Zo efficiënt is het ‘Deense model’ voor asielbeleid niet

Zelfs de verblijfsvergunningen van sommige Syrische oorlogsvluchtelingen heeft Denemarken als enige land in Europa ingetrokken. Het onderzoekt of het asielzoekers voortaan in Rwanda kan opvangen in plaats van in eigen land. In het Deense asielbeleid staat, met steun van links en rechts, sinds de vluchtelingencrisis van 2015 een duidelijk principe voorop: strenger zijn dan de rest van Europa, zodat asielzoekers het land zo veel mogelijk vermijden.

En met succes: in 2015, op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis, deden 21.000 mensen in Denemarken een asielaanvraag, 1,6 procent van het Europese totaal. Vorig jaar waren dat er nog slechts 4.565 – nog geen half procent van het totaal aantal aanvragen in de Europese Unie en per hoofd van de bevolking veel minder dan in omringende landen als Zweden (18.605) en Duitsland (243.835) of Nederland (37.020).

De resultaten wekken de belangstelling van veel rechtse politici elders in Europa, waaronder de PVV in Nederland. Die pleitte in het laatste verkiezingsprogramma voor een Europese opt-out op het gebied van asielbeleid. Dat Denemarken zo’n streng beleid kan voeren, komt namelijk doordat het land op onder meer dat beleidsterrein heeft bedongen dat het niet hoeft mee te doen aan Europese afspraken.

PVV-leider Geert Wilders, die momenteel samen met VVD, BBB en NSC in onderhandeling is over de vorming van een kabinet, vloog meermaals naar Kopenhagen voor een bezoek aan de rechts-populistische Deense Volkspartij, de aanjager van het strenge asielbeleid, dat inmiddels door de meeste Deense partijen is omarmd.

Het Nederlandse Kamerlid Joost Eerdmans (JA21) diende vorig jaar, geïnspireerd door de Deense plannen, een motie in om samen met het Scandinavische land op te trekken bij plannen om asielzoekers buiten de EU op te vangen, zoals in Rwanda. Zowel de rechtse oppositiepartijen als coalitiepartijen VVD en CDA stemden voor, waardoor de motie werd aangenomen.

Lees ook
Is het ‘Deense model’ toepasbaar in Nederland?

Onsolidair

Ook Charlotte Slente, secretaris-generaal van de Deense Vluchtelingenraad, een van de grootste hulporganisaties voor vluchtelingen ter wereld, signaleert de Nederlandse belangstelling om het ‘Deense model’ over te nemen. Ze schreef in januari een opiniestuk in de Volkskrant met de waarschuwing: doe dat niét. Want, zo schrijft Slente: „Het werkt niet. Het is onsolidair. En het brengt schade toe aan zowel het wereldwijde systeem van vluchtelingenhulp als aan de humanitaire reputatie van Europa.”

Het Deense asielbeleid raakt daarnaast niet alleen de vluchtelingen, maar ook het land zelf én andere EU-lidstaten, zegt Slente vanuit haar kantoor in Kopenhagen. Een nul-somspel noemt ze het: „Als we in Denemarken of Nederland of elders in Europa besluiten dat we geen asielaanvragen meer accepteren, duwen we asielzoekers gewoon rond op het continent. Dat betekent vaak dat de landen die wél veel asielzoekers opvangen, een nog grotere taak hebben.”

Dat gebrek aan solidariteit binnen Europa, stelt Slente, zorgt ook voor een vijandiger klimaat tegenover vluchtelingen in de landen die wel veel asielzoekers opnemen.

Ook in eigen land heeft het asielbeleid nadelen, ziet Slente. Denemarken kampt, net zoals veel andere Europese landen, met grote personeelstekorten. Terwijl er wordt gedebatteerd over waar deze arbeiders vandaan kunnen komen, ziet Slente het alleen maar als extra reden om asielzoekers op te nemen.

Deense vluchtelingenraadCharlotte Slente We duwen asielzoekers gewoon rond op het continent

Behoefte aan arbeidskrachten

„Ze moeten deel uitmaken van een welvaartssysteem, een sociaal netwerk. Op termijn kunnen ze dan bijdragen aan de Deense economie; ze betalen belasting en spelen een rol in de maatschappij.”

Begin vorig jaar nog publiceerde de Deense overheid een lijst van beroepen waar grote behoefte is aan hoogopgeleide buitenlandse arbeidskrachten, in een poging het personeelstekort aan te pakken. Daaruit blijkt gebrek aan werknemers een behoorlijk groot probleem te zijn: het land heeft een tekort aan professionals in onder meer de wetenschap, techniek, gezondheidszorg, onderwijs, IT en financiën. Er zijn zelfs kansen voor gediplomeerde priesters.

Slente verwijst naar het meest recente World Development Report van de Wereldbank, dat concludeert dat de hele wereld profiteert van migratie. „We moeten vluchtelingen helpen zich goed te vestigen, zodat ze kunnen bijdragen aan onze samenlevingen.”

Voor statushouders die al jaren in Denemarken wonen en werken is het strengere asielbeleid een enorme stressfactor. Dat ziet Michala Clante Bendixen, directeur van de vrijwilligersorganisatie Refugees Welcome. „Eerst waren ze zeker van hun plek in Denemarken, maar nu worden ze soms om de twee jaar opgeroepen voor gesprekken om te controleren of hun verblijfsvergunning nog wel zo nodig is.”

Lees ook
Het Deense asielmodel willen kopiëren is een race to the bottom

Het Deense asielmodel willen kopiëren is een  race to the bottom

Afschrikking

Bendixen begon in 2007 als vrijwilliger te werken met vluchtelingen, en richtte later Refugees Welcome op, dat gratis juridisch advies verleent. De organisatie zag hoe statushouders steeds vaker op gesprek werden gevraagd om te bepalen of het gebied waar ze vandaan gevlucht waren, nog wel zo onveilig was.

„Sommige statushouders kregen na zo’n gesprek opeens te horen dat ze hun vergunning kwijt waren.” In veel gevallen blijkt deze terugtrekking niet gegrond, waarna de beslissing wordt teruggedraaid, vertelt Bendixen. Maar in afwachting van dit proces moeten de statushouders hun woning uit en verblijven ze in een detentiecentrum. Een systeem van afschrikking, noemt Bendixen het. „Je woont hier jaren, en plotseling trekken ze je vergunning in. Je verliest je baan, je huis, je studie. Dan mag je na maanden weer terugkomen, maar moet je alles opnieuw opbouwen. Het is marteling.”

De detentiecentra waar deze statushouders moeten wachten op de herstel van hun verblijfsvergunning zijn ook niet in goede staat. In 2019 bezocht het Europees comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling (CPT) detentiecentrum Ellebaek, in de buurt van de Deense stad Lillerød. Het noemde Ellebaek, een voormalige gevangenis, „een van de ergste in zijn soort in Europa”. Volgens het CPT werden migranten onderworpen aan gevangenisregels, eenzame opsluiting en was er bewijs van vernederende behandeling en verbaal geweld door het personeel. Sindsdien is de situatie er enigszins verbeterd, constateerde de Deense ombudsman na een bezoek eind 2022.

Lees ook
Hoe komt het dat de menselijke maat uit het systeem verdween?

Van linksboven naar rechtsonder: Omid Daqiq (geen verblijfsvergunning), Lili en Howick (wel verblijfsvergunning), Jacob en zijn moeder Tina (wel verblijfsvergunning), Mauro Manuel (wel verblijfsvergunning).

Sneeuwbaleffect

Toch willen veel rechtse Europese leiders niets liever dan de Deense aanpak kopiëren. Vorig jaar zei de Zweedse premier, de conservatieve Ulf Kristersson, na een bezoek aan Denemarken dat hun buur „vijftien jaar op ons voorloopt”. En de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken Gerhard Karner noemde Denemarken „zeer effectief” in het terugsturen van vluchtelingen.

Is het inderdaad mogelijk dat Nederland het ‘Deense model’ overneemt, bijvoorbeeld met de door de PVV begeerde opt-out? Ja, maar dat kost wel héél veel werk, zegt Karen Geertsema, deskundige op het gebied van Europees en nationaal migratierecht. „Als Nederland ook een opt-out wil, raakt dat de basis van de Europese Unie”, zegt zij. „Je moet dan het hele EU-verdrag openbreken.” Alleen met toestemming van alle lidstaten mag Nederland deze uitzonderingspositie krijgen.

Het risico is dat andere lidstaten dan ook zo’n uitzonderingspositie willen. Het ene land wil zijn migratiebeleid aanpassen, het andere wil onderhandelen over landbouw en visserij. Een soort sneeuwbaleffect, zegt Geertsema, „dat leidt tot de regressie van de Europese Unie.”

Mocht Nederland toch die kant op gaan, dan is ons land alsnog gebonden aan het internationale recht: „Dat wil zeggen, het vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het VN-Vrouwenverdrag, het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Uit al die verdragen volgen normen die uiteindelijk onze Europese asielprocedure vormgeven. Hoe hou je daar dan rekening mee?”


Aanslag in Crocus City Hall toont ‘blinde vlek’ van Rusland. Voorkomen jihadisme krijgt er minder prioriteit

De vier terreurverdachten van de bloedige aanval op het Moskouse theater Crocus City Hall staan officieel onder arrest. Volgens een eerste beeldanalyse van de onafhankelijke Russische krant Novaja Gazeta lijkt het daadwerkelijk te gaan om de vier mannen die namens terreurgroep Islamitische Staat Khorasan de aanslag van afgelopen vrijdag hebben opgeëist. Het dodental van de aanval staat tot nu toe op 139, en 182 gewonden.

Zondagavond laat zijn de vier mannen voorgeleid bij de rechtbank van de Moskouse wijk Basmanny. De volledige namen van de terroristen zijn hier ook bekendgemaakt – hoewel twee van hen eerder met andere namen in het nieuws zijn genoemd en NRC hun identiteit niet kan verifiëren. Allen hebben de Tadzjiekse nationaliteit.

Verdachte Dalerdzjon Barotovitsj Mirzojev.
Foto Sergei Ilnitsky/EPA

De man die terechtstaat als Saïdakrami Moerodali Ratsjabalizoda (30) heeft een verbandprop tegen zijn hoofd, nadat tijdens de aanhouding zijn rechteroor werd afgesneden en aan hem was gevoerd – zoals te zien is op videobeelden van zijn eerste ondervraging.

Zichtbaar toegetakeld

Moechammadsobir Sokirtsonovitsj Faizov (19) is nagenoeg buiten bewustzijn binnengereden op een oranje rolstoel, met een katheter en blote borst in een wit ziekenhuishesje. Hij raakte tijdens zijn arrestatie gewond aan een oog. Inmiddels is hij hieraan geopereerd, waarna hij opnieuw verhoord werd in zijn ziekenhuisbed. Ook Sjamsoetdin Fariddoeni (25) en Dalerdzjon Barotovitsj Mirzojev (32) waren beiden zichtbaar toegetakeld.

„We weten nu wie deze gruweldaad tegen Rusland en zijn volk heeft gepleegd”, zei president Vladimir Poetin in een toespraak op maandagavond, „door radicale islamisten, tegen wier ideologie de islamitische wereld zelf al eeuwenlang strijdt.”

Verdachte Moechammadsobir Sokirtsonovitsj Faizov zondag in de rechtbank.
Foto Shamil Zhumatov/Reuters

In het weekend kwamen via Telegram al snel beelden naar buiten van de mishandeling van de verdachten, gelekt via kanalen die in verband gebracht worden met de veiligheidsdiensten zelf. Gevraagd naar het martelen van de terreurverdachten, zei Dmitri Peskov, de woordvoerder van president Vladimir Poetin: „Ik laat deze vraag onbeantwoord.” Alle verdachten hebben inmiddels schuld bekend.

„De Russische veiligheids- en inlichtingendiensten zijn wereldexperts op het gebied van moord en marteling”, schrijft Andrej Soldatov, expert op gebied van de Russische veiligheidsdiensten in The Guardian. En: „de [geheime dienst] FSB is ook behoorlijk bekwaam in het onderzoeken van aanvallen achteraf.”

Binnen 24 uur

Het sleutelwoord hier is ‘achteraf’, want hoewel de kans klein lijkt dat de daders een straf gaan ontlopen, blijft de vraag hangen hoe het kan dat politie- en surveillancestaat Rusland, de aanslag niet wist te voorkomen. Er werd nota bene op 7 maart nog door de Amerikaanse ambassade gewaarschuwd voor een aanstaande aanslag door „extremisten”.

Verdachte Sjamsoetdin Fariddoeni achter glas.
Foto Shamil Zhumatov/Reuters

De ambassade waarschuwde toen gedurende 48 uur grote bijeenkomsten te mijden, „inclusief concerten.” De Russische president Vladimir Poetin noemde die kennisgeving vorige week nog „duidelijke chantage”.

