohammeds gezin is niet meer compleet. Zijn dochter studeert nog en zijn 22-jarige zoon blijft liever in Duitsland, waar hij een opleiding tot automonteur volgt. Ook twee broers van Mohammed die in Nederland wonen, blijven daar. „Ik heb lang geaarzeld om terug te gaan”, bekent Mohammed in hakkelend Duits, „maar mijn vrouw en ik misten Syrië erg. In Duitsland voelden we ons ondanks alle gemakken toch niet echt thuis. We zijn blij dat we weer in ons eigen land zijn.”


Rosatom: atoomvriend van het Westen, maar ook spil in de oorlog van Poetin

„Meneer de president, kent u de Oresjnik nog? Dit is zijn kernkop, die kan 4.000 graden Celsius worden.”

Met die woorden presenteerde Aleksej Lichatsjov, directeur van het Russische Atoomagentschap Rosatom, in februari zijn nieuwste vinding aan Vladimir Poetin tijdens een technologisch forum in Moskou. Trots als een pauw sprak Poetin later die dag een volgepakte zaal ambtenaren, zakenmensen en wetenschappers toe. „De hele wereld spreekt over de Oresjnik. Wat is het voor ding? Waar is het van gemaakt? De temperatuur van de kernkop komt overeen met die van de zon”, pochte de Russische president.

Drie maanden eerder had de Oe-kraïense bevolking al kennis gemaakt met de hypersonische middellangeafstandsraket, die in het Russisch de naam ‘hazelaar’ draagt. Op 21 november 2024 schoot Rusland er een zonder kernkoppen af op een wapenfabriek in de Oekraïense stad Dnipro. Poetin vergeleek de inslag met „die van een meteoriet” en verklaarde dat de aanval een vergelding was voor de inzet van Amerikaanse en Britse langeafstands-raketten door Kyiv. Ook zei hij een aanval met een Oresjnik op de Oekraïense hoofdstad niet uit te sluiten. Dat dreigement circuleerde opnieuw na de Oekraïense drone-aanval op Russische luchtmachtbases vorig weekend.

Minder aandacht kreeg het feit dat de kernkoppen worden gemaakt door de Russische atoomgigant Rosatom. Het staatsbedrijf, door Poetin in 2007 opgericht als opvolger van het ministerie voor Atoomenergie, verwierf afgelopen jaren bekendheid met zijn spectaculaire vloot van nucleaire ijsbrekers en een drijvende kerncentrale. Ruim vijftien jaar later omvat het Rosatomconglomeraat honderden afdelingen, dochterondernemingen en wetenschappelijke organisaties. Zij houden zich bezig met delven, produceren, converteren en verrijken van uranium, het beheer van het Russische kernwapenarsenaal en met de productie van kernbrandstof voor centrales wereldwijd. Pikant: Rosatom runt een flink deel van zijn activiteiten vanuit de Arctische regio Moermansk, die zondag onder vuur kwam van Oekraïense drones.

Spil in de oorlogsindustrie

Sinds de invasie van Oekraïne in 2022 heeft Rosatom een opmerkelijke transformatie ondergaan. Hoewel het zich naar buiten toe nog altijd presenteert als ‘civiel’ bedrijf en niet op westerse sanctielijsten staat, is het Rosatomimperium volgens deskundigen in drie jaar tijd uitgegroeid tot spil in de Russische oorlogsindustrie. Zo vervult het een cruciale functie bij het opvangen van internationale sancties tegen de Russische defensie-industrie. Daarnaast produceert Rosatom onderdelen voor Boeing en Airbus en tal van spullen voor huishoudelijk en industrieel gebruik, die door de sancties niet meer kunnen worden geïmporteerd.

Die transformatie begon op 4 maart 2022. Dat was de dag dat het Russische leger alle veiligheidsregels aan zijn laars lapte, de kerncentrale in het Oekraïense Zaporizja bestormde, het personeel gijzelde en daarmee de veiligheid van miljoenen Europeanen op het spel zette. Nucleair deskundigen en atoomenergieagentschap IAEA stonden perplex over de flagrante schending van de internationale veiligheidsregels rond kerncentrales.

Naast het beheer van nucleaire oorlogsbuit, ontwikkelt Rosatom sinds het begin van de oorlog echter ook technologie voor wapensystemen, die worden ingezet in Oekraïne. Naast de door Poetin geprezen Oresjnik-kernkoppen produceert het staatsbedrijf ook conventionele antitankwapens, lanceer- en besturingssystemen, precisiewapens en (cluster)munitie, zo schreef de Britse denktank Rusi in een recent rapport.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een schaalmodel van de Tsar Bomba, een krachtige waterstofbom. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Een schaalmodel van de Tsar Bomba, een krachtige waterstofbom. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091501/data133216228-cd1bcb.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-5.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-3.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-4.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-5.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-6.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/vQmLJVfDrqx_yV_F00tNdBDkxfo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091501/data133216228-cd1bcb.jpg 1920w”>

Een schaalmodel van de Tsar Bomba, een krachtige waterstofbom.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Een replica van de behuizing van een atoombom.” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Een replica van de behuizing van een atoombom.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091459/data133216231-db67d3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/rosatom-atoomvriend-van-het-westen-maar-ook-spil-in-de-oorlog-van-poetin-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/-3yHzn5omKn-ZjHKlEzjqyMBpCs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06091459/data133216231-db67d3.jpg 1920w”>

Een replica van de behuizing van een atoombom.

Foto’ s Yuri Kochetkov/EPA

Die nieuwe rol steekt het bedrijf niet onder stoelen of banken. „Rosatom heeft de opdrachten ten behoeve van de landsverdediging volledig vervuld”, zei directeur Lichatsjov op een nieuwjaarsbijeenkomst in januari. Een maand later zei hij in de Doema, dat Rosatom niet-nucleaire wapens en militair materieel ontwikkelt „waarvan sommige al in serieproductie zijn gegaan en worden ingezet bij de speciale militaire operatie in Oekraïne”.

Bedrijf in oorlog

„Rosatom is letterlijk een bedrijf in oorlog”, concludeerde de Russische nucleair deskundige Aleksandr Nikitin van de Noorse milieuorganisatie Bellona onlangs in een uitvoerig rapport. De 72-jarige Nikitin begon zijn carrière op een Sovjetonderzeeër. Na zijn ontslag stond hij tientallen jaren aan het hoofd van de Russische Bellona-kantoren in Sint-Petersburg en Moermansk. In 1996 werd hij door inlichtingendienst FSB beschuldigd van ‘spionage’ en enkele maanden vastgezet. Jarenlang achtervolgde de zaak hem, tot hij vrijspraak kreeg. „Dat was in 2000. Toen was Poetin nog niet zo eng als nu”, vertelt Nikitin per videoverbinding vanuit Oslo. Na de grootschalige invasie van Oekraïne nam hij geen risico en vertrok hij halsoverkop naar Noorwegen.

Maar president Poetin kon zich geen betere oorlogsbuit wensen. Met zes reactors is de centrale de grootste van Europa. Tot de oorlog voorzag ‘Zaporizja’ in ruim een vijfde van de Oekraïense energiebehoefte. Enkele maanden na de inname tekende Poetin een decreet waarmee het beheer van de centrale, inmiddels buiten werking gesteld, in handen van Rosatom kwam. Het is geen geheim dat Rusland de geannexeerde centrale wil aansluiten op zijn energienet, ondanks de enorme obstakels. „Iedereen droomt ervan”, zei Rosatom-directeur Lichatsjov eind mei. Vorige week meldde The New York Times dat Rusland druk bezig is met de aanleg van energiekabels in de regio. Of het plan slaagt, hangt in grote mate af van de uitkomst van de onderhandelingen tussen Kyiv, Moskou en Washington.

Dat Rosatom, samen met het Russische ministerie van Defensie, kernwapens ontwikkelt en beheert, is geen geheim. „Wel nieuw is dat het bedrijf nu ook conventionele wapens ontwikkelt in opdracht van de Russische regering”, aldus Nikitin. Het bedrijf staat onder toezicht van Poetins rechterhand en voormalig Rosatom-baas Sergej Kiriënko, die vanwege zijn belangrijke rol in de annexatie van vier Oekraïense provincies de bijnaam ‘onderkoning van de Donbas’ kreeg. Ook ontvangt Rosatom royale staatssubsidies.

chart visualization
chart visualization

Onder Kiriënko’s toezicht is Rosatom de afgelopen jaren een van Ruslands belangrijkste staatsbedrijven geworden, zegt Nikitin. „Het is een gigantisch, moeilijk te ontwarren netwerk van dochterondernemingen, bedrijfstakken en wetenschappelijke instituten, die zowel militaire als civiele technologie ontwikkelen. Een deel heeft zich sinds de invasie toegelegd op de ontwikkeling van conventionele wapens, ontwijken van sancties en importvervanging.” Daarnaast constateert hij in het Bellonarapport een „golf van activiteit” op de Arctische eilandengroep Nova Zembla, wat erop kan duiden dat Rusland, voor het eerst in drie decennia, kernwapens in het gebied gaat testen. De locatie was eerder testgebied voor de nucleaire Boerevestnik-kruisraket en, in 1961, van de machtige waterstofbom ‘Tsar Bomba’.

Sancties

Des te wranger dat Rosatom nog altijd grotendeels vrijgesteld is van westerse sancties en flinke winsten maakt. Bedroeg de omzet in 2022 omgerekend nog 10 miljard euro, vorig jaar zou het naar schatting al bijna 16 miljard euro kunnen zijn geweest. Een deel daarvan komt uit export van kerncentrales, die Rosatom wereldwijd verkoopt en die uitsluitend draaien op brandstof en diensten van het bedrijf. Economisch, maar vooral geopolitiek is dat lucratief. „Deze Russische projecten gaan in werkelijkheid over strategische toegang tot opkomende landen, van belang om hun ligging, grondstoffen of om politieke redenen”, zei nucleair expert Mark Hibbs in 2019 tegen NRC.

