Pools parlement zet stap naar soepeler abortuswetgeving

Het Poolse parlement zette vrijdag een belangrijke stap naar versoepeling van het vrijwel totale verbod op abortus in het land. Vier wetsvoorstellen die de toegang tot abortus moeten vergemakkelijken werden aangenomen voor verdere bestudering. Dat is een overwinning voor de coalitie van premier Donald Tusk, die bestaat uit drie politieke partijen die over dit onderwerp van mening verschillen.

Abortus is in Polen sinds de jaren negentig zo goed als verboden. Het is alleen mogelijk bij verkrachting, levensgevaar van de moeder en aangeboren afwijkingen bij het kind. Onder de vorige, conservatief-nationalistische PiS-regering zetten politiek benoemde rechters in 2020 een streep door de laatste categorie: abortus was ook niet meer mogelijk bij kinderen met een aangeboren afwijking.

Bovendien is hulp bij abortus in Polen strafbaar en kunnen mensen daarvoor een celstraf krijgen van maximaal drie jaar. In de Poolse media verschijnen zeer regelmatig verhalen van zwangere vrouwen die – hoewel ze voldoen aan de abortusvoorwaarden – niet worden geholpen door artsen in ziekenhuizen. Zij weigeren ofwel uit religieuze overwegingen, ofwel uit angst voor vervolging. Dat leidde de afgelopen jaren tot een handvol sterfgevallen van vrouwen bij wie abortus was geweigerd.

Massale protesten

Ruim drie jaar geleden gingen honderdduizenden mensen de straat op om te protesteren tegen de strikte abortuswetgeving in het land. Dat protest zette zich door in het stemhokje, toen afgelopen oktober een nieuw parlement werd gekozen. Massaal trokken jongeren en vrouwen – groepen die voorheen veelal thuisbleven – naar de stembus en werd PiS afgestraft. Die partij erkende dat de strengere abortusregels „een fout” waren en wil nu terugkeren naar de decennialange status-quo in Polen waarbij abortus ook mogelijk was bij aangeboren afwijkingen van een kind.

Maar in de huidige coalitie van premier Tusk willen partijen verder gaan: het rechts-liberale KO van Tusk en Links willen abortus legaliseren tot de twaalfde week van de zwangerschap. Bovendien wil Links hulp bij abortus decriminaliseren. Terwijl het conservatief-rechtse Derde Weg terug wil naar de status-quo van de jaren negentig, waarbij abortus alleen mogelijk is bij verkrachting, levensgevaar van de moeder én aangeboren afwijkingen bij het kind. Bovendien wil de Derde Weg een referendum uitschrijven over dit onderwerp.

Maar dat de Derde Weg met een voorstel tot een referendum kwam leidde tot frictie binnen de coalitie. Volgens de andere coalitiepartners hebben de Polen tijdens de parlementaire verkiezingen hun stem al laten horen, waarbij abortus een belangrijk verkiezingsthema was. Uit een recente opiniepeiling blijkt een derde van de Polen het recht op abortus tot twaalf weken zwangerschap steunt, slechts 14 procent is voor de huidige strenge wetgeving.

Derde Weg-leider Szymon Holownia wekte al eerder de woede van coalitiepartner Links door het abortusdebat uit te stellen. Als voorzitter van de Sejm (de Poolse Tweede Kamer) besloot hij het debat over de lokale lokale verkiezingen van vorig weekend heen te wippen. Bang dat abortus hét thema zou worden tijdens de campagne, terwijl lokale en regionale overheden daar niet over gaan.

Het deed zijn partij geen goed tijdens de lokale verkiezingen, waar de verwachte verkiezingswinst voor Derde Weg uitbleef. Ook de populariteit van Holownia is sindsdien tanende – waar hij eerst werd gezien als gevatte parlementsvoorzitter die met humor vurige debatten in goede banen leidde en wellicht kans maakte om de nieuwe president van Polen te worden, wordt hij nu toch meer en meer gezien als conservatieve katholiek die bang is stemmen te verliezen vanwege abortus. „We stemden in met alle voorstellen uit coalitiebelang”, zei Holownia na de stemming vrijdag. De eerste beproeving heeft de coalitie-Tusk daarmee doorstaan.

Bebloede foetussen en Hitler

Abortus leidt in Polen al jaren tot heftige debatten en dat bleek ook donderdag weer toen er in de Sejm werd gedebatteerd over de vier voorstellen. Buiten de Sejm stonden pro-life-activisten te bidden achter grote spandoeken van afbeeldingen met bebloede foetussen en verwijzingen naar Adolf Hitler. En ook tijdens het debat werden abortusactivisten door politici verschillende keren vergeleken met de nazi’s.

Daarnaast viel op hoe vaak Nederland voorbijkwam in de bijdragen van de politici. „Nederland is nu eenmaal de abortushoofdstad”, zei Justyna Wydrzynska donderdag op de gang van de Sejm. Zij is abortus-activiste én veroordeeld vanwege het opsturen van abortuspillen naar een zwangere vrouw. Veel zwangere Poolse vrouwen gingen de afgelopen jaren naar Nederlandse abortusklinieken en afgelopen maandag werd nog in de Tweede Kamer gedebatteerd of Nederlandse artsen abortuspillen naar Poolse vrouwen mogen opsturen. Dat viel ook minister van Gelijkheid Katarzyna Koleta (Links) op. „In Nederland werd niet een debat gevoerd óf een vrouw een mens is, maar hoe toegang tot abortuspillen valt te verbeteren”, schetste Koleta het discoursverschil tussen Nederland en Polen.

Alle vier de wetsvoorstellen gaan nu naar een parlementaire commissie die ze verder zal bediscussiëren, waarna weer een stemming volgt over de voorstellen. Naar alle waarschijnlijkheid zal president Andrzej Duda, een PiS-loyalist, versoepeling van de toegang tot abortus vetoën. „De president is pro-life”, zei zijn woordvoerder. Daardoor zal de Tusk-coalitie moet wachten tot na de presidentsverkiezingen in 2025, in de hoop dat een coalitie-gezinde president wordt verkozen.

Voor Wydrzynska en andere activisten verandert er voorlopig niet veel. „Ik was vandaag tijdens het debat telefonisch een vrouw aan het helpen die een abortus nodig heeft”, zegt ze. „Dat werk blijven we gewoon doen, ons leven verandert niet.”

Lees ook
Verzet tegen abortus is een electoraal risico geworden

Projectie op de Eiffeltoren van de tekst „Mijn lichaam, mijn keus”, direct na de stemming in het Franse Congrès maandag.


Onder de hoge plafonds voel je de oude grandeur. Odesa is een schim van zichzelf

Er staat een koude wind in Odesa en fotograaf Boris Bukhman (63) hoest verschrikkelijk, maar hij heeft beloofd zijn stad te laten zien, dus we lopen. Hij draagt een pantalon, zwartleren loafers en een platte pet, met een werkjas. Zijn camera hangt over zijn schouder. „Luister, van Odesa moet je houden”, zegt Bukhman. „Als je van haar houdt, laat ze je binnen, als je niet van haar houdt, stoot ze je af.”. Hij, met al zijn liefde voor de stad, is lid van de Odesa-familie. Toch kan Odesa ook voor haar naasten behoorlijk onbarmhartig zijn.

Als fotograaf maakt Bukhman al twee jaar portretten van grenswachten en andere mensen langs de frontlinies die hun leven riskeren voor de vrijheid. De foto’s werden door de hele stad opgehangen op reclameborden – de echte advertentiemarkt is ingestort.

Zijn geliefde Odesa is geen frontstad. Het ligt aan de Zwarte Zee, de Russische troepen zijn het dichtst bij aan het water op de Krim, op 80 kilometer. Maar vanaf zee wordt de stad wel regelmatig bestookt met zware raketten. De binnenstad is grotendeels intact, maar historische pronkstukken zoals het ‘huis van wetenschappers’ en het Nationaal Museum voor Schone Kunsten raakten beschadigd. Meer dan vijftig burgers, onder wie acht kinderen, kwamen door de aanvallen om het leven.

Odesa is een schim van zichzelf: nauwelijks handel via de haven – met een capaciteit voor 40 miljoen ton lading per jaar – en geen toeristen in de vele cafés. Het jaar vóór de oorlog kwamen er nog zo’n 3 miljoen reizigers. Veel winkels staan nu leeg of zien nauwelijks klanten.

De grootste indruk op Bukhman maakte niet het uitbreken van de oorlog, maar de leegloop die het veroorzaakte. „Als eerste gingen mijn kinderen weg. Mijn dochter woonde bij ons. Daarna kwam ik een leeg appartement binnen. Ik voel nu alweer de brok in mijn keel”, zegt hij.

