Een jaar na de exodus: ‘We moesten kiezen tussen ons huis of ons leven’

Toen het tot de Armeense inwoners van Nagorno-Karabach in september 2023 doordrong dat ze hun huizen moesten ontvluchten, lieten sommigen teksten achter op de muren. Boodschappen voor de Azerbeidzjaanse troepen, die hun stad belegerden en niet zouden aarzelen om de huizen te plunderen. „Alsjeblieft, maak niets kapot”, schreef iemand. „Mijn thuis, ik zal je niet vergeten, je blijft altijd in mijn hart”, schreef een ander.

Maar Elina Sjamchalova kon het niet over haar hart verkrijgen om de muren van haar huis te bekladden. In plaats daarvan hing ze een briefje op de voordeur met de tekst: „Wij waren hier. Wij zijn hier. Wij zullen hier zijn.” Ze pakte een paar tassen met kleding, zocht belangrijke documenten bij elkaar en sloopte de harddisk met familiefoto’s uit haar computer. Daarna filmde ze het hele huis, tot en met de struiken in de tuin. „Als aandenken aan alles wat we hadden.”

Een jaar na haar vlucht uit Nagorno-Karabach zit de blonde veertiger in een witte zomerjurk op een terras in de Armeense hoofdstad Jerevan. De econoom en moeder van twee is een van de ruim 100.000 Armeniërs die vluchtten voor de Azerbeidzjaanse aanval. „Mijn man was een wrak. Tien jaar had hij aan ons huis gebouwd en nu moesten we alles achterlaten. Maar wat konden we doen? De Azerbeidzjanen waren veel sterker. We hadden de keuze tussen ons huis of ons leven.”

Dit is wat er vorig jaar gebeurde:

Beloftes

Volgens de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev was het doel van de operatie om de ‘constitutionele orde’ te herstellen in zijn land, en het al decennialang betwiste gebied voor eens en altijd onder Azerbeidzjaanse controle te brengen. Daarbij beriep hij zich op het feit dat Nagorno-Karabach internationaal als Azerbeidzjaans wordt erkend en geen soevereine status had. Niettemin leidde het geweld en de snelheid waarmee de etnische Armeniërs werden verdreven, in het Westen tot geschokte reacties. Maar actie bleef uit.

Azerbeidzjan temperde de internationale zorgen met de belofte dat de rechten van de Armeniërs zouden worden „gegarandeerd”, als zij zouden integreren en Azerbeidzjaans staatsburgerschap accepteerden. „Wij hebben de Armeense gemeenschap van Karabach onze visie op reïntegratie gepresenteerd, inclusief het waarborgen van hun rechten wat betreft religie, onderwijs en cultuur”, zei president Aliyev twee dagen na de invasie.

Maar gezien de lange geschiedenis van etnisch geweld tussen beide volkeren, hechtten slechts weinig Armeniërs waarde aan Aliyevs beloftes. „Als we waren gebleven, dan hadden ze ons zeker vermoord. In het beste geval in onze eigen huizen”, zegt een jonge Karabachse vrouw, die anoniem wil blijven. Volgens Elina Sjamchalova was de operatie goed gepland. „Eerst hongerden ze ons uit en verzwakten ze ons, daarna vielen ze ons aan en verdreven ze ons. Het was allemaal tot in de puntjes uitgedacht.” Aliyev hield echter vol dat Azerbeidzjan de Armeense bevolking niet heeft gedwongen te vertrekken, en dat Armeense burgers geen doelwit waren van de aanval.

Leger verslagen

Liana Sargsian (49) en haar zoon Gor (13) waren op de dag van de aanval net in de schuilkelder onder hun flat aangekomen, toen een Azerbeidzjaanse raket hun woonblok verwoestte. De geschiedenisdocent zit met haar zoon en moeder op de bank van haar eenvoudige huurwoning in Jerevan. Op tafel staan schalen met fruit en Armeense baklava voor het bezoek. Een krakende ventilator zorg voor verkoeling in de nazomerhitte.

Liana’s echtgenoot Arthur werd door de kracht van de explosie weggeblazen, maar overleefde wonderwel. „God heeft me gered”, zegt hij met een blik op het Christusbeeld op het dressoir naast de tv. Het is een van de weinige bezittingen die het gezin meenam op de vlucht. De media toonden beelden van Liana’s moeder na de raketinslag, de roodgeverfde haren onder het stof. Nu zit de kleine, oude vrouw ineengedoken op de bank in Jerevan.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Het gezin van Liana Sargsian, met moeder Asja en zoon Gor, in hun huurwoning in Jerevan. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Het gezin van Liana Sargsian, met moeder Asja en zoon Gor, in hun huurwoning in Jerevan. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17130504/web-2109ZATnws_Karabach_Liana1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/HiY3CkMGNTCUdyXRPe-vVO9XHE0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17130504/web-2109ZATnws_Karabach_Liana1.jpg 1920w”>

Het gezin van Liana Sargsian, met moeder Asja en zoon Gor, in hun huurwoning in Jerevan.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Liana’s echtgenoot Arthur vocht als militair in het leger en wilde niet herkenbaar op de foto.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Liana’s echtgenoot Arthur vocht als militair in het leger en wilde niet herkenbaar op de foto.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17130506/web-2109ZATnws_Karabach_Liana2.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-24.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-22.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-23.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-24.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-25.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/494jYVO3go6az5g4edHwhpx82n4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17130506/web-2109ZATnws_Karabach_Liana2.jpg 1920w”>

Liana’s echtgenoot Arthur vocht als militair in het leger en wilde niet herkenbaar op de foto.

Foto’s Karapet Sahakyan

„Toen duidelijk werd dat ons leger was verslagen, beseften we dat we niet konden blijven”, zegt Liana. Ze konden de Azerbeidzjaanse militairen de stad zien binnenkomen, vergezeld door Russische vredessoldaten. Pas toen voelde Liana echte angst. „De Russen moesten ons beschermen, maar ze kwamen samen met onze vijand.” Het gezin vertrok op 25 september als laatste van hun woonblok.

Het regende op de dag van vertrek. „Ik weet nog dat ik dacht dat God om ons huilde”, vertelt Liana met tranen in haar ogen. „Sommigen zeggen dat we die dag onze stad begroeven. De lange stroom auto’s vormde de begrafenisstoet.” Twee dagen stonden ze in de file om weg te komen. In de explosie bij het tankstation kwamen haar broer en 17-jarige neefje om het leven. Pas na weken vond de familie hun lichamen terug in een mortuarium in Armenië.

‘Lenteschoonmaak’

Ondanks zijn geruststellingen aan de buitenwereld, deed Aliyev na de inname van Stepanakert geen moeite zijn ware intenties te verhullen. De verlaten stad kreeg de Azerbeidzjaanse naam ‘Chankendi’. Armeense overheidsgebouwen, winkels en hotels werden afgebroken of voorzien van Azerbeidzjaanse teksten en symbolen. Het voetbalstadion kreeg een make over in kleuren van de Azerbeidzjaanse vlag en Armeense straatnamen werden door Azerbeidzjaanse vervangen. Een van de straten werd volgens mediaberichten vernoemd naar de Turkse militair Enver Pasha, berucht om zijn rol in de Armeense genocide van 1915.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev poseert bij de vlag van Artsach (Armeens Karabach) op de grond van het presidentieel paleis van de niet-erkende enclave.” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev poseert bij de vlag van Artsach (Armeens Karabach) op de grond van het presidentieel paleis van de niet-erkende enclave.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17141436/web-2109ZATnws_Karabach_PROPAGANDA2.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-28.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-26.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-27.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-28.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-29.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/4t52lxOysf7yCJ3g1Nf_WvWlkbU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17141436/web-2109ZATnws_Karabach_PROPAGANDA2.jpg 1920w”>

De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev poseert bij de vlag van Artsach (Armeens Karabach) op de grond van het presidentieel paleis van de niet-erkende enclave.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Militaire parade in de hoofdstad van Karabach, na de aanval omgedoopt tot Chankendi, de Azerbeidzjaanse naam van de stad.” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Militaire parade in de hoofdstad van Karabach, na de aanval omgedoopt tot Chankendi, de Azerbeidzjaanse naam van de stad.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17141331/web-2109ZATnws_Karabach_PROPAGANDA1.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-32.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-30.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-31.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-32.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-33.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/NmyEDOUxP3nscwN9U4R7YxIlWQg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17141331/web-2109ZATnws_Karabach_PROPAGANDA1.jpg 1920w”>

Militaire parade in de hoofdstad van Karabach, na de aanval omgedoopt tot Chankendi, de Azerbeidzjaanse naam van de stad.

<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="below" data-description="President Aliyev ontsteekt een lentevuur ter ere van de islamitische feestdag Novruz en om de overwinning op de Armeniërs te vieren.” data-figure-id=”2″ data-variant=”row”><img alt data-description="President Aliyev ontsteekt een lentevuur ter ere van de islamitische feestdag Novruz en om de overwinning op de Armeniërs te vieren.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17141442/web-2109ZATnws_Karabach_PROPAGANDA3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-36.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-34.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-35.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-36.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/09/een-jaar-na-de-exodus-we-moesten-kiezen-tussen-ons-huis-of-ons-leven-37.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/H5YI4z62ofwCuANLs5jqJZH2_Mg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/09/17141442/web-2109ZATnws_Karabach_PROPAGANDA3.jpg 1920w”>

President Aliyev ontsteekt een lentevuur ter ere van de islamitische feestdag Novruz en om de overwinning op de Armeniërs te vieren.
Foto’s Persafdeling van de Azerbeidzjaanse president

Tijdens een overwinningsbezoek aan Stepanakert in oktober 2023 plantte de Azerbeidzjaanse president Aliyev zijn voeten opzichtig op de Karabachse vlag en noemde hij gearresteerde Armeense bestuurders „clowns”, die nu „theedrinken in Azerbeidzjaanse gevangenissen.” Tijdens een tweede bezoek aan de stad, afgelopen maart, prees hij de „vernietiging van het duivelsnest.” Bij het ontsteken van een lentevuur stelde hij dat „er geen spoor meer is van de separatisten. Dit vuur zorgt voor de laatste schoonmaak.”

Voordeur

Sinds de overname staan Azerbeidzjaanse sociale media vol filmpjes waarop de plundering en vernieling van Armeense huizen te zien is. Huisraad is op straat gegooid, de interieurs van huizen en winkels zijn kapotgeslagen. Op andere filmpjes is te zien hoe Azerbeidzjanen de spot drijven met Armeense bezittingen.

Het was op de Azerbeidzjaanse sociale media dat Elina Sjamchalova haar huis terugzag. Ze pakt haar telefoon en toont het filmpje. Daarop is te zien hoe iemand de voordeur van haar huis opent en door de kamers loopt. Het huis is een ravage, overal liggen spullen. „Misschien zochten ze iets van waarde, geld of sieraden? Ik weet het niet”, zegt Elina met rode ogen. De harde rockmuziek die onder de beelden is gemonteerd, maakt haar misselijk. „Het lijkt wel een oorlogsfilm, alsof we terroristen zijn.” Ze denkt dat Azerbeidzjanen de video’s opzettelijk online verspreiden uit leedvermaak en ter intimidatie. „Zij weten heel goed dat wij dit ook zien.”

Video van het geplunderde huis van Elina Sjamchalova Bron Telegram

Kort na de inname lanceerde Aliyev een kostbaar overheidsprogramma om Azerbeidzjaanse burgers in de verlaten steden te vestigen. Voor sommige Azerbeidzjanen betekent dit de terugkeer naar de grond, waarvan Armeniërs hen begin jaren 90 na een bloedige oorlog verdreven. Anderen worden gelokt met gratis studie en huisvesting. Volgens Azerbeidzjaanse bronnen had de steenrijke Aliyev in 2023 omgerekend ruim 6 miljard euro gereserveerd voor de opknapbeurt van de „bevrijde gebieden”.

Al maanden zijn werkzaamheden aan de gang om Stepanakert/Chankendi klaar te maken voor Azerbeidzjaanse bewoning. Armeense gebouwen en woonhuizen worden gesloopt, of verbouwd naar Azerbeidzjaanse stijl en smaak. Met veel tamtam berichtten Azerbeidzjaanse propagandamedia over de afbraak van het Armeense parlementsgebouw.