Niet alleen op het zuidelijk halfrond, ook in EU- en NAVO-landen heeft Rosatom stevig voet aan de grond. Zo staan in Tsjechië, Slowakije, Bulgarije en Hongarije centrales met reactoren van Sovjetmakelij en bouwt Rosatom twee centrales in NAVO-landen Hongarije en Turkije. Europa importeerde vorig jaar voor 700 miljoen dollar aan Russische uraniumproducten, berekende de Brusselse denktank Bruegel in april. Hoewel dat een sterke daling is ten opzichte van de vooroorlogse situatie, waarschuwen analisten voor de politieke invloed die het Moskou geeft.

Die invloed is nu al voelbaar. Landen als Hongarije en Slowakije, en ook Frankrijk, lobbyen tegen sancties op kernenergie. Dat maakt het voor Brussel lastig om consensus te bereiken over het beëindigen van de afhankelijkheid van Russische kernenergie. In april presenteerde de Europese Commissie een ambitieus stappenplan om de energie-afhankelijkheid af te bouwen. Het plan blijft vaag over concrete doelstellingen op nucleair vlak.

Ironisch genoeg zijn de inkomsten uit Russische kernbrandstof voor de EU en de VS in 2023 bijna verdrievoudigd ten opzichte van 2021. Dit kwam door de stijging van de uraniumprijs, een hamstereffect als gevolg van de sanctiedreiging, en de hernieuwde populariteit van kernenergie in de strijd tegen klimaatverandering. Toch constateerde Bellona over de hele linie in 2024 wel degelijk een sterke daling.

Intussen benutten de ‘niet-militaire’ bedrijven onder de Rosatomparaplu nog altijd ten volle hun uitzonderingspositie om de Russische oorlogsindustrie te stutten. Dat dubbelhartige westerse beleid is de Oekraïense regering en milieuorganisaties een doorn in het oog. In 2023 noemde Greenpeacedirecteur Pauline Boyer de praktijk tegenover persbureau AFP „schandalig”. Ook de Russische atoom-onderzoeker Aleksandr Nikitin verbaast zich over het trage optreden van de EU. „Er is geen consensus onder Europese leiders. Rosatom zou bovenaan de sanctielijst moeten staan, maar na drie jaar oorlog is het nog altijd de laatste in de rij.”


Honderden mensen in flats gedwongen tot oplichting via internet – in dit Filippijnse stadje wist de burgemeester ervan

Smullend van vers bereide schildpaddensoep keek de Chinese bendeleider Huang Zhiyang vanuit zijn keuken uit op een tiental flats, waar honderden werkers achter tralieramen gedwongen werden mensen over de hele wereld op te lichten. Zijn goede vriendin Alice Guo (34), de burgemeester van het Filippijnse stadje Bamban, had hem in 2022 alle vergunningen verleend voor de bouw van het ‘casinocomplex’. Regelmatig kwam ze langs in haar Cadillac. Vanuit de flats moet geschreeuw van pijn en wanhoop hebben geklonken.

In februari 2024 slaagde een van de ‘cyberslaven’, een Vietnamese man, erin uit Bamban te ontkomen. Hij was onder valse voorwendselen naar de Filippijnen gelokt en op de compound te werk gesteld. Een Filippijnse boer ving hem na zijn ontsnapping op en lichtte de autoriteiten in. Een maand later viel de Filippijnse presidentiële eenheid tegen de georganiseerde misdaad (PAOCC) de compound binnen. Ruim negenhonderd cyberslaven werden bevrijd. Burgemeester Guo bleek een leefstijl te hebben die een burgemeester zich nooit zou kunnen veroorloven – naast dure auto’s bezat ze een privé-helikopter. Bendeleider Zhiyang wist te ontkomen.

Onder de Filippijnse president Rodrigo Duterte (2016-2022) kregen honderden veelal Chinese casinocompounds toestemming zich in de Filippijnen te vestigen. Deze zogenoemde POGO’s (Philippine Offshore Gaming Operators), vaak meerdere gebouwen met ook hotels en entertainment, zouden goed zijn voor de economische groei. Maar aan het einde van Duterte’s regeerperiode waren de geruchten over criminele praktijken in deze compounds zo sterk, dat zijn opvolger Ferdinand Marcos ingreep.


„Er kwamen berichten over ontvoeringen, marteling en moord”, zegt Gilberto Cruz, hoofd van de PAOCC. Ambassades van omringende landen werden benaderd door landgenoten die vastzaten in de compounds en werden gedwongen tot digitale oplichting. In mei 2023 ondernam de antimisdaadeenheid PAOCC een eerste bevrijdingsactie. „De gokhallen bleken in werkelijkheid broeinesten van marteling, ontvoering, mensenhandel en witwaspraktijken”, vertelt Cruz. „Ze moesten als legale casino’s de economie ten goede komen, maar ze brachten rampspoed, angst en dood.” In november 2024 verbood president Marcos de POGO’s en gaf hij opdracht ze allemaal te ontmantelen.

Universiteitscampus

Het bestaan van criminele centra voor cyberoplichting, gerund door Aziatische – vooral Chinese – bendes met medeweten van lokale autoriteiten, kwam vlak na de coronacrisis voor het eerst aan het licht in Cambodja. Met de belofte van vaak niet-bestaande banen lokken de bendes honderdduizenden Aziaten en Afrikanen naar Laos, Myanmar, Cambodja, Thailand of de Filippijnen. Bij aankomst worden ze met busjes naar een flatgebouw gebracht. Hun paspoort wordt afgepakt en ze worden bedreigd en geboeid. Voor ze het weten zitten ze maanden, soms zelfs jaren vast als cyberslaaf. Volgens de VN-organisatie tegen Drugs en Criminaliteit (UNODC) verdienen de bendes er zo’n 40 miljard dollar per jaar mee.

Het ontmantelde complex aan de rand van het Filippijnse stadje Bamban oogt op het eerste gezicht als een universiteitscampus. Op het ommuurde terrein staan 36 moderne, witte gebouwen, waaronder zo’n tien kantoorflats, zes villa’s en een restaurant. „Toen we met onze voertuigen het terrein opreden, renden honderden werkers in paniek weg en klommen over de muren”, vertelt PAOCC-medewerker Marvin de la Paz, die NRC rondleidt. We lopen naar een van de flats. Voor alle ramen zitten tralies.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Ontmantelde ‘casinocompound’ in Bamban op de Filippijnen.” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Ontmantelde ‘casinocompound’ in Bamban op de Filippijnen.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120444/data132936571-50b7c4.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/mM-9n6_PSrARG8EF0UYT66E8_Q0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120444/data132936571-50b7c4.jpg 1920w”>

Ontmantelde ‘casinocompound’ in Bamban op de Filippijnen.
Foto Geric Cruz/Bloomberg

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="In beslag genomen apparatuur, gebruikt bij online oplichting. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="In beslag genomen apparatuur, gebruikt bij online oplichting. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120437/data132936583-96b830.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-14.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-12.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-13.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-14.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-15.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Cbcd2LSNTOem-KCnvlJ1v_FAEBA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120437/data132936583-96b830.jpg 1920w”>

In beslag genomen apparatuur, gebruikt bij online oplichting.

Foto AFP

In het gebouw bevinden zich tientallen klaslokaal-achtige ruimtes waar honderden werkers achter een computer en een rij telefoons zaten. Kabels hangen los aan het plafond. De oplichting gebeurde via datingapps en investerings- en bitcoinapps. Het meeste materiaal is meegenomen als bewijs, maar op de vloer liggen nog plastic zakjes met simkaarten, (valse) paspoorten en pillen – waarschijnlijk gebruikt om wakker te blijven.

Her en der liggen notitieblokjes met rijen telefoonnummers, namen en aantekeningen in het Chinees en Engels. Zoals hulpzinnetjes die de oplichter kan gebruiken om casual te klinken: ‘Hello dear, I’ll call you later.’ Of: ‘If you wanna learn about crypto, there’s a chance, we can gain a lot tonight.’ En ‘Sometimes I wander around Edinburgh when weather is nice.’

Aan de muur hangen waarschuwingen. Op het verlaten van de compound zonder toestemming stonden zware straffen. „Ook als de werkers hun oplichtingsquota niet haalden, kregen ze straf”, vertelt De la Paz. „Ze werden vastgeketend aan hun bed, met honkbalknuppels geslagen of kregen elektrische shocks.” Hij laat op zijn telefoon een martelvideo zien, een van de vele die de antimisdaad-eenheid heeft verzameld. Op andere verdiepingen zijn slaapruimtes: kleine kamers met stapelbedden, wasbak en toilet. Er liggen achtergelaten kleren en toiletartikelen.

Botbreuken

De Filippijnse Annelisa Villan (40) blijft liever buiten wachten. Hoewel ze er sterk uitziet – ze was ooit bodyguard – is de confrontatie met een plek waar oplichting plaatsvond haar te veel. Drie jaar geleden is ze bevrijd uit een compound in Myanmar, nu helpt ze als ervaringsdeskundige bij de opvang van cyberslaven.

„Op een dag belde mijn zus”, vertelt Villan. „Ze had een baan voor me in Thailand, computerwerk.” Na aankomst in Bangkok werd Villan naar Myanmar gereden. Eenmaal in de oplichtingscompound kon ze niet meer weg. „Ik was niet goed in het werk. Ik wilde al die mensen helemaal niet oplichten.” Ze haalde haar targets niet en werd gemarteld. „Ze hingen me op aan mijn armen en sloegen mijn botten stuk. Ik bad tot Jezus en zei: alstublieft Heer, red mij.” Negen maanden zat ze vast. Bij haar bevrijding had ze botbreuken en open hoofdwonden.