Nu, in de nasleep van de aanslag lijkt het negeren van de waarschuwing Poetin kwetsbaar te maken. Mogelijk daarom weigert Poetin vooralsnog de schuld bij de fundamentalisten te leggen. In zijn toespraak op maandagavond stelt hij weliswaar dat „radicale islamisten” de aanslag uitvoerden, maar dat er nog onderzoek loopt naar de opdrachtgevers – en dat kan volgens Poetin maar één partij zijn: Kyiv. „Deze gruweldaad kan alleen maar een schakel zijn in de reeks pogingen van degenen die ons land sinds 2014 bevechten, van het ‘neo-nazi-regime’ in Kyiv.” Ondersteunend bewijs voor de connectie met Kyiv heeft het Kremlin nog niet gepresenteerd. Alleen het gegeven dat de terroristen in de buurt van de stad Brjansk zouden zijn gearresteerd – ten zuidwesten van Moskou, dichterbij de Wit-Russische dan de Oekraïense grens.

historicusTimothy Snyder Poetin heeft zijn veiligheidsapparaat gewijd aan het project om de Oekraïense natie en staat te vernietigen

De focus op Kyiv na de terreuraanval zegt alles over de Russische prioriteiten, stellen experts nu. „[Vladimir Poetin] heeft zijn veiligheidsapparaat gewijd aan het project om de Oekraïense natie en staat te vernietigen”, schrijft historicus Timothy Snyder zondag in zijn nieuwsbrief. Snyder stelt dat het Kremlin er alles aan zal doen om te voorkomen dat Russen erachter komen dat dit beleid hen mogelijk in gevaar heeft gebracht. Om die reden krijgt Oekraïne nu te schuld.

Het voorkomen van jihadistisch geweld had lange tijd wel de aandacht van het Kremlin. Na de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 was het een van de weinige onderwerpen waarin Moskou met Washington op één lijn zat.

Maar de repressie die Poetin in het zadel moet houden en Oekraïne militair moet onderwerpen, lijkt de aandacht van de geheime diensten te hebben afgeleid. Duizenden leden van de veiligheidsdiensten zijn in de bezette delen van Oekraïne gestationeerd. En potsierlijk is bijvoorbeeld ook dat de ‘lhbti-beweging’ op de dag van de aanslag werd opgenomen op de lijst van ‘extremistische en terroristische organisaties’. Net zoals Meta, de eigenaar van Facebook en Instagram – extremistisch is. In een toenemend autoritair Rusland hebben de diensten almaar meer te surveilleren en controleren.

Lees ook
IS-K: streng islamitische en extreem gewelddadige groep met diepe haat jegens Poetin

Russische wetshandhavers voeren een man weg die wordt verdacht van betrokkenheid bij de terreuraanslag bij Moskou, op een beeld van een video van de Russische onderzoeksdienst dat zondag is vrijgegeven.

Daar komt nog bij dat Rusland minder weet van fundamentalistische tendensen in Centraal-Azië dan in de Russische islamitische republieken. „De FSB heeft veel ervaring met het omgaan met extremisten in de Kaukasus, daar hebben ze enorme bedragen aan uitgegeven, maar Centraal-Azië is meer een blinde vlek”, zegt onderzoeker Mark Galeotti tegenover The Guardian.

Geen politie

Hier en daar wordt ook kritiek geuit op het feit dat er geen veiligheidsdiensten of politie aanwezig waren bij het concert. Maar feit is uiteindelijk dat een terreurcel altijd de zwakke plekken in een systeem zal opzoeken. „Het voorkomen van terroristische aanslagen is bijna een fantasieverhaal”, stelt socioloog Kirill Titajev tegenover de Russische site Meduza.

Het is misschien een illusie om te denken dat alle mensenstromen beveiligd kunnen worden. Maar wel een illusie die het Kremlin geloofwaardig moet zien te houden – ook om de censuur en onderdrukking van het eigen volk in toom te houden. En uitgebreid toezicht is er ook wel in de vorm van data- en videosurveillance met gezichtsherkenningssoftware – deze technieken worden ook genoemd in de verklaring dat de FSB achteraf zo snel de terroristen wist te vinden.

Lees ook
Waarom werd de bloedige aanslag in Moskou niet verijdeld? Verklaringen van Kremlin wekken scepsis

Mensen lopen zondag met bloemen langs het zalencomplex Crocus City Hall in de Moskouse voorstad Krasnogorsk, om hun medeleven te betuigen met slachtoffers van de terreuraanslag van vrijdag.

Maar juist de repressie en het wantrouwen tegenover de eigen bevolking zorgen er ook voor dat de FSB zijn werk niet goed kan doen, stelt Andrej Soldatov. Het lukt de FSB niet om de benodigde inlichtingen te vergaren „omdat er andere dingen nodig zijn: capaciteiten voor het delen van informatie tussen instanties, zowel binnenlands als buitenlands, en vertrouwen tussen die instanties en binnen die instanties”, aldus Soldatov.

De repressie heeft het vertrouwen in de veiligheidsdiensten aangetast, betoogt Soldatov. „De angst en het wantrouwen hebben al geleid tot de opkomst van allerlei complottheorieën, waarbij alles wat het Kremlin over de aanval van vrijdag heeft gezegd in twijfel wordt getrokken en ondermijnd.”


‘Tijd, ruimte en privacy’ lijken Kate niet gegund

Hij had er nooit bij stilgestaan dat prinses Kate, echtgenote van de Britse kroonprins William, ernstig ziek kon zijn. „Ik schaam me erg en wens haar het allerbeste.” De linkse journalist en activist Owen Jones is een van de handvol bekende Britten die spijt heeft betuigd dat hij meedeed aan de online hysterie over Kate, nadat zij vrijdag had bekendgemaakt dat kanker bij haar is vastgesteld.

Kates persoonlijke videoboodschap – „dit was natuurlijk een enorme schok” – kwam na een paar maanden vol speculaties, samenzweringstheorieën en media-aandacht over haar welzijn. In en buiten het Verenigd Koninkrijk liepen tijdlijnen op sociale media vol met berichtjes over de vraag #WhereisKate?

Een foto met haar drie kinderen die Kate een paar weken geleden online deelde, bedoeld om rust te brengen en te laten zien dat het goed met haar gaat, bleek ze bewerkt te hebben. Daardoor nam het aantal wilde theorieën juist alleen maar toe. En al bestaan zelfs over de echtheid van de video van vrijdag in sommige hoekjes op sociale media twijfels, het overgrote deel van het publiek accepteert nu dat Kate ziek is, dat ze een operatie heeft gehad waarbij achteraf kanker werd vastgesteld en dat ze (preventieve) chemotherapie moet ondergaan.

Weinig introspectie

Bij de Britse media is verder weinig introspectie te bespeuren over de massale aandacht voor Kate vóór die bekendmaking. Voor de verandering waren de beruchte Britse sensatiekranten dan ook niet de aanstichters van alle commotie, al deden ze er natuurlijk wel verslag van. „Lay off Kate”, kopte tabloid The Sun middenin de online storm over haar bewerkte foto, laat Kate met rust. Volgens de krant was dit „een pestcampagne tegen een toegewijde moeder, herstellende van een zware operatie, die het publiek gewoon een perfecte foto van haar en haar kinderen wilde laten zien”.

De samenzweringstheorieën – Kate zou overleden zijn, prins William zou haar mishandelen, in een opgedoken filmpje van haar met William zou zij het niet zijn, maar een dubbelganger – kregen vooral op sociale media onbeperkt de ruimte. Moeilijke maanden werden voor Kate nog zwaarder door alle geruchten en leugens van de „toetsenbordstrijders”, schreef het in het algemeen koningsgezinde dagblad The Telegraph. Volgens de krant was het prinses Diana geweest, Williams moeder, die voor het laatst zo’n grote hoeveelheid kritiek en bemoeienis van buitenaf te verduren had gekregen.

Nieuwe invalshoeken

Het linkse The Guardian beschrijft hoe de populairste hashtags over Kate zo’n vierhonderd miljoen online gebruikers bereikten, vooral op Instagram en TikTok. Sommige berichten met twijfels over de officiële lezing van het paleis werden maar liefst 2,9 miljoen keer gedeeld. De Conservatieve regering waarschuwde maandag dat mogelijk Rusland, China of Iran betrokken zijn bij de verspreiding van desinformatie over de prinses, al ontbraken bij die beschuldiging concrete voorbeelden.

Als er bij de Britse media al schuldgevoelens bestonden over alle kritiek op de publieke communicatie van een ernstig zieke prinses, dan was daar maandag weinig van te merken. Kranten buitelden over elkaar heen vol verhalen met nieuwe invalshoeken.

Volgens The Independent had prinses Kate niet over haar kanker verteld aan Williams broer prins Harry omdat hij en zijn vrouw Meghan „niet te vertrouwen zijn”. The Times beschrijft hoe in januari koning Charles, toen net behandeld aan zijn prostaat, over de gang van een Londens ziekenhuis stiefelde om aan Kate’s bed te zitten een paar kamers verderop. De krant maakte ook een overzichtje van Kate’s intimi, degenen die het dichtst bij haar staan en „haar zullen willen helpen”. So much voor de „tijd, ruimte en privacy” waar Kate in haar filmpje om vroeg.


‘Nu de rivier rechten heeft, kijken mensen anders naar haar’

Maorileider Ned Tapa’s vroegste herinnering aan de Whanganui-rivier is van toen hij net vier jaar oud was. Zijn vader nam hem op zijn schouders en liep steeds verder het water in, totdat alleen de kleine Ned nog boven water was en gedwongen werd om te zwemmen. „Dat was de eerste keer dat ik me heel bewust was van de rivier, het was heel spannend”, zegt Tapa. Kinderen uit Maoristammen die aan de rivier leven, leren al op zeer jonge leeftijd om te zwemmen. „Sinds die eerste keer ben ik altijd spiritueel verbonden gebleven aan de rivier.”

Tapa (65), lid van de Whanganui-stam, is samen met zijn vrouw, familie en vrienden in Nederland voor het Movies that Matter-festival waar een documentaire over zijn band met de rivier te zien is. De film I Am the River, the River Is Me volgt Tapa die met een groep vrienden, familieleden, activisten en een filmploeg een kanotocht maakt op de Whanganui-rivier in het Noordereiland van Nieuw-Zeeland.

https://www.youtube.com/watch?v=72Cai9dZEps

Deze rivier, die in de Maori-taal Te Awa Tupua heet, werd in 2017 als eerste rivier ter wereld erkend als een rechtspersoon. Concreet betekent het dat de belangen van de rivier worden behartigd door vertegenwoordigers van zowel de Maori als de regering. Het was het resultaat van een 140 jaar lange strijd door inheemse Maoristammen die langs de rivier wonen. Volgens hen bezit de rivier spirituele krachten en is hij door de Nieuw-Zeelandse regering decennialang ten onrechte behandeld als bezit.

Wat betekent het om een spirituele band te hebben met een rivier?

„Het is voor mij zo vanzelfsprekend, dat ik er eigenlijk nooit over nadenk. Het is gewoon een onderdeel van wie ik ben, zolang ik me kan herinneren. We hebben een uitdrukking in het Maori: ko au te awa ko, ik ben de rivier, te awa ko au, de rivier ben ik. Er is geen onderscheid tussen ons. De rivier is de plek waar we spelen, waar we ons voedsel vandaan halen, onze kinderen worden geboren in het water, het is een medicijn voor ons lichaam en geest. Zonder water zijn we niets.”

Waarom was het zo belangrijk dat de rivier dezelfde rechten kreeg als een persoon?

„Voor ons is de rivier een tupuna, een voorouder, ze is als een constante aanwezigheid in ons leven. Lang is ze verwaarloosd. In de jaren zestig en zeventig was het water enorm vervuild, er werd rioolwater en chemisch afval in geloosd. De strijd ging vooral om het verschil tussen eigendom en voogdijschap. De machthebbers dachten dat we de rivier wilden toe-eigenen, terwijl wij de rivier niet als eigendom zien, maar spreken van voogdijschap. Het is onze verantwoordelijkheid om voor haar te zorgen.”

Hoe heeft de strijd voor de rechten van de rivier uw leven beïnvloed?

„Het is een heel lang proces geweest waar mijn familie en mijn stam jarenlang bij betrokken zijn geweest. De eerste keer dat deze zaak diende in een rechtszaal was in de jaren dertig van de vorige eeuw. Mijn grootvader maakte deel uit van de eerste groep Maori die de zaak voor de rechter had gebracht. Na hem nam mijn vader het stokje over. En daarna ik. Pas de vierde generatie van mijn familie kan nu de vruchten plukken van de strijd van onze voorouders.”

Uiteindelijk gaat het erom dat we samen voor de rivier zorgen

Maori-riviervoogd Tapa neemt al jarenlang mensen mee de rivier op in zijn kano. In het verleden zat zelfs de Britse prins Harry eens in zijn boot. Voor de film nam hij een Australische kunstenares, twee Aboriginals uit Australië, vrienden, familie en de filmploeg mee.