In een poging het lege Stepanakert te bevolken, tekende Aliyev enkele weken na de invasie een decreet voor de oprichting van een prestigieuze, nieuwe universiteit. Afgelopen maanden werd volop gebouwd om de college- en slaapzalen te voltooien voor de komst van zo’n 1.200 Azerbeidzjaanse studenten. Zij moeten dit najaar hun studie beginnen. Om plaats te maken voor een universiteitspark ging het woonblok van de familie Sargsian tegen de vlakte, zo is te zien op satellietbeelden . Het enige wat ] hen rest is de sleutel van hun voordeur. Nog steeds kan Liana haar vertrek nog nauwelijks bevatten. „Wie kon ooit denken dat Artsach [de Armeense naam van Karabach, red.] zonder Armeniërs zou blijven? Misschien gebeurt er op een dag een wonder en keren we weer terug. Maar onder Azerbeidzjaans bestuur? Dat nooit.”

De universiteit van Karabach en de omliggende grond worden grondig verbouwd om Azerbeidzjaanse studenten te ontvangen. Een wijk moest plaatsmaken voor een park.Beeld Planetlabs

Een van de flats die door Azerbeidzjaanse bouwvakkers tot studentenhuis wordt verbouwd, is eigendom van de 47-jarige Gayane Agyajanian. De moeder van vier vluchtte met haar man op 25 september 2023, twee dagen na de invasie. Nu woont het gezin in een appartementje in de Armeense hoofdstad Jerevan, dat ze maar net kunnen betalen. Dat haar huis binnenkort onderdak zal bieden aan Azerbeidzjaanse studenten, maakt Gayane verdrietig en razend tegelijk. „Ze denken dat ze onbestraft hun gang kunnen gaan. Maar wij zullen sterker worden en de Azerbeidzjaan, die onze slaapkamer komt bezetten, zal op een dag de prijs betalen.” Ze kijkt naar haar dochtertje, dat in een rood zomerjurkje door de kamer huppelt. Het meisje werd geboren tijdens de oorlog van 2020. „Vier jaar oud en dan al twee oorlogen en een blokkade meegemaakt”, mompelt Gayane met betraande ogen.

Liana Sargsian toont de sleutels van haar huis in Stepanakert.
Foto Karapet Sahakyan

Begraafplaatsen

Ook buiten de hoofdstad Stepanakert is de destructie groot. Azerbeidzjaanse bouwvakkers maakten de afgelopen maanden Armeense dorpen met de grond gelijk, kerken en begraafplaatsen werden vernietigd: soms uit wraak, soms om plaats te maken voor infrastructuur om de regio te ontsluiten. Onderzoeksgroep Caucasus Heritage Watch, verbonden aan de Amerikaanse Cornell University, heeft grote zorgen over de schaal en snelheid waarmee Armeens erfgoed verdwijnt. Met behulp van satellietbeelden brengen de onderzoekers de toegebrachte schade in kaart. In haar laatste rapport signaleert de groep een toename van 75 procent in de vernietiging van historische erfgoed.

„Dit is een land dat nul tolerantie heeft voor Armeens erfgoed. De schaal van de vernietiging is enorm”, zegt Lori Khatchadourian, archeoloog en oprichter van de onderzoeksgroep, per Zoom-gesprek vanuit New York. Khatchadourian trekt de vergelijking met de vernielingen in Bosnië door de Serviërs en die van Oeigoers erfgoed door China. Hoewel het gaat om een etnisch-territoriaal conflict, speelt religieuze animositeit volgens haar zeker een rol. „We zien kerken die tot moskeeën worden omgebouwd en Armeense religieuze symbolen die worden vernield.” Ook worden Armeense monumenten gepresenteerd als Azerbeidzjaans.

Het gebouw waar het parlement zetelde van het separatistische Armeense zelfbestuur van Karabach. Het gebouw is inmiddels afgebroken.Beeld Planetlabs

Misdaden tegen de menselijkheid

Volgens internationale juristen heeft Azerbeidzjan zich met de blokkade en de militaire bliksemoperatie schuldig gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen. „Deze mensen zijn niet vrijwillig vertrokken”, zegt de Canadees-Armeense mensenrechtenadvocaat Sheila Paylan in een café in Jerevan. „Er is sprake van gedwongen ontheemding, maar ook van deportatie, omdat de vluchtelingen een staatsgrens overstaken. Dat is een misdaad tegen de menselijkheid”, oordeelt Paylan, die 15 jaarwerkzaam was als juridisch adviseur voor de VN. Ze reageert schamper op Aliyevs verweer, dat hij het recht had om de territoriale integriteit van zijn land te herstellen. „De claim van Azerbeidzjan wordt internationaal niet betwist, maar herstel van territoriale integriteit is geen grond om misdaden te plegen. Bovendien was er op moment van de aanval een vredesproces gaande.”

Aliyevs wraakzuchtige uitspraken bewijzen volgens Paylan bovendien dat de president geen boodschap heeft aan het lot van de Armeniërs of aan internationale mensenrechtenverdragen. „Hij doet geen enkele poging om de rechten van de Armeniërs te waarborgen. Integendeel, hij voelt zich onoverwinnelijk en laat geen gelegenheid voorbij gaan om de wereld zijn macht te laten zien.”

Hoewel de politieke reactie op de Armeense exodus minimaal was, is de vraag of Azerbeidzjan juridisch vrijuit zal gaan. Een maand na de overname van Karabach ratificeerde Armenië het Statuut van Rome, waarmee het land dit jaar lid werd van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Advocaten bereiden verschillende rechtszaken voor en dit voorjaar verzocht de Armeens-Amerikaanse organisatie Truth and Justice Centre het Strafhof formeel onderzoek naar oorlogsmisdaden te starten. Het moment is gevoelig: in november is Azerbeidzjan gastland van de internationale VN-Klimaatconferentie COP29. Internationale mensenrechtenorganisaties roepen op tot een boycot.

Ondertussen valt de integratie in Armenië de getraumatiseerde Karabach-Armeniërs zwaar. Woningen zijn schaars en duur, werk is moeilijk te vinden en ze missen het contact met elkaar in hun eigen groep en dialect. En hoewel de Karabach-Armeens paspoort hebben, voelen veel vluchtelingen zich door de overheid behandeld als tweederangsburgers en klagen ze over discriminatie. Dat Rusland noch het Westen ingreep, stemt velen verbitterd. Maar praten over de wandaden die Armeniërs dertig jaar geleden pleegden tegen Azerbeidzjanen, is voor velen dan weer een brug te ver.

Tegen beter weten in wil Gayane geloven in een duurzame oplossing voor haar volk, als nodig met wapens „Ik weet dat het recht van de sterkste heerst in de wereld en dat gerechtigheid ver te zoeken is. Dan moeten wij ons dus beter bewapenen om Azerbeidzjan op afstand te houden.” Net als de overige, ruim 100.000 Armeniërs van Karabach, hoopt ze vurig ooit terug te keren naar haar geboortegrond. „Al is het over tien jaar, het maakt mij niet uit. Ik hoef mijn huis niet terug, ik wil alleen een plek voor mijn graf.”

Familie Sargsian‘Van Poetin hadden we al niets te verwachten, maar waar was het Westen toen wij werden verdreven?’

Het gezin van de 72-jarige Laura Sargsian ontvluchtte Stepanakert, nadat een raket op hun huis was neergekomen. Met haar dochter Lilia, schoonzoon Igor en haar twee kleindochters Inessa en Vanessa bewoont de wiskundedocent nu een schamel tweekamerappartement aan de rand van Jerevan. Het leven in Armenië valt zwaar en rondkomen is moeilijk.

Vanessa speelt piano en Inessa de qanun, een traditioneel Armeens snaarinstrument. „In Karabach won Inessa prijzen als soliste, maar in Jerevan heeft ze het moeilijk”, vertelt moeder Lilia. „Hoewel ze binnenkort naar het conservatorium mag, raakt ze haar harp nauwelijks meer aan. Ze wil naar huis.” Lilia’s echtgenoot Igor zat bij het Karabachse leger en vocht tot aan de onvermijdelijke capitulatie. Uit angst voor represailles, verbrandde het gezin de militaire uniformen en begroeven ze de insignes en medailles. „Voor de mannen is het zwaar. Ze zaten bij het leger en vochten voor ons land. Nu zijn ze niet alleen hun baan kwijt, maar ook hun eer”, zegt Lilia.

Foto Karapet Sahakyan

Aan een apart tafeltje zit Igor Sargsian te briesen van ingehouden woede. Hij windt zich op over de slappe opstelling van het Westen en het uitblijven van westerse sancties tegen Azerbeidzjan. „Van Poetin hadden we al niets te verwachten, maar waar was het Westen toen wij werden verdreven? Jullie hebben altijd je mond vol van mensenrechten en democratie, maar jullie lieten Aliyev zijn gang gaan. En waarom? Omdat hij jullie olie en gas verkoopt.”

 

Mher Avanesian – voetbalcoach‘Hoeveel ton verf hij er ook op smeert, het stadion blijft Armeens en is het resultaat van mijn werk’

Voormalig stervoetballer Mher Avanesian is coach en voorzitter van Lernayin Artsach, de club van Karabach die in 1927 werd opgericht. „Voetbal is heel belangrijk voor de Armeniërs van Karabach en het stadion was onze trots”, vertelt Avanesian op de voetbalacademie van Jerevan, waar zijn club onderdak kreeg na de vlucht. Zijn blik glijdt somber over de voetbalvelden, als hij vertelt over de blokkade. „Het team viel uit elkaar. Een deel zat in het leger en vocht tegen de Azerbeidzjanen, een ander deel zat in Jerevan en kon niet terug naar huis. Maar we speelden door, tot we moesten vluchten.” Een 25-jarige aanvaller stierf tijdens de vlucht. De rest van de bijna honderd medewerkers van de club zit nu in Jerevan.

Mher weet nog dat ten tijde van de Sovjet-Unie Armeniërs en Azerbeidzjanen samen speelden in één team. „Ook met Russen en Oekraïners en andere nationaliteiten. Er wordt wel gezegd dat sport mensen verenigt, maar nu is zoiets ondenkbaar.” Zijn gezicht klaar op als hij herinneringen ophaalt aan de mooie momenten uit zijn loopbaan. Zoals in 2019, toen Nagorno-Karabach gastheer was van de CONIFA, de internationale cup voor niet-erkende staten. Mher glundert van trots als hij terugdenkt aan die dagen, ook al versloeg het team van Zuid-Ossetië (in Georgië) dat van West-Armenië.

Het voetbalstadion van Stepanakert. Inmiddels is het overgeverfd in Azerbeidzjaanse kleuren en staat er ‘Karabach is Azerbeidzjan’ op geschreven.Beeld Planetlabs

Inmiddels heeft Azerbeidzjan het stadion van Karabach in de eigen kleuren overgeschilderd en de tekst ‘Karabach is Azerbeidzjan’ aangebracht. „Aliyev weet hoeveel wij van voetbal houden”, zegt Mher. „Daarom organiseerde hij meteen een voetbaltoernooi om ons zijn overwinning in te wrijven. Maar hoeveel ton verf hij er ook op smeert, het stadion blijft Armeens en is het resultaat van mijn werk.”

 

Nune Arakelian‘Mensen vinden het misschien raar, maar wij geloofden echt dat we een toekomst hadden in Karabach’

Nune ontvangt tussen de dozen, want op de dag van het interview is ze met haar zoon bezig met verhuizen. „We mochten dit appartement lenen van een Armeniër die in Duitsland woont en wilde helpen. We konden een jaar blijven, maar nu komt hij weer terug en moesten we iets anders zoeken.” Haar hele leven werkte de 52-jarige Nune als docent Russisch op de Armeense universiteit van Karabach, die werd gesticht in 1991 en standhield tijdens de oorlog die volgde. Ze doceerde Russische literatuur, maar nu voelt ze zich door datzelfde Rusland verraden. „Wij Armeniërs waren altijd met de Russen, al vanaf de zeventiende eeuw. Om ons te beschermen tegen de Turken en Azerbeidzjanen. Maar Rusland heeft niets teruggedaan om ons te helpen.”