Op papieren staan hulpzinnetjes die de oplichter kan gebruiken om casual te klinken: ‘Sometimes I wander around Edinburgh when weather is nice

Haar zus heeft ze nooit meer gezien, vermoedelijk had een Chinese bende ook haar in de tang. „Mijn collega’s zijn nu mijn familie. Ze zorgen voor me.” Twee agenten die zien dat ze het moeilijk heeft geven haar een knuffel.

Villan is met De la Paz meegekomen naar Bamban om uitleg te geven aan de gepensioneerde Amerikaanse officier van justitie Erin West. Met haar organisatie Operation Shamrock probeert zij vat te krijgen op grootschalige cyberoplichting. „Ik spreek elke dag slachtoffers”, vertelt West. „Ze vertrouwden hun online partner, werden verliefd, verkochten soms zelfs hun huis voor hen. Hun leven is ingestort. En dan doen ze melding bij de FBI en gebeurt er niks.” Ze is ervan overtuigd dat de Chinese overheid betrokken is bij deze criminele business. „Ik zou er veel voor geven als ik de ‘smoking gun’ vond die dat kan bewijzen.”

Oplichtingscentrum kort na een inval door de politie.

Foto Ezra Acayan/Getty Images

De la Paz opent de villa waar de Chinese bendeleider Zhiyang verbleef. Vanuit de luxe keuken, uitgerust met de nieuwste apparaten, wijst hij naar een bassin op de binnenplaats. „Daar werden de schildpadden gekweekt” – het lievelingsmaal van de bendeleider. „Chinezen eten graag schildpad, omdat die symbool staan voor een lang leven”, weet de Chinese tolk aan zijn zijde. Erin West trekt een lade open van een antiek Chinees kastje voor medicinale kruiden. In een kast staan gegraveerde glaasjes en een fles likeur.

Zhiyang is ontsnapt via de wijnkelder. De la Paz doet zijn zaklamp aan, wrikt een deur open en schijnt een betonnen gang in. „De tunnel leidt naar de andere villa. Zhiyang heeft daar zijn auto gepakt en is via een tweede uitgang het terrein afgereden.” De ontsnapping van Zhiyang had kunnen worden voorkomen, maar het arrestatieteam kreeg geen toestemming de villa’s te betreden. Ze mochten alleen de flats binnenvallen.

Vismarkt

Bamban is een slaperig stadje met tachtigduizend inwoners. De torenhoge blokkendozen van het oplichtingscomplex zijn vanaf de hoofdweg goed te zien. Hoe kan het dat niemand er vragen over stelde? „Ik dacht dat het een ziekenhuis was”, vertelt Clarissa Mendoza (48), inwoner van een nabijgelegen dorp, in een eettent niet ver van de compound. „In ieder geval een overheidsgebouw”, zegt haar echtgenoot Jonathan (51).

Dat is geen rare gedachte. Het stadhuis van Bamban, eveneens een blakend wit, modern gebouw, ligt zo dicht naast de compound dat het erbij lijkt te horen. Op de eerste verdieping hangt een zestal medewerkers rond bij het kantoor van de gearresteerde burgemeester Alice Guo. Ze willen niet met hun naam in NRC. Het is duidelijk dat ze Guo haar vermeende criminele activiteiten niet nadragen. „We missen haar!”, roept een van hen, net als Guo een vlotte dertiger. De vrouwen giebelen. Een naaste medewerker van Guo, Erdy Timbang, doet binnenkort mee aan de burgemeestersverkiezingen. Ze hopen dat hij wint.

Achter een deur in de wijnkelder leidt een betonnen gang naar een andere villa. Zo konden leidinggevenden ontsnappen toen de politie kwam

Ook op een vismarkt tien minuten verderop, waar in houten kramen vissen liggen te spartelen, blijkt Guo onverminderd populair. „Ze was zo’n goede burgemeester”, zeggen verkopers Mila Manalo (60) en haar zus Josephina (72). „ Ze ging bij scholen langs om te vragen wat ze nodig hadden. Ze hielp mensen financieel uit de brand. We zijn haar heel dankbaar. We houden van haar.” Hun collega’s Albin en Sherin Toleado, beiden dertig, vallen in: „We kennen haar persoonlijk, ze is de peettante van onze drie kinderen.” Sherin: „Ze is ongelofelijk aardig. Bij elk huis waar een kind werd geboren, ging ze langs en deed ze een donatie. We zijn erg verdrietig dat ze weg is.”

Hebben ze iets gemerkt van de cyberslavernij? De visverkopers halen hun schouders op. „Wel over gehoord. Maar het waren buitenlanders, hè? Er werkten geen Filippijnen”, verklaart Albin. „Het gebeurde buiten onze leefwereld.”

Infiltratie

Het is duidelijk dat de bende van Huang Zhiyang in Bamban niet zijn gang had kunnen gaan zonder medeweten van Filippijnse autoriteiten. Burgemeester Guo kwam regelmatig op de compound, maar er werden nooit controles uitgevoerd.

Maar mogelijk is er meer aan de hand dan verwevenheid tussen Chinese criminelen en lokale politiek. In een parlementair onderzoek heeft de Filippijnse senator Risa Hontiveros aangetoond dat burgemeester Alice Guo niet in de Filippijnen is geboren, zoals ze beweerde, maar in China. In 2024 verklaarde een gearresteerde goksyndicaatleider dat zij een Chinese spion was. Medewerkers van Hontiveros denken dat ze vanaf het begin in opdracht van China handelde, of in de loop van haar politieke carrière door China is gerekruteerd. De zaak tegen haar loopt nog.

De opgepakte oud-burgemeester Alice Guo bij een verhoor in de Senaat in Manila.
Foto Jam Sta Rosa/AFP

In de Filippijnen is het aantal arrestaties voor spionage toegenomen (afluisteren nabij overheidsgebouwen, foto’s maken van militaire terreinen met drones). In enkele gevallen betrof dit mensen die ook worden verdacht van omkoping, onder wie Chinese bendeleden verbonden aan de oplichtingscompounds en Chinese zakenmensen die wel heel ruimhartig doneerden aan Filippijnse bestuurders. Al deze incidenten lijken te wijzen op actieve inmenging van de Chinese staat, die meer invloed wil op de regio en een deel van de internationale wateren bij de Filippijnen claimt.

De Bamban-compound ligt vlak naast enkele legerbases in het district Tarlac. Ook andere casino-ondernemingen zijn opvallend strategisch gesitueerd naast een haven, een vliegveld of dichtbij belangrijke overheidsinstellingen. PAOCC-chef Cruz zegt dat „de compounds vanwege hun locatie en digitale systemen heel geschikt kunnen zijn voor informatiegaring door buitenlandse mogendheden. We onderzoeken nog in hoeverre er vanuit de oplichtingscompounds werd gespioneerd”.

In het Filippijnse parlement zijn grote zorgen over de Chinese invloed op de politiek. Waar oud-president Duterte China zag als goede vriend en handelspartner, ziet president Marcos het land als een bedreiging. Hij wil graag laten zien dat hij daadkrachtig optreedt tegen Chinese inmenging. Sinds 2023 zijn in de Filippijnen ruim vierhonderd oplichtingscompounds opgerold. Tienduizenden cyberwerkers zijn bevrijd. Lokale bestuurders zijn aangeklaagd.

Maar de verstrengeling tussen de bendes en de Filippijnse politiek is een complicerende factor, zegt Cruz. „Het is niet gemakkelijk, zeker niet als de inmenging zich uitstrekt tot in het politieapparaat en aanverwante overheidsinstanties. Je krijgt daardoor niet altijd het mandaat of de uitkomst die je zou willen.”

Dader of slachtoffer

NRC spreekt Cruz in een voormalig cyberslavernijgebouw in het centrum van de Filippijnse hoofdstad Manila, dat in november 2023 werd ontmanteld. Het zes verdiepingen hoge gebouw staat pal naast het ministerie van Buitenlandse Zaken – opnieuw een opmerkelijke locatie. Het fungeert nu als hoofdkwartier voor de antimisdaad-eenheid PAOCC. Op de begane grond is een gaarkeuken ingericht, waar mensen elke middag terecht kunnen voor een warme maaltijd.

Op de bovenste verdiepingen worden, op het moment dat NRC er is, vierhonderd bevrijde cyberwerkers vastgehouden, waaronder Vietnamezen en Chinezen die in maart 2024 in Bamban zijn aangetroffen. Op het dakterras van de vijfde verdieping is een keuken geplaatst. Tientallen mannen en vrouwen van begin twintig, staan daar op slippers in de rij voor hun avondmaal. Marvin de la Paz, die NRC ook hier rondleidt, vertelt dat het soms lastig is om te bepalen wie slachtoffer is en wie dader. „Maar de meeste cyberwerkers zijn duidelijk slachtoffer. Zodra ze hun getuigenis hebben afgelegd en alle papieren rond zijn, worden ze teruggestuurd naar hun land.”

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Alle casinocompounds in de Filippijnen moeten dicht wegens illegale activiteiten. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Alle casinocompounds in de Filippijnen moeten dicht wegens illegale activiteiten. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120439/data132936595-6b675e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-28.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-26.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-27.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-28.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/honderden-mensen-in-flats-gedwongen-tot-oplichting-via-internet-in-dit-filippijnse-stadje-wist-de-burgemeester-ervan-29.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/54GTaGFWjuSbvPD-Yw2a9F3vgnA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/06/06120439/data132936595-6b675e.jpg 1920w”>

Alle casinocompounds in de Filippijnen moeten dicht wegens illegale activiteiten.

Foto’s Ted Aljibe/AFP

Niet iedereen werkt daaraan mee. Vooral Chinese en Vietnamese burgers zijn bang dat ze bij terugkeer alsnog worden gearresteerd. Vanwege hun precaire situatie kunnen ze niet vrijuit praten met NRC.