De documentaire heeft geen voice-over en er wordt niet veel toegelicht, het lijkt vooral de bedoeling dat de kijker de tocht mee ervaart. De film kabbelt net zo langzaam als een kano op kalm water. Er is uitgebreid aandacht voor het natuurschoon zoals watervallen of insecten die op een blaadje scharrelen. Soms wordt de sereniteit ineens verstoord door een voorbij zoevende speedboot. Het lijkt symbool te staan voor de bedreigingen waar de rivier nog steeds mee geconfronteerd wordt.

Wat denkt u als u mensen in speedboten op de rivier ziet racen?

„Ik vind het irritant, natuurlijk. Het laat het contrast zien tussen de twee culturen. Een paar jaar geleden werden er zelfs grote bootraces gehouden, maar daar heb ik een stokje voor gestoken. We zijn er nog niet, de strijd is nog niet voorbij. We vechten nog steeds voor de rechten van het water. Want nog steeds wordt er water afgevoerd en naar een dam geleid om energie op te wekken. Dat betekent dat er veel minder water stroomafwaarts vloeit, en daar hebben wij maar ook boeren last van. Die rechtszaak sleept al ruim vijfentwintig jaar.”

De documentaire heeft geen voice-over en er wordt niet veel toegelicht, het lijkt vooral de bedoeling dat de kijker de tocht mee ervaart.
Beeld ZINDoc

Wat heeft die status als rechtspersoon dan concreet veranderd voor de rivier?

„Veel mensen zijn toch anders gaan kijken naar de rivier. Er gebeurt niets zonder dat het bij de juiste mensen is voorgelegd. Uiteindelijk gaat het erom dat we samen voor de rivier zorgen. Ook niet-Maori zijn meer begaan met het lot van onze natuur. De rivier is nu schoon, mensen ruimen hun afval op. En het is bijzonder dat we andere mensen hebben kunnen inspireren.”

Was dat ook het idee toen u twee Aboriginal activisten uit Australië uitnodigde om mee te gaan?

„Ja, want in Australië hebben ze dezelfde problemen te maken. Zij horen bij de Tati-Tati stam die aan de oevers van de rivier Murray leeft in het zuidoosten van Australië. Daar wordt zoveel water uit hun rivier gepompt dat die op sommige plekken droog is gevallen. Er wonen heel veel verschillende Aboriginal stammen langs die rivier, en ze vinden het moeilijk om die samen te brengen. Ook langs de Whanganui-rivier wonen veel verschillende Maoristammen. Wij hebben ons verenigd door onder meer jaarlijks met z’n allen op een kanotocht te gaan vanaf de bron van de rivier in de bergen tot aan het einde als de rivier in de zee stroomt. Zoiets zouden ze in Australië ook kunnen proberen.”

Sinds de erkenning van de Whanganui-rivier als rechtspersoon hebben op meer plekken in de wereld bergen, rivieren en bomen rechten gekregen. Het natuurrecht is inmiddels een van de snelst groeiende juridische bewegingen ter wereld. In 2022 verleende Spanje als eerste Europese land rechten aan de natuur. De ernstig vervuilde Spaanse lagune Mar Menor kreeg de status van een rechtspersoon en heeft daardoor het recht op bescherming, behoud en herstel. Ook in onder meer Colombia en Ecuador zijn rechten voor de natuur opgenomen. In Nederland wordt al een tijd overwogen om het Waddengebied eigen rechten te geven om het zo beter te kunnen beschermen.

Lees ook
Komt een berg bij de rechter… Dat is helemaal niet zo gek

Een visser in de Mar Menor, Spanje. In 2019 werd een grote demonstratie gehouden tegen de achteruitgang van de waterkwaliteit in de lagune.

Wat is de boodschap die u met deze film wil geven?

„Heel simpel; zonder water is er geen leven. Als we niet voor het water zorgen, kunnen we niet overleven. Die boodschap slaat niet alleen aan bij inheemse mensen, maar ook bij niet-Maori.”

De documentaire ‘I Am the River, the River Is Me’ wordt op maandag 25 maart en donderdag 28 maart vertoond in Den Haag, en op maandag 25 maart in Amersfoort, bij het Movies that Matter Festival. In mei komt de film in de bioscoop.


Niemand bezoekt Poetin zo vaak als de leider van de Serviërs in Bosnië

In de Bosnische stad Banja Luka verwelkomt een ietwat stijve Russische president Poetin bezoekers in een café. De levensgrote Poetin-pop staat bij de ingang van Café Putin. Binnen hangen de muren vol met portretten van de Russische leider. De menukaart, de suikerzakjes en de servetten dragen zijn hoofd. Bezoekers kunnen hun vieze mondhoeken ermee afvegen, of het hoofd erop een kus geven. Het café is een jaar geleden geopend. Waarom? „Marketing”, zegt een ober kortaf. „Het werkt.” En inderdaad, op een vrijdagmiddag zit het café bomvol.

Even verderop ligt het paleis van de president van de Republika Srpska – een deelstaat van Bosnië en Herzegovina – waar de leider van de republiek, Milorad Dodik, huist. Onder de Europese politieke leiders is hij recordhouder bezoeken aan de Russische president Vladimir Poetin – de president van de Republika Srpska ging al zeker tien keer op de koffie bij Poetin – zijn laatste bezoek was vorige maand, de vierde keer sinds de oorlog in Oekraïne.

Die bezoeken aan Moskou doen de wenkbrauwen fronsen in de Europese Unie en in Sarajevo, waar het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger van Bosnië en Herzegovina staat. „Er is een directe lijn tussen Banja Luka en Moskou”, zei Hoge Vertegenwoordiger Christian Schmidt, die de vrede in het verdeelde land moet bewaken, vorige week in een interview met NRC. „En die band is de afgelopen twee jaar versterkt.” Sinds zijn aantreden als Hoge Vertegenwoordiger in 2021 waarschuwt Schmidt al voor het „uiteenvallen” van Bosnië en Herzegovina. „Die dreiging is alleen maar actueler geworden”, zegt hij nu.

Na de oorlog in Bosnië en Herzegovina (1992-1995) werd in 1995 op een Amerikaanse vliegbasis bij de stad Dayton een vredesakkoord getekend, waardoor Bosnië en Herzegovina erkend werd als onafhankelijk land nadat het decennialang onderdeel was van Joegoslavië. Het land werd verdeeld in een federatie waar voornamelijk Bosniakken (moslims) en Bosnische-Kroaten (katholieken) wonen en de Republika Srpska, waar voornamelijk Bosnische Serven (orthodoxen) wonen. Elke etnische groepering levert roulerend een president – die voornamelijk een ceremoniële functie heeft. De drie presidenten hebben samen een termijn van vier jaar en wisselen elke acht maanden het presidentschap af. Zowel de Federatie als de Republika Srpska hebben een hoge mate van autonomie.

Boven al die groeperingen staat de Hoge Vertegenwoordiger, momenteel de Duitser Christian Schmidt, die ook wel de ‘onderkoning’ van Bosnië wordt genoemd. Hij kan overheidsfunctionarissen ontslaan en belangrijke politieke besluiten nemen. Deze bestuurlijke spaghetti zorgt ervoor dat er bijna dertig jaar vrede is in het land met ruim drie miljoen inwoners. Maar ook dat het land – waar de herinneringen aan de oorlog nog overal zichtbaar zijn door de vele kogelgaten in de oude boerderijen op het platteland en in de hoge flats in Sarajevo – politiek bijna onbestuurbaar is. Overal in het land staan herdenkingsmonumenten voor de slachtoffers van de oorlog, zelfs diep in de bossen. En elk dorp op het platteland kent vele kale vooroorlogse gebouwen, die onafgebouwd zijn omdat de eigenaars tijdens de oorlog naar het buitenland zijn gevlucht of overleden.

De afgelopen jaren nemen de spanningen tussen de verschillende entiteiten in Bosnië toe, volgens de Hoge Vertegenwoordiger. Schmidt botst vooral met de Republika Srpska, waar een Servisch-nationalistische wind waait en Rusland openlijk gesteund wordt in de oorlog met Oekraïne door bijvoorbeeld te weigeren Europese sancties uit te voeren.

Maar hoe groot is de invloed van Rusland in Republika Srpska werkelijk en leidt die invloed tot – zoals Schmidt waarschuwt – een toekomstig uiteenvallen van Bosnië en Herzegovina?

‘Poetin is een held’

De Bosnisch-Servische journalist Danijel Simic moet hardop lachen als het Poetin-café ter sprake komt. „Ja, Poetin is een held hier.” Zelf zit hij liever in een café tegenover de Servische ambassade waar de naam van het café in cyrillisch schrift op de ramen prijkt. „In Republika Srpska zie je steeds vaker het Latijnse schrift verschijnen, onder invloed van de Europese Unie, maar wij zijn Serven”, zegt Simic, terwijl hij de ene na de andere sigaret eerst likt – „zodat-ie minder snel brandt” – en daarna oprookt. „Ik ben een Serviër en wil mijn schrift lezen.”

De vriendelijk ogende, maar imponerende Simic – groot, kaalgeschoren, ringbaardje – is net een week terug uit Donetsk – de provincie in Oost-Oekraïne die grotendeels bezet is door Rusland – waar hij vanaf de Russische kant verslag deed van de oorlog voor de publieke omroep van de Republika Srpska, RTRS. „Maar niemand betaalt mij daarvoor”, zegt hij. „Ik ga daar op eigen initiatief naartoe.”

Voor een journalist heeft Simic een uitgesproken mening. „Ik steun de Russische strijd voor Donetsk en vind dat de oorlog in Oekraïne is uitgelokt door het Westen.” Maar een pro-Russische journalist, zoals veel media hem noemen, is hij naar eigen zeggen niet. „Ik bezocht Rusland pas voor het eerst in 2017, ik word niet door Rusland betaald en ben ook kritisch op het land.” Oekraïne komt hij niet in, omdat hij verslag doet vanaf de Russische kant. Ook Kroatië mag hij daardoor niet meer in, waardoor hij geen toegang heeft tot de hele EU.

Zijn zender RTRS publiceert regelmatig desinformatie, zegt onderzoeker Emir Zulejhic van de in Sarajevo gevestigde factcheck-website Raskrinkavanje.ba. „Sinds we onderzoek doen komen we vooral desinformatie tegen vanuit media uit Republika Srpska, waaronder RTRS.” Ook ziet hij veel pro-Russische berichtgeving. „Ze gebruiken het Russische narratief, spraken in het begin van een ‘speciale operatie’ in Oekraïne en toen de oorlog begon zond RTRS drie dagen lang een documentaire over Poetin uit.”

We hebben hier geen Russische invloed nodig. We zijn allemaal al Russofiel

Bewijs dat RTRS direct beïnvloed wordt door Moskou heeft hij niet. „Dat is ook niet nodig”, zegt Zulejhic. „Want we spreken allemaal dezelfde taal en hebben toegang tot de Russische tv-zenders RT en Sputnik die vanuit Servië in het Servisch berichten over deze regio. Het is één groot taalgebied.”

Niet alle journalisten in Republika Srpska zijn pro-Russisch. Wie zich openlijk uitspreekt tegen de Russische banden met Dodik is Mladen Bubonjic (41) – hoogleraar mediastudies aan een privé-universiteit in Banja Luka en hoofdredacteur van de kritische website Gerila. Waar de band tussen Republika Srpska en Rusland vandaan komt? „Er is geen referentiepunt waar de liefde voor Rusland is ontstaan”, zegt Bubonjic in een café langs de helderblauwe rivier die dwars door Banja Luka loopt. „Het is er altijd al geweest vanwege de eeuwenlange Slavische geschiedenis, het orthodoxe geloof en de NAVO-bombardementen in Bosnië in 1995 en in Belgrado in 1999.”

RTRS-journalist Simic is niet onder de indruk van alle pro-Rusland claims. „Andere journalisten worden direct of indirect betaald door de Verenigde Staten of de Europese Unie – ik noem ze NAVO-journalisten. Wie betaalt jou eigenlijk?”

Hoewel de liefde tussen Rusland en de Servische Bosniërs er altijd al is geweest, zijn de banden op politiek vlak tussen Republika Srpska en Moskou wel nauwer geworden. Zo bezochten vele Russisch-gezinde activisten én de Russische ambassadeur in Bosnië en Herzegovina dit jaar de parade waar de oprichting van de Republika Srpska wordt gevierd, een jaarlijkse nationalistische viering op 9 januari die verboden is door het Bosnische Hooggerechtshof. Voor veel Bosniërs betekent die dag namelijk het begin van de oorlog die ongeveer 100.000 levens eiste en waardoor zo’n 2,6 miljoen mensen op de vlucht sloegen. In een reactie op die viering vloog de Verenigde Staten met twee F-16’s boven Bosnië in het licht van de „seperatistische activiteten” van Republika Srpska.

Café Putin in Banja Luka hangt vol met Poetin-foto’s.
Pro-Russische oorlogssymboliek in Visegrad.

Foto’s Pierre Crom/Getty Images

Geen EU-vlaggen

Op 21 maart, de dag dat Bosnië en Herzegovina officieel te horen krijgt dat het land kan beginnen met EU-toetredingsgesprekken, hangen de EU-vlaggen massaal uit in de hoofdstraat van Sarajevo. Die gesprekken zijn volgens Hoge Vertegenwoordiger Schmidt van groot belang voor de toekomst van het land, zodat de bewoners het perspectief hebben om bij de EU te komen en om de invloed van Rusland in Republika Srpska af te houden.