Met dank aan donaties van de Armeense diaspora had haar faculteit net een opknapbeurt gehad. „Eindelijk hadden we nieuwe lokalen en computers, maar we konden er maar een jaar gebruik van maken. Mensen vinden het misschien raar, maar wij geloofden echt dat we een toekomst hadden in Karabach. En dat geloven we nog steeds.” Nune vertrok met haar zoon, haar invalide moeder en twee katten. „Ik had een grote bibliotheek. Ik wilde nog een boodschap voor de Azerbeidjzanen achterlaten op de muur. ‘Lees deze boeken en leer ervan’, maar ik heb het jammer genoeg niet gedaan.

Naast haar werk aan de universiteit hielp Nune bij een dierenasiel buiten de stad. „Toen Azerbeidzjan de blokkade begon, hadden we geen brandstof meer. Maar we wilden de dieren niet in de steek laten en liepen erheen.” Een Russisch-Armeense vriendin die met haar de dieren verzorgde, was een van de weinigen die achterbleef toen de Azerbeidzjanen de stad veroverde. „Ze zei dat ze de dieren niet in de steek kon laten. Via het Rode Kruis [dat hielp met de evacuatie] hebben we nog een keer contact gehad. Daarna werd het stil.” Tot Nune haar vriendin terugzag in een programma op de Azerbeidzjaanse staatstv. „Ze zei dat ze blij was dat de Azerbeidzjanen haar van ons hadden bevrijd. Maar ik weet dat ze dat moest zeggen en ze het niet meende.”


Is deze filantroop werkelijk een Kremlin-agent?

Een explosieve onthulling heeft een breuk veroorzaakt binnen de Russische oppositie die zijn weerga niet kent. De aanslag op Aleksej Navalny’s rechterhand Leonid Volkov afgelopen voorjaar is mogelijk gepleegd door een goede bekende in Russische oppositiekringen. Vorige week publiceerde het FBK, de anticorruptieorganisatie van de in Russische gevangenschap gestorven oppositieleider Navalny een onderzoek waarin zij dat stellen.

Volkov werd in maart door onbekenden aangevallen met een hamer bij zijn woning in Vilnius en raakte ernstig gewond. Algemeen werd aangenomen dat het Kremlin achter de aanslag zat. Tot Volkov een geheimzinnig telefoontje kreeg. Volgens de beller, die zich bekendmaakte als ‘fixer’ Andrei Matus, was de opdrachtgever achter de aanslag niemand minder dan de steenrijke Russische zakenman, Poetin-criticus en filantroop Leonid Nevzlin.

Liefdadigheidsprojecten

De 64-jarige Nevzlin is de voormalig zakenpartner en vertrouweling van ex-oligarch Michail Chodorkovski, die tussen 2003 en 2013 in Rusland gevangen zat en na zijn vrijlating uitgroeide tot leider van de Russische oppositie in ballingschap. De in Israël woonachtige Nevzlin is een bekende figuur in Russische oppositiekringen en financiert met zijn miljarden oppositie- en liefdadigheidsprojecten. Is deze man, die door Chodorkovski eens „meer dan familie” werd genoemd, in werkelijkheid een Kremlin-agent?

Het onderzoek nam een nog verbijsterender wending, toen Matus beweerde dat Nevzlin in contact zou staan met hoge FSB-functionarissen en in ruil voor veel geld informatie kreeg over Navalny’s verblijf in de Russische strafkampen. Nevzlin zou corrupte Russische functionarissen een half miljoen dollar hebben betaald voor die informatie. De conclusie van het FBK: „Leonid Nevzlin is een gevaar voor zijn omgeving en mentaal instabiel.”

Ruziën op X

De onthulling sloeg in als een bom. ‘Nevzlin-gate’ is al dagen het onderwerp in de journaals en talkshows van Russische oppositiemedia en op de YouTube-kanalen van bekende Russische dissidenten wordt over niets anders gepraat. FBK-leden ruziën op X met andere oppositieleden, die twijfelen aan Nevzlins schuld. Ook Europese politici en commentatoren roeren zich. De Litouwse president Gitanas Nauseda liet donderdag weten de zaak nauw te volgen en Volkov en de vele andere Russische ballingen die zijn land huisvest, te zullen steunen. De Litouwse politie is een onderzoek gestart.

Lees ook

Juist vanwege het ontbreken van Navalny draagt de gevangenenruil tussen Rusland en het Westen een zwarte rand

De Amerikaanse president Joe Biden en presidentskandidaat Kamala Harris kijken toe hoe de vrijgekomen Paul Whelan voet op Amerikaanse bodem zet.

Nevzlin was de eerste om de aantijgingen te ontkennen en onafhankelijk onderzoek te eisen. Voor politiek leider Chodorkovski is de zaak rond zijn vriend een uiterst pijnlijke. Hij reageerde terughoudend over diens mogelijke banden met de Russische geheime dienst: „Of het is waar, wat zou betekenen dat Leonid Nevzlin gek geworden is. Of het is een provocatie van de FSB [de Russische geheime dienst, red.] en dus een nepzaak, waar iemand veel geld aan uitgegeven heeft.”

Het feit dat FBK de zaak plompverloren in de openbaarheid bracht en de resultaten van het politieonderzoek niet afwachtte, leidt tot verontwaardiging. Dat het FBK zich nooit heeft willen aansluiten bij pogingen van Chodorkovski om de Russische oppositie te verenigen, is voer voor speculaties dat het om een politieke afrekening gaat. Anderen zijn ervan overtuigd dat zaak een opzetje is van de Russische geheime dienst.

Politieke afrekening

In een nieuwe wending hield Polen op donderdag een nieuwe dader achter de aanval aan, Anatoli Blinov. Duidelijk is dat de zaak de geslagen en ruziënde Russische oppositie opnieuw een harde klap toebedeelt. De nog altijd in Rusland werkzame politicus Joelia Galjamina vatte de ergernis over de kwestie samen in gesprek met Deutsche Welle. „Weer wekt de Russische oppositie de indruk alleen maar met zichzelf bezig te zijn, in plaats van gewone Russen te ondersteunen en de oorlog in Oekraïne te beëindigen.”


De tweeduizend jaar geschiedenis die langs de Theems verscholen ligt, trekt te veel mudlarkers

Op de Millennium-brug middenin Londen vergapen toeristen zich aan het uitzicht over de Theems, aan de St. Paul’s kathedraal en de tientallen wolkenkrabbers. Onder hen buigen plukjes fanatieke Britten zich over de stenen kiezels aan de oever van de rivier. En vooral over wat daar verder tussen het grind ligt. Gekleurde scherfjes draaien ze om, stukjes bot plukken ze tussen de stenen uit.

Ze zijn aan het mudlarken, zoals het zoeken naar historische schatten in het Verenigd Koninkrijk heet. Na een uurtje scharrelen spreiden ze hun vondsten uit op het zand naast de Theems. Het zijn scherven van wat ooit borden, suikerpotten en kleipijpjes waren, uit de Victoriaanse tijd of de Middeleeuwen.

Naderhand laten ze alles liggen, zodat de rivier straks bij hoog water de scherven weer wegspoelt. Iets meenemen is verboden en ze mogen alleen mudlarken omdat ze hier als groep zijn met de Thames Explorer Trust, een non-gouvernementele organisatie die de rivier helpt beschermen. Mudlarken langs de Theems is de afgelopen jaren zo populair geworden dat de Havenautoriteit Londen het afgeven van individuele vergunningen voor onbepaalde tijd heeft stopgezet. Het aantal mudlarkers werd te groot.

Afdruk van een voet

Een van de bekendste mudlarkers in het VK is Lara Maiklem. Ze struint al meer dan twintig jaar langs de oevers van de Theems en deelt haar bijzonderste vondsten online met haar bijna 140.000 volgers. Een houten kam uit de Middeleeuwen, een leren schoen uit de achttiende of negentiende eeuw, een Franse munt van 25 cent met een rond gaatje erin. „Het vinden van een schoen blijf ik heel bijzonder vinden. Je ziet de afdruk van de tenen er nog in zitten, dat maakt het persoonlijk, het voelt echt alsof je verbinding met vroeger maakt.”

Maiklem is het eens met de ingelaste stop voor vergunningen, omdat het aantal was gestegen van ongeveer 250 vergunningen vóór de coronapandemie naar zo’n 5.000 daarna. „Het was ook wel heel gemakkelijk om zo’n vergunning te krijgen. Je kon hem zo ongeveer tegelijk met je metrokaart kopen. Prima dat ze nu proberen zicht te krijgen op wie die vergunningen echt gebruikt.” De Havenautoriteit zou deze herfst met een update komen, zegt Maiklem, en de vraag is of ze het hele vergunningensysteem opnieuw gaan inrichten.

Al lijkt mudlarken een onschuldige hobby voor amateurarcheologen, de emoties in het wereldje lopen soms hoog op

Want al lijkt mudlarken een vriendelijke en onschuldige hobby voor amateurarcheologen, de emoties in het wereldje lopen soms hoog op. Er is een kleine club van vijftig mudlarkers die een speciaal soort vergunning hebben, waarmee ze de rivier grondiger mogen onderzoeken dan degenen met een ‘gewone’ vergunning. Zij mogen aan sommige delen van de oever wel tot 1,3 meter diep graven, met een gewone vergunning is hooguit 7,5 centimeter toegestaan. Maiklem: „Niet de dagjesmensen brengen de meeste schade toe, maar ironisch genoeg degenen met een bijzondere vergunning. Door het afgraven kalft de stevige oever af en de golfslag van boten versterkt dat effect. Die vergunning zou moeten worden afgeschaft.”

Voor die mening krijgt Maiklem het online zwaar te verduren. En ze krijgt kritiek dat zíj eraan heeft bijgedragen dat mudlarken nu zo populair is. In haar berichten op sociale media vraagt Maiklem vaak of iedereen het respectvol wil houden. Voor het boek dat ze dit jaar schreef over mudlarken en wat dat haar brengt – kalmte, verbinding met de natuur en de elementen – sprak ze met andere niche-hobbyisten. Vogelaars bijvoorbeeld maken hetzelfde soort territoriale gedrag mee: „Mensen worden bezitterig en laten liever geen nieuwelingen tot hun geliefde hobby toe.”

Te koop op Etsy

Rivieren zijn altijd belangrijke dumpplaatsen geweest voor de bewoners van hun oevers. De oorspronkelijke mudlarks waren in het Victoriaanse tijdperk de armen, die in de modder langs de Theems speurden naar spullen die ze nog konden gebruiken of verkopen. Brokken steenkool, stukken koper of nog goede lappen stof.

Mudlarkers mét een vergunning mogen meenemen wat ze aan de oever vinden. Bij bijzondere gevonden objecten zijn ze verplicht die te melden bij het Museum van Londen, bijvoorbeeld als iets meer dan 300 jaar oud is, of als het waardevolle metalen bevat zoals goud en koper. Ongeveer 80 procent van de scharrelaars doet dat niet, bleek uit een peiling. En vondsten verkopen is wettelijk niet toegestaan.

Een man toont een voorwerp dat is opgegraven langs de oever van de Theems in Londen, 11 september.
Foto Rasid Necati Aslim / Anadolu Agency via Getty Images

Alleen gebeurt dat wel. Op online website Etsy, waar hobbyisten de producten van hun handenarbeid verkopen, is van alles te vinden dat ooit in de rivier heeft gelegen. Victoriaanse jampotjes, oude glazen wijnflessen, zakjes met losse blauw-witte scherven. Iemand met de gebruikersnaam RiverThamesMudlark vraagt 30 pond (ongeveer 35,60 euro) voor vier nog bijna gave kleipijpjes.

„Er zijn mensen die bewust erop uit trekken om voorwerpen op te halen. Sommige delen worden helemaal gestript”, zei Jane Sidell dit voorjaar tegen dagblad The Times. Sidell is archeoloog en hoofdinspecteur van Historic England, de overheidsinstelling die het cultureel erfgoed in Engeland bewaakt. Ze vermoedt dat zulke strooptochten ook in andere steden plaatsvinden, rond de Ouse in York en de Stour in Canterbury.