Op de zesde verdieping zijn achter een hoog traliehek enkele honderden gevangenen verdeeld over kleine keetjes op een plat dak. Deze groep wordt verdacht van medeplichtigheid aan de cyberslavernij. „Ze voerden bijvoorbeeld martelingen uit. Of waren manager. Maar we kunnen dat niet altijd bewijzen”, vertelt De la Paz. Sommigen verblijven hier al twee jaar. Een jong Chinees stel, de vrouw is zwanger, hangt lethargisch op bed. Wasgoed hangt over een stoel. Ook bij deze groep kan de grens tussen slachtoffer en dader onduidelijk zijn, zegt De la Paz. Het is de bedoeling dat alle cyberwerkers uiteindelijk naar het land van herkomst gaan, „via deportatie of repatriëring”.

Interpol

Dan lopen veertien Indonesische jongeren het gebouw binnen. Ze vertellen dat ze door een casino-onderneming aan de rand van Manila op straat zijn gezet en vragen om hulp. Een van hen, een jonge vrouw, benadrukt dat ze geen oplichter was, maar wel een tijdje in een oplichtingsgebouw werkte. „Ik deed alleen administratie.” De jonge vrouw, die niet met haar naam in NRC wil, vertelt dat ze haar paspoort moest inleveren en schulden heeft. Ze weet zich geen raad meer, zegt ze en hoopt dat ze wordt teruggestuurd naar Indonesië.

De anti-misdaadeenheid heeft een Indonesische Interpol-agent opgeroepen, de vaste liaison. Ook deze vrouw wil niet dat haar naam in het artikel wordt vermeld. Ze heeft in een jaar tijd honderden Indonesische cyberslaven gerepatrieerd, vertelt ze. „Ze bellen ons en smeken om een bevrijdingsactie. We controleren hun verhaal, stellen hun identiteit vast en vliegen ze terug naar Indonesië. Sommigen worden berecht.” Ook het verhaal van de veertien jongeren wordt onderzocht.

De strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit is taai, zegt de Interpol-agent. De Filippijnen werken in ieder geval mee, samenwerking met landen als Cambodja, Myanmar en Laos is „complex”. Bendeleiders worden zelden gepakt. De VN-organisatie tegen Drugs en Criminaliteit meldt in zijn laatste rapport dat de digitale oplichtingssector bezig is zich uit te breiden naar Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen, zoals Nigeria en Peru.

In Bagac, Bataan, houden autoriteiten eind oktober een inval bij Central One, een vermoedelijk oplichtingsnetwerk vermomd als callcenter. Een soldaat kijkt toe terwijl medewerkers hun gezicht bedekken.
Foto Ezra Acayan / Getty Images


Weides verdwijnen en de woestijn rukt op. Klimaatverandering bedreigt het nomadische leven in Mongolië

Herder en pater familias Altandush Sanjaadoo (46) wrijft de slaap uit zijn ogen en trekt de kraag van zijn del recht. Zijn ogen zijn toegeknepen: de zon is fel en de wind stuift zand alle kanten op. Hurkend achter zijn glimmende brommer deed hij even een dutje – hij is al sinds 5 uur op. Altandushs kudde van zo’n driehonderd geiten en schapen graast rustig in het land vlak achter hem. Pasgeborenen dartelen tussen de oudere dieren door.

Bruintinten domineren hier in het kale Mongoolse landschap, de winter is amper voorbij. Door de razende wind ligt de gevoelstemperatuur ondanks de zonnestralen net iets boven het vriespunt. Het gras wil wel, her en der piepen kleine groene sprieten tussen de dorre graspollen naar boven. Nergens is beschutting voor het opstuivende zand: geen boom of struik te bekennen. Het is wachten op een forse regenbui.

Achter de heuvels in het glooiende landschap, zo’n 10 kilometer verderop, ligt Tsjojr, de hoofdstad (circa 11.000 inwoners) van Guvisömber, een van de 21 bestuurlijke regio’s van Mongolië. Hier, zo’n vier uur rijden vanaf hoofdstad Ulaanbaatar, begint het gebied ‘waar geen planten groeien’, zoals de Mongoliërs de Gobi-regio, waarin de gelijknamige woestijn ligt, noemen.


Overbegrazing

Verwoestijning is hier, zeker in combinatie met overbegrazing van het land, een van de grootste problemen. Meer dan driekwart van Mongolië (37 keer de oppervlakte van Nederland) wordt op enige manier, van licht tot zwaar, geraakt door verwoestijning, concludeerde een groep wetenschappers al in 2021. Alleen het uiterste, bergachtige noorden heeft er geen last van. Voor een land dat zestien keer meer dieren dan mensen (3,5 miljoen) telt, en waar zo’n 40 procent van de bevolking nomadisch leeft, is de impact groot.

Net wakker van een dutje, met zijn brommer als bescherming tegen de rondrazende wind en het zand, hoedt herder Altandush zijn kudde van circa 300 schapen en geiten.
Foto Anne van der Schoot

In het dorre niemandsland staat de ger van Altandush en zijn vrouw Undarmaa Oyunchimeg (42), op een paar minuten rijden van zijn kudde. De typisch ronde vilten witte tent, ook bekend als joert, doorbreekt het uitgestrekte landschap.

Lees ook

Mongoolse studenten zien de macht van China toenemen

In het leslokaal waar ook Russisch gegeven wordt, discussiëren studenten van de Nationale Universiteit van Mongolië over geopolitiek.

„We wonen nu veertien jaar op deze plek”, vertelt Altandush – in Mongolië is het gebruikelijk alleen aangesproken te worden met de voornaam. Het herdersbloed stroomt door zijn aderen, hij kent niet anders. Zijn vrouw Undarmaa – ook zij komt uit een herdersfamilie – stookt de tent warm met gedroogde uitwerpselen van de dieren. Gezouten melkthee pruttelt op de kachel. Aan de plek waar het zonlicht de tent binnenvalt, is de tijd af te lezen. Gers worden altijd met de deur op het zuiden geplaatst.

Na jaren dieper in de heuvels te hebben gewoond, verhuisde hij zijn familie – Altandush en Undarmaa hebben twee dochters van inmiddels 25 en 9 jaar oud en twee zoons van 16 en 5 – naar deze vaste plek tijdens de winter. „Om dichter bij een nederzetting te wonen, zodat de kinderen naar school kunnen.”

Undarmaa Oyunchimeg (42) komt zelf ook uit een herdersfamilie. Of haar zoon Altanshagai (5) ook herder wordt, is zeer de vraag.
Foto Anne van der Schoot

Winter- en zomerplek

De familie verdient een inkomen met de verkoop van kasjmierwol van de geiten en de verkoop van schapen en geiten voor de slacht. Net als andere nomadische families verhuizen ze twee maal per jaar naar hun winter- of zomerplek. De keuze van de zomerplek hangt af van de vegetatie – waar zijn de grassen sappig – en ligt veelal midden in het open veld, vertelt Altandush. De winterplek heeft iets meer beschutting, zoals tussen twee heuvels in, of met een heuvel of berg in de rug. Vroeger verhuisden families ieder seizoen , maar klimaatverandering maakt de winters lang(er) en kouder – meermaals verhuizen is onlogisch geworden.

De zandstormen zijn het echte gevaar. Met de aanplant van bomen wordt geprobeerd de wegen te beschermen

Midden achter in de ger van Altandush ligt een in plastic opgerold tapijt: de eerste, zichtbare, voorbereiding van de aanstaande verhuizing naar de zomerplek. De ger wordt in zijn geheel ontmanteld. Met de huisraad en de kudde trekt de nomadische familie naar de andere plek. Aan donkere kringen op de grond in het uitgestrekte landschap – als een achtergelaten stempel – is te zien waar gers hebben gestaan.

„Vroeger verhuisden we alles met onze paarden” vertelt Altandush die al zeker dertig jaar zijn eigen kudde heeft. „Nu doen we dat met brommers en auto’s.” De elektriciteit voor zijn gezin komt van zonnepanelen die buiten tussen de hokken van de dieren en de witte tent het felle zonlicht opvangen. Tussen de spaken van het dak van de ger hangen naast een stijgbeugel en een handzaag ook opladers voor tablets en mobiele telefoons.

De sneeuwlaag is te dik

Klimaatverandering heeft zijn leven veranderd, zegt Altandush. Droogtes, zandstormen en extreme winters komen vaker voor. Een zware zandstorm in 2021 kostte het leven aan „maar” een dertigtal dieren. „We hadden relatief geluk.” „Sinds 2020 hebben we vier jaar achter elkaar extreme winters gehad”, zegt Altandush.

In de strenge winter van vorig jaar verloor Altandush 200 van de 500 dieren

Mongoliërs noemen dergelijke winters dzuds. De (weer)omstandigheden zijn dan zo extreem (het kan dagen achtereen min veertig graden celcius zijn) dat vee niet kan grazen. „Het pak sneeuw is dan zo dik dat het vee er zelfs niet erdoorheen komt om te zoeken naar de wortels van planten”, vertelt Altandush. In de winter van 2023 -2024 verloor hij twee vijfde van zijn kudde: zo’n 200 dieren stierven van de honger.

Die winter was één van de zwaarste in decennia: meer dan 80 procent van Mongolië kreeg te maken met dzud-omstandigheden, in vijftig districten werd de noodtoestand uitgeroepen, miljoenen werden vrijgemaakt voor veevoer en hooi. Zeker 7 miljoen veedieren kwamen om. Waar dzuds eerst om de acht tot twaalf jaar voorkwamen, komen ze nu om het jaar voor, voorspelden onderzoekers.

