‘Nederland heeft een inspirerende rol, daar willen we graag van leren’

Sprekend over de futuristische Saoedische stad Neom, die momenteel in de woestijn in het noordwesten van het land door 140.000 bouwvakkers wordt aangelegd, licht het gezicht van Bandar Al-Khorayef, minister van Industrie en Minerale hulpbronnen, op. „Neom is de toekomst van Saoedi-Arabië. Ik zie het als een plaats waar we alles wat met de toekomst te maken heeft, kunnen aantrekken”, zegt Khorayef in het Amsterdamse Amstel-Hotel.

Neom moet een unieke stad worden aan de Rode Zee van 170 kilometer lang, voorzien van de nieuwste snufjes op technologisch gebied uit de hele wereld. De bewoners kunnen gebruik maken van een hoge-snelheidstrein. „Neom versnelt de menselijke vooruitgang”, heet het in een recente, gelikte propagandavideo van de Saoedische overheid.

Khorayefs eigen ministerie is nauw betrokken bij de aanleg van Oxagon, een deel van Neom dat moet uitgroeien tot een drijvende havenstad en een prominent industrieel centrum voor de regio. „Oxagon zal volgens mij synoniem worden met toekomstige technologie en innovatie”, glundert de minister, die zijn departement sinds 2019 beheert.

Aan critici die menen dat Neom tot mislukken is gedoemd, houdt Khorayef het voorbeeld voor van Jubail. Dat is een stad die een halve eeuw geleden door de Saoediërs naast een vissersdorp uit de grond werd gestampt, op een kleinere schaal dan Neom nu. Jubail ligt bovendien niet aan de Rode Zee maar aan de Golf.

„Jubail was vroeger ook woestijn”, licht Khorayef toe. „Maar vijftig jaar later is het een levendige stad met 220.000 inwoners, met veel industrie, uitstekende scholen en gezondheidsfaciliteiten.” Via die stad loopt 6 procent van de wereldwijde export van petrochemische producten. „Als het gaat om de vraag of een droom verwezenlijkt kan worden, dan biedt Jubail hoop dat zoiets te zijner tijd ook in Neom kan gebeuren.”

Neom is het paradepaardje van Vision 2030, het ambitieuze programma dat de Saoedische kroonprins Mohammed bin-Salman (MbS) in 2016 lanceerde om zijn land grondig op de schop te nemen en klaar te stomen voor de moderne tijd. Hoofddoel ervan is de economie diverser te maken en minder afhankelijk van olie, want ook in Riyadh groeit het besef dat de fossiele brandstoffen niet eeuwig kunnen doorgaan.

In het voetspoor van buurstaat Verenigde Arabische Emiraten hoopt Saoedi-Arabië zich te ontwikkelen tot commercieel en logistiek knooppunt tussen met name Azië en Afrika. „Daarom ben ik ook in Nederland. U vervult een beetje de unieke rol van poort tot Europa. Dat is heel inspirerend en wij willen daarvan graag leren.”

Twaalf sub-sectoren

„We hebben twaalf sub-sectoren bepaald”, vertelt Khorayef, „waarvan we hopen dat ook buitenlandse investeerders daarin geïnteresseerd raken. Voedselveiligheid en farmaceutische producten bijvoorbeeld, maar ook de verwerking van metalen en andere producten met een toegevoegde waarde. We hebben al succes geboekt met kunstmest en fosfaten. Maar we willen ook sectoren ontwikkelen zoals duurzame energie, elektrische voertuigen en ruimtevaart.”

Een aantal tussentijdse doelen van Vision 2030 is volgens Khorayef al bereikt. „Het aantal fabrieken is met zo’n 50 procent gegroeid in vijf jaar tijd. We hebben in de laatste zes jaar ruwweg evenveel geïnvesteerd in de industriële sector als in de hele 35 jaar daarvoor. Als we even afzien van olie en petrochemische producten is onze uitvoer in die periode ook met 70 procent gestegen. Dan gaat het om producten als voedingsmiddelen, medicijnen, machinerie en mineralen.”

De kroonprins hoopte via Vision 2030 ook een groter deel van het werk in Saoedi-Arabië te laten uitvoeren door Saoediërs zelf. MbS vindt dit zelfs zo belangrijk dat hij daarom zelf een commissie voorzit om dit proces in goede banen te leiden. De commissie hoopt te bewerkstelligen dat jonge Saoediërs de vaardigheden aanleren waarmee ze niet alleen in eigen land uit de voeten kunnen maar ook elders in de wereld. Geen geringe opgave in een land waar veel Saoediërs het harde werk vanouds liever aan buitenlanders overlaten.

‘Menselijk kapitaal ontwikkelen’’

„De ambitie van dit programma is om mondiale burgers te scheppen”, stelt Khorayef. Dat wil zeggen mondiale burgers in economisch opzicht. Het is niet de bedoeling van MbS dat de Saoediërs zich onder invloed met de rest van de wereld ook als mondiger burgers gaan gedragen, die meer inspraak eisen over de gang van zaken in hun land. In dat opzicht blijft het land van MbS uiterst repressief. De buitenwereld – ook investeerders – zijn nog niet vergeten dat Mbs in 2018 ernstig in opspraak raakte door de moord op de Saoedische dissident Jamal Khashoggi in het Saoedische consulaat in Istanbul, waarna diens lijk in mootjes werd gehakt.

„Een van de uitdagingen waarvoor we staan is hoe snel we ons menselijke kapitaal kunnen ontwikkelen”, constateert Khorayef, die eveneens lid is van de commissie van MbS „Dat is echt een sleutelkwestie, niet onoplosbaar maar het zal geruime tijd kosten.” Het is een van de redenen waarom hij Nederland bezoekt. Hij hoopt onder andere, met steun van de Saoedische overheid, dat meer Saoediërs trainingen kunnen volgen bij Nederlandse bedrijven in verband met alle geplande projecten in Saoedi-Arabië. Hij wil geen namen van specifieke Nederlandse bedrijven noemen.

Voorheen importeerde Saoedi-Arabië veel laaggeschoolde arbeid. „Nu schakelen we meer over op automatisering en meer geavanceerde productiewijzen. Maar we zullen nog steeds veel buitenlanders nodig hebben, maar nu meer hooggeschoolden. Het is een feit dat onze economie nu veel sneller groeit dan we met onze eigen mensen aankunnen. Veel van onze jongeren willen bovendien – net als elders in de wereld – alleen maar in de IT werken, terwijl we ook buiten die sector veel mensen nodig hebben.”

Tegelijkertijd signaleert de minister dat de jonge generatie veel meer betrokken is bij wat er in Saoedi-Arabië en daarbuiten gebeurt. „Ook mijn eigen kinderen zijn veel beter op de hoogte van wat er allemaal gebeurt. Onze generatie interesseerde dat destijds helemaal niets.”


Een nieuwe waterkering, dijkverzwaringen, een hitteplan – klimaatrisico’s dwingen Londen tot actie

Twee gepensioneerde Londenaren, nylon jasjes om het middel geknoopt, wandelen bijna elk weekend door een ander deel van hun stad. Dit keer werd het een stuk langs de Theems, de rivier die door de stad kronkelt. De zilveren bollen van de Thames Barrier, de waterkering in de rivier, glimmen in de lentezon. Eén van de roestige kleppen zweeft boven het water.

Wanneer werd de Thames Barrier eigenlijk voor het laatst in werking gesteld? Janet Ayres en haar vriendin vragen het zich hardop af, maar ze hebben geen idee. Zoekende blikken op de informatiemuur bij de waterkering, al vinden ze daar het antwoord niet. Er staat wel hoe hoog het water hier kwam op spannende momenten: op 11 januari 1993 ongeveer tot heuphoogte, op 24 december 1998 tot de knieën.

De Thames Barrier is cruciaal in de bescherming van Londen en de waterkering is sinds de voltooiing in 1982 meer dan 220 keer in werking gesteld. Afgelopen winter moesten de kleppen dertien keer dicht vanwege hoog water en stormachtig weer.

Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel, zijn er vaker heftige stormen en wordt de waterkering vaker gebruikt dan vooraf verwacht. Over de vervanging van de Thames Barrier moet daarom tien jaar eerder dan gedacht een besluit worden genomen, in 2040 in plaats van 2050. En ten westen van de Barrier, waar het overgrote deel van de Londenaren woont, moeten dijken en kleinere waterkeringen eerder dan voorzien worden verstevigd. Van de 330 kilometer rivierlijn is maar 9 kilometer (ongeveer 7 procent) robuust genoeg om de stad ook nog na 2050 te beschermen.

Onvoldoende voorbereid

Londen is onvoldoende voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. Dat constateerde begin dit jaar de London Climate Resilience Review, een onafhankelijke onderzoekscommissie, in een tussentijds rapport. „Londen is slecht voorbereid, maar nergens ter wereld gaan die aanpassingen snel genoeg”, staat in hun conclusies. In juli, na de verkiezingen, presenteert de commissie haar eindrapport aan de Londense burgemeester Sadiq Khan. De conclusies en aanbevelingen van de voorlopige versie blijven waarschijnlijk in grote lijnen overeind. De stad moet met een duidelijke visie en plan van aanpak komen over de aanpassingen die nodig zijn tegen 2030. Dat is „in het bijzonder belangrijk omdat zo’n duidelijke strategische visie op landelijk niveau ontbreekt”. Er bestaat bijvoorbeeld ook geen landelijke hitteplan in het Verenigd Koninkrijk.

Een paar van de grootste klimaatrisico’s in Londen zijn hittegolven, periodes van aanhoudende droogte en van overstromingen. Twee jaar geleden nog maar bestond volgens deskundigen „een kleine kans” dat Londen vóór 2040 in de zomer de veertig graden zou halen. Maar in juli 2022 was het ineens al zo ver. De brandweer kreeg in die dagen bijna vijfduizend telefoontjes, de drukste tijd sinds de Tweede Wereldoorlog. Ziekenhuizen moesten operaties annuleren, treinen konden niet rijden door verbogen rails en kapotte bovenleidingen. Een jaar eerder, in juli 2021, ontwrichtten twee zware regenstormen delen van de stad: tweeduizend huizen en tientallen metrostations liepen waterschade op.

De twee wandelaars bij de Thames Barrier staan amper stil bij klimaatverandering. Wat de stad ertegen doet, weten ze niet. En dat Londen kan overstromen, daar denken ze al helemaal niet over na. „Behalve dan dat ik een hogere verzekeringspremie moet betalen voor mijn huis”, zegt Jane Ayres. Ze woont in het westen van Londen, vlakbij de Wandle, een rivier die uitkomt op de Theems. „Maar de Wandle is een verzonken rivier, dus de kans op overstroming is uitermate klein.”

Overstroming van de Theems bij Kew Bridge, februari 2016.
Foto Justin Setterfield/Getty Images

Sociale woningbouw

Ayres en haar vriendin hebben het relatief goed. Ze bezitten een huis en zijn verzekerd voor ongevallen. Voor Londenaren die in flats van de sociale woningbouw wonen geldt dat minder. Armere inwoners en inwoners van etnische minderheden wonen in buurten met een grotere kans op overstromingen en de kans is juist kleiner dat ze daar voldoende tegen zijn verzekerd. En hun huizen zijn vaak slechter bestand tegen hitte. „Klimaatverandering vergroot bestaande ongelijkheden”, staat in het rapport van de Climate Review.

Burgemeester Khan neemt klimaatverandering zeker serieus, zegt Candice Howarth, zij is hoofd van de afdeling adaptatie bij het Grantham onderzoeksinstituut voor klimaatverandering van de London School of Economics. Maar de aandacht ging vooral naar het verminderen van de CO2-uitstoot en minder naar het aanpassen van de stad. „Wat adaptatie betreft is Londen langzaam op gang gekomen.” Parijs bijvoorbeeld heeft al eens oefeningen gehouden voor als het vijftig graden in de stad wordt, om te zien welke gevolgen dat heeft voor scholen, openbaar vervoer en eerstehulpdiensten. In Londen staat later dit jaar voor het eerst zo’n oefening op de agenda..

Naast het werk van het overkoepelende stadsbestuur hebben de 32 stadsdelen van Londen ook hun eigen klimaatbeleid. Alleen hebben ze maar beperkt budget. Howarth: „Ze moeten kiezen hoe ze hun geld uitgeven. Het gaat eerder naar het direct reageren op acute problemen dan naar voorbereiden en aanpassen op de toekomst..”

Spullen op hoge plank

De initiatieven die nu wel worden genomen in de stadsdelen lijken vaak klein. Bij steeds meer metrostations komen bijvoorbeeld stroken groen, zodat verwildering kan plaatsvinden. In buurten worden regentuinen aangelegd, grote bakken met planten erin, zodat regenwater geleidelijker kan wegstromen. Er worden extra bomen geplant. En bewoners van appartementen in kelders krijgen folders in de bus met tips voor overstromingen, om hen bewust te maken van de risico’s: leg waardevolle spullen op een hoge plank om ze tegen waterschade te beschermen. Bereid een pakketje voor dat je kunt meenemen, met medicijnen, een zaklamp en warme kleding.

Dit soort dingen lijken misschien weinig bij te dragen, erkent Candice Howarth van het Grantham instituut. „Toch is aandacht voor gedragsverandering heel belangrijk”, zegt ze. Zelf heeft Howarth de tegels uit haar voortuin weggehaald om regenwater makkelijker te laten wegstromen. Terwijl het in het VK gewoon is om je voortuin te betegelen voor je auto. Ook in dit soort dingen kan een stad sturen, zegt ze: „Vertel inwoners bijvoorbeeld dat het tijdens hitte beter is je gordijnen en ramen overdag dicht te houden, en ze pas als het koeler is weer te openen. Nu ligt er een kans om ons goed voor te bereiden, voor als straks zomers met veertig graden veel vaker voorkomen.”

Lees ook
Plensbui op komst? De zandzak werkt nog altijd het best

Een ondergelopen straat in Buitenpost na extreme regenval en hagelbuien.


Hoe zijden opblaastanks ervoor zorgden dat misleiding terugkeerde in de westerse oorlogsvoering

In een buitenwijk van het Tsjechische stadje Decin zit een kleine fabriek in de hal van een voormalige supermarkt. Verstopt achter de grijze gevel zitten naaisters voorovergebogen aan lange tafels met enorme lappen stof. Decin heeft een geschiedenis van textielindustrie. Met de naaimachines die hier nu ratelen worden geen jurken of gordijnen gemaakt, maar illusies.

De grijsgroene stof wordt verwerkt tot levensgrote, opblaasbare militaire systemen. Tanks, houwitsers, gevechtsvliegtuigen en luchtafweersystemen, allemaal gemaakt van synthetische zijde en in tien minuten op te blazen. De opblaaswapens zijn zo ontworpen dat de hete lucht die er doorheen stroomt ook op infraroodcamera’s de juiste afdruk geeft. Het doel is dat de wapens ’s nachts en overdag voor vijandige soldaten of overvliegende drones zelfs op enkele honderden meters niet van echt te onderscheiden zijn.