Maar in Banja Luka hangen geen EU-vlaggen. Het contrast in denkbeelden in het land is op meer plekken zichtbaar: waar in Sarajevo op verschillende straathoeken met grote letters ‘Don’t forget Srebrenica’ staat geschreven, is in Banja Luka op veel flats, muurtjes en winkelpuien een portret van Ratko Mladic afgebeeld – de Bosnisch-Servische generaal die in 2017 werd veroordeeld door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag tot een levenslange gevangenisstraf vanwege deelname aan de genocide in Srebrenica, waar in 1995 in twee dagen ruim achtduizend mensen werden vermoord.

In Banja Luka hangen geen EU-vlaggen maar portretten van voor genocide veroordeelde generaal Ratko Mladic

Dat Republika Srpska niet zit te wachten op EU-toetreding, maakte de voorzitter van het parlement van Republika Srpska duidelijk door Moskou te bezoeken om afspraken te maken over verdere samenwerking met de Doema, het Russische Lagerhuis. Dat die afspraak precies in de week valt dat de EU-toetredingsgesprekken groen licht krijgen, is symbolisch voor de nauwe banden tussen Banja Luka en Moskou. Daarbij past ook de projectie van de Russische vlag op het parlementsgebouw in Banja Luka tijdens de Russische presidentsverkiezingen.

Vooral de rol van president Dodik is interessant. Na het tekenen van het Dayton-vredesakkoord in 1995 werd hij beschouwd als vriend van het Westen, maar afgelopen jaar kreeg Dodik een medaille van Poetin vanwege zijn „grote bijdrage aan de cultureel-humanitaire banden tussen de volkeren van de Russische Federatie en Bosnië en Herzegovina”. Eerder ontving Poetin al de hoogste onderscheiding van de Republika Srpska.

Zijn „sympathie voor Rusland” verklaarde Dodik vanwege de NAVO-bombardementen op Serviërs aan het einde van de Joegoslavische onafhankelijkheidsoorlogen. „Het is oneerlijk om van ons te verwachten dat we sympathiseren met degenen die bommen op ons hebben laten vallen”, zei hij begin 2022 tegen de Financial Times, één van de weinige interviews die hij gaf aan westerse media. Maar, zei hij, „Poetin heeft mij nooit verteld dat ik iets moest doen en heeft altijd gezegd dat hij het Dayton-akkoord respecteerde.”

Weinig geld van Rusland

Toch schermt Dodik via nationalistische retoriek met afscheiding. Recentelijk zei hij nog een afscheidingsreferendum niet uit te sluiten. Hij erkent de Hoge Vertegenwoordiger niet en hij krijgt steun van de Russische ambassadeur in Sarajevo, die vorig jaar aangaf dat Rusland met een „gepaste reactie” komt als Bosnië en Herzegovina zou toetreden tot de NAVO of een andere voor Rusland „vijandige organisatie”.

Economisch gezien speelt Rusland nauwelijks een rol van betekenis in Bosnië. Ruslands investeringen in het land overstijgen de 3 procent niet van het bbp en Bosnië exporteerde in 2022 voor 53 miljoen dollar aan goederen naar Rusland, tegenover ruim 7 miljard dollar naar de Europese Unie. Het land is alleen van Rusland afhankelijk voor zijn gas en olie. „Dodik zou meer van Poetin moeten krijgen, omdat hij hem als één van de weinige westerse leiders steunt”, zegt Milos Solaja, hoogleraar internationale betrekkingen op de universiteit van Banja Luka. Wat hij daarmee bedoelt? „Geld uit Rusland”.

Dodik is richting Rusland geschoven omdat hij „een zeer slim politicus is”, zegt Solaja, die Dodik al decennia kent. „Ben je tegen Rusland, dan maak je geen kans tijdens de verkiezingen.” Maar in een daadwerkelijk streven naar afscheiding gelooft Solaja – evenals alle anderen met wie NRC sprak voor dit artikel – niet. „Dodik weet hoe hij moet provoceren en hoe ver hij kan gaan. Maar voor daadwerkelijke afscheiding heb je geld, manschappen en steun nodig”, zegt Solaja. „Dat hebben we allemaal niet, Republika Srpska is simpelweg te klein. Bovendien worden we omringd door NAVO-landen.”

Volgens journalist en hoogleraar Bubonjic is er weinig veranderd aan de invloed van Rusland op Republika Srpska. „De nauwe banden met Rusland waren er altijd al, alleen zijn ze sinds de oorlog in Oekraïne meer zichtbaar geworden”, zegt Bubonjic. RTRS-journalist Simic moet lachen als naar de invloed van Rusland op Republika Srpska wordt gevraagd: „We hebben geen Russische invloed nodig. We zijn allemaal al Russofiel.”


Nieuwe rechtszaak wordt grootste uitdaging van de macht van Apple in de Verenigde Staten

De topman van de Amerikaanse techreus Apple, Tim Cook, oogstte gelach tijdens een evenement in Californië in 2022 met zijn reactie op een i-Phone-gebruiker die hem een vraag stelde over de netelige kwestie van ‘groene en blauwe bubbels’.

Binnen zijn berichtenapp iMessage maakt Apple onderscheid tussen berichten afkomstig van andere iPhone-gebruikers, die versleuteld worden en verschijnen als blauwe tekstballonnen, en berichten van mensen met andere telefoons. Die krijgen geen bescherming en verschijnen in het groen.

Door het verschil in de verwerking van berichten kon de vraagsteller zijn moeder met een Android-telefoon geen video’s sturen via de berichtendienst, klaagde hij. „Koop een iPhone voor uw moeder”, adviseerde Cook, tot vermaak van het publiek.

Het gelach bij Apple is echter verstomd nu het Amerikaanse ministerie van Justitie het geval heeft aangehaald als voorbeeld van hoe Apple zijn macht op de markt voor smartphones zou misbruiken voor zijn eigen gewin. Volgens Justitie maakt de praktijk deel uit van een patroon waarbij de techgigant concurrenten bewust zou tegenwerken bij hun pogingen om producten en diensten te leveren voor het omvangrijke ‘ecosysteem’ van de populaire iPhone, zodat het zijn klanten als monopolist zijn eigen versies kan verkopen. Wereldwijd worden iPhones door meer dan een miljard mensen gebruikt.

Samen met vijftien staten en Washington D.C. spande Justitie donderdag een grootschalig proces aan tegen de techgigant uit Californië, op beschuldiging van schending van mededingingsregels. Volgens de aanklacht zet de maker van de iPhone zijn machtige marktpositie in om zijn eigen producten en diensten voor te trekken. Zo zou Apple, dat in 2023 een omzet boekte van zo’n 385 miljard dollar (ongeveer 355 miljard euro), op een oneerlijke manier zijn klanten, ontwikkelaars van software en anderen te hoge prijzen berekenen en innovatie smoren.

Monopoliepositie

„Consumenten zouden niet moeten worden gedwongen hogere prijzen te betalen omdat bedrijven mededingingswetten schenden”, zei de Amerikaanse minister van Justitie Merrick Garland tijdens een persconferentie in Washington. „Wij beweren dat Apple zijn monopoliepositie op de smartphonemarkt niet alleen handhaaft door de concurrentie voor te blijven, maar door de federale antitrustwetten te overtreden. Als we niet ingrijpen, zal Apple zijn smartphone-monopolie alleen maar blijven versterken.”

De zaak is een krachtige uitdaging van de macht van Apple in de Verenigde Staten, en maakt deel uit van een reeks grote antitrustzaken tegen techreuzen die zijn aangespannen door de regering van president Joe Biden en die van zijn voorganger, Donald Trump. Ook Google en Amazon zijn aangeklaagd op beschuldiging van illegale tactieken om de concurrentie te dwarsbomen; pogingen om overnames door Microsoft en Meta, het moederbedrijf van Facebook, te blokkeren, zijn mislukt.

Amerikaanse minister van JustitieMerrick Garland Apple handhaaft zijn monopolie op de markt voor smartphones door de federale antitrustwetten te overtreden

Biden zette extra vaart achter de zaken, nadat onderzoeken naar de invloed van de techreuzen op handel en communicatie in 2019 werden gestart onder Trump. Volgens Jonathan Kanter, hoofd van de antitrustafdeling van het ministerie van Justitie, is het strenge optreden bedoeld om „de concurrentie en innovatie voor de volgende generatie technologie te bevorderen.”

De zaak tegen Apple is breed aangepakt, en beperkt zich niet tot een enkel aspect van het zakelijke imperium van het concern. In de tenlastelegging van 88 pagina’s, die is ingediend bij een federale rechtbank in New Jersey, wordt een scala aan voorbeelden genoemd van manieren waarop het bedrijf concurrentie de kop zou indrukken. Zo „ondermijnt” zijn berichtendienst niet alleen communicatie met gebruikers van andere telefoons, ook maakt Apple het volgens aanklagers opzettelijk lastig voor andere berichtenapps om soepel te functioneren op zijn apparaten.

Daarnaast beperkt Apple de toegang tot een chip in de iPhone die contactloze betalingen mogelijk maakt. Daardoor kunnen betalingen met de iPhone alleen worden gedaan met Apple Pay, de eigen betaaldienst van het concern, en krijgen andere apps geen voet aan de grond. Justitie citeert een e-mail van Steve Jobs, de mede-oprichter van Apple die in 2011 overleed, waarin hij zich voornam ontwikkelaars te „dwingen” om hun betalingssystemen te gebruiken om consumenten aan zich te binden.

Aandeel onderuit

Tevens is het vaak lastig om andere apparaten aan de iPhone te koppelen die niet van Apple zelf afkomstig zijn, zoals smartwatches en smart-trackers om bijvoorbeeld sleutelbossen te lokaliseren. Zo heeft Tile, fabrikant van smart-trackers, Apple ervan beschuldigd de werking van zijn tags met de sensoren van de iPhone te belemmeren – voordat Apple zijn eigen AirTag op de markt bracht. Ook op het gebied van veelzijdige, zogeheten ‘super apps’ en ‘cloud stream game apps’ zou Apple de deur gesloten houden.

Hoe wil justitie Apple in het gareel dwingen? In de aanklacht wordt de rechtbank gevraagd te voorkomen dat Apple zijn invloed gebruikt om concurrenten te ondermijnen, onder meer door het bedrijf te verbieden bepalingen in zijn contracten met ontwikkelaars en andere partners op te nemen die zijn monopoliepositie bestendigen. Doel is „de smartphonemarkt te bevrijden van concurrentiebeperkende en uitsluitende gedrag en concurrentie te herstellen, om de prijzen van smartphone omlaag te brengen voor consumenten, kosten te verminderen voor ontwikkelaars, en innovatie te behouden voor de toekomst”. Een proces kan echter jaren duren.

Apple wijst de zaak van de hand en heeft laten weten dat het zich „krachtig” zal verdedigen. Niettemin ging het aandeel van de techgigant donderdag ruim 4 procent onderuit. Dit jaar heeft het bedrijf, onder druk van onder meer de gevreesde antitrustactie, ongeveer 7 procent van zijn marktwaarde verloren. Het zag zijn marktwaarde, die eerder de grens van 3.000 miljard dollar doorbrak, teruglopen tot 2.646 miljard en moest zijn jarenlange positie als grootste bedrijf ter wereld naar marktwaarde prijsgeven aan zijn oude rivaal Microsoft.

„Deze rechtszaak bedreigt wie we zijn en de principes die Apple-producten onderscheiden in markten met felle concurrentie”, verklaarde een woordvoerder. Volgens Apple zou de zaak, als hij slaagt, „ons vermogen belemmeren om het soort technologie te creëren dat mensen van Apple verwachten – waar hardware, software en diensten elkaar kruisen.”

Het concern doelt daarmee op het bedrijfsmodel dat het hanteert sinds zijn begindagen als kleine, eigenzinnige speler op de computermarkt: het berekent een premie voor technologieproducten waarbij het strakke regie houdt over het besturingssysteem van zijn apparaten en de gebruikerservaring. Die dominante aanpak, die contrasteert met de open Android-software van Google, wordt soms omschreven als een ‘ommuurde tuin’.

Apple verdedigt die ommuurde tuin als een cruciaal kenmerk van zijn gewilde apparaten. Volgens het bedrijf biedt het digitale fort rond zijn producten bescherming tegen virussen en waarborgt het de privacy van gebruikers. Bovendien wordt het model, gekenmerkt door design en gebruikersgemak, gewaardeerd door klanten, die veelal een cultus-achtige loyaliteit hebben aan het bedrijf. Apple spreek in dat verband van „een magische ervaring”.

Oneerlijke handelspraktijk

Die aantrekkingskracht is de hoeksteen van het lucratieve succes van het concern, zeker in Noord-Amerika. Volgens cijfers van CCS Insight was de iPhone in het laatste kwartaal van 2023 goed voor ongeveer 72 procent van de verkoop van smartphones op het continent. Samsung had een aandeel van 25 procent, andere producenten telden nauwelijks mee. Wereldwijd had Apple in 2023 een marktaandeel van bijna 19 procent.