De effecten zijn langdurig. Na een zware winter is de vegetatie in de daaropvolgende lente en zomer slecht en kan het vee niet makkelijk aansterken, zegt Altandush. De dieren blijven mager, geven weinig melk en de kwaliteit van hun vacht is slechter – ze leveren minder op. Op een dzud kun je je niet goed voorbereiden, legt Altanduh uit. „We kunnen de hokken van de dieren sterker, winddichter maken en we kunnen meer veevoer kopen, maar dat is het wel.”

Een ander gevolg van klimaatverandering dat Altandush ziet, is de veranderende vegetatie. „We hebben jaren gehad dat de weides te slecht waren om onze dieren op te laten grazen.” Nu heeft het gebied een relatief goed jaar achter de rug, met voldoende regen en niet al te extreme lage temperaturen in de winter.

Bomen kweken

Net buiten Tsjojr is een bomenkwekerij gevestigd. Op het terrein staan zes plastic kassen. Onder leiding van ingenieur Munkhulzii Erdene-Ochir zijn medewerkers er nieuwe zaailingen aan het poten. Er worden hier zo’n veertien soorten bomen en struiken gekweekt, waaronder de iep en de tamarisk.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="

Medewerkers van een kleine boomkwekerij bij Tsjojr planten zaailingen in de kas.

” data-figure-id=”0″ data-variant=”row” readability=”1″><img alt data-description="

Medewerkers van een kleine boomkwekerij bij Tsjojr planten zaailingen in de kas.

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/weides-verdwijnen-en-de-woestijn-rukt-op-klimaatverandering-bedreigt-het-nomadische-leven-in-mongolie-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/26140153/data132704174-3f9d62.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/weides-verdwijnen-en-de-woestijn-rukt-op-klimaatverandering-bedreigt-het-nomadische-leven-in-mongolie-19.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/weides-verdwijnen-en-de-woestijn-rukt-op-klimaatverandering-bedreigt-het-nomadische-leven-in-mongolie-17.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/weides-verdwijnen-en-de-woestijn-rukt-op-klimaatverandering-bedreigt-het-nomadische-leven-in-mongolie-18.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/weides-verdwijnen-en-de-woestijn-rukt-op-klimaatverandering-bedreigt-het-nomadische-leven-in-mongolie-19.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/06/weides-verdwijnen-en-de-woestijn-rukt-op-klimaatverandering-bedreigt-het-nomadische-leven-in-mongolie-20.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/FwuvXM2Rvxq5qg004yUcLeOrdXc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/05/26140153/data132704174-3f9d62.jpg 1920w”>

Medewerkers van een kleine boomkwekerij bij Tsjojr planten zaailingen in de kas.

Twee jaar groeien zaailingen uit in de kas, voordat ze in het derde jaar op het terrein van de boomkwekerij gepoot worden. De kwekerij kweekt bomen en struiken in de strijd tegen verwoestijning.

Foto’s Anne van der Schoot

De boomkwekerij, die volledig gefinancierd wordt door overheidsgeld, doet mee aan het zogeheten ‘1 miljard bomen’-initiatief, gelanceerd in 2021: in de strijd tegen verwoestijning wil Mongolië voor 2030 1 miljard bomen en struiken planten. Zo moet het percentage bebossing toenemen tot 9 procent van het oppervlak van Mongolië.

„Ons doel is om de droogte te bevechten en om het land daar tegen te beschermen”, legt Munkhulzii uit. „90 procent van het land is getroffen door verwoestijning.”

Wind heeft vrij spel

Bij het binnenrijden van Tsjojr zijn aan weerszijden van de weg omheinde stroken aangelegd met nu nog jonge bomen. De snelweg verbindt onder meer hoofdstad Ulaanbaatar, zo’n 250 kilometer ten noorden, met de Zamyn-Üüd-Erenhot-overgang, die 70 procent van alle transporten over land verwerkt, 435 kilometer verder naar het zuiden. De Asian Highway 3 is een trans-Euraziatische weg die van vitaal belang is voor goederentransport – lege trucks en opleggers rijden naar het zuiden, vol beladen en vaak scheef bepakte trucks met onder meer speelgoed, elektronica en voedingsmiddelen richting het noorden.

Officieel is de AH3 geasfalteerd, maar de scheuren, barsten, kuilen, hobbels en gaten maken een rit moeizaam. Geregeld moet er uitgeweken of geremd worden, ook voor overstekend vee en nog belangrijker en ook gevaarlijker: de wind heeft vrij spel. Door het planten van bomen en struiken „leggen we een soort wal aan tussen het open land en de snelweg”, vertelt Munkhulzii. „Zo krijgen zandstormen minder kans.” Bovendien kunnen de bomen en struiken regenwater vasthouden in de bodem en absorberen de planten broeikasgassen.

In de eerste twee jaar zijn tot nu toe circa 42 miljoen bomen geplant, en miljoenen zaailingen gepoot om volwassen en plantbaar te worden. De kleine boomkwekerij in Tsjojr droeg daar tot nu toe zo’n 300.000 aan bij, meer kon nog niet: er waren simpelweg nog geen planten. „Pas in jaar drie wordt een zaailing in een van de velden op het terrein van de kwekerij gepoot. Om in jaar vier klaar te zijn voor het ‘echte werk’.” Voor dit jaar streeft de kwekerij ernaar meer dan 300.000 bomen en struiken te planten.

Sombere toekomst

Een van de buren van herder Altandush is de 82-jarige Tuveeji Khorol. Ze woont in een kleinere ger naast het huis van haar jongste dochter Otgonginj Uvgun en diens man en kinderen. De familie verhuist niet meer: ze hebben alleen groot vee, paarden en koeien, de noodzaak om jaarlijks te verhuizen is er niet. Tuveeji, die verpleegster, vrachtwagenchaffeur én herder was, vindt het maar niets. „Ik wil niet te lang op een plek blijven. Als je gewend bent rond te reizen en veel te zien, dan raak je op één plek een beetje verveeld.”

Voor de foto trekt de 82-jarige Tuveeji Khorol haar mooiste kleed aan. Trots poseert ze met haar jongste dochter Otgonginj Uvgun en een van haar kleinzoons in het huis van haar dochter. Zelf woont ze ernaast in een ger.
Foto Anne van der Schoot

Tuveeji heeft de regio zien veranderen. „Herders uit het verdere zuiden zijn naar hier toe gekomen in de hoop op betere weides. Maar die zijn hier ook steeds minder.” Ook komen overstromingen vaker voor. „Vroeger hadden we die nooit, nu komen ze een paar keer per jaar wel voor.”

Tuveenji is moeder van vijftien kinderen – op twee dochters na kozen haar kinderen voor een ander bestaan dan herder. Geen van haar kleinkinderen heeft tot nu toe gekozen voor het nomadische leven en de kans is klein dat een het alsnog gaat doen. Of de kinderen van Altandush in zijn voetsporen treden, is ook zeer de vraag. Zijn oudste dochter in elk geval niet – zij werkt in Tsjojr. „Het zou leuk zijn als het hoeden van vee hun passie is, maar niet noodzakelijk. Als ze maar doen waar ze gelukkig van worden.”

Tuveeji is somber over de toekomst van het nomadische bestaan. „Het wordt steeds moeilijker. Vee hoeden zal blijven bestaan, het is het leven….” Ze pauzeert even. „Want zonder dat – hoe moeten mensen leven?”

Bruintinten domineren het Mongoolse landschap – het is wachten op regen. De kudde van herder Altandush graast over de vlaktes, op zoek naar (vers) gras.
Foto Anne van der Schoot


Elektrisch rijden was voor Noren te aantrekkelijk om te negeren

Met het enthousiasme van een presentator van Top Gear wijst Ståle Frydenlund op de laadpalen langs de straten van aangeharkt Oslo. En op de nummerplaten van de Audi’s, Tesla’s, Toyota’s en Volkswagens die er zijn geparkeerd: bijna allemaal beginnen ze met met de E van EV, Electric Vehicle.

Frydenlund test onder andere auto’s voor Norsk elbilforening (Elbil), een vereniging die de belangen behartigt van Noorse elektrischeauto-rijders. Hij is op weg naar zijn werkwagen, een knalblauwe Volkswagen-bus (ook elektrisch), om de vele nieuwe laadpalen in Oslo te laten zien.

Binnen de stadsring rijdt vrijwel geen benzineauto meer. Alle taxi’s in het centrum moeten sinds vorig jaar zero emission zijn. Een grote kentering, volgens Frydenlund. De lucht in Oslo is volgens hem veel schoner en frisser dan voorheen.

Frydenlund werkt sinds 2013 bij de vereniging. Toen was 5,5 procent van de nieuw gekochte auto’s elektrisch. Destijds was dat veel, vergeleken met andere landen. En nu, zegt hij trots, „zitten we op bijna 100 procent”. Dat is ongekend. Ter vergelijking: in Nederland was begin dit jaar een op de drie nieuw aangeschafte auto’s elektrisch, volgens tijdschrift AutoWeek.

Nooit had deze elektrificatie van de grond kunnen komen zonder sturing van de Noorse overheid, die hoge klimaatambities heeft. Noorwegen draagt elektrische voertuigen op handen, de technologische groene oplossing waar het land vol op heeft ingezet.

Laaghangend fruit

Jaren geleden had het land zijn eigen elektrischeautoproducenten, Norwegian OEM en Buddy, vertelt Frydeslund tijdens een rit in zijn werkwagen. Stadsautootjes maakten ze, met een kleine batterij. Rond 2011 gingen ze failliet, „deels omdat ze hun tijd te ver vooruit waren, en deels omdat het te duur werd om auto’s in Noorwegen te produceren”.

De neergang van deze merken dreigde hun lobbygroep overbodig te maken, maar Elbil dient nu de elektrischeautogebruiker. Volgens Frydenlund is er breed politiek draagvlak voor elektrisch rijden. Dat komt doordat gebruikers verenigd hun stem laten klinken, en door het klimaatakkoord van Parijs (2015), waar ook Noorwegen een handtekening onder zette. „Stimuleren van elektrisch vervoer was laaghangend fruit.”