Liedjes zingen op straat

De stad is uniek. Russischtalig, gesticht in 1794 in opdracht van tsaar Jekaterina de Grote als kroonjuweel voor de door haar veroverde gebieden. Maar meer dan een Russische voorpost ontstond een stad met een heel eigen dynamiek. „Odesa was de enige stad in Rusland waar men op straat mocht roken en een liedje zingen”, schreef historicus Geert Mak in 1997 in NRC.

Al heel vroeg voerde Odesa geweldige belastingvoordelen in om rijke handelaren aan te trekken. De economische boom die volgde, trok een mengelmoes van mensen – armen, arbeiders, dissidenten, kunstenaars, oproerkraaiers, Roma en Joden. Tijdens deze migratie kwamen de Joodse voorouders van Boris Bukhman naar de Zwarte Zeekust.

Gebed in de synagoge in Odesa.
Kostyantyn Chernichkin
Muurschildering van schrijver en zionist Volodymyr Zjabotinski (ook bekend als Ze’ev Jabotinsky).
Kostyantyn Chernichkin

Volgens de (waarschijnlijk mythische) overleveringen waren de Joden hier eerder dan de Russen: zes Joodse koopmansfamilies zouden al in het Ottomaanse garnizoensdorp Chadzjibej hebben gewoond, toen dat door Rusland werd veroverd. Vaststaat dat de groeistad algauw haar eigen synagoge en Joodse gemeente kreeg. Tegen 1860 was een kwart van de inwoners van de stad Joods. Rond het fin de siècle was die gemeenschap veruit de grootste aanjager van de economische ontwikkeling van de stad.

„Iedereen sprak zijn eigen taal en iedereen verstond elkaar”, zegt Bukhman. „Als iemand in het jiddisch een vraag stelde, antwoordden de zigeuners in hun eigen taal. Zo ging het in heel Odesa.” Vreedzaam was het niet altijd – er zijn van 1821 tot 1905 zeker zes pogroms gedocumenteerd waarbij Joden werden gedood en hun bedrijven werden verwoest.

Het appartement

In 1912 kreeg Bukhmans overgrootmoeder als huwelijkscadeau een appartement van haar moeder, in de straat Bazarna in het centrum. Een appartement achter een roze gevel en een metalen hek naar de binnenplaats. Hier werden vijf generaties Bukhman geboren: zijn oma, zijn vader, hijzelf, zijn kinderen en een aantal van zijn kleinkinderen. Het huwelijk van zijn ouders werd voltrokken in de woonkamer.

De geschiedenis walste door de stad en trok de familie meermaals uit haar kamers. Toen Odesa opging in de Sovjet-Unie, werd het Bukhman-appartement in drieën gedeeld door de staat. De familie mocht in één derde deel blijven wonen. De Roemeense bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog joeg inwoners op de vlucht. Te voet moest zijn grootmoeder, met zijn moeder als peuter verstopt in een rugzak, 150 kilometer lopen naar het getto in Mykolajiv. Opa raakte onderweg vermist en is nooit teruggevonden.

Bukhman was zeven toen hij voor het eerst een camera in zijn handen kreeg, van zijn vader. „In de keuken ontwikkelden we de foto’s met een rode lamp.” Hij leerde het vak in de jaren tachtig, hij stond voor het befaamde opera- en ballettheater van Odesa en maakte foto’s van dagjesmensen. „Al snel kwamen mensen speciaal naar ons voor een portret, en ging ik ook bruiloften doen.” Toen hij voor het vastleggen van dit soort hectische feesten de energie niet meer had, opende hij een school waar hij een nieuwe generatie fotografen opleidt.

De geschiedenis walste door de stad en trok de familie meermaals uit haar kamers

In de jaren 80 werd Bukhman richting Afghanistan gestuurd, waar het Rode Leger in 1979 was binnengevallen. „Ik herinner me de bergen.” Hij haalt zijn neus op. „We zaten bij een kampement maar sliepen op het asfalt. Er was geen kazerne.” Bukhman werd gelegerd in Termiz, de zuidelijkste stad van Oezbekistan, aan de rivier die de grens vormt met Afghanistan. Het asfalt was warm en zakte in rond de soldatenlichamen. „Ieder van ons sliep in zijn eigen kuiltje, toegedekt door zijn overjas.”

Bukhman moest meermaals de grens over om de lichamen van gesneuvelden terug te brengen naar het thuisland. „Ik geloofde er wel in, de socialistische ‘internationale plicht’. Ik zat bij de communistische jongerenorganisatie Komsomol en sliep met mijn inschrijvingsbiljet onder het kussen”, zegt Bukhman. „De partij zei dat we moesten gaan, dat betekende dat het nodig was. Maar begrijp me niet verkeerd: ons werd niets gevraagd. We werden erheen vervoerd en klaar.”

Dankzij antisemitisme hoefde Bukhman maar een maand in Afghanistan te dienen. „Iemand vroeg: wat is je achternaam? ‘Bukhman.’ Toen werd ik terug naar Tasjkent gestuurd. Ik werd als onbetrouwbaar gezien. Nou goed dan”, zegt hij met een glimlach.

Helden

Toen de Sovjet-Unie uiteenviel, kochten de Buckhmans stukje voor stukje het appartement terug dat zij gedwongen waren te delen. Het heeft nog steeds vreemde hoeken en extra kleine kamertjes. Maar dankzij de ronde trap in het trappenhuis en de hoge plafonds voel je binnen nog steeds de grandeur van de negentiende eeuw.

Bukhman had niet uitgezien naar de nieuwe, post-Sovjettijd. „Ik reageer slecht op zulke grote allesomvattende veranderingen.” De realisatie dat onafhankelijkheid iets goeds kon zijn, kwam later. „In het westen van Oekraïne bestond dat idee wel. Zij wilden Oekraïne verenigen als onafhankelijke natie. Maar snap je, de Joden en Oekraïners hebben andere helden.” Bohdan Chmelnytsky (1595-1657) bijvoorbeeld, hij was het hoofd van de Kozakkenopstand en kreeg een stad en regio naar hem vernoemd. „Hij organiseerde pogroms. Wat denk je dan? Dat dat voor mij een held is? Ik hou er niet minder van Oekraïne door, maar in Oekraïne heb ik geen helden.”

Boris Bukhman onderweg naar zijn appartement in Odesa.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Dat de huidige president Volodymyr Zelensky Joods is, „dat bevalt me wel”, zegt Bukhman. „Ik mag hem wel, al heb ik niet voor hem gestemd. Kijk, zolang het oorlog is, ga ik geen slecht woord over hem zeggen. Dat mag nu niet. Na de overwinning heb ik een hoop vragen voor hem. Waarom gaf u Cherson op? Waarom verspilde u geld aan het bouwen van wegen terwijl er wapens gekocht moesten worden? Waarom geloofde u de Amerikanen niet toen ze vertelden dat er oorlog zou komen? Dit zijn de vragen die iedereen heeft.”

Ondanks al zijn bedenkingen is Bukhman strijdbaar voor Oekraïne. „Als er wordt gezegd: pak een machinegeweer, dan ga ik. Niet in naam van een of andere ‘held’, maar voor de aarde onder mijn voeten. Voor mij zijn de grond en de vrijheid die we hier hebben, meer waard dan een nationale held”, zegt Bukhman. De kans dat Bukhman echt met een wapen voor de verdediging wordt ingezet, is klein. „Ik ben te traag, niemand heeft iets aan mij aan het front.” Zijn hart heeft een stent. Zelfs bij de bloedbank, die al twee jaar overuren draait voor de gewonden, werd hij weggestuurd. „Ze zeiden dat ik te oud was.”

Elke dag een begrafenis

Na de wandeling door Odesa zal Bukhmans hoest zich tot griep ontwikkelen. Dagenlang ligt hij op bed. NRC treft hem een tijdje later weer.

„Elke dag is er een begrafenis in Odesa nu”, vertelt hij droevig. De hoop op een snel einde van de oorlog is verdwenen. Bukhman reist mee met de leveringen van humanitaire en militaire hulpgoederen naar militairen bij het front, en fotografeert de verdedigers van Oekraïne onderweg. „In de loopgraven vechten de dorpsjongens naast de jongens uit de stad. Het doet er niet toe waar iemand vandaan komt. Ze zijn allemaal van ons.”

In de loopgraven vechten de dorpsjongens, naast de stedelijke jongens. Het doet er niet toe waar iemand vandaan komtBoris Bukhman fotograaf

Deze jongens, dát zijn Bukhmans helden. Hij zamelt geld in voor onder meer goede tourniquets, levensreddende drukverbanden, die hij uitdeelt.

