De levens achter de ruim 40.000 doden in Gaza

Ruim een jaar na de aanval van Hamas in Zuid-Israël op 7 oktober en de daaropvolgende Israëlische invasie van de Gazastrook is het dodental in Gaza volgens het Palestijnse ministerie van Gezondheid opgelopen tot 41.965. Het ministerie werkt het dodental in Gaza bijna dagelijks bij. Daarnaast publiceert het gedetailleerde lijsten met geïdentificeerde doden, inclusief hun volledige namen, leeftijd, geslacht en persoonlijke ID-nummer. Het aantal getelde doden is hoger dan het aantal geïdentificeerde doden.

De lijst met 34.344 geïdentificeerde doden die het ministerie in Gaza begin september publiceerde, vormt de basis voor dit verhaal. De lijst is 649 pagina’s lang, de doden zijn gerangschikt op leeftijd. De eerste veertien pagina’s van de lijst bestaan alleen uit namen van baby’s onder de één jaar. Meer dan 11.355 doden zijn minderjarig. Het duurt 215 pagina’s voordat je op de eerste volwassene stuit, een 18-jarig meisje genaamd Walaa Mahmoud Abd Al-Hamid Jadallah. Uit onderzoek van het persbureau Associated Press blijkt dat van minstens zestig families uit Gaza minstens vijfentwintig mensen zijn gedood – soms vier generaties van dezelfde bloedlijn – door Israëlische bombardementen tussen oktober en december 2023, de dodelijkste periode van de oorlog.

chart visualization

Tellen van de doden

Het dodental van het ministerie van Gezondheid in Gaza wordt betwist door de Israëlische regering, die zegt dat het ministerie niet te vertrouwen is omdat het wordt gerund door Hamas. Maar volgens de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie zijn de cijfers van het ministerie wel degelijk accuraat. Ze worden bovendien ondersteund door analyses van onafhankelijke ngo’s, zoals het in Londen gevestigde Airwars, dat de gevolgen van de internationale oorlogen in het Midden-Oosten bijhoudt op basis van openbare bronnen.

Informatie over burgerdoden in Gaza is in veel gevallen publiek toegankelijk. Het onderzoek van Airwars „prikt daarmee door de desinformatie heen”, zegt Jessica Dorsey, universitair docent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht en vrijwillig bestuurslid van Airwars. „Het laat de betrouwbaarheid van lokale bronnen zien, en versterkt de geloofwaardigheid van het ministerie van Gezondheid.”

Hoeveel doden op de lijst van het ministerie van Gezondheid leden van Hamas en andere gewapende groepen zijn, is niet duidelijk. Airwars gaat in haar onderzoek uit van de „civiele status” van doden totdat er bewijs van het tegendeel is. Het is volgens Dorsey aan het Israëlische leger om te bewijzen dat er Hamasstrijders gedood zijn en dat ze legitieme doelwitten waren. „Bondgenoten van Israël, zeker die wapens leveren, zouden moeten aandringen op transparantie daarover.” Het onderzoek identificeerde een aantal strijders op de lijst van het ministerie, maar kon het precieze aantal niet bepalen. Wel stelt het vast dat het overgrote deel namen op de lijst burger is.

Onderzoekers denken bovendien dat het officiële aantal van 41.802 doden een ondertelling is vanwege de moeilijkheden bij het tellen van doden tijdens oorlogen. Wegen zijn onbegaanbaar, ziekenhuizen functioneren niet meer, en er zijn te weinig graafmachines om puin te verwijderen. Satellietbeelden suggereren dat ongeveer 60 procent van de gebouwen in Gaza is beschadigd of verwoest. De VN schatten dat er nog een flink aantal ongetelde doden onder het puin ligt, misschien wel 10.000. Bekenden schrijven de namen van slachtoffers soms op een muur die na een bombardement nog overeind staat, om latere identificatie te vergemakkelijken.

In de chaos van de oorlog worden veel mensen door vrienden en familieleden geïnformeerd over de dood van hun dierbaren. Of ze zien het op sociale media. De Israëlische krant Haaretz interviewde Noor, een moeder van drie uit de zuidelijke stad Rafah, die vreesde dat haar zuster in Gaza-Stad was omgekomen toen ze haar WhatsApp-berichten niet meer beantwoordde. Haar dood werd dagen later pas bevestigd door een account op X dat de namen van de doden publiceert. ,,Ik heb geprobeerd van familieleden in Gaza te horen wat er is gebeurd, of ze haar lichaam hebben gevonden, of ze begraven is”, vertelde Noor aan Haaretz. ,,Maar tot op de dag van vandaag heb ik geen antwoorden.”

En dan zijn er nog de indirecte doden die vallen als gevolg van de oorlog in Gaza. Dit zijn dus niet de slachtoffers die sterven door het oorlogsgeweld, maar mensen die om het leven komen door ziektes, honger en andere indirecte maar ernstige gevolgen van het conflict voor hun gezondheid. Zelfs als de oorlog morgen eindigt, zullen er de komende jaren nog veel indirecte doden vallen door ziekten en andere gezondheidsproblemen, schreef het toonaangevende medische tijdschrift The Lancet in juli over Gaza. ,,In recente conflicten variëren dergelijke indirecte doden van drie tot vijftien keer het aantal directe doden.” Uitgaande van een voorzichtige schatting van vier indirecte doden per directe dode in Gaza, zijn ,,186.000 of zelfs meer sterfgevallen” volgens The Lancet ,,niet onwaarschijnlijk”.

Hieronder volgen zes portretten van burgers in Gaza die in het afgelopen jaar zijn gedood. Daarmee wil NRC de doden een gezicht geven.

baby’s
10/08/2024 – 13/08/2024
Aisal & Asr Abu al-Qumsan

Aisal en Asr staan op pagina 13 van de lijst

Aisal en Asr Abu al-Qumsan kwamen op 10 augustus in de Gazastrook ter wereld als een tweeling van Muhammad en Jumana Abu al-Qumsan. Hun geboorte was een klein wonder, aangezien Jumana een moeilijke zwangerschap en bevalling had en de gezondheidszorg in Gaza op het moment van hun geboorte grotendeels was verwoest na maanden van oorlog. Jumana wilde zelf de namen van haar baby’s kiezen: Aisal (Avond) en Asr (Betoverend). „Ze heeft veel voor ze geleden”, zei Muhammad al-Qusman tegen nieuwswebsite The New Arab. „Dus ze wilde liever dat zij degene was die ze een naam gaf.”

Muhammad en Jumana raakten sinds de oorlog uitbrak drie keer ontheemd. Om hun gezin een veilige plek te geven, huurden ze een appartement in de stad Deir al-Balah, in het midden van de Gazastrook, die door het Israëlische leger was bestempeld als een ‘veilige zone’. Vanwege haar zwangerschap had Jumana speciale zorg nodig, en het ziekenhuis was vlakbij. Terwijl de Gazastrook maandenlang het toneel was van Israëlische bombardementen, kostte het Muhammed en Jumana veel moeite om kinderkleding, speelgoed en andere dingen te vinden ter voorbereiding op de komst van de baby’s.

Aisal en Asr werden geboren in het Al-Aqsa Martelaren-ziekenhuis in Deir al-Balah, via een keizersnee. „Mijn kinderen werden lachend geboren”, vertelde Muhammad aan The New Arab. „Iedereen die erbij was, was verrast door de glimlach van mijn kinderen. Ze zorgden ervoor dat ik me meer ging vastklampen aan het leven en hoopte op een betere toekomst.” Drie dagen later ging hij, inmiddels was het gezin thuis, op pad om hun geboorte te registreren, niet wetend dat zijn pasgeboren baby’s, zijn vrouw en zijn schoonmoeder niet veel later zouden worden gedood bij een Israëlische aanval op hun huis.

Op de weg terug van de registratie in het ziekenhuis kreeg Mumammad een telefoontje dat zijn huis was beschoten door Israëlische artillerie. Hij haastte zich terug naar het ziekenhuis, waar zijn familie naartoe zou zijn gebracht. Toen hij de menigte rond het mortuarium in het ziekenhuis zag, en mensen hem begonnen te condoleren, begon hij te huilen. Hij toonde de geboortecertificaten van zijn baby’s en zei bitter: „Mijn vreugde over Aisal en Asr is veranderd in wanhoop. Ze wisten niet eens wat de betekenis van het leven was en waren niet in staat de kenmerken van onze wereld te onthouden.”

pictogram visualization

meisje, 5 jaar
03/05/2018 – 29/01/2024
Hind Rami Eyad Rajab

„Kom alsjeblieft, ik ben zo bang”, was een van de laatste dingen die het 5-jarige meisje Hind Rami Eyed Rajab door de telefoon zei tegen een reddingswerker, nadat de auto waarmee de familie Gaza-Stad probeerde te ontvluchten, onder vuur was genomen door een Israëlische tank. Terwijl ze vastzat in de auto, omringd door haar dode familieleden, smeekte ze reddingswerkers van de Rode Halve Maan urenlang om haar te komen bevrijden, blijkt uit een vrijgegeven audio-opname.

Na lange onderhandelingen kreeg het ministerie van Gezondheid in Gaza toestemming van de Israëlische autoriteiten om een ambulance te sturen. Maar toen twee reddingswerkers arriveerden op de plaats des onheils, werden ze onmiddellijk beschoten door de tank. Pas twee weken later werden de ontbonden lijken van Rajab en zes familieleden en die van de twee reddingswerkers gevonden.

Hind staat op pagina 69 van de lijst

Het Israëlische leger ontkent verantwoordelijk te zijn voor de aanval. Op basis van een eerste onderzoek beweerde een woordvoerder dat er geen troepen binnen schietbereik waren van de auto op het moment van de aanval. Maar volgens de Rode Halve Maan werd de ambulance moedwillig beschoten.

Rajabs dood kreeg veel media-aandacht en groeide uit tot een symbool van alle onschuldige kinderen die het Israëlische leger doodt in Gaza. In april bezetten pro-Palestijnse studenten een gebouw op de campus van de Columbia Universiteit in New York, dat ze omdoopten tot ‘Hind’s Hall’, ter ere van het gedode meisje. De Amerikaanse rapper Macklemore bracht een nummer uit met dezelfde naam. Opnames van Hinds gesprekken met telefonisten, openbaar gemaakt door de Rode Halve Maan, vormden de aanleiding voor een campagne om uit te vinden wat er was gebeurd.

Vijf maanden later publiceerde Forensic Architecture, een onderzoekscollectief dat is verbonden aan de Universiteit van Londen, een gedetailleerd onderzoek naar de dood van Rajab, haar familieleden en de reddingswerkers, gebaseerd op satellietbeelden, geluidsopnames en andere bewijsmateriaal. De conclusie was dat een Israëlische tank waarschijnlijk 335 kogels had afgevuurd op de auto, en dat de tankbestuurders konden zien dat er burgers, onder wie kinderen, in de auto zaten. De tank had daarna waarschijnlijk ook de ambulance aangevallen die was gekomen om Rajab te redden.

Karatekampioen, 26 jaar
12/09/1997 – ??/01/2024
Nagham Abu Samra

Ze had gehoopt zich te kwalificeren voor internationale competities, waaronder de Olympische Spelen. Maar in december 2023 raakte de karatekampioen Nagham Abu Samra zwaargewond bij een Israëlisch bombardement op haar huis in Nuseirat, in de centrale Gazastrook. Haar zus Rosanne werd gedood.

Nagham Abu Samra staat op pagina 319 van de lijst

Abu Samra verloor een been en had zware verwondingen aan haar hoofd. „Met haar been verloor ze ook haar kapitaal” als sporter, schrijft journalist Hind Shraydeh in een necrologie. Het ziekenhuis in Deir al-Balah waar Abu Samra naartoe werd gebracht, had niet genoeg middelen om haar te behandelen. 