„De opblaasbare tanks worden gebruikt als lokaas”, legt Vojtech Fresser uit. Fresser was in 2014 een van de oprichters van het bedrijf in Decin, dat Inflatech heet. „Het is een vorm van misleiding.” De opblaaswapens moeten de vijand verwarren en uitlokken in de hoop dat ze kostbare munitie verspillen aan niks meer dan een uit de hand gelopen springkussen. Een opblaastank kost circa 30.000 euro, terwijl een echte Amerikaanse Abrams-tank meer dan 10 miljoen euro kost.

NAVO-landen

„Oorlog verandert, en de tactieken moeten meebewegen”, stelt Fresser. De wereld lijkt het met hem eens te zijn. Nepwapens zijn populair en Inflatech produceert honderden opblaasbare wapens per jaar.

Fresser wil niet bevestigen dat de Inflatech-tanks ook in Oekraïne te vinden zijn, maar hij levert aan NAVO-landen en „dan is het niet heel moeilijk te bedenken waar het dichtstbijzijnde slagveld is”. Eerder leek Fresser wel te bevestigen dat zijn bedrijf levert voor het front.

In 1943 richtten de Amerikanen een volledig aan misleiding gewijde eenheid op: The Ghost Army

Van de militaire schijnbewegingen van Napoleon tot het paard van Troje: misleiding is altijd een onderdeel geweest van oorlogsvoering. „Oorlogsvoering is de kunst van misleiding”, schreef de Chinese militaire strateeg Sun Tzu al vijf eeuwen voor Christus in zijn wereldberoemde traktaat over de kunst van het oorlogvoeren.

De opblaastanks van Inflatech zijn evenmin een nieuw idee. In 1943 richtten de Amerikanen een volledig aan misleiding gewijde eenheid op: The Ghost Army. Dit legeronderdeel bestond niet uit soldaten, maar uit kunstenaars en moest elke andere eenheid kunnen imiteren. Net als de fabriek in Tsjechië bouwden de mannen van het spookleger opblaasbare tanks en maakten ze gebruik van uitgebreide geluidseffecten. Uit enorme luidsprekers schalde het rumoer van een leger: het geroezemoes van soldaten, het grommen van tanks en het schelden van officieren.

Een opblaastank kost circa 30.000 euro, terwijl een echte Amerikaanse Abrams-tank meer dan 10 miljoen euro kost.
Foto Michael Heitmann/dpa

Het was een show waarmee de 1.100 leden van het spookleger zich voor konden doen als 30.000 soldaten. In meer dan twintig operaties leidde het spookleger de vijand af van de ware plannen van de geallieerden. Het Amerikaanse leger schat zelf dat met schijnvertoningen in het laatste jaar van de oorlog zo’n 15.000 tot 30.000 levens zijn gered.

Brute kracht

Toch verdween misleiding in het Westen daarna uit de militaire doctrines. „Na de Tweede Wereldoorlog is er een fascinatie gekomen voor elkaar alleen maar fysiek vernietigen”, legt generaal Han Bouwmeester uit. Hij is hoogleraar bij de Faculteit Militaire Wetenschappen en is zelf ook een product van de Koude Oorlog. „Ik ben midden jaren tachtig in Breda opgeleid. Toen waren we, onder leiding van de Amerikanen, gefascineerd door brute kracht. In de vier jaar van mijn opleiding hebben we het nooit over misleiding gehad.”

Voor Bouwmeester was het dan ook een verrassing toen na de val van de muur in 1989 een heel ander soort oorlog opkwam. In voormalig Joegoslavië en Afghanistan ervoer hij hoe kleinere groeperingen met minder geld uit noodzaak niet alleen gebruik maakten van granaten en kogels, maar ook van informatie.

Een leeggelopen opblaasbaar militair voertuig van Inflatech.
Foto Michael Heitmann/dpa

„De strijdkrachten zeiden A en ze deden B”, herinnert Bouwmeester zich uit zijn tijd in Bosnië, waar hij in 1995 en 1996 op missie was. „En daar werd ik keihard mee geconfronteerd. Mijn verbazing was misschien een beetje naïef, maar dat was voor mij echt een game changer en ik heb mij ook vanaf dat moment altijd beziggehouden met de vraag wat beïnvloeding precies is en hoe dat informatiespel werkt.”

Maskirovka

Het duurde echter nog jaren voordat misleiding echt weer op de militaire agenda terecht zou komen. Toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde en er ineens soldaten zonder herkenningstekens opdoken op het schiereiland, de beruchte ‘groene mannetjes’, keken westerse strategen daar flink van op. „In tegenstelling tot het Westen is Rusland altijd blijven vasthouden aan de kunst van misleiding”, zegt Bouwmeester, die promoveerde op Russische misleidingstactieken. „Er is zelfs een woord voor: maskirovka.”

Maskirovka wordt vaak vertaald als ‘de kleine maskerade’ en is een veelomvattend begrip, legt de generaal uit. Er valt van alles onder, van simpele camouflagenetten tot schijnaanvallen, leugens en desinformatie. Bouwmeester: „Maskirovka gaat over alle manieren waarop je iets verbergt wat er wel is, of toont wat er niet is.”

Lees ook
Hoe de oorlog in Oekraïne ook een militaire proeftuin voor de Verenigde Staten i

Een Russische strategische bommenwerper van het type Toepolev Tu-95 ‘Bear’, van bovenaf gefotografeerd door een Amerikaanse Maxar-satelliet. Tu-95’s lanceren kruisraketten naar Oekraïne.

De terugkeer van Rusland op het militaire toneel heeft een herontdekking van misleiding ingeluid in het Westen. De slinger dreigde even volledig de andere kant op te gaan, stelt Bouwmeester. „Er was een paar jaar ineens zoveel aandacht voor desinformatie en hybride oorlogsvoering dat de fysieke klappen uit beeld verdwenen. Maar de huidige oorlog in Oekraïne heeft wel weer laten zien hoe fysiek een slagveld is.” Misleiding gaat, behalve om nepnieuws en leugens, nog steeds om strategieën op het slagveld. Inmiddels zijn er berichten dat ook Rusland gebruik maakt van opblaasbare wapens in de strijd tegen Oekraïne.

Doctrine

Toen Inflatech-baas Fresser in 2014 bij de bank aanklopte voor een lening voor zijn bedrijf, dachten ze dat hij een grapje maakte. Maar inmiddels kan niemand meer om opblaaswapens heen. Door de oorlog in Oekraïne is defensie weer helemaal terug op de Europese agenda en de wereldwijde militaire uitgaven waren in 2023 hoger dan ooit. Fresser: „Er is steeds meer geld. En een deel van dat geld gaat naar deceptie en opblaasbare wapens.”

De opblaastanks die in het Tsjechische Decin worden genaaid sluiten zo aan op een bredere trend. Generaal Bouwmeester: „Ik ben niet langer een eenling als het gaat om het belang van misleiding. Dat hoofdstuk is terug in onze doctrine.”


Omdat scheiden niet mag, trouwen jonge Filippijnse vrouwen dan maar liever niet

„Ik wist dat hij iets ergs van plan was. Al enkele dagen sleepte hij zijn kapmes mee”, vertelt Angeline Periola (43). Sinds haar echtgenoot vijftien jaar geleden een poging deed om haar en haar kinderen te vermoorden, leeft ze in angst. „Toen hij voelde dat ik bij hem weg zou gaan, sloot hij mij en de kinderen op in de slaapkamer”, vertelt ze op een actiedag voor het recht op echtscheiding, in een winkelcentrum in Manila. Ze overwoog om met de kinderen uit het raam te springen, maar ze woonden te hoog. „Ik zei: doe je ogen dicht en ga slapen.” En toen stond haar man opeens in de slaapkamer.

Tranen lopen over haar wangen, na al die jaren staat ze in één tel weer in diezelfde kamer. „Pas toen ik hem recht in zijn gezicht aankeek, liet hij zijn mes zakken.”

Haar man liet haar gaan. Jarenlang vreesde Periola dat hij zou terugkomen en dan wel de moed zou hebben om haar te doden. Ook kan hij elk moment de voogdij van de kinderen opeisen. En heeft hij recht op haar spaargeld. Want in de Filippijnen is het – als enige land ter wereld, het Vaticaan uitgezonderd – niet mogelijk om te scheiden.

De meeste Filippijnen zijn overtuigd katholiek. De kerk is fel tegen echtscheiding, omdat het huwelijk wordt gezien als een heilig sacrament dat niet verbroken kan worden. Hoewel meer dan de helft van de Filippijnen allang niet meer tegen scheiden is, geeft de kerk niet toe en zit al jaren geen beweging in een wetsvoorstel dat echtscheiding mogelijk moet maken.

„Het is een heilig verbond”, zegt bisschop Broderick Pabilo in een gesprek via Zoom. „Gesloten voor de ogen van God. Een verbond tot aan de dood. Niet tot je denkt: Ik heb er geen zin meer in.”

Periola zit dus aan haar man vast. Nog steeds loopt hij af en toe rondjes om haar huis, zegt ze. Dan komt de paniek terug, maar bij haar familie overheerst de schaamte voor een mislukt huwelijk. Haar moeder wil geen inmenging van politie.

Wat zou een scheiding voor Periola betekenen? „Vrijheid! Ik haat mijn achternaam. Bij alles wat ik teken, is hij aanwezig.”

Vrouwen tuigen hun kraam op tijdens de actiedag voor echtscheiding.
Een promotiesticker van de Divorce Advocates of the Philipines.

Foto’s: Lisa Marie David

Vandaag vindt Periola steun bij actievoerende lotgenoten die zich hebben verenigd in Divorce Advocates of the Philipines (DAP), een burgercoalitie van 21 organisaties met een half miljoen leden die vechten voor het recht om te scheiden. Voor een winkelpui luisteren zo’n honderd leden naar elkaars ervaringen. Allemaal zitten ze vast in een ongewenst huwelijk.

Er staan informatiestalletjes waar mensen financieel en juridisch advies kunnen inwinnen. Op posters staan slogans. ‘Scheiden is een mensenrecht!’ De tekst op een van de spandoeken is gericht aan de Filippijnse senatoren die het wetsvoorstel voor echtscheiding al bijna tien jaar tegenhouden.

Het Filippijnse Huis van Afgevaardigden heeft de echtscheidingswet vorige week goedgekeurd. Nu moet de Senaat, die momenteel conservatiever is dan het Huis, nog akkoord gaan. De kans dat dat gebeurt, is klein, zegt DAP-voorzitter Maviv Milliora (53).

Gevulde boodschappentas

De lottotrekking begint. De voorzitter van de Filippijnse Bond van Solo Ouders geeft bij elk winnend lot een goed gevulde boodschappentas weg. Blij nemen de winnaars hun tas in ontvangst.

Maviv Millora is het gezicht van de actievoerende Divorce Advocates of the Philipines.
Foto Lisa Marie David

Het verbod op scheiding heeft vaak ook grote financiële consequenties. Vooral vrouwen, die door hun man zijn verlaten of bij hem zijn weggegaan om aan geweld te ontsnappen, zijn er de dupe van. Alimentatieregelingen zijn er niet en alle bezittingen blijven gemeenschappelijk. Maviv Milliora is al ruim tien jaar weg bij haar echtgenoot, maar als ze een huis zou kopen, is haar echtgenoot mede-eigenaar en kan hij zijn deel opeisen. Daarnaast blijft de vrouw achter met het stigma. „De Filippijnen zijn conservatief”, zegt Milliora. „De vrouwen krijgen de schuld van het mislukte huwelijk.”

Redd Deguzman, voorzitter van de Nationale Commissie voor Solo Ouders, is opgevoed door een solo-ouder. Zijn moeder had moeite de eindjes aan elkaar te knopen. „Er zijn 15 tot 17 miljoen Filippijnse alleenstaande ouders, en nog veel meer kinderen, die door verwaarlozing van hun partner in barre omstandigheden leven”, vertelt hij.

Vroeger waren de meeste alleenstaanden weduwe, maar inmiddels zijn de meeste solo-ouders vrouwen die door hun partner in de steek zijn gelaten. Deguzman wil de senatoren aanspreken op hun respect voor de mensenrechten die door het verbod op echtscheiding in het geding zijn. Net als Milliora ziet Deguzman, eveneens overtuigd katholiek, de invloed van de kerk als het grootste obstakel. Mensen moeten zelf kunnen beslissen over hun privéleven, vindt hij. Bovendien is het geloof wat hem betreft prima te verenigen met het wetsvoorstel. „Ik ben naar de zondagschool geweest. Daar heb ik geleerd dat God iedereen twee geschenken heeft gebracht: Liefde en Vrije Wil. Die kun je niet afdwingen.”

Heiligschennis

Pastoor Flavie Villanueva werkt in sloppenwijken en organiseert gaarkeukens. Hij kent de worstelingen van arme solo-ouders maar al te goed. Toch ziet ook hij een echtscheiding als heiligschennis. In geen geval kan hij als man van God achter het wetsvoorstel staan. „Het huwelijk dat in de kerk is gesloten, is een heilig verbond. Het kan niet zo zijn dat mensen hun huwelijksovereenkomst beschouwen als een eenvoudig papiertje dat je bij de eerste tegenslag kan verscheuren.” Villanueva erkent dat er schrijnende gevallen zijn en wijst op de mogelijkheid van een nietigverklaring, het enige pad dat de katholieke kerk niet blokkeert. „Er is geen snelle uitweg. Maar als je kunt aantonen dat het huwelijkse sacrament niet op de juiste wijze is aangegaan, was er ook geen heilige verbintenis die verbroken zal worden.”

Maar deze optie is kostbaar en kan jaren duren. Het is alleen mogelijk onder strikte voorwaarden. „Bijvoorbeeld via een medische verklaring dat je partner psychologisch niet in orde is”, vertelt advocaat Rhina Seco (45) via Zoom. Vijf jaar geleden ging Seco bij haar echtgenoot weg. Pas nu heeft ze de nietigverklaring bijna rond. „Ik heb geluk. Ik heb weinig kosten, omdat ik zelf mijn zaak bepleit.”

Omdat de wet op echtscheiding nu al jaren achterblijft bij de maatschappelijke realiteit, besluit een groeiend aantal Filippijnen om ongehuwd samen te wonen. Of helemaal niet te trouwen.

De Filippijnen zijn conservatief. De vrouwen krijgen de schuld van het mislukte huwelijkMaviv Milliora

In een cocktailbar in het centrum van Manila vertellen drie vrijgezelle vriendinnen, een vijftiger, veertiger en twintiger, hoe zij tegen huwelijk en echtscheiding aankijken. Elena Aben is presentator voor een internationale televisiezender, Joyce Rocamora werkt voor een Filippijns onlinemediabedrijf en Karen Ow-Yong is in dienst bij een advocatenbureau. Aben is een zelfverzekerde vrouw, gewend om voor de camera haar verhaal te doen. Rocamora staat nog aan het begin van haar carrière en Ow-Yong, de veertiger, heeft vrede met haar situatie als werkende vrijgezel.