En er is een oorlog bij gekomen: zijn zoon is verhuisd naar Israël, waar zijn vierde kleinkind in november geboren werd. Toen het gezin erheen ging, hadden ze al twee kinderen. „Ik heb nu twee kleinkinderen die al in twee oorlogen hebben geleefd.” De band tussen de twee landen is sterk: een ruime meerderheid van de Oekraïners steunt Israël in de oorlog tegen Hamas.

Op Bukhmans balkon hangt de Oekraïense vlag. In de hoek staat een klein ‘museum’ met granaatscherven en andere oorlogsresten. In het appartement woont hij alleen nog met zijn vrouw Margarita. Ze is professor in de psychologie, ze geeft les vanaf de bank. In het deel van het huis waar zijn dochter woonde, woont nu een bevriende familie uit Cherson, een stad die sinds de bevrijding eind 2022 dagelijks beschoten wordt. Bukhman vreest het einde van een tijdperk voor zijn familie. „Wat nou als mijn kinderen nooit meer terugkomen naar Odesa, en ik het appartement niet meer aan hen kan overdragen?”


Mickaëlle Paty: ‘De laksheid van de Franse staat heeft tot Samuels dood geleid’

Al is ze niet religieus, Mickaëlle Paty (46) gelooft dat haar overleden broer Samuel altijd bij haar is. Als ze zich voorbereidt op een moeilijk gesprek met politici of journalisten, discussieert ze in haar hoofd met hem over de juiste formuleringen. Als ze een lezing geeft op een school, voelt ze zijn aanwezigheid. Soms lijkt het alsof hij haar een beetje helpt. Zoals deze zonnige ochtend, als er bij haar aankomst op een overvolle parkeerplaats nét een plekje vrijkomt. Met een glimlach: „Kijk, Samuel geeft me een duwtje in de rug.”

Mickaëlle Paty is de vijf jaar jongere zus van Samuel Paty, de geschiedenis- en aardrijkskundedocent die 16 oktober 2020 door de geradicaliseerde moslim Abdoullakh Anzorov (18) werd vermoord in de Parijse voorstad Conflans-Sainte-Honorine. De moord schokte Frankrijk en Europa. Vanwege de bruutheid (Paty werd onthoofd, waarna de terrorist een foto van het hoofd op Twitter plaatste), en vanwege de aanleiding.

Paty had tijdens een les over vrijheid van meningsuiting aan zijn 13- en 14-jarige leerlingen spotprenten uit het satirische blad Charlie Hebdo laten zien, met daarop de profeet Mohammed. Hierna stak een deels op leugens gebaseerde socialemediastorm op, waarbij werd opgeroepen de profeet te wreken. Anzorov gaf hieraan gehoor; op (destijds nog) Twitter noemde hij Paty een „helse hond die durfde Mohammed te vernederen”. Kort na de moord werd Anzorov doodgeschoten door de politie.

Sinds anderhalf jaar probeert Mickaëlle Paty, zelf anesthesiemedewerker, de veiligheid van docenten tot thema te maken in Frankrijk. Ze gaf in 2022 een veel geciteerde lezing aan de Sorbonne Universiteit over het onderwerp, vorig jaar verzocht ze de senaat onderzoek te doen naar de veiligheid van leraren. En vorige maand begon ze een juridische procedure om de staat deels verantwoordelijk te stellen voor de dood van haar broer. Af en toe geeft ze interviews, nu voor het eerst aan een buitenlandse krant.

Lees ook
‘Er is een Frankrijk voor en een na de onthoofding’

Een vol Place de la République, zondag in Parijs. In heel Frankrijk zijn tienduizenden  de straat opgegaan zondag om hun afschuw te tonen over de moord op leraar Paty die spotprenten van de profeet Mohammed toonde tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting.

Eerst wilde u uit de schijnwerpers blijven. Wat is er veranderd?

„Na de aanslag was het alsof ik een woestijn moest doorkruisen”, vertelt Paty op een terras in Nice. Ze drinkt zwarte koffie en sinaasappelsap, rookt af en toe een sigaret. „Ik ging naar mijn werk, verzorgde mijn kinderen” – ze woont met haar man en een tweeling van 10 in een plaatsje elders in het departement Alpes-Maritimes. „Maar mentaal was ik niet aanwezig, ik was weggevallen in de duisternis. Dat duurde een jaar. Op 17 oktober 2021 heb ik tegen mezelf gezegd: je gaat er nu alles aan doen om terecht te komen in het ‘na’, in plaats van het ‘tijdens’. Ik wil dat we als maatschappij op een dag kunnen zeggen: er was een periode waarin dit kon gebeuren, en die is nu voorbij.”

U heeft de staat gevraagd gedeeltelijk verantwoordelijkheid te erkennen voor de dood van uw broer. Welke fouten zijn er gemaakt?

„De staat heeft de daad zelf niet gepleegd, maar is laks geweest en dat heeft tot Samuels dood geleid. We hebben goede veiligheidsdiensten, dagen voor de moord wisten ze wie de hoofdrolspelers waren in de online hetze.” Ze doelt op Brahim Chnina, de vader van de leerling die het verdraaide verhaal over de cartoonles had verspreid, de radicaal-islamitische activist Abdelhakim Sefrioui die de leugen verder verspreidde en ‘influencer’ Priscilla Mangel die contact had met Anzorov – allen staan later dit jaar terecht voor medeplichtigheid.

„De autoriteiten wísten dat deze mensen staatsgevaarlijk waren of gelieerd aan radicaal-islamitische bewegingen. Toch wachtten ze tot het misdrijf plaatsvond in plaats van dat ze het probeerden te voorkomen. Ook was al voor de aanslag duidelijk dat het verhaal dat rondging berustte op een leugen (de leerlinge wier vader het verhaal verspreidde, was niet aanwezig tijdens de les en had zich gebaseerd op wat ze van klasgenoten had gehoord red.). Maar er is niets gedaan om de roddel te stoppen.

„En mijn broer kreeg geen bescherming. Samuel werd elf dagen lang ernstig bedreigd, waarvan hij melding had gedaan bij de schoolleiding en de politie. Alles wees erop dat hij bescherming nodig had. Maar die kreeg hij niet.” De politie ging meer patrouilleren bij zijn school, maar dat belette de terrorist niet daar urenlang te posten tot Paty naar buiten kwam.

Foto Eleonora Strano

Wist u destijds dat uw broer bedreigd werd?

„Nee, niemand van de familie wist het. Ik denk dat hij ons niet ongerust wilde maken.”

Waarom is het van belang dat de staat verantwoordelijkheid erkent?

„Omdat de staat dan introspectie moet plegen en corrigerende maatregelen zal moeten nemen. Als mijn verzoek wordt afgewezen, ga ik aangifte doen om dat doel te bereiken. Het gaat me niet om een schadevergoeding, ik wil dat bekend wordt welke fouten er zijn gemaakt zodat herhaling voorkomen kan worden.”

Waarom denkt u het opnieuw zou kunnen gebeuren?

„De kern van het probleem is niet opgelost. Anders zou Dominique Bernard nog leven”, zegt ze, doelend op de docent Frans die in oktober in Arras werd doodgestoken door een geradicaliseerde oud-leerling. „En anders zou de rector van het Maurice Ravel-lyceum nog aan het werk zijn.” Een rector van deze Parijse middelbare school legde onlangs zijn werk neer vanwege doodsbedreigingen, nadat een leerlinge online had gedeeld dat hij haar op ruwe wijze zou hebben verzocht haar hoofddoek af te doen (zoals verplicht op Franse scholen).

Na ‘Maurice Ravel’ deed de regering aangifte tegen de leerling en kondigde onderwijsminister Nicole Belloubet aan dat er een speciale eenheid komt om de veiligheid op scholen te verbeteren. Hoe kijkt u daarnaar?

„Na elk drama komt de regering met een pr-offensief om te laten zien dat ze aanwezig is, maar het is altijd pas achteraf. Die eenheid zal bovendien bestaan uit twintig mensen – absurd weinig. Er is sinds Samuels dood wel iets verbeterd: een aantal bedreigde docenten kreeg politiebescherming. Maar dit gebeurt nog niet voldoende.”

Lees ook
Praat over spotprenten, maar verbied ze niet

Praat over spotprenten, maar verbied ze niet

Uw broer vond dat lesgeven moeilijker was geworden. Wat merkte hij?

„De Kerst voor hij vermoord werd, waren we met het hele gezin thuis bij onze ouders. Samuel zat huiswerk na te kijken. Hij vertelde dat hij te doen had met jonge leraren. „Ik geef al 23 jaar les en alleen dankzij die ervaring kan ik mijn klassen aan”, zei hij. Zeker sinds de aanslagen op Charlie Hebdo in 2015 zag hij zijn vrijheid van meningsuiting afnemen.

