Stakende jonge artsen kregen van de Zuid-Koreaanse president Yoon de volle laag

De Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-yeol is een onwrikbare politicus, blijkens de nasleep van zijn mislukte staatsgreep. Zorgwerknemers, en vooral medicijnenstudenten, hoefde je dat niet meer uit te leggen. Al tien maanden liggen jonge artsen met de president overhoop, vanwege diens plannen voor de uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen. De artsen in opleiding legden in februari uit protest het werk neer, en het is de regering sindsdien niet gelukt de impasse te doorbreken.

Toen Yoon vorige week de militaire noodtoestand uitriep, richtte hij daarbij zijn pijlen expliciet op de jonge artsen: ze kregen 48 uur de tijd om zich weer bij hun ziekenhuizen te melden, of er dreigde een afstraffing. Zit de kwestie hem dan écht zo hoog?

De 26-jarige arts in opleiding Ryu Ok-hada trekt veelbetekenend zijn wenkbrauwen op. „Wij noemden Yoons geneeskundeplan al in februari een ‘medische staat van beleg’.” De lange jongeman vertelt in een koffiezaakje in hoofdstad Seoul over zijn medische loopbaan. Hij had net een eerste ziekenhuisstage afgerond met zijn basisdiploma en zou aan een specialisme op de spoedeisende hulp beginnen, toen de maatregel werd aangekondigd. Hij stopte en werd een belangrijke spreker in de actiebeweging. „Mijn moeder schrok zich wild toen ze Yoon dinsdagnacht zijn decreet hoorde afkondigen. Ikzelf lag te slapen, ze heeft veertien keer geprobeerd me te bellen.”

Meer studenten erbij

In februari kondigde Yoon aan om veel meer studenten geneeskunde toe te willen laten: jaarlijks tweeduizend studenten erbij. Het is een enorme toename, zo’n 65 procent. Dat zou concurrentie betekenen voor de dokters die nu in training zijn. Was er nog wel een baan voor hen straks? Het was ook „een schier onmogelijke opgave voor de opleiding”, stelt Rye. „Hoe kunnen de universiteiten en academische ziekenhuizen, praktisch gezien, ineens zoveel opschalen? Daar gaat de kwaliteit van het onderwijs ontzettend van achteruit.” Er stopten uit protest bijna achtduizend artsen in opleiding.

Ook professor Shin Young-jeon waarschuwt daarvoor. Hij doceert aan het departement voor Preventieve geneeskunde aan de Hanyang-privéuniversiteit. De campus, met een vermaarde geneeskundeopleiding, is op zaterdag vrijwel uitgestorven. De professor ontvangt in zijn overvolle werkkamer, waar hij columns schrijft over de zorgstaking en medisch beleid. „Artsen vormen een beetje een speciale kliek, als beroepsgroep. Er is sterke onderlinge solidariteit, ze hebben zware verantwoordelijkheden.”

In principe is iedereen het erover eens dat veranderingen nodig zijn in de zorg. Zuid-Korea heeft een van de laagste aantallen artsen per patiënt van alle ontwikkelde landen. Met 2,5 specialist per duizend patiënten heeft het land alleen Mexico onder zich op de ranglijst. Bovendien vergrijst de bevolking en zullen ook daarom in de toekomst meer artsen nodig zijn voor die oudere bevolking. Reden voor de overheid om meer medisch personeel aan te willen trekken. De al langer lopende discussie gaat over de manier waarop de zorg moet worden ingericht. En welk salaris de specialisten in dat systeem verdienen. En hoevéél artsen er in totaal werkzaam worden.

Overdonderd door plan

Jonge artsen wisten eerder al succesvol de de voorstellen van een voorgaande regering van tafel te krijgen. Maar in februari werden zij overvallen door Yoons plotselinge plan. Ook het ministerie van Zorg stelde niet volledig op de hoogte zijn gebracht. „Nou goed, de rest van de wereld heeft in de afgelopen week gezien dat meneer Yoon niet echt geneigd is tot onderhandelen”, stelt Shin droogjes. „De artsen voelden zich niet gehoord. En Yoon wilde geen enkele concessie doen. Het werd een politiek symbool.”

Zo’n groot symbool dus, dat de president de zorgprofessionals aansprak in hetzelfde decreet dat hij gebruikte om de militaire noodwet uit te spreken. Als zij dienst zouden blijven weigeren, zouden ze bestreden worden en bestraft. Daarbij, vermoedt professor Shin: door het vizier te richten op de jonge artsen, hoopte de president de woede jegens hemzelf af te wenden. Onder de Zuid-Koreanen is namelijk grote steun voor uitbreiding van de geneeskundeopleidingen: publieke goedkeuring voor dat beleidsplan ligt tussen de 70 en 80 procent.

Maar als de president had gedacht met deze oproep de weigerachtige specialisten-in-opleiding in het gareel te krijgen, dan is dat een misrekening geweest – zoals het uitroepen van de militaire noodwet als geheel dat ook was. De in het Koreaans uiterst strenge taal die Yoon aansloeg voor deze beroepsgroep was voor veel toehoorders choquerend. Tegen lokale media stelden meerdere stakingsleiders dat ze na het decreet helemaal zouden vertikken ooit nog (weer) als gespecialiseerd arts te gaan werken – hervormingen van de baan of niet.

Lees ook

Machtsgreep president Zuid-Korea stuit op het parlement en op zijn eigen partij: na enkele uren wordt militaire noodtoestand weer opgeheven

Politieagenten bij de poort van het parlementsgebouw, nadat de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk-yeol de noodtoestand afkondigde.

Veel ‘stakers’ hebben in de tussentijd juist een baan gevonden in een andere tak van de zorg. In plaats zich voor te bereiden voor specialistische behandelingen, zijn ze nu werkzaam in de meer algemene ziekenhuizen, of in klinieken voor dermatologie.

Tien maanden na het begin van de massale werkonderbreking begint het bij enkele specialismen wel te knellen, volgens Shin, zoals de spoedeisende hulp en de kankerzorg. Juist bij die patiënten die langdurige en complexe behandelingen vergen worden in de ziekenhuizen veel artsen betrokken.

Longkanker

Moon Wei-ja (51) viel hun afwezigheid afgelopen week wel op. Bij haar is onlangs longkanker vastgesteld, en enkele dagen geleden is ze in het hoofdstedelijke universitaire St Mary’s ziekenhuis geopereerd. „Ik zou verwachten dat een trits junioren de specialist zou vergezellen, maar hij loopt in zijn eentje over de gang. Bij de check-up moest hij verwoed door een hele stapel papieren bladeren, er was niemand die mijn medische gegevens paraat had”, vertelt ze in het bezoekersrestaurant. Drie vriendinnen van de kerk zijn komen kijken welke hulp ze straks nodig heeft als ze is begonnen met de chemokuren. Zelf had Moon de discussie rond de artsenopleiding niet zo gevolgd, maar een vriendin wist er wel van. „Al het personeel hier is heel vriendelijk, maar ik vind het een onprettig idee.”

Een paar luie stoelen verderop plukt de 34-jarige Lee Hin-ho onwennig aan zijn witte ziekenhuispyjama. Hij is voorzichtig naar beneden gelopen om zijn knie „uit te proberen”, vertelt Lee. Daar zijn pinnen uitgehaald na een verkeersongeluk. „De operatie stond al zeker twee maanden gepland, dus voor mij was er geen probleem. Maar een vriend van mij brak laatst zijn arm, en hij moest echt lang wachten”, weet hij.

Zo nu en dan komen berichten naar buiten van spoedeisende hulpafdelingen zonder personeel. Volgens de brandweercentrale van de hoofdstad moesten sinds het begin van de staking 3.071 ambulances worden doorverwezen van de dichtstbijzijnde afdeling naar een ander ziekenhuis vanwege tekorten. Dat zou een toename van ruim 46 procent zijn. Er kan een moment aanbreken, vreest professor Shin, dat de actie van de artsen in opleiding levens gaat kosten. Hij stelt in principe het recht om te staken te ondersteunen. „Maar toch wil ik zo langzamerhand pleiten voor hun terugkeer.”

‘Geen gouden ticket’

Natuurlijk gaat dat de jonge arts Ryu aan het hart om geen zorg te verlenen, zegt die met een diepe zucht. Maar hij wil wel duidelijk maken: de zieken zijn niet zomaar verlaten. „De hoofdartsen van de grote ziekenhuizen proberen de taken op zich te nemen, dat hebben ze ons beloofd.” Maar wat de discussie lastig maakt, gaat hij verder, is dat de artsen-in-opleiding zich al langer ondergewaardeerd voelden, juist door de patiënten. „Mensen denken dat artsen een soort ‘gouden ticket’ hebben, en dat we onszelf daardoor als een soort elite zien. Maar dat is een misvatting: we kwamen binnen op onze opleidingen door hard te werken, en we draaien zeker tijdens de opleiding lange dagen.” Maar dat imago is na Yoons hervormingsdrift en de werkonderbreking niet bepaald verbeterd, constateert Ryu.

Inmiddels maakt hij zich ook zorgen over de relaties tussen de artsen zelf. Yoon bleek dit jaar niet de enige die zich onwrikbaar opstelde – sommige van Ryu’s collega’s willen ook van geen wijken weten. Sommige stakingsleiders nemen artsen die buiten de academische ziekenhuizen werk op zich nemen, de maat. Ryu vindt het niks dat collega’s onder druk worden gezet. „Je werk neerleggen is een keuze. Niet iedereen kan die maken. Ik wil geen collega’s wegpesten die, om welke reden ook, diensten blijven draaien. Wij voeren ook actie voor hun toekomst en werkomstandigheden”, zegt hij.

Lees ook

Met deze noodgreep lijkt de Zuid-Koreaanse president zijn hand te hebben overspeeld

Militairen trekken zich terug bij het parlement in Seoul, Zuid-Korea, nadat de noodtoestand die door de president was uitgeroepen, door het parlement was teruggedraaid.