Rocamora ziet ook in haar omgeving dat steeds meer stellen liever eerst een tijd samenwonen. „Dat is nu meer geaccepteerd dan tien jaar geleden. Ik sta daar zelf ook voor open. Het geeft je de kans om meer zekerheid te krijgen voor je met iemand trouwt.”

Alle drie zijn overtuigd katholiek en benadrukken dat het huwelijk ook voor hen een heilig sacrament is. „Ik hoop nog wel te trouwen”, zegt Rocamora. „Maar omdat het een heilig verbond is dat je voor de eeuwigheid aangaat, wil ik wel zeker weten dat ik de juiste partner heb.” De vrouwen zijn niet tegen echtscheiding, maar dat besluit moet niet licht genomen worden, vinden ze.

Voor vrouwen pakt het vaak slechter uit dan voor mannen als een huwelijk niet werkt, zeggen de vrouwen. Aben: „De vrouw draagt vaak alleen zorg voor de opvoeding van de kinderen. En alleenstaande moeders krijgen te maken met mannen die denken dat ze seksueel beschikbaar zijn, omdat haar eer toch al geschonden is.”

Vrijheid

Voor Aben en Ow-Yong is het huwelijk niet het belangrijkste levensdoel. Ze zijn trots op hun carrière en genieten van hun vrijheid, en geloven dat deze verworvenheden niet te verenigen zijn met een huwelijk. „Als journalist is mijn schema onregelmatig”, vertelt Aben. „Ik kan zo twee maanden ergens op reportage zijn.” Die vrijheid wil ze niet opgeven. „Ik verdien mijn eigen geld en bepaal zelf hoe ik mijn leven organiseer. Mijn moeder was financieel afhankelijk van mijn vader en moest hem om toestemming vragen als ze iets wilde kopen.”

Ze schuift haar topje opzij en toont een getatoeëerde tekst bij haar sleutelbeen: Live Free. „Ik leef voor mezelf. Het klinkt misschien een beetje egoïstisch, maar ik vind het winst dat vrouwen tegenwoordig hun eigen keuzes kunnen maken.”

De vrouwen hebben geen kinderen. „Dat is zo gelopen”, vertelt Ow-Yong. „Maar dat is oké, omdat ik denk dat ik ze als werkende vrouw niet de aandacht kan geven die nodig is. Ik heb mijn neefjes en nichtjes, dat is genoeg.”

Geen van de vrouwen heeft het huwelijk opgegeven, al is daten wel een uitdaging. „Veel mannen vinden zelfstandige vrouwen intimiderend”, zegt Aben. Ow-Yong heeft dezelfde ervaring. „Ik denk dat veel Filippijnse mannen erg traditioneel zijn. Ze willen een jongere vrouw. Niet te intelligent, althans niet slimmer dan zijzelf en niet te koppig.”

Weten jullie nog waar we waren op Valentijnsdag? Hier! Een groepsdate met elkaarKaren Ow-Yong

De vrouwen zijn het eens: de meeste mannen willen een huisvrouw. „Het is wel aan het veranderen hoor”, zegt Rocamora. „Onze maatschappij is nog altijd heel patriarchaal, maar in mijn generatie is de omgang al iets gelijkwaardiger. Na een afspraakje delen we de rekening bijvoorbeeld.”

Veel daten ze niet. „Als we uitgaan, is het meestal een vriendinnenavond”, zegt Aben. Ow-Yong heft haar glas. „Weten jullie nog waar we waren op Valentijnsdag? Hier! Een groepsdate met elkaar!”

Omdat de senaat een dezer weken over het wetsvoorstel zal debatteren, heeft DAP-voorzitter Milliora lobbyactiviteiten in de hoogste versnelling gezet. Ze wil zoveel mogelijk senatoren spreken in de hoop dat ze hen kan laten inzien dat de situatie onhoudbaar is. Ze vreest dat politici geen vooruitstrevende keuzes durven maken, omdat er volgend jaar verkiezingen zijn. „Als we pech hebben, gaat het wetsvoorstel dit jaar niet meer door en moeten we de procedures volgend jaar weer opnieuw beginnen.”


De FlixBus zit vol gescheiden levens

Zagreb-Wenen (via Slovenië)‘In Wenen krijg je meer huis voor je geld’

Op een maandagochtend vertrekt bijna elke tien minuten een FlixBus vanaf het busstation in Zagreb. Ze rijden naar München, Sarajevo, Zadar, Praag, Bjelovar, Tuzla, Topusko, Vukovar, Boedapest of Wenen.

Drie vermoeide bruiloftsgasten kijken beteuterd als de chauffeur ze vertelt dat hun stapel pizzapunten niet mee de bus in mag. Een non geeft haar koffer af bij het bagageruim. Met een innige omhelzing nemen een jonge man en een vrouw afscheid van elkaar. Hij loopt nog even naast de bus mee als die wegrijdt, zij droogt haar tranen terwijl ze naar hem zwaait.

In Europa wordt reikhalzend uitgekeken naar betere treinverbindingen. De capaciteit is beperkt, reserveren vaak ingewikkeld en de reis relatief duur. Dan FlixBus: alle grotere steden zijn met elkaar verbonden via een fijnmazig netwerk, de ritten zijn eenvoudig te reserveren, voor weinig. Vorig jaar namen in Europa 55 miljoen mensen de FlixBus, een stijging van 41 procent ten opzichte van het jaar ervoor.

Wie neemt die bus en met welk doel? NRC reisde in vier etappes mee van Oost (Kroatië) naar West-Europa (Amsterdam).

Als de bus naar Wenen het parkeerterrein in Zagreb afdraait, wordt het binnen stiller. Bijna alle stoelen zijn bezet. De appelgroene FlixBus-gordijntjes omlijsten de grijze buitenwijken van de stad. Elk traject heeft een eigen karakter en dat verschilt per moment in de week. Deze route ademt op maandagochtend: werk. Laptops worden open geklikt. Gepraat wordt er alleen gedempt. De bruiloftsgasten vallen snel in slaap.

Bij een benzinestation vertelt de Kroatische Sanela (49, zij wil net als sommige anderen in dit artikel niet met haar achternaam in de publiciteit) dat ze onderweg is naar haar werk als manager in een Penny-supermarkt in Wenen. Ze verdient er meer dan ze in Kroatië zou kunnen, zegt ze. Om daar überhaupt „goed werk” te krijgen, moet je „iemand kennen”. Zij woont in Wenen, haar man nog in Zagreb. Ze zien elkaar twee weekenden per maand. Eén keer komt hij met de auto naar Wenen, één keer reist zij met de FlixBus naar hem. Bij wijze van uitzondering reist hij met haar mee. Ze valt op zijn schouder in slaap.

De grootste groep reizigers (40 procent) is jonger dan 35 jaar, zegt FlixBus. Maar het beeld dat veel mensen hebben van een partybus is op z’n minst onvolledig. 20 procent van de reizigers is 55 plus. Meer dan de helft van de passagiers (55 procent) bestaat uit vrouwen. De meeste mensen reizen alleen of met z’n tweeën. Volgens FlixBus zijn ‘vakantie’ en ‘bezoek aan familie of vrienden’ de belangrijkste redenen voor een busrit.

Foto’s: Annika Weertz

De bus zit vol gescheiden levens. Een direct gevolg van vrij verkeer van mensen en goederen, één van de uitgangspunten van de Europese Unie. De Kroatische vrienden Mislav (38) en Viktor (33) hebben vrienden en familie in Kroatië achtergelaten voor werk in Wenen. Ze zijn systeemengineers, van het soort dat zorgt voor data-opslag („die meestal in Nederland zit, we weten niet waarom”). In Wenen krijg je meer huis voor je geld, zegt Mislav. En je verdient er meer. In Oostenrijk is alles goed geregeld: openbaar vervoer, de wegen, voorzieningen. „Je krijgt het gevoel dat er als burger voor je wordt gezorgd.” Maar wonen is ook daar duur, vertelt Mislav. Misschien moeten ze een huis gaan delen, zegt hij tegen Viktor. Al is dat „niet wat je wil” op je achtendertigste. Hij wou dat ‘Europa’ daar iets tegen kon doen, al die woningen die gekocht worden als investering, niet om in te wonen. De steden worden leeg en doods omdat er geen inwoners meer zijn, zegt hij. „Hoogstens huurders van een Airbnb.”

Mislav twijfelt of hij gaat stemmen bij de Europese verkiezingen. Hij noemt de situatie „toch hopeloos”. Op zijn T-shirt omklemt een getekende vuist een slang, het logo van een band die hij zag optreden op een antifascistische bijeenkomst.

In Kroatië gaat de radicaal-rechtse DP meeregeren en Mislav vreest ook bij de Europese verkiezingen een verrechtsing. Dat hangt zeker samen met de oorlog tussen Oekraïne en Rusland, denkt hij. „Mensen zijn bang dat de oorlog zich uitbreidt en denken dat alleen rechtse partijen hen kunnen beschermen.” Mensen zoals zijn eigen moeder. „Als ze hoort dat Servië drie raketinstallaties heeft gekocht, wil ze meteen stemmen op een radicaal-rechtse partij.”

Ylias (24) uit Wit-Rusland.

Foto Annika Weertz

In de Slavische landen voel je sowieso altijd spanning, zegt hij. Hij was negen toen de Joegoslavië-oorlogen eindigden („Ik had geluk, Zagreb is maar één of twee keer aangevallen.”) Toch had hij nooit verwacht nóg eens oorlog op het Europese continent mee te maken. Hij denkt dat mensen in andere landen niet bang hoeven zijn dat de oorlog zich verspreidt, maar dat hun angst an sich wel ontwikkelingen in beweging zal zetten. „Omdat mensen uit angst op extreem-rechts stemmen.”

Alle paspoorten worden door de chauffeurs voor vertrek bekeken. De Sloveense én de Oostenrijkse douane controleren de bus uit Zagreb ook. Bij de Sloveense grens moet iedereen uitstappen voor de paspoortcontrole. En bij de Oostenrijkse grens komen weer douaniers de bus in. Tot zover het vrije verkeer binnen de Unie.

Eén passagier krijgt extra aandacht. De vrouw die in Zagreb door haar vriend werd uitgezwaaid. Ze heeft een uitzonderlijk paspoort, van een Caraïbische eilandstaat. Dat wordt meegenomen de bus uit, voor een check in het grenskantoor. Zij moet als enige vertellen hoelang haar verblijf duurt en welk doel dat heeft. Ze antwoordt: twee weken vakantie. Als de douaniers zijn vertrokken, kijkt ze achterom de bus in en concludeert: „Ik denk dat ik de enige niet-Europeaan ben”.

Een week eerder maakte ze de trip met haar vriend in omgekeerde richting, van Wenen naar Zagreb. Toen waren er geen paspoortcontroles. Haar in Zagreb achtergebleven vriend snapt het wel, appt hij haar: Kroatië heeft meer illegale migranten. Het land vormt in het zuiden en oosten de buitengrens van de Unie.

De helderblauwe lucht trekt dicht tussen Zagreb en Wenen. Niet lang na aankomst trekken grijze regensluiers en onweer over de stad.

Wenen-Praag‘In Ierland ben je beter af in de bijstand dan in een slecht betaalde baan’

Busstations hebben vrijwel nooit de charme van treinstations. Alleen al door het laagje roet dat alles onder een grauwsluier bedekt. Cafés heten er ‘Café Stop’ of ‘Café bar Bus’.

Maar het busstation van Wenen is zelfs in die categorie een dieptepunt. Pal onder een snelweg, ingeklemd tussen een sportcentrum, wegen en metrosporen. Omdat je er droog blijft, is het voor zwervers een aanlokkelijke plek. Wachtende reizigers staan gelaten op om ergens anders te gaan zitten als een schreeuwende vrouw met een paars boodschappennetje op haar hoofd hun kant op beweegt.

Een jonge vrouw wacht er rond half twaalf op de bus uit Zagreb, maar niet om in te stappen. Haar moeder heeft vanochtend in Zagreb een pakketje voor haar naar Wenen meegegeven. Niet veel mensen kennen deze „feature” van Flixbus. „Bezorging op dezelfde dag in een ander land, meestal doen de chauffeurs het voor een paar euro.” Het gaat om medicijnen, zegt ze. Ze heeft nog geen arts geregeld in Wenen, waar ze tijdelijk woont.

Een minuut voor tijd rijdt de bus weg in de richting van Praag met als eindbestemming Hannover. Glanzende woontorens maken plaats voor grauwe woonblokken als de bus het centrum uit rijdt. Op de akkers buiten de stad wapperen plastic zakken op paaltjes als vogelverschrikkers.

De zestigjarige Andreas Kern gaat vandaag met de FlixBus naar Leipzig. Hij maakt de rit elke twee weken om bij zijn vrouw en kinderen te kunnen zijn. Hij werkt sinds twee jaar in Wenen, als business developer in de IT en kon in Duitsland geen geschikte baan vinden. Oost-Duitsland is minder aantrekkelijk als woonomgeving, zegt hij, Wenen is mooier en beter. Maar voor zijn vrouw geldt dat ze in Oostenrijk haar werk niet zou kunnen doen. En dus woont en werkt Kern twee weken per maand in Leipzig en twee weken in Wenen. Hij zou zijn familie „liever vaker zien”.

Foto’s: Annika Weertz

Hij gaat „waarschijnlijk” wel stemmen. Op „iets groens”. Dat doet hij altijd. De opwarming van de aarde is het belangrijkste onderwerp voor Europa, vindt hij. „We moeten rennen”. Verder wil hij dat Europa Oekraïne blijft helpen. En daarin „betrouwbaarder” wordt. „Niet: we kijken wel, we moeten nog zien. Gewoon: we steunen jullie zolang dat nodig is.”

Kern woonde eerder in Spanje en voelt zich Europeaan. Dat betekent voor hem: „vrij zijn om te bewegen”.

Onderweg verandert het landschap subtiel. Alle landelijk gelegen woningen hebben een rood pannendak, maar in Oostenrijk zijn de huizen zelf vaker wit, in Tsjechië roze en mintgroen. Alle landen hebben vuilnisbakken, lantaarnpalen en bushaltes, maar de bushokjes in Tsjechië zijn van steen met ruitvormige uitsparingen en verweerde resten van affiches op de buitenkant. In Wenen zijn ze van staal en glas. Opener en toch minder guur om in te wachten.

De Ierse Julie (24) heeft een open blik en draagt een streepjestrui. Ze kijkt met één been opgetrokken uit het raam terwijl het landschap voorbijtrekt. Ze gaat waarschijnlijk niet stemmen bij de Europese verkiezingen. „Ik had even gemist dat er verkiezingen aankomen”, zegt ze. Ze is Ierse maar voelt zich het meeste thuis in Wenen, waar ze na een studie (met een Erasmusbeurs) is blijven hangen (Business en Duits). Wenen is „groen, vegan-vriendelijk” en een gunstige uitvalsbasis om al haar vrienden in Europa te bezoeken, legt ze uit. Ze is op weg naar Leipzig om vanuit daar door te reizen naar een vriendin in Berlijn. Om haar nomadische bestaan te kunnen bekostigen werkt ze in hostels en Ierse pubs. De FlixBus is betaalbaar en makkelijk, vindt ze. De prijzen zijn dynamisch: wie op tijd boekt, reist voor een appel en een ei tussen de grotere Europese steden. Van Wenen naar Praag (330 kilometer) kost dan nog geen 15 euro.