„Hij vond het zijn taak om te onderwijzen. Aan zelfcensuur wilde hij niet doen, maar wel had hij één ding aangepast in die les over vrijheid van meningsuiting. Sinds een paar jaar waarschuwde hij zijn leerlingen vooraf , zodat ze erover konden nadenken of ze de cartoons wilden zien. En hij gaf ze de mogelijkheid hun ogen af te wenden of het lokaal even te verlaten.”

Veel docenten zeggen lesonderdelen over religieuze zaken inhoudelijk aan te passen om spanningen met leerlingen en ouders te vermijden.

„Enerzijds begrijp ik dat wel: er zijn twee leraren vermoord, anderen worden bedreigd of aangevallen. Het is logisch dat docenten denken: dat wil ik voorkomen. Maar als iedereen knielt, wordt degene die blijft staan een doelwit. Het is ook laf, en ik zie veel lafheid in onze maatschappij. Kijk naar de scholen die hun naam niet durven te veranderen in die van mijn broer. Of scholen die mij niet durven uit te nodigen voor de lezingen over laïcité, de scheiding van kerk en staat, die ik nu geef. Ze zijn bang dat ik gevaar aantrek.

„Maar als wij allemaal een stap terugdoen, dan kan het islamisme (een in Frankrijk veelgebruikte koepelterm voor radicale en politieke islam red.) een stap vooruit doen, over de rug van onze beïnvloedbare jeugd. In plaats daarvan moeten we onze jeugd onderwijzen, verlichten, hen aanzetten tot nadenken.”

Op Paty’s verzoek heeft een senaatscommissie onderzoek gedaan naar de veiligheid van leraren. Die concludeerde vorige maand dat leraren „dagelijks geconfronteerd worden met gebrek aan respect, beledigingen, bedreigingen en fysieke aanvallen”. ‘Republikeinse waarden’ zoals laïcité zouden vaker in twijfel worden getrokken – dit blijkt ook uit andere onderzoeken. Slechts 54 procent van de docenten voelt zich gesteund door meerderen.

„Deze uitkomsten tonen de eenzaamheid van leraren en de ernst van de dreiging. Hiermee kan het ministerie van Onderwijs de ernst van het probleem niet meer bagatelliseren. Maar vooralsnog weigeren ze de waarheid onder ogen te zien. De 38 aanbevelingen die de senatoren doen, zijn nog niet overgenomen.”

Welke aanbevelingen zijn voor u het belangrijkst?

„Er moet een nieuw contract komen tussen leerlingen, hun ouders en leraren, waarbij de autoriteit van de leraar wordt erkend. Zoals vroeger, toen leraren dezelfde status hadden als artsen of burgemeesters. En als iets in strijd is met de waarden van de republiek, moet dat harder worden bestraft. Dat zou scholen in staat stellen hun belangrijkste functie uit te voeren: het emanciperen van leerlingen, hen kritisch laten nadenken.”

Samuel had de bijbel en de koran van kaft tot kaft gelezen, om voorbereid te zijn op religieuze vraagstukken

Wie bedreigt deze emancipatie?

„De islamisten. Ze willen dat mensen zich aan hen onderwerpen, vooral gematigde moslims proberen ze te bekeren door te pretenderen dat zij hun geloof niet correct belijden . En om deze onderdanigheid te verkrijgen willen ze dat mensen zo min mogelijk kennis hebben – daarom willen ze scholen vernietigen.

„We hebben in Frankrijk een juridisch gereedschap dat we kunnen inzetten: de sinds 1905 in de wet vastgelegde laïcité. Als deze wordt toegepast en gerespecteerd, geeft het leerlingen ruimte om de religie van hun ouders thuis te laten en kennis tot zich te nemen die ze in staat stelt de wereld te begrijpen. Het emancipatorische vermogen van school kan worden hersteld en voorkomen kan worden dat scholen een strijdtoneel worden voor religieuze oorlogen.”

Hoe kijkt u in dit kader naar het verbod op abaya’s en qami’s (traditionele gewaden) dat sinds dit schooljaar van kracht is?

„Eindelijk grijpt de staat eens aan de voorkant in. Eerder moesten schoolhoofden bepalen of een kledingstuk religieus was [en dus niet toegestaan] – wat ruimte gaf aan verhitte debatten. Met het verbod op abaya’s en qami’s – in mijn ogen overduidelijk religieus – neemt de staat eindelijk eens verantwoordelijkheid.”

Lees ook
Islamitische scholieren in Frankrijk passen zich schoorvoetend aan op nieuw kledingverbod: ‘Ik ben hier om lessen te volgen’

Coumba Moussa, in de felblauwe abaya, brengt haar zoon Souleymane af bij school in Creil. Leerlingen mogen het soepelvallende gewaad niet meer aan op school.

Hoe verlopen de lezingen die u op scholen geeft?

„Na de aanslag was ik woedend op de jeugd. Ik dacht: wat is er gebeurd dat we hier zijn terechtgekomen? Dat er jongeren zijn die mijn broer voor een belachelijk bedrag van 300 euro aanwijzen aan een terrorist, van wie ze wísten dat hij kwaad in de zin had? Over de rechtszaak tegen hen [die afgelopen december tot een einde kwam] mag ik inhoudelijk niets zeggen, omdat de verdachten minderjarig zijn. Maar ik kan wel vertellen dat ik erg teleurgesteld was in hun houding in de rechtszaal.

„Tijdens mijn interventies op scholen krijg ik weer wat vertrouwen in deze generatie. Het is fijn om met leerlingen in gesprek te gaan, je ziet ze nadenken, volwassener worden. En ik zie ook dat de meerderheid geweldig is – soms geven ze me een knuffel of nodigen ze me uit om mee te lunchen in de kantine. Niet alles is zwart en dat geeft hoop en energie om door te gaan.”

Hoe was uw relatie met uw broer?

„Mijn broer was een intellectueel, altijd aan het lezen. Hij had de bijbel en de koran van kaft tot kaft gelezen, om als docent voorbereid te zijn op religieuze vraagstukken. Daarom vind ik het onverteerbaar dat hij werd neergezet als islamofoob. Hij was juist een humanist, ik ken niemand toleranter dan hij. Wij waren niet heel erg close, we woonden ver bij elkaar vandaan en zagen elkaar twee keer per jaar. Dan hadden we vaak felle discussies over maatschappelijke onderwerpen. Hij had altijd meer argumenten dan ik – dus ik heb veel van hem geleerd.”

Mist u die gesprekken?

„Ja. Maar in mijn hoofd gaan ze door. Dan vraag ik hem: wat vind je ervan als ik dit zeg? Zou je hier een argument tegenin kunnen brengen? En als hij niets meer te zeggen heeft, weet ik dat ik goed zit. Het is een onmogelijk verlies, dus houd ik hem levend in mijn hoofd.”

Lees ook
Een boek dat ook de leerlingen van de vermoorde leraar Samuel Paty kunnen lezen

Een illustratie uit: Crayon noir. Samuel Paty, histoire d’un prof, van Valérie Igounet & Guy Le Besnerais


Westerse druk over Oekraïne laat China koud

Als de Duitse bondskanselier Olaf Scholz dit weekend in Beijing landt, is hij de zoveelste in een lange stoet buitenlandse regeringsleiders en andere bewindslieden die de afgelopen weken naar China afreisden met onder meer de oorlog in Oekraïne op de agenda.

De Franse buitenlandminister Stephane Séjourné en de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen gingen eerder deze maand al langs. Séjourné zei te verwachten dat China „een duidelijke boodschap” afgeeft aan Moskou. En kort nadat de Amerikaanse president Joe Biden zijn Chinese ambtgenoot Xi Jinping aan de telefoon had gezegd dat Beijing moet stoppen de Russische defensieindustrie te ondersteunen, waarschuwde Yellen dat Chinese bedrijven en banken die bijdragen aan de Russische oorlogsmachine „ernstige gevolgen” kunnen verwachten.

Ook demissionair premier Mark Rutte, die eind maart zijn opwachting maakte in de Grote Hal van het Volk, wees zijn gastheer Xi erop dat de oorlog Europa als een graat in de keel steekt. „Ik heb uitgelegd dat dit niet zomaar een conflict is. Dat Nederland als goede vriend van China direct bedreigd wordt, en dat Europa direct bedreigd wordt door deze oorlog. Het is echt belangrijk dat China dat perspectief ook onder ogen ziet.”

Lees ook
Voor Rutte is Oekraïne in Beijing het belangrijkste onderwerp

Voorafgaand aan zijn ontmoeting met Xi bracht Rutte in Beijing een bezoek aan de historische stadswijk Dashilar.