Haar vader deed daarom een internationale oproep voor hulp om haar uit Gaza te krijgen voor behandeling. „Ik kan het niet verdragen om haar iedere dag in deze toestand te zien”, zei hij vanuit het ziekenhuis tegen Al Jazeera. Tijdens haar uiteindelijke verplaatsing van het Al-Aqsa-ziekenhuis in Deir al-Balah naar Egypte, raakte ze in coma. Afgelopen januari stierf ze aan haar verwondingen in een Egyptisch ziekenhuis in El Arish, net buiten Gaza. Over de precieze datum bestaat onduidelijkheid.

Nagham Abu Samra was haar vaders grote trots. Hij noemde haar „de mooiste karatevechter ter wereld”, schrijft Al Jazeera. Al vanaf zesjarige leeftijd beoefende ze de sport, vertelde Abu Samra in een interview met de zender al-Arabiya in Palestina. Ook zei ze te hopen buiten Gaza als karate-sporter de Palestijnse vlag te kunnen vertegenwoordigen tijdens internationale competities.

In 2019 werd Abu Samra karatekampioen van Palestina. Twee jaar later opende ze haar eigen karatesportcentrum in Gaza, gericht op meisjes en vrouwen. Naast haar sportcarrière rondde ze ook een studie lichamelijke opvoeding af aan de – inmiddels gebombardeerde – al-Azhar-universiteit in Gaza-Stad.

„Ze was een rolmodel voor de Palestijnse sport in haar poging karate onder meisjes in Gaza te verspreiden”, schreef het Palestina Olympisch Comité in een online condoleancebericht. De voorzitter van het Comité, Jibril Rajoub, zei afgelopen juni in de aanloop naar de Olympische Spelen dat er ruim driehonderd Palestijnse atleten zijn gedood door de Israëlische aanvallen op Gaza sinds oktober 2023.

academicus en dichter, 44 jaar
23/09/1979 – 07/12/2023
Refaat Alareer

Zijn gedicht ‘Als ik moet sterven’, dat hij in november vorig jaar op X deelde, ging de wereld over, en is inmiddels in tientallen talen vertaald.  Refaat Alareer (44) was een professor, schrijver en dichter die Engels doceerde aan de Islamitische Universiteit in Gaza-Stad.

Op 9 december 2023 werd Alareer, samen met zijn broer, zus en vier van hun kinderen gedood door een bombardement op het appartement waarin zij verbleven in Shuja’iyya, in het noorden van Gaza. Zijn vrouw en zes kinderen schuilden op dat moment in een UNRWA-school elders in Gaza.

Alareer was behalve een bekende intellectueel – binnen en buiten Gaza – ook een mentor voor veel jonge Gazaanse schrijvers en journalisten. Oud-leerling Jehad Abusalim schreef na de dood van Alareer dat deze de Engelse taal zag als instrument van verzet tegen de onderdrukking van Palestijnen, en om de culturele en academische blokkade van Gaza te doorbreken. Middels literatuur, schrijft Abusalim, liet hij „ons een wereld ervaren die ver buiten de grenzen van Gaza ligt en wekte het verlangen om onze plaats daarin op te eisen”.

Refaat Alareer If I Must Die

If I must die,
you must live
to tell my story
to sell my things
to buy a piece of cloth
and some strings,
(make it white with a long tail)
so that a child, somewhere in Gaza
while looking heaven in the eye
awaiting his dad who left in a blaze —
and bid no one farewell
not even to his flesh
not even to himself —
sees the kite, my kite you made, flying up above,
and thinks for a moment an angel is there
bringing back love.
If I must die
let it bring hope,
let it be a story

Alareer was onder meer redacteur van het boek Gaza Writes Back, met korte verhalen van schrijvers uit Gaza. Ook was hij een van de oprichters van de organisatie ‘We are not numbers’, gericht op het vertellen van verhalen achter Palestijnse (doden)cijfers, en het trainen van jonge Palestijnse auteurs.

Een jaar geleden, op 9 oktober, gaf Alareer een geëmotioneerd interview, met op de achtergrond het geluid van zware bombardementen: „Ik ben een academicus. Het zwaarste ding dat ik thuis heb is waarschijnlijk een Expo stift. Maar als de Israëliërs binnenvallen, als ze op ons afstormen, ons van deur tot deur aanvallen om ons af te slachten, dan ga ik die stift gebruiken om naar de Israëlische soldaten te gooien, ook al is dat het laatste wat ik zou kunnen doen. Dit is het gevoel dat iedereen heeft: we zijn hulpeloos, en hebben niets te verliezen.”

Alareer’s naam ontbreekt op de lijst van het ministerie van Gezondheid, maar zijn dood werd in december door zijn vrienden bevestigd. De universiteit waar Alareer doceerde, werd in oktober vorig jaar vernietigd door een Israëlisch bombardement.

orthopedisch chirurg, 49 jaar
17/09/1974 – 19/04/2024
Adnan al-Bursh

Gedurende de eerste maanden van de oorlog in Gaza werkte Adnan al-Bursh, hoofd van de orthopedie-afdeling van het al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad en professor orthopedische geneeskunde, vrijwel non-stop in verschillende ziekenhuizen. Alleen ’s ochtends ging hij sporten op het strand van Gaza, vertelde zijn neefje aan CNN.

Al-Bursh was getrouwd met Yasmin en had zes kinderen. Hij had allerlei interesses en ambities, vertelde zijn nichtje Rozan aan Middle East Eye. Hij had een master in politicologie, en droomde ervan een groot ziekenhuis in Gaza te openen waarin alle medische specialisaties vertegenwoordigd zouden zijn. Zijn collega Suhail Matar zei over Al-Bursh tegen BBC Arabic dat hij „zijn hele leven met toewijding heeft gewerkt en enorme inspanningen heeft geleverd ten koste van zichzelf”.

In een zelfgemaakte video van Al-Bursh, vanuit het al-Shifa-ziekenhuis in november vorig jaar, laat hij zien hoe de werkomstandigheden daar zijn bij gebrek aan elektriciteit en middelen als anesthesie. „We blijven, ondanks de pijn, standvastig”, zegt hij in de camera. Na de eerste Israëlische belegering van het al-Shifa-ziekenhuis in november vorig jaar werkte hij afwisselend in verschillende ziekenhuizen, waaronder het al-Awda-ziekenhuis in Jabalia, in Noord-Gaza.

Daar werd hij in december 2023, terwijl hij patiënten behandelde, samen met tien andere zorgmedewerkers opgepakt door het Israëlische leger, en zonder proces gevangen gezet. Vier maanden later kwam het bericht dat Al-Bursh op 19 april is overleden in de Ofer-gevangenis op de Westelijke Jordaanoever, vermoedelijk als gevolg van marteling. Voormalige medegevangenen die spraken met de Israëlische krant Haaretz zeiden hem eerder nog in een gevangenis in het zuiden van Israël te hebben gezien. Ze herkenden hem nauwelijks en zeiden tekenen van marteling en slaaponthouding te hebben gezien.

„Hij werd vastgehouden terwijl hij zijn plicht jegens patiënten vervulde en voor hen zorgde volgens de eed die hij als arts had afgelegd,” zei VN-rapporteur Tlaleng Mofokeng in reactie op zijn dood. „Hij stierf omdat hij probeerde het recht op leven en gezondheid van zijn patiënten te beschermen.” „Dr. Adnan hield van het leven, hij was vrolijk en geliefd door iedereen”, zei de directeur van het al-Shifa-ziekenhuis, dr. Marwan Abu Saada, tegen CNN.

Zowel het Israëlische leger als de Israëlische Gevangenisautoriteiten weigeren informatie te geven over de toedracht van zijn dood. Zijn vrouw Yasmin heeft wel een zaak aangespannen, waarin zij een onderzoek eist naar zijn dood. Het lichaam van Al-Bursh wordt nog steeds vastgehouden door de Israëlische autoriteiten.

Volgens de VN waren er afgelopen juni al vijfhonderd medewerkers in de gezondheidszorg gedood in Gaza, tegen de achtergrond van „systematische aanvallen op ziekenhuizen en andere medische faciliteiten, in strijd met het oorlogsrecht”.

Adnan al-Bursh staat niet op de dodenlijst van het ministerie van Gezondheid, waarschijnlijk omdat de Israëlische autoriteiten zijn lichaam niet hebben vrijgegeven. Wel hebben ze zijn dood gemeld.

academicus en dichter, 52 jaar
20/08/1971 – 02/12/2023
Sufyan Tayeh

Sufian Tayeh, een prominente onderzoeker in de natuurkunde en toegepaste wiskunde, behoorde tot de beste academici in zijn vakgebied. Hij was een autoriteit op het gebied van elektromagnetisme en was gespecialiseerd in fotonische kristallen en biosensoren. Ten tijde van zijn dood op 2 december 2023 was Tayeh directeur van de Islamitische Universiteit van Gaza, die enkele maanden daarvoor door een Israëlische bombardement werd verwoest. Sinds 7 oktober zijn negentien instellingen voor hoger onderwijs in Gaza volledig verwoest of gedeeltelijk beschadigd door het Israëlische leger.

Sufyan Tayeh staat op pagina 564 van de lijst

Tayeh werd in 1971 geboren in het Jabalia-vluchtelingenkamp. Hij kreeg basisonderwijs op een school in het kamp die werd gerund door de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA). Hij was een voorbeeldige leerling, en ging na de middelbare school natuurkunde studeren aan de Islamitische Universiteit van Gaza. Nadat hij in 1994 zijn bachelor behaalde, kreeg hij een baan aangeboden bij de universiteit.

Van 2008 tot 2011 was Tayeh hoofd van de faculteit natuurkunde, in augustus 2023 werd hij benoemd tot directeur van de universiteit. Zijn onderzoek leverde hem nationale en internationale erkenning op. Tayeh was recent door Unesco benoemd tot de Palestina leerstoel voor natuurkunde, astrofysica en ruimtewetenschappen. En hij was twee keer fellow bij het International Center for Theoretical Physics (ICTP) in Italië. „Tayeh was een mentor en inspiratiebron voor diverse onderzoekers die naar ICTP kwamen”, verklaarde directeur Atish Dabholkar in reactie op zijn dood.

Tayeh had in 2020 een prestigieuze beurs gekregen en werd gevraagd om als gastonderzoeker naar de University of Waterloo te komen. Hij verhuisde in 2021 naar Canada en verbleef bij Omar Ramahi, hoogleraar elektro- en computertechniek aan de Universiteit van Waterloo. Ramahi beschreef Tayeh tegen de Canadese nieuwszender CTV News als een „zeer zachtaardige ziel”. „Hij was ongelooflijk productief dat jaar. Hij bleef het grootste deel van de tijd op kantoor. Toen werden we vrienden.”

Tayeh werd gedood bij een Israëlische luchtaanval op de wijk al-Faluja ten noordoosten van Gaza-stad, op 2 december. Zijn vrouw en twee volwassen kinderen kwamen ook om het leven. „Vertel de wereld wat er met ons gebeurt”, was een van de laatste berichten die Ramahi kreeg van zijn vriend. Toen de oorlog uitbrak, verwachtte hij al dat het noodlot Tayeh of zijn familie in Gaza zou treffen. „De hele familie is uitgemoord” zei hij tegen CTV News. „We moeten zijn nalatenschap eren. We moeten de doden respecteren door de wereld te vertellen hoe en waarom ze op deze manier zijn gestorven.”

visualization


Russische soldaten zijn met drones aan het ‘prijsschieten’ op de burgers van Cherson

Op een kleine groentemarkt in de Oekraïense stad Cherson vertellen enkele burgers hoe ze belaagd werden door Russische drones. De marktkooplieden stallen hun kraampjes recht voor een betonnen bunkertje. „De drone sloeg in op de schuilplaats”, wijst een van hen naar een schroeiplek op de grond. „Vier gewonden.” De video is opgenomen door een Amerikaanse journalist.

Drone-aanvallen op burgers in Cherson zijn aan de orde van de dag. De vrouw sloeg zelf op de vlucht toen zij een drone boven zich hoorde zoemen. „We zaten met veel vrouwen in de tuin toen hij over ons heen vloog. Ik rende naar huis terwijl ik omhoogkeek en dat ding hing boven ons, ter hoogte van de zesde etage, boven de auto van [buurtgenoot] Sasja. Ik hoorde een krakend geluid toen hij op de auto explodeerde. […] Het was een wonder dat mensen konden ontsnappen.” Sasja liep verwondingen aan zijn gezicht op, vier anderen werden ook geraakt.