Volgens Justitie komt de ommuurde tuin echter neer op een oneerlijke handelspraktijk. Aanklagers zien het vooral als een middel voor Apple om concurrenten buiten de deur te houden – en spreken van een „slotgracht rond zijn smartphonemonopolie”. Ze willen het concern dwingen klanten meer keuze te bieden over hoe apps gebruik kunnen maken van de hardware die Apple ontwerpt.

Ze zijn daarin niet de eersten. De Europese Unie heeft Apple op soortgelijke gronden aangepakt. Begin deze maand legde Brussel het concern een megaboete van 1,8 miljard euro op omdat het vond dat Apple muziekstreamingdiensten als Spotify benadeelde door een commissie te heffen op alle aankopen binnen zijn App Store. Veel klanten waren er niet van op de hoogte dat ze goedkopere abonnementen op Spotify konden afsluiten buiten Apple om.

Universele oplader

Inmiddels moet Apple volgens de Digital Markets Act (DMA) van de EU de iPhone openstellen voor download en installatie van apps vanuit appstores die concurreren met die van Apple. Critici waarschuwen echter dat Apple het nog steeds moeilijk maakt om alternatieve appstores aan te bieden. Eerder dwong de EU af dat smartphones en andere apparaten vanaf eind dit jaar moeten worden voorzien van een USB-C-ingang voor een universele oplader. Vooral Apple verzette zich daartegen, om zijn klanten afhankelijk te houden van zijn eigen producten.

In de Amerikaanse zaak moet het ministerie van Justitie eerst een rechtbank overtuigen. Of dat zal lukken, is nog maar de vraag. Apple kwam relatief ongeschonden uit een eerdere antitrustzaak, in 2020 aangespannen door Epic Games, de maker van de populaire Fortnite-videogame. Volgens Epic profiteerde Apple van een illegaal monopolie met zijn App Store, door commissies van 15 tot 30 procent te berekenen op digitale transacties binnen apps. Een federale rechter oordeelde in 2021 echter grotendeels in het voordeel van Apple, al werd het bedrijf wel opgedragen links naar concurrerende betalingsopties toe te staan.

Het is bovendien zeldzaam dat een Amerikaanse rechtbank een techbedrijf schuldig acht aan monopolievorming. In 2001 overkwam dat Microsoft, dat werd beschuldigd van oneerlijke handelspraktijken door zijn browser Internet Explorer te installeren als standaardbrowser binnen het besturingssysteem Windows.

Het is het dan ook onzeker of de conventionele antitrustwetgeving zonder meer kan worden toegepast op de techsector. „Deze zaak gaat over technologie”, zei Colin Kass, een jurist op het gebied van mededinging, tegen The New York Times. „Kunnen antitrustwetten een bedrijf dwingen om zijn producten te herontwerpen, zodat ze beter aansluiten op de producten van concurrenten?”


Pro-life én pro-ivf in Alabama: ‘In de Bijbel ga je niet vinden hoe je met ivf moet omgaan’

Ze lagen al tussen de witte lakens van hun bed met houten spijlen toen de gynaecoloog belde. Lauren Bowerman zou de volgende dag een laatste controle hebben. Daarna zou haar man Matthew een week lang hormooninjecties in haar bilspier zetten om haar lijf voor te bereiden op de plaatsing van een van hun ingevroren embryo’s.

Ze hoopten op een broertje op zusje voor hun elf maanden oude dochter Charlotte. En de Bowermans, allebei 32, voelden nog iets: haast. Urgentie om na jaren onvruchtbaarheid, verdriet en frustratie hun gezin compleet te maken met hopelijk nog wel vijf kinderen.

Die avond vertelde de dokter dat de geplande plaatsing – en voorlopig alle ivf-behandelingen – gestaakt werden. Het Hooggerechtshof in Alabama had enkele dagen eerder geoordeeld dat ook embryo’s buiten de baarmoeder kinderen zijn wier leven heilig is. Artsen en klinieken, die onmogelijk absolute bescherming garanderen, zouden vervolgd kunnen worden voor moord. Op advies van juristen zegden ze alle patiënten af.

Het conservatieve Alabama had daarmee na abortus ook ivf uitgebannen. Een consequentie waar zelfs verstokte Republikeinen van schrokken. De repercussies waren tot die avond in bed niet tot Lauren en Matthew doorgedrongen. „Ik had wel een nieuwskop gezien dat rechters hadden besloten dat embryo’s kinderen zijn en dacht: dat is mooi. Dat vinden wij ook”, zegt hij, een maand later in de woonkamer van hun bungalow in voorstad Hoover. Zij: „Toen ik erover hoorde, wuifde ik het weg: als er een vonnis is dat embryo’s leven zijn, waarom zou dat ons raken?”

Matthew zucht: „We dachten dat we het zwaarste hadden gehad.” Lauren vult aan: „Het zoeken naar een verklaring waarom we geen kinderen konden krijgen, alle onderzoeken en mislukte behandelingen, de worsteling met God die ons geluk weerhield, de ethische en spirituele afwegingen rond ivf”, ze vouwt haar benen op de bank onder zich en trekt haar wit-blauwe bloemetjesjurk eroverheen. „De afgelopen periode bevestigde hoe kwetsbaar we zijn: we blijven overgeleverd aan de willekeur van artsen, politici en rechters.”

Strijd om de baarmoeder

De Bowermans hebben hun leven bewust overgeleverd aan de macht van God. Ze studeerden beiden theologie voordat ze verliefd werden „tijdens de wekelijkse bijbelstudie voor singles bij de Chick-fil-A”, een fastfoodketen, vertelt zij. Hij had zelfs de ambitie om predikant te worden. Hij is nu financieel analist. Zij schrijft en maakt podcasts voor een website voor gelovige vrouwen.

Toen ze in 2017 trouwden, leken kinderen vanzelfsprekend. „‘Wees vruchtbaar en word talrijk’ is de eerste opdracht in de Bijbel”, zegt Matthew. Het voelde „wreed” dat God hen dat niet op de natuurlijke manier gunde. Zij, die alles doen om naar Zijn woord te leven, werden keer op keer teleurgesteld in hun grootste wens. Dat ervoeren ze allemaal opnieuw toen bleek dat het Hooggerechtshof van Alabama ivf blokkeerde.

De strijd over abortus en andere zogeheten voortplantingsrechten in de VS is in de kern een botsing tussen enerzijds conservatief, gelovig rechts en anderzijds progressief, seculier links. Vanuit dat laatste kamp bezien is het een gevecht waarin kerkleiders, fundamentalistische activisten en Republikeinen – overwegend mannen – vrouwen de autonomie over hun eigen lichaam willen ontnemen.

vaderMatthew Bowerman Het enige dat we willen is gezinsuitbreiding

Rechts heeft de overhand. Nadat president Donald Trump drie conservatieve rechters in het federale Hooggerechtshof benoemde, werd in 2022 het landelijk recht op abortus geschrapt. Nu staan ivf en abortuspillen op het spel. Over de anticonceptiepil kan een volgende strijd losbarsten.

Maar de conservatieve groep is geen monoliet, zo bewijst de ivf-kwestie. Waar in Alabama het Hooggerechtshof embryo’s heilig verklaarde, haasten politici zich om de behandelingen weer mogelijk te maken. Ook Trump sprak zich uit voor ivf: „We willen het gemakkelijker maken om baby’s te krijgen, niet moeilijker.” In conservatieve kringen wordt de dalende vruchtbaarheid in de VS ook als groot probleem gezien.

Het door Republikeinen gedomineerde parlement van Alabama, op wiens abortuswetgeving het rechterlijk oordeel gebaseerd was, kwam snel met een reparatiewetje om vruchtbaarheidsbehandelingen weer mogelijk te maken. Voor de Bowermans blijft de praktische schade beperkt tot een vertraging van een paar maanden. Al vreest zowel links als rechts dat de wet niet bestand zal zijn tegen volgende rechtszaken. En bestaat de angst dat gyneacologen Alabama, waar de geboortezorg toch al zwak is, zullen verlaten.

De religieus gemotiveerde bezwaren tegen ivf zijn namelijk hardnekkig. De Katholieke Kerk is sinds de eerste ‘reageerbuisbaby’ in 1978 pertinent tegen, omdat bij ivf altijd embryo’s sneuvelen: voor wetenschappelijk onderzoek, door menselijke fouten, maar ook omdat (potentiële) ouders meestal lang niet alle cellen gebruiken die voor hen gekweekt worden. Wat overtollig is, wordt soms gedoneerd, maar meestal vernietigd. Klinieken zitten ondertussen met verweesde embryo’s die niemand meer wil.

De pro-life-beweging, die abortus én ivf aan banden wil leggen, is overwegend protestants, zeker in Alabama., waar het percentage katholieken lager is dan de rest van het land. Het feit dat de technologie ook homoseksuelen en alleenstaande vrouwen de mogelijkheid biedt biologische kinderen te krijgen, sterkt het religieus gemotiveerde verzet.

Ruim 2 procent van de Amerikaanse baby’s wordt inmiddels verwekt met ivf: in 2021 waren dat er 86.000. Dat zijn ook kinderen van diepgelovige mensen, zoals de Bowermans, die kampen met onvruchtbaarheid.

Allemaal welkom

Toen Matthew en Lauren Bowerman te horen kregen dat ivf hun enige kans was op volledig eigen kinderen, verdiepten ze zich uitvoerig in de methode en de ethische rafelranden. In al hun christelijke vorming was het nooit ter sprake gekomen. En hoewel ze door hun eigen kerkgemeenschap gesteund worden, vonden ze online vooral religieuze argumenten tegen.

In de VS, waar vrijwel alle zorg commercieel is, bestaat nauwelijks regelgeving rond ivf. Wensouders kunnen embryo’s selecteren op geslacht en er oneindig veel laten invriezen of terugplaatsen. „Wij besloten dat we elk embryo dat gecreëerd wordt van mijn eicellen en zijn sperma een kans willen geven op leven in ons gezin”, zegt Lauren. Twee ivf-trajecten leidden tot zes levensvatbare embryo’s. „Zes momenten waarop God voor het vonkje zorgde dat leven schept”, want zo zien zij de technologie. Ze zullen die embryo’s een voor een laten terugplaatsen, zonder ze te laten testen op afwijkingen. „Ze zijn allemaal welkom.”

Toch zijn hun moralistische fundamenten de laatste weken gaan wankelen. „Wij zijn heel erg pro-life. Voor ons begint het leven bij de bevruchting”, zegt Lauren. „Maar we weten dat dat ivf is ontwikkeld door embryo’s te gebruiken. En we beseffen door deze episode dat onze persoonlijke overwegingen niet betekenen dat we willen dat die door de overheid worden opgelegd.”

Voor Matthew is de openbaring nog sterker. „Ik ben niet meer zo overtuigd dat het leven begint bij conceptie. Misschien is het pas bij innesteling? Bij een hartslag? Ik weet het niet.”

Lauren schrikt daar zichtbaar van. „Hier zijn we het dan niet helemaal eens, want ik neig er toch naar dat al onze embryo’s onze kinderen zijn. Onze potentiële kinderen”, zegt zij.

Lees ook
De Amerikaanse paradox: steeds minder gelovigen, maar meer macht voor het geloof

De Amerikaanse paradox: steeds minder gelovigen, maar meer macht voor het geloof

In deze huiskamer in Hoover, Alabama, wordt de theorie geslecht dat het vrouwen zijn die bij de Republikeinse Partij wegrennen omdat hun rechten op het spel staan. Het is juist Matthew die door de tijdelijke ivf-inperking meer afstand voelt tot activistische geloofsgenoten en meer empathie voor vrouwen die ervoor kiezen een prille zwangerschap af te breken. „Wie ben ik, of een rechter, of een politicus, om daarover te beslissen. Het is zó persoonlijk.”

Dan valt Lauren hem bij. „Als we wetten invoeren die zeggen dat het leven begint bij conceptie, wordt ook de morning-afterpil verboden. Wat volgt?” Pas door de ivf-kwestie is ze zich er zelf opeens hyperbewust van hoe kwetsbaar alle rechten zijn, zegt ze. En hoe bevoorrecht ze is.

Voor Amerikaanse vrouwen die online de weg weten en het kunnen betalen, is een abortus nog altijd mogelijk: met pillen of door naar een andere staat te reizen. Het zijn de armere, vaak niet-witte, vrouwen die door de strenge wetgeving geraakt worden.

Bij de protesten die ivf-ouders organiseerden na de uitspraak van het Hooggerechtshof, waren nauwelijks mensen van kleur te bekennen, terwijl bijna 27 procent van de inwoners van Alabama zwart is en 5 procent latino. „De tweedeling is enorm. Voor hoeveel mensen die kinderen willen is ivf financieel sowieso onbereikbaar?”, zegt Lauren. Verzekeringen dekken zelden vruchtbaarheidsbehandelingen. De Bowermans hebben er zo’n 45.000 dollar (bijna 42.000 euro) aan uitgegeven.