China houdt zich officieel op de vlakte. Het zegt de ‘territoriale integriteit’ van Oekraïne te respecteren en dringt aan op een wapenstilstand en vredesbesprekingen. Tegelijk onthield Beijing zich van stemming toen de VN de Russische inval veroordeelden. De Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi weet de oorlog aan de westerse ‘Koude Oorlogmentaliteit’ van de uitdijende NAVO.

Rusland, dat sinds de invasie politiek en economisch van het Westen geïsoleerd is geraakt, leunt steeds meer op het machtige buurland. Hoewel China geen openlijke militaire steun aan Rusland levert, helpt het door de aankoop van onder meer olie en gas de Russische oorlogseconomie draaiende te houden, en duiken Chinese chips, drones en andere technologisch geavanceerde goederen in Rusland op.

Strategische samenwerking

Temidden van alle westerse delegaties verscheen deze week dan ook een andere hoge gast in China: de Russische buitenlandminister Sergej Lavrov maakte zijn opwachting bij Xi om het succes van diens leiderschap in de afgelopen jaren te prijzen. „We zijn zeer verheugd over deze successen, want het zijn de successen van vrienden. Hoewel niet iedereen in de wereld er zo over denkt, en probeert om de ontwikkeling van China op elke denkbare manier te belemmeren – net als de ontwikkeling van Rusland”, zei Lavrov volgens Russische media.

DE Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov (links) dinsdag tijdens een ontmoeting met zijn Chinese ambtgenoot Wang Yi in Beijing.
Foto Chen Bin / Xinhua via EPA

Ook zijn Chinese collega Wang Yi prees de goede banden tussen beide landen. Beijing en Moskou zullen hun strategische samenwerking op het wereldtoneel versterken en elkaar volop steunen, citeerde het Russische persbureau RIA Novosti Wang na afloop van de ontmoeting.

Lees ook
China kan Europa maar niet overtuigen van zijn neutraliteit

De Russische president Poetin (rechts) begroet Wang Yi, de hoogste Chinese ambtenaar verantwoordelijk voor het buitenlands beleid, woensdag tijdens diens bezoek aan Moskou.

De waarschuwing van Yellen viel daarentegen in dorre aarde. „De normale samenwerking tussen China en Rusland mag geen onderwerp zijn van buitenlandse inmenging of beperkingen”, zei een regeringswoordvoerder maandag. Toen de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Kurt Campbell zei dat een verdere Russische opmars in Oekraïne gevolgen zou hebben voor de relatie tussen de VS en China, reageerde Beijing dat China „geen beschuldigingen en druk” accepteert.

Technologisch isoleren

Dat de westerse druk in Beijing weinig teweegbrengt is logisch, zegt Frans-Paul van der Putten, Chinakenner en verbonden aan instituut Clingendael. „Dat komt omdat het Westen tegelijk ook druk uitoefent op andere onderwerpen. Het Westen wil iets van China wat betreft Oekraïne, maar tegelijkertijd is Amerika ook bezig met het gedeeltelijk technologisch isoleren van China. En Europa gaat er steeds meer in mee.” De Verenigde Staten proberen bijvoorbeeld te voorkomen dat China zijn achterstand inhaalt op het gebied van geavanceerde microchips, onder meer door Nederland onder druk te zetten exportbeperkingen op te leggen aan chipmachinefabrikant ASML.

Ook de veiligheidssamenwerking met landen in Azië baart China zorgen. „De prioriteit voor China is om niet alleen te komen te staan tegenover het Westen. De Japanse premier is nu in Washington. Je ziet dat de Amerikanen tegenover China steeds meer de samenwerking zoeken met allerlei partners en bondgenoten. En China’s reactie daarop is de strategische samenwerking met de Rusland.”

De prioriteit voor China is om niet alleen te komen te staan tegenover het Westen

Maar ondertussen is Oekraïne wel een splijtzwam in de – zeker economisch – belangrijke relatie tussen China en het Westen. Van der Putten denkt dat de Chinese balanceeract lastig wordt, zeker als Rusland succes boekt op het slagveld in Oekraïne. „De Amerikanen anticiperen daar kennelijk al op met hun waarschuwing dat ze China dan mede verantwoordelijk houden. Dan wordt het lastig om de relatie met Rusland goed te houden, en tegelijk te voorkomen dat de emoties uit de hand lopen in het Westen dat steeds bozer wordt.”

Van der Putten ziet in die economische relatie dan ook het belangrijkste drukmiddel dat het Westen kan inzetten, ook met het oog op de rol die China vanwege zijn invloed op Rusland zou kunnen spelen bij eventuele toekomstige vredesonderhandelingen. „Daarvoor is het belangrijk dat China handelsbelangen heeft in Europa.”

Hij pleit daarom voor terughoudendheid bij verdere handelsbeperkingen, bijvoorbeeld rond ASML. Rutte zei tijdens zijn bezoek in maart dat Europa zich niet wil losmaken van China. „Het is belangrijk dat dat gezegd wordt. Maar China ziet intussen een steeds maar toenemend aantal onderzoeken en exportrestricties.”


Duitse terughoudendheid om wapens aan Kyiv te leveren is ‘absurd’, zegt FDP-politica: ‘Oekraïne heeft geen tijd te verliezen’

Niet inhoudelijke afwegingen, maar een machtsstrijd binnen de Duitse regering verklaart de Duitse terughoudendheid om nieuwe wapens te leveren aan Oekraïne. Dat zegt Marie-Agnes Strack-Zimmermann, prominent lid van de liberale Freie Demokratische Partei (FDP). Onvermoeibaar toert Strack-Zimmermann langs talkshows en verkiezingsbijeenkomsten om te pleiten voor levering van Taurus-kruisraketten aan Kyiv. Tot nu toe waren haar inspanningen vergeefs.

Strack-Zimmermann is een belangrijke stem binnen de FDP, die samen met de SPD van kanselier Olaf Scholz en de Groenen de Duitse coalitie vormt. Van 2013 tot 2019 was ze vice-voorzitter van de partij, sinds 2017 is ze lid van de Bondsdag en sinds 2021 voorzitter van de parlementaire defensiecommissie. Ze is ook lijsttrekker voor ALDE, de gezamenlijke Europese liberale partij, voor de Europese verkiezingen van 6 tot 9 juni.

Bondskanselier Olaf Scholz blijft bij zijn nee tegen de levering van Taurus-kruisraketten aan Oekraïne. Hoe verklaart u zijn terughoudendheid?

„Ik begrijp het nog steeds niet. We discussiëren hier al tien maanden over. Het is inmiddels geen technische, maar een puur politieke discussie geworden.”

Hoe bedoelt u dat?

„Een jaar geleden hebben we lang gediscussieerd over de levering van tanks aan Oekraïne. Uiteindelijk heeft de kanselier besloten tot levering. Ik denk dat hij niet nog eens gedwongen wil worden om onder druk van de parlementsleden in te stemmen met een levering. Olaf Scholz benadrukt nu elke week dat hij de baas is en dat hij alleen beslist wat er wel en niet kan. Ik vrees dat het hem minder om de militaire vraag achter zo’n levering gaat, maar om wie de macht heeft. In deze situatie is dat absurd, omdat Oekraïne geen tijd te verliezen heeft.”

Uit peilingen blijkt dat veel Duitsers de terughoudendheid ten opzichte van steeds meer wapenleveringen aan Oekraïne delen. Wat zegt u tegen deze mensen?

„Ik ben de politiek in gegaan om beslissingen te nemen. Natuurlijk, altijd in de hoop achteraf gelijk te krijgen. Mijn taak is niet om elke dag peilingen te analyseren en vervolgens mijn beleid daarop af te stemmen. Mijn taak is om de mensen uit te leggen waarom ik deze beslissingen op deze of gene manier heb genomen.”

Lees ook
De Taurus-raket kan cruciaal zijn voor Kyiv. Wat maakt het wapen zo gewild?

De Taurus KEPD 350 bij de Duitse fabrikant MBDA in het Beierse Schrobenhausen.

Vreest u dat Duitsland zijn invloed binnen de NAVO kan verliezen door het getalm met de Taurus?

„Duitsland levert, na aanvankelijk getreuzel vergeleken met sommige Europese partners, veruit het meest. Vooral op het gebied van luchtverdediging. De fundamentele vraag is of we nog meer hulp zouden kunnen bieden. Elk NAVO-lid moet zich deze vraag stellen. Oekraïne is wat mij betreft een drenkeling, die reddingsboeien van alle kanten krijgt toegeworpen en daardoor net boven water kan blijven. Maar niemand is bereid om de drenkeling echt uit het water te trekken.”

Wat verwacht u van Mark Rutte als secretaris-generaal van de NAVO?