Zien zij licht aan de horizon nu het presidentschap van Yoon wankelt? Artsen, beleidsmakers en de specialisten-in-opleiding willen niet speculeren over de afloop na de mislukte militaire staatsgreep in Zuid-Korea. Als er een andere regering komt, zal die een hele hoop wantrouwen moeten overbruggen. Maar Ryu denkt wel een andere richting te hebben gevonden: hij werkt nu een paar maanden in een klein regulier „plattelandsziekenhuis”, in de enorme, bergachtige provincie Gangwon. „Geen grote machines, geen geavanceerde technologie. Als ik mezelf meereken lopen er tien artsen rond – en ik kan nog niet alles. Maar de opvatting van geneeskunde is er anders, holistischer. Een soort preventieve aanpak.” Hij is even stil. „Misschien juist het soort zorg dat mensen kan helpen ouder worden. Mijn kijk op geneeskunde is in deze stakingsperiode echt veranderd.”


‘De uitkomst van deze rechtszaak zal de toekomst van onze planeet bepalen’

Het is David tegen Goliath bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag. Het piepkleine eilandstaatje Vanuatu is een juridisch gevecht aangegaan met de machtigste landen van de wereld. Vanuatu wil weten hoe ver de verantwoordelijkheid van grote vervuilers strekt voor het veroorzaken van klimaatverandering. En welke gevolgen die verantwoordelijkheid heeft.

Gedurende twee weken van hoorzittingen luisteren de vijftien rechters van het hof naar de argumenten van bijna honderd landen en twaalf organisaties. Waarschijnlijk zullen zij in de loop van volgend jaar met een advies komen dat grote gevolgen kan hebben. Voor Vanuatu en andere kwetsbare landen, omdat hun voortbestaan op het spel staat door zeespiegelstijging en steeds extremer weer. Maar ook voor de grote vervuilers, omdat hun verdienmodel mogelijk onhoudbaar wordt en hun economie totaal op de schop moet.

De hoorzittingen hebben iets surrealistisch. Op het ene moment komt Saoedi-Arabië tot de conclusie dat olie- en gaswinning helemaal niet zo destructief zijn als wordt beweerd, en dat fossiele brandstoffen landen juist ook kunnen helpen om hun armoede te overwinnen. Meteen daarna mag Australië vertellen hoe geweldig zijn klimaatbeleid is en hoe het land er alles aan doet om zijn broeikasgassen te reduceren – want de schade die ze veroorzaken is evident. Maar hoeveel Australië doet is aan het land zelf, zo is het in klimaatverdragen afgesproken. Rechters moeten zich daar niet in mengen.

Vervolgens legt een vertegenwoordiger van de Bahamas op dezelfde ingetogen en beleefde toon uit dat klimaatverandering nog vóór 2050 meer dan de helft van de kustlijn van de eilandengroep zwaar zal beschadigen en dat er aan het einde van de eeuw geen strand meer over is. Door toedoen van rijke landen zullen delen van de eilanden onbewoonbaar worden. Het hof heeft volgens de Bahamas een „historische kans om het gedrag van landen te beïnvloeden en daarmee ons land te redden”.

Margaretha Wewerinke-Singh, universitair hoofddocent duurzaamheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar recht aan de Universiteit van Fiji, is een van de twee hoofdadvocaten van het juridische team van Vanuatu in deze zaak. Zij was een van de eerste sprekers op dag één en schroomde niet om grote woorden te gebruiken. „De uitkomst van deze zaak zal generaties lang doorwerken”, zei ze, en zowel het lot van Vanuatu als „de toekomst van onze planeet bepalen”.

Vanuatu bevindt zich volgens Wewerinke-Singh in de frontlinie van een crisis die het land niet zelf heeft gecreëerd, een crisis die de eilanders en veel andere volkeren bedreigt. „In deze zaak gaat het om de wettigheid onder het internationale recht van een bepaald gedrag dat door specifieke staten in de loop van de tijd is vertoond. Staten die daarmee het klimaatsysteem hebben verstoord en Vanuatu daarmee nu al aanzienlijke schade hebben toegebracht. Dat gedrag bedreigt het voortbestaan van de bevolking van Vanuatu en van de mensheid als geheel.”

Tussen alle hoorzittingen door neemt Wewerinke-Singh de tijd voor een telefonisch interview. Ze komt net uit een gezamenlijk overleg met wat ze „geallieerde landen” noemt – de groep van kwetsbare staten die dagelijks bijeenkomen in een conferentiezaal in de buurt van het Haagse Vredespaleis om hun strategie te bespreken.

U begint uw toespraak met een bekend juridisch principe: Ubi jus, ibi remedium – waar een recht bestaat, is er ook een remedie, een mogelijkheid om het recht te herstellen.

„Dat is een juridisch feit, een onbetwistbare rechtsregel die zelfs Saoedi-Arabië niet zal ontkennen. Als je zegt dat er rechten zijn, dan zijn er ook remedies wanneer die rechten worden geschonden. Door deze onbetwistbare regel van het recht als uitgangspunt te kiezen, wilde ik laten zien dat we het hier hebben over fundamentele rechten, met een inherent recht op herstel.”

Geïndustrialiseerde landen betogen dat een discussie over rechtsherstel thuishoort in de mondiale klimaatonderhandelingen. Zelfs een land als Duitsland, dat klimaatverandering toch heel serieus neemt, komt tot die conclusie.

„Ja, jammer is dat. Duitsland neemt het klimaat serieus, maar klimaatrechtvaardigheid absoluut niet. Duitsland verzet zich met hand en tand tegen enige erkenning van de verplichting om klimaatschade te compenseren. Ze verwezen in hun toespraak nadrukkelijk naar artikel 8 in het Klimaatakkoord van Parijs over Loss and Damage, schade en verlies. Daarin staat expliciet dat artikel 8 geen juridische basis biedt voor een verplichting tot compensatie. Natuurlijk wil Duitsland vanuit de goedheid van zijn hart en op vrijwillige basis best betalen, maar dus niet omdat het moet.

„Volgens mij hebben ze zichzelf daarmee behoorlijk in de vingers gesneden. Want met dit punt benadrukt Duitsland dat er volgens het Parijsakkoord op het gebied van klimaatschade geen bijzondere wetten gelden voor rechtsherstel, in juridische termen zou je zeggen: er bestaat hiervoor geen ‘lex specialis’. En waar geen speciaal recht bestaat, is het algemeen recht van toepassing, het ‘lex generalis’. En dat algemene recht vereist dat schade wordt gecompenseerd.”

Toch zit er wat in, dat het mondiale klimaatbeleid om politieke keuzes gaat. Kan de bemoeienis van rechters dat proces niet doorkruisen?

„Dat is een geldig argument. Als de klimaatonderhandelingen goed werken, is het ook een geloofwaardig argument. Maar niet als de onderhandelingen niet doen wat ze moeten doen. Het doel van de klimaatverdragen, namelijk de concentraties van broeikasgassen stabiliseren op een niveau dat gevaarlijke, door de mens veroorzaakte verstoring van het klimaatsysteem voorkomt, wordt al decennia lang genegeerd. Ook de specifieke bepalingen in die verdragen, zoals over technologieoverdracht, worden niet gerespecteerd.”

Klimaatbeleid vraagt om grote transities, die heel complex zijn. Je zou kunt zeggen: landen doen hun best.

„Ja, maar dat is niet genoeg. Marteling is verboden. Landen kunnen dus niet zeggen: we doen ons best om het zo min mogelijk te doen. Het is verboden, het mag niet. Voor het veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering geldt vanwege de ernst van de gevolgen, waaronder schending van mensenrechten, hetzelfde.”

Hoopt u dat de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof een bodem legt onder de klimaatonderhandelingen en grenzen aangeeft van wat landen zich kunnen permitteren op het gebied van broeikasgasuitstoot?

„Het gaat verder dan dat. Ons argument is, dat het vernietigen van het klimaatsysteem, dat tot op zekere hoogte al heeft plaatsgevonden, illegaal is onder internationaal recht. De juridische vraag is dus niet: hoeveel mogen landen nog uitstoten? Nee, want daarmee negeer je de schendingen die al hebben plaatsgevonden. Dit is een principiële uitspraak.”

Maar wat betekent die principiële uitspraak? Moet Nederland per direct al zijn tankstations sluiten?

„Mij gaat het in de eerste plaats om het recht. Daar moet helderheid over komen. Dat het recht wordt geschonden en dat dit onmiddellijk moet stoppen. Dat botst natuurlijk met de werkelijkheid. Nederland kan onmogelijk in één keer de gaskraan dichtdraaien. Dus je moet breder kijken hoe je zo snel mogelijk de schending kunt stoppen en geen nieuwe schendingen meer veroorzaakt – en dus nieuwe schade. Nederland kan bijvoorbeeld ook winst boeken door andere landen te helpen hun emissies terug te dringen, met financiering, technologieoverdracht en samenwerking. Uiteraard zonder dit soort steun als excuus te gebruiken om de transitie in eigen land te vertragen.

Maar zijn we dan niet toch gewoon weer terug bij de klimaatonderhandelingen?

„Ja, klimaatconferenties blijven belangrijk, maar de geloofwaardigheid ervan is zoek. Waar het om gaat is dat de integriteit wordt teruggebracht. Dat kan met behulp van het recht. Als het hof met een sterk oordeel komt, kan dat doorwerken in de nationale plannen van landen om hun emissies te reduceren, anderen daarbij te helpen en schadevergoeding te betalen. Zo’n oordeel kan er ook toe leiden dat de private sector gaat meebetalen. Met een krachtige uitspraak pak je in één klap een heleboel problemen aan. De klimaatverandering zelf, maar ook de rechtvaardigheid en de financiering van het mondiale beleid.”

In uw toespraak maande u de rechters dat ze klimaatverandering onbestraft laten als ze zich niet krachtig uitspreken. Simpel gezegd:wie zwijgt, stemt toe.