Alleen al in september werden in de Oekraïense regio Cherson bijna drieduizend Russische aanvallen vastgesteld met ‘fpv-drones’ (first person view), drones met een camera en een explosief die van grote afstand worden bestuurd. Als gevolg van die aanvallen kwamen zes mensen om het leven en raakten 150 gewond.

Het regiobestuur heeft inmiddels een speciale campagne opgezet om de burgers van de stad te waarschuwen voor de drone-aanvallen. „Op de eerste plaats, bedenk dat u alle objecten in de lucht als vijandig moet beschouwen”, lezen de inwoners op informatieposters in de stad. „Als er een vijandelijke drone laag boven u zweeft, bent u waarschijnlijk al ontdekt. De belangrijkste regel om te overleven is direct een schuilplaats te zoeken zodra u een drone in de lucht hoort of ziet!”

De drones zijn heel snel en klein, je hebt een seconde. In een seconde kun je niks. Dit gebeurt elke dag.

Krystyna Synja,
inwoner Cherson

Verstoppen is onmogelijk

Een vuistregel is dat zodra de drone zakt tot zichtbare hoogte, de bestuurder zich klaarmaakt voor een aanval. Voor observatie vliegt hij hoger. „Het is absoluut niet mogelijk je te verstoppen”, vertelt Krystyna Synja (23), inwoner en vrijwillig hulpverlener, over de telefoon. „De drones zijn heel snel en klein, je hebt een seconde. In een seconde kun je niks. Dit gebeurt elke dag.”

Een tweede advies van de autoriteiten: „Beweeg snel, verander om de zeven tot tien meter van richting, en ren als een slang (dit maakt het voor de vijandelijke bestuurder moeilijker om de drone nauwkeurig te laten inslaan).”

Eind september probeerde de twintiger Anastasia op die manier op de fiets aan de dood te ontkomen. „Ik hoorde een geluid en draaide mijn hoofd omhoog naar links”, zegt ze in een video tegen de Amerikaans-Oekraïense journalist Zarina Zabrisky. „Ik zie dat de drone recht boven me vliegt. Ik stuur naar rechts, hij komt boven me, ik stuur naar links, hij komt boven me.”

Op beelden van de drone-aanval, gedeeld op Russische Telegram-kanalen, is te zien hoe de jonge vrouw werd opgejaagd. De dronebestuurder voorspelt een bocht naar links en laat de granaat vallen. „De granaat rolde langs mijn lichaam en viel op de grond. Ik trok mijn hoofd in en rolde in een bol, zo ben ik in leven gebleven”, vertelt de vrouw. De granaat was met de hand gemaakt en gevuld met titaniumsplinters die zo diep in haar bot boorden dat artsen ze er niet meer uit konden krijgen. Ze zal ermee moeten leven. „Maar ik zal waarschijnlijk blijven piepen bij de kassa.”

Derde nachtmerrie

De situatie in de stad is „apocalyptisch”, zegt de Amerikaanse hulpverlener Ben Dusing van World Aid Runners – de enige buitenlandse hulporganisatie met een standplaats in de stad. „Het is de derde nachtmerrie van Cherson. De eerste was de bezetting in 2022. Toen kwam het constante artillerievuur van de Russen vanaf de overkant, en daarna doken plots al die drones op.”

De stad had voor de oorlog een bevolking van zo’n 400.000, inmiddels zijn er nog zo’n 68.000 inwoners over. Dit zijn vrijwel allemaal mensen die om financiële of gezondheidsredenen niet kunnen vertrekken. Winkels zijn dicht of worden nauwelijks bevoorraad. Er is tekort aan de meest elementaire voorzieningen: medicijnen, voedsel, luiers.

Lees ook

Nederland gaat drones maken met Oekraïne, wat komt daarbij kijken? ‘Het onderscheid civiel en militair vervaagt’

Boven Kyiv zoeken Oekraïense zoeklichten naar Russische drones.

Burgers in de stad vertellen de Oekraïense nieuwssite The Kyiv Independent dat zij zich doelwit voelen van een ‘menselijke safari’ . Het idee is dat de drones jacht maken op burgers, bij wijze van sport. De Russische militairen zijn aan de overkant van de rivier de Dnipro gelegerd, ze kunnen geen bestormingen uitvoeren, dus gaan ze maar ‘prijsschieten’.

Dit is een dubbel oorlogsmisdrijf: burgers aanvallen en een terreurcampagne voeren

Paul Ducheine,
brigadegeneraal

De gedachte dat Russische militaire uit verveling burgers beschieten, bestrijdt de Nederlandse brigadegeneraal Paul Ducheine met klem. „Dit is een terreurcampagne”, zegt hij telefonisch. „Hier worden bewust burgers en civiele objecten aangevallen. Dat is een dubbel oorlogsmisdrijf: burgers aanvallen en een terreurcampagne voeren.” De Oekraïense autoriteiten hebben een onderzoek geopend „naar het feit dat het Russische leger de wetten en gebruiken van de oorlog heeft overtreden”.

Serieuze operatie

Ducheine wijst erop dat de drones en de springstof bevoorraad moeten worden en dat er voor dronegebruik op lange afstand een goede verbinding moet zijn. „Dit is gewoon een serieuze operatie. Dit heeft niets met verveling te maken.”

Ondersteunend voor dit argument is het feit dat Rusland volgens Oekraïne met name de dure Mavic-drones van het Chinese DJI gebruikt voor de aanvallen. „Daar zijn nog geen drone-jammers voor uitgevonden”, zegt Oleksandr Tolokonnikov, woordvoerder van het stadsbestuur van Cherson. „Het is sowieso een technologische oorlog om de frequenties. Dan blokken wij er een, en dan doen zij er weer wat tegen. Maar tegen de Mavics is dat nu nog niet effectief.”

Het doel van de operatie ziet Ducheine, tevens hoogleraar Recht van cyberoorlogvoering, als tweeledig. „Het is demoraliserend en ondermijnend. In 2022 zag je dit beginnen met aanvallen op de infrastructuur en kleinere bombardementen. Het idee erachter is dat de bevolking minder gemotiveerd raakt om weerstand te bieden. En misschien wel kritischer wordt op de regering.”

Het Oekraïense gebied langs de rivier de Dnipro is door de Russische strijdkrachten als ‘rode zone’ bestempeld. Dat maakt iedereen die daarin aanwezig is tot een ‘militair doel’. „Ik begrijp de logica van zo’n rode zone niet”, zegt woordvoerder Tolokonnikov. „Als alle burgers inderdaad zouden vertrekken bij de rivieroever, zou het alleen maar makkelijker worden voor onze verdedigers. Dan hoeven die geen rekening meer met hen te houden, dat doen ze nu wel.”

Mijnen tussen de bladeren

Om deze gebiedsontzegging door te voeren, dropt Rusland sinds een week ook dagelijks kleine anti-personeelsmijnen. Die plastic mijntjes zijn omhuld met groen of bruin plastic, lijken al gauw op vuilnis en verdwijnen op de grond tussen de vallende bladeren, waardoor je ze gemakkelijk over het hoofd ziet. „Die worden gegooid op plekken waar mensen bijeenkomen, zoals bushaltes. En die zijn erg lastig op te ruimen”, zegt woordvoerder Tolokonnikov.

De drone-aanvallen op burgers in de regio Cherson begonnen ruim een jaar geleden, blijkt uit onderzoek van Deutsche Welle (DW). Op basis van openbronnenonderzoek en gesprekken met Oekraïense overheidsfunctionarissen, oorlogsanalisten, hulpverleners en burgers concludeerde de Duitse omroep eind augustus in een documentaire dat het Russische leger vermoedelijk „willekeurig en systematisch” drones inzet tegen burgers.

Vanaf september vorig jaar werden inwoners van het rivierstadje Beryslav, niet ver van de verwoeste stuwdam bij Nova Kachovka, maandenlang geterroriseerd door drones die de Russen vanaf de overkant van de Dnipro lieten opstijgen. Bij meer dan honderd drone-aanvallen vielen zestien doden en raakten bijna 130 burgers gewond in en rond Beryslav.

‘Oefenen op de bevolking’

Volgens de DW-onderzoekers is meer dan 90 procent van de oorspronkelijke bevolking van 11.000 Beryslav inmiddels ontvlucht. In het Duitse onderzoek wordt onder meer geconcludeerd dat Rusland in de regio Cherson nieuwe drones test, en dat Beryslav feitelijk werd gebruikt als proeftuin waar Russische drone-bestuurders konden „oefenen op de lokale bevolking”, zoals Ljoebov Kindrat, Oekraïense overlevende van een drone-aanval, het omschreef.

De Russen kunnen met hun nieuwste drones verder reiken dan met de eerste generaties. Die konden over het algemeen niet veel verder dan een paar kilometer van de bestuurder vliegen; inmiddels is die afstand in Cherson fors uitgebreid, omdat de Russen apparaten en verkenningsdrones inzetten die de signalen van de aanvalsdrones kunnen delen en versterken, zo vertelde een Oekraïense dronemaker in Cherson deze week tegen The Kyiv Independent. „We zien wapentuig dat een doorontwikkeling is van huis-tuin-en-keukenmateriaal”, zegt Ducheine. „De drempel om het te gebruiken ligt dan ook lager.”

Er is één huis-tuin-en-keukenoplossing die wel werkt tegen de kamikazedrones: netten ophangen. Dat wordt al toegepast in de loopgraven. „Maar je kunt niet door de hele stad netten ophangen”, zegt woordvoerder Tolokonnikov. „Het enige dat mensen kunnen doen om echt veilig te zijn, is evacueren.”


Verwachte Israëlische vergeldingsaanval op Iran heeft gevolgen voor relaties van Israël met buurlanden en VS

Israël heeft er geen misverstand over laten bestaan dat het hard wil terugslaan na de Iraanse raketaanval op Israël van vorige week. Hoe hard, blijft onzeker. Het Israëlische zelfvertrouwen, in het bijzonder dat van premier Netanyahu, is de laatste weken echter snel toegenomen na de harde klappen die het Israëlische leger aan de Iraanse bondgenoot Hezbollah in Libanon heeft toegebracht. En velen in Israël zien het als een buitenkans om eindelijk af te rekenen met de oude vijand Iran.

Daarbij gaat de meeste aandacht uit naar Irans omstreden nucleaire programma. „We moeten nu optreden om Irans nucleaire programma te vernietigen, zijn centrale energie-installaties, en we moeten dit terroristische regime een fatale slag toebrengen”, schreef oud-premier Naftali Bennett vorige week. Ook Netanyahu ziet dit programma al jaren als een grote bedreiging voor Israël omdat hij Iran ervan verdenkt een eigen kernwapen te willen ontwikkelen, ondanks nadrukkelijke Iraanse ontkenningen.

Dat een aanval op Irans nucleaire faciliteiten een serieuze optie is voor Israël liet de luchtmacht twee jaar geleden zien met een gesimuleerde aanval; tijdens die oefening boven de Middellandse Zee, genaamd ‘Chariots of Fire’, voerden meer dan honderd gevechts-, transport- en tankvliegtuigen een gefingeerde aanval uit tegen „doelwitten op grote afstand”.

Diep verscholen in bergen

De grote vraag bij een échte aanval is wat Israël met zijn eigen wapenarsenaal kan uitrichten tegen de Iraanse nucleaire installaties. Een belangrijk deel van het nucleaire programma, zoals centrifuges waarmee uranium wordt verrijkt, is diep weggestopt in ondergrondse tunnelcomplexen in de bergen, zoals bij Fordow en Natanz. Soms wel 80 tot 145 meter onder de oppervlakte.