„Jens Stoltenberg is in deze uitdagende situatie een geluk voor de NAVO. Gelukkig had hij zijn ambtseed verlengd. Hij is de juiste man op het juiste moment.”

Is Rutte dat ook?

„Ik vertrouw er volledig op dat de heer Rutte een besluitvaardige en daadkrachtige secretaris-generaal zal zijn.”

Geert Wilders, de mogelijke coalitiepartner van uw Nederlandse zusterpartij VVD, suggereert de hulp aan Oekraïne te willen staken. Voert u hierover gesprekken met de VVD?

„Het is niet onze taak om elkaars binnenlandse politieke beslissingen te becommentariëren. Vanuit liberaal oogpunt ben ik echter wel verbaasd dat de VVD overweegt om met Geert Wilders samen te werken.”

In ALDE, de Europese liberale partij fractie , zijn meerdere Nederlandse partijen vertegenwoordigd, waaronder D66 en de VVD, die ook op het gebied van migratie verschillende standpunten innemen. Hoe ziet u de samenwerking als lijsttrekker met deze verschillende stromingen?

„Ons gemeenschappelijke doel is om met de verkiezingen voor het Europees Parlement ook in de toekomst zoveel mogelijk liberale parlementsleden in het parlement te hebben, om een sterke fractie te vormen. Natuurlijk zijn er ook binnen een fractie verschillende perspectieven, die dan moeten worden besproken.”

Uw landgenote Ursula von der Leyen wordt mogelijk opnieuw voorzitter van de Europese Commisie. Hoe beoordeelt u haar eerste termijn?

„Ik begrijp niet waarom mevrouw Von der Leyen ook de volgende voorzitter van de Commissie zou moeten zijn. Mevrouw Von der Leyen treedt, net als vijf jaar geleden, vanaf de zijlijn het podium op. Ze stelt zich opnieuw niet kandidaat voor het Europees Parlement. Ze legt het dus ook niet voor aan de kiezers. Er zijn peilingen in Duitsland die aangeven dat alleen de Groenen echt overtuigd zijn van haar werk. Ze heeft de Europese Unie overspoeld met bureaucratie en heeft onder het label van de Green Deal vooral het midden- en kleinbedrijf zwaar benadeeld. Als liberale partij zijn we daarom uitermate ontevreden over haar werk. Minder Von der Leyen, meer vrijheid zou de Europese Unie goed doen.”

Minder Von der Leyen, meer vrijheid zou de Europese Unie goed doen

De FDP staat in Brussel bekend als de partij die afgesproken compromissen in de EU opnieuw ter discussie stelt, zoals onlangs is gebeurd met de EU-wet over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe gaat u om met deze reputatie?

„Het is onze taak om in het lopende proces fouten die worden gemaakt te corrigeren in het democratische proces. Dit mag vooral de Groenen en sociaal-democraten niet bevallen.”

Andere partijen in Brussel zeggen het ook.

„Het is legitiem om te streven naar een goede oplossing. Door onze interventie is de richtlijn inzake de toeleveringsketen tenminste in afgezwakte vorm in gang gezet.”

Bij peilingen voor de Europese verkiezingen in Duitsland staat de AfD nu op 16 procent en de FDP op 4 procent. Hoe verklaart u dat?

„Dat is inderdaad niet prettig. Ik geloof dat sommigen nog steeds niet echt beseffen dat de AfD openlijk spreekt over het streven om na de verkiezingen te zorgen dat Duitsland uit de Europese Unie stapt. We moeten dus de kiezers mobiliseren om in juni te gaan stemmen en hun stem te geven aan de Vrijheidspartij.”

Is het niet te eenvoudig om te zeggen dat het gewoon boze kiezers zijn?

„AfD-kiezers zijn natuurlijk niet alleen boze kiezers die ontevreden zijn over het binnenlands beleid. Maar we moeten de kiezers duidelijk maken dat dit nationalisme gif is voor deze grote unie van vrede, welvaart en rechtsstaat.”

Lees ook
‘Er is een terughoudendheid om Oekraïne zo te steunen dat het de oorlog werkelijk kan winnen’

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky (links) en de Duitse kanselier Olaf Scholz tijdens een ceremonie in Berlijn, in mei vorig jaar.


Braziliaanse minister: ‘Onze inheemse strijd heeft impact op de hele planeet’

Het is druk op de zevende etage van een groot gebouw aan de Esplanada dos Ministérios, de uitgestrekte boulevard met meerdere ministeries in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia. Op de gang wacht een groepje inheemse mannen op een bank. Een medewerker loopt haastig door de gang met een stapel documenten, overal klinkt gerinkel van telefoons. „Toen Lula de verkiezingen won en zijn belofte van de oprichting van een speciaal ministerie voor Inheemse Zaken direct nakwam, moesten we vanaf nul, met weinig middelen en in zeer korte tijd, een departement opbouwen”, vertelt Sonia Guajajara even later in haar werkkamer.

De minister voor Inheemse Zaken klinkt verkouden en houdt een mok warme thee in haar handen. Ze draagt een inheemse schouderdoek en oorbellen van zaden en kralen. Haar nagels zijn gesierd met felgekleurde gellak, achter haar bureaustoel hangt een enorme hoofdtooi. Het is eind maart en Guajajara is net terug van een bezoek aan Amazonestad Belém waar ze een bezoek van de Franse president Emmanuel Macron bijwoonde. Macron werd daar rondgeleid door zijn ambtgenoot Lula da Silva.

„We hebben de afgelopen vier jaar weinig internationale samenwerking gehad op het gebied van de Amazone. Onder ex-president Bolsonaro was Brazilië geïsoleerd”, zegt Guajajara. „De positie van de inheemsen in het hele ontbossingsverhaal is essentieel en wordt ook internationaal steeds beter begrepen. Immers, hoe meer gebieden worden teruggegeven en erkend als inheems land, hoe minder ontbossing. Inheemsen zijn de beschermers van het bos.”

Een van de belangrijkste kerntaken van haar ministerie is dan ook het afbakenen van inheems gebied, het zogenoemde demarcatieproces. Ex-president Bolsonaro zette hier een streep door, omdat hij de belangen van de landbouwsector vooropstelde. Hij vond dat de Amazone voor economische doelen moest worden opengesteld. Het leidde tot nieuwe invasies van goudzoekers, houtkappers en illegale sojaboeren. Met geweld drongen zij inheemse gebieden binnen om ze te exploiteren.

Guajajara heeft met haar ministerie en de Federale Politie inmiddels tweeëndertig gebieden geïdentificeerd die ontruimd moeten worden, nadat ze de afgelopen jaren ingenomen werden door illegale houtkappers. „Mensen voelden zich gesterkt door de retoriek van Bolsonaro en wisten: er wordt toch niet ingegrepen als we de gebieden illegaal bezetten. Maar wij grijpen nu wel in.”

Dat lijkt me niet zonder gevaar. Wordt u bedreigd?

„Zelf voel ik me niet bedreigd. Maar er is wel een constante dreiging voor inheemse leiders en milieu-activisten in Brazilië. Zodra je voor rechten van inheemsen vecht en voor de natuur, ben je een gevaar. Naast demarcatie is de veiligheid en bescherming van inheemsen tegen geweld daarom ook een van de kerntaken van dit ministerie.”

Activist worden was geen eigen keuze voor Sonia Guajajara. „Als inheemse ben je per definitie activist, dat moet je wel zijn, omdat je vanaf je geboorte zoveel uitdagingen hebt om voor te vechten dat strijd een deel van je identiteit wordt. Je groeit als inheems kind op in een gebied waarvan je weet dat je er ieder moment samen met je familie verjaagd kunt worden, als er bijvoorbeeld goud gevonden wordt of als er illegale houtkappers komen om de boel te ontbossen.”

Was dat ook het geval in uw jeugd?

„Toen ik werd geboren was ons gebied al erkend, we hadden onze rechten. Maar er waren wel steeds invasies van houtkappers, dat maakte ik mee als kind en dat is heel beangstigend. Ik heb nog op mijn netvlies staan hoe bomen werden omgekapt en hoe jagers kwamen om te schieten op vogels voor de jacht. Terwijl wij de veren van die vogels gebruikten in onze rituelen en onze dansen. We behandelden de vogels met respect, maar ineens werden ze doodgeschoten. Als kind voelde ik dat er een constante dreiging was tegen onze inheemse cultuur.”

Lees ook
deze reportage over de goudkoorts onder Bolsonaro

Ondervoede Yanomami-kinderen in het kinderziekenhuis Santo Antonio in de stad Boa Vista, in de deelstaat Roraima.

Ze las alles wat los en vast zat en wist al snel: ik blijf niet in het dorp, ik ga de wereld in. De aldeia (inheems dorp) bood veiligheid, maar het was ook de plek waar het leven al voor haar was uitgestippeld.