„Ja, precies.”

Gaat dat niet te ver?

„Neem kernwapens. Het Hof heeft destijds gezegd dat kernwapens alleen legaal kunnen worden gebruikt bij zelfverdediging. De ruimte die zo’n oordeel open laat heeft wel degelijk effect. Het helpt Poetin nu om met kernwapens te dreigen. Het doet ertoe wat het hof zegt, en dus ook wat het hof niet zegt.”


President Zelensky: tot nu toe 43.000 Oekraïense soldaten gesneuveld in de oorlog

Sinds de grootschalige Russische invasie in februari 2022 zijn 43.000 Oekraïense soldaten om het leven gekomen. Daarnaast raakten er 370.000 gewond.

Voor het eerst in bijna drie jaar heeft president Volodymyr Zelensky gedetailleerde cijfers gegeven over de verliezen aan Oekraïense kant. Zelensky deed dat een dag na zijn ontmoeting met aanstaand Amerikaans president Donald Trump en de Franse president Emmanuel Macron in Parijs. In februari van dit jaar, twee jaar na de invasie, noemde Zelensky voor het laatst een concreet getal van het aantal gesneuvelde Oekraïense soldaten: 31.000. Begin deze maand weersprak Zelensky een bericht in The Wall Street Journal dat inmiddels 80.000 Oekraïense soldaten zouden zijn gesneuveld.

Over aantallen gewonden aan Oekraïense kant liet Zelensky zich niet eerder uit. Hij schreef over „370.000 gevallen van medische behandeling van de gewonden”. Daaronder vallen volgens Zelensky ook de soldaten met lichte verwondingen. „Ook moet worden vermeld dat binnen onze krijgsmacht ongeveer de helft van de gewonde soldaten later terugkeert naar het slagveld”.

Burgerslachtoffers

Volgens de meest recente cijfers van Verenigde Naties zijn in de oorlog tot en met augustus van dit jaar 11.743 burgers om het leven gekomen. De VN gaan er vanuit dat het werkelijke aantal burgerslachtoffers beduidend hoger ligt. Zo is er weinig tot geen betrouwbare informatie over Oekraïense burgers in de bezette gebieden.

Volgens president Zelensky zijn de militaire verliezen aan Russische kant veel groter dan die aan Oekraïense zijde. Hij noemde zondag het getal van 198.000 gesneuvelde Russische soldaten sinds de invasie in Oekraïne, en meer dan 550.000 gewonden. „Sinds september van dit jaar zijn de Russische verliezen op het slagveld soldaten in een verhouding van vijf op één, of zelfs zes op één, vergeleken met ons.”

Lees ook

Oekraïnespecialist Bob Deen: ‘Dit is een existentieel conflict. Daarin is geen compromis mogelijk’

Bob Deen, Oekraïnespecialist van Clingendael: „Alles wat we doen om Oekraïne zich veiliger te laten voelen, zal Rusland als een bedreiging opvatten. En vice versa.” Foto Roger Cremers

Moskou geeft zelf geen cijfers over gesneuvelde, gewonde of vermiste Russische soldaten in de oorlog in Oekraïne. Het onafhankelijke Russische medium Mediazona, dat samen met de BBC op basis van openbare bronnen geverifieerde gegevens bijhoudt van Russische slachtoffers aan de frontlinies in Oekraïne, gaat op dit moment uit van 82.050 gesneuvelde Russische soldaten.

Vredesgaranties

In zijn statement herhaalt Zelensky dat Oekraïne „meer dan wie ook vrede wil”. Maar gelet op het recente Russische verleden wil Kyiv eerst praten over „effectieve vredesgaranties” voordat er kan worden gesproken over vrede met Rusland. Zelensky wijst op de recente Russische bemoeienissen in Georgië, Moldavië, Syrië en de destabiliserende politiek van Moskou in Afrika als voorbeelden waarom Oekraïne garanties wil. „Rusland heeft ons land in oorlog gebracht, en het is Rusland dat de kans op vrede zoveel mogelijk probeert te verstoren.”

Een staakt-het-vuren zonder garanties kan op elk moment worden geschonden, „zoals Poetin al eerder heeft gedaan”, stelt Zelensky. „Om er zeker van te zijn dat de Oekraïners niet langer verliezen hoeven te lijden moeten we de betrouwbaarheid van een vredesakkoord vastleggen, en niet onze ogen sluiten voor de [Russische] bezetting.”

President Zelensky heeft de afgelopen maanden gepleit voor het lidmaatschap van de NAVO, in elk geval voor de delen van het land die niet door Rusland zijn bezet. Maar met name de Verenigde Staten en Duitsland lijken daar op dit moment niets voor te voelen.

De vraag is of die situatie voor Oekraïne drastisch zal veranderen na de inauguratie van Donald Trump als president, in januari. Trump heeft steeds gezegd dat hij de oorlog in Oekraïne binnen 24 uur wil beëindigen, maar geeft geen details over hoe hij dat denkt te doen. De aanstaand president zei in het afgelopen weekeinde in Parijs dat Zelensky graag vrede wil. In een interview met NBC zei Trump zondag dat Oekraïne zich „waarschijnlijk” moet gaan voorbereiden op de komst van minder wapensteun uit de Verenigde Staten.


De overwinning van Trump leidde tot complottheorieën bij Democraten – maar ze kwamen nooit echt van de grond

„Er klopt iets niet”, schreef X-gebruiker ‘Lakota Man’ op 6 november, de ochtend waarop duidelijk werd dat Donald Trump de Amerikaanse verkiezingen had gewonnen. Volgens de man moest Kamala Harris hertelling van de stemmen eisen. Zijn bericht kreeg bijna driehonderdduizend likes.

Hij was niet de enige. De hashtag #DoNotConcedeKamala stond drie dagen lang in de top tien van meestgebruikte hashtags op X in de Verenigde Staten. Volgens technieuws-website Wired registreerde databureau Peakmetrics de ochtend na de verkiezingen 94.000 berichten per uur waarin X-gebruikers opriepen tot een hertelling.

Het weekend erna staken verschillende complottheorieën de kop op, zoals de ongegronde theorie dat multimiljardair Elon Musk via zijn Starlink-satellieten stembussen zou hebben gehackt. Ook dat bleef niet bij een handvol anonieme gebruikers. Volgens weekblad Newsweek bereikte een TikTokfilmpje, dat ook gedeeld werd op X, in één ochtend 1,6 miljoen mensen.

https://x.com/mjfree/status/1855833225538461909

Miljardairs speelden door megadonaties een ongekend grote rol in de aanloop van de Amerikaanse verkiezingen. Zo gaf Musk een kwart miljard dollar uit aan campagnes voor de verkiezing van Trump, volgens NBC News. Maar bij het stemproces ontdekten toezichthouders geen signalen van hacks of kiesfraude. Toch was ‘verkiezingsontkenning’, ontkenning van de verkiezingsuitslagen, trending op sociale media.

Op Threads, de onder Amerikaanse progressieven populaire Twitter-kloon van Meta, verscheen de naam Stephen Spoonamore plots bovenaan de populaire zoeksuggesties in de app, meldde online tech-nieuwsbrief Usermag. Deze ondernemer en doorgewinterde complotdenker uit Ohio beweert al jaren dat stemmachines worden gemanipuleerd – zonder dat daar ooit bewijs voor gevonden is.

Lees ook

Wel veroorzaakten valse bommeldingen hinder op verkiezingsdag

‘Stop the Steal’-beweging

Het ziet er op het eerste gezicht uit als de ‘Stop the Steal’-beweging die opkwam na de verkiezingswinst van Joe Biden in 2020. Ook die beweging begon met online wijdverbreide twijfel over de uitslag, gevolgd door steeds verder van de werkelijkheid ontkoppelde samenzweringstheorieën. Terugkerende ingrediënten: onbetrouwbare en beïnvloedbare stemmachines, onderscheppende satellietnetwerken en (invloed)rijke personen die achter de schermen aan de touwtjes zouden trekken.

‘Stop the Steal’ mondde uiteindelijk uit in de bestorming van het Capitool. De pro-Kamala-complotten lijken zich te beperken tot internet. Wat maakt de situatie anders?

Volgens Newsguard, een organisatie die desinformatie op het internet bijhoudt, is vanuit het hele politieke spectrum misleidende informatie over de huidige uitslagen te vinden. Pro-Republikeinse complotdenkers richten zich vooral op de plekken waar Democraten lokale overwinningen behaalden, pro-Democratische complotten gaan over de winst van Trump.

Max Read van de extremisme-denktank The Institute for Strategic Dialogue zag op ‘links’ (het pro-Democratische kamp) nog niet eerder zo’n uitbarsting van complottheorieën waarin de uitslag wordt betwist, zei hij onlangs tegen NBC News. Maar hij noemde die ook meteen „onbeduidend’’ vergeleken met de complotbeweging op rechts.

Bovendien voeden Democratische politici de complottheorieën niet, anders dan Trump en zijn politieke volgelingen. Harris heeft haar verlies geaccepteerd en president Biden riep de dag na de verkiezingen nadrukkelijk op tot een vreedzame machtsoverdracht. Trump daarentegen trok al vóór de verkiezingen van 2020 de uitslag openlijk in twijfel, en bleef daarna de verkiezingsuitslag ontkennen.

Volgens Read valt nog niet te zeggen of de huidige complottheorieën blijven hangen, nu belangrijke Democratische politici er niet in meegaan. „Mensen zoeken in tijden van crisis naar gemakkelijke antwoorden, dat is enigszins natuurlijk.” Democratische kiezers verwerken Trumps winst ook op andere manieren: met meditatie of self care, door woede om te zetten in activisme, of door te zoeken naar oorzaken binnen de grenzen van de realiteit.