Van de oorlog in Oekraïne krijgt ze weinig mee, zegt ze. Ze maakt zich wel grote zorgen over het klimaat. „Ik ben pas 24 maar ik heb de veranderingen al met eigen ogen gezien.” Ze heeft het over seizoenen „die minder sterk gedefinieerd lijken”, en „onvoorspelbaarder” worden. „In Ierland was er in 2016 zelfs een soort orkaan.” De zomers zag ze „heter en natter” worden. Wat haar betreft is het tijd voor drastische acties.

Ook de druk op sociale voorzieningen door immigratie baart haar zorgen. „Je bent welkom als je meedoet, maar ik denk dat sommige mensen hun papieren expres vernietigen. En in Ierland ben je beter af in de bijstand dan in een slecht betaalde baan. Dat helpt niet.”

Praag-Hannover‘Ik ben niet bang dat de oorlog naar Nederland komt’

Op het busstation in Praag patrouilleren bewapende gendarmes. Met een klap gooit de chauffeur het bagageruim dicht voor vertrek. Deze bus is halfleeg. Vrijwel iedereen heeft een lege stoel naast zich. Een jonge man met trainingsbroek en een oranje petje valt direct in slaap als de motor start. Later vertelt Eduardo Zuniga (31) dat hij uit Chili komt en nu als tattoo-artist werkt in Leipzig. Waarom Europa? Hij kende het van eerdere reizen. „Om eerlijk te zijn was het een gevoel”, zegt hij, „dat hier kansen waren.” Hij heeft nu een werkvisum voor een jaar, maar wil daarna graag blijven.

Het landschap wordt vlakker in Duitsland. Roofvogels speuren boven de akkers waar een ooievaar behoedzaam rondstapt.

De Oekraïense Vasili is 26 en reist met een kleine beige weekendtas. Hij heeft kort haar en een baardje en werkt als „plumber” in Nederland. Hij kent ook het Nederlandse woord: „Loodgieter?” probeert hij voorzichtig. Hij heeft vrienden bezocht in Praag. De komende 13 uur zit hij in de FlixBus, op weg naar de kamer die hij deelt in Apeldoorn. Pittig? Hij haalt zijn schouders op. „Het leven is zwaar, je moet sterk zijn. Ook als er geen oorlog is.”

Hij woonde al niet meer in Oekraïne toen de oorlog er uitbrak. Op zijn zestiende is hij gaan werken in Polen, Rusland, België en Duitsland. Hoewel hij er niet voor vluchtte, zorgt de oorlog er wel voor dat hij de komende jaren niet teruggaat. Als hij dat al zou willen. „Het land brengt mij niets.” Zijn ouders wonen in Oberhausen. Hij bezoekt ze om de week.

Niemand vraagt hem waarom hij niet vecht voor Oekraïne zegt hij. „De Oekraïners in Nederland met wie ik omga zijn zelf óók niet voor Oekraïne aan het vechten. Dus wat zouden die moeten vragen?” Het is voor hem simpel, zegt hij: „God heeft mij één leven gegeven en dat moet ik goed besteden”. Hij voelt zich nauwelijks nog verwant met Oekraïne. Het land is een lege huls, schetst hij, sinds het zijn kernwapens in 1994 heeft overgedragen aan Rusland in ruil voor ‘veiligheidswaarborgen’ die later waardeloos bleken. Verhalen over de oorlog wantrouwt hij sowieso. Waarom is dit na twee jaar nog niet gestopt? Hij denkt dat de Russen „iets groters plannen”.

Busstation Leipzig.
Foto Annika Weertz

Vasili voelt zich in Nederland wel veilig. „Als de oorlog daar komt, dan moet er sprake zijn van een wereldoorlog.” Hij wil er graag blijven omdat het een „fijn, kalm land is”. En „iedereen doet normaal” tegen elkaar. „Ik werk veel voor rijke mensen, die doen aardig.” In andere landen is dat anders, zegt hij. Daar zijn de verschillen veel groter. In zijn vrije tijd gaat hij vooral om met Polen en Oekraïners.

Hij droomt ervan een gezin te hebben maar dat wordt „moeilijk”, denkt hij. Omdat hij niet weet of hij in Nederland kan blijven.

Vasili was twee weken in Apeldoorn toen de oorlog uitbrak. Maar hij heeft geen beroep gedaan op de voorzieningen die er toen kwamen voor vluchtelingen. „Ik kan werken, waarom zou het belastinggeld van anderen aan mij besteed moeten worden?” Hij houdt van zijn werk. „Als ik een paar dagen niet werk, krijg ik last van mijn rug.”

Vier rijen voor hem scrollt een jonge vrouw door haar Instagram vol Russische teksten. Milana (19) is half Duits en half Russisch en woonde tot vlak voor de Russische invasie in Rusland. Met haar Duitse vader en Russische moeder vertrok ze toen naar Duitsland. Over politiek spreekt ze niet met haar familie in Rusland. Hoewel hun moederlanden in oorlog zijn, zegt ze precies hetzelfde als de Oekraïense Vasili: ze is niet uit haar land vertrokken vanwege de oorlog, maar die zorgt er wel voor dat ze er niet zal terugkeren. „Ik snap hoe Russen denken, de macht die ze willen, maar ik kan het niet accepteren.”

De Duitse Maria en haar nicht Julia (20) willen in Amsterdam naar het Anne Frankhuis.
Lennart Buss (32, links) en Patrick Roux (36) zijn onderweg naar een vrijgezellenfeest in Amsterdam.

Foto’s: Annika Weertz

Een Oekraïense jongen, die niet geïnterviewd wilde worden, maar wel op de foto. Hij reisde met de bus van Hannover naar Amsterdam.
Foto Annika Weertz

Hannover-Amsterdam‘Je voelt de spanning toenemen. De atmosfeer verandert’

De bus van Hannover naar Amsterdam is afgeladen. De Duitse Patrick Roux (36) en Lennart Buss (32) trekken op de achterste bank hun eerste biertje open. Ze zijn voor een vrijgezellenfeest op weg naar Amsterdam, een „fun and crazy city”. Eerst een kroegentocht, dan een rondvaart en dan een „teamchallenge” waarvan de inhoud nog geheim is. Ze vertellen er opgewekt over, terwijl ze ingeklemd zitten tussen een grote, gespierde man met spiegelende zonnebril die niet wil praten en een jongen die onder invloed lijkt. Nadat hij een zwarte hoodie over zijn hoofd heeft getrokken zakt hij steeds verder voorover. Ze hebben nog niet echt nagedacht over de verkiezingen maar weten desgevraagd heel precies wat ze voor en van Europa willen. Lennart: „No war, no racism and more money.”

In deze bus naar Amsterdam zit ook een Oekraïense jongen, hij lijkt de leeftijd te hebben waarop hij zou kunnen vechten voor zijn land. Hij wil niet geïnterviewd worden, maar wel op de foto.

De Duitse basisschoollerares Lina reist met haar Oegandese vriend Martin naar Amsterdam. Ze hebben elkaar ontmoet toen Lina door Oeganda reisde. Martin werkt inmiddels als laborant in Duitsland. Zij vertelt dat ze zich zorgen maakt over de toekomst van Europa. „Je voelt de spanning toenemen. De atmosfeer verandert.” Waar is ze bang voor? „Dat de vrijheid van meningsuiting onder druk komt te staan. Dat discriminatie gewoon wordt.”

De Duitse Eric, een trans man (21) die een leerwerktraject volgt tot elektricien maakt zich ook zorgen over de politieke ontwikkelingen. Op zijn werkplek wordt hij volledig geaccepteerd, zegt hij, maar politiek „gaat het de verkeerde kant op”. Hij en een vriendin zijn onderweg naar Rotterdam voor een stedentrip. Daar waren de hotels goedkoper dan in Amsterdam en ze willen de haven bekijken.

Meer passagiers beginnen uit zichzelf over hun vrees dat het vrije karakter van Europa zal veranderen. Dat er geen plaats meer is voor andersdenkenden. Ze verwachten ook op Europees niveau een shift naar radicaalrechts, zoals dat soms in hun eigen land al gebeurde. Het zorgt ervoor dat pensioenadviseur Jimmy (40) uit Ierland zegt dat hij deze verkiezingen „zeker” gaat stemmen. Om te voorkomen dat „shitty” partijen aan de macht komen.

Busstation Hannover
Foto Annika Weertz


Europese sancties vanwege Noord-Koreaanse wapens voor Rusland

De Europese Unie heeft tegoeden en andere bezittingen van Noord-Koreaanse en Russische bedrijven en burgers bevroren, onder meer vanwege hun betrokkenheid bij wapenleveranties aan Rusland. Ook mogen zij de EU niet meer inreizen. Het gaat drie bedrijven en zes burgers.

Dat maakte de Europese Raad vrijdagmiddag bekend.

Het gaat onder andere om ene Song Rim, die werkt voor een eveneens op de sanctielijst geplaatst bedrijf dat valt onder het Noord-Koreaanse ministerie voor de Raketindustrie. Song zou meewerken aan belfraude, een oplichtingstruc waarmee Noord-Korea geld verdient. Ook inlichtingenofficier Kim Chol-sok helpt Pyongyang aan buitenlandse deviezen, door de exploitatie van hotels, bars en casino’s in Cambodja, waar hij op een ongeldig diplomatiek paspoort zou verblijven.

Andere Noord-Koreanen op de lijst zijn betrokken bij de bouw van een munitiefabriek in Mali, bij wapenverkoop in Syrië, en bij de uitzending van Noord-Koreaanse arbeiders naar het buitenland, waar zij vaak onder erbarmelijke omstandigheden geld verdienen voor het regime.

Wapens en uniformen

Er staat ook een prominente Rus op de lijst: gouverneur Oleg Kozjemjako van de regio Primorski in het Russische Verre Oosten. Die speelde een grote rol bij het bezoek van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un aan Rusland, in september vorig jaar. Kim ontmoette toen zijn Russische collega Vladimir Poetin, en bezocht er onder meer een raketbasis. Kozjemjako overhandigde Kim als welkomstgeschenk wapens en uniformen, een overtreding van het VN-sanctieregime tegen Noord-Korea.

Lees ook
Satellieten, munitie en dumplings met Kamtsjatka-krab bezegelen de vriendschap van Poetin en Kim

Poetin en Kim Jong-un in het kosmodroom Vostotsjny – de lanceerbasis vanwaar een maand geleden nog een Sojoez-raket vertrok.

Sinds Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, hebben de twee landen de onderlinge betrekkingen aangehaald. Rusland biedt Noord-Korea onder meer technologische ondersteuningen bij de ontwikkeling van militaire spionagesatellieten, en Pyongyang levert op grote schaal munitie en raketten, die Rusland inzet op het slagveld in Oekraïne.

De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un schudde de toenmalige Russische defensieminster Sergej Sjoigoe de hand tijdens zijn bezoek aan Rusland, in september 2023.
Foto KCNA via EPA

Russisch veto

Een deskundigenpanel van de Verenigde Naties, dat was ingesteld om toezicht te houden op de al jaren geldende VN-sancties tegen Noord-Korea, constateerde in april nog dat de Oekraïense stad Charkiv in januari is getroffen door een Hwasong-11, een ballistische raket van Noord-Koreaanse makelij.

Kort na publicatie van dat rapport werd het panel opgedoekt: Rusland had in de VN-veiligheidsraad de verlenging van het mandaat van het panel geblokkeerd met een veto. Sindsdien is het moeilijker om overtreding van de sancties tegen Noord-Korea vast te stellen.

Lees ook
Rusland torpedeert het toezicht op sancties tegen Noord-Korea

De Russische leider Vladimir Poetin ontving zijn Noord-Koreaanse evenknie Kim Jong-un in september op een raketbasis in het uiterste oosten van Rusland.

De EU sprak zich vrijdag in een gezamenlijke verklaring met de G7-landen, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea, die eveneens nieuwe sancties instelden, uit tegen de samenwerking tussen Moskou en -Pyongyang, die ze een „flagrante schending van verschillende VN-resoluties” noemen. Ook veroordeelden ze de Russische blokkade van het toezichthoudende panel.


Rechts lijkt steeds meer op gemiddeld

Man. Lager opgeleid. Boven de 50. Heeft vaker financiële problemen. Teleurgesteld in de politiek. Op zoek naar een sterke leider.

Het zijn de clichés over kiezers van radicaal-rechtse partijen. En in West-Europa klopten die aannames ook lange tijd, maar dat standaardbeeld verschuift. Radicaal-rechtse partijen slagen er inmiddels in diversere groepen aan te spreken.

De invloed van de radicaal-rechtse partijen in de Europese Unie kan volgens peilingen hard groeien: in onder meer Nederland, Italië, Frankrijk en Polen kunnen ze zelfs de grootste worden bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, van 6 tot 9 juni. De twee EP-fracties met radicaal-rechtse partijen (ID en ECR) zouden samen zelfs een kwart van de zetels kunnen krijgen en daarmee samen de liberalen passeren, nu de derde fractie.

Ursula von der Leyen houdt er al rekening mee dat ze de steun nodig heeft van de ECR-fractie, iets gematigder dan ID, om een nieuwe termijn als Commissievoorzitter te krijgen. Ze zegt openlijk dat ze wil samenwerken met de Italiaanse radicaal-rechtse partij Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni.

Toen vijftien jaar geleden de radicaal-rechtse FPÖ ging meeregeren in Oostenrijk, kwamen Europese landen nog met diplomatieke sancties. Nu zitten zulke partijen in sommige lidstaten in de regering, zoals in Italië, Zweden, Hongarije en binnenkort in Nederland.

Aardverschuiving

Wie zijn de kiezers van deze partijen, die mogelijk op het punt staan een politieke aardverschuiving teweeg te brengen? NRC deed onderzoek naar de achterban van radicaal-rechtse partijen, op basis van gegevens van de European Social Survey, een groot vragenlijstonderzoek dat in heel Europa sinds 2002 elke twee jaar wordt uitgevoerd. De ruwe data zijn voor iedereen beschikbaar. De meest recente rondvraag werd eind 2021, begin 2022 gedaan. Uit die data blijkt dat het radicaal-rechtse electoraat weliswaar van kleur verschiet, maar nog altijd duidelijk is te onderscheiden van de rest van het electoraat.