Zelf zijn ze niet gaan demonstreren, maar Matthew heeft hun Republikeinse afgevaardigde aangeschreven. „Om mijn frustratie te uiten dat mensen die niets van ivf weten het met één pennenstreek onmogelijk kunnen maken om ons gezin uit te breiden”, zegt hij. Lauren: „Op een hele Republikeinse, pro-life manier.”

Ze hopen na alle ophef op een nieuwe, genuanceerde discussie in hun religieuze gemeenschap over wat ‘voor het leven’ zijn nu werkelijk betekent. Een gesprek dat ze vooral in deze woonkamer gevoerd hebben: nooit op het seminarie, in hun kerk of op de religieuze webfora. Christelijke principes blijven leidend, maar niet volledig toepasbaar op de moderne wetenschap. „Je kunt heel lang zoeken in de heilige schrift”, zegt Lauren. „Maar daar ga je het antwoord op hoe je als christen met ivf moet omgaan niet vinden. Het staat niet in de Bijbel.”


Christen-democraten verder naar rechts met de man die Europeanen niet kennen

Als Manfred Weber zich ergens tegen keert, kan er zomaar een storm opsteken in Europa. En vrijdag werd duidelijk dat die storm de veelbesproken natuurherstelwet alsnog fataal kan gaan worden.

Nadat Nederland onlangs zijn steun introk, onder druk van de Tweede Kamer, is nu onzeker of het voorstel het nog haalt. Vrijdag werd een stemming over de wet op het laatste moment uitgesteld omdat onvoldoende EU-landen die nog steunen – zeer ongebruikelijk in Brussel. Dat de wet, die lidstaten opdraagt hun natuur in betere staat te brengen, zó explosief kon worden, is voor een belangrijk deel terug te voeren op één persoon: Manfred Weber.

Onbekend bij het grote Europese publiek, is hij een de invloedrijkste christen-democraten in Brussel. Weber zit in het Europarlement sinds 2004, waar hij nu elf jaar de fractie van de zogeheten Europese Volkspartij (EVP) leidt. Sinds twee jaar is hij daarnaast ook voorzitter van die overkoepelende christen-democratische partij. Daarbij zijn tientallen nationale partijen aangesloten, waaronder het CDA. Binnenkort sluiten naar verwachting de BoerBurgerBeweging (BBB) en Nieuw Sociaal Contract (NSC) zich bij de EVP aan.

De combinatie van partijrollen heeft Webers macht vergroot. Hij stuurt niet alleen de grootste fractie in het Europees Parlement aan, maar staat ook voortdurend in contact met alle christen-democratische partijen, die vaak ook in nationale regeringen zitten en zo eveneens EU-besluitvorming beïnvloeden. Voorafgaand aan een stemming in een Europese ministerraad is het Weber die nog even appt of belt om alle neuzen de juiste richting uit te krijgen.

En de ‘juiste’ richting, dat kan ook iets zijn dat voor een partij in één lidstaat van belang is en daarna tot zaak voor de hele partij wordt gemaakt. Weber heeft de afgelopen jaren de banden met lidpartijen versterkt en met name voor christendemocraten in de oppositie kan het welkom zijn om rugdekking van de rest van de partij te krijgen.

Voorafgaand aan een stemming in een Europese ministerraad is het Weber die nog even appt of belt om alle neuzen de juiste richting uit te krijgen

Ziedaar de natuurherstelwet, een vrij onopvallend wetsvoorstel, eerst louter in Nederland en België omstreden, maar uitgegroeid tot een totem waarmee de ‘Green Deal’ ondermijnd kon worden. „Als Weber een thema promoveert tot chefsache kan hij dingen in beweging zetten”, zegt de Leuvense politicoloog en partijkenner Steven Van Hecke. „In theorie heeft elke Europese partijfamilie die potentie, maar Weber slaagt daar veel beter in dan anderen.”

Verplaatst Manfred Weber zich door de ruimte, dan zweeft zijn brede grijns met hem mee. Misschien zelfs wel een stukje voor hem uit, als bij de Cheshire Cat uit Alice in Wonderland. Daar gaat hij, handenschuddend door de zaal, tijdens de nieuwjaarsborrel van zijn Europese christen-democratische partij eind januari. Om de paar meter wil een partijgenoot met hem op de foto.

Naast hem loopt deze avond een veel bekendere politicus, Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Maar toch is het vanavond overduidelijk Webers feestje, is hij het die haar af en toe bij iemand lijkt te introduceren. En krijgt Von der Leyen het woord – na Weber – dan is zij het die hem uitvoerig bedankt voor de „fenomenale manier” waarop hij de christen-democratische partij leidt.

Onlangs werd Von der Leyen gekozen tot voorvrouw van de christen-democraten bij de aanstaande EU-verkiezingen in juni, wat de kans groot maakt dat ze ook de komende vijf jaar voorzitter van de Europese Commissie wordt. Maar wil je een idee krijgen van de koers die ze daarbij zal gaan varen, dan is het belangrijker om te letten op Weber.

Waar Weber in 2019 jammerlijk faalde in zijn grootste ambitie, Commissievoorzitter worden, en in de jaren daarna moeizaam overeind krabbelde, groeide recent zijn invloed achter de schermen. Tegelijkertijd verscherpte Weber duidelijk zijn toon en stuurde hij zijn partij naar rechts op thema’s als klimaat en migratie.

Onopvallendheid

Wie is deze Beierse politicus, die zich nog altijd presenteert als de antagonist van oud-Eurocommissaris Frans Timmermans? En wat zegt zijn politieke profilering over de richting die de Europese christen-democraten inslaan?

Manfred Weber blinkt uit in onopvallendheid. Hij praat met zachte stem, hult zich in donkergrijze pakken en is op het irritante af boodschapvast. Ontspanning vindt hij jaarlijks tijdens een paasretraite in een klooster in zijn Beierse thuisstreek. Zijn enige extravagantie lijken zijn overhemden met geborduurde initialen. Het is daarbij moeilijk iemand te vinden die hem ooit op humor heeft betrapt. Als de zaal tijdens een fractievergadering spanning weglacht als hij zich even verspreekt, vertrekt Weber zelf geen spier.

Collega’s omschrijven hem als vriendelijk, geïnteresseerd, iemand die goed luistert. VVD’er Malik Azmani herinnert zich dat Weber hem in de gang aansprak tijdens zijn eerste dag als Europarlementariër. „Hij wist niet wie ik was, maar wilde me gewoon welkom heten, vragen of ik hulp nodig had. Dat typeert hem.”

Hij gaat met paasretraite in een Beiers klooster en draagt overhemden met geborduurde initialen

Weber is geklommen door te blijven zitten – inmiddels al twintig jaar in het Europarlement. Het illustreert hoe je in Brussel juist als stille kracht, zonder veel aandacht te trekken en op de achtergrond, aan invloed kunt winnen. En Weber heeft dat geperfectioneerd. Van de glimmende Ken-achtige verschijning die hij was tijdens de campagne in 2019, transformeerde hij tot een bebaarde, bebrilde, kleurloze man – sommigen in Brussel denken met opzet.

Vraag het Weber zelf, en hij typeert zichzelf steevast als ‘bruggenbouwer’. Het is een cruciale eigenschap in een Europarlement waar je voortdurend op zoek moet naar coalities en als leider van een partij waarin tal van Europese smaken christen-democratie samenkomen. Maar tegelijk zag je sinds een paar jaar ook een andere Weber – scherper, uitgesprokener, volgens critici met opzet polariserend. In felle bewoordingen keerde Weber zich het afgelopen jaar tegen groene wetgeving en leidde zo een algehele backlash tegen elementen van de Green Deal.

Weber met Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen eerder deze maand in Berlijn op een bijeenkomst voor de Europese verkiezingen van CDU/CSU.
Foto Odd Andersen/AFP

Binnen de EVP groeide de frustratie al langer, over het progressieve klimaat in Brussel, waarin groene plannen elkaar opvolgden en frontvrouw Von der Leyen volgens een criticus wel een ‘klimaatactiviste’ leek.

Een sleutelmoment, zeggen betrokkenen, was de zege van de BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen in Nederland vorig jaar. Sindsdien presenteert Weber zijn partij bij elke gelegenheid als dé partij voor Europese boeren, in verzet tegen nieuwe of bestaande natuur- en klimaatregels.

Campagnemachine

„Hij zag: er broeide daar in Nederland iets”, zegt de Italiaanse Europarlementariër Herbert Dorfmann, EVP-woordvoerder voor landbouw. „Een politicus moet zichzelf zien als een ondernemer: als je nieuwe klanten krijgt, mag je oude niet tegelijk verliezen. En Manfred begreep vorig jaar: wij zijn mensen aan het verliezen, door ons louter nog op mensen uit de stad te richten.”

„Manfred gelooft er sterk in dat de EVP een campagnemachine moet zijn, in plaats van alleen een stel papiervreters in Brussel”, zegt CDA-Europarlementariër Jeroen Lenaers. „Hij heeft de analyse gemaakt: als je de hele tijd alleen maar samenwerkt, heb je een heel lastig verhaal als je op een gegeven moment weer aan de kiezer moet uitleggen waarom ze nog op jou moeten stemmen.”

„Hij politiseert de dingen hier in Brussel met opzet”, zegt fractievoorzitter van de Groenen Philippe Lamberts. „Maar wat mij tegenvalt is dat hij in plaats van een eigen verhaal, alleen maar tégen is, en dan vooral tégen groen.”

Weber zelf laat niet na te benadrukken hoe graag hij de politiek terugbrengt in de Europese discussie. „Als je het centrum sterk wil houden, heb je daar ook een levendige discussie nodig.” Zijn schrikbeeld is, zegt hij, de Franse president Emmanuel Macron. „Hij zei: ik ben een beweging, we hebben geen links en rechts meer nodig. Hij vernietigde de klassieke centrumpartijen, haalde de politiek eruit. En het resultaat is nu de groei van extreemrechts.”

Eind september spreekt Weber een zaaltje toe in Ergoldsbach, ten noordoosten van München. De regio rond Ergoldsbach is Webers ‘politieke Heimat’, zoals hij zelf zegt. Hij werd geboren in het dorpje Niederhatzkofen en zijn hele jeugd speelde zich in een omtrek van een paar kilometer van daar af. Nog altijd woont hij er met zijn echtgenote, in het kleine Wildenberg.

Weber zelf laat niet na te benadrukken hoe graag hij de politiek terugbrengt in de Europese discussie

In de EVP klinkt het steeds: Weber snapt de gewone EVP-kiezer, omdat hij elke vrijdag aan de Stammtisch hoort wat hen bezig houdt. En die kiezer is een stuk conservatiever dan in Brussel – en in andere Europese hoofdsteden – vaak gedacht wordt. Alleen door die kiezer terug te winnen, kan het gevaar van radicaalrechts worden overwonnen.

In Ergoldsbach is Weber om de CSU-kandidaat te helpen in zijn campagne voor de Beierse deelstaatverkiezingen, afgelopen oktober. Aan lange houten tafels met grote glazen witbier voor zich zitten oudere mensen in traditionele Beierse jasjes. Links en rechts schudt Weber – zijn teint als die van een skileraar, breed glimlachend – handen. Manfred Weber wil „gezond verstand” in plaats van ideologie, zo benadrukt hij in Ergoldsbach steeds. Bijvoorbeeld bij, zegt hij, de „industriële veehouderij. Wat betekent dat helemaal? Het klinkt niet goed, nee. Maar boeren die op traditionele manier vee houden, kunnen ook veel om hun dieren geven en er goed voor zorgen”.

Hoever kan Weber zijn EVP nog naar rechts verschuiven? Onlangs zorgde een nieuw migratievoorstel van de partij in Brussel voor beroering. In lijn met het omstreden ‘Rwanda-plan’ uit het Verenigd Koninkrijk wil de partij asielzoekers buiten de EU gaan opvangen. Webers partij wil daarnaast af van ‘verboden’ in het klimaatbeleid en dat beleid voortaan door ‘ingenieurs in plaats van politici’ laten maken.

„De evolutie die Weber doormaakte, is die de christen-democratie ook doorgemaakt heeft”, zegt de Belgische Europarlementariër Tom Vandenkendelaere van CD&V. „Je wordt kleiner, je beseft dat er geen plaats meer voor jou is als je alleen maar iedereen te vriend wil houden. En dus probeer je meer uitgesproken te worden.” Daarbij speelt ook een rol, klinkt binnen de partij, dat in de christen-democratische familie de invloed van landen als Nederland en België afnam en die van onder meer Spanje en Griekenland groeide – dáár winnen ze immers nog wel. Dit zijn ook landen waar de politieke cultuur veel meer gepolariseerd is dan in Noordwest-Europa en waar samenwerking met ‘links’ vaak ondenkbaar is.