BlueAnon

Pro-Democratische complotdenkers verschillen uiteindelijk weinig van andere complotdenkers, zegt Mike Rothschild, auteur van een toonaangevend boek over QAnon (The storm is upon us uit 2021). De verschillende complottheorrieën rond QAnon zijn van origine niet links of rechts, en hebben als overkoepelend thema dat duivelsaanbidders die een kinderseksnetwerk runnen heimelijk de Amerikaanse politiek en media zouden bestieren. Trump-aanhangers gebruikten QAnon-complotten als rechtvaardiging voor de bestorming van het Capitool.

„Mensen zoeken naar verklaringen maar willen niet toegeven dat de gebeurtenis te maken heeft met de kandidaat waar ze al hun vertrouwen in stopten”, zei Rothschild tegen Usermag. „ Dus verzinnen ze er complottheorieën voor.” Volgens hem is dat nu evengoed het geval op links.

Al voor de verkiezingsuitslagen borrelden online verschillende ‘linkse’ samenzweringstheorieën op. The Washington Post schreef over „QAnon-achtige uitbarstingen van misinformatie”, in de nasleep van de aanslag op Trump in juli. Internetgebruikers, door critici spottend „BlueAnon” genoemd, suggereerden dat de aanval in scene was gezet. Blauw is de kleur van de Democratische Partij.

Volgens Rothschild speelt afname van het vertrouwen in gevestigde instituties en media ook een rol. Niet alleen in rechtse, maar ook in linkse kringen is dat het geval, waardoor mensen eerder luisteren naar invloedrijke figuren op sociale media die lang niet altijd journalistieke standaarden hanteren.

Algoritme

Bovendien was politieke verslaggeving van traditionele media deze verkiezingen minder zichtbaar op bepaalde sociale media dan in 2020. Meta, het bedrijf achter Facebook, Instagram en Threads, beperkte de zichtbaarheid van politieke berichten, volgens een woordvoerder van het bedrijf om tegemoet te komen aan de wensen van gebruikers. Zo werden berichten met het woord „vote” erin onderdrukt op Meta’s platforms, ontdekte The Washington Post.

Op Threads werd het gevolg daarvan duidelijk in de dagen na de verkiezingen: nieuwsberichten werden niet meegenomen door het aanbevelingsalgoritme, maar berichten die toespelingen maakten op complotdenker Stephen Spoonamore bijvoorbeeld wel.

Spoonamore deed zijn best een protestbeweging van de grond te krijgen, aangemoedigd door de plotselinge aandacht. „Honderden” mensen zouden klaarstaan om een hertelling van de stemmen te organiseren als Harris dat zou eisen, schreef hij op 21 november in een brief aan Harris op Substack. Daarin vraagt hij haar terug te komen op de erkenning van de verkiezingsuitslag. Maar als ze dat „niet binnen 48 uur” doet, is het momentum volgens Spoonamore voorbij.

Lees ook

Is de vrees voor politieke desinformatie op TikTok gegrond?

Publiek bij een campagnebijeenkomst van de Democratische kandidaat Kamala Harris, eerder deze maand in Arizona.


Na de val van Assad hangt de toekomst van Syrië af van buitenlandse machten: Rusland en Iran hebben nog altijd grote belangen

Bashar al-Assad, de beul van Syrië, is ten val gebracht. Syrische rebellen hebben zondag de hoofdstad Damascus ingenomen en Assad is het land ontvlucht. Een elf dagen durend bliksemoffensief onder leiding van de islamistische rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham lijkt het einde in te luiden van een regime dat Syrië al meer dan een halve eeuw onderdrukt.

Waar Assad naartoe vluchtte, bleef aanvankelijk onduidelijk. Zondagavond berichtten Russische staatsmedia dat de verdreven dictator is aangekomen in Moskou en daar asiel is verleend.

Intussen vieren Syriërs wereldwijd feest. Uit alle uithoeken van Syrië, zelfs vanuit de kustgebieden waar Assad historisch veel aanhang genoot, verschenen zondag beelden op sociale media van mensen die standbeelden van leden van de familie Assad omverwerpen. Ook in verschillende wereldhoofdsteden gingen Syriërs met duizenden tegelijk de straat op, gehuld in de vlag van de Syrische revolutie van 2011 waarvan de eerste stap na bijna veertien jaar eindelijk is volbracht.

Vrije verkiezingen

Zelfs handlangers van het oude regime staan nu te dringen om trouw te zweren aan de revolutie. De Syrische staatstelevisie, die tot voor kort nog deed alsof er niets aan de hand was, opende zondag met de woorden: „De overwinning van de grote Syrische revolutie en de val van het criminele Assad-regime.” De nog in september door Assad aangestelde premier Jalali zei in een videoboodschap dat hij „de hand reikt” naar de oppositie en riep op tot vrije verkiezingen.

HTS-leider Abu Mohammed al-Jolani benadrukte zondag eveneens dat hij uit is op een civiele regering en een ordentelijke machtswisseling. In een verklaring, waarin hij niet langer zijn nom de guerre Jolani maar zijn echte naam Ahmed al-Sharaa gebruikte, gaf de rebellenleider aan dat staatsinstituties voorlopig onder het gezag van premier Jalali blijven en verbood hij zijn strijders overheidsgebouwen aan te vallen.

„Dit is een overwinning voor alle Syriërs”, sprak Jolani zondagmiddag tijdens zijn overwinningstoespraak vanuit de uit de 8ste eeuw daterende Omajjadenmoskee in Damascus. De voormalige jihadist (HTS kwam voort uit Jolani’s breuk met al-Qaida) is zich ervan bewust dat veel Syriërs en de buitenwereld huiverig zijn over zijn intenties. Strategisch als hij is, benadrukte Jolani de afgelopen dagen meermaals dat hij niet uit is op wraak en dat hij de rechten van minderheden zal respecteren. Ook legde hij contact met figuren binnen het regime om alvast te onderhandelen over de transitie.

Machtswisseling

Het moet nog blijken wat er in de praktijk van Jolani’s verzoenende woorden terecht zal komen. Als er één consistente factor is in zijn ontwikkeling van jihadist tot pragmatische islamist, is het immers wel dat Jolani uit is op macht. Bovendien is de vraag in hoeverre de rebellenleider zijn strijders in het gareel kan houden. Daarbij bestaat er niet alleen een risico op wraakacties tegen handlangers van het regime, maar ook op geweld tussen rebellen onderling. Sommige van de strijdgroepen die zaterdag vanuit het zuiden en noorden als eerste Damascus binnenvielen, vochten in het verleden tegen de voorloper van HTS, het jihadistische Nusra Front.

Zelfs handlangers van het oude regime staan nu te dringen om trouw te zweren aan de revolutie

Zoals altijd zal Syriës toekomst ook afhangen van buitenlandse machten. Assads bondgenoten Rusland en Iran hebben de dictator weliswaar laten vallen, maar behouden grote strategische belangen én een deel van de militaire infrastructuur in het land. Het valt nog te bezien hoe vreedzaam de machtswisseling zal verlopen wanneer over die belangen wordt onderhandeld – en hoe inkomend Amerikaans president Trump zich tijdens die onderhandelingen zal opstellen.

Bovendien is daar Israël, dat meteen op zondag al de neutrale ‘bufferzone’ tussen Syrië en de door Israël illegaal bezette Hoogvlakte van Golan binnenviel. Jolani’s eigen ouders werden in 1967 door Israël uit dat gebied verdreven (de naam Jolani betekent zoveel als ‘van de Golan’) en de rebellenleider draagt Israël geen warm hart toe. Hij zal nu weinig behoefte hebben aan een confrontatie, maar het moet nog blijken hoe Israël zich tot Jolani zal verhouden. Dat hangt weer in sterke mate af van wat er met Assads oude bondgenoot Hezbollah in Libanon zal gebeuren en in hoeverre Iran zich nu uit Syrië zal terugtrekken.

Temidden van al die onzekerheden stonden bij Turkse en Libanese grensovergangen zondagmiddag grote menigtes Syrische vluchtelingen te dringen om terug naar huis te gaan. Velen willen simpelweg niet langer wachten om hun in Syrië achtergebleven familie weer in de armen te sluiten.

Datzelfde geldt voor de gevangenen die dit weekend werden vrijgelaten uit Saydnaya, de beruchtste martelgevangenis van het regime. Beelden van de vrijlating laten zien hoe ver het Assad-regime bereid was te gaan om het Syrische volk te onderdrukken: tussen de vrouwen die gillend hun cellen uit komen rennen, staat een angstige peuter die hier kennelijk ook was opgesloten.

Lees ook

Bashar al-Assad: de brute dictator vol geldingsdrang die Syrië verschroeide

Een Syrische oppositiestrijder schiet op een afbeelding van de verdreven Syrische president Bashar al-Assad, donderdag in de Syrische stad Hama.


Stinkende fjorden doordrongen ook Deense boeren van de noodzaak bij te dragen aan klimaatdoelen

Nee, de boeren in Denemarken hebben niet alles gekregen wat ze wilden, zegt Yke Kloppenburg (62), in haar ruime woonkeuken aan de rand van het Deense dorp Gislinge, met aan drie kanten een weids uitzicht over pannenkoekvlak akkerland. Toch is ze te spreken over het landbouwakkoord dat deze maand werd gesloten in Denemarken. „We zijn boeren, maar ook burgers van dit land”, zegt ze. „Ook wij willen schone fjorden en een leefbaar land.”

Ze serveert pepernoten. Met haar man Rein Kloppenburg (63) verruilde ze 22 jaar geleden het Nederlandse boerenbestaan voor een Deense versie. Komend vanuit het Groningse Grijpskerk, op zoek naar meer ruimte, vielen ze voor een stukje Nederlands aandoend polderlandschap op het eiland Sjælland (Seeland), waar ook Kopenhagen op ligt. Daar runnen ze een biologisch melkveebedrijf met 235 melkkoeien, ze bewerken 285 hectare land.