Het opvallendst: radicaal-rechtse kiezers worden in heel Europa gebonden door één onderwerp: migratie. Hun afwijzing van migratie onderscheidt ze in alle Europese landen van andere kiezers. In vrijwel alle Europese landen zeggen radicaal-rechtse kiezers vaker dat migratie slecht is voor de economie, en dat migranten hun land tot een slechtere plek maken om te wonen. „De mening over migratie is de belangrijkste voorspeller voor een radicaal-rechtse stem”, zegt Matthijs Rooduijn, universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.

In landen waar radicaal-rechts niet regeert, is de kiezer van deze partijen daarnaast sterk anti-establishment. De Duitse AfD-kiezers vallen daarin op. Respondenten werd gevraagd hun vertrouwen in het nationale parlement een rapportcijfer te geven en de AfD-kiezer kwam op een gemiddelde van een 2,3. Alleen in Polen (waar PiS regeerde ten tijde van de rondvraag) en Hongarije (waar Orbáns Fidesz nog altijd regeert) is het vertrouwen in de overheid bij radicaal-rechtse kiezersgroter dan bij de rest van de bevolking.

Comfortabel leven

De eigenschappen van de kiezers veranderen dus langzaam, maar hoe verschilt sterk per land. In Portugal krijgt Chega al vanaf het begin af aan meer steun onder jongeren. Ook in Nederland is zo’n 20 procent van het radicaal-rechtse electoraat onder de dertig – vergelijkbaar met de rest van de bevolking. Het electoraat van Rassemblement National van Marine Le Pen, lange tijd sterk verouderd, maar bij de presidentsverkiezingen van 2022 kreeg Le Pen in de eerste ronde meer stemmen van jonge kiezers dan Macron in de eerste ronde, blijkt uit onderzoek van bureau IPSOS. Elders bleef de leeftijdsverdeling vrij stabiel.

In Nederland zijn uiterst rechtse kiezers – de PVV- en FVD-stemmer uit 2021 – nog altijd overwegend man. Maar onder hen zijn nu vaker mensen met een goede financiële positie. Het aantal radicaal-rechtse kiezers dat „comfortabel” zegt te kunnen leven van hun inkomen is in tien jaar tijd bijna verdubbeld, van zo’n 30 naar rond de 55 procent.

Uit eerste resultaten van het Nationaal Kiezersonderzoek naar de Kamerverkiezingen in november blijkt dat zo’n 25 procent van de PVV-stemmers zich tot de ‘middenklasse’ rekent – evenveel als in de rest van de bevolking. Wel stemden minder mensen uit de hoge inkomensklasse op de PVV. De ontwikkeling in Zweden lijkt op die in Nederland. Daar groeiden de Zwedendemocraten tussen 2014 en 2022 fors en werden minder afhankelijk van kiezers met lage inkomens. Ook die partij trekt nog altijd overwegend mannen.

Frankrijk toont een heel andere trend: er stemden in 2017 evenveel mannen als vrouwen op Le Pen. Maar aan de inkomensverhoudingen is in Frankrijk weinig veranderd: vaker dan gemiddeld zijn het mensen die moeilijk kunnen rondkomen. Ook bij de jongste presidentsverkiezingen, in 2022, was die trend zichtbaar, blijkt uit het IPSOS-onderzoek. In België trekt Vlaams Belang bij federale verkiezingen ook evenveel mannen als vrouwen.

Stigma

Het is niet meer dan logisch dat het profiel van de uiterst rechtse kiezer verandert, zegt Rooduijn. „De partijen zijn de afgelopen jaren gegroeid. Hoe groter een partij, hoe meer de achterban ervan op de rest van de bevolking lijkt”, zegt Rooduijn. „Er ligt ook minder een stigma op deze partijen, ze zijn genormaliseerd. Andere politieke partijen namen ideeën gedeeltelijk over en media zijn erover gaan berichten.” Ook dat trekt nieuwe groepen kiezers aan. „Er is bijvoorbeeld onderzoek dat suggereert dat vrouwen gevoeliger zijn voor zo’n stigma. Als dat verdwijnt, zullen vrouwen ook meer geneigd zijn om op radicalere partijen te stemmen.”

Waar radicaal-rechtse partijen vroeger „veel masculiener waren”, aldus Rooduijn, hebben vrouwen zich er gaandeweg een belangrijker rol in verworven, tot die van partijleider, zoals Le Pen in Frankrijk en Meloni in Italië. Ook dat trekt vrouwelijke kiezers aan.

Hoe groter de partij, hoe meer de achterban op de rest van de bevolking lijktMatthijs Rooduijn politicoloog

Italië kun je nu zien als „het politieke laboratorium van Europa” , zegt Manuela Caiani, die als universitair hoofddocent politicologie aan de Scuola Normale Superiore in Florence radicaal-rechts onderzoek. Caiani wijst op de versplintering, de vroege opkomst van populisme en de prominente rol van uiterst rechts in het land – allemaal voorbodes voor wat er in andere landen in Europa gebeurt.

Meloni, die met Fratelli d’Italia de verkiezingen in 2022 won, wist een nog bredere groep kiezers te trekken dan de radicaal-rechtse Matteo Salvini van de Lega-partij in 2018. Meloni bereikte zelfs meer gematigde kiezers. Daar was haar campagne ook op gericht, zegt Caiani. „Zij benadrukte steeds dat zij vrouw is, en dat zij hard heeft moeten werken om de leider van haar partij te worden. ”

Foto Nick Somers

Drie gezichten

Fratelli d’Italia heeft volgens Caiani „drie gezichten”, die elk andere groepen kiezers aanspreken. Lokale afdelingen zijn sterk vervlochten met post-fascistische organisaties. Op nationaal niveau wordt vooral een conservatieve agenda doorgevoerd: law and order, traditionele gezinspolitiek (bij kinderen van ouders van hetzelfde geslacht krijgt alleen de biologische ouder ouderlijke rechten) en een agressieve anti-immigratieretoriek . Op Europees niveau slaat Meloni een heel andere toon aan dan eerdere radicaal rechtse partijen: die van samenwerking en pragmatisme.

„Als ik in Florence mijn huis uit loop, zie ik overal bussen rijden met banners over de Europese verkiezingen”, zegt Caiani. „Vroeger hoorde je over die verkiezingen alleen van de linkse politieke partijen. Nu voert ook Meloni actief campagne. Niet tégen de EU, maar met de slogan: ‘Wij, Italië, gaan de EU veranderen’.”

Meloni hoopt zo ook gematigdere kiezers aan te spreken. Dat lijkt te lukken: in de peilingen staat Fratelli d’Italia op 27 procent, iets hoger dan de uitslag van de parlementsverkiezingen in 2022.

In Polen en Hongarije zijn dan weer totaal andere bewegingen zichtbaar. Kiezers van PiS (Polen) en Fidesz (Hongarije) leken vaak juist op de rest van de bevolking. Gender, opleidingsniveau, inkomen – de verschillen waren klein of ontbraken. Maar de laatste jaren zijn Poolse jongeren bij PiS weggelopen – die partij moet het nu vooral van oudere kiezers hebben. En ook hoogopgeleiden stemmen niet langer op de partij, wat ze eerder wel deden.

Logische verklaring

In de verkiezingen van 2022 was een soortgelijke trend in Hongarije te zien, blijkt uit Hongaars opinieonderzoek. Daar is een logische verklaring voor, zegt Zsolt Enyedi, hoogleraar politicologie aan de Central European University in Wenen. Hij deed onderzoek naar radicaal-rechtse partijen in Centraal- en Oost-Europa.

„PiS en Fidesz zijn niet, zoals veel van hun tegenhangers in West-Europa, begónnen als radicaal-rechtse partij. Het waren mainstream conservatieve partijen, die langzaam radicaal zijn geworden.” Volgens Enyedi hebben ze daarom lang hun oude electoraat vastgehouden. Dat begint nu te veranderen, er begint zich daar een klassiek radicaal-rechts electoraat te onderscheiden naar West-Europese model – ouder, en lager opgeleid .

Er zijn duidelijke inhoudelijke verschillen tussen oost en west. In Hongarije en Polen staan LHBTI-rechten bijvoorbeeld sterk onder druk – het sentiment van de kiezer is daar duidelijk negatiever dan in West-Europese landen. Ook op bijvoorbeeld medisch-ethisch vlak zijn Oost-Europese partijen conservatiever.

Die culturele thema’s hebben een belangrijke rol gespeeld in de opkomst van radicaal-rechts in heel Europa, denkt Enyedi. „Op het gebied van bijvoorbeeld emancipatie van LHBTI en euthanasie hebben progressieve partijen de afgelopen decennia grote overwinningen geboekt. Nu is er de roep voor meer emancipatie, bijvoorbeeld van vluchtelingen.

Maar omdat economische groei achterblijft, vragen mensen zich terecht af: krijgen we het nog wel zo goed als voorgaande generaties?” Het is de cocktail die radicaal rechtse partijen in de kaart speelt, stelt Enyedi. „Er is een algemeen gevoel dat wat de afgelopen decennia gebeurd is niet goed was. Daar krijgen progressieve partijen de schuld van.”


Frankrijk‘Jean-Marie was te wreed,
op Marine stem ik wel’

Roger Vilette (74) gaat zich niet meer inlezen om te bepalen op wie hij gaat stemmen bij de Europese verkiezingen, volgende week. „Ik stem al jaren hetzelfde”, zegt de gepensioneerde fabrieksarbeider op een grijze dag in het Noord-Franse Bohain-en-Vermandois. Vilette – schorre stem, pet met vlammen – heeft net inkopen gedaan en loopt met zijn boodschappentrolly naar huis. „RN”, zegt hij schouderophalend, alsof er geen andere optie is. RN is het radicaal-rechtse Rassemblement National, de partij van Marine Le Pen.

Roger Vilette.
Foto Aurelien Goubau

„We zijn toe aan verandering”, geeft Vilette als reden. „En we hebben voor het eerst hoop dat ze kunnen winnen.” RN staat met bijna 32 procent inderdaad aan kop in de peilingen, ruim voor Renaissance van president Emmanuel Macron, die op zo’n 16 procent van de stemmen staat. Zij het dat zulke cijfers niet hard zijn; een derde van de Fransen was half mei nog niet zeker van zijn keuze.

Als Vilette de percentages hoort, begint hij te glunderen. „Als ze nu winnen, kan [Le Pen] bij de presidentsverkiezingen in 2027 ook winnen”, als Macron niet langer herkiesbaar is – veel Fransen zien de Europese verkiezingen vooral als een voorproefje voor die stembusgang.

‘Verandering’ is het woord dat steeds terugkomt in gesprekken met radicaal-rechtse kiezers in Bohain-en-Vermandois, een uit baksteen opgetrokken stadje met 5.700 inwoners. Bij de vorige Europese verkiezingen in 2019 stemde ongeveer de helft van de kiezers hier op RN. Toen ze bij de presidentsverkiezingen in 2022 moesten kiezen tussen Marine Le Pen en president Emmanuel Macron, koos 66 procent voor haar.

Bohain-en-Vermandois.

Foto’s: Aurelien Goubau

Ooit was ‘Bohain’ synoniem metambachtelijke weverijen; Coco Chanel en Rodier kwamen hier voor de beste stoffen. Maar met het verdwijnen van die industrie verarmde het stadje; tegenwoordig is bijna 32 procent van de inwoners werkloos, 37 procent leeft onder de armoedegrens (ruim twee keer zoveel als het landelijk gemiddelde).

Dat is zichtbaar: woningen zijn slecht onderhouden, veel panden staan leeg en de winkels hebben nauwelijks klanten. „Het is het einde van de maand, dus het geld is op”, verklaart kledingverkoopster Corine Melotte (59), die zoals de helft van de Fransen niet gaat stemmen. „Politiek interesseert me niet.”

Op welk vlak die vurig gewenste verandering moet komen, daarover verschillen de meningen. Voor Vilette gaat het vooral om geld: hij zag zijn bescheiden pensioen met ruim 100 euro per maand teruglopen sinds Macron in 2017 aan de macht kwam, terwijl de prijzen stegen.

„Vroeger kon ik elk jaar op vakantie en ging ik weekendjes weg. Nu bezoek ik alleen nog mijn dochter in het stadje verderop.” RN werpt zich sinds een aantal jaar op als de koopkrachtpartij – hoewel onduidelijk is hoe de partij die plannen wil bekostigen. Vilette maakt het niet uit: „Iedereen maakt fouten. We moeten het gewoon proberen.”

Ook Mado Bacquet (23), die een opleiding doet tot kattenfokker, noemt de gestegen prijzen als reden dat haar stem waarschijnlijk naar RN gaat, net als in 2022. Ook speelt mee dat het gezicht van die partij een vrouw is. „Als ze nu én in 2027 winnen, dan krijgen we een vrouw aan het hoofd van ons land. Dát zou pas een verandering zijn.”

Vrouwen en jongeren

Haar stemkeuze toont een verschuiving in het electoraat van RN: waar de kiezers van oudsher vooral oudere mannen waren, is de partij tegenwoordig ook onder vrouwen en jongeren populair. Het is het gevolg van de normalisering van radicaal-rechts gedachtegoed en het ‘ontdemoniseren’ van RN. De partij toont zich de laatste jaren zachter, door extreme standpunten te schrappen (zoals ‘Frexit’) en afstand te doen van omstreden oud-leden, inclusief de voor aanzetten tot haat veroordeelde oprichter Jean-Marie Le Pen.

Roger Vilette kan het waarderen. „Op Jean-Marie stemde ik niet. Hij was te wreed.” Over zijn dochter Marine en de jonge Europese lijsttrekker Jordan Bardella (28) is hij wel te spreken. „Bardella kan mooi spreken.”

Mado Bacquet.
Pierre Morel.

Foto’s: Aurelien Goubau

Immigratie en integratie

Ook hét verkiezingsthema van RN is reden voor mensen in Bohain om op de partij te stemmen: immigratie en integratie. Huismoeder Heidi Delforge (42) zegt te stemmen op RN omdat de partij „voor de Fransen is” – ze onderbouwt de slogan niet. Roger Vilette maakt zich zorgen over toegenomen onveiligheid, wat volgens hem het gevolg is van gebrekkige integratie. „Ik woonde eerst in [het noordelijke] Beautor, maar ik ben vorig jaar verhuisd omdat jongeren drugs verkochten in de hal van mijn flat.”

Het waren jongens met een Noord-Afrikaanse achtergrond, zegt hij; de groep waartegen het RN het liefst ageert. „Die gasten zochten ruzie voor het minste of geringste. En dat is driekwart van de tijd het geval”, meent Vilette. Le Pen kan de veiligheid verbeteren, denkt hij. „Ze gaat er zorgen dat als dit soort jongens wordt opgepakt, ze niet na een uur weer buiten staan.”

Pierre Morel (69) zit whisky te drinken in een tabac, achter hem wordt op paardenraces gewed. Hij is burgemeester van het nabijgelegen dorpje Becquingny (250 inwoners) en herkent het discours: in zijn dorp is het percentage RN-stemmers nog hoger. De partijloze burgemeester begrijpt de onvrede: „Alle banen zijn hier verdwenen, mensen leven in armoede, zien politici die het contact met het volk zijn verloren en bedrijven die te veel macht hebben gekregen”.