Om aanvallen uit te kunnen voeren op dergelijke doelen kan Israël niet zonder bommen als de Amerikaanse GBU-57 Massive Ordnance Penetrator (MOP), ook bekend als bunker busters. Deze zes meter lange bommen hebben een gewicht van ruim twaalfduizend kilo en zijn de zwaarste niet-nucleaire explosieven, speciaal ontworpen om diep in de aarde door te dringen, waar militaire installaties letterlijk zijn aangelegd in grotten of in een berg. Door hun gewicht en lengte kunnen deze bommen alleen worden afgeworpen door zware strategische bommenwerpers als de B-2 Spirit van de Amerikaanse luchtmacht, bekend als de Stealth bommenwerper.

Zwaarste bunkerbommen

Maar wapendeskundigen vragen zich af of deze zwaarste bunkerbommen zó diep in de aarde kunnen doordringen als nodig zou zijn in Iran.

Iran lijkt bovendien te hebben geleerd van het verleden. De bouw van het nucleaire verrijkingscomplex bij Natanz begon rond het jaar 2000, aanvankelijk boven de grond. Maar in 2020 kondigde Teheran aan die installatie te vervangen door een ondergronds complex in de nabijgelegen Zagros-bergen na een grote brand, waarbij veel waardevolle apparatuur verloren zou zijn gegaan. Analisten gingen er destijds vanuit dat Israël verantwoordelijk was voor de sabotage die leidde tot de brand.

President Joe Biden heeft al bij herhaling duidelijk gemaakt dat hij tegen zo’n Israëlische aanval op Irans nucleaire programma is om verdere escalatie van de oorlog in het Midden-Oosten te voorkomen. Hij stelt dat een Israëlische vergelding voor de Iraanse raketaanval van vorige week ‘proportioneel’ moet zijn.

Volgens het Amerikaanse medium Axios heeft Bidens veiligheidsadviseur, Jake Sullivan, de Israëliërs vorige week zelfs al gewaarschuwd dat de Amerikanen Israël bij een volgende Iraanse raketaanval niet meer automatisch te hulp zouden schieten als Israël niet vooraf al duidelijkheid geeft over de plannen die het heeft met zijn vergeldingsaanval op Iran.

Veelzeggend voor het wantrouwen dat op dit moment heerst tussen de Amerikanen en Israël is dat de Israëlische minister van Defensie, Yoav Gallant, dinsdag op last van premier Netanyahu een bezoek aan het Pentagon en zijn Amerikaanse ambtgenoot Lloyd Austin annulleerde. Daar zouden de twee ministers spreken over de Israëlische aanvallen op Libanon en de voorgenomen vergeldingsaanval op Iran. In plaats van dit bezoek zouden Netanyahu en Biden elkaar later vandaag telefonisch spreken, voor het eerst in enige weken. De afzegging versterkte echter het idee dat Washington op dit moment nog maar weinig greep heeft op de oorlogshandelingen van Israël.

Een ander Israëlisch doelwit in Iran kan de olie-industrie zijn, de belangrijkste pijler onder de Iraanse economie. Het middelpunt van de Iraanse olie-industrie is de immense terminal op het eiland Kharg in de Perzische Golf. Daarvandaan wordt de olie – deels via geheime kanalen wegens de Amerikaanse sancties – naar elders vervoerd. Ook langs de Golf en aan de Straat van Hormoez heeft het land tal van grote raffinaderijen en oliehavens.

Maar ook een aanval op de Iraanse olie-industrie wordt ernstig ontraden, niet alleen door Washington, maar ook door de omringende olielanden in de Golf. President Biden maakt zich zorgen over de stabiliteit in de regio, maar ook over de mogelijke consequenties van zo’n Israëlische aanval voor de wereldwijde olieprijzen; een (veel) hogere olieprijs kan weer gevolgen hebben voor het gedrag van de Amerikaanse kiezer bij de presidentsverkiezing van 5 november.

Het ligt volgens Amerikaanse defensiefunctionarissen die spraken met The New York Times voor de hand dat Israël zich met zijn vergeldingsaanval eerst zal richten op Iraanse militaire bases en mogelijk op locaties waar de inlichtingendiensten of het Iraanse leiderschap zijn gevestigd. Israël zou zich kunnen richten op radar- en luchtverdedigingsinstallaties rond Teheran of zijn vele militaire fabrieken en accommodaties, zoals het commando- en controlecentrum van de Revolutionaire Garde in Teheran. Ook locaties waar raketten en drones worden geproduceerd – op tal van plaatsen verspreid over het hele land – zijn vermoedelijk doelwitten, net als munitiedepots en lanceerinstallaties voor ballistische raketten, onder meer bij Khorramabad en Arak in het westen van Iran.

Gebruik van het luchtruim

Aan een rakettensalvo op Iran kleven ook voor Israël aanzienlijke politieke risico’s. Israël kan er daarbij niet bij voorbaat van uit gaan dat zijn buurlanden Jordanië en Saoedi-Arabië akkoord gaan met het gebruik van hun luchtruim voor zo’n operatie tegen Iran.

In zowel Jordanië als Saoedi-Arabië ligt zo’n besluit gevoelig. Hoewel Jordanië een vredesverdrag met Israël heeft getekend en bij de aanvallen van april en ook weer vorige week hielp om overvliegende Iraanse projectielen onschadelijk te maken, staat de Palestijnse meerderheid van de bevolking zeer kritisch tegenover de Israëlische militaire acties in de Gazastrook, Libanon en de Westelijke Jordaanoever.

Ook Saoedi-Arabië neemt liever geen risico’s, al heeft ook dat vóór de Iraanse aanval van april wel inlichtingen met Israël gedeeld. De Saoediërs beseffen dat Iran al heeft aangegeven het als een vijandige daad te beschouwen als Riad Israëlische raketten zou laten vliegen door zijn luchtruim naar Iran bij een missie om bij voorbeeld Irans olie-installaties te raken. „Teheran zal dienovereenkomstig reageren”, waarschuwde een hoge Iraanse functionaris deze week.

De Saoediërs herinneren zich in dit verband nog goed hoe Iran, vermoedelijk via een pro-Iraanse militie in Irak, in 2019 een geslaagde drone-aanval uitvoerde op een grote Saoedische olieraffinaderij. De internationale oliemarkt raakte daardoor tijdelijk ontregeld. De Iraniërs hebben ook andere Golfstaten laten weten dat ze op Iraanse represailles konden rekenen als een van hen zou meewerken aan een aanval op Iran. Een westerse diplomaat vertelde persbureau Reuters dat neutraliteit het minimum is waarop Teheran rekent van de kant van de Golfstaten. Vorige week lieten de Golfstaten tijdens een bijeenkomst in Qatar weten dat zij ‘neutraal’ zijn in het conflict.

Jordanië, Saoedi-Arabië en de andere Golfstaten kiezen niet graag partij. Aan de ene kant willen ze hun relaties met Israël en – belangrijker nog voor hen – met Israëls belangrijkste bondgenoot, de Verenigde Staten, niet in gevaar brengen. Vooral voor de Golfstaten geldt daarnaast dat ze ook Iran, waarmee ze de laatste jaren de banden enigszins hadden zien verbeteren, niet graag tegen de haren in strijken.

Israëlische vliegtuigen kunnen ook een omweg via het noorden naar Iran kiezen, via Syrië en Irak, waar het vaker acties heeft ondernomen. Maar tijdens die vijftienhonderd kilometer durende reis zouden de vliegtuigen in de lucht boven vijandelijk gebied moeten worden bijgetankt. Een hachelijke operatie. Mogelijk zouden de vliegtuigen ook hinder ondervinden van luchtafweer van Russische makelij.

Volgens oud-premier Ehud Olmert hoeft Israël helemaal geen vernietigende klap uit te delen aan Iran. Als Israël er maar in slaagt een aantal militaire doelen op verschillende plekken te raken en zo laat zien wat het Iran potentieel kan aandoen, is dat voldoende. „Dat is precies waar het bij afschrikking om gaat”, zei hij.

Lees ook

Waarom kwam de aanval juist nu, en wat kan Israël terugdoen? Zeven vragen over de Iraanse raketaanval op Israël

Schoolhoofd Chani Karinel inspecteert haar school in het Israëlische Gedera nadat die beschadigd is geraakt door de ballistische raketten uit Iran.


Het is oorlog in het zuiden van Libanon, maar de overheid schittert door afwezigheid

In het normaal uitgestorven winkelcentrum in hartje Beiroet klinkt ineens luid geklap en geschreeuw. Tientallen kinderen staan met hun ouders rond een groepje clowns dat onder begeleiding van circusmuziek trucjes doet met diabolo’s. Wanneer die de lucht in gaan en opgevangen worden, slaken de kinderen kreten van enthousiasme.

De kleine circusact is een welkome en zeldzame afleiding in de provisorische opvangplek in het oude winkelcentrum Azarieh. Honderden mensen uit Zuid-Libanon, Zuid-Beiroet of de oostelijke Bekaavallei zijn hier de afgelopen weken neergestreken om de Israëlische bombardementen te ontvluchten.

Van een van de leegstaande winkels is een klein kantoortje gemaakt. Een paar coördinatoren van Amal, een sjiitische politieke partij, delen er gedoneerde matrassen en speelgoed uit. Noureen, een jonge moeder van twee, zegt dat ze kleding nodig heeft omdat de winter eraan komt. Ze beweegt haar hoofd omhoog, een duidelijk ‘nee’ op de vraag of de overheid hier hulp biedt. „Natuurlijk niet. Er zijn alleen wat vrijwilligers en mensen van Amal.”

De situatie hier is tekenend voor het functioneren van de Libanese overheid, die zoals meestal schittert door afwezigheid. Dat was al zo vóór het presidentiële vacuüm waarin het land zich al bijna twee jaar bevindt. Het gebrek aan een nationale, verenigde overheid wordt vaak als een van de oorzaken gezien van de vele crises die het land de afgelopen jaren heeft moeten verduren. De politieke verdeeldheid zorgt ervoor dat veel Libanezen als het erom spant vooral rekenen op de religieus-etnische groep waartoe ze behoren, met elk een eigen politieke partij, sociale organisaties en militie.

Voor de gevluchte sjiitische bevolking geldt bovendien dat ze gezien de huidige oorlog minder kan terugvallen op het economische en sociale vangnet van Hezbollah.

Stilstand

Nu de oorlog zich elke dag lijkt uit te breiden, dreigen veel andere facetten van de Libanese samenleving ook langzaam tot stilstand te komen.

Hoewel Libanon het grootste gedeelte van zijn graan importeert, valt de lokale productie mogelijk binnenkort stil. „Ik verwacht dat we graantekorten krijgen. De overheid heeft een voorraad van twee of drie maanden. Maar het is onzeker of wij in november voor het volgende seizoen kunnen gaan planten”, zegt Najeeb Faris, directeur van de Tarwe- en Graanboerenvereniging in de Bekaa, in Oost-Libanon. „Vanaf nu is het ook mogelijk dat brandstof of kunstmest schaars worden, omdat Libanon belegerd wordt.”

Libanon importeert het grootste deel van zijn voedsel, maar veel groente en fruit en olijfproducten komen uit het zuiden en het oosten – precies die gebieden die onder vuur liggen.

Faris zegt dat veel boeren door de Israëlische bombardementen in het zuiden en noordoosten van het land niet meer bij hun gewassen kunnen komen. „In gebieden die nog niet zijn gebombardeerd, is de distributie ook erg traag, omdat veel gebieden afgesloten worden. Ook de sluiting van sommige landsgrenzen met Syrië raakt de landbouw.”

Het vliegveld en de grote haven van Beiroet functioneren nog grotendeels. Een woordvoerder van de havenautoriteit zegt echter dat er inmiddels zo’n 30 procent minder activiteit is dan een jaar geleden.

Ook de toerismesector wordt nu nog harder geraakt dan het afgelopen jaar al het geval was. Normaal is deze sector goed voor bijna een derde van het Libanese bbp. „In de zomer zagen we al dat toeristen en mensen van de diaspora uit verre landen bijna niet meer kwamen. Nu ligt het helemaal op z’n gat”, zegt Maya Bekhaazi van een van de horecaverenigingen. Het aanbod van allerlei producten neemt af en de prijzen van voedsel stijgen. Bekhaazi verwacht dat de afsluiting van de Libanese kustlijn vanaf de grens tot een punt ten noorden van de stad Sidon, als onderdeel van het Israëlische offensief, de lokale visserij ook zal raken.