Net als in Nederland liepen de laatste jaren ook in Denemarken de discussies over terugdringing van de stikstofuitstoot in de landbouw steeds hoger op. Maar hier sloten overheid, boeren en natuurorganisaties in juni samen een landbouwakkoord, dat in november groen licht kreeg van het parlement. Zonder boerenprotest stemde ook de landbouw in met forse ingrepen in de eigen sector. Klimaatdoelen zijn het uitgangspunt. Het akkoord werd zowel in Denemarken als door internationale media als ‘baanbrekend’ bestempeld.

Denemarken en Nederland lijken op elkaar. Het zijn allebei vlakke landen (Nederland nog net wat meer), met grasland, veel water en veengronden, waarop intensief wordt geboerd. Van Nederland is ruim de helft landbouwgrond, van Denemarken bijna tweederde. De veehouderij is ook in Denemarken heel intensief (veel varkens), beide landen richten zich vooral op de export van voedsel.

Ook de stikstofproblematiek is vergelijkbaar. De waterkwaliteit is in beide landen slecht, in Denemarken zelfs nog slechter dan in Nederland. Veel Deense wateren zijn ondiep en het land heeft veel minder getijdenstroom die het water vermengt met minder vervuild water. Net als Nederland zal Denemarken in 2027 niet kunnen voldoen aan de aangescherpte Europese regels voor waterkwaliteit.

De situatie in Denemarken is ernstig: 104 van de 109 kustgebiedenverkeren in slechte ecologische staat. Oorzaak: uitspoeling van stikstof uit (kunst)mest van akkerland. Wetenschappers hebben onomstotelijk vastgesteld dat Deense landbouw hier voor een belangrijk deel voor verantwoordelijk is.

Ook Kloppenburg, een lange, sportief geklede vrouw met kort haar, merkt dat het water in de fjorden begint te stinken in de zomer, als de algen alle zuurstof uit het water wegnemen en vissen massaal sterven. Daar speelt landbouw een belangrijke rol in, erkent ze, maar de slechte kwaliteit van de kustwateren wordt volgens haar vooral sterk beïnvloed door de vervuiling van omliggende landen. „We moeten ervoor waken dat de boeren niet overal voor opdraaien”, zegt ze. „Daarmee wordt het waterprobleem niet opgelost, en dan hebben wij in Denemarken straks ook geen landbouw meer over.”

Beplant met bomen

Het Deense akkoord moet zorgen voor een vermindering in stikstofuitstoot van 13.780 ton in 2027. Afgesproken is dat 15 procent van de Deense landbouwgrond op vrijwillige basis uit de roulatie wordt genomen om het vervolgens te beplanten met bomen, en dat er een CO2-belasting voor boeren komt. Met dat laatste heeft Denemarken een wereldprimeur: nergens anders gaat de landbouw betalen voor de eigen uitstoot.

„Eerder werd de industrie al belast voor de CO2-uitstoot, nu was de landbouw aan de beurt”, zegt Jeppe Bruus, die dit voorjaar als minister van Belasting de onderhandelingen leidde. „Het was vooral moeilijk vertrouwen te vinden tussen de boeren en de natuurorganisaties”, zegt Bruus, inmiddels minister voor de uitvoering van het akkoord. Een belangrijke uitruil was dat de CO2-belasting laag bleef, maar dat het afstoten van landbouwgrond – een eis van de natuurorganisaties – wel onderdeel werd van de afspraken. „De boeren erkennen dat zij ook verantwoordelijkheid moeten nemen voor het klimaatprobleem”, analyseert Bruus. „De tijd was er rijp voor.”

Zo ziet de Deense landbouw- en voedselorganisatie, Landbrug & Fødevarer (L&F), het ook. „De druk om maatregelen te nemen was hoog”, zegt klimaatdirecteur Niels Peter in zijn kantoor in Kopenhagen. „Voor de landbouw gelden in Denemarken heel specifieke doelen, wij moeten tussen de 55 en de 65 procent minder CO2 uitstoten in 2030 ten opzichte van 1990, die afspraak bestond al. En het is voor de landbouw ingrijpend om te vergroenen: met fossiele brandstoffen kun je stoppen, maar wij kunnen onze koeien en ons akkerland niet elektrificeren. We moeten dus vergroenen door betere technologie, want minder vee betekent een slechtere marktpositie en dat willen we niet.” In het parlement was een ruime meerderheid voor het invoeren van een CO2-belasting. Voor L&F was het aan tafel zitten of op het menu staan. „Wij kozen voor het eerste”, zegt Peter. „Op die manier konden we invloed uitoefenen op de afspraken die zijn gemaakt. En bijsturen waar nodig.”

Dat deed L&F met succes. De door deskundigen voorgestelde prijs van 200 euro per ton aan uitgestoten CO2-equivalent ging van tafel. En werd vastgesteld op 16 euro per ton, ingevoerd vanaf 2030 en oplopend tot 40 euro per ton in 2035. De CO2-taks is bovendien zo ingericht dat boeren pas belasting gaan betalen als ze zelf niet voldoende maatregelen nemen om hun uitstoot te verlagen. Ze hebben vijf jaar om dat te doen via technische oplossingen en er zijn forse subsidies beschikbaar. Daarmee zullen naar verwachting de meeste boeren onder het uitstootplafond vallen, hun veestapel niet hoeven te verkleinen en niets hoeven te betalen.

Yke Kloppenburg zal de CO2-taks waarschijnlijk ook niet hoeven betalen omdat voor biologische boeren andere regels gaan gelden. „Die belasting voelt wel verkeerd”, zegt ze, terwijl ze in de schemering over haar erf loopt. „Deze koeien zijn toch niet de schuld van ons klimaatprobleem?” Ze loopt een grote stal binnen waar tientallen kalfjes beginnen te loeien. Het is vier uur ’s middags, voedertijd. „Dat komt door ons, door mensen.”

Duiker plant zeegras in het Veljefjord om het ecosysteem te herstellen.Foto HELENE-JULIE ZOFIA PAAMAND/AFP

Toch ziet Kloppenburg de waarde van een gezamenlijke oplossing. „Je kunt als boerengemeenschap wel altijd nee zeggen en protesteren, zoals in Nederland, maar daarmee komen we niet verder. Ook wij moeten bijdragen.” Wat ze belangrijk vindt is dat de boeren met het akkoord weten waar ze aan toe zijn en welke investeringen ze kunnen terugverdienen – het regelt de randvoorwaarden voor de landbouw voor de komende twintig jaar. „Dat geeft duidelijkheid. In het Nederlandse landbouwbeleid ontbreekt het daar vaak aan.”

Zeegrasplakkaten

Frederik Laursen zit op zijn hurken en tuurt over het wateroppervlak vanaf de westkant van het eiland Tåsinge. In het haventje, waar een paar vervallen bootjes liggen, drijven grote plakkaten zeegras. Dat is een in Denemarken veelvoorkomende plant die op grote diepte onder water groeit en belangrijk is voor een gezond ecosysteem op de bodem van brak en zout water. Door het verdwijnen van zuurstof uit de kustwateren sterft het zeegras af. Het drijft naar de kusten, waar het begint te rotten. „Die stank kent iedereen in Denemarken”, zegt Laursen.

Laursen (62), een grote man met rossig haar en een zwart petje, begeleidt zomers buitenactiviteiten: kajakken, suppen. Dan is het soms ploegen door de met algen bedekte fjorden, vertelt hij. ’s Winters is hij leraar biologie. „Wat we hier zien”, zegt hij, „is het gevolg van eutrofiëring”. Dat is het proces waarbij te veel voedingsstoffen in het water komen, veelal (kunst)mest van landbouwgrond. Het leidt tot explosieve algengroei en een gebrek aan zuurstof in het water. Onderwaterleven sterft daardoor af.

Journalisten van de Deense krant Berlingske publiceerden vorig jaar beelden die ze met duikers in een groot Deens fjord hadden gemaakt. Het troebele water met een groene sluier van de alg liet duidelijk zien dat alles onder water dood was. De publicatie kwam hard aan. Wat Denen al lang merkten, werd ook een factor in het publieke debat, wat de druk op de overheid om maatregelen te nemen vergrootte.

Milieuactivisten protesteerden in april in de plaats Vejle tegen de schadelijke gevolgen van de landbouw.
Foto Claus Fisker / AFP

Christian Fromberg, werkzaam bij Greenpeace, heeft er geen vertrouwen in dat de afspraken uit dit akkoord voldoende zijn om de klimaatdoelen te halen. Of om op korte termijn het leven terug te brengen in zee. Greenpeace was geen overlegpartner, daarvoor staan hun uitgangspunten te ver af van de afspraken die zijn gemaakt. Fromberg organiseerde in het voorjaar een begrafenis voor een van de grootste Deense fjorden, inclusief doodskist en priester. „Het trok veel aandacht, maar écht strenge maatregelen bleven uit”, zegt hij in zijn kantoor in Kopenhagen. „De afspraken die nu zijn gemaakt zijn goed. Maar het is te weinig en te laat.”

Frombergs grootste kritiekpunt is dat het omzetten van landbouwgrond in natuur alleen op vrijwillige basis zal gebeuren, zonder gedwongen uitkoop. Daarmee wil de Deense regering 250.000 hectare landbouwgrond terugwinnen om bossen te planten. Ook wil de regering 140.000 hectare veenland weer in natuurlijke staat brengen. In die gebieden is het grondwater lang kunstmatig laag gehouden voor de landbouw. Daardoor komt het sterke broeikasgas methaan vrij, dat zorgt voor een hoge uitstoot. Een tussentijdse evaluatie in 2026 geldt als een stok achter de deur: dan wordt geïnventariseerd of de vrijwillige uitkoop van boeren op schema ligt.

Grote zak geld

Dat Denemarken dit akkoord heeft kunnen sluiten, tegen de Europese trend van moeizame verduurzaming in, komt mede door de politieke verhoudingen in het land. Sinds eind 2022 is een brede centrumcoalitie aan de macht met zowel de sociaaldemocratische partij van premier Mette Frederiksen, de gematigde partij (Moderaterne) en de liberale partij Venstre, die nauw verweven is met de boeren. Voor dit akkoord werd actief gepolderd: er werd steun gezocht bij vier oppositiepartijen (vier andere partijen steunen het akkoord niet) en de gemeentes werden actief betrokken.