Guajajara: „Bij mijn volk trouwen meisjes op hun dertiende of veertiende al, dat is heel gebruikelijk. Ze stichten dan gezinnen en blijven in het dorp. Ik wilde niet trouwen, ik wilde studeren. Op mijn vijftiende ging ik in een grotere stad buiten het inheemse gebied naar de middelbare school. Voor het eerst zag ik asfalt en elektriciteit.”

Met steun van Funai (de federale overheidsorganisatie voor inheemsen) ging ze uiteindelijk naar deelstaat Minas Gerais. Daar volgde ze een opleiding voor onderwijzeres, waarna ze les kon gaan geven in haar geboortedorp. Daar werd ze steeds actiever in de inheemse beweging.

In de resterende drie jaar van Lula’s termijn zal ze de sociaal-maatschappelijke achterstand van de inheemsen – het resultaat van vijf eeuwen kolonisatie en onderdrukking – niet kunnen wegnemen, beseft ze. Er is volgens haar een diepgeworteld, koloniaal idee dat de oorspronkelijke inwoners van Brazilië, bestaande uit driehonderdvijf volkeren, geen volwaardige burgers van het land zijn.

Tijdens de militaire dictatuur (1964-1985) werden inheemsen in de Amazone opgejaagd en werden hun gebieden platgewalst voor wegen en bruggen. Met geweld werden ze in ‘heropvoedingskampen’ geplaatst omdat ze zogenaamd „niet in staat waren” om volledig deel te nemen aan de samenleving. Ook werden inheemsen weggestopt in detentiekampen.

Voor deze misstanden bood een speciale Staatscommissie vorige week excuses aan. De voorzitter ging op live-televisie op de knieën voor een oudere inheemse leider.

Zijn dit belangrijke stappen?

„Zeker wel. Ondanks de polarisatie in Brazilië sinds het tijdperk-Bolsonaro zie je dat inheemsen hun plek opeisen en dat er geprobeerd wordt om misstanden uit het verleden te erkennen. Dit ministerie met mij als boegbeeld helpt natuurlijk ook mee om de beeldvorming te veranderen. Ailton Krenak, de inheemse schrijver, filosoof en activist is afgelopen week officieel toegetreden tot de zeer prestigieuze Academie van Letteren als eerste inheemse Braziliaan. Dit zijn allemaal belangrijke stappen.”

Met de Four Freedoms Award die ze deze week ontvangt in Middelburg, hoopt Guajajara ook de internationale gemeenschap mee te nemen in de inheemse strijd, want die is onder meer cruciaal voor de aanpak van klimaatverandering, zegt ze. „Dat gaat ons allemaal aan. De planeet staat onder druk, en de inheemse strijd voor erkenning van gebieden helpt mee tegen ontbossing. Dat blijkt nu al want de ontbossing gaat minder hard dan voorheen. Onze strijd heeft dus impact op de hele wereld.”

Lees ook
deze fotoserie over goudwinning in het gebied van de Yanomani

Een illegale goudzoeker kijkt uit op een verwoest bosgebied terwijl hij wordt vastgehouden door leden van de IBAMA tijdens een speciale operatie tegen illegale goudwinning in het inheemse land van Yanomami, in de staat Roraima,


Nu Rusland het laat afweten, wendt Armenië de blik naar Europa

Een half jaar na de val van de Armeense enclave Nagorno-Karabach schuift Armenië, tot ongenoegen van Rusland, steeds meer op richting Europa. Tijdens een bijeenkomst met de Armeense premier Nikol Pasjinian zegden Brussel en Washington eind vorige week een gezamenlijk hulppakket toe van opgeteld 330 miljoen euro, bedoeld om de Armeense afhankelijkheid van Rusland af te bouwen. De steun kwam enkele weken nadat het Europees parlement een (niet-bindende) resolutie aannam om voorzichtig de mogelijkheid te bespreken dat Armenië kandidaat-lidmaatschap voor de EU wordt verleend.

Het hulpgeld, waarvan het leeuwendeel (270 miljoen euro) afkomstig is van de EU, is bedoeld om de Armeense economie en samenleving „sterker en weerbaarder te maken tegen schokken”, zei Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen bij de bijeenkomst op vrijdag. Met de overeenkomst laat Europa zien dat het werk wil maken van zijn geopolitieke ambities in de zuidelijke Kaukasus, waarop Rusland sinds de invasie van Oekraïne en zijn passieve opstelling in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan, grip lijkt te verliezen. Hoewel militaire hulp in Brussel niet werd besproken, zei de Armeense Buitenlandminister Sargis Chandanian zondag in een interview te hopen dat zijn land toegang zal krijgen tot de European Peace Facility, een veiligheidspotje voor niet-lidstaten.

Lees ook
Na exodus uit Nagorno-Karabach werken Armenië en Azerbeidzjan aan ‘historisch’ vredesakkoord

De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev tijdens een televisietoespraak, waarin hij de verovering van Nagorno-Karabach meldt.

Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde woedend op de trilaterale Brusselse bijeenkomst. In een reactie beschuldigde het Europa van „pogingen om de zuidelijke Kaukasus in een geopolitieke confrontatie” te slepen en een „wig te drijven” tussen de landen in de regio. Volgens Moskou is Armenië bovendien hard op weg een „instrument te worden in de uiterst gevaarlijke plannen van het collectieve Westen.” Ook de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev reageerde geprikkeld op de bijeenkomst en waarschuwde voor meer spanningen in de regio. Zondag beschuldigde Azerbeidzjan Armenië prompt van beschietingen op de Azerbeidjzaanse exclave Nachitsjevan, wat in Jerevan met klem werd ontkend.

Armeense exodus

Ondanks lopende vredesonderhandelingen zijn de spanningen in de regio nog steeds om te snijden. Vorig jaar september veroverde Azerbeidzjan na een maandenlange blokkade met veel geweld de Armeense enclave Nagorno-Karabach in het oosten van Azerbeidzjan. De militaire bliksemactie bracht een exodus op gang van de 120.000 personen tellende etnisch Armeense bevolking in Karabach. Zij vluchtten naar Armenië uit angst voor Azerbeidzjaanse represailles en gedwongen assimilatie. Hun huizen en het cultureel erfgoed dat zij moesten achterlaten worden volgens waarnemers door het Azerbeidzjaanse leger vernietigd. Ook worden enkele tientallen etnisch Armeense en kritische Azerbeidzjaanse activisten, politici en journalisten door Bakoe gevangen gehouden.

Uit woede over het uitblijven van een stevige Russische reactie op de Azerbeidzjaanse gewelddadigheden, bevroor Armenië eind februari al zijn lidmaatschap van het door Rusland geleide militaire samenwerkingsverband CSTO. Rusland heeft in dat verband een veiligheidsverplichting. Het heeft bovendien duizenden troepen gestationeerd in Armenië en had sinds 2020 een vredesmacht gestationeerd in Karabach. Maar in plaats van de Azerbeidzjaanse agressie in te tomen, gaf Rusland Bakoe carte blanche bij de herovering van Karabach. Hoewel de betwiste regio volgens het internationaal recht tot Azerbeidzjan behoort en tot de val van de Sovjet-Unie ook Azerbeidzjanen huisvestte, geeft dat Bakoe volgens critici geen recht om burgers aan te vallen en te verdrijven.

Lees ook
Europees geld moest marteling in Azerbeidzjan voorkomen, maar journalist Hasanli wordt in de cel geschopt en geslagen

Aanhouding van journalist Ulvi Hasanli in Bakoe, 20 november 2023.

Na die koude douche zag Armenië zich gedwongen op zoek te gaan naar betrouwbaarder bondgenoten in de wereld. Europa lijkt een goede kandidaat, maar toenadering brengt nieuwe spanningen met zich mee en voedt Russische verdenkingen dat het Westen van zins is Armenië helemaal los te weken uit de CSTO en mogelijk ook uit de Euraziatische Economische Unie (EEU), een economisch samenwerkingsverband, waarvan Armenië momenteel roulerend voorzitter is. Moskou riep de regering in Jerevan vorige week geërgerd op zich niet te laten „verleiden” door Brusselse beloftes, die niet zouden opwegen tegen de voordelen van samenwerking met Rusland. Rusland heeft grote economische invloed in Armenië en is goed voor 40 procent van Armeense export, terwijl die naar Europa slechts 13 procent bedraagt.