Maar een partij als RN verkiezen is geen oplossing, zegt hij. „Mensen denken: we moeten eens iets anders proberen, maar ze beseffen niet hoe gevaarlijk het is als we superautoritaire leiders verkiezen.”


Duitsland‘De grens mag wel dicht,
dat ging vroeger ook prima’

‘Europa is dáár!’ wijst de man met witte snor en het witte sportshirt. Daar, halverwege de brug over de brede, groengrijze rivier wordt het Duitse Frankfurt aan de Oder het Poolse Slubice.

Over de brug rijdt Polen naar Duitsland om te werken. Duitsland rijdt naar Polen voor benzine en sigaretten. „Werken en tanken, als dat niet meer kan, hebben we hier een revolutie”, zegt de man met de snor.

Overal hangen verkiezingsposters. Hier, langs de grensovergang heeft het radicaal-rechtse Alternative für Deutschland elke lantaarnpaal behangen. Als het aan AfD ligt, vertrekt Duitsland uit de Europese Unie. ‘Ons land eerst’, is de laatste verkiezingsleus voor de open grens.

In dit ‘andere Frankfurt’ in de voormalige DDR slaat die boodschap aan. Met 20 procent was AfD bij de vorige Europese verkiezingen de grootste. Sinds de val van de Muur in 1989 is het aantal inwoners met een kwart gekrompen. Van de 58.000 inwoners hebben tienduizend er nu een migratieachtergrond.

‘Wat moet ik daar’

De gepensioneerde Susanne (ze wil niet met achternaam in de krant) kijkt vanuit haar straat uit op de grensbrug. Ze heeft net boodschappen gedaan, maar niet over de grens. „Ik kom daar nooit. Wat moet ik daar? Voor mijn part sluiten ze de grens.”

Ze gaat AfD stemmen, zegt ze. Want alles moet anders, en dan vooral de asielpolitiek. Naar Denemarken zou ze wel willen verhuizen, „die denken meer aan hun eigen volk en houden de grenzen dicht.”

Ze heeft hier veel zien veranderen, ten slechte, vindt ze zelf. Het leven in de DDR was overzichtelijk, geordend. „Je wist wat je zeggen kon, en waar je heen kon. Dus ja, ik kan niet zeggen wat ik in die tijd gemist heb.” Of het moet reizen zijn; ze reist veel. Amsterdam, Midden-Amerika, Azië, en Kaapstad, daar was het heel schoon. Toch kunnen de grenzen wat haar betreft dicht. „Dat ging vroeger toch ook prima?”

„Dat Duitsland Duitsland blijft”, dat is belangrijk deze verkiezingen, zeggen Uwe Neumann en Petra Günter. Het echtpaar is gepensioneerd en reist nu rond met het 49 euro-ticket waarmee je een maand kan reizen. De AfD wil dat afschaffen.

„We gingen eigenlijk even naar de markt hier aan de overkant in Polen, maar er was geen markt.” En dus dwalen Neumann en Günter nu rond in de Oderturm Shopping Mall, in het centrum van Frankfurt. Petra kijkt achterom, daar zit op een bankje een jonge vrouw met een hoofddoek. Dan zegt ze, iets zachter, „Ik zal het je eerlijk zeggen: ik ga AfD stemmen.”

Frankfurt Oder.
Foto Gordon Welters

Woningtekort

Ze lezen veel over vluchtelingen die een huis toegewezen krijgen. „En dan zegt onze regering dat er een woningtekort is.” Uwe Neumann vertelt dat hij in de S-Bahn „nauwelijks nog Duits hoort. Het is Russisch, Syrisch, Afrikaans”. Misschien kan de AfD daar iets aan veranderen, hopen ze, al denken ze dat de kans klein is.

Als de zon is doorgebroken, zit het echtpaar Issel op een bankje in het Lennépark, vijfhonderd meter lopen van de grens. Ze maken zich zorgen over mensen als Petra en Uwe. De stad is „ongezelliger” aan het worden en „mensen gaan vast zitten in hun eigen meningen.”

Ze hebben al per brief gestemd, omdat Frau Issel op zondag (Duitsland stemt op 9 juni) werkt, in de verpleging. „Tégen de AfD!” Hans-Jürgen Issel: „Wij hebben van onze grootouders meegekregen hoe de oorlog was. Als de AfD hier aan de macht komt, zijn we zo weer terug in die tijd.”

Voor Bärbel Friedenganger zijn vluchtelingen nu het belangrijkste verkiezingsthema. Ze heeft hier altijd rustig geleefd. „Maar sinds de massa’s hier zijn binnengestormd” voelt ze zich niet veilig op straat. „Wij hebben er twee bij ons op de gang wonen. Die zijn heel aardig, we hebben goed contact. Maar als je dan in de pers leest wat er gebeurt, in de grote steden…”

Het is voor haar niettemin geen reden om AfD te stemmen, dat is een partij waar ze zich niet mee kan vereenzelvigen. „Wij stemmen CDU, zoals altijd. En we lezen [de conservatieve tabloid] Bild, altijd.”


België‘In Denderleeuw is plek voor wie zich aanpast’

‘Ik durf ’s avonds niet meer langs de voorkant van het station. Er is daar te veel gespuis.” Ronny Matthijs (72) staat met zijn armen over elkaar op de oprit van zijn huis aan de andere kant van het spoor in Denderleeuw. Groepjes scholieren van de nabijgelegen middelbare school slenteren voorbij. „De anderskleurigen overheersen hier een beetje.”

Veertig jaar woont Matthijs nu in het Vlaamse Denderleeuw, een kleine, dichtbevolkte en verstedelijkte gemeente met zo’n 20.000 inwoners in de provincie Oost-Vlaanderen. Aalst is vlakbij, met de trein sta je in een kwartier op station Brussel-Zuid.

Ooit was er in de Denderstreek veel werkgelegenheid in de textiel, maar de industrie verdwenen grotendeels in de jaren tachtig en negentig. De inwoners pendelden voortaan naar grotere steden of trokken helemaal weg. Voor hen kwamen migranten in de plaats. Sinds 1990 steeg het percentage inwoners met buitenlandse wortels in Denderleeuw exponentieel, van 0,4 procent naar 31,3 procent in 2022. „Er moeten hier niet veel meer bij komen”, verzucht Matthijs. „Het zit vol in Denderleeuw.”

Ronny Matthijs.

Foto’s: Nick Somers

Op 9 juni gaat België naar de stembus voor de Europese, maar ook voor de nationale verkiezingen. In Denderleeuw stevent het radicaal-rechtse Vlaams Belang af op een grote overwinning. Bij de vorige verkiezingen, in 2019, stemden de inwoners al relatief veel op de partij. Vlaams Belang haalde 34,7 procent van de stemmen, een percentage dat dit jaar naar verwachting wordt overtroffen.

In café Standaard vermaakt Luc Van der Hoeven (62) zich bij de flipperkast. Op zijn spijkerjack de geborduurde namen van Mick Jagger en Keith Richards. Zijn stem gaat doorgaans naar het christendemocratische CD&V, waarvoor zijn zus als schepen (wethouder) in het gemeentebestuur zit. „Maar eigenlijk mag het hier wel wat rechtser”, zegt hij.

Tot voor kort werkte Van der Hoeven achter een loket op het treinstation. Daar zag hij Denderleeuw veranderen. Tijdens zijn werk had hij „regelmatig” problemen met groepen jongeren. „Rond het station loopt de jeugd wild rond. Ze maken lawaai en vallen reizigers lastig.” Ook taal is volgens Van der Hoeven een kwestie: een groeiende groep inwoners is het Nederlands niet machtig en spreekt alleen Frans of een andere taal.

Het gevoel van vervreemding en de segregatie in Denderleeuw vormt de rode draad in gesprekken met inwoners. Hoewel de criminaliteitscijfers hier niet hoger liggen dan elders in Oost-Vlaanderen, vindt 24 procent van de bevolking het volgens de laatste gemeentemonitor vaak of altijd onveilig. „De overlast stoort de mensen, en dus stemmen ze op Vlaams Belang”, zegt Van der Hoeven. „Ze gaan hier heel hoog scoren.”

Luc Van Der Hoeven
Kristof Slagmulder

Foto’s: Nick Somers

Kristof Slagmulder (44) hoopt op een monsterzege van zijn partij, zegt hij in het gemeentehuis van Denderleeuw. Sinds 2001 zit hij er namens Vlaams Belang in de gemeenteraad, waar de partij nu tien van de 27 zetels heeft. Vanuit de oppositie nam hij het gemeentebestuur de afgelopen jaren onder vuur. In zijn ogen was de omgang met migratie te laks.

„Mensen voelen zich niet meer thuis in hun wijk of straat”, zegt Slagmulder. De bereikbaarheid en goedkopere rijtjeshuizen van Denderleeuw heeft volgens Slagmulder een „enorme inwerking” vanuit het duurdere Brussel, „met name voor mensen uit Congo en Rwanda”. Niet dat zij geheel niet welkom zijn, want „de Vlaming is gastvrij”. Maar: „Daar moet dan wel integratie tegenover staan.”

En dat gebeurt te weinig, zegt Slagmulder, die zich met zijn partij hevig verzet tegen de komst van een islamitisch centrum in een oude spinnerij in de Stationsstraat. De stichting Safadender zegt er verbindende activiteiten te willen organiseren. Slagmulder gelooft daar niet in. „In het Denderleeuw van morgen is plek voor mensen die zich aanpassen aan onze normen en waarden. We mogen verwachten dat iemand Nederlands spreekt en we hoeven de islam niet te faciliteren.”

Denderleeuw.

Foto’s: Foto Nick Somers

Volmachtstem

Carina Clauwaert is op weg naar het gemeentehuis om een volmacht af te geven; tijdens de verkiezingen is ze op vakantie. Voor haar zijn juist de mogelijkheden die er voor migranten zijn om mee te kunnen doen in de samenleving een belangrijk verkiezingsthema. „De standpunten van Vlaams Belang zijn extreem, daar kan ik niet achter staan.”

Sander Feys (38) vindt eveneens dat de problemen met migranten worden overdreven. „Ik heb me nog nooit onveilig gevoeld op het station, ook niet als ik laat van mijn werk kom.” Feys is leraar op een multiculturele middelbare school in Denderleeuw en zegt een deel van de hangende jongeren rond het station „heel goed en heel persoonlijk” te kennen. „Van hen zou ik echt niet wakker liggen. Maar het wordt wel als onveilig gepercipieerd, ook door Vlaams Belang.”

Maar Ronny Matthijs blijft erbij: voor hem geen nachtelijk bezoek aan de noordkant van het station. Bij de vorige verkiezingen stemde hij niet, want „de partij met de meeste stemmen gaat toch niet regeren”. Nu is hij vastbesloten wel te stemmen, uit protest. Het wordt het uiterst linkse PvdA óf Vlaams Belang. „Ik beslis pas op de laatste dag.”


Opinie | Dure plannen van Sunak voor dienstplicht stuiten op verzet

Zijn twee tienerdochters zijn enthousiaster over dít plan dan over zijn voorstel om alle jongeren tot hun achttiende verplicht wiskunde te laten volgen op school, zei premier Rishi Sunak over zijn plan om de dienstplicht weer in te voeren in het Verenigd Koninkrijk. Jongeren van achttien jaar kunnen volgens zijn voorstel kiezen tussen een jaar voltijds in dienst bij het leger of een jaar lang één weekend per maand vrijwilligerswerk.

In het VK is de verkiezingscampagne volop begonnen, eigenlijk meteen nadat Sunak (premier en partijleider van de Conservatieve Partij) had aangekondigd dat het land op 4 juli een nieuw Lagerhuis kiest. Niks langzaam op gang komen, zoals in Nederland vaak gebeurt. Partijleiders en andere belangrijke kandidaten zijn bijna elke dag op pad.

Gevechtstrainingen

Afgelopen week sprong Sunaks voorstel voor een dienstplicht eruit. Britse kranten veegden hun voorpagina’s er graag voor leeg en die aandacht hield aan toen bleek dat Sunak en zijn campagneteam nogal voortvarend te werk waren gegaan. Andere kabinetsleden wisten van niets. Minister Steve Baker (Noord-Ierland) schreef in een bericht op X: „Het voorstel is bedacht door één of meerdere politiek adviseurs en heeft kandidaten verrast, ook de relevante ministers.” Eén van die betrokken ministers had een paar dagen eerder nog aan het Lagerhuis laten weten niets in een dienstplicht te zien.

Er zou bij Defensie maar plek zijn voor dertigduizend jongeren per jaar. Zij zouden geen gevechtstrainingen krijgen, maar bij logistieke of civiele afdelingen aan de slag gaan. Onzeker is hoe de verplichting gehandhaafd kan worden. Minister van Binnenlandse Zaken James Cleverly zei tegen Sky News dat jongeren „geen straf opgelegd krijgen of in de gevangenis belanden” als ze niet meedoen.

2,5 miljard pond

Het plan zou 2,5 miljard pond (2,93 miljard euro) kosten, gefinancierd door extra achter belastingontwijkers aan te gaan – onduidelijk hoeveel dat oplevert – en door een fonds dat nu bedoeld is voor het economisch bijtrekken van armere regio’s. De dienstplicht creëert persoonlijke ontwikkeling voor achttienjarigen in het hele land, maar „zou honderden miljoenen minder aan investeringen betekenen voor gemeenschappen en economische ontwikkeling in Wales, Cornwall en het midden en noorden van Engeland”, tekende The Guardian op.

Al gaat het voorstel over jongeren, premier Sunak wil vooral oudere kiezers ermee aanspreken. Zijn ‘National Service’ moet de herinnering aan de National Service oproepen zoals het VK die had na de Tweede Wereldoorlog. Van 1949 tot 1963 moesten fitte meerderjarige mannen anderhalf jaar in militaire dienst. Dit plan is „rechtstreeks gericht aan oudere, gedesillusioneerde kiezers” en komt neer op „jarenvijftignostalgie”, schreef journalist Andrew Marr voor het linkse blad The New Statesman.

Aanmoediging voor de oudere kiezer

Dit punt maakten meer media, ook op rechts. Zoals het conservatieve tijdschrift The Spectator constateerde: „Een cynicus zou kunnen aanvoeren dat dit aantrekkelijk is voor de achterban van de partij, een aanmoediging voor de oudere kiezer die verleid zou kunnen zijn door Reform, in de wetenschap dat toch maar heel weinig jongeren Conservatief stemmen.” Reform is de radicaal-rechtse partij die van migratie een groot punt maakt. En het klopt: maar 8 procent van de jongeren tussen de 18 en 24 jaar is van plan om voor de Conservatieve Partij te stemmen.

Lees ook
Lichte opleving in economie verleidt Britse premier Sunak tot grote gok met vroege verkiezingen

Nadat de Britse premier Rishi Sunak had aangekondigd dat de verkiezingen op 4 juli zijn, begon  hij woensdagavond in Londen meteen met zijn campagne.