Verrechtsing

In de EVP, zegt Dorfmann, komen traditioneel verschillende stromingen samen – van liberaal tot conservatief. „En ik constateer: zodra je als partij opschuift naar liberaal, verlies je, zoals in Nederland, België, Luxemburg. Terwijl de conservatieven in Spanje en Griekenland uitblinken.”

Binnen de partij wordt tegelijk met klem ontkend dat er een scherpe verrechtsing is. De Duitse christen-democraat Norbert Lins reageert verontwaardigd op de suggestie dat zijn partij zou polariseren „Wie polariseren zijn juist de linksen – Frans Timmermans voorop”, zegt hij, verwijzend naar de oud-Eurocommissaris voor Klimaat. „Wij zijn niet veranderd – de anderen zijn geradicaliseerd.”

Weber laat zelf niet na zijn afkeer te benadrukken van extreemrechts – hij noemt zichzelf met nadruk onderdeel van ‘de generatie Sophie Scholl’, de generatie Duitsers die in de jaren 80 volwassen werd en die de herinnering aan verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog zoals Sophie Scholl levend hielden. De ‘brandmuur’ tegen de extremisten staat volgens Weber onverminderd overeind.

Boerenprotest in Berlijn, eind vorig jaar. Boeren die op traditionele manier vee houden, zegt Weber, kunnen ook heel veel om hun dieren geven en er goed voor zorgen.
Foto Filip Singer/EPA

Tegelijk klinkt ter linkerzijde, vooral buiten maar ook binnen de partij, zorg over Webers toenadering tot bijvoorbeeld de radicaal-rechtse premier Giorgia Meloni. Zolang partijen zich maar pro-Europees, pro-Oekraïne en rechtsstatelijk opstellen, wil Weber samenwerking niet uitsluiten. „Wat ik niet begrijp, is dat hij nog altijd probeert extreemrechts te civiliseren”, zegt Lamberts. „Hij heeft dat jaren geprobeerd met Orbán – zonder succes.” Pas nadat de Hongaarse premier de rechtsstaat al jaren afbrak, kwam het in 2021 tot een breuk met de EVP.

Welke rol Weber in de toekomst zelf zal vervullen hangt af van de vraag of zijn missie slaagt: de EVP met een nieuwe, offensievere strategie wél laten groeien. Het kan betekenen dat zijn invloed in Brussel nog meer zal toenemen. Maar als het niet lukt, dan kan, zo denken betrokkenen, ook zomaar de wrevel groeien over de wel heel centrale rol die Manfred Weber in de partij inmiddels inneemt.

Uiteindelijk, benadrukt Van Hecke, zal de EVP in Brussel moeten blijven samenwerken met linksere en liberale partijen. Maar als Weber de invloed van zijn partij vergroot, betekent dat dat ze in de volgende jaren méér Eurocommissarissen kunnen claimen. De belangrijkste prooi: het behoud van de klimaatportefeuille – sinds kort in handen van CDA’er Wopke Hoekstra – om zo de rem op de Green Deal te houden. „Weber hoopt de Europese consensus naar rechts te trekken. En dat is beter mogelijk als de radicale vleugel aan invloed wint.”

Met medewerking van Nynke van Verschuer

Correctie 22-03-2024: Dit artikel is aangepast nadat de stemming over de natuurherstelwet werd uitgesteld.


Senegalezen vochten voor hun democratie – en wonnen

De sfeer is uitgelaten. Zingend, klappend en joelend beweegt de menigte zich door de straat in een populaire wijk van de Senegalese hoofdstad Dakar. Lijf tegen lijf, de passen snel en resoluut. Vanaf balkons en daken kijken omwonenden naar deze zee van geel, groen en rood, de kleuren van de Senegalese vlag. ‘Nañu am fayda’ klinkt het uit al die kelen: Laat ons waardigheid hebben. ‘Nañu respecter suñu Senegal’: We moeten ons Senegal respecteren.

Die februari-ochtend was een speciale. Voor het eerst in lange tijd was een demonstratie toegestaan in de hoofdstad, zonder dat deze nu eens met traangas en waterkanonnen zou worden opgebroken. Maar ook hadden de demonstranten een belangrijke overwinning te vieren. Hun democratie had gewankeld als nooit eerder. Tot zeven rechters Senegals president tot de orde riepen. En scherp ook.

Ook in de ogen van deze ‘zeven wijzen’, zoals de rechters bekendstaan, had de 62-jarige Macky Sall getornd aan de fundamenten van de democratie. Met nog maar enkele weken te gaan, zette de president plots een streep door de verkiezingen waarmee op 25 februari een opvolger aangewezen had moeten worden. Nooit eerder in Senegals geschiedenis was zoiets gebeurd. Hij moest wel, betoogde Sall. De geloofwaardigheid van de verkiezingen stond op het spel.

Lees ook
President stort schijnbaar stabiel Senegal in diepe politieke crisis met uitstel van verkiezingen

President Macky Sall (midden) spreekt vorig jaar tijdens een bijeenkomst in het Republikeinse Paleis van Dakar.

Daags later werd mede door zijn regeringspartij een wet aangenomen die de stembusgang – en het einde van zijn mandaat – uitstelde tot december. Ordetroepen hadden kort daarvoor de oppositie uit de parlementszaal verwijderd.

Voor veel Senegalezen was dit de druppel. De laatste jaren zagen ze hoe de president die in 2012 nog aan de macht kwam met de belofte hun democratie te versterken, daar zelf juist steeds minder van heel liet. Politieke tegenstanders, kritische journalisten; een voor een werden ze opgepakt en niet zelden zonder proces vastgezet. Demonstraties werden verboden. Tegen wie toch de straat op ging, traden ordediensten keihard op.

En nu, op de valreep, leek Sall zich aan zijn ambt vast te klampen door een conflict rond een gediskwalificeerde kandidaat aan te grijpen om de verkiezingen uit te stellen. Een „constitutionele coup”, raasde de oppositie. Genoeg, riepen ook de demonstranten die die februari-ochtend de straat op gingen. Geef ons onze verkiezingen.

Enthousiasme na een persconferentie van presidentskandidaat Bassirou Diamaye Faye en oppositievoorman Ousmane Sonko in Dakar op 15 maart, daags na hun vrijlating uit de gevangenis.
Foto Carmen Abd Ali / AFP

Uitzondering

Die krijgen ze nu. Zondag mogen ruim zeven miljoen Senegalezen stemmen voor een nieuwe president. Onder druk van de demonstraties, de internationale gemeenschap en vooral de rechters van de Constitutionele Raad – die zowel het uitstel als de verlenging van Salls termijn ongrondwettig achtten – krabbelde de president terug. Het zou hem nooit te doen zijn geweest om langer aan de macht te blijven, reageerde hij getergd.

Lees ook
‘Als politieke partijen in Senegal eigen milities vormen, hebben we een burgeroorlog’

Ordetroepen en demonstranten staan tegenover elkaar in Dakar, na de veroordeling van Ousmane Sonko

Onzin, meent Aminata Touré, die tot afgelopen zomer nog een van Salls meest prominente medestanders was. „De democratie heeft getriomfeerd”, zegt zij. „Maar je moet die democratie blijven beschermen, die les hebben we nu wel geleerd. Niets is definitief.”

De saga rond Senegals verkiezingen komt op een gevoelig moment in de regio. Dit jaar zouden er theoretisch gezien ook verkiezingen zijn in buurland Mali, evenals in Guinee en Burkina Faso. Theoretisch, want in die landen grepen militairen de afgelopen jaren de macht. Van hun beloftes van terugkeer naar democratie of verkiezingen is weinig meer over. Ook in andere West-Afrikaanse landen vonden staatsgrepen plaats – of bijna.

Senegal was de uitzondering. Alleen hier bleven sinds het einde van het kolonialisme in 1960 de militairen in hun barakken, óók als het onrustig werd. Wel hadden ’s lands leiders moeite om hun plek op te geven. Zo is Sall ‘nog maar’ Senegals vierde president. Hij won in 2012 dankzij een volksopstand tegen zijn voorganger en oud-leermeester Abdoulaye Wade, die een omstreden derde termijn probeerde af te dwingen.

De democratie heeft getriomfeerdAminata Touré oud-premier

„We hadden al onze hoop op hem gevestigd”, zegt Seyni Diédhiou. „Uiteindelijk heeft hij ons verraden.” Diédhiou, een 35-jarige student moderne letteren, is nauwelijks hoorbaar boven het gesnerp van wat klinkt als een stadion vol vuvuzela’s. Hij staat op een middag in maart op een zanderig terrein in het noorden van Dakar dat uit zijn boegen barst met duizenden mensen die toe blijven stromen om een plekje te vinden.

Dit hád de lancering moeten zijn van de campagne van Senegals meest populaire oppositiekandidaat Ousmane Sonko (49). Maar de voormalig belastinginspecteur die een klokkenluider van corruptie werd, raakte de afgelopen jaren verstrikt in allerlei juridische procedures. Een complot, volgens Sonko, om hem buiten de verkiezingen te houden. Dat gebeurde ook. Door een veroordeling voor smaad werd hij uitgesloten als kandidaat.

Lees ook
Senegalese oppositiepoliticus maakt zich op voor zijn ‘combat final’

Oppositieleider Ousmane Sonko spreekt van een complot van president Macky Sall om hem uit de race voor het presidentschap in 2024 te houden.

Plan B

Sonko en zijn door de regering ontbonden partij Pastef kozen daarop voor plan B: zijn rechterhand en oud-collega belastinginspecteur Bassirou Diomaye Faye gaat in zijn plaats voor het presidentschap. Met als slogan: ‘Diomaye mooy Sonko’: Diomaye ís Sonko. En die slaat aan. „Het gaat om het project”, zegt student Diédhiou. Op zijn witte t-shirt het gezicht van Sonko, prominent naast dat van Diomaye.

Dat project, uiteengezet in 84 pagina’s, moet een breuk zijn met alles waar het ‘oude’ systeem volgens hen voor staat: corruptie, hyperpresidentialisme en het verdwijnen van ’s lands rijkdommen in de handen van ondermeer oud-kolonisator Frankrijk. Sonko en dus Diomaye beloven de macht van de president in te perken , mijn-, gas en oliecontracten te gaan heronderhandelen en toe te werken naar een nieuwe, eigen munt, weg van de CFA-franc.

Over de grens leidt dat tot zorgen. Zo staan bedrijven als het Britse BP en het Amerikaanse Woodside op het punt te beginnen met de productie van olie en gas in Senegal. Ook Sonko’s antikoloniale verhaal maakt westerse diplomaten zenuwachtig: door daarop in te spelen wist Rusland de laatste jaren elders in de regio al flink aan invloed te winnen. „We kunnen het ons niet veroorloven Senegal te verliezen”, zegt een van hen tegen NRC.

Campagne-evenement van presidentskandidaat Bassirou Diomaye Faye en Ousmane Sonko in Cap Skirring op 16 maart.
Foto Muhamadou Bittaye / AFP

In Senegal zelf raken Sonko’s beloftes een gevoelige snaar. Vooral onder jongeren – een grote groep in een land waar de gemiddelde leeftijd negentien jaar is. Dat is die middag ook op het veld te zien. Weinigen hier die twijfelen dat Diomaye hun nieuwe president zal worden. Dat hij anders dan Sonko, die parlementariër en burgemeester is, geen politieke ervaring heeft, doet er voor hen niet toe. „Sonko zal naast hem staan”, glundert een jonge vrouw.

Zelf zijn Sonko en Diomaye die middag de grote afwezigen: de twee zitten dan al maanden zonder proces in de gevangenis, in het geval van Diomaye vanwege een Facebookbericht waarin hij de rechtsgang hekelt. Vorige week kwamen zij onder het gejuich van euforische mensenmassa’s alsnog vrij, dankzij een amnestiewet waarmee president Sall zei de vrede te willen herstellen.

Lees ook
In de Senegalese heilige stad Touba is politiek verboden

De Grote Moskee in Touba, de tweede stad van Senegal. Touba is een voornaam religieus centrum, dat tegen wil en dank wordt meegesleurd in de politieke onrust die in het land heerst.

Versnipperd veld

Zo populair als de twee zijn, een uitgemaakte zaak is hun winst nog niet. Het veld is versnipperd met negentien kandidaten, een record. Onder hen Khalifa Sall. De zachtaardige oud-burgemeester van Dakar gold als belangrijke kanshebber voor de verkiezingen in 2019. Maar door een fraudeveroordeling werd hij uitgesloten. Ook toen klonken verwijten van opzet. De oppositiepoliticus belooft nu eveneens als president de macht van die positie in te perken.

„Dat zijn we verplicht”, zegt hij tijdens een campagnetocht door de straten van Dakar, met honderden aanhangers en breedgeschouderde beveiligers in kaki in zijn kielzog. „Onze democratie was een toonbeeld voor Afrika. Nu is dat beeld gebarsten.”

Dat geldt ook voor de reputatie van de president, van wie het geen geheim is dat hij een internationale carrière ambieert. De afgelopen jaren presenteerde hij zich over de grens als fel voorvechter van democratie, wat hem een belangrijke bondgenoot maakt van het Westen – zelfs al dachten velen in Senegal daar toen al anders over. Maar Salls gemorrel aan de verkiezingsdatum ging ook hen te ver, zo bleek uit internationale verklaringen vol „zorgen”.