De staat maakte EV’s simpelweg financieel te aantrekkelijk om te negeren, zegt Frydenlund. Wie een elektrische personenauto koopt, betaalt geen btw, kan gratis parkeren en veerboten gebruiken en betaalt geen tol. Aanleg van eigen laadpalen werd tot 2017 gesubsidieerd. Daarbij is er een snel oplopende emissiebelasting gekomen voor fossiele rijders.

Lees ook

Elektrisch rijden in Nederland is fors duurder geworden dan rijden op benzine

Een laadpaal voor het opladen van elektrische auto’s.

Noorwegen koos voor langdurige belastingvoordelen en consistent beleid. En niet, zoals Nederland, voor subsidies die snel werden beëindigd omdat ze te veel geld kostten. „Dat maakt het voor de Noorse consument voorspelbaar”, zegt Frydenlund.

Investeren

Ook econoom Snorre Kverndokk, verbonden aan het Ragnar Frisch-onderzoekscentrum van de universiteit van Oslo, is te spreken over het Noorse beleid op het gebied van elektrische voertuigen. Het werkt, zegt hij. En de belastingvrijstellingen kostten de overheid aanvankelijk niet veel. Bovendien werden die opgevangen door heffingen op fossiele uitstoot en op het Noorse oliefonds.

Het is niet duidelijk hoeveel de bevoordeling van elektrische auto’s Noorwegen precies gekost heeft, al worden de maatregelen wel langzaam duurder voor het land. „Nu meer mensen elektrisch rijden, begint het de overheid geld te kosten”, zegt Kverndokk. Dat hoeft geen groot probleem te zijn, volgens hem. „Inmiddels is een groot netwerk van laadpalen en gebruikers. Mensen zijn eraan gewend geraakt. Het is net als met een telefoon: als niemand een telefoon heeft, koop jij er ook geen, maar wel als iedereen er een heeft.”

Het is net als met een telefoon: als niemand een telefoon heeft, koop jij er ook geen, maar wel als iedereen er een heeft

Snorre Kverndokk
Ragnar Frisch-onderzoekscentrum

Nog een parallel: in eerste instantie zijn innovatieve producten vaak duur en onpraktisch, net als de eerste telefoons eind negentiende eeuw. Noorwegen is dat punt voorbij. „De toename van elektrische voertuigen heeft investeren in laadpalen profijtelijk gemaakt, ook zonder grote overheidssteun, en daardoor kopen mensen ook weer vaker elektrische auto’s.” Inmiddels staan laadpalen tot in de verste uithoeken van Noorwegen. Daarnaast is elektriciteit in Noorwegen voordeliger dan in andere Europese landen.

Frydenlund stopt zijn busje voor een praatje met de eigenaar van een tankstation waar alleen nog maar laadpalen staan. De eigenaar kon kiezen uit tal van laders, van Noorse en buitenlandse merken. „Noorwegen heeft dan wel geen eigen automerken meer, maar wel bedrijven in oplaadapparatuur en diensten die zijn gerelateerd aan elektrisch vervoer.” Zo is er sinds kort een app die de voortdurend wisselende energieprijzen vergelijkt. En in Oslo rijden sinds kort wagentjes van Vy, aanbieder van volledig elektrische deelauto’s.

Proeftuin

Inzetten op elektrische auto’s draait niet alleen om het milieu, maar ook om economische kansen. Noorwegen dankt zijn welvaart aan de export van olie en gas. „We weten dat de oliereserves eindig zijn”, zegt Frydenlund. Daarom zoekt het land alternatieven. „Noorwegen is de grootste proeftuin voor elektrisch vervoer.”

De Noren zetten ook in op andere groene technologie waaraan te verdienen valt. Zo mogen Nederlandse bedrijven CO2 in de Noorse bodem opslaan. Het land overweegt daarnaast in de Noordzee diepzeemetalen te mijnen voor batterijen en windmolens, al is dat omstreden.

Lees ook

Het leven op de bodem lijdt onder de vervuiling door zeemijnbouw

Diepzeemijnbouwschip Hidden Gem in februari 2022 in de haven van Rotterdam.

Het staatsfonds waarin Noorwegen zijn olie- en gasinkomsten onderbrengt, bezit iets meer dan één procent van Tesla. In 2017 werd Elon Musk, eigenaar van de elektrischeautomaker, bekroond met de Oslo Business for Peace-award vanwege Tesla’s verdiensten voor een schoner klimaat. Musks relatie met Noorwegen is inmiddels bekoeld, onder meer omdat het staatsfonds zich verzette tegen de miljardenbeloning die hij zichzelf wilde uitkeren. Maar het controversiële gedrag van de Amerikaanse multimiljardair en diens omstreden steun voor Trump hebben Tesla in Noorwegen minder geschaad dan elders. Was in Noorwegen de Teslaverkoop begin dit jaar 38 procent lager dan een jaar eerder, in Europa ging het om een daling met 48 procent. Frydenlund: „Ik denk dat Noren beseffen dat Musk niet de enige aandeelhouder van Tesla is.”

Wat verliezen wij als we een snelweg krijgen?

Noorse milieuactivisten

Vierbaansweg

Critici van het Noorse EV-beleid vrezen dat mensen door alle voordelen sneller voor de auto kiezen dan voor andere, nog groenere reisopties, zoals de trein. In Oslo delen klimaatactivisten flyers uit met, in hoofdletters: „Wat verliezen wij als we een snelweg krijgen?” Binnenkort wordt voor omgerekend 1,4 miljard euro een weg tussen het noordelijkste puntje van Noorwegen en Oslo verbreed. Lokale en nationale milieugroepen wijzen erop dat de omstreden vierbaansweg door beschermde natuurgebieden gaat.

De vrees is ook dat elektrische auto’s door bandenslijtage meer microplastics in het milieu brengen, en leiden tot extra wegenaanleg. Klimaatwetenschappers stellen daarbij wel dat een elektrische auto in zijn gehele levenscyclus zuiniger is, en dus klimaatvriendelijker, dan een benzineauto.

Noorwegen noemt zich met het hoge percentage elektrische auto’s EV capital van de wereld. Het land loopt graag te koop met deze bijdrage aan de beperking van het klimaatprobleem, maar met andere duurzaamheidsdoelen is het er nog niet. Noorwegen heeft zijn officiële klimaatdoel (55 procent reductie van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990) aangescherpt tot 70 procent in 2035, en dat lukt alleen met elektrisch vervoer. Dat komt mede door de schadelijke emissies bij de omvangrijke olie- en gaswinning, volgens de Climate Action Tracker, een dataproject van wetenschappers om het klimaatbeleid van landen te volgen.

De omwenteling naar elektrisch rijden in Noorwegen is nog niet compleet, zegt Frydenlund. De volgende fase is het vrachtvervoer. Hij stopt aan de ring van Oslo, waar de eerste laadpalen voor trucks staan. Daar stapt een vrolijke vrachtwagenchaffeur uit, die met Frydenlund aan de praat raakt. De trucker rijdt sinds oktober elektrisch. Wel spannend nog, vindt hij, of de batterij de volgende laadpaal haalt. Laden valt in ieder geval mooi samen met de pauzes die hij moet nemen. „Ik ben al klaar met opladen, maar ik wacht nog op de vrachtwagen.”

Lees ook

De paradox van Noors duurzaamheidsbeleid

Een booreiland van Equinor in de buurt van Hammerfest, Noorwegen. Een bootje van Greenpeace (links in het klein) nadert het platform.


Tijdens het Senegalese Offerfeest is de ‘Ferrari onder de schapen’ een teken van prestige

Onverstoord staat het schaap, een zwart met wit gevaarte, op een rotonde in Dakar terwijl auto’s, taxi’s en scooters voorbij tuffen.

Af en toe gaat een raampje open en wordt een telefoon naar buiten gestoken om het dier – zijn ene poot is vastgebonden aan een blok beton – te filmen.

Iets verderop liggen zijn beduidend kleinere soortgenoten bijeengepakt onder tentzeilen, blatend tegen elkaar en de claxons.

In een joggingbroek en met een petje op gooit schapenverkoper Khoulam Kane zich tussen het avondverkeer en pakt ook zijn mobiel.

Hij heeft geïnteresseerden die om video’s hebben gevraagd, zegt hij.

Twee jongens proberen het schaap in de juiste houding te duwen: lengte goed zichtbaar, kop omhoog.

Bijna het hele jaar handelt de 34-jarige Kane in deze visserswijk van Dakar vooral in vis – tot het Offerfeest nadert, in Senegal Tabaski genoemd. Met een overwegend islamitische bevolking (ruim 95 procent van de Senegalezen is moslim) wordt dat hier deze vrijdag en zaterdag groots gevierd. In de aanloop wordt Kane een go to guy voor „vips”, fluistert een kenner. „Marabouts [religieuze leiders], legergeneraals, ze kopen allemaal bij hem.”

Schapen op TikTok

Kane is niet zomaar een schapenverkoper. Van de paar honderd exemplaren die hij in de weken voor Tabaski in zijn geïmproviseerde straatstallen aanbiedt, zijn een groot deel Ladoumschapen; een lokaal ras dat Senegalezen „de Ferrari onder de schapen” noemen.

Ze kunnen tot 180 kilo wegen en 120 centimeter hoog worden. Het Ladoumschaap werd in de jaren zeventig gefokt. Sindsdien verwierf het faam door zijn forse postuur en bollende neus. Ladoums kunnen volledig wit of wit met zwarte vlekken zijn. De geheel witte zijn het meest gewild, vooral tijdens Tabaski, omdat wit wordt gezien als symbool van zuiverheid. Het prijskaartje van een Ladoum: duizenden tot tienduizenden euro’s.