Op zich, concludeert The Spectator ook, is een dienstplicht helemaal geen gek idee: landen als Zweden en Denemarken hebben het ook. Alleen maakt de timing, middenin een verhitte verkiezingscampagne en „ingebracht door een overheid waarvan de meesten verwachten dat ze wordt verslagen”, het onwaarschijnlijk dat dit plan er in deze vorm doorheen komt.


Vervuilde Seine en bedwantsenplaag in Parijs: Frankrijk is een favoriet doelwit voor Russische desinformatie

Het creatiefste stukje Russisch nepnieuws dat de Franse historicus en propaganda-expert David Colon de afgelopen tijd las? „Dat de Seine is vervuild met bestrijdingsmiddelen tegen bedwantsen. En dat de autoriteiten nu sjoemelen met watertests omdat beloofd is dat vanaf de Olympische Spelen in de Seine gezwommen kan worden.” Colon vond dit fake news-bericht, opgemaakt in de stijl van de Franse krant Le Figaro, begin april op een pro-Russisch Telegram-kanaal.

Je zou er haast om lachen, maar het nepbericht toont dat „de Russen haarfijn aanvoelen welke onderwerpen leven in Frankrijk”, zegt Colon telefonisch. Hij is verbonden aan de Parijse universiteit Sciences Po en bracht in september het boek La Guerre de l’Information uit, over de ‘informatieoorlog’ die Rusland voert tegen Frankrijk en andere westerse landen. Met de Telegram-post adresseert Moskou bestaande zorgen over de waterkwaliteit van de Seine en de haalbaarheid van de Olympische Spelen, evenals de onder Parijzenaren welbekende angst voor bedwantsen.

De Telegram-post is maar één van de talloze nepnieuwsberichten over Frankrijk die het Kremlin de afgelopen maanden verspreidde. Andere nepberichten gaan over de oorlog in Oekraïne. Zo gingen er artikelen rond over Frankrijk dat heimelijk militairen naar het front zou sturen. En in een deepfake-uitzending van France24 werd verteld dat president Emmanuel Macron een bezoek aan Kyiv had afgezegd omdat Oekraïners zogenaamd van plan waren hem te vermoorden.

Moskou springt ook graag in op de polariserende oorlog in Gaza. En niet alleen online: in februari bleek dat door Moskou betaalde Moldaviërs davidsterren hadden gespoten op de muren van Parijs om de angst over antisemitisme aan te wakkeren. Colon: „Poetin doet er alles aan maatschappelijke spanningen te doen toenemen.”

Hoeveel destabiliserende acties het Kremlin precies heeft uitgevoerd, is niet te kwantificeren. Onduidelijk is hoe groot het deel is dat (nog) niet aan het licht is gekomen, zegt onderzoeksjournalist Nicolas Quénel, schrijver van het vorig jaar uitgebrachte boek Âllo, Paris? Ici Moscou (‘Hallo Parijs, hier is Moskou’, over de Russische pogingen Frankrijk te ondermijnen). Volgens Quénel is sinds het begin van de oorlog in Oekraïne een „significante stijging” waar te nemen in het aantal pogingen om de publieke opinie in Frankrijk te beïnvloeden. Dit nam verder toe sinds Macron afgelopen maanden een strengere toon aansloeg ten opzichte van Moskou.

Het laatste jaar ontdekte de Franse overheidsdienst Viginum, die onderzoek doet naar buitenlandse inmenging, twee grote beïnvloedingsacties. In juni 2023 onthulde de dienst dat er 335 actieve domeinnamen zijn die media nabootsen en nepnieuws verspreiden. En in februari dit jaar meldde Viginum het bestaan van nog eens minimaal 193 pro-Russische websites die massaal nepnieuws verspreiden. Ook is bekend dat Rusland influencers benadert om nepnieuws te delen – en er zijn mensen die dat al dan niet bewust vrijwillig doen.

Lees ook
‘Een kleine dosis nepnieuws kan helpen tegen de verspreiding van desinformatie’

Sander van der Linden op Churchill College in Cambridge: „Het beste bewijs zijn onze YouTube-filmpjes.”

‘Chaos creëren’

Het doel is het „fragiel maken van onze democratische staat”, zegt propaganda-expert Colon. „Het Kremlin wil het vertrouwen in instituties, de politiek, de media en de wetenschap afbreken.” Ook probeert Moskou „verwarring en chaos” te zaaien zodat men grip op de realiteit verliest. „Het Kremlin wil dat burgers niet meer goed kunnen inschatten wat waar is, zodat ze minder overwogen politieke keuzes maken.”

Het moet ertoe leiden dat men kritischer wordt op de Franse staat en zijn steun aan Oekraïne, zegt Quénel. „Als wij vooral bezig zijn met onze interne problemen, hebben we minder tijd om ons met Rusland en Oekraïne te bemoeien.” Om dezelfde reden steunt het Kremlin anti-systeempartijen, in Frankrijk bijvoorbeeld het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) en het radicaal-linkse LFI, die minder kritisch zijn op de Russische agressie. De voormalige Russische president Dmitri Medvedev riep begin februari op Telegram op tot het aanwenden van „alle mogelijke manieren” om dit soort partijen verkozen te krijgen bij de Europese verkiezingen.

Nu zijn Russische beïnvloedingscampagnes in Frankrijk niets nieuws – ook tijdens de Koude Oorlog deed de toenmalige Sovjet-Unie er alles aan om Franse zieltjes te winnen. Een verschil is dat die strijd ideologisch gedreven was. „Het Rusland van Poetin heeft geen ideologische limieten”, zegt Colon. „Het Kremlin stuurt nu ook tegenstrijdige berichten en complottheorieën de wereld in – zo lang het maar tot verwarring en chaos leidt.”

Ook de schaal waarop Rusland nu probeert te beïnvloeden is anders. Door het internet is het makkelijker en goedkoper grote groepen mensen te bereiken. De huidige beïnvloedingscampagnes vinden echter niet alleen online plaats, benadrukt Quénel. „Bij de Amerikaanse verkiezingen van 2016 was internet het zwaartepunt, met trollenfabrieken die nepnieuws verspreidden. Maar de laatste jaren zien we een terugkeer van ouderwetse technieken.” Denk aan acties zoals met de davidsterren en het omkopen van journalisten en politici.

Alle westerse landen die Oekraïne steunen worden geraakt – zo onthulde Duitsland in januari een desinformatiecampagne op X waarbij nepaccounts ruim een miljoen Duitstalige tweets stuurden over zaken als vermeend wanbestuur door bondskanselier Olaf Scholz. En Moskou wil niet alleen de opinie in die landen beïnvloeden. Colon: „Moskou wil aan de Russen een beeld laten zien van westerse naties als decadente landen die eigenlijk helemaal niet democratisch zijn, waar de deep state aan de touwtjes trekt, waar chaos en geweld aan de orde van de dag zijn.”

Matrassen met bedwantsen staan aan een straat in Parijs, oktober 2023.
Foto Luc Nobout

Een voorbeeld hiervan is de angst om de (in realiteit beperkte) bedwantsenplaag in Parijs vorige zomer, die Rusland volgens de Franse veiligheidsdiensten online aanwakkerde. Quénel: „Het Kremlin laat aan Russen zien: kijk, Frankrijk is maar een vies land. Zo erg is het niet in Rusland.”

Frankrijk als favoriet doelwit

Frankrijk is een lievelingsdoelwit voor de beïnvloedingscampagnes. Hoe veel vaker Frankrijk wordt geraakt dan andere landen, is om eerdergenoemde reden niet te zeggen. Maar een indicatie is dat Frans een van de meest gebruikte talen is op de pro-Russische Telegramkanalen, zegt Colon.

Een reden hiervoor is het relatief lage vertrouwen dat Fransen hebben in politici en de media, waardoor zij sneller bereid zijn die in twijfel te trekken dan inwoners van landen waar het vertrouwen groter is. „Het Kremlin volgt opinieonderzoeken over dit soort thema’s met aandacht”, zegt Colon. Volgens Quénel speelt ook mee dat Franse media niet zijn uitgerust op het herkennen en behandelen van nepnieuws. „Dat zag je met de davidsterren: Moskou hoefde alleen een paar tags te plaatsen en daarna wierpen de Franse media zich erop.”

Maar vooral is Frankrijk van oudsher minder kritisch op Rusland dan andere westerse landen en daardoor vatbaarder voor pro-Russisch nepnieuws. „Onder Franse politieke elites, van radicaal-links tot radicaal-rechts, bestaat er een fascinatie voor Rusland”, zegt journalist en Ruslandkenner Elsa Vidal, die onlangs het boek La Fascination russe (‘De Russische Fascinatie’) uitbracht.

Lees ook
Zo manipuleert het Kremlin de Russische presidentsverkiezingen

Een vrouw poseert woensdag op straat in Moskou bij een kartonnen versie van president en presidentskandidaat Vladimir Poetin.

Die fascinatie is tastbaar in Frankrijk. Russische schrijvers zijn in elke boekwinkel te vinden; ook auteurs die uitgesproken pro-Poetin zijn, worden in sommige boekwinkels nog altijd verkocht. Ook op politiek vlak zijn er tal van banden tussen Franse politici en Rusland. Van oud-premier François Fillon, die zich meermaals lovend over het Rusland van Poetin uitsprak en tot het begin van de oorlog voor Russische bedrijven werkte, tot het Rassemblement National dat miljoenen leende van een Russische bank (deze lening is inmiddels afbetaald).

Een in steen vastgelegd symbool van de sterke diplomatieke banden tussen Moskou en Parijs is het met gouden koepels bekroonde Russisch-orthodoxe culturele en religieuze centrum dat sinds 2016 aan de Seine schittert, op steenworpafstand van de Eiffeltoren en het Élysée. Het centrum, door de Franse pers omgedoopt tot Sint-Vladimir, was een cadeau van voormalig president Nicolas Sarkozy aan Poetin in 2007. Vidal: „Parijs wilde laten zien dat Frankrijk Rusland ziet als voorkeurspartner.”

Het toont ook een zekere naïviteit: al in 2011 waarschuwden de Franse veiligheidsdiensten dat Moskou het centrum kon gebruiken om nabijgelegen werkplaatsen van politieke kopstukken af te luisteren. Volgens Le Monde is daarop antiafluisterapparatuur in de buurt geïnstalleerd.

Anti-Amerikaans

De wat coulante houding tegenover Rusland heeft vooral te maken met hoe in Frankrijk naar de Verenigde Staten wordt gekeken, zegt Vidal. „Na de Tweede Wereldoorlog werd de positie van de VS als problematischer gezien dan die van de Sovjet-Unie. Dat sentiment is gebleven bij de politieke elites, van wie velen in die periode opgroeiden.”

Frankrijk was wantrouwig tegenover de VS omdat zij hun macht in Europa wilden uitbreiden, volgens Parijs ten koste van de soevereiniteit van Europese landen. Frankrijk en de VS botsten sindsdien op tal van vlakken – van de noodzaak tot dekolonisatie tot de rol van de NAVO en de oorlog in Irak. Ook steekt het dat de Amerikanen de heldenstatus van generaal Charles de Gaulle, die het Franse verzet vanuit Londen leidde en Frankrijk na de Tweede Wereldoorlog weer op de rit kreeg, niet erkenden.

Diezelfde De Gaulle, met wie Franse politici van ieder pluimage zich nog altijd graag identificeren, zag Moskou als een van zijn belangrijkste partners. In een wereld waarin de VS een tweestrijd afschilderden tussen zichzelf en de Sovjet-Unie, maakte Moskou ook plaats voor Frankrijk, dat een derde, stabiliserend blok wilde zijn. Ook op het gebied van sociaal beleid lag en ligt Frankrijk dichter bij de communistische Sovjet-Unie dan bij de kapitalistische VS. De Franse Communistische Partij was niet zonder reden lange tijd zeer populair.

„Russische diplomaten weten hoe belangrijk deze geschiedenis wordt gevonden in Frankrijk, net als de herinnering aan het gezamenlijk vechten tegen de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog”, zegt Vidal. „Die gedeelde geschiedenis herhalen zij continu om het beeld te schetsen dat onze landen een gedeeld lot hebben.”

Davidsterren op een muur in het veertiende arrondissement van Parijs, oktober 2023.
Foto J-F Rollinger / Only France via AFP

Ook maakt Moskou slim gebruik van andere overeenkomsten: beide landen hebben een verleden als een grootmacht – en rouwen om het verlies daarvan. En cultureel gezien zijn er overeenkomsten. „Beide landen zijn polen van culturele invloed. Daarin is Rusland als een soort spiegel voor ons”, aldus Vidal. De Amerikaanse cultuur is in Franse ogen jong en oppervlakkig.

De voorliefde voor Rusland duurde lang voort, ook tot ver na de eerste verkiezing van Poetin in 2000. Jacques Chirac (president van 1995-2007) gaf Poetin een Légion d’Honneur, de hoogste Franse onderscheiding. Nicolas Sarkozy (2007-2012) verkocht hem Mistral-gevechtsvliegtuigen en gaf Moskou de kans het culturele centrum te openen. François Hollande (2012-2017) was een uitzondering. Tijdens zijn ambtstermijn annexeerde Rusland de Krim en sloot het zich aan bij de strijd van de Syrische dictator Bashar al-Assad tegen zijn eigen bevolking. Hollande moest zich wel kritisch opstellen en annuleerde bijvoorbeeld de Mistral-deal die Sarkozy eerder sloot.

Macron deed sinds zijn verkiezing in 2017 ondanks alle signalen dat het Rusland van Poetin een imperialistisch en wreed land is, een stapje terug. Hij wilde de banden normaliseren, nodigde Poetin in 2017 uit op het kasteel van Versailles – diplomatiek een signaal van waardering – en sprak over Rusland als een „verlichtingsmacht” die Europese waarden deelt. Ook na het begin van de oorlog was Macron de enige westerse leider die lange tijd de lijnen openhield. Vidal: „Macron gelooft dat persoonlijke contacten diplomatieke crises kunnen oplossen en hij dacht dat hij met zijn charme Poetin kon overtuigen.”

Lees ook
Voor de nieuwe Macron zijn er geen grenzen aan de steun voor Oekraïne

De Franse president Emmanuel Macron tijdens een bezoek van de president van Litouwen aan het Élysée, dinsdag

Verkiezingen

Inmiddels weet Macron dat Poetin geen betrouwbare partner is en spreekt hij zich steeds luider uit tegen de oorlog en voor steun aan Oekraïne. Hierbij speelt mee dat de Fransen ondanks hun Ruslandlievende geschiedenis overwegend tegen Poetin en zijn oorlog zijn. Vidal: „Bij deze oorlog is zo duidelijk wie de agressor is, dat de Fransen zich natuurlijk achter Oekraïne scharen.” Dit geldt ook voor politici die eerder met Poetin wegliepen, zoals RN-voorvrouw Marine Le Pen.