Senegals democratie is als bamboe. Ze buigt, maar breekt nietAlioune Tine denktank Afrikajom Center

Het maakt het niet makkelijker voor Amadou Ba, die namens Sall naar voren is geschoven als kandidaat de voor regeringscoalitie Benno Bokk Yakaar. De weinig charismatische Ba, tot voor kort premier, wordt zelfs door een deel van zijn partijgenoten niet gesteund. Hoewel peilingen in Senegal formeel verboden zijn, is het geen geheim dat hij er niet zo goed voor staat als gehoopt. Volgens de oppositie de reden dat Sall tijd wilde winnen.

Ba’s campagne leunt zwaar op wat ook Salls tegenstanders erkennen als zijn verdienste: de enorme investeringen die hij deed in infrastructuur. Wat hij op dat vlak heeft bereikt is prijzenswaardig, zegt Alioune Tine, een bekend gezicht in Senegals burgerbewegingen en oprichter van de denktank Afrikajom Center. „Maar op het gebied van democratie, van mensenrechten en fundamentele vrijheden was zijn presidentschap een absolute mislukking.”

Voor de duidelijkheid, zegt Tine: ongeregeldheden en zelfs geweld rond verkiezingen zijn ook voor Senegal niet nieuw. Neem 1988. „Dat jaar werden de stembureaus gesloten en bijna alle politieke leiders opgepakt.” Of de verkiezingen vijf jaar later, toen de vicevoorzitter van de Constitutionele Raad werd doodgeschoten. „Senegals democratie is als bamboe”, zegt Tine. „Ze buigt, maar breekt niet.”

Het maakt de 75-jarige intellectueel sceptisch over de beloftes die hij nu hoort. „Iedereen praat over democratie, minder presidentiële macht. Maar als je eenmaal zelf aan de macht bent, is de realiteit anders.” Jongeren kunnen het zich nog veroorloven te dromen, lacht Tine door de telefoon. „Ik houd mijn voeten op de grond. Als de volgende president het niet slechter doet dan Macky Sall, dan ben ik al tevreden.”

De vier belangrijkste presidentskandidaten:

Amadou Ba

Foto Jérôme Favre/EPA

De keuze van president Macky Sall voor de 62-jarige Amadou Ba als presidentskandidaat van de regeringspartij Alliance pour la République viel niet goed bij iedereen binnen die partij, noch bij regeringscoalitie Benno Bokk Yakaar. Meerdere prominente namen twijfelen openlijk aan Ba’s kansen. Ba, die zijn carrière begon bij de belastingautoriteiten en onder Macky Sall opklom tot minister van Economie en Buitenlandse Zaken en uiteindelijk in 2022 premier, heeft misschien wel de politieke ervaring; hij mist het charisma van zijn baas. Mede door het gebrek aan steun binnen zijn partij verloopt Ba’s campagne moeizaam. Even ging het gerucht dat Sall hem toch opzij zou schuiven voor een andere kandidaat, nadat uit peilingen – die in Senegal niet mogen worden gepubliceerd – bleek dat Ba er niet goed voor stond. Maar dat gebeurde niet.

Bassirou Diomaye Faye

Foto Jérôme Favre/EPA

Tot een paar maanden geleden was de 43-jarige Bassirou Diomaye Faye nog een grote onbekende. De rechterhand van oppositiepoliticus Ousmane Sonko en secretaris-generaal van diens partij Pastef – Les Patriotes speelde een rol op de achtergrond. Maar nadat een veroordeling Sonko uitsloot van de presidentsverkiezingen, wees hij Diomaye aan als zijn ‘plan B’ met als campagneslogan: Diomaye is Sonko en Sonko is Diomaye. De twee leerden elkaar kennen toen zij als belastinginspecteur werkten. Anders dan Sonko, een populist bekend om zijn vurige en aanvallende speeches, staat Diomaye juist bekend als kalm en beheerst. Campagne heeft hij nauwelijks kunnen voeren: vanaf vorige zomer zat hij vast voor „verspreiding van vals nieuws en minachting van de rechtbank” na een kritisch facebookbericht. Half maart kwam hij vrij.

Khalifa Sall

Foto Jérôme Favre / EPA

Als oud-minister onder toenmalig president Abdou Diouf en daarna burgemeester van de hoofdstad Dakar geldt de 68-jarige Khalifa Sall als een van de meest ervaren kandidaten in deze presidentsverkiezing. De zachtaardige en benaderbare voorman van Taxawu Senegal werd in aanloop naar de vorige verkiezingen gezien als de grote uitdager van Macky Sall. Maar meedoen kon hij niet: Sall werd in 2018 veroordeeld tot vijf jaar cel wegens het sjoemelen met publiek geld – een gegeven dat hij altijd heeft ontkend. In 2019 kwam hij weer vrij na gratie door president Sall (geen familie). Sall maakte deel uit van dezelfde coalitie als Ousmane Sonko, maar hun twee kampen raakten gebrouilleerd nadat Sall afgelopen zomer meedeed aan een nationaal dialoog van de president.

Idrissa Seck

Foto Nic Bothma / EPA

„Kunt u zich een verkiezing in Senegal voorstellen zonder een deelname van Idrissa Seck?”, vroeg de politicus retorisch tijdens een persconferentie afgelopen voorjaar. Natuurlijk niet, was het antwoord. Drie keer eerder deed de 64-jarige Seck, tweevoudig minister en van 2002 tot 2004 premier, een gooi naar het presidentschap. Tweemaal werd hij tweede, waaronder bij de laatste verkiezingen in 2019. Van opposant werd hij een bondgenoot van president Sall toen deze na die verkiezingen ‘Idy’ voorzitter van de machtige Raad voor de Economie, Sociale Zaken en Milieu maakte. Seck sprak zich later uit tegen een mogelijk derde termijn voor Sall, maar hield zich in de voorbije turbulente maanden anders dan anderen stil. Wel ging hij niet op de uitnodiging van Sall voor een nationaal dialoog.


Wil Trudeau ‘cancel culture’ in een ‘orwelliaanse’ wet vastleggen, zoals critici stellen?

Ze zijn twee van de bekendste Canadezen ter wereld, aan verschillende zijden van het ideologische spectrum. Toch zijn de feministische sterauteur Margaret Atwood en de radicaal-rechtse psycholoog Jordan Peterson het over één ding eens: een nieuw wetsvoorstel van de regering van premier Justin Trudeau vormt een gevaar voor de vrijheid van meningsuiting in hun land.

Atwood, die wereldberoemd werd met haar roman The Handmaid’s Tale over een patriarchale theocratie, geldt als een autoriteit op het gebied van dystopische visies. Nu waarschuwt ze voor ‘orwelliaanse’ toestanden in Canada als de zogeheten ‘Online Harms Bill’ wordt aangenomen, een wetsvoorstel om internetgevaren als seksuele exploitatie van kinderen en online haatzaaierij aan te pakken.

De Canadese psycholoog Jordan Peterson verwacht „onmiddellijk te worden aangegeven” en te worden gedwongen „een enkelband te dragen” als de wet van kracht wordt, „voor dingen die ik in het verleden heb gezegd en ongetwijfeld zal blijven zeggen in de toekomst”.
Foto IMAGO/James Whatling / Parsons Media

En Peterson, een internationale held van alt-right die zich onder meer verzet tegen wat hij ‘genderideologie’ noemt, zegt te verwachten zelf „onmiddellijk te worden aangegeven” en te worden gedwongen „een enkelband te dragen” als de wet van kracht wordt, „voor dingen die ik in het verleden heb gezegd en ongetwijfeld zal blijven zeggen in de toekomst”.

Wraakporno en online haat

De felle kritiek van beide prominenten tekent een hevig debat sinds het wetsvoorstel eind februari werd gepresenteerd. Volgens minister Arif Virani van Justitie is het plan gericht tegen „het ergste wat we online zien, waaronder haatzaaiende uitlatingen”.

Volgens het wetsvoorstel, dat past binnen een internationale trend om grote spelers op het internet te reguleren, zoals de Wet inzake digitale diensten (Digital Services Act, kortweg DSA) van de EU, worden grote online platforms verplicht om materiaal met seksueel misbruik van kinderen te verwijderen. Ook moeten gebruikers seksuele inhoud die zonder toestemming is geplaatst, zoals ‘wraakporno’, kunnen aanmelden voor verwijdering.

Daarnaast wil de regering-Trudeau straffen op haatzaaierij aanscherpen. Zo kunnen er schadevergoedingen tot 20.000 Canadese dollar (ongeveer 13.600 euro) komen, die daders aan slachtoffers moeten betalen. Ook worden maximale straffen voor uitingen van haat verhoogd; in het geval van oproepen tot genocide zelfs tot levenslang (nu vijf jaar). Zoals veel landen kent Canada een toename van antisemitistische uitingen en moslimhaat sinds ‘7 oktober’. Belangengroepen omschrijven het voorstel als „een stap in de goede richting” om daartegen op te treden.

Atwood: misbruik wet dreigt

Volgens critici schiet de aanpak van online haat het doel echter ver voorbij. Zo wekt de vorming van een ‘Digital Safety Commission’, een orgaan dat op naleving van de regels moet toezien en ruime bevoegdheden zou krijgen, grote argwaan. Ook omstreden is de bepaling dat mensen naar de Canadese mensenrechtencommissie – een niet-gerechtelijk orgaan – zouden kunnen stappen met klachten over haatzaaierij.

Volgens Atwood dreigt misbruik, omdat de definities van strafbare uitlatingen van haat vaag zijn. Ze heeft bedenkingen bij een bepaling dat mensen onder zekere voorwaarden een preventief verbod zou kunnen worden opgelegd als iemand zou vrezen dat hij of zij in de toekomst haatpropaganda zou verspreiden – een soort straatverbod ter voorkoming van een haatmisdrijf.

„Mogelijkheden voor valse beschuldigingen uit wraak en ‘misdenk’ zijn zooo uitnodigend”, aldus Atwood op X. ‘Misdenk’ ofwel thoughtcrime is een referentie naar 1984 van George Orwell, waarin de maatschappij onder toezicht staat van een ‘Denkpolitie’ die vrije meningsuiting onderdrukt.

De Canadese sterauteur Margaret Atwood laakt het wetsvoorstel ook: de „mogelijkheden voor valse beschuldigingen uit wraak en ‘misdenk’ zijn zooo uitnodigend”.
Foto Estela Silva/EPA

Virani antwoordde op X dat dat een verkeerde voorstelling van zaken is. Volgens hem zijn er voorzorgsmaatregelen om misbruik te voorkomen. Zo zou een rechter de sanctie moeten goedkeuren. Ook wordt de lat voor wat haat is hoog gelegd, en blijft het mogelijk te beledigen, te vernederen en minachting, ongenoegen en politiek verschil van mening uit te spreken.

Kans op intimiderende werking?

Toch is er volgens Michael Geist, professor internetwetgeving aan de Universiteit van Ottawa, wel degelijk een gevaar voor de vrijheid van meningsuiting: mensen kunnen zich onthouden van uitspraken uit angst voor klachten en boetes. „In werkelijkheid is de wetgeving gebaseerd op definities die afkomstig zijn van het Hooggerechtshof, met een vrij hoge drempel”, zegt hij telefonisch. „Maar is er een risico op een ‘chilling effect’? Ik denk van wel.”

Volgens Geist is het debat over het voorstel „verzand” door de toevoeging van maatregelen tegen haat, onder druk van belangengroepen, aan een wetsvoorstel dat over de verantwoordelijkheid van internetplatforms zou gaan. Hij verwacht dat er bij behandeling in het parlement de komende maanden druk zal ontstaan om de meest omstreden passages te schrappen.

Voor tegenstanders van Trudeau – als internationaal boegbeeld van woke vooruitstrevendheid een geliefde boksbal van rechts – bevestigt de controverse echter hun beeld van de premier. Zeker sinds zijn uitzonderlijke gebruik van de ‘Emergencies Act’, een noodwet met speciale bevoegdheden voor de autoriteiten, om een einde te maken aan de wekenlange truckersprotesten die Ottawa begin 2022 lamlegden, wordt Trudeau op rechts afgeschilderd als een autoritaire leider die geen tegenspraak duldt. Volgens Peterson wil hij met het voorstel „cancel culture tot wet verheffen”.

Lees ook
Truckersprotest legt Canadese breuklijnen bloot

Agenten treden op tegen een protest voor het  parlement in Ottawa.

Ook de Canadian Civil Liberties Association maakt zich zorgen. „In een democratische maatschappij moet er plaats zijn voor afwijkende geluiden, impopulaire stemmen, verschillende meningen”, zegt directeur Noa Mendelsohn Aviv telefonisch. „Die zijn soms zeer emotioneel en uiterst luidruchtig. Wij zien niet dat er makkelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen de haat die het wetsvoorstel wil bestrijden en het politieke debat dat zo belangrijk is in een democratie.”