„Er is veel draagvlak voor strenger klimaatbeleid in Denemarken”, verklaart politicoloog Wiebke Junk, van de universiteit van Kopenhagen. „De verkiezingen van 2019 zijn de geschiedenis ingegaan als de klimaatverkiezingen”, zegt ze. Afgesproken is toen dat Denemarken voorop wilde lopen, dat het land in 2030 een uitstootvermindering zou hebben van 70 procent. „Daardoor voelen partijen de electorale druk om op dit gebied iets voor elkaar te krijgen. In Denemarken is het bovendien populair om over scheidslijnen heen tot overeenstemming te komen.”

De grote zak geld die de regering hiervoor op tafel kon leggen, heeft flink geholpen. Denemarken maakt 43 miljard Deense kronen (5,8 miljard euro) vrij. Daarmee kunnen ze kwetsbare landbouwgrond opkopen en zullen ze investeren in het verduurzamen van de sector. De boeren, zegt Junk, hebben het financieel goed uitonderhandeld.

Dat de water- en stikstofproblematiek zo prominent is meegenomen in het akkoord, komt door hoogleraar Stiig Markager, de autoriteit op het gebied van mariene diversiteit van Denemarken. „Vorig jaar herfst werd ik uitgenodigd door de Deense milieuminister Magnus Heunicke”, vertelt hij in zijn werkkamer op het schiereiland Risø, even ten noorden van Roskilde. „Ik liet hem de grafieken zien die in een oogopslag duidelijk maken hoe slecht het is gesteld met de Deense waterkwaliteit en wat daartegen kan worden gedaan. Daarna was hij ervan overtuigd dat er echt landbouwgrond uit de roulatie moest om dit probleem op te lossen.”

De wetenschapper werd daarna publiekelijk aangevallen, onder meer door de vicevoorzitter van landbouworganisatie L&F. „Hij noemde me een gestoorde onderzoeker die zichzelf professor noemt, maar ik ben wel gewend dat mensen eerst ontkennen dat er een probleem is voordat ze de realiteit accepteren.” De persoon in kwestie bood nooit excuses aan, L&F deed dat wel.

Markager is voorzichtig blij met het akkoord. Het belangrijkste is, zegt hij, dat er afspraken zijn gemaakt over het omvormen van landbouwgrond. En dat de boeren een document hebben ondertekend waarin staat dat stikstof uit mest de veroorzaker is van de slechte waterkwaliteit. „Daarmee zijn ze echt fundamenteel van positie veranderd.”

Tegelijk beaamt Markager de kritiek van Greenpeace en durft hij niet te zeggen of dit akkoord écht zal gaan werken. „Uiteindelijk zullen de boeren erin moeten geloven. Dat deze, en ook de toekomstige regering deze plannen echt gaan uitvoeren”, zegt hij. „Dat ze niet over een paar jaar worden afgezwakt.” Dan, denkt hij, zou het iets kunnen oplossen. Het zal alsnog een paar decennia duren voordat de wateren weer gezond zijn, maar dat zullen zijn kleinkinderen tenminste nog meemaken.


In Colombia klinkt het olé straks niet meer in de arena’s waar de stieren worden gedood

Een oom nam Juan Camilo Alzate mee naar zijn eerste stierengevecht. Tien jaar oud was hij en tijdens de jaarlijkse kerstmarkt in Cali keek hij zijn ogen uit in de arena. „Die grote krachtige stieren, de koninklijke kleding van de toreros, de spanning in dat immense stadion, het maakte op mij grote indruk.”

Alzate (37) vertelt het terwijl hij een bord filet mignon met rijst op tafel zet. Hij serveert de lunch in het familierestaurant dat hij bestiert aan de rand van Cali, een valleistad in het zuidwesten van Colombia. Ook uit andere wijken komen klanten af op de populaire, pittige vleesschotels. In de hoek staat een tv aan, die onafgebroken stierengevechten uit Spanje toont.

Toen Alzate een paar jaar na zijn eerste indrukwekkende beleving van een corrida (stierengevecht) een poster zag hangen van een weekendschool in de arena om stierenvechten te leren, wist hij: dit wil ik. „Ik was dertien toen ik me aanmeldde. Eerst leer je de bewegingen en krijg je krachttraining. Pas later wordt er geoefend met minder gevaarlijke dieren, zoals koeien. Op mijn vijftiende hield ik mijn eerste stierengevecht.”

Inmiddels is hij de tel kwijt, maar Alzate schat dat hij meer dan driehonderd stieren heeft gedood. Dat worden er als het aan hem ligt nog veel meer, maar in Colombia zelf zal dat binnenkort niet meer kunnen. President Gustavo Petro zette dit jaar zijn handtekening onder een verbod op stierenvechten. Over het wetsvoorstel is jarenlang verhit debat gevoerd tussen de liefhebbers en beoefenaars van de ‘traditie’ en een sterke lobby van dierenrechtenactivisten. Uiteindelijk werd in mei de wet ‘No más olé’ (Geen olé meer) met een overweldigende meerderheid goedgekeurd door het Congres.

Dierenactivist Terry Hurtado voerde jaren felle strijd tegen stierenvechten, hij protesteerde door het hele land bij arena’s en fokkerijen. Nu kan hij opgelucht ademhalen, zegt hij. „Ik ben blij dat martelen en vermoorden van stieren en paarden – want die worden ook bij de gevechten ingezet – straks volledig verboden is. Het is niet meer van deze tijd. Ik vind ook dat kinderen niet moeten worden blootgesteld aan dit afschuwelijke en gewelddadige schouwspel.”

Omscholen

Tot 2027 geldt een overgangsperiode, daarna wordt een totaalverbod van kracht. Arena’s moeten worden omgevormd tot culturele instellingen, sportlocaties of ziekenhuizen. De overheid zal zich inzetten om nieuw werk te vinden voor de duizenden stierenvechters en andere mensen die in de sector werken.

Stierenvechters kunnen zich de komende drie jaar omscholen. „Ik zal meer tijd in dit restaurant steken en ik denk dat ik mijn studie medicijnen weer oppak”, zegt Juan Camilo Alzate. „Ik zou dan als huisarts kunnen gaan werken of me verder specialiseren.”

Een andere optie is dat hij vertrekt en zich vestigt in Mexico, waar (nog) geen totaalverbod op stierenvechten is. Zijn laatste gevecht daar zal hij niet snel vergeten. Hij gleed met doek en al uit in de arena van Guadalajara, werd gegrepen door de stier, die zijn hoorns tegen zijn gezicht duwde terwijl Alzate spartelend op de grond lag. „Ik kwam op de eerste hulp terecht met zware hoofdverwondingen. Maar ook dat hoort erbij.”

De gemeenschap van stierenvechters ziet het verbod als een verlies van hun cultuur. „Het is door onze voorouders meegenomen uit Spanje, het is deel van onze geschiedenis”, zegt Miguel Yusti, president van de Plaza de Toros in Cali. Hij loopt tot de bovenste ring van de arena en kijkt om zich heen. „Ze willen dat wij de arena’s omvormen tot sport- en muziekstadions. Maar waarom moet het allemaal zo geforceerd? Als het stierenvechten vanzelf zou stoppen omdat er geen publiek meer komt dan zou ik er geen moeite mee hebben. Maar het wordt ons opgedrongen.”

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="

Stierenvechter Juan Camilo Alzate. „Ik denk dat ik mijn studie medicijnen weer oppak.”

” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="

Stierenvechter Juan Camilo Alzate. „Ik denk dat ik mijn studie medicijnen weer oppak.”

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/04124128/data125128451-347951.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/UYMKe2ydX3EoFScx1g-y-wnqVu0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/04124128/data125128451-347951.jpg 1920w”>

<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="below" data-description="

Juan Camilo Alzate toont zijn zwaard en cape.

” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="

Juan Camilo Alzate toont zijn zwaard en cape.

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/04124131/data125128600-dac763.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/12/in-colombia-klinkt-het-ole-straks-niet-meer-in-de-arenas-waar-de-stieren-worden-gedood-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/-OmlqPllnfZ86SJF1kgKR6fX3Ys=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/04124131/data125128600-dac763.jpg 1920w”>

Stierenvechter Juan Camilo Alzate. „Ik denk dat ik mijn studie medicijnen weer oppak.”

Foto’s: Jair F. Coll

Salsaband

Beneden zijn werknemers bezig de vloer van de arena te vernieuwen. „Schuif die stenen naar de zijkant!”, beveelt Yusti een jongen die met een kruiwagen aankomt. Over een paar dagen treedt hier een salsaband op. Kaartjes gaan als warme broodjes over de toonbank in salsa minnend Cali. Uiteindelijk zullen de muzieksterren het hier overnemen van de stierenvechters.

„Het stierenvechten is inzet geworden van een cultuurstrijd, aangezwengeld door de politiek”, zegt Yusti. „Onze linkse president Petro zegt dat hij opkomt voor minderheden. Maar blijkbaar geldt dat alleen als je inheems of zwart bent of tot de lhbt-minderheid behoort. En wij dan? Wij zijn ook een minderheid, alleen hebben wij geen rechten en wordt er niet naar ons geluisterd.”

Beneden bij de ingang hangen foto’s van bekende stierenvechters die in de gloriedagen de arena op z’n kop zetten. Verderop in het stadion, naast een standbeeld van Joselillo de Colombia, een beroemde nationale stierenvechter, hangen Spaanse tegeltjes met geelrode versieringen. Namen van de beste stieren van dat jaar en de veehouderijen waar ze vandaan komen zijn erop geschreven.

Foto’s van bekende stierenvechters in het stadion.
Miguel Yusti, president van de Plaza de Toros.