Door de economische crisis in Libanon sinds 2019 is de economie in sterke mate gedollariseerd en afhankelijk van contant geld. Geldwisselaars beginnen nu echter ook in de problemen te raken. „We hadden al last van illegale bedrijven die ons beconcurreerden met lagere tarieven”, zegt Majd Masri van het Syndicaat van Geldwisselaars. „Nu is dat nog veel erger. Bovendien komen er nu geen vreemde valuta meer het land in en houdt iedereen vast aan zijn dollars. Dus we kunnen steeds minder transacties doen. We hebben al moeten afschalen en mensen moeten ontslaan.”

Leger blijft buiten het conflict

En hoe zit het met het Libanese leger? „Terwijl in theorie de missie van het leger is om de grenzen te verdedigen en de vijand af te weren in geval van oorlog, wijkt de situatie in Libanon af van deze fundamentele principes”, zo typeert de Franstalige Libanese krant L’Orient-Le Jour de situatie.

Premier Najib Mikati zei vorig jaar oktober al dat „de beslissing over oorlog en vrede” niet in de handen van de regering ligt, maar in die van Hezbollah. Het hele jaar hebben politici benadrukt dat ‘Libanon’ geen oorlog wil, en dus heeft het leger zich ook niet in het conflict gemengd.

„Het leger is ingezet in gebieden waar zich ontheemde bevolkingsgroepen bevinden, met als doel hen te beschermen”, zei militair expert Riyad Kahwaji tegen L’Orient-Le Jour. „Deze taak is nog crucialer geworden nu de spanningen de laatste dagen een hoogtepunt hebben bereikt, waarbij Hezbollah door een groot deel van de Libanese samenleving wordt beschuldigd van het meeslepen van het land in deze oorlog.”

Maar nu Israëls offensief steeds grotere delen van het land beslaat, en Israëlische militairen vorige week ook de grens overstaken, is het de vraag hoelang Libanon zijn eigen leger hier buiten kan houden.


Tunesiërs gaan stemmen op de autocratische president, want ‘hij verloste ons van het parlement’

„Ziehier het Tunesië van 7 oktober. Milities en bandieten die vol arrogantie en minachting door onze straten marcheren.”

Op sociale media delen tegenstanders van president Kais Saied dit fragment uit diens campagnevideo. Een clubje mannen banjert zelfverzekerd over de markt, met de verkiezingsfoto van hun gedroomde leider pontificaal boven hun hoofd. De datum verwijst naar de dag na de verkiezingen: op 6 oktober kiest Tunesië een nieuwe president.

Voor veel Tunesiërs is een nieuwe termijn voor Saied juist een toekomstwens. Neem Kamel, eigenaar van Chez Kamel, een klein antiekzaakje in Le Kram, een verarmd plaatsje ten noorden van Tunis. Al zijn vrienden stemmen op de zittende president.

„Ons land gaat de goede kant op. Misschien is er sinds de verkiezingen van 2019 nog weinig verbeterd, maar Saieds vijanden werken hem tegen”, echoot de zestiger Saieds complottheorieën. „Kijk bijvoorbeeld naar de strijd tegen de corruptie en de voedselspeculanten. Hoe dan ook is hij degene die de islamieten heeft gekielhaald.”

‘De islamieten’, dat zijn de politici van Ennahda, de voormalige regeringspartij die vaak de schuld krijgt van de opeenvolgende machtsconflicten en corruptieschandalen waardoor Tunesië na de revolutie van 2011 economisch ten onder ging.

Vijf jaar geleden, bij de vorige presidentsverkiezingen, struikelde je op straat in Tunis over de politieke meningen. Hoogoplopende discussies in cafés en op de radio. Kleurige campagne-billboards en flyerende campagnemedewerkers in de straten. Zesentwintig presidentskandidaten namen deel aan tv-debatten, een primeur in de Tunesische politieke geschiedenis.

Een vrouw passeert een verkiezingsaffiche van president Kais Saied in Ariana, Tunesië.
Foto Chedly Ben Ibrahim/NurPhoto

Tegenwoordig controleert de kiesraad „alles wat te maken heeft met de verkiezingen, met name op het gebied van politieke reclame, en de verspreiding en publicatie van de resultaten van opiniepeilingen, analyses en perscommentaren”. De schaarse affiches – sobere A4-posters van twee van de drie kandidaten – lijken met tegenzin opgeplakt. Direct naast het lyceum in het kustplaatsje La Marsa, op enkele kilometers van Le Kram, zijn de affiches al vaal en gescheurd. Het dichtst bij de deur hangt Saied, in wit overhemd en zwart pak, met zijn slogan ‘Bouwen en ontwikkelen’. Daarnaast hangt de leider van de nationalistische pro-regeringspartij De Volksbeweging, Zouhair Maghzaoui, in een donkerblauw pak, met een helderblauwe zee als achtergrond. Hij belooft de kiezers ‘Een ander Tunesië’.

Ruim veertien jaar gevangenis

De derde kandidaat Ayachi Zammel, favoriet bij de oppositie, kreeg gedurende de laatste twee weken bij elkaar meer dan veertien jaar gevangenisstraf in drie verschillende processen. „Een oneerlijke schijnvertoning” volgens zijn advocaat, vanwege valse documenten en fraude met steunhandtekeningen.

Saieds campagneposter scoort ook goed bij de oppositie, maar dan met een grote opgestoken middelvinger ervoor en de tekst: ‘Neuk je moeder – de staat’. Twee afzenders werden opgepakt en korte tijd vastgehouden. Halverwege vorige maand signaleerde mensenrechtenorganisatie Amnesty International een „duidelijke aanval op de mensenrechten en de rechtsstaat in aanloop naar de verkiezingen”.

Het betreft een lange lijst van misstanden, variërend van intimidatie van politieke tegenstanders, journalisten en mensenrechtenactivisten tot het aan banden leggen van ngo’s en pogingen om de rechterlijke macht verder te ondermijnen. Daarbij arresteerden de autoriteiten minstens 97 leden van oppositiepartij Ennahda op verdenking van samenzwering en vergelijkbare aanklachten onder de antiterrorismewet.

Saied belooft dat hij „de macht niet zal overdragen aan een verrader”. De meeste van zijn concurrenten zitten in de gevangenis. Drie belangrijke rivalen mogen van de kiesraad niet meedoen aan de verkiezingen. Zij kregen in hoger beroep gelijk van de bestuurlijke rechtbank, maar die beslissingen werden genegeerd. Ter voorkoming van dit soort ‘conflicten’ is vorige week op stel en sprong de kieswet veranderd zodat de kiesraad voortaan het laatste woord heeft.

„Tunesië is een bananenrepubliek”, concluderen tegenstanders van Saied op Facebook. Niet volgens de 35-jarige online verkoopster Hajer, die met een glas citroenlimonade in het drukke café Le Wagram aan de hoofdstraat in L’Aouina zit, ergens tussen Tunis en La Marsa. „Stemmen is heel belangrijk”, vindt ze. „Het gaat om de toekomst van ons land. Saied komt op voor Tunesië en is geen lakei van Europa.”

Desondanks verrast de Tunesische president vriend en vijand met zijn strikte uitvoering van de vorig jaar juli met de EU gesloten Tunesië-deal. In ruil voor honderden miljoenen euro’s beloofde Saied de migratie naar Europa te beperken, wat ook gebeurt. In Tunesië wordt de deal doodgezwegen, Saied is er niet trots op.

Ondertussen noemt Hajer haar andere redenen om Saied een nieuwe termijn te gunnen. „De leider van de Islamitische partij zit in de gevangenis. En hij verloste ons van het parlement.”

Aanhangers van de Free Destourian partij tijdens een demonstratie tegen president Kais Saied in Tunis, 28 september. Ze eisen de vrijlating van hun partijleider Abir Moussi.
Foto Mohamed Messara/EPA

Machtsgreep

Zo belandt Hajer bij het echte onderwerp van deze presidentsverkiezingen: de definitieve legitimatie van Saieds machtsgreep op 25 juli 2021, waarmee Saied het parlement ontbond en alle regeringsmacht naar zich toetrok. Daarna greep hij de controle over de rest van het overheidsapparaat, de media en het instituut voor statistiek. Zijn grondwet reduceert ministers tot uitvoerende ambtenaren en het parlement tot een medezeggenschapsorgaan met ongeveer evenveel bevoegdheden als de gemiddelde ouderraad op een Nederlandse basisschool.

Toch vindt Hajer Tunesië nog steeds een democratie. „Saied is integer. Tunesiërs vroegen om de machtsgreep. Protest is nog steeds mogelijk en je kunt alles zeggen. Maar na de revolutie hebben Tunesiërs hun vrijheden misbruikt. Grof taalgebruik, de president beledigen. Logisch dat Saied niet alles pikt.”

Voor zover er nog wordt gedebatteerd, is dat onder tegenstanders over de vraag of stemmen nog zin heeft en voor wie dan. „De situatie is ernstig”, vat activist Gargabil de situatie op X samen. „Stel dat oppositiekandidaat Ayachi Zammel wint, dan zullen Saieds rechters die overwinning zeker ongedaan maken. Zouhair Maghzaoui wordt nu nog met rust gelaten. Dus wat te doen: direct op Maghzaoui stemmen, of massaal op Zammel, waardoor we uiteindelijk opnieuw de straat op zullen moeten?”

Lees ook

deze reportage over de repressie in Tunesië

Aanhangers van oppositiecoalitie Front du Salut National eisen eerlijke presidentiële verkiezingen bij een demonstratie in Tunis, 12 mei 2024. De verkiezingen zijn gepland voor 6 oktober.


De radicaal-rechtse FPÖ kan niet regeren, opeens is er een cordon sanitair in Oostenrijk

De partij van de Oostenrijkse kanselier Karl Nehammer, de christen-democratische Österreichische Volkspartei (ÖVP), heeft fors verloren bij de parlementsverkiezingen afgelopen zondag. Met 11 procentpunten verlies vergeleken met de verkiezingen vijf jaar geleden (nu 26,5 procent) zou je de ÖVP ook wel de grote verliezer van deze ‘Nationalratswahl’ kunnen noemen. Toch is huidig minister van Buitenlandse Zaken Alexander Schallenberg (ÖVP) ervan overtuigd dat „ook de toekomstige bondskanselier Karl Nehammer zal heten”, zo zei hij dinsdag in gesprek met journalisten.

De radicaal-rechtse Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ), onder leiding van Herbert Kickl, is de grote winnaar van de verkiezingen. De partij behaalde het beste resultaat in haar geschiedenis en werd met 29 procent van de stemmen voor het eerst de grootste. Maar geen enkele partij wil met de FPÖ in zee. Ook de ÖVP, die tweemaal eerder (in 2000 en in 2017) een coalitie aanging met de FPÖ, distantieert zich van de radicaal-rechtse partij. De reden daarvoor is de partijleider; Nehammer sluit een coalitie met de FPÖ onder leiding van Kickl uit.

Lees ook

Herbert Kickl perfectioneerde het populisme

Herbert Kickl (midden), leider van de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ) op een verkiezingsbijeenkomst in Graz, Oostenrijk, op 7 september 2024.

Het Oostenrijkse cordon sanitaire is een nieuw fenomeen. Al in de jaren zeventig liet de sociaal-democratische kanselier Bruno Kreisky (SPÖ) zijn minderheidsregering gedogen door de FPÖ. In 2000 legden EU-landen nog sancties op aan Oostenrijk vanwege de regeringsdeelname van de FPÖ, die destijds succesvol was onder leidsman Jörg Haider. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Benita Ferrero-Waldner (ÖVP) werd door haar Europese collega’s met de nek aangekeken vanwege de samenwerking met de FPÖ.