„Mensen kijken hier allemaal naar elkaar met het Offerfeest”, zegt Aliou Mbaye, bestierder van YouTubekanaal Sunu Elevage TV, gewijd aan de Ladoum („het grootste, langste en mooiste schaap van de wereld”). „Hoe groter het schaap dat je kunt kopen, hoe meer prestige dat geeft.” Dat legt veel druk op families, zegt Mbaye. Vooral omdat een klein schaap al 150 tot 250 euro kost, net zoveel als een gemiddeld Senegalees maandinkomen. In 2024 werden in Senegal tijdens Tabaski zo’n 800.000 schapen geofferd.

Herder Mohamed Diallo houdt Cayor vast. De veertien maanden oude witte ram is voorbestemd om kampioen te worden.
Foto Sylvain Cherkaoui
Ladoum-fokker Djamil Ndour met zijn grootste ram. Djabir is 19 maanden oud en 116 cm hoog.
Foto Sylvain Cherkaoui

Een Ladoum is voor veruit de meeste Senegalezen onbereikbaar. Toch doet verkoper Khoulam Kane goede zaken. Anders dan collega-bergeries, die video’s van hun mooiste schapen op Tik Tok zetten, doet Kane naar eigen zeggen niet aan sociale media. Niet nodig, zegt hij als een passerende automobist op de rem stapt om naar Kanes ster op de rotonde te kijken. Hij kocht hem een maand geleden en verkoopt hem met een „Tabaski-bonus” door. Grijnzend: „Het is bon business.”

Voor veel Ladoum-houders zijn hun schapen véél meer dan dat. „Het is een passie”, straalt Mbaye, die er vijf bij hem thuis in Dakars volkswijk Médina houdt. Met regelmaat vinden beurzen en wedstrijden plaats waar eigenaren hun mooiste (lees: meest imposante) Ladoums tonen. Er zijn speciale YouTubekanalen, zoals die van Mbaye, en TikTok- en Instagrampagina’s met duizenden volgers.

Mede vanwege hun waarde, en het risico op diefstal, worden Ladoums vooral in grote steden als Dakar gehouden, afgeschermd in familiale cours, of op de daken van appartementencomplexen. Sommige bergeries nemen meerdere verdiepingen in beslag, met verzorgers die dag en nacht bij de dieren blijven.

Om bij de schat van Bakary Wagué te komen, moet eerst een trappenhuis langs vijf etages worden beslecht.

Hier en daar liggen keutels op de tegels, het ruikt naar stro.

Eenmaal bovenin, uitkijkend over de daken van Dakar, staat Buur Saloum.

Buur Saloum betekent Koning van de Saloum (een regio in Senegal).

Buur Saloum staat in een wijds hok met glanzende tegels en vergulde lampen aan het plafond.

In een glazen vitrine prijken twee flinke trofeeën die het dier won.

„Hij hoort bij de familie”, zegt Wagué (30) trots over het dier dat hij 4,5 jaar geleden als een lam kocht. Wagué, die in het vastgoed zit en een elektronicawinkel bezit, lette nauw op Buurs stamboom: die bestond uit meerdere prijswinnaars. Hij wist: een Ladoum hebben is één ding, maar een champion is een status apart.

Vanuit heel Senegal, maar ook Mauritanië en Gambia, melden klanten zich mede daardoor bij hem, zegt Wagué, die een vijftiental Ladoums bezit en fokt. Iemand bood 50 miljoen CFA Franc voor Buur Saloum: ruim 75 duizend euro. Wagué weigerde. Te vroeg, vond hij. Zijn lammetjes alleen verkoopt Wagué al voor een paar duizend euro per stuk.

Lees ook

Senegal wil geen geïmporteerd melkpoeder meer, maar waar is de lokale melk?

Herder Amadou Ba staat bij de ingang van een omheining van gedroogde takken en kijkt toe hoe jonge kalveren in de vroege ochtend hun moeders ontmoeten om te zogen op een boerderij in het dorp Gallodjina, nabij Richard Toll.

Trofeeën

In een verre buitenwijk van Dakar slaakt Fatoumata Doumbouya een verrukte zucht. Haar Ladoums hebben haar álles gegeven, zegt de 68-jarige, in een smetteloos wit met roze jurk en dito hoofddoek, terwijl haar nieuwste protégé naast haar wordt opgesteld. Ibu Taximan doopte ze het beest dat bijna even groot is als zijzelf, naar de taxichauffeur die haar naar de stal bracht waar ze hem kocht. Dat wordt een winnaar, dat zag ze meteen.

„Maman Fatou”, zoals ze wordt genoemd, is zelf de grootste ster. Zo’n achttien jaar geleden was ze de eerste vrouw die zich in het toen nog door mannen gedomineerde Ladoumwereldje meldde.

Fatoumata Doumbouya poseert met Ibu Taximan.
Foto Sylvain Cherkaoui
Aan de muur hangen de portretten en trofeeën die Fatoumata Doumbouya tijdens haar carrière heeft gewonnen met haar Ladoum-rammen.
Foto Sylvain Cherkaoui

Nu reizen vrouwen van ver naar haar toe voor advies. Doumbouya’s reputatie is zichtbaar in de trofeeën en foto’s aan de muur waartegen het geblaat van haar 27 Ladoums weerklinken.

Krijgt ze ook belletjes van mensen die een schaap voor het Offerfeest willen? Doumbouya schudt haar hoofd. Nee, nee. „Ik verkoop alleen aan les passionnées.”

Demba Diamant, een 17 maanden oude witte Ladoum-ram in eigendom van Doumbouya, omringd door vrouwtjes in zijn hok. Video Sylvain Cherkaoui


Explosie op spoor in Zuid-Rusland, ‘resten van zelfgemaakte explosieven’

Een explosie op het spoor in de Zuid-Russische regio Voronezj heeft donderdag grote problemen op het Russische spoor veroorzaakt. De explosie, op het traject tussen de stations Jevdakovo en Sagoeny, legde het treinverkeer aan één kant stil, zo meldden Telegram-kanalen Baza en het lokale Vesti Voronezj. Volgens de gouverneur van de regio, Aleksandr Goesev, zijn er geen gewonden gevallen en wordt de schade inmiddels hersteld.

Hoewel over de oorzaak nog geen duidelijkheid is, meldt het Russische Telegramkanaal Shot dat „resten van zelfgemaakte explosieven” op de plaats van het incident zouden zijn aangetroffen. Russische autoriteiten gaan uit van een „terroristische aanslag” en zijn een onderzoek gestart, zo meldde het Russische staatspersbureau Tass. De vermeende aanslag is evenwel nog niet opgeëist.

De regio Voronezj, ruim tweehonderd kilometer ten oosten van Koersk en de Oekraïense grens, is een belangrijk knooppunt voor de toelevering van manschappen en materieel voor het Russische front. Ook passagierstreinen van Moskou naar het Russische zuiden hebben flinke vertragingen opgelopen.

Lees ook

Onrust in Rusland na grootschalige verrassingsaanval door Oekraïne op militaire bases

In Brjansk werd een brug door een explosie verwoest en ontspoorde een trein. Volgens Rusland werd de explosie veroorzaakt door een „illegale interventie”  van buitenaf, volgens Oekraïne heeft Rusland het ongeluk zelf veroorzaakt. Foto stringer/Reuters

Krimbrug

Afgelopen dagen sloeg Oekraïne hard toe op doelen in de grensregio en verder in Rusland. Zondag werden bij drone-aanvallen op Russische luchtmachtbases in Moermansk, bij Moskou en in Siberië volgens de laatste onafhankelijke tellingen zo’n vijftien bommenwerpers onklaar gemaakt. Dat weekend stortte in de Russische grensregio Koersk een brug in onder een goederentrein en ontspoorde in de regio Brjansk een passagierstrein, nadat een verkeersbrug was ingestort. Daarbij kwamen ten minste zeven burgers om het leven en raakten tientallen mensen gewond.

In een ander incident in Brjansk werd vorige zondag eveneens een deel van het spoor beschadigd, daarbij zijn geen slachtoffers gevallen.

Afgelopen dinsdag saboteerde Oekraïne bovendien de brug naar het geannexeerde schiereiland Krim met explosieven. Volgens Rusland is de brug inmiddels hersteld. De Russische president Poetin kondigde eerder deze week in een gesprek met de Amerikaanse president Trump aan dat Rusland militair zal reageren op de aanslagen.

Liveblog
oorlog in oekraïne


Explosie op spoor in Zuid-Rusland, ‘resten van zelfgemaakte explosieven’

Beeld van een eerdere Russische aanval op een bus in Soemy.


Zuid-Korea kiest een te machtige president

Als Zuid-Korea dinsdag een nieuwe president kiest, is het precies een half jaar geleden dat president Yoon Suk-yeol het land in een ongekende crisis stortte. Op de avond van 3 december verscheen hij onverwacht op de televisie om de militaire noodtoestand uit te roepen. Het luidde zijn eigen val in, en een maandenlange politieke verlamming.

De noodtoestand was volgens de conservatief Yoon nodig omdat het land werd bedreigd door „antistatelijke” en „pro-Noord-Koreaanse” krachten, die zich via de oppositie meester hadden gemaakt van het parlement. Yoon stuurde leger en politie naar de Nationale Assemblee om te verhinderen dat de volksvertegenwoordiging bij elkaar kon komen.

Dat was buiten de Zuid-Koreaanse bevolking gerekend, bij wie de herinnering aan de eind jaren tachtig ontmantelde militaire dictatuur nog vers in het geheugen ligt. Onder de vorige noodtoestand, in 1980, kwamen vele honderden mensen om bij een bloedig neergeslagen protest in de zuidelijke stad Gwangju – een nationaal trauma dat nog jaarlijks wordt herdacht.

Lees ook

Machtsgreep president Zuid-Korea stuit op het parlement en op zijn eigen partij: na enkele uren wordt militaire noodtoestand weer opgeheven

Politieagenten bij de poort van het parlementsgebouw, nadat de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-yeol de noodtoestand afkondigde.