Foto’s: Jair F. Coll

‘Vechten zit in hun dna’

„Deze stier, Boticario 98, komt van ons landgoed. Kijk, hier staat mijn achternaam”, zegt Maria Francisca Gutíerrez trots. Haar familie heeft een van de grootse fokkerijen in de regio en ze groeide op in een wereld van landeigenaren, vechtstieren en torero’s. Als kleuter ging ze al mee naar de arena met haar vader, nu runt ze zelf de fokkerij die haar voorouders in de vorige eeuw begonnen.

„Wat me vooral aantrekt is alles eromheen, de kleding, de zwaarden”

„Stierenvechten is niet zomaar even wat dieren vermoorden. Het spel in de arena, de interactie met het publiek. Deze stieren worden speciaal gefokt om te vechten, het zit in hun dna. En soms als het publiek zo onder de indruk is van wat een stier laat zien, dan wordt hij gespaard”, vertelt ze. Hij krijgt dan ‘vergiffenis’ en hoeft nooit meer te vechten. „Als ze eenmaal hebben gevochten kun je ze niet nog eens inzetten. Ze zijn te slim en zouden nooit meer een wedstrijd verliezen.”

Aan de achterkant van de arena liggen de vertrekken van de stieren. Normaliter wordt een stier een dag voor zijn gevecht al naar de arena gebracht, om ‘op kracht’ te komen. Een eindje verderop is een hok waar de stier na het gevecht naar toe wordt gesleept en de slager al klaar staat. „Weet je hoeveel mensen straks zonder inkomsten zitten door het verbod? Al die mensen die in de arena’s werken, in de veehouderijen. Er zit een hele business om heen. Daar denkt de regering niet aan”, zegt Gutíerrez.

María Francisca Gutiérrez bij de plekken waar de stieren staan voordat ze de arena betreden.
Foto Jair F Coll

De stier is niet mijn vijand, maar mijn beste vriend

Juan Camilo Alzate
stierenvechter

Toch zijn veel Colombianen blij met het verbod. „Vroeger was het heel gewoon om naar stierengevechten te gaan. Maar ik ken niemand die daar nog heen gaat”, zegt Nicolas Lopez, die met zijn taxi geparkeerd staat voor het restaurant van Juan Camilo Alzate en een steak-sandwich komt afhalen. „Zo’n dier dat wordt afgemaakt met speren in de nek, al dat bloed. Een grote slachtpartij als entertainment. Ik ga liever naar een voetbalwedstrijd”, zegt hij.

De laatste gevechten

Na het serveren van de lunch haast stierenvechter Alzate zich naar de arena voor wat krachttraining. In december beginnen de jaarfeesten van Cali en worden er drie dagen lang stierengevechten gehouden. Door het aankomend verbod zouden dit wel eens de laatste gevechten hier kunnen zijn, realiseert Alzate zich met pijn in zijn hart.

„Voor mij is het kunst, geen sport”, zegt hij. „De dynamiek die ik samen met de stier ervaar is onbeschrijfelijk en dat wil ik laten zien aan het publiek. De stier is niet mijn vijand, maar mijn beste vriend. Om te winnen moet ik het dier beter kennen dan mezelf. Voor stierenvechten is tactiek en moed nodig. Dat is verslavend.”

Aan het einde van de middag, als de hitte uit de stad is getrokken, komen de eerste torero’s oefenen in de arena. Met een roze doek zwaait de 19-jarige aankomend stierenvechter Alejandro Londoño richting zijn trainer Ricardo Santano, die met grote stierenhoorns op hem afkomt, om hem aan te vallen.

Aankomend stierenvechter Alejandro Londoño, 19 jaar, oefent met zijn trainer Ricardo Santana op de parkeerplaats van de arena in Cali.
Foto Jair F Coll

‘Sterven in een eervolle strijd’

Zeven maanden geleden begon Londoño met trainen, binnenkort hoopt hij op zijn eerste stierengevecht. „Ik was er nooit zo mee bezig. Maar dit jaar was er zoveel aandacht voor stierenvechten door het verbod, dat ik juist nieuwsgierig werd. Wat me vooral aantrekt is alles eromheen, de kleding, de zwaarden. En de geestelijke en lichamelijke kracht die je als mens nodig hebt om tegen een stier te vechten”, zegt hij.

Juan Camilo Alzate hoopt vurig dat een nieuwe regering in Colombia (in 2026 zijn er verkiezingen) het verbod alsnog zal afblazen. Of dat het de regering niet lukt om middelen vrij te maken om de arena’s een nieuwe bestemming te geven. „Deze stieren zouden op een dag toch dood gaan, net als wij allemaal”, zegt Alzate. „Nu sterven ze tenminste in een eervolle strijd, in de arena. Dat is toch een veel mooiere dood dan wanneer ze alleen geslacht zouden worden?”

María Francisca Gutiérrez laat het spoor zien dat de neus van een van de stieren heeft achtergelaten
De ingangen waar de stieren de arena betraden, zijn overwoekerd met gras.

Foto’s: Jair F Coll


Amnesty noemt Israëlisch geweld in Gaza ‘genocide’

Amnesty International noemt het Israëlische optreden in de Gazastrook genocide. Israël heeft de bedoeling de Palestijnse bevolking in Gaza „gedeeltelijk of zodanig te vernietigen”. Dat stelt de mensenrechtenorganisatie in een donderdag gepubliceerd rapport. Om dat te bereiken zou het Israëlische leger Palestijnen doden, ze lichamelijk en geestelijk verwonden en „levensvoorwaarden” aan Palestijnen opleggen die gericht zijn op „gehele of gedeeltelijke vernietiging”. Volgens Ugur Ümit Üngör, hoogleraar genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam en het NIOD, is Amnesty’s bepaling belangrijk omdat de organisatie „een zekere morele autoriteit” heeft. „Het is naast Human Rights Watch [HRW] de belangrijkste lobbyorganisatie voor mensenrechten”, zegt Üngör. „Amnesty is een mondiale organisatie, niet een lokale Palestijnse groep die je ervan kunt beschuldigen alleen interesse te hebben in Palestijnse levens.”

HRW bestempelde de Israëlische aanvallen in Gaza tot nu toe niet als genocide. De speciaal rapporteur van de VN voor de bezette Palestijnse gebieden, Francesca Albanese, deed dat eerder dit jaar wel.Belangrijk is ook, zegt Üngör, dat Amnesty niet alleen onderzoek deed naar de Palestijnse slachtoffers, maar ook naar de Israëlische daders. De organisatie interviewde 212 mensen, onder wie Palestijnse slachtoffers, getuigen en zorgverleners. En ze verifieerde video’s en foto’s, onderzocht satellietbeelden en analyseerde publieke verklaringen en uitspraken van Israëlische politici, bewindspersonen en hoge militairen.

‘Ontmenselijkende taal’

Op basis daarvan stelt Amnesty dat Israël bij aanvallen op Gaza niet genoeg maatregelen heeft getroffen om te zorgen dat er geen burgerslachtoffers zouden vallen. Sinds 7 oktober zijn volgens het Gazaanse ministerie van Gezondheid, dat onder leiding van Hamas staat, bijna 45.000 doden gevallen. Meerdere hoge Israëlische functionarissen en militairen hebben bovendien opgeroepen tot misdaden tegen Palestijnen of zich racistisch of ontmenselijkend uitgelaten, aldus Amnesty. Deze taal werd in sommige gevallen door militairen ter plekke herhaald. Zo heeft de organisatie beelden in handen waarop soldaten oproepen Gaza uit te wissen, of waarop te zien is dat ze de vernietiging van moskeeën en scholen vieren. Volgens Amnesty vormt dit mede het bewijs dat Israël het Palestijnse volk in Gaza moedwillig vernietigt.Kan Amnesty’s onderzoek juridische gevolgen hebben? Voor de zaak die nu bij het Internationaal Strafhof (ICC) loopt, maakt het rapport waarschijnlijk niks uit. „Het ICC doet zelf onderzoek, zij interviewen op een andere manier dan mensenrechtenorganisaties of wetenschappers”, zegt Üngör.

Zuid-Afrika

De zaak die momenteel loopt bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ), aangespannen door Zuid-Afrika, is volgens hem een ander verhaal. „Dat land heeft vermoedelijk niet de middelen, tijd of energie om zelf onderzoek te doen in Gaza en Israël. Dat een van de grootste mensenrechtenorganisaties nu aannemelijk heeft gemaakt dat er genocide is in Gaza, kan de Zuid-Afrikaanse zaak helpen.”


EU-landen schroeven hun gezamenlijke defensie-uitgaven op met tientallen miljarden euro’s

De landen van de Europese Unie geven dit jaar naar verwachting gezamenlijk 326 miljard euro uit aan defensie. Daarmee stijgen de defensie-uitgaven met bijna 17 procent ten opzichte van vorig jaar, toen de EU-lidstaten 279 miljard euro uitgaven.

Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het Europees Defensieagentschap (EDA). De Europese militaire uitgaven beslaan dit jaar 1,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de hele Unie, een record. In 2023 lag dat percentage nog op 1,6, zo blijkt uit de data van het EDA. De jongste gegevens tonen dat de EU-landen gezamenlijk dus steeds dichter naar de norm van 2 procent kruipen die de NAVO stelt aan zijn 32 leden.

Het EDA, dat in 2004 werd opgericht om de EU-lidstaten te ondersteunen bij het verbeteren van hun defensiecapaciteit, schrijft de sterke verhoging van de defensie-uitgaven toe aan de oorlog die Rusland in 2022 begon tegen Oekraïne. De meeste EU-landen zijn sindsdien in hoog tempo aan de slag gegaan met het moderniseren van hun strijdkrachten en het aanvullen en uitbreiden van hun wapenarsenalen en voorraden. Sinds 2021 stegen de gezamenlijke militaire uitgaven in de EU-landen met maar liefst 30 procent.