Maar voor veel Britten is mudlarken bij de Londense Theems aantrekkelijker, omdat daar al zo lang veel bedrijvigheid plaatsvindt – én omdat het een getijderivier is. Het water stijgt en daalt op sommige plekken wel met zeven meter. Daardoor ziet de oever er twee keer per dag anders uit en zijn er net weer andere voorwerpen te vinden. Lara Maiklem: „Er ligt tweeduizend jaar geschiedenis in verscholen. Ik hoef niet naar andere rivieren. De Theems is het voor mij.”

<dmt-util-bar article="4866479" headline="De tweeduizend jaar geschiedenis die langs de Theems verscholen ligt, trekt te veel mudlarkers” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/09/19/de-tweeduizend-jaar-geschiedenis-die-langs-de-theems-verscholen-ligt-trekt-te-veel-mudlarkers-a4866479″>

Na een diepe crisis valt er deze keer echt iets te kiezen in Sri Lanka

Je zou bijna denken dat het een makkelijke baan is: maar liefst 38 namen prijken op het stembiljet voor de presidentsverkiezingen in Sri Lanka die zaterdag beginnen. Wellicht is het enthousiasme te verklaren doordat dit de eerste échte verkiezingen zijn sinds het overwegend boeddhistische land twee jaar geleden door een diepe crisis ging. De winnaar moet de eilandstaat er weer bovenop krijgen. En: de corruptie nu écht uitbannen.

In 2022 werd de toenmalige president Gotabaya Rajapaksa gedwongen op te stappen, na maandenlange protesten tegen zijn financiële wanbeleid en de daarop volgende diepe economische crisis die het land doormaakte. Sri Lankanen hadden bovendien genoeg van de corruptie en het nepotisme die onder Rajapaksa gemeengoed was geworden. Terwijl burgers in de rij moesten voor brandstof en de ziekenhuizen kampten met medicijntekorten, schoven Gotabaya, zijn broer Mahindra, en andere familieleden elkaar al jaren politieke banen toe.

„Nu willen mensen echt verandering, niet dezelfde gezichten in de politiek”, stelt Nira Wickramasinghe, historica en professor in Modern South Asian Studies aan de Universiteit Leiden. „Veel kiezers hopen op een formeel vervolg op de protesten, via het stemhokje. De demonstraties in 2022 waren uniek, Sri Lanka heeft geen geschiedenis van maatschappelijk protest. Er lijkt een soort volkspolitiek te zijn ontstaan, die we niet eerder hebben gehad.”

Na de hevige protesten koos het parlement in hoofdstad Colombo een tijdelijke opvolger als president: Ranil Wickremesinghe. Hij moest zo snel mogelijk de diepste economische problemen bezweren. Dat is hem deels gelukt: de eilandstaat staat er op papier beter voor dan twee jaar geleden. Toen was er een dramatische combinatie van inkomstenverlies in de toerismesector door de pandemie, hoge energiekosten na de Russische inval in Oekraïne en hoge inflatie. Die is nu sterk afgenomen, van 69 procent tot zo’n 5 procent. Dit jaar is een economische groei van ongeveer 2 procent voorspeld. Toch ervaren veel Sri Lankanen financiële problemen, zeker als zij buiten de drukbezochte toeristenbestemmingen wonen of werken.

Lees ook

Lees ook: Alleen China zag heil in de ontwikkelingsdrang van Sri Lanka

Een vissersboot in de buurt van de haven van Colombo

Zijn strenge bezuinigingen hebben Wickremesinghe impopulair gemaakt, maar ook zijn achtergrond speelt een rol. Net als zijn voorganger wordt hij gezien als onderdeel van de politieke elite. Hij komt uit de hoogste sociaal-economische klasse en ging in Colombo naar elitaire jongensscholen.

Kandidaat voor de demonstranten

In het overvolle veld wacht de huidige president een stevige strijd, peilingen in nationale media geven vooralsnog geen duidelijke winnaar aan. Na een splitsing in zijn eigen partij, wordt er oppositie tegen Wickremesinghe gevoerd door een oud-partijgenoot: Sajith Premadasa. Ook hij wil president worden. Premadasa belooft de Sri Lankaanse politiek op te schonen en wordt kansrijk geacht.

Maar er is een derde kandidaat, een outsider, die de steun lijkt te krijgen van mensen die zich aansloten bij de protesten tegen Rajapaksa: de linkse kandidaat Anura Kumara Dissanayake. Hij is de leider van de linkse alliantie National People’s Power, voortgekomen uit de in de jaren zestig opgerichte marxistische partij Janatha Vimukthi Peramuna. De JVP was nooit eerder aan de macht. Het matigde de marxistische toon en verbreedde de partij met hulp van linkse academici en activisten.

Veel kiezers hopen op een formeel vervolg op de protesten, via het stemhokje

Nira Wickramasinghe
professor Modern South Asian Studies aan de Universiteit Leiden

Deze coalitie, NPP, wil corruptie aanpakken. Dissanayake belooft uitzonderingen op de zwaarste belastingen. Wat deze 55-jarige kandidaat verder populair maakt is dat hij niet uit de elite komt en niet in de regering zit. Die wil hij ook streng aanpakken: zowel de Rajapaksa-familie áls huidig president Wickremesinghe moet wat hem betreft vervolgd worden. Dat klinkt veel Sri Lankanen die gefrustreerd zijn over het uitblijven van straffen voor de Rajapaksa’s goed in de oren.

Intussen heeft de gehate familiedynastie de verkiezingen ook aangegrepen om de jongste telg verkiesbaar te stellen. Namal, 38, was in het verdreven kabinet van zijn oom Gotabaya Rajapaksa minister van Sport en Jeugd. Zijn kansen zijn nihil: er is nog te veel woede over zijn familie. Alan Keenan, Sri Lanka-expert van de International Crisis Group, denkt dat de familie met Namals deelname haar belangrijke rol in de politieke partij (Sri Lanka’s People Front) probeert te herstellen. Dat zou wellicht in een later stadium een comeback mogelijk maken.

Macht, geen ideologie

Juist zulke strategieën illustreren de focus op macht die in de voorbije decennia de politiek in Sri Lanka kenmerkte. „De partijen waren ideologisch gezien eigenlijk kleurloos, ze waren alleen maar bezig met macht en cliëntelisme”, zegt historica Wickramasinghe telefonisch. Tijdens een recent bezoek aan Sri Lanka merkte zij dat kiezers niet weer dezelfde gezichten willen. „Kiezers verlangen nu vooral verandering.”

Ook zij denkt dat de NPP er het best in is geslaagd de protestbeweging aan te spreken. „Daarmee kunnen ze heel veel stemmen binnenhalen.”

Lees ook

Een jaar na de massale protesten is de vooruitgang in Sri Lanka nog broos

De gepensioneerde accountant Milton Perera voor en in zijn woning in Slave Island, een buitenwijk van Colombo. Hij behoort tot de velen in  Sri Lanka die het hoofd maar net boven water konden houden tijdens de economische crisis die vorig jaar leidde tot het afzetten van president Gotabaya Rajapaksa.

Dit keer wegen de economische plannen van de presidentskandidaten zwaar mee in de stemkeuze, zo bleek onlangs uit een enquête onder de bevolking door onderzoekscentrum Law & Society Trust. Dat geldt voor kiezers uit de verschillende groepen die de bevolking van Sri Lanka vormen – de meerderheid van voornamelijk boeddhistische Sinhalesen, Tamils, en moslims. Opvallend is wel dat juist de spanningen tussen deze groepen,eerder de oorzaken van een burgeroorlog en geweldsuitbarstingen in het land, in deze campagne vrijwel onbesproken blijven.

Maar alle partijen van de drie koplopers, hadden een rol in dit bloedige verleden van Sri Lanka.

De opeenvolgende geweldsspiralen vormen nog steeds een onopgeloste kluwen in de Sri Lankaanse politiek en maatschappij. Een lange reeks onafhankelijke commissies en verzoeningsprojecten heeft slachtoffers en nabestaanden onvoldoende transparantie of resolutie gebracht, stellen maatschappelijke activisten. Politici houden elkaar uit de wind uit angst zelf verantwoording te moeten afleggen voor oorlogsmisdaden uit het verleden. Tamils voelen zich nog steeds achtergesteld.

Historica Wickramasinghe constateert dat de afwikkeling van Sri Lanka’s bloedige verleden het publiek nu weinig interesseert. „De partijen spreken goed over armoede, veel minder over minderheidsrechten of erkenning.” Deze onderliggende thema’s moeten ontegenzeggelijk „ooit worden aangepakt”. Maar bij deze stembusgang willen Sri Lankanen eerst andere problemen opgelost zien.


Moord, ontvoering en spionage: de geschiedenis van de Mossad in vijf operaties

Israël geeft het zelf niet toe, maar bronnen uit de inlichtingenwereld melden aan diverse media dat de aanslagen van deze week op de communicatieapparatuur van terreurorganisatie Hezbollah het werk zijn van de Mossad. Deze Israëlische geheime dienst is belast met het verzamelen van buitenlandse inlichtingen en het uitvoeren van ‘speciale operaties’ – een eufemisme waarachter ook sabotage, ontvoering en moord schuilgaan.

In zijn boek Rise and Kill First. The Secret History of Israel’s Targeted Assassinations komt de Israëlische journalist Ronen Bergman tot minstens 2.700 liquidaties. Niet alle acties van de dienst zijn echter bloedig, zoals blijkt uit deze vijf beroemde operaties uit de geschiedenis van de Mossad.

1De spion die bijna minister werd

In de eerste jaren van het bestaan van Israël was de Mossad vooral actief met het bespioneren van de landen in de regio die de jonge Joodse staat naar het leven stonden. Onder directeur Isser Harel (1953-1963) lukte het om in Syrië, Egypte en Jordanië tal van informanten te werven en agenten te laten infiltreren.

Een van de bekendste spionnen uit deze periode is Eli Cohen. Hij werd geboren in Alexandrië in Egypte en werd in 1956 gerekruteerd door de Mossad. Cohen sprak al Arabisch en kreeg een intensieve opleiding tot spion. Hij kreeg ook een nieuwe identiteit aangemeten.

Als de Syriër Kamel Amin Thaabet reisde hij in 1961 naar Buenos Aires, om zich er te nestelen in de lokale Syrische gemeenschap. Cohen liet merken dat hij flink geld had en dat hij na een fraaie internationale carrière naar zijn vaderland wilde terugkeren. Een van de mensen met wie hij bevriend raakte, was militair attaché Amin al-Hafiz, de man die in 1963 na een coup namens de Ba’ath-partij president van Syrië zou worden.

Cohen was toen al een jaar in Syrië. Hij liet het ook hier breed hangen en wist door te dringen tot de hoogste kringen van het land. De informatie die hij inwon, verzond hij naar Israël via de radio (en in holle dominostenen). Hij slaagde er onder meer in de betwiste Golanhoogte te bezoeken en daar details over militaire installaties te verzamelen. Cohen zou het Syrische leger hebben aangeraden bomen te planten, zodat soldaten van de schaduw konden profiteren. Tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 gebruikte het Israëlische leger die bomen als richtpunt.

Cohen maakte dat zelf niet meer mee. Hij zou misschien wel minister worden in een nieuw kabinet, toen hij in januari 1965 gesnapt werd. De Syrische geheime dienst was erin geslaagd de bron van zijn radiosignaal te lokaliseren. Eli Cohen werd berecht en in het openbaar in Damascus opgehangen.

2De ontvoering van de architect van de Holocaust

De Mossad had het aanvankelijk te druk met haar vijanden in het hier en nu om zich te kunnen bekommeren om vijanden van vroeger – de nazi’s – maar daar kwam in 1959 verandering in. Op 19 maart van dat jaar zond een agent vanuit Buenos Aires een codebericht naar Tel Aviv: „De chauffeur is zwart”. Dit betekende dat hij Adolf Eichmann had geïdentificeerd, de SS-officier die tijdens de Tweede Wereldoorlog verantwoordelijk was geweest voor de organisatie van vernietiging van het Europese Jodendom.