Azerbeidzjaans gas

Maar veel Armeniërs voelen zich ook in de steek gelaten door de Europeanen en de Amerikanen, die weinig deden om de verdrijving van de etnisch Armeense bevolking uit Karabach te voorkomen of te veroordelen. Eerder dit jaar ontnam de Raad van Europa Azerbeidzjan weliswaar zijn stemrecht, sinds de Oekraïne-oorlog betrekt Europa een deel van zijn gas uit Azerbeidzjan, in plaats vanuit het vijandelijk Rusland. Critici bestempelden die gasdeal als hypocriet en risicovol vanwege Aliyevs ondemocratische en repressieve bewind en samenwerking met Vladimir Poetin. De vraag is hoelang Brussel Aliyevs business only aanpak kan volhouden, mocht Bakoe besluiten tot nieuwe agressie richting Armenië. Na de aanval vorig jaar ontstond de vrees dat Azerbeidzjan in het zuiden van Armenië een doorgang zal willen forceren naar de Azerbeidzjaanse exclave Nachitsjevan.

Voormalig NAVO-baas Anders Fogh Rasmussen roept Europa nu op zijn neutrale positie los te laten. „De [Europese] aanpak moet de realiteit weerspiegelen dat Armenië heeft gekozen voor de gemeenschap van Europese democratieën, terwijl Azerbeidzjan zich bevindt in het kamp van agressieve autocratieën”, schreef Rasmussen, die voorzitter is van het Friends of Armenia netwerk, vorige week in een opiniestuk in Le Monde.

Lees ook
In de verlaten stad Ani botsen Turkije en Armenië

De verlaten stad Ani in het oosten van Turkije, niet ver van de grens met Armenië, januari 2024

Terwijl er in de verschillende vredesoverleggen tussen Jerevan en Bakoe kleine stapjes worden gezet, blijft onenigheid bestaan over enkele belangrijke twistpunten. Daaronder de wederzijdse erkenning van elkaars territoriale integriteit, de heropening van transportroutes en de moeizame uitwisseling van krijgsgevangenen. Ook Turkije en Iran volgen de situatie op de voet. Turkije eist een doorgang door Armenië voor de handel met Azerbeidzjan, terwijl de van oudsher nauwe Iraans-Armeense betrekkingen onder druk van het Europese charme-offensief in de regio in rap tempo lijken te bekoelen.


Zwitsers verbijsterd over klimaatvonnis van het Hof in Straatsburg

‘Absurd’, ‘sensationeel’, ‘schandalig’, ‘belachelijk’. De Zwitserse reacties op het klimaatvonnis van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak van de KlimaSeniorinnen liegen er niet om. Het Hof oordeelde dinsdag dat Zwitserland de mensenrechten schendt door onvoldoende klimaatmaatregelen te treffen.

Het hardst is het oordeel van de radicaal-rechtse Zwitserse Volkspartij (SVP), de grootste partij van het land. „Ideologie en ontkenning van de werkelijkheid voeren kennelijk de boventoon in de Europese hofpaleizen”, schrijft de partij in een reactie op haar website. „De rechtbanken hebben het recht om te spreken, maar niet om politiek te bedrijven.” De SVP noemt het Zwitserse klimaatbeleid juist „voorbeeldig” en wil dat het land zich meteen terugtrekt uit de Raad van Europa, de organisatie van Europese landen die het mensenrechtenhof als ‘het geweten van Europa’ in het leven hebben geroepen.

Op links beschouwen de partijen de uitspraak als een steun in de rug voor een strenger klimaatbeleid. Mooi dat nu ook internationaal is vastgesteld dat Zwitserland te weinig doet voor het klimaat, zei Jürg Grossen van de Groenliberale CLP. Vicevoorzitter Mattea Meyer van de sociaal-democratische SP noemt het vonnis „een oorvijg voor de regering”. Alleen met grootschalige overheidsfinanciering kunnen de Zwitserse klimaatdoelen worden gehaald, stelt Meyer.

Bemoeizucht

Maar de meeste politici zien het vonnis als bemoeizucht van rechters met de politiek. De centrumrechtse partij Mitte vindt de uitspraak in strijd met de directe democratie. „In Zwitserland heeft het volk in een referendum het laatste woord”, aldus Mitte-parlementariër Nicolo Paganini, die eraan herinnert dat de bevolking zich een paar jaar geleden in een referendum heeft uitgesproken tegen strenger klimaatbeleid. „Het vonnis van de rechtbank lijkt onze democratische spelregels onvoldoende te respecteren. De Zwitserse directe democratie voorziet niet in de mogelijkheid om de uitslag van referenda met behulp van juridische uitspraken ongedaan te maken.”

Zwitserse parlementariërNicolo Paganini Het vonnis van de rechtbank lijkt onze democratische spelregels onvoldoende te respecteren

De bemoeienis van de rechters met regeringsbeleid is ook voor Zwitserse media het belangrijkste thema. Dat het Hof zich juist nadrukkelijk buiten het politieke debat heeft gehouden doet daar niets aan af. De invulling van het Zwitserse klimaatbeleid is geen zaak voor rechters, stelt het Hof expliciet. Maar het land heeft wel de plicht om zich te houden aan zijn klimaatdoelen.

Die doelen liggen namelijk internationaal verankerd in het Klimaatakkoord van Parijs, waarin staat dat de opwarming van de aarde ruim onder de twee graden dient te blijven en liefst zelfs niet boven de anderhalve graad uitkomt. Verder onderschrijft Zwitserland de rapporten van het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC). Die laten duidelijk zien dat de gevolgen van een opwarming van meer dan 1,5 graden Celsius zeer ernstig zijn en bedreigend voor kwetsbare groepen – zoals de oudere vrouwen die het Hof om een oordeel hebben gevraagd.

‘Activistische rechtspraak’

Andreas Müller, hoogleraar volkenrecht aan de universiteit van Basel, vindt niet dat het Hof zich op politiek terrein heeft begeven. Maar hij ziet wel dat het een oordeel is over een politiek uiterst gevoelige kwestie. „Straatsburg heeft hiermee de grens tussen recht en politiek enigszins verlegd”, zegt hij in een interview met de Zwitserse Tagesanzeiger, „verwijzend naar het existentiële gevaar dat klimaatverandering met zich meebrengt voor de huidige en toekomstige generaties”.

Lees ook
Mensenrechtenhof schept met uitspraak Zwitserland cruciaal precedent voor komende klimaatzaken

Een deel van de KlimaSeniorinnen na de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, in Straatsburg.

Toch vindt de conservatieve Neue Zürcher Zeitung de uitspraak „stuitend”, en een teken dat het Straatsburgse hof aan „activistische rechtsspraak” doet, die veel verder reikt dan verstandige bescherming van mensenrechten. Op wat extra klimaatrechtszaken na zal het vonnis volgens de NZZ geen grote gevolgen hebben voor Zwitserland. Vooral omdat het Hof zich niet uitspreekt over wat de Zwitsers moeten doen. Het land krijgt nog decennia de tijd om het einddoel (netto-nul uitstoot van broeikasgassen) te bereiken.

Volgens Die Weltwoche zal het klimaat zeker niet de grote winnaar van deze uitspraak worden. Het weekblad verwacht dat veel Zwitsers uit verontwaardiging tegen deze uitspraak zich, juist nu het land debatteert over een hernieuwde relatie met de Europese Unie, de blik alleen maar verder naar binnen zullen richten.


Abortus schudt verkiezingsrace in sleutelstaten Florida en Arizona op

In 1864 was Arizona nog een dunbevolkt, ruig en woestijnachtig buitengewest van goudzoekers, cowboys en opgejaagde inheemsen. Als territorium had het geen staatsrechten, vrouwen mochten er niet stemmen, maar net als in de rest van de VS woedde er wel de Burgeroorlog, toen dat jaar een bijna totaalverbod op abortus werd ingevoerd. Ook na verkrachting of incest mocht een zwangerschap niet langer worden afgebroken, op straffe van vijf jaar cel.

Dinsdag bepaalden vier van Arizona’s zeven hoogste rechters dat deze 160 jaar oude wet nog rechtsgeldig is. Dat lijkt vooralsnog geen al te grote juridische gevolgen te hebben, omdat de minister van Justitie in de staat een Democraat is. Zij noemt de uitspraak een „democratisch affront” en beloofde dinsdag meteen dat haar OM geen vrouwen zal vervolgen onder de archaïsche wet.

Lokaal kan de uitspraak mogelijk anders worden uitgelegd, maar de landelijke politieke impact lijkt vooralsnog veel groter in dit verkiezingsjaar. De kansen voor de Democraten en president Biden om in de belangrijke swing state te winnen, kunnen fors toenemen. Activisten verzamelden al genoeg handtekeningen voor een referendum om het recht op abortus in Arizona’s eigen grondwet te verankeren. Bij de Congres- en presidentsverkiezingen van november moet hun voorstel op het stembiljet staan.

De uitspraak van dinsdag geeft deze activisten een sterk extra argument om kiezers