Reparatie van bezuinigingen

Een deel van de extra uitgaven wordt volgens het EDA gedaan om Europese defensiebezuinigingen uit het recente verleden te „repareren”, en om voorraden aan te vullen die leeg zijn geraakt door leveringen van materiaal en munitie aan Oekraïne. Daardoor stijgen de Europese investeringen in wapens en munitie in hoog tempo: in 2023 ging het in totaal om 72 miljard euro, 17 procent meer dan het jaar ervoor. Dit jaar stijgt dat bedrag volgens de ramingen naar 100 miljard euro.

De Tsjechische chef van het EDA, Jiri Sedivy, stelt in een toelichting op de defensiecijfers dat de EU-landen relatief weinig uitgeven aan innovatie en ontwikkeling van defensietechnologie. Hij wijst op een flinke achterstand op dit gebied ten opzichte van de Verenigde Staten en China. „De EU zet stappen met defensie-investeringen, aangespoord door de urgentie van de dreigingen waar we tegen aankijken”, aldus Sedivy. „Maar een groot deel wordt uitgegeven aan wapens en munitie die buiten Europa zijn geproduceerd.”

Het EDA stelt dat de EU-lidstaten op defensiegebied minder afhankelijk moeten worden van andere landen en de Europese veiligheid moet bewaken door zelf meer te innoveren en meer samen te werken, ook met de NAVO. „Meer dan ooit staat de defensie van de Europese Unie op een kruispunt”, aldus de EDA-rapportage, doelend op de „geopolitieke veranderingen” en „ernstige veiligheidsvraagstukken”.

Vijf landen geven minder uit

Opvallend in de Europese gegevens is de scheve verdeling van de defensie-uitgaven binnen de EU. Van de 27 EU-lidstaten gaven 22 landen in 2023 meer geld uit aan defensie ten opzichte van het jaar ervoor. Ondanks de oorlog in Oekraïne, die in februari 2022 in volle hevigheid uitbrak, gaven vijf EU-lidstaten vorig jaar minder geld uit aan defensie dan het jaar ervoor: Griekenland, Roemenië, Kroatië, Slowakije en Cyprus. Bij de Grieken geldt overigens de nuancering dat zij in 2022 de hoogste defensie-uitgaven van de hele EU hadden, met bijna 4 procent van het bbp.

Lees ook

Rutte: NAVO moet Oekraïne meer steunen zodat het steviger kan onderhandelen

NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte tijdens een persconferentie in Brussel.

Nederland zat volgens het Europees Defensieagentschap in een kopgroep van elf landen die hun defensie-uitgaven vorig jaar met meer dan tien procent lieten stijgen, net als Finland, Hongarije, Polen, Tsjechië, Bulgarije, Luxemburg, Denemarken en de drie Baltische staten.

Van de lidstaten van de Europese Unie geeft Polen relatief het meest uit aan defensie. Volgens de EDA-gegevens over 2023 spendeerde Warschau 3,3 procent van het bbp aan defensie. Polen wordt op enige afstand gevolgd door Estland (3 procent), Letland (2,9), Griekenland en Litouwen (beide 2,8). Nederland zat in 2023 op 1,5 procent, België op 1,2 procent en Ierland, dat geen lid is van de NAVO, op 0,2 procent.


‘Word wakker!’ zegt deze VVD’er na de zoveelste sabotageactie in Europa

Als Bart Groothuis zijn geopolitieke zorgen met de wereld wil delen, klimt hij in zijn toetsenbord en vuurt hij berichten af op X. En dat gebeurt de laatste tijd meer dan eens. Groothuis, Europarlementariër voor de VVD, houdt zijn boodschap altijd kort en bespaart nooit op uitroeptekens. „Europa: word wakker!” schreef hij op 13 november.

Een week later, toen een Chinees vrachtschip in het vizier kwam van de Deense en Zweedse autoriteiten na een verdachte kabelbreuk in de Oostzee: „Enter. Dat. Verdomde. Schip!!”

Zien we wel wat er op ons afkomt, vraagt Groothuis zich af als hij de lijst met verdachte voorvallen afgaat. Deze week nog: woensdag maakte Duitsland bekend dat een helikopter, boven dezelfde Oostzee, door een Russisch schip met lichtkogels was beschoten. Een teken aan de wand, als je het Groothuis vraagt. „De Koude Oorlog wordt steeds heter.”

Dat is felle taal. Loopt u niet heel hard van stapel?

„Ik som even op. Westerse inlichtingendiensten hebben vastgesteld dat Rusland heeft geprobeerd vrachtvluchten van DHL te saboteren. We hebben te maken met een moordpoging op de hoogste baas van (wapenfabrikant, red.) Rheinmetall, met vergiftigingspogingen, met onderzeekabels die worden doorgesneden. Niet alleen hier, we hebben het ook al gezien op Spitsbergen, bij de Shetland-eilanden en in de Middellandse Zee. Dit is alleen al de laatste maanden. Dan gaan bij mij alle alarmbellen af.”

Het past allemaal bij wat experts ‘hybride oorlogvoering’ noemen.

„We hebben in juli al gezien dat de watervoorziening in Zweden en Finland systematisch in kaart werd gebracht. Vervolgens werd in oktober in West-Zweden ingebroken in de drinkwatervoorzieningen en moesten 26.000 inwoners en het plaatselijke ziekenhuis al hun water uit voorzorg koken voor gebruik. Dat is toch niet hybride meer? We worden ondermijnd waar we bij zitten.”

Zijn zulke acties de opmaat naar een oorlog?

„Het doel van sabotage is om chaos te zaaien. Daar is niet per se oorlog voor nodig. Rusland kijkt waarmee het kan wegkomen en probeert een strategisch voordeel ten opzichte van het Westen te krijgen door te escaleren. Wat je daar tegenover moet stellen is: kosten verbinden aan dit soort escalaties. Sancties, tegenacties, duidelijke grenzen trekken.”

Op dit moment lijken de deuren juist weer langzaam open te gaan voor Poetin. Trump wil met hem gaan praten, de Duitse bondskanselier Scholz belde onlangs met hem.

„Zo naiëf. Die oude Ostpolitik, dat hopen op vreedzame relaties met Rusland door handel te drijven, zit bij Duitse politici als Scholz in de genen. Die passen ze nu ook weer toe op China. Kijk maar hoe ze in de recente discussie over importheffingen voor elektrische auto’s proberen de rest van Europa te mobiliseren om méér te handelen met China in gevoelige high-tech, in de hoop dat er dan minder kans is op escalatie. Het tegenovergestelde is waar. Elke afhankelijkheid wordt gebruik als wapen wanneer dat autocraten zo uitkomt.”

Het vrachtschip dat na de kabelbreuk in beeld kwam, de Yi Peng, was niet Russisch, maar Chinees.

„De theaters in Rusland en China zijn met elkaar verweven. Zeventig procent van alle elektronica in Russische wapens is Chinees. Een groep Chinese ambtenaren was recent bij Rusland op bezoek om te zien hoe dat land de westerse sancties omzeilt. Ik weet wel waarom: China bereidt een omsingeling van Taiwan voor en wil weten hoe het straks zelf met sancties moet omgaan.”

Europarlementariër Bart Groothuis (VVD): „De Koude Oorlog wordt steeds heter.”
Foto Henriette Guest / ANP

‘Enter dat verdomde schip!!’ schreef u. Hoe ziet u dat voor zich?

„Heel simpel: als jij met een verdacht schip in onze wateren vaart, gaan we je hinderen. Er staan keiharde luidsprekers op je. Er staan mensen die van de Voedsel- en Warenautoriteit komen checken. Er gaat een onderzoeker kijken naar mogelijke schendingen van een zeerecht of een zeevisverdrag of iets in de sfeer van milieukeuringen of invoer van illegale goederen. Ik noem maar wat. Punt is: je nadert of entert het schip zodat ze zenuwachtig worden.”

Kan dat zomaar? Dit schip bevond zich in internationale wateren.

„Daar is meer ruimte voor dan je denkt, maar men doet het niet. Ik zie bijvoorbeeld ook dat verdachte schepen die langs de Nederlandse kust varen niet gevolgd worden. Dan hoor ik van Defensie: het is geen oorlog en dat zijn beschermde persoonsgegevens, dus dat mag niet. Ik denk dat we onszelf in een juridisch moeras hebben getrokken, waarbij we alles zo strikt mogelijk interpreteren.”

U pleitte in het Europees Parlement voor zwaardere sancties tegen Rusland. Maar uw partij zit in een coalitie met de PVV, die zich de afgelopen jaren tegen sancties heeft verzet.

„Ik zie hier in het Europees Parlement dat ze zich vaak onthouden van stemming. Zoals Hongarije en Slowakije zich verzetten, dat zie ik Wilders niet doen.”

Vindt u de PVV op dit vlak naïef?

„Ze negeren het probleem. Als je begint over continentale verdediging, zeggen ze: het Nederlands leger is er alleen voor Nederland. Ons leger is alleen maar in staat om Nederland te beschermen met hulp van bondgenoten. Dus als jij zegt: ik richt het Nederlandse leger enkel en alleen op Nederland en voor de rest niks, dan verkoop je ons land natuurlijk aan elke agressor. Dat is domme politiek.”

U wil ook bedrijven, zoals de Europese chipsector, afschermen tegen buitenlandse overnames om de EU niet te afhankelijk te maken. Zet dat de vrijhandel niet op de tocht?

„Vrijheid is voor mij belangrijker dan vrijhandel. Wanneer andere landen de handel in strategische goederen inzetten als wapen, moeten we handelen. We kunnen niet zelfvoorzienend worden, maar je hebt wel iets nodig in het geopolitieke mandje waardoor andere landen ook van ons afhankelijk zijn. Daarmee balanceer je de machtsrelatie.”

Lees ook

Het werd al lange tijd gevreesd: sabotage gericht op onderzeese kabels. Hoe kan Europa zich beveiligen?

Aanleg C-Lion1-kabel op de bodem van de Oostzee bij het Finse eiland Santahamina in 2015.