De bilaterale verhoudingen bevinden zich inmiddels op een dieptepunt – wat Frankrijk des te aantrekkelijker maakt als doelwit voor beïnvloeding. „In de aanloop naar de Europese verkiezingen zullen we een toename in beïnvloedingscampagnes zien”, zegt propaganda-expert Colon. Hij vreest voor gevolgen voor de stembusgang. „Bijvoorbeeld als in de laatste dagen voor de verkiezingen deepfakes uitkomen, zoals in Slowakije ook gebeurde, die de boel op zijn kop zetten.” Daar kwamen net voor de verkiezingen twee deepfake audiobestanden uit waarop een pro-westerse kandidaat leek te zeggen dat hij de prijzen van bier ging verhogen en ging frauderen bij de stembusgang. Vooral dit laatste nepbericht heeft mogelijk bijgedragen aan de verkiezing van zijn pro-Russische opponent Robert Fico.

Of de Frans-Russische banden weer kunnen worden zoals ze voor de oorlog waren, hangt af van de komende jaren. Vidal: „Er is iets gebroken, dus het zal niet zomaar gaan.” Hierbij speelt mee dat in Parijs het besef is ingedaald dat Rusland in Frankrijk probeert te stoken – het was een van de redenen voor de regering om vorige week TikTok te verbieden in Nieuw-Caledonië na rellen in het overzeese gebied. „Maar als Poetin vertrekt, zal een groot deel van onze elites staan te popelen om de banden weer aan te trekken.”


Aangestuurd via Telegram namen ze foto’s van militaire havens. Hoe Rusland Europeanen inzet voor spionage

Het is twee minuten voor zes in de ochtend, augustus vorig jaar, als de bel gaat in een oude boerderij aan de rand van het Poolse stadje Zlotoryja, nabij de Tsjechische en Duitse grens. Het zijn twee agenten van de Poolse geheime dienst met geweren in de hand. Als de deur opengaat, draven ze meteen naar boven. Ze lijken de weg te weten.

Maar eerst stormen ze nog de verkeerde kamer binnen, waar een Brits koppel vergeten is de deur op slot te doen. Een kamer verderop vinden ze wie ze zoeken: Mikhail A.

Een maand voor de inval kwam A. aangewaaid, vertelt de eigenaar van het pand, die niet met zijn naam in de krant wil [zijn naam is bij de redactie bekend]. De boerderij is opgesplitst tussen drie families, waarvan één deel bestaat uit kamers die worden verhuurd. „Een lange vent uit Wit-Rusland, die zo uit de jaren negentig leek te komen, met een wijd open hemd en een mat”, beschrijft de eigenaar hem.

De eigenaar had geen idee waarom Mikhail A. werd meegenomen. Een moord? Een niet-uitgezeten straf? Belastingschuld?

De eigenaar en zijn vrouw waren blij met de Wit-Rus, want hij dronk niet en hielp de buren met klusjes. „Hij verving mijn versnellingspook in de auto, deed boodschappen voor de oudere buren en hielp de buurman die boer is en al het werk in zijn eentje moet doen.” Bovendien was hij intelligent, zegt de eigenaar. „We spraken eens over kunst, Stalin en de oorlog in Oekraïne – in gebrekkig Pools, maar hij kwam slim over.” Ze noemden hem liefkozend Misja.

Vijf uur lang hield de geheime dienst Mikhail A. vast in zijn kamer. Pas rond elven ging hij geboeid het politiebusje, dat klaarstond op het erf, in. De eigenaar en zijn vrouw hadden geen idee waarom hij werd meegenomen. Een moord? Een niet-uitgezeten straf? Belastingschuld? Het moest wel iets serieus zijn, want een dag eerder stond een auto de hele dag op de uitkijk voor hun erf, hun telefoons deden het al dagen voor de inval slecht én op de ochtend van de inval vloog er een helikopter over het stadje.

Aangestuurd via Telegram

Pas na een paar dagen wordt bekend dat Mikhail A. in Polen spioneerde voor Rusland. Hij spoot anti-Oekraïense leuzen op muren en fotografeerde de havens in Gdansk en Gdynia. Ook nam hij foto’s van de luchthaven, het treinstation en in de marine-academie van Gdynia. In augustus vorig jaar werd hij opgepakt, inmiddels is hij veroordeeld tot twee jaar cel.

Mikhail A. opereerde niet alleen. Op de dag van zijn arrestatie worden nóg eens veertien mensen opgepakt in heel Polen. Een paar maanden later volgt nog een laatste aanhouding. De meesten kenden elkaar niet. Ze werden aangestuurd via het socialemediaplatform Telegram, door iemand die zich Andrzej noemde. Hij vroeg hen eerst anti-Oekraïense leuzen op muren te spuiten in ruil voor een paar dollar. Om binnen enkele weken grotere opdrachten uit te voeren, zoals het fotograferen van havens en treinstations. Enkelen van hen kregen zelfs de opdracht om treinen met militair materieel voor Oekraïne te laten ontsporen. De opdrachtgever? Rusland, aldus het Poolse Openbaar Ministerie. Alle zestien personen zijn inmiddels veroordeeld voor spionage.

De Poolse boerderij waar spionageverdachte Mikhail A. verbleef
Foto Anna Liminowicz

De zaak ligt gevoelig in Polen. Enerzijds omdat het gaat om voornamelijk vluchtelingen uit Oekraïne – twaalf van hen zijn gevluchte Oekraïners, van wie één minderjarig, twee zijn Wit-Russisch en de laatste is een Rus. Anderzijds omdat Polen niet wil dat er veel bekend wordt over de zaak. Interviews met officieren van justitie worden afgehouden, de rechtszaken werden achter gesloten deuren gehouden en in de Poolse media is er relatief weinig over de zaak verschenen. Via gesprekken met betrokkenen en honderden documenten die NRC kon inzien, valt er een kijkje te geven in hoe Rusland op afstand lokale spionnen en saboteurs probeert te ronselen.

Drie jaar geleden komt Mikhail A. in Polen aan. Het leven van de dan 36-jarige A., geboren in de Wit-Russische hoofdstad Minsk, is tot dan toe niet vlekkeloos verlopen. Een paar jaar was hij werkzaam in een groothandel met bouwmaterialen in Moskou, maar na een scheiding met zijn vrouw, met wie hij een kind heeft, vertrekt hij naar Sint-Petersburg. Daar komt hij al snel in contact met het criminele milieu en wordt hij opgepakt vanwege drugshandel. In Rusland zit hij een celstraf uit van ruim acht jaar. Daarna vertrekt hij naar Polen.

A. vindt een baan bij een aluminiumfabriek in Oost-Polen, maar trekt uiteindelijk naar het westen van Polen, waar hij belandt in een van de bovenste kamers van de boerderij in Zlotoryja. Af en toe heeft hij klusjes, maar een baan vindt hij niet. Totdat hij een advertentie tegenkomt in een Telegram-kanaal voor werkzoekenden in Polen. Ene Andrzej belooft geld in ruil voor het spuiten van graffiti op muren. Tien dollar per leus.

Bitcoinaccount

In eerste instantie kan A. niet geloven dat iemand voor zoiets daadwerkelijk geld betaalt. Hij besluit de proef op de som te nemen en spuit in het Pools op een muur van een woningblok ‘Dit is nie onze oorlog’ – inclusief de spelfout. De foto’s stuurt hij door naar Andrzej, via een bitcoinaccount krijgt hij inderdaad betaald. Hij spuit nog twee leuzen op muren in het goudstadje, waarna Andrzej hem vraagt flyers te printen met daarop een spotprent en tien simkaarten te kopen.

Wie Andrzej is, weet hij Mikhail A. niet. Ze ontmoeten elkaar nooit, spreken elkaar alleen in het Russisch via Telegram. Soms hoort hij weken niks van Andrzej – die zo nu en dan zijn accountnaam verandert in Gabriel. Totdat er opeens weer een bericht van hem verschijnt. „Hallo, er is werk”, appt Andrzej dan. Na zijn graffiti-avonturen wordt A. gevraagd naar de havensteden Gdansk en Gdynia af te reizen – in ruil voor foto’s krijgt hij 150 dollar (omgerekend zo’n 138 euro) per dag. Ook zijn reis en hotel worden betaald.

Zlotoryja in het zuidwesten van Polen.
Foto Anna Liminowicz

A. verblijft dan al weken in het rustige Zlotoryja en heeft wel zin om erop uit te trekken. Hij besluit op het aanbod in te gaan. In het voorjaar van 2023 vertrekt hij naar de twee naast elkaar gelegen havensteden. Van Andrzej heeft hij een kaart gekregen met een route waarlangs hij moet lopen en fotograferen. Op een gegeven moment kan hij door beveiligingshekken niet verder.

In de trein terug krijgt Mikhail A. twijfels. Natuurlijk weet hij dat hij bij de militaire haven was en foto’s heeft gemaakt van gevoelige infrastructuur. Maar iedereen kan daar langslopen en foto’s maken. Toch besluit hij de foto’s op de terugweg in te trein te verwijderen.

De Poolse geheime dienst vindt wel zijn selfies in de havens van de Poolse kuststeden, waarop hij met een vriendelijk ogend gezicht in de camera staart. Ook wordt zijn telefoon gevolgd.

Tegen de politie zegt A. aanvankelijk dat de foto’s voor „privé-gebruik” waren. Uiteindelijk geeft hij toe. Hij vertelt dat Andrzej hem ook vroeg camera’s te plaatsen bij treinstations in Polen én iemand een paar dagen te volgen in Praag voor 150 dollar per dag. Dat weigerde hij.

Uiteindelijk kreeg Mikhail A. twee jaar celstraf voor spionage. De activiteiten leverden hem slechts zo’n 500 dollar op. Maar waar Mikhail A. stopte toen hij doorkreeg dat hij gerekruteerd was door de Russische veiligheidsdiensten, gingen anderen door.

Camera’s op zonne-energie

De ontmaskering van de zestien spionnen begint als een wandelaar in de buurt van Rzeszow camera’s aantreft langs een treinspoor. In de struiken en aan bomen hangen met ducttape vastgeplakte camera’s die werken op zonne-energie.

Dat deze camera’s rondom Rzeszow hangen, is niet gek: de Zuid-Poolse stad is de levensader van Oekraïne. Dagelijks landen er transportvliegtuigen vol met tanks, raketten en ander militair materieel dat per spoor naar het Oekraïense front gaat. De luchthaven van Rzeszow is momenteel het best beveiligde vliegveld van Europa.

Dat er camera’s rondom Rzeszow werden opgehangen, is niet gek: de Zuid-Poolse stad is de levensader van Oekraïne

Alle zestien gerekruteerde spionnen moesten foto’s maken van de havens aan de noordkust van Polen – waar ook wapens voor Oekraïne binnenkomen – en van de infrastructuur in Rzeszow. Ook satellieten verzamelen beeldmateriaal van deze plekken, zegt de Poolse inlichtingendeskundige Jaroslaw Jakimczyk. „Maar foto’s vanaf de grond laten veel meer zien.”

Dat Mikhail A. stopte nadat hij foto’s had gemaakt, gold niet voor anderen. Aan de Oekraïense Maxim L. vroeg Andrzej om brand te stichten bij een Oekraïens transportbedrijf in Polen. Zover kwam het niet. L. besloot een hek met houtskool in te smeren, zodat het leek alsof het door brand was beschadigd.

De foto’s die de spionnen moesten nemen, zijn vooral voorbereidend werk, zegt Jakimczyk. „De Russen maken plannen voor eventuele aanvallen op infrastructuur tijdens een toekomstige oorlog. Met de foto’s kunnen ze bepalen waar ze precisieaanvallen zouden uitvoeren.”

Een met rode verf beklad gedenkteken in Zlotoryja voor Sovjet-soldaten uit de Tweede Wereldoorlog.
Foto Anna Liminowicz

De inzet van de groep lokaal gerekruteerde spionnen is een nieuwe modus operandi van Russische inlichtingendienst in Europa, zegt Jakimczyk, die al decennia de spionagewereld volgt. „Het is goedkoop, de opdrachten zijn makkelijk en de Russen worden niet gepakt, want die zitten in Moskou achter een laptop.” De zestien rekruten hadden gemeen dat ze pas kort in Polen woonden en verlegen zaten om geld. Ze kregen allemaal een celstraf: Maxim L. kreeg de hoogste, van zes jaar, de laagste straf was één jaar.

Hoewel de spionageactiviteiten van de zestien amateurspionnen klein bier lijken, nemen Europese inlichtingendiensten deze acties heel serieus. Onlangs waarschuwden drie Europese inlichtingendiensten dat Rusland sabotage-acties voorbereidt in heel Europa, waarbij ze denken aan „geheime bombardementen, brandstichtingen en schade aan de infrastructuur op Europees grondgebied”. Ook de Nederlandse militaire inlichtingendienst MIVD waarschuwt voor Russische sabotage, voornamelijk in de Noordzee. Die ligt vol met internetkabels, gasleidingen en windmolenparken.

Politieke doelen

„Rusland zal al zijn middelen gebruiken om Europa op welke wijze dan ook schade toe te brengen – van propaganda tot aan terroristische aanslagen”, zegt de Poolse luitenant-kolonel Maciej Korowaj, die gespecialiseerd is in de Russische en Wit-Russische inlichtingendiensten. „Rusland wil laten zien dat westerse landen niet in staat zijn zichzelf te beschermen, dat het Westen niet veilig zal zijn totdat Rusland zijn politieke doelen heeft bereikt.”

Het belangrijkste wat de West-Europese landen daartegen kunnen doen is de bevolking informeren, zegt Korowaj. „De enige verdediging tegen deze agressieve Russische politiek is het informeren van de bevolking. Dat leidt tot bewustzijn en kennis, waardoor het voor Rusland moeilijker is om onze samenlevingen te beïnvloeden.”

Tadeusz naast het erf waar Mikhail A. is opgepakt.

Foto Anna Liminowicz

In Zlotoryja loopt inwoner Tadeusz net weg bij zijn broer, die naast het erf woont waar Mikhail A. is opgepakt. Tadeusz kan nog boos worden om de spionageactiviteiten van Mikhail A. in zijn dorp. „Hij moet blij zijn dat ik hem niet heb ontmaskerd”, zegt hij over A. „Dan had ik hem een schop onder zijn reet gegeven en naar de politie gebracht.” Hij kende hem, groette hem wel eens op straat en weet dat hij hier woonde.

De eigenaar van de oude boerderij heeft expres stilgehouden dat Mikhail A. daar verbleef. „Wij verhuren hier kamers en ik wilde niet dat de politie-inval negatieve effecten zou hebben”, zegt hij. Maar als hij een drankje opheeft, wil hij nog wel eens loslippig zijn. „Dan vertel ik het aan bevriende politieagenten uit de stad, maar zelfs zij wisten niet dat het bij mij gebeurd was.”

Hoewel de eigenaar natuurlijk schrok van de inval, kan hij er inmiddels wel om lachen. „Ze hebben Misja een dag te vroeg meegenomen”, grapt de eigenaar. „Want op de dag van de inval begon de oogst en we hadden zijn hulp wel kunnen gebruiken.”