SS-lied

Volgens Schallenberg zouden dergelijke reacties op samenwerking met de FPÖ inmiddels ondenkbaar zijn. Overal in Europa worden rechts-populistische partijen gekozen en belanden ze in de regering. Waarom de ÖVP juist nu de FPÖ uitsluit? „Onder Kickl is de FPÖ verder geradicaliseerd”, zegt Schallenberg. Of alleen een wissel aan de top van de FPÖ genoeg zou zijn voor de ÖVP om tóch in gesprek te gaan, vindt Schallenberg een speculatieve vraag. „De FPÖ zal Kickl niet laten vallen.”

Maar ook afgezien van Kickl lopen er extremisten rond in de partij. Volgens berichtgeving van de Oostenrijkse krant Der Standard werd vrijdagavond door verschillende FPÖ-prominenten een SS-lied gezongen ter gelegenheid van de dood van een andere FPÖ’er. De FPÖ ontkent.

De ÖVP lijkt een coalitie met de sociaal-democratische SPÖ en de progressief-liberale NEOS te willen proberen. Een dergelijke samenwerking zal niet eenvoudig worden, want de ÖVP wil belastingen verlagen, de SPÖ wil ze verhogen en NEOS wil fors bezuinigen. De SPÖ behaalde haar slechtste resultaat ooit met 21 procent van de stemmen; de meestgehoorde kritiek op lijsttrekker Andreas Babler is dat hij een té sociale koers vaart, wat ook resulteerde in grote interne strijd.

Het slechte resultaat van de ÖVP wijt Schallenberg hoofdzakelijk aan externe omstandigheden: „Het waren geen makkelijke jaren voor de burgers. Eerst twee jaar corona, vervolgens inflatie en oorlog in Europa.”

Van die thema’s kon de FPÖ dan weer profiteren. Kickl werd een nationale beroemdheid door zijn optredens op demonstraties van coronasceptici. En op de inflatie heeft hij een eenvoudig antwoord: als Oostenrijk gewoon weer goedkoop gas uit Rusland kan importeren, gaan volgens Kickl de andere prijzen vanzelf weer omlaag. Sancties tegen Rusland wil Kickl sowieso niet.

Een overijverige staat

Met name door corona wist de FPÖ deze verkiezingen drie nieuwe kiezersgroepen voor zich te winnen, volgens de Oostenrijkse politicologe Kathrin Stainer-Hämmerle: burgers die voorheen niet stemden, vrouwen en relatief hoogopgeleide, goedverdienende Oostenrijkers. „Tijdens de coronacrisis daalde het vertrouwen in de politiek. Veel mensen hadden het gevoel dat de overheid te veel ingreep in de persoonlijke sfeer”, zegt Stainer-Hämmerle via een videoverbinding. In Oostenrijk werd in november 2021 zelfs een vaccinatieplicht uitgeroepen, enkele maanden later werd dat besluit teruggedraaid. Volgens Stainer-Hämmerle hebben dergelijke maatregelen mensen extra gevoelig gemaakt voor een overijverige staat, en de FPÖ maakt gebruik van dat sentiment.

„Ook als het nu om bijvoorbeeld klimaatmaatregelen gaat, krijgen mensen snel het gevoel: je mag niet meer in die en die auto rijden, we mogen onze schnitzel niet meer eten.”

Een ander typisch Duitstalig thema is het ‘gendern’, het inclusiever maken van de taal door niet alleen het mannelijk neutrum te gebruiken maar altijd ook de vrouwelijke vorm. Aan universiteiten, bij publieke omroepen en bij veel politici is het ‘gendern’ volstrekt ingeburgerd, maar veel Oostenrijkers en Duitsers vinden die uitbreiding van de grammatica door media en politiek een moeilijk te verkroppen vorm van paternalisme.

Andere onderzoekers concludeerden eerder al dat ook in de Duitse deelstaten Brandenburg, Thüringen en Saksen, waar in september verkiezingen waren, een stuk meer vrouwen dan voorheen op de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland stemden vanwege hun ervaringen in de coronacrisis. Het sluiten van scholen en van kinderopvang tijdens de pandemie, volgens de onderzoekers, had bijzonder veel impact op vrouwen die vaak naast hun werk ook opdraaiden voor de verzorging van de kinderen. Dat zorgde voor grote onvrede over de maatregelen, soms ook gepaard met de wens voor meer traditionele gezinsverhoudingen waarin de vrouw niet én moet werken, én voor de kinderen moet zorgen.

Lees ook

Schrijver Antonio Scurati over populisme en radicaal-rechts: ‘Het ware gevaar schuilt in de dagelijkse erosie van de democratie’

Antonio Scurati: ‘De immense politieke tragedie van de twintigste eeuw lijkt geen enkele invloed meer te hebben op onze manier van denken en handelen’


Arrestatie van kritische journalist is ‘exemplarisch voor het huidige Cambodja’

De Cambodjaanse journalist Mech Dara (36), die grootschalige cyberslavernij in het land aan de kaak stelde, is volgens lokale bronnen gearresteerd door de militaire politie. Volgens een familielid dat bij hem in de auto zat werd hij gisteren bij een tolpoort bij Phnom Penh aangehouden en meegenomen. De overheid heeft zijn arrestatie nog niet bevestigd. Ook is niet bekend waar hij wordt vastgehouden.

Mech Dara heeft een lange staat van dienst. Hij werkte voor de Engelstalige Cambodia Daily en de Phnom Penh Post. Beide mediabedrijven zijn vorig jaar op last van de overheid gesloten. Mech was een van de Cambodjaanse journalisten die ruchtbaarheid gaven aan de cyberslavernijbendes die in steden als Sihanoukville en Phnom Penh in tientallen zwaarbewaakte flats mensen tewerkstelden om elders in de wereld via dating- en investeringswebsites mensen van hun spaargeld te beroven.

Lees ook

Chinese cyberslaven in Cambodjaanse torenflats: de maffia van Sihanoukville

Een van de duizenden  Chinese bouwprojecten  in   havenstad Sihanoukville, Cambodja  in 2020.

Op X meldde Mech regelmatig andere misstanden. Zijn laatste bericht ging over mogelijke ontginning van de heilige berg Ba Phnom. Lokale overheden hekelden zijn bericht en noemden het „ordeverstorend”. Mogelijk is hij vanwege dit bericht opgepakt.

Geen persvrijheid

„Dat zes auto’s nodig waren om journalist Mech Dara te arresteren is exemplarisch voor het huidige Cambodja”, schrijft Phil Robertson, Azië-directeur van Human Rights Watch in een statement. Hij riep op tot zijn vrijlating. „De arrestatie van Mech vanwege een bericht op sociale media is absurd en onacceptabel. Het toont de mate waarin president Hun Manet controle wil hebben over de media en persvrijheid niet toestaat”, aldus Robertson.

Cambodja werd tussen 1995 en 2023 met ijzeren vuist geregeerd door autocraat Hun Sen. Vorig jaar droeg hij zijn macht over aan zijn zoon Hun Manet. Er zijn geen tekenen dat het land onder Hun Manet minder autocratisch is geworden. De internationale organisatie Journalisten Zonder Grenzen plaatst Cambodja op haar persvrijheid-index van 180 landen op de 151ste plaats.


De film die al 55 jaar Guinee’s onafhankelijkheid bezingt, pijnigt de bejubelde maker nu: ‘Ook wij geloofden in revolutie’

Heel soms zet hij hem thuis op. Gewoon voor zichzelf. Om de beelden te zien die hem nog steeds doen verzuchten dat geen land zo rijk is, zó mooi is als Guinee. En om de muziek te horen die hij er met veel precisie bij uitkoos. Het kan hem na al die jaren nog steeds ontroeren, zegt Sékou Oumar Barry. Al pijnigt het de inmiddels 88-jarige filmmaker ook. Niet zozeer de film zelf, maar wel waar die voor stond. „Ons momentum is gebroken.”

Om bij het bescheiden huis van één van de grondleggers van de Guinese cinema te komen, is enige coördinatie nodig. Aan de rand van hoofdstad Conakry, bij een kruising waar tweewielers langs rammelende auto’s sjezen, moet de journalist uitkijken naar een pompstation, had Barry aan de telefoon gezegd. Daar verschijnt vanachter een gietijzeren hek een smalle, witgrijze man in Nike-badslippers en een lang gewaad. „Gevonden”, zegt hij opgetogen.

Maar die film dus. Et vint la Liberté (En de vrijheid kwam) is een veertig minuten durende vertelling in zwart-wit van Guinees weg naar onafhankelijkheid in 1958, die van Barry een legende zou maken. Deze 2 oktober, de dag waarop Guinee viert dat het kolonisator Frankrijk de deur wees, zal hij opnieuw worden vertoond. Dat gebeurt ieder jaar sinds de film in 1969 voor het eerst op een groot scherm in de hoofdstad werd geprojecteerd.

Wat toen begon als een jaarlijkse gratis publieksvertoning, heeft inmiddels plaatsgemaakt voor zendtijd op de nationale zender. Maar verder is het vaste prik. Ieder jaar op 2 oktober ontvangt hij dezelfde soort berichtjes, vertelt Barry vanaf het puntje van een crèmekleurige bank. „Meneer Barry, uw film is op tv!” Grote grijns. Waarom hij denkt dat mensen zijn film nog steeds vertonen? „De Guineeër is een nationalist.”

Guinee zei ‘nee’ tegen De Gaulle

Er is weinig dat daar zo aan appelleert als hun onafhankelijkheid. Onder vakbondsman Ahmed Sékou Touré werd Guinee het eerste land dat Frankrijks grip op West-Afrika verzwakte. Als enige zei het ‘nee’ toen de Franse president Charles de Gaulle eind jaren vijftig langs zijn Afrikaanse koloniën trok om een groeiende roep naar onafhankelijkheid te sussen met de belofte van een nieuw soort Frans-Afrikaanse communauté.

Een Senegalees leest, op 28 september 1958 de krant La Liberté, waarin wordt opgeroepen ‘nee’ te stemmen in het referendum over de vorming van een Frans-Afrikaanse gemeenschap.
Foto Gamma-Keystone via Getty Images

„We zijn liever arm en vrij dan rijk als slaven”, las Touré, die zich had ontpopt tot ’s lands leider, De Gaulle de les voor een volle zaal in de hoofdstad. De schokkerige beelden van de met zijn vinger zwaaiende Touré en achter hem een verbolgen, onderuitgezakte De Gaulle worden in Barry’s film opgevolgd door die van het legendarische referendum dat kort daarna volgde. „Guinee se réveille”, Guinee ontwaakt, zegt de verteller plechtig.

Barry, toen 23, was daar niet bij. Net als veel leeftijdgenoten studeerde hij op dat moment met een beurs in Frankrijk. Maar na Guinees massale nee (95,2 procent stemde tegen De Gaulles voorstel) voelden ook zij de woede van Parijs. Duizenden Franse bestuurders, leraren en ingenieurs werden uit Guinee teruggehaald. Medicijnen werden vernietigd, overheidsbestanden verbrand. Zelfs de gloeilampen werden uit plafonds gedraaid.

Lees ook

Het ‘weg met Frankrijk!’ galmt door heel West-Afrika

Een voorstander van de coup in Niger met een ‘Frans’ geverfde haan, begin augustus.

De beurzen van studenten als Barry werden stopgezet. Maar niet lang nadat hij naar Guinee terugkeerde, werd hij alweer weggestuurd. Ditmaal door de kersverse president Touré, die bedacht dat hij bij het opbouwen van zijn nieuwe natie filmmakers nodig had. „Als een manier om het volk te onderwijzen”, zegt Barry. En voor propaganda. Alleen: Guinee had nauwelijks makers, noch technici, cameramannen, een geluidslab en ga zo maar door.

Het precieze aantal weet Barry niet meer, maar hij en „vele anderen” kwamen terecht in landen als de Verenigde Staten, Duitsland, de Soviet Unie en – in Barry’s geval – wat toen nog Joegoslavië heette, om film te studeren. Daar waren ze met zijn tweeën, zegt Barry. „Maar die ander was snel weer weg.” Zelf vond hij de cultuurshock en taalbarrière „verrijkend”. „Daar heb ik alles geleerd.”