SS-officier Adolf Eichmann staat terecht in Jeruzalem nadat de Mossad hem uit Argentinië heeft ontvoerd.
Foto Bettmann

Een team van tien mannen en één vrouw, de van oorsprong Nederlandse Yehudit Nessyahu, reisde naar Argentinië om de SS’er te ontvoeren. Op 11 mei 1960 verrasten ze Eichmann, die leefde onder de schuilnaam Ricardo Klement. De Israëlische agent Zvi Malkin moest de SS’er overmeesteren. Hij had handschoenen aan, omdat hij de mond niet wilde aanraken „die de dood van miljoenen had bevolen”. Eichmann stapte die avond uit de bus waarmee hij elke dag naar zijn werk in een fabriek reed, en het lukte de Mossad-agenten zonder veel moeite hem in een auto te slepen en over te brengen naar hun schuilplaats.

Daar moest de Duitser een week verstopt worden gehouden, omdat het El Al-vliegtuig waarmee hij naar Israël zou worden vervoerd vertraging had opgelopen. De internationale reacties op het nieuws van de ontvoering van Eichmann waren zeer negatief. Ook de Verenigde Staten, Israëls trouwste bondgenoot, tekenden protest aan tegen deze schending van het internationaal recht.

Israël ontkende formeel betrokkenheid bij de ontvoering – die zou het werk zijn van onbekende vigilantes – maar weigerde ook Eichmann te laten gaan. De architect van de Holocaust werd berecht in Jeruzalem en geëxecuteerd op 1 juni 1962.

3Wraak voor het bloedbad van München

Naast het gevaar vanuit Israëls buurlanden, had de Mossad te maken met organisaties als de PLO die met terreur streden tegen de bezetting van wat zij zagen als Palestijns gebied.

Terroristen van de Zwarte December gijzelden in 1972 in München leden van de Israëlische olympische ploeg. In de jaren hierna joeg de Mossad op de daders.
Foto Bettmann

In de nacht van 4 op 5 september 1972 gijzelde de aan de PLO gelieerde beweging Zwarte September tijdens de Olympische Spelen van München elf leden van de Israëlische ploeg. De actie liep uit op een bloedbad waarbij alle gijzelaars, een Duitse politieman en vijf van de acht terroristen het leven lieten.

De Israëlische premier Golda Meir beval hierna de Mossad iedereen die betrokken was geweest bij de gijzeling op te sporen en te liquideren. Het eerste slachtoffer van deze operatie Toorn van God was Wael Zwaiter, die in 1972 in Rome met twaalf schoten om het leven werd gebracht. Hij was lid van de PLO, maar had naar alle waarschijnlijkheid niks te maken met het drama in München.

Helemaal onschuldig was Ahmed Bouchiki, een Marokkaanse kelner die in 1973 in de Noorse plaats Lillehammer werd vermoord. Het team van de Mossad dat de fatale schoten loste, zag hem aan voor Ali Hassan Salameh, de vermeende leider van de Zwarte September. De Noorse politie pakte zes Israëlische agenten op. Zij werden veroordeeld tot gevangenisstraffen, maar al vrij snel aan Israël overgedragen.

De Mossad liquideerde in de jaren zeventig leden van Zwarte September en de PLO in onder meer Parijs (explosief in een telefoon), Cyprus (bom onder een bed), Beiroet (commando-raid) en Athene (bom in een hotelkamer). Salameh kwam uiteindelijk in 1979 in Beiroet om het leven toen de Brits-Israëlische agente Erika Chambers zijn auto opblies.

Abo Daoud, de rechterhand van Salameh en de waarschijnlijke planner van de gijzelingsactie in München, overleefde in 1981 een schietpartij in Warschau. Hij gaf in interviews aan geen spijt te hebben van de gijzeling en overleed in 2010 in een ziekenhuisbed in Syrië onder onverdachte omstandigheden.

4Een verloren stam gered via een duikschool

In Ethiopië leefde eeuwenlang een groep Joden, de Beta Israël, die volgens rabbijnen de nakomelingen waren van een van de verloren stammen van Israël. (Volgens het Bijbelverhaal waren er twaalf stammen, afstammelingen van de twaalf zonen van Jakob.) In de jaren zeventig kregen zij te maken met burgeroorlog, vervolging en honger, waarna premier Menachem Begin besloot hen naar Israël te halen.

Na de Mossad-operatie in de jaren tachtig haalde Israël in 1991 met operatie Solomon nog eens ruim 14.000 Joden uit Ethiopië.
Foto Esaias Baitel/Gamma-Rapho via Getty Images

De leiding van de operatie was in handen van Mossad- agent Daniel Limor. Met zijn team besloot hij in buurland Soedan zijn hoofdkwartier in te richten in een verlaten duikresort aan de Rode Zee bij de plaats Arous. De agenten knapten de gebouwen op, namen lokaal personeel in dienst en lieten fraaie folders drukken.

Dat reclamemateriaal was dermate wervend dat er al snel westerse toeristen op de duikschool afkwamen. Deze vakantiegangers hadden niet in de gaten dat personeelsleden soms dagenlang verdwenen. Zij reden dan 900 kilometer naar de grens met Ethiopië om er vluchtelingen op te pikken. De agenten brachten deze leden van de verloren Joodse stam naar de kust, waarvandaan ze met rubberbootjes naar een marineschip werden gevaren.

De operatie duurde op deze manier echter veel te lang en vanaf 1982 werden de evacués afgevoerd met een transportvliegtuig dat vloog op in de woestijn aangelegde provisorische landingsbanen. Toen er twee jaar later een hongersnood uitbrak in de Hoorn van Afrika, besloten de Israëliërs het tempo van de repatriëring verder op te voeren. Tijdens operatie Moses werden in het geheim – maar met medeweten van de president van Soedan – nog eens 8.000 Joden geëvacueerd.

Een coup in Soedan zorgde er in 1985 voor dat de Mossad het duikresort moest verlaten – terwijl daar nog toeristen waren. Een Israëlische agent zei daar later over: „Zij moeten wakker zijn geworden en zich gerealiseerd hebben dat ze alleen in de woestijn waren. De plaatselijke staf was er nog, maar de duik-instructeur en de vrouwelijke manager enzo – die waren verdwenen.”

5Jacht op raketten en kernbommen

Israël is altijd beducht geweest voor de mogelijkheid dat vijanden het land van afstand konden aanvallen. Tijdens operatie Damocles in 1962 richtte de Mossad zich op Duitse ingenieurs en technici – veteranen van het raketprogramma van de nazi’s – die hun kennis te gelde wilden maken in Egypte. Met bombrieven en liquidaties bracht de geheime dienst hen van dit voornemen af.

Het Iraakse nucleaire complex dat in 1981 door Israël werd gebombardeerd.
Foto Ramzi Haidar/AFP

In de jaren zeventig kwam er voor Israël een nieuwe dreiging bij: die van kernwapens. Op 5 april 1979 blies de Mossad in de buurt van de Franse havenstad Toulon een aantal reactoronderdelen op die op het punt stonden verscheept te worden naar het Irak van Saddam Hoessein. Een jaar later werd de Egyptische ingenieur die aan het hoofd stond van het Iraakse nucleaire programma dood aangetroffen in zijn Parijse hotelkamer. Zijn keel was doorgesneden. Een prostituee die mogelijk getuige was geweest van de moord, kwam niet veel later om het leven toen ze door een auto werd geschept.

Deze operaties zorgden voor vertraging van het atoomprogramma, maar konden niet voorkomen dat de Osirak-reactor in de zomer van 1981 operationeel zou worden. Daarom besloot premier Begin tot operatie Opera: het bombarderen van het al-Tuwaitha nucleaire complex in Irak.

Op 7 juni 1981 stegen acht Israëlische F-16’s op vanaf de basis Etzion. De toestellen vlogen laag over de grond door het luchtruim van Jordanië en Saoedie-Arabië en vermeden ieder radiocontact. De piloten wierpen 16 zware Mark-84 bommen af en troffen doel. De installatie lag in puin, terwijl de opslagplaats van nucleair materiaal gespaard was, zoals de bedoeling was geweest. Elf mensen, onder wie één Franse ingenieur, kwamen om het leven. De internationale reacties op de aanval waren unaniem afwijzend.

De zorgen van Israël – dat mede dankzij de Mossad zelf beschikt over atoomwapens – waren hiermee niet voorbij. Vooral het nucleaire programma van Iran wordt met argusogen gevolgd. Dat viel in 2010 ten prooi aan een kwaadaardig computervirus genaamd Stuxnet. Deze software zorgde ervoor dat meer dan de helft van de Iraanse kerncentrifuges kapot ging. Officieel is niet bekend wie de worm ontwikkelde, maar veel kenners vermoeden dat de Mossad er de hand in heeft gehad.


Rondvliegende drakendrones veroorzaken een hellevuur boven de frontlinies in Oekraïne

Soldaten aan de frontlijn noemen ze drakendrones. De laatste innovatie van de hulptroepen achter de Oekraïense krijgsmacht spuwt ziedend heet ‘vuur’ uit over Russische soldaten verscholen in greppels, onder struiken of in loopgraven. Begin deze maand doken de eerste video’s van het wapen op via internet. Vanuit de lucht oogt het als een brandende toorts boven de boomtoppen, met achter zich aan een kronkelende staart van rook.

In werkelijkheid spuwen ze geen vuur, maar verspreiden ze brandend thermiet, een mengsel van aluminiumpoeder en ijzeroxide; bij ontbranding ontstaan temperaturen van meer dan 2.200 graden Celsius. In de industrie wordt het onder meer gebruikt om spoorstaven aan elkaar te lassen. Maar het werkt zich ook door gepantserde voertuigen heen.

In de laagvliegende dragon drones die de Oekraïense krijgsmacht gebruikt wordt het ‘vuur’ uitgestrooid boven Russische troepen aan het front, maar ook boven mijnenvelden en munitiedepots. De enorme hitte veroorzaakt bij getroffen militairen niet alleen ernstige en zeer pijnlijke brandwonden, het kan ook letsel aan de luchtwegen tot gevolg hebben, net als infecties, uitdroging en de uitval van organen.

Een Oekraïense drakendrone spuwt ‘vuur’ boven Russische posities in de regio Charkiv.
Foto 42nd Mechanized Brigade/Ukraine via Reuters Connect

Naast de potentieel dodelijke gevolgen voor frontsoldaten zorgt het verbranden van boomkruinen er ook voor dat troepen minder plekken hebben om zich te onttrekken aan het zicht van observatiedrones. „Aanvalsdrones zijn onze vleugels van wraak, ze brengen vuur, recht uit de lucht”, schreef de Oekraïense 60 Gemechaniseerde Brigade onlangs op Facebook. „Ze zijn een echte dreiging geworden voor de vijand, ze verbranden hun posities met een precisie die geen enkel ander wapen kan bereiken.”

Maar, zoals in deze oorlog constant gebeurt zodra een nieuw wapen de frontlinies heeft bereikt: ook de Russen gebruiken ze inmiddels. Zoals Rusland al eerder in de oorlog brandbommen en andere vernietigende brandbare stoffen inzetten tegen Oekraïne.

Brandbommen

Voor het Britse platform Action on Armed Violence (AOAV) genoeg reden om aandacht te vragen voor het toenemende gebruik van thermiet, dat net als napalm of witte fosfor onder de noemer van brandbommen valt. Volgens het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens van de Verenigde Naties (1980) is de inzet van brandbommen en brandbare materialen tegen civiele doelen verboden, maar toegestaan tegen militaire doelen; zo mogen bossen volgens het verdrag wél doelwit zijn van dit soort munitie zolang deze natuurlijke elementen door militairen worden gebruikt om zich in te verschuilen.

Maar de Britse organisatie weet dat het daar niet bij blijft. „Het wijdverbreide gebruik van thermietbommen vergroot de kans dat dit soort wapens wordt ingezet in dichtbevolkte gebieden”, stelt Iain Overton, directeur van AOAV. „Het resultaat kan catastrofaal zijn, met afschuwelijke verwondingen en het verlies van mensenlevens onder burgers.”

Al in het eerste jaar na de massale Russische invasie in Oekraïne vond Human Rights Watch bewijzen dat zowel Rusland als Oekraïne tientallen keren thermiet had gebruikt. Kyiv heeft Rusland de afgelopen jaren verschillende keren beschuldigd van het inzetten van fosforbommen, onder meer bij de aanvallen op Kyiv in 2022, later op het industriecomplex Azovstal in Marioepol, op Voehledaren op Bachmoet.

Revolutie in oorlogvoering

De drakendrones passen in een hele waaier aan Oekraïense innovaties en improvisaties met drones boven het slagveld. Drones die Russische verkenningsdrones uit de lucht botsen, bijvoorbeeld. Er worden drones verwacht die zijn uitgerust met camera en mitrailleur, zodat ze vanuit de vijandelijke posities onder vuur kunnen nemen.

Dergelijke improvisaties laten zien dat drones een revolutie veroorzaken in de moderne oorlogvoering. Aanvankelijk werden ze vooral beschouwd als cruciale extra ogen boven en achter de frontlinies, waarbij de ‘verkenner’, gezeten achter een laptop, geen gevaar loopt. Drones zorgden er mede voor dat grootschalige verrassingsmanoeuvres met gepantserd materieel nauwelijks nog mogelijk zijn.

De aanvalsdrone is op dit moment het meest effectieve wapen

Oleksandr Pavljoek
commandant van de Oekraïense landmacht

Luitenant-generaal Oleksandr Pavljoek, commandant van de Oekraïense landmacht, zei eerder dit jaar dat drones meer soldaten aan beide kanten van de frontlijn hebben uitgeschakeld dan elk ander wapen in de strijd. „De grootste verliezen aan de kant van de vijand worden veroorzaakt door drones”, zei Pavljoek tegen The Times. „De aanvalsdrone is op dit moment het meest effectieve wapen.”

Niet voor niets zette de Oekraïense regering kort na de Russische invasie van 2022 een grootschalig ontwikkelingsprogramma op voor oorlogvoering met drones: variërend van zeedrones die aanvallen uitvoerden op de Russische Zwarte Zeevloot en de Krimbrug tot vliegende drones die, gewapend met camera en explosieven, op jacht gingen naar vijandelijke posities en voertuigen. Omdat Oekraïne nauwelijks over een marine beschikte, en over een veel kleinere luchtmacht dan Rusland, ontwikkelden drones zich voor Kyiv tot het wapentuig dat het enorme krachtsverschil met de Russische krijgsmacht kon terugdringen.

Drieduizend drones per dag

Sinds dit jaar heeft Oekraïne naast de landmacht, de marine en de luchtmacht een apart krijgsmachtonderdeel dat zich volledig toelegt op onbemande systemen en produceert het land volgens sommige schattingen zo’n drieduizend drones per dag. Het gaat hierbij om drones van het type FPV, first person view: drones met een camera die vanaf grote afstand worden bestuurd door een ‘piloot’ met een console.

Lees ook

Enorme explosies en vuurzee bij een Oekraïense drone-aanval op een Russisch munitiedepot

Een vuurzee boven Toropets in de Russische regio Tver, waar een munitiedepot werd getroffen door Oekraïense drones.

Grotere Oekraïense aanvalsdrones voeren inmiddels aanvallen uit op Russische olieraffinaderijen en militaire vliegvelden op meer dan 1.500 kilometer afstand van het front. De serie enorme explosies woensdag, op een Russisch munitiedepot bij Toropets, laat zien hoe effectief de Oekraïners inmiddels zijn. De drones werpen, voorzichtig gesteld, zand in de Russische oorlogsmachine. Dit soort wapens heeft de Oekraïense regering laten ontwikkelen als surrogaat voor de langeafstandsraketten die het Westen wel levert aan Oekraïne, maar die het belegerde land niet mag inzetten tegen militaire doelen op Russische grondgebied.

Sinds kort is aan dat Oekraïense arsenaal een nieuwe loot toegevoegd: de raketdrone, een kleine, lichtgewicht ‘kruisraket’ die dankzij een speciale turbomotor snelheden tot vijfhonderd kilometer per uur kan bereiken, over afstanden van honderden kilometers. Oekraïne noemt het wapen Paljanytsja. Dat is niet alleen de naam van traditioneel Oekraïens brood, maar ook een woord dat Russen bij uitstek moeilijk kunnen uitspreken; het zou in de oorlog worden gebruikt als test om Russisch-sprekenden te kunnen onderscheiden van Oekraïners.


Op pad met de Oostenrijkse brandweer: je weet nooit waar de volgende dijkdoorbraak komt

„Ruik je dat?”, vraagt brandweerman Matthias Fischer. Hij staat voor een rij zandzakken in de Hauptstrasse van het dorpje Asparn bij Tulln. Erachter deint het water op de straat. Hier hangt een sterke lucht van… benzine? „Stookolie. Veel mensen hebben olietanks in hun kelder staan, die zijn nu ook gaan drijven.”

Het water is alom. Het land is ervan verzadigd. ’s Ochtends ademen de velden het uit als dikke mist, ’s avonds jaagt het als regenwolken laag over de wegen. Vier dagen onafgebroken neerslag (Dauerregen, zegt plaatsvervangend brandweercommandant Martin Boyer) heeft Niederösterreich, een van de negen Oostenrijkse Bundesländer, verzopen.

De wateroverlast trof afgelopen week Oostenrijk en vrijwel alle andere landen waar de Donau doorheen stroomt, „de rivier die Midden-Europa schept”, zoals ‘biograaf’ Claudio Magris schreef. Lokaal verschilt de mate van ernst, maar alles bij elkaar is het een rampzalige toestand die tot dusver negentien levens heeft gekost, tienduizenden mensen tijdelijk uit hun huis heeft verjaagd, en mogelijk voor meer dan een miljard euro aan schade heeft aangericht. In Niederösterreich kwamen vijf mensen om het leven.

Militairen wachten bij hun Black Hawk-helikopter om met zandzakken een doorgebroken dam te beschermen. Schade in het dorp Atzenbrugg, ten noordwesten van Wenen. Hermine Kronsteiner in haar woning. Overstroomde weg bij Asparn, ten westen van Tulln an der Donau.

Foto’s Elias Holzknecht

Ditmaal was het niet zozeer de Donau zelf, die heeft het hemelwater redelijk goed weten te verstouwen. Manfred Robitza, commandant van de vrijwillige brandweer in Bad Deutsch-Altenburg, ten oosten van Wenen, reageert daarom laconiek. „Elke elf jaar overstroomt de Donau. In 1991, 2002, 2013 en nu. Voor ons was 2013 erger dan nu.” Hij heeft alle vier de overstromingen als brandweerman meegemaakt. Het wassende water valt goed te managen, zegt hij terwijl hij in alle vroegte met zijn ploeg de met styrofoam aan elkaar gekitte betonblokken in zijn dorp inspecteert. De waterstaatkundige dienst van het Land heeft prognoses die 48 uur van tevoren tot op de centimeter kunnen voorspellen hoe hoog het water komt en wáár. Dan weten Robitza en zijn vrijwilligers precies waar ze de zandzakken moeten neerleggen. De rest is een kwestie van wegpompen.

Dijk doorgebroken

Waar de problemen wel groot waren, lag het aan de kleinere zijrivieren. Die stromen relatief traag door vlak land, met aan weerszijden velden die door de Dauerregen barstensvol water zitten. Riviertjes als de Perschling, die door de streek ten westen van Wenen loopt, kregen het water de afgelopen dagen domweg niet afgevoerd. Dit was geen eens-in-de-elf, meer een eens-in-de-honderd-jaar gebeurtenis, zeiden de hulpverleners.

Maandag nam de lokale brandweercommandant Magdalena Draxler met haar ploeg de waterstanden op rond Atzenbrugg. Niks aan de hand. Ze waren nog niet terug op de kazerne, of een hogere baas belde: jullie moeten het zuidelijk deel van het dorp evacueren. Huh, zei Draxler, daar komen we net vandaan. Ja, maar in die paar minuten tijd was de dijk doorgebroken en steeg het water razendsnel. „We moesten de mensen per boot uit hun huizen halen. Dat ging al niet meer met de auto’s.” Sinds vorige week vrijdag is Draxler bijna continu in touw geweest, elke drie uur onderbroken door de borstvoeding die zij haar vier weken oude dochter moet geven.

Brandweervrouw Magdalena Draxler en brandweerman Matthias Fischer.

Foto’s Elias Holzknecht

De dijkdoorbraken vormen de achilleshiel van de waterbeheersing dit jaar. De Donau heeft meer ruimte gekregen om te overstromen, zoals de grote rivieren in Nederland langs voornamelijk lege velden lopen, waar het overtollige water probleemloos in kan stromen. Dat is een systeem dat heel goed werkt bij de grote rivieren, maar alles heeft zijn uiterste grens, zegt plaatsvervangend brandweercommandant Boyer. De zijrivieren lopen gewoon door de dorpjes, direct achter de huizen. Breekt de dijk door, dan staat het water in de dorpsstraat en de aanliggende kelders.

Duizend stretchers

Zo werd Svitlana Hieret tegen half zes maandagavond uit Langenschönbichl gehaald. Ze woont weliswaar op de tweede verdieping, maar waar had ze heen gemoeten? Ze rookt een sigaretje naast de toegang tot de kolossale Messe-hal 6 in hoofdplaats Tulln. In het evenementencomplex is opvang ingericht. Er staan duizend stretchers, en tientallen lange tafels, dinsdagmiddag zijn er misschien nog honderdvijftig mensen binnen. Maandagavond waren dat er vierhonderdvijftig, zegt een medewerker van het Rode Kruis.

Het water stond net zo hoog als ik ben, zegt Hieret en ze houdt haar arm op ooghoogte, circa één meter zestig hoog. Haar dochter van acht heeft de hele dag met vriendjes gespeeld, het Rode Kruis laat ze tekenen en figuurzagen. Achterin de hal voetballen twee jochies. Het ruikt naar goulash, dat zal de veldkeuken zijn.

Svitlana Hieret in de opvanghal in Tulln. Zandzakken om een doorgebroken dam te versterken. Overstroomde parkeerplaats bij vleesverwerkingsbedrijf Wiesbauer Gourmet in Sitzenberg-Reidling.

Foto’s Elias Holzknecht

Hieret kreeg een foto van haar baas, die in een bootje door hun dorp vaart, op weg naar het bedrijf in biologische paddenstoelen, waar ze nu vijfenhalf jaar werkt. „Ik geloof niet dat ik nog een baan heb”, zegt ze mismoedig. „Alles is verwoest en het bedrijf is eigendom van investeerders die in allerlei bedrijven zitten. Ik vraag me af of ze de moeite zullen nemen om het weer op te bouwen.”

Twaalf dijkdoorbraken telde de Niederösterreichische brandweer op maandag, 21 op dinsdag. En je weet nooit waar de volgende komt. Met drones en helikopters verkennen brandweer – 104.000 leden plus 30.000 vrijwilligers – en het ingezette leger de dijken. Matthias Fischer vloog maandag nog boven de fabriek van Wiesbauer Gourmet in zijn woonplaats Sitzenberg-Reidling. De hal was ondergelopen, honderden pakken vleeswaar lagen op het parkeerterrein. Als hij er op dinsdag langsrijdt, staat zijn jonge collega op z’n benen te wankelen. „Pompen, pompen, pompen, de hele nacht, de hele dag.” Het meeste water is weg, de vrachtwagens staan in de achtergebleven modder.

Riet, appels en modder

Fischer slingert zijn brandweerbusje rond de wegafzettingen en zwaait naar patrouillerende agenten en collega’s. Op de dijk bij de Perschlingbrug tussen Rust en Moosbierbaum wijst hij hoe hoog het water maandag stond. De kam van de dijk is bezaaid met riet, maiskolven, appels en modder. Zo hoog stond het water maandag, zo’n vier, vijf meter lager dan het peil van dinsdag. Maar dan nog zijn de dorpjes niet veilig. In de dijk langs de westelijke oever gaapt een gat van zo’n zestig meter breed.

Overstroomde wegen in Moosbierbaum, ten noordwesten van Wenen. Overstroomd voetbalveld in Rust, ten noordwesten van Wenen.

Foto’s Elias Holzknecht

De dijken zullen moeten worden versterkt, dat voorspelt plaatsvervangend commandant Boyer alvast. En de brandweer heeft meer mobiele hoogwatersystemen nodig. Verder wil hij onderstrepen dat vijf doden verschrikkelijk is, maar als je de omvang van het getroffen gebied in aanmerking neemt, dan vind hij dat het watermanagement goed lijkt te hebben gewerkt.

Boyer staat met zijn handen in de zakken in een lege maisakker te kijken naar een commerciële helikopter die als een bezetene heen en weer vliegt om zakken met elk duizend kilo zand en puin in het gat in de dijk te leggen. Op de akker staat werkeloos een veel grotere helikopter van de Bundeswehr. Vijf soldaten zitten in het ruim en kijken wat jaloers het op en neer gaande toestel van de firma Wucher na. De commerciële piloten hebben meer ervaring met dit soort operaties en worden daarom als eerste ingezet. Hoe meer zakken er in het gat vallen, hoe sneller de Perschling gaat stromen en hoe eerder de druk op de dijken afneemt.

Lees ook

dit interview over de overstromingen in Midden-Europa

Militairen leggen maandag in het Hongaarse Pilismarot een barrière aan met zandzakken tegen hoogwater in de Donau.


Wie is Raffaele Fitto, vertrouweling van Giorgia Meloni en beheerder van het Europese coronaherstelfonds van 800 miljard?

Hij heeft zijn decennialange politieke loopbaan bij ettelijke partijen doorgebracht, voor hij in 2019 toetrad tot Giorgia Meloni’s Broeders van Italië, maar Raffaele Fitto (55) behoorde altijd tot het centrumrechtse kamp. De Italiaanse premier Meloni feliciteerde dinsdag haar partijgenoot met zijn voordracht als uitvoerend vicevoorzitter van de Europese Commissie, met Cohesie en Hervormingen als verantwoordelijkheden. Meloni beschouwt deze zware portefeuille als „een belangrijke erkenning voor de opnieuw centrale rol die Italië binnen de Europese Unie speelt.”

Fitto was als minister van Europese Zaken ook bevoegd voor het beheer van de miljarden die Italië toebedeeld krijgt vanuit Next Generation EU, het Europese coronaherstelfonds waarvan Italië de hoofdbegunstigde is. Hij neemt deze ervaring nu mee naar Europa, waar hij politiek verantwoordelijk wordt voor het beheer van het hele fonds (ruim 800 miljard euro).

Sinds zijn voordracht als Europees Commissaris, eind augustus, is nog altijd niet duidelijk wie in Rome het beheer van het Italiaanse deel van het fonds voortaan op zich neemt. Bij gebrek aan een gekwalificeerde vervanger – Broeders van Italië is een vrij jonge partij die in korte tijd fors is gegroeid – is het niet uitgesloten dat premier Meloni het beheer van het steunfonds naar zich toetrekt.

Regiopresident

Raffaele Fitto is een goede bekende in de Italiaanse politiek. Hij is nog ‘maar’ 55 jaar – een jonkie naar Italiaanse begrippen – maar al decennialang politiek actief. Zijn vader, Salvatore Fitto, was regiopresident van de Zuid-Italiaanse landstreek Puglia, namens de Democrazia Cristiana (DC), de christendemocratische volkspartij die in Italië jarenlang oppermachtig was. Hij stierf tijdens zijn ambtstermijn door een ongeval. Raffaele was toen 19 jaar. Hij besloot in zijn vaders voetsporen te treden, bij dezelfde partij. Hij bleef bij de DC totdat die begin de jaren negentig door het corruptieschandaal ‘Mani Pulite’ (Schone Handen) uiteenspatte.

Lees ook

Nieuwe Europese Commissie: vier vrouwen in kernteam Von der Leyen, zware posten voor Frankrijk en Italië

Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, presenteerde dinsdagochtend de nieuwe Eurocommissarissen tijdens een persconferentie in Straatsburg.

Daarna volgden kleinere partijtjes, totdat hij in 1999 werd verkozen in het Europees Parlement, met de steun van Silvio Berlusconi’s partij Forza Italia, waartoe Fitto later ook zou toetreden. Amper een jaar later gooide hij de handdoek in de ring, om net als zijn vader regiopresident van Puglia te worden. Hij was toen 30, de jongste ooit in die functie. In 2008 trad hij als minister voor regionale zaken toe tot de vierde centrumrechtse regering-Berlusconi. Op politiek vlak kon hij het goed vinden met zijn collega-minister, bevoegd voor Jeugdzaken, de toen 31-jarige Giorgia Meloni.

Raffaele Fitto bleef niet gespaard van controverse. In 2006 werd een gerechtelijk onderzoek naar hem geopend, omdat zijn kieslijst 500.000 euro had ontvangen van een zakenman. De beschuldiging luidde dat het ging om steekpenningen. De zakenman zou in ruil het beheer van elf verzorgingstehuizen voor bejaarden in de regio Puglia hebben verlangd. Fitto werd in eerste aanleg veroordeeld tot vier jaar cel, met een vijfjarig verbod op het uitoefenen van een publiek ambt erbovenop. In hoger beroep volgde vrijspraak.


Uitgeput land en kip van KFC – Kenia moet weer organisch boeren

Agronoom Onesmus Mongare (30) wroet met zijn vingers in de rottende massa maden en afval. Dit is zijn goud: organische mest gemaakt met hulp van de zwarte soldatenvlieg, als alternatief voor kunstmest en pesticiden. „Kenianen weten niet meer wat ze eten. Boeren spuiten met zoveel vergif als ze maar willen, als het maar geld opbrengt”, zegt hij tussen de groene heuvels net iets buiten de hoofdstad Nairobi. Landbouw is business geworden in Kenia. „Hoe kun je liefde voor je gewassen opbrengen als je alleen maar landbouw bedrijft uit commercieel oogpunt?”

Biologische landbouw draagt nog niet één procent bij aan de Keniaanse voedselproductie, maar de sector groeit. Want kunstmest, hoewel stevig gesubsidieerd, wordt duurder. En 63 procent van het akkerland is volgens het ministerie van Landbouw verzuurd geraakt door overmatig gebruik van kunstmest en pesticiden. Dat heeft weer tot achteruitgang van het land geleid, minder voedingsstoffen in e grond, en erosie.

Kenianen zijn de afgelopen jaren niet goed omgegaan met hun akkers en het milieu. Ze kapten bossen, vervuilden rivieren en gebruiken overmatig veel kunstmest. Mongare: „Onze voorouders deden al aan biologische landbouw, maar de boeren van tegenwoordig hebben het idee ingeprent gekregen dat alleen het gebruik van chemicaliën een goede opbrengst garandeert.”

In de biologische landbouw worden compost en dierlijk afval gebruikt als mest en als biologische bestrijdingsmiddelen om gewassen te beschermen tegen plagen en ziekten. Gewassen worden verbouwd en vee grootgebracht zonder gebruik van synthetische meststoffen, pesticiden, genetisch gemodificeerde organismen en antibiotica. Zo behouden de bodem, het water en de lucht hun kwaliteit. De organische landbouw maakt gebruik van materialen die ter plaatse beschikbaar zijn, wat de kosten voor de boer laag maakt. „De mest die we maken met behulp van de larven van de zwarte soldatenvlieg is drie keer zo goedkoop als de chemische mest die in de winkel haalt”, zegt Onemus Mongare trots.

Eetgewoontes

Boeren produceerden vroeger vooral voor hun eigen gebruik, en ze benutten de plantenresten als bemesting. „De grote omslag kwam begin deze eeuw, toen de regering de import van kunstmest en pesticiden goedkoper maakte. Dat luidde de grote verandering in de landbouwsector in”, legt Mongare uit. In 2008 begon de regering kunstmest te subsidiëren. „Ook kwam er een middenklasse op met andere eetgewoontes. Vroeger aten we alleen brood bij speciale gelegenheden, nu begint iedere dag ermee. We willen melk uit kartonnen pakjes en kip van KFC, Kentucky Fried Chicken. Vroeger, toen we nog cassave en andere wortelgewassen aten, waren we sterker en hadden we meer weerstand.”

Vroeger aten we alleen brood bij speciale gelegenheden, nu begint iedere dag ermee

Onesmus Mongare
agronoom

Afrika worstelt om zichzelf te kunnen voeden. Het continent heeft twee derde van ’s onbewerkte landbouwland, maar het geeft jaarlijks ongeveer 60 miljard dollar uit aan de import van voedsel, volgens de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Die uitgaven zullen naar verwachting stijgen tot 110 miljard in 2025, door toegenomen vraag en veranderende consumptiegewoonten. Voor de kleine en vaak arme boeren, die het overgrote deel van het voedsel produceren, is een schonere en goedkopere methode dus relevant. Landbouw draagt meer dan een kwart bij aan het bruto binnenlands product van Kenia. De economie van het land had vorig jaar een geschatte omvang van ruim 300 miljard dollar.

Een motortaxi rijdt langs de suikerrietplantage van SonySugar in Migori, Kenia.
Foto James Wakibia/Getty Images

Rottend afval

Het Keniaanse ministerie van Landbouw registreert een daling in de productie van maïs en in de belangrijke export van tuinbouwproducten en thee. Het meeste voedsel in Afrika komt van kleine boeren, niet van grootschalige plantages. Volgens Jamer Kagwe, een organische boer, worden die kleine producenten onder druk gezet om toch vooral kunstmest te gebruiken. „In de ogen van velen is een akker een voedselproductiebedrijf geworden. Daardoor zijn we de spirituele band met het land kwijtgeraakt.”

De zoete geur van rottend afval verwelkomt de bezoeker op het stukje land van Kagwe in Naivasha, een stadje negentig kilometer ten noorden van Nairobi. Het hergebruik van groen afval is een belangrijk milieuvriendelijk aspect van organisch boeren. Kagwe maakt mest voor de verkoop en voor gebruik op zijn eigen akker. Zijn zoon rijdt met een tuktuk door de straten van de stad om het afval in te zamelen, een kromgebogen vrouw haalt plastic en metalen uit dat huisvuil. Volgens James Kagwe is het grootste deel van het huishoudelijk afval organisch. „Dat kunnen we hergebruiken”, zegt hij.

Op zijn akker buiten de stad bouwt hij van schoenen, nephaar, flessen en andere afvalproducten een huis. Daarnaast kweekt hij met de verworven mest zestig gewassen, die elkaar en de grond beschermen, zoals vruchten, pompoenen, cassave en zoete aardappelen, alle inheems. „Zo deden mijn voorouders het ook.”

Hij streelt de vochtige aarde. „Je voelt dat ze gezond is, ze leeft en ruikt goed”, zegt hij tevreden. Zijn met organisch afval bewerkte land ziet er junglegroen uit, op de met kunstmest bewerkte akker van zijn buurman staan alleen verpieterde maïsplanten. Kagwe, schamper: „Zijn land raakte uitgeput, door almaar maïs te verbouwen en overdadig veel kunstmest.”

James Kagwe heeft een boodschap en klinkt als een priester; biologische landbouwers zoals hij zijn vaak vol idealisme. Nadat de kolonialen commerciële, grootschalige landbouw in Kenia hadden geïntroduceerd, verwaterde de band met de voorvaderlijke grond. Inheemse gewassen als yam en cassave maakten plaats voor maïs en tarwe. James Kagwe verlangt terug naar dat verleden: „We moeten terug naar de natuur. Dat is wijsheid. En dat is meer dan de kennis waarmee grote voedselbedrijven ons kunstmest en pesticide proberen aan te praten”.

Wie vertelt de boeren over de gevaren van pesticiden voor hun eigen gezondheid en die van de aarde?