Mede onder druk van een snel groeiende menigte demonstranten bij het parlementsgebouw in Seoul slaagden militairen er niet in om de vergadering van de volksvertegenwoordiging te blokkeren. De aanwezige parlementsleden stemden unaniem voor opheffing van Yoons noodtoestand en maakten zo na enkele uren een einde aan de ‘zelfcoup’ van de president. Yoon werd door het parlement geschorst en begin april door het Constitutioneel Hof uit zijn ambt gezet. Hij mag het land niet verlaten en wordt vervolgd voor rebellie, wat in theorie de doodstraf kan opleveren – al wordt die niet meer voltrokken.

Machtige president

Zuid-Korea geldt als voorbeeld van een geslaagde democratische transitie. Sinds de eerste vrije verkiezingen in 1987 vond na iedere stembusgang een vreedzame machtsoverdracht plaats. Maar Yoons couppoging liet zowel de weerbaarheid zien van de Zuid-Koreaanse democratie als haar zwaktes.

De meeste kritiek richt zich op het „imperiale presidentschap” in de grondwet uit 1987. Het land kent een zeer machtige president die na één termijn van vijf jaar niet herkozen kan worden, en dus niet hoeft te vrezen op zijn daden te worden afgerekend. Tegelijk krijgt hij in de laatste jaren van zijn termijn vaak weinig meer gedaan.

De conservatieve Kim Moon-soo wil, net als Lee Jae-myung, de macht van de president inperken en diens termijn verkorten.

Foto Ahn Young-joon/AP

„Als je iemand herkiesbaar maakt, zorg je ervoor dat die langer een efficiënte president kan zijn”, zegt de Leidse hoogleraar Koreastudies Remco Breuker, die momenteel in Zuid-Korea verblijft. „Nu zit diens politieke carrière er halverwege de termijn al op.” Tegelijk zou volgens hem de macht van die herkiesbare president moeten worden ingeperkt. „Een premier naast hem zetten die iets meer macht heeft, of een vicepresident – want die is er nu ook niet.”

Polarisatie

Ook op het functioneren van de volksvertegenwoordiging is veel kritiek. Die wordt gedomineerd door twee partijen – de conservatieven, nu vertegenwoordigd door de Volksmachtpartij (PPP), en de progressieve Democratische Partij. Het leidt tot een sterk gepolariseerd parlement. „De manier waarop de progressieve meerderheid in het parlement nu alle minderheidsopvattingen onder tafel veegt, onder het mom van democratie, zit heel veel mensen erg dwars”, zegt Breuker.

Het parlement kan weinig eigen initiatieven nemen – de president stelt bijvoorbeeld de kabinetsploeg aan – maar heeft wel veel mogelijkheden om dingen tegen te houden. President Yoon was zeer gefrustreerd door de progressieve oppositie die zijn begrotingen blokkeerde en de ene na de andere afzettingsprocedure begon tegen door Yoon benoemde functionarissen. Het was een van zijn rechtvaardigingen voor het uitroepen van de noodtoestand.

Als de partij van de president daarentegen de meerderheid heeft in Nationale Assemblee, fungeert die vaak als verlengstuk van het staatshoofd. „Volksvertegenwoordigers in andere democratieën zijn kritisch over de president, ook als die van hun eigen partij is. Maar Koreaanse regeringspartijen bieden weinig weerstand: als de uitvoerende en de controlerende macht in handen zijn van dezelfde partij, verdwijnen checks and balances”, merkte professor constitutioneel recht Chang Young-soo van de Universiteit van Korea op in de krant JoongAng Ilbo.

Tweede termijn

Wie denkt dat versterking van de Zuid-Koreaanse democratie na de gebeurtenissen van de voorbije maanden een grote rol speelt in de verkiezingen, vergist zich, ziet Breuker. De campagne draait volgens hem om traditionele thema’s als „de sociaal-economische ongelijkheid, Noord-Korea, en kansen voor jonge mensen, immigratie en vergrijzing”.

Presidentskandidaat Lee Jun-seok (40) mikt op rechtse jongemannen en snoept daarmee aanhang af van de conservatief Kim Moon-soo.

Foto Pedro Pardo/AFP

Toch hebben de belangrijkste kanshebbers voor het presidentschap – de progressieve Lee Jae-myung en de conservatief Kim Moon-soo – zich beiden voor hervormingen uitgesproken. Ze willen de vijfjarige presidentstermijn inkorten tot vier jaar, en herverkiezing mogelijk maken.

In hun hervormingsvoorstellen lijken ook hun eigen agenda’s een rol te spelen. Zo wil Lee dat voor de benoeming van de hoofden van opsporingsinstanties, nu een bevoegdheid van de president, voortaan parlementaire instemming nodig is. Lee, wiens partij een flinke meerderheid heeft in de Nationale Assemblee en die zelf ruim leidt in de peilingen, is verwikkeld in verschillende strafrechtelijke onderzoeken naar onder meer corruptie en overtreding van de kieswet. Kim wil juist dat de presidentiële immuniteit in strafzaken wordt opgeheven, en dat de rol van de president bij de benoeming bij hoge rechters wordt ingeperkt.

Breuker betwijfelt of er veel van de voornemens terecht zal komen. „Daarvoor heb je, wie het ook wordt, een president en een meerderheidspartij nodig die serieus luisteren naar wat de oppositie zegt.” Maar de gedoodverfde favoriet Lee beschikt over een ruime meerderheid in het parlement en zou de oppositie nauwelijks nodig hebben. „Dat is hier de grote angst. Er wordt echt gesproken over de dictatuur van de Democratische Partij, die moet worden doorbroken.”


Ook de Keniaan die het beter kreeg, vergeet zijn afkomst niet

Opinieonderzoeksbureau Afrobarometer beschrijft ieder jaar hoe de kloof tussen arm en rijk op het continent groeit en het vertrouwen in democratie krimpt. Het bureau neemt ook een andere trend waar: het bezit neemt toe. Het overgrote merendeel van de Afrikanen (84 procent) heeft een mobiele telefoon. Een op de twee heeft een eigen televisie, nog meer hebben een radio (58 procent). Net iets meer dan een derde heeft een bankrekening (38 procent), een vijfde van de Afrikanen heeft een computer, zo schreef weekblad The Continent op basis van Afrobarometer-cijfers.

De invoer van auto’s steeg in Kenia na de eeuwwisseling explosief. De kleine „shopping Honda’s”, de eerste vruchten voor de groeiende middenklasse, en de prachtig met grote spiegels en versiersels uitgedoste bromtaxi’s, een bron van inkomsten voor de armen, maken de wegen vaak trager dan toen ze nog niet geasfalteerd waren en aanvoelden als wasborden. Vroeger brachten Kenianen feestdagen door in hun geboortedorp om een kip of misschien zelfs een geit te slachten en knus met de uitgebreide familie het reüniediner te vieren. Die sociale maatstaven blijken niet meer van deze tijd.

Die nieuwe welvaart, met meer bestaanszekerheid, meer bezit en betere opleidingen, verlangt modern vermaak. Op feestdagen verenigt de uitgebreide familie zich niet meer in het geboortedorp maar gaat het kerngezin rondrijden. De opkomende middenklassers stappen in hun eenvoudige auto en laten zich van hun sierlijke kant zien: het haar van hun kinderen in strengen, hun jongens in gestreken streepjesbroeken en de meisjes in jurken licht als vitrage. Zo glunderen ze op foto’s: in golvende velden vol gele bloemen tegen de achtergrond van Mount Kenya met zijn resterende snippers sneeuw. Dan rijden ze over een vlakte waar zon en schaduw achter elkaar aanjagen naar een stadje waar ze in een restaurant met de familie aan een lange tafel aanschuiven en chapati’s met een stoofpot eten.

Nieuwe welvaart met meer bestaanszekerheid, meer bezit en betere opleidingen, verlangt modern vermaak

De rijken zetten zich in hun terreinwagens en rijden naar luxe vakantieoorden langs de weg, uitgerust met een gym en zwembad tegen de groeiende buiken van de mannen. De vrouwen wedijveren met elkaar in hun kostuums met opdringerige kleuren, hun omslagdoeken en fijn afgewerkte kapsels, die in gave lussen op hun geparfumeerde hoofden zijn aangebracht.

The freedom to be yourself„, schreeuwen reclameborden de automobilisten toe langs de snelwegen. Borden met advertenties voor suikerige drankjes, vette kippenbouten met patat, en alcohol worden afgewisseld met reclame voor gezondheidsklinieken en tandartsen. Onder een bord voor een haaracademie hangen jongens op brommers met rastahaar of spikes en meisjes in minirokken met goud, geel of roze haren trekken de aandacht van passerende vrouwen in ouderwetse, lange synthetische Engelse rokken en heren met Homborg-hoeden.

Spagaat

De opkomende middenklasse schippert tussen traditie en moderniteit, tussen gemeenschapszin en individualisme. Die spagaat laat zich duidelijk zien in Nairobi, de hoofdstad die in een halve eeuw uitgroeide van tuinstad tot metropool, met meer ruimte voor vrije geesten. De culturele omslag die Afrika omwoelt, wordt mogelijk gemaakt door die honderdduizenden bewoners die het beter kregen. Maar degenen die zich opwerkten uit de armoede verafschuwen hun afkomst niet.

In Nairobi staan ronkende files van sjieke auto’s, met chauffeurs die de regels aan hun laars lappen, de kortste bochten nemen, voetgangers naar de bermen verjagen en tegenliggers van hun weghelft drukken. Maar als zich in die blikken chaos een blootvoetse, zwetende man met handkar wringt, dan trapt iedere automobilist onmiddellijk op de rem en geeft de zwoegende man voorrang. Die solidariteit is blijven bestaan.