Terugkeer van jonge filmrekruten

Eenmaal terug in Conakry kwamen de jonge filmrekruten in dienst van Syli Cinéma, het productie- en distributiehuis van de staat. „We waren ambtenaren”, zegt Barry. Na enkele korte documentaires over rijstteelt en sanitaire voorzieningen, en registraties van de bijeenkomsten van Touré’s partij, vond hij het tijd voor een echte film. Het was 1968, het jubileumjaar van Guinees onafhankelijkheid.

„Laten we dat vastleggen, zei ik tegen de president”, vertelt Barry. „Hoe zijn we tot die onafhankelijkheid gekomen én wat moeten we daarmee doen?” Hij kreeg groen licht, de nodige financiering en de hulp van de marine en piloten om alle hoeken van Guinee te filmen. Het resultaat gaat van de slavernij en vrijheidsstrijders naar Tourés speech en het referendum en naar luchtshots van nieuwe ministeries in Conakry.

Daaronder plaatste Barry zelfgekozen muziek en een verteller die in plechtige, gloedvolle zinnen verhaalt over „nieuwe hoop” en „een revolutie die geen pauzeknop kent”. Propaganda, noemde Barry’s scenarioschrijver het later in een interview. Barry haalt zijn schouders daarover op. Dat denken er wel meer, zegt hij.

„Op een filmfestival waar Et Vint werd vertoond, zei iemand tegen me ‘meneer Barry, het lijkt net alsof alle problemen in Guinee nu zijn opgelost’. Maar alles wat ik heb getoond, is de realiteit. Dit is hoe wij het hebben beleefd. Ook wij geloofden in de revolutie.”

President Sékou Touré in een toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN, waarin hij klaagt over het gebrek aan een permanente Afrikaanse vertegenwoordiging in de Veiligheidsraad.
Foto Bettmann Archive

Wat de film niet laat zien: hoe Guinee economische verlamd raakte toen Touré in 1960 de koloniale CFA-franc inruilde voor een eigen munt (een crisis die de Franse geheime dienst verergerde door enorme ladingen valse biljetten van deze nieuwe Guinese franc te verspreiden om zo hyperinflatie te veroorzaken). Ook de toenemende repressie onder Touré na de ontdekking van vermeende complotten om zijn bewind omver te werpen, komt niet aan bod.

De film moest gaan over het wáárom van de onafhankelijkheid, zegt Barry. En het moest een les zijn voor zijn landgenoten. „Onafhankelijkheid is pas het begin. Nu moeten we aan het werk.”

Een van armste landen

Die boodschap lijkt niet te zijn aangekomen, constateert hij somber. Ruim 55 jaar later is Guinee nog altijd één van de armste landen ter wereld, met een vrijwel niet bestaande stroomvoorziening en buiten de hoofdstad nauwelijks geasfalteerde wegen.

Lees ook

Het ijzererts gaat naar China, maar wat krijgt Guinee ervoor terug

De Simandoumijn moet de grootste onaangeboorde voorraad ijzererts (geschat op zeker 4,6 miljard ton) ontginnen.

Politiek ging het niet veel beter. Repressie en staatsgrepen volgden elkaar op. De laatste, in 2021, duurt nog altijd voort. Maar allereerst ging het mis bij Touré. Na een mislukte couppoging in 1970 – waarin hij de hand van Frankrijk en andere buitenlandse mogendheden zag – zette hij een grootschalige zuiveringsactie in gang. Tienduizenden mensen, waaronder leden van de elite en ambtenarij, werden opgepakt en in detentiekampen gezet.

Schattingen lopen uiteen, maar volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International kwamen in die jaren zeker vijftigduizend mensen om. De meesten in Boiro, met afstand het meest beruchte kamp. Ook Barry kwam daar terecht, net als al zijn andere filmcollega’s. „We werden de vijfde colonne genoemd”, zegt hij. „Bij verhoren vroegen ze ons steeds wanneer we waren gerekruteerd. Door wie. Voor hoeveel geld.”

Barry werd gemarteld en kreeg elektroshocks, maar kwam uiteindelijk na acht maanden vrij. Hij weigerde iets toe te geven dat hij niet had gedaan, zegt de gepensioneerde filmmaker. Sommige onschuldige collega’s die wel braken, zaten zeven, acht of zelfs tien jaar vast.

De vervolgingen zorgden voor een nationaal trauma, en voor het einde van Guinees opbloeiende cinema. Buitenlandse experts die naar Conakry waren gehaald om geluidsstudio’s en montagezalen te helpen opzetten, werden het land uitgezet. Fondsen droogden op. Na Touré’s overlijden in 1984 en de staatsgreep die daarop volgde, was het helemaal gedaan: de ‘tweede republiek’ had andere prioriteiten.

Lees ook

Gesloten media, verdwenen activisten – in Guinee voelt niemand zich veilig

Studio van Djoma FM, één van de populairste radiostations in Guinee, in een buitenwijk van hoofdstad Conakry. Op 22 mei werd hun licentie plots geschrapt.

„We waren de voorlopers in West-Afrika”, verzucht Barry, die na zijn vrijlating zijn oude baan weer had opgepakt („het heeft geen zin in het verleden te blijven hangen”). Uiteindelijk verstofte en verging vrijwel alles, waaronder de filmrollen van Syli Cinéma en daarmee het archief van wat in die tijd door Barry en zijn collega’s was gemaakt. Maar niet Et vint la Liberté. Die is zelfs op YouTube terug te vinden (met achttienduizend views).

Guinee is een speciaal land, verzucht de witgrijze maker terwijl hij opstaat om zijn bezoek naar de deur te lopen. „Het heeft alles en niets. Dat is onze paradox.”


Nu mag ‘la Doctora’ aan Mexico bewijzen dat ze haar eigen koers kan bepalen

Als Claudia Sheinbaum dinsdag wordt beëdigd als president van Mexico, is de Spaanse koning Felipe VI daar niet bij. Niemand van de Spaanse regering zal aanwezig zijn. Sheinbaum heeft Felipe VI niet uitgenodigd omdat hij tot tweemaal toe niet inging op een eis van haar voorganger en partijgenoot Andrés Manuel López Obrador (‘AMLO’). Die wilde excuses voor de brute wijze waarop de Spaanse conquistadores vijfhonderd jaar geleden de inheemse volkeren van het huidige Mexico koloniseerden. Dat de aanstaande presidenta om die reden geen uitnodiging verstuurde, toont aan hoever ze gaat met het verdedigen van haar voorganger.

Vanaf dinsdag mag Sheinbaum laten zien of en hoe ze uit de schaduw kan treden van haar politieke mentor, aan wie ze op menig cruciaal moment in haar loopbaan veel te danken heeft gehad. Een mentor die hun regeringspartij de afgelopen jaren almachtig maakte in Mexico. En die nu zegt dat hij op zijn ranch van zijn pensioen gaat genieten – al is er geen Mexicaan die gelooft dat het politieke dier daartoe in staat is.

Dat Claudia Sheinbaum (61) president zou worden, stond al zo goed als vast vanaf het moment dat López Obrador haar eerder dit jaar aanwees als zijn gewenste opvolger. Ze moest alleen de verkiezingen nog winnen, maar gezien de populariteit van de huidige president en de almacht van hun regeringspartij Morena, was dat weinig meer dan een formaliteit: op 2 juni verkoos circa 60 procent van de Mexicaanse kiezers Sheinbaum als eerste vrouwelijke president van Mexico.

Vrouw, Joods, wetenschapper

Als het aan Sheinbaum ligt, is haar geslacht het laatste waarnaar mensen moeten kijken als ze haar omschrijven. Zoals ze evenmin aandacht moeten schenken aan het feit dat ze Joods is: naar eigen zeggen is ze absoluut niet religieus en is haar Joodse afkomst iets waar vooral Amerikaanse media mee bezig zijn.

De bijnaam ‘la Doctora’ dankt Sheinbaum aan haar omvangrijke academische carrière. Afkomstig uit een familie vol links-georiënteerde academici volgde ze het pad van haar ouders, die nog steeds werken aan de Nationale Autonome Universiteit van Mexico (UNAM), de meest prestigieuze van het land. Ze haalde haar doctorsgraad in energiewetenschappen, studeerde aan Berkeley in Californië en was onderdeel van het VN-klimaatpanel IPCC, dat een Nobelprijs voor de Vrede ontving voor zijn klimaatonderzoek.

De nieuwe Mexicaanse president Claudia Sheinbaum maakt foto’s met haar aanhangers.

Foto Rodrigo Oropeza/AFP

Een van de leidende auteurs van dat klimaatpanel, en onderdeel van de werkgroep waar Sheinbaum deel van uitmaakte, is Ernst Worrell, hoogleraar Energy, Resources & Technological Change aan de Universiteit Utrecht. Naast het werk voor het klimaatpanel werkte hij met haar aan Berkeley, waar ze samen een student begeleidden die later promoveerde. „Ik kwam haar vaak tegen, omdat zij net als ik onderzoek deed naar industrieel energieverbruik en emissiereductie”, zegt Worrell. „Zij zag in die tijd al de noodzaak tot actief klimaatbeleid, ook voor landen als Mexico.”

Volgens Worrell was het altijd prettig samenwerken met de aankomend Mexicaanse president. „Claudia was een goede, grondige onderzoeker. Uit onze samenwerkingen zijn meerdere publicaties voortgekomen, we hadden altijd wetenschappelijke discussies op hoog niveau.”

Dat ze nu de eerste vrouwelijke president wordt, daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen

Ernst Worrell
hoogleraar (UU) en ex-collega

Nog voordat ze deel uitmaakte van het klimaatpanel, maakte Sheinbaum al kennis met de politiek, dankzij de man die ze nu opvolgt als president van Mexico. López Obrador was zelf nog burgemeester van Mexico-Stad toen hij haar vroeg de portefeuille Milieu voor de hoofdstad op zich te nemen. Ze kreeg de eindverantwoordelijkheid voor een aantal grote infrastructuurprojecten, waaronder de Metrobús, een gloednieuwe buslijn, en de bouw van de Anillo Periférico, een ringweg die als een tweede verdieping boven het overvolle wegennetwerk van de hoofdstad werd gebouwd.

Na een tweejarige periode als burgemeester van een naburige deelgemeente, kreeg haar politieke loopbaan echt vaart toen ze in 2017 burgemeester van het hele federale district werd – zoals de Mexicaanse hoofdstad officieel heet. „Ik was onder de indruk toen ze burgemeester van Mexico-Stad werd, een stad met een bevolking groter dan Nederland”, zegt Worrell. „En dat ze nu de eerste vrouwelijke president wordt, daar kan Nederland een voorbeeld aan nemen. Het is toch uitzonderlijk knap dat het haar gelukt is, in een traditioneel land.”

Ook haar definitieve stap naar de politiek werd ingegeven door López Obrador. Hij richtte in 2012 de linkse politieke partij Morena op, waar Sheinbaum vanaf het begin onderdeel van uitmaakte. De partij deed voor het eerst mee aan de lokale verkiezingen in 2015. Sheinbaum werd Morena’s burgemeesterskandidaat voor deelgemeente Tlalpan.

Mexicaanse machocultuur

Abraham Carro werd destijds actief in haar campagneteam en is sindsdien niet meer van haar zijde geweken als medewerker. „Ze was nog nooit politiek kandidaat geweest. Maar ze bleek een natuurtalent. Ze leerde ons hoe je verkiezingen moet winnen”, zegt Carro. Vanaf het moment dat Sheinbaum de politieke arena betrad, heeft ze te maken gehad met vooroordelen, zegt hij. „Sheinbaum heeft altijd van zich moeten afbijten. Nergens voel je de Mexicaanse machocultuur meer dan in de politiek.”

Die cultuur maakte volgens Carro dat Sheinbaum op alle manieren wilde zorgen dat op haar bestuur niets aan te merken viel. „Ze is een enorme perfectionist. Je hebt het bij haar goed gedaan als ze niets over je werk zegt.” Carro lacht: „Dat was soms moeilijk, dat je een project aan haar liet zien en dat ze niets zei. Maar dan wist je dat je het goed had gedaan.”