Betty Guchu
milieuactivist

Monsanto

Honderd kilometer noordelijker, in het district Nyandarua, heeft publicist en milieuactivist Betty Guchu een winkel voor organische bestrijdingsmiddelen. „Wat een boer met z’n land verdienen kan, heeft tegenwoordig prioriteit voor hem”, klaagt ze. In haar woongebied komt ze meer vertegenwoordigers tegen van Sygenta, producent van pesticiden, dan van het ministerie van Landbouw, dat schone landbouw in zijn vaandel heeft staan. „Vertegenwoordigers van bedrijven als Sygenta en Monsanto, ’s werelds grootse producent van zaden, laten boeren in de val lopen. Ze geven die boeren krediet, verkopen zaden en kunstmest aan hen en dan zitten ze vast aan die leveranciers. Maar wie vertelt de boeren over de gevaren van pesticiden voor hun eigen gezondheid en die van de aarde? Pas na een tijd zien ze dat hun akker dood is door het gebruik van chemicaliën, die voor een deel uit Europa komen waar het gebruik ervan verboden is.”

De verdubbeling van de prijs een zak van vijftig kilo kunstmest – van omgerekend 35 naar 70 euro als gevolg van blokkades door de oorlog in Oekraïne – ving de overheid deels op door een hogere subsidie. Maar bij eerder dit jaar kwam een schandaal aan het licht, waarbij het ministerie nepkunstmest had geleverd die voornamelijk bestond uit kalk en zand. Ten minste twee van de bedrijven die opdracht van de overheid kregen voor de verstrekking van kunstmest, hadden de boel belazerd. „Dat heeft boeren aan het denken gezet. Sindsdien zie ik steeds meer klanten naar mijn winkel komen om organische spullen te kopen”, zegt Betty Guchu.

Nederlandse ondernemers

De groeiende vraag naar biologische producten in de Europese Unie heeft geleid tot een groeiend aantal Nederlandse ondernemers in de biologische landbouw in Kenia. Els Breet (50) boert bij het dorpje Ngecha. Tien jaar geleden had ze drie klanten, nu 110, die voor 10 euro wekelijks een mand groente thuisbezorgd krijgen. Ze bebouwt nu ruim acht hectare met tachtig werknemers, de meesten vrouwen.

Met haar laarzen in de modder kijkt ze uit over haar kleine groene paradijs. Een vrachtwagen vol geitenmest arriveert. „Wat verdien je met biologische landbouw, vragen mensen me soms. Maar zo moet je niet denken”, vertelt ze, „Ik weet niet hoeveel kilo’s ik ga oogsten en verkopen, dat soort denken hoort niet bij biologische landbouw. Niet-organische landbouw daarentegen werkt wel met prognoses, daar valt snel geld te verdienen. Ik laat de natuur zijn werk doen. Organische landbouw is een passie.”


China betaalt bijna de helft van dit nieuwe kanaal door Cambodja – met welk doel?

Met een feestelijke en strak geregisseerde ceremonie is begin augustus in Cambodja het startsein gegeven voor de bouw van het Funan Techo-kanaal, een directe verbinding van 180 kilometer tussen de Mekong-rivier nabij hoofdstad Phnom Penh en de Golf van Thailand. In het bijzijn van duizenden toeschouwers, gekleed in witte T-shirts met de beeltenissen van de Cambodjaanse premier Hun Manet en zijn vader Hun Sen, begon de bouw van de waterweg, die vooral China meer macht in de regio zou kunnen geven. Dorpelingen die tegen het project zijn omdat hun huizen en akkers plaats moeten maken voor het kanaal, waren niet welkom.

Naast premier Hun Manet stond de Chinese ambassadeur. Dat is niet toevallig, want China betaalt een groot deel van de rekening (zo’n 1,7 miljard dollar). „49 Procent. De andere 51 procent wordt door Cambodja zelf betaald”, aldus Hun Manet tegen de aanwezige pers, om te benadrukken dat het kanaal geen volledig Chinees project is.

De meeste analisten zien dat anders. Volgens voormalig Pentagon-adviseur Derek Grossman kan China het kanaal voor militaire doeleinden gaan gebruiken. Als het kanaal zoals gepland over vier jaar af is, kunnen er oorlogsschepen vanaf het Chinese vasteland over de Mekongrivier naar de Chinese marinebasis Ream aan de Golf van Thailand varen, schrijft hij in het Japanse blad Nikkei Asia. De militaire basis Ream ligt vlak bij Sihanoukville, een Cambodjaanse kuststad met tal van casino’s in handen van de Chinese maffia.

De marinebasis werd ooit opgezet door de VS. Met behulp van satellietbeelden concludeerde The Wall Street Journal al in 2019 dat China op een deel van het terrein bezig was een eigen marinebasis te bouwen. De Cambodjaanse autoriteiten ontkennen tot op heden dat ze China zo veel ruimte op hun grondgebied hebben geboden. Omwonenden vertellen echter aan lokale journalisten dat ze door Chinese militairen op afstand van de basis worden gehouden. Recent zijn twee Chinese patrouilleschepen die maandenlang in Ream lagen aangemeerd gedoneerd aan het gastland. Ter verdediging van Cambodja, verklaarde een Cambodjaanse legerwoordvoerder.

Chinese expansiedrift

De komst van het Funan Techo-kanaal voedt westerse en regionale zorgen over Chinese expansiedrift in de regio. De laatste jaren streeft China naar dominantie in de Zuid-Chinese Zee, belangrijk doorvoergebied voor Amerikaanse handelsgoederen. China claimt een groot deel van het gebied, ook delen die volgens internationale verdragen binnen het grensgebied van Zuidoost-Aziatische landen liggen. China bouwt militaire bases op koraalriffen en opgespoten eilanden, botst agressief met Filippijnse kustwacht- en vissersschepen en haalt verbaal uit naar de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het gebied.

De meeste Zuidoost-Aziatische landen willen geen militair conflict omdat ze grote handelsbelangen hebben. Maar ook de Maleisische president Anwar Ibrahim, die tot nu toe niets zei over Chinese intimidatietactieken, moest recent toegeven dat China ook in Maleisische wateren op agressieve wijze hegemonie afdwingt. Deze maand kwam naar buiten dat China eist dat Maleisië zich terugtrekt van olievelden die volgens internationale verdragen binnen Maleisisch grensgebied liggen. Chinese patrouilleschepen varen rond olieplatforms en vallen Maleisische schepen lastig.

Tanende invloed VS

„Amerika verliest invloed in Zuidoost-Azië”, kopt een recent artikel van politicoloog Lynn Kuok van het Amerikaanse onderzoeksinstituut Brookings in Foreign Affairs. Laos en Cambodja worden al enige jaren beschouwd als vazalstaten van China. Beide landen zijn door diepe schulden afhankelijk van de grootmacht. En uit een recente peiling van het Singaporese onderzoeksinstituut ISEAS Yusof blijkt dat de meeste geïnformeerde inwoners van de, grotendeels autocratische, Zuidoost-Aziatische landen bij een conflict de kant van China kiezen. Het onderzoek is gedaan onder een kleine tweeduizend academici, zakenmensen, ambtenaren, journalisten en activisten.

Lees ook

Lees ook: Voor een afgesneden duimtop riskeren Filippijnen en VS geen oorlog

Een Filippijns bemanningslid krijgt een medaille opgespeld twee dagen nadat hij gewond is geraakt toen Chinezen een boot van de Filippijnse kustwacht enterden op 17 juni in de Zuid-Chinese Zee.

Ook al vaart China letterlijk over nationale grenzen heen, de meeste landen willen China als handelspartner behouden. Daarbij is in landen met een islamitische meerderheid, zoals Indonesië en Maleisië, sympathie voor de VS afgenomen door de steun aan Israël in de Gaza-oorlog. De belangrijkste bondgenoten van de VS zijn de Filippijnen en Thailand. Als tegenwicht voor de toenemende invloed van China maakte de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken in juli een rondreis door de regio. Hij ging onder andere naar Vietnam om de banden aan te halen.

De Cambodjaanse premier Hun Manet en zijn vrouw Pich Chanmony (midden) geven het startsein voor de bouw van het Funan Techo-kanaal, in de Cambodjaanse provincie Kandal op 5 augustus.
Foto Kith Serey / EPA

De bouw van het kanaal betekent verdere uitbreiding van de Chinese militaire invloed in de regio, stelt Grossman. Maar hoe groot is het militair strategische belang van het Funan Techo-kanaal eigenlijk voor China? Het kanaal wordt vijf meter diep en honderd meter breed. De BBC maakte een overzicht van de soorten Chinese marineschepen die door de waterweg kunnen varen. Kleinere oorlogsschepen kunnen erdoor, grote moeten omvaren. De meeste analisten verwachten niet dat er massaal Chinese troepen door het kanaal zullen varen. Wel heeft China met een sterkere militaire basis in de Golf van Thailand meer controle over de doorgang naar de Zuid-Chinese Zee, zeiden de geraadpleegde analisten tegen de BBC. Zo ligt de Straat van Malakka tussen Indonesië, Maleisië en Singapore – landen waar China niet alles kan bepalen.

De bouw van het Funan Techo-kanaal voedt westerse en regionale zorgen over Chinese expansiedrift in de regio

Volgens Gregory Poling van het Amerikaanse onderzoeksinstituut CSIS zal marinebasis Ream vooral een rol spelen in de uitbreiding van het radarnetwerk, zodat China overal in de regio bewegingen van vliegtuigen, schepen en ander materieel kan signaleren. En als in de toekomst wel een militair conflict in de Zuid-Chinese Zee ontstaat, bijvoorbeeld als China Taiwan (dat China tot haar grondgebied rekent) inneemt, geeft de marinebasis een extra uitvalmogelijkheid, bijvoorbeeld via het luchtruim, om te voorkomen dat Amerikanen met bondgenoten de Straat van Malakka afsluiten, stellen defensiespecialisten bij de Britse nieuwszender.

De staart van Thailand

Vorig jaar legde de toenmalige Thaise premier Srettha Thavisin het eeuwenoude idee om een kanaal of treinroute dwars door de staart van Thailand te maken weer op tafel. Dat zou China goed uitkomen, want met deze route kan de grootmacht de Straat van Malakka omzeilen, schrijft Grossman. Het zou de reis van China naar het Westen verkorten en toegang tot de Indische Oceaan vergemakkelijken. Maar de kosten zijn zo hoog dat niemand deze route snel op de kaart ziet verschijnen. Bovendien is Thailand vooralsnog een militaire bondgenoot van de Verenigde Staten.

De verschuiving van de mondiale geopolitieke machten zorgt niet alleen voor toenemende spanningen tussen de VS en China, maar draagt ook bij aan spanningen tussen Zuidoost-Aziatische landen onderling. Zo denkt politicoloog en Vietnamkenner Alexander Vuving dat een gewapend conflict tussen oude vijanden Vietnam en Cambodja eerder op de loer ligt dan een oorlog tussen de VS en China. Deze regionale oorlog zou China’s belangen dienen, stelt hij. De grootmacht wil graag meer controle over Vietnam. En als dat land in oorlog is met aartsvijand Cambodja, kan China Cambodja vrijuit voorzien van wapens en tegelijkertijd volhouden dat ze zelf geen onderdeel van het conflict is.

Vietnam heeft al geprotesteerd tegen de komst van het kanaal. De Mekongrivier loopt nu via Vietnam naar zee. De Funan Techo-aftakking betekent dat er minder water door de Mekongdelta in het zuiden van de Vietnam zal stromen. En dat heeft grote gevolgen voor de 21 miljoen mensen die er leven en grotendeels afhankelijk zijn van de rijstbouw. Wetenschappers stellen dat het kanaal aanzienlijke ecologische schade en verzilting zal veroorzaken, die de rijstteelt zal verstoren. Maar Cambodja ontkent dat de aftakking ecologische schade zal veroorzaken. Het voornaamste doel van het kanaal is versterking van de nationale economie, aldus oud-president Hun Sen eerder dit jaar. „We willen door onze eigen neus ademen.” Maar volgens economen is de te verwachten opbrengst van de goederenstroom door het kanaal gering. De Cambodjaanse feestvreugde, al dan niet geënsceneerd, over de komst van het kanaal is wellicht wat voorbarig.

Een man maakt een selfie bij de ceremonie om de start te markeren van de bouw van het Funan Techo-kanaal, in de Cambodjaanse provincie Kandal op 5 augustus.
Foto Kith Serey / EPA