Aankomend president van Mexico Claudia Sheinbaum spreekt aanhangers toe tijdens een evenement in Mexico-Stad op 8 juni.
Foto Alfredo Estrella / AFP

Ze bestuurde Tlalpan pas twee jaar toen ze besloot zich te kandideren voor het burgemeesterschap van Mexico-Stad. In een vol kandidatenveld, met zeven mannelijke tegenkandidaten, werd Sheinbaum gekozen. Haar voorganger López Obrador was inmiddels gekozen tot president van Mexico.

„Toen ze Mexico-Stad ging besturen, was geweld en misdaad de grootste uitdaging. Niet per se geweld van kartels, maar vooral overvallen, diefstal en onveiligheid”, zegt Carro. „Dat pakte ze met succes aan: dat zien we niet alleen in de statistieken, maar ook het veiligheidsgevoel verbeterde. Mensen voelen zich een stuk veiliger in Mexico-Stad, dankzij haar.”

Lees ook

Eerste Mexicaanse ‘presidenta’ erft van haar mentor veel macht en evenzoveel problemen

Claudia Sheinbaum begroet haar aanhangers op het Zocalo-plein in Mexico-Stad na haar zege bij de presidentsverkiezingen van zondag.

Tijdens haar presidentscampagne liet Sheinbaum zich graag voorstaan op die gedaalde criminaliteitscijfers in Mexico-Stad. Daarbij stelde ze dat het aantal moorden in de stad onder haar bewind halveerde. Analisten betwijfelen die cijfers, omdat veel moorden in die periode niet werden gerapporteerd als moord, maar als ‘niet-geclassificeerd’.

Volgens Carro gaat het niet om de cijfers, maar vooral om de aanpak die Sheinbaum koos. „Ze richtte zich op jongeren, door hun alternatieven te bieden, qua werk en opleiding. En ze pakte misdaad aan door samen te werken. Ze begreep door haar academische achtergrond dat je alleen tot resultaten kan komen door samen te werken.”

Haar academische achtergrond kwam ook op een andere manier terug in haar periode in Mexico-Stad, toen de coronapandemie toesloeg. Waar president López Obrador het coronavirus weinig serieus nam en weigerde vergaande maatregelen te treffen, koos Sheinbaum in de hoofdstad een andere aanpak. Ze verscheen steevast op persconferenties met een mondkapje, stelde beperkingen in voor het bedrijfsleven en openbaar vervoer en zorgde voor een succesvolle vaccinatiecampagne.

Uit de schaduw van AMLO

Het was een van de weinige momenten waarop Sheinbaum afweek van het beleid van ‘AMLO’. De afzwaaiend president vormt de rode draad in haar politieke loopbaan is. Ze volgde hem op als burgemeester van Mexico-Stad toen hij president werd, en nu hij vertrekt neemt zij opnieuw het stokje over. Van haar wordt verwacht dat ze het politieke project van López Obrador, dat hij de ‘Vierde Transformatie’ noemt, overneemt en verder uitbreidt. Of, zoals ze zelf zei tijdens haar campagne, dat ze „een tweede verdieping op het project” gaat bouwen.

De Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador en zijn opvolger Claudia Sheinbaum op 19 september tijdens een herdenking van slachtoffers van de aardbevingen van 1985 en 2017 in Mexico-Stad.
Foto Fernando Llano / AP

Het politieke project bestaat uit subsidies aan armere Mexicanen en sociale projecten in achterstandswijken, maar ook uit een reeks bekritiseerde hervormingen. In zijn laatste maand als president voerde López Obrador ze door, gesteund door het Congres en de Senaat, waar zijn partij Morena een meerderheid heeft. Alle rechters in het land moeten rechtstreeks gekozen worden, de hervormde nationale politie komt onder militair gezag en ook het pensioenstelsel gaat op de schop.

Het zijn hervormingen die Sheinbaum expliciet steunt, ondanks hun mogelijke schade aan de democratische rechtsstaat. Ze weigert af te wijken van het door haar voorganger uitgestippelde pad. Sinds haar verkiezingszege begeleidt Sheinbaum hem op zijn afscheidstournee door het land. Op evenementen, bij infrastructuurprojecten, in het Congres: Sheinbaum is de schaduw van de man die het stokje aan haar gaat overdragen. Het roept de vraag op: kan Sheinbaum ook uit de schaduw van haar voorganger stappen?

Lees ook

Nieuwe Mexicaanse president kan de almacht die ze erft beter prudent inzetten

Nieuwe Mexicaanse president kan de   almacht die ze erft beter prudent inzetten

Politiek analist Karolina Gilas betwijfelt het. „AMLO is een groot politicus, maar ook iemand die van de schijnwerpers houdt. Dat hij Sheinbaum heeft aangewezen als opvolger, is omdat zij vrijwel altijd zijn beleid heeft gesteund. Maar wat doet hij als Sheinbaum besluit een andere richting in te slaan?”

Sheinbaum zelf is in interviews uitgesproken kritisch over mensen die suggereren dat ze haar politieke loopbaan te danken heeft aan López Obrador. Ze ontkent stellig dat ze niet meer zal zijn dan een marionet van de vertrekkende president. Toch zijn haar grootste uitdagingen nauw verbonden met alles waar zijn handtekening onder staat, benadrukt Gilas.

De grootste uitdaging is haar partij. Om die enorme machine vol macht onder controle te houden, moet je politiek enorm geslepen zijn

Karolina Gilas
politiek analist

„De grootste uitdaging is haar politieke partij, Morena. Die is opgericht door AMLO. Zijn zoon is nu toegetreden tot het partijbestuur. AMLO was altijd degene die de eenheid in die partij wist te bewaren. Maar nu zijn ze de grootste partij van Mexico, in vrijwel alle staten, in het Congres, in de Senaat, in Mexico-Stad”, zegt de politicoloog. „Om die enorme machine vol macht onder controle te houden, moet je politiek enorm geslepen zijn. Ik ben benieuwd of Sheinbaum dat kan. Het gevaar is dat alle successen tijdens haar termijn aan haar voorganger worden toegeschreven. We moeten nu gaan ontdekken hoe het ware presidentiële gezicht van Claudia Sheinbaum eruitziet.”


Vance doet niets liever dan discussiëren, Walz is stikzenuwachtig: wie zal het debat tussen de running mates domineren?

J.D. Vance (40) pocht – net als zijn politieke baas Donald Trump – dat hij „niet zoveel voorbereiding nodig” heeft voor het aanstaande debat tussen de running mates. De aan Yale opgeleide jurist doet niets liever dan discussiëren, vooral met „vijandige” journalisten. Feiten doen er daarbij weinig toe.

Uit Tim Walz’ omgeving wordt juist gelekt dat hij vreselijk zenuwachtig is voor de confrontatie met zijn tegenstander om het Amerikaanse vicepresidentschap. Als oud-leraar is Walz (60) comfortabel in het stellen en beantwoorden van vragen, maar minder behendig in ze ombuigen tot aanvalswapens. Volgens CNN waarschuwde hij Kamala Harris al in zijn sollicitatiegesprek dat hij zwak is in het voeren van debatten.

De Democraat Walz en de Republikein Vance gaan dinsdagavond (03.00 uur ‘s nachts Nederlandse tijd) in New York met elkaar in debat bij zender CBS. Het debat tussen de nummers twee op het stembiljet is elke campagne een verplicht nummer. Het is af en toe memorabel, maar nog nooit relevant gebleken voor de verkiezingsuitslag.

Tot nu toe. Het aanstaande debat is in vorm vrijwel identiek aan alle elf voorgaande ‘veep’-debatten, maar het is op meerdere manieren uniek. De jonge Vance, nog geen twee jaar senator van Ohio, is de plaatsvervanger van de alleroudste presidentskandidaat ooit. Trump (78) is vijf maanden ouder dan Joe Biden (81) vier jaar geleden was. En iedereen kan zien hoe die zich op zijn tandvlees naar het einde van zijn enige presidentstermijn kluunt. Mocht Trump winnen en overlijden, dan is Vance straks de baas.

De Democratische vicepresidentskandidaat Tim Walz begin september tijdens een campagnebijeenkomst.

Foto Al Goldis/AP

Walz is de snelst aangewezen, minst voorbereide running mate in de moderne geschiedenis. Nadat vicepresident Kamala Harris (59) eind juli plotseling Biden verving als kandidaat van de Democraten, presenteerde zij binnen twee weken de vrij onbekende gouverneur van Minnesota als haar partner. Niet toevallig iemand die, net als Vance, uit het industriële en rurale Middenwesten komt.

Nek-aan-nekrace

Belangrijker nog: nooit eerder wezen de peilingen in deze fase van de campagne op zo’n nek-aan-nekrace tussen de kandidaten van de twee grote partijen. Een race waarin momenteel niets de dagkoersen lijkt te beïnvloeden en tegelijkertijd elke gebeurtenis doorslaggevend kan zijn. Ook deze confrontatie. Omdat Trump weigert nog een keer met Harris in debat te gaan, kan het de laatste van de campagne zijn.

Lees ook

Wat voegen running mates J.D. Vance en Tim Walz toe aan de race om het Witte Huis?

Democratische kandidaat-vicepresident Tim Walz verwelkomt Kamala Harris bij een rally in Wisconsin.

Walz heeft reden om zenuwachtig te zijn. Running mates hebben vaak de taak om de tegenstander bij de enkels af te zagen. Walz heeft een paar keer naar de Republikeinen uitgehaald. Hij speelde zich in de kijker door op televisie Trump en Vance weirdos te noemen, maar Walz is geen pitbull. Hij is vooral ingeschakeld om te laten zien dat Democraten ook hele gewone, witte mannen van middelbare leeftijd zijn. Plezier uitstralen is lastig tijdens een debat met iemand die altijd in de aanvalsstand staat, maar vol zelfbeheersing spreekt en zelden aarzelt.

De Republikeinse vicepresidentskandidaat J.D. Vance afgelopen weekend tijdens een rally.

Foto Laurence Kesterson/AP

Vance kwam juist bij Trump in het vizier tijdens een debatoptreden in de senaatsrace van Ohio, twee jaar geleden. Hij schroomt niet om tegenstanders keihard aan te vallen, noch om leugens te versterken, zoals over Haïtianen die huisdieren zouden eten. Hij is de inhoudelijk voorbereide en welbespraakte ideoloog van het isolationisme dat Trump voorstaat. Iemand die het bloed onder de nagels van zijn tegenstander vandaan kan halen.

Onsympathiek

Dat is tegelijk Vance’s zwakte. Hij komt onsympathiek over, nog meer dan Trump. Slechts 27 procent van de geregistreerde kiezers heeft een positief beeld van hem, zo blijkt uit een recente peiling van persbureau AP, tegenover 42 procent voor Walz. Over beide running mates zegt ruim 20 procent niet genoeg te weten. Terwijl Vance vrijwel dagelijks media te woord staat, geeft Walz nog minder interviews dan de zelden zonder script pratende Harris.

Vance zal zeker niet onvoorbereid in New York verschijnen. Hij is al een maand in de weer met Republikeinse strategen en heeft partijgenoot Tom Emmer, een invloedrijk Congreslid uit Walz’ staat Minnesota, ingeschakeld om rollenspellen te oefenen voor het debat. Transportminister Pete Buttigieg doet Vance na in de Democratische voorbereidingen.

De regels van het debat lijken enigszins in het voordeel van Vance. Hij krijgt het laatste woord, de kandidaten mogen elkaar – in tegenstelling tot Trump en Harris recent – wél in de rede vallen en de debatleiders zullen niet live factchecken wat de twee zeggen. Dit alles maakt Walz de underdog, precies de rol die de Democraat in deze campagne graag speelt.

<dmt-util-bar article="4867639" headline="Vance doet niets liever dan discussiëren, Walz is stikzenuwachtig: wie zal het debat tussen de running mates domineren? ” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/09/30/vance-doet-niets-liever-dan-discussieren-walz-is-stikzenuwachtig-wie-zal-het-debat-tussen-de-running-mates-domineren-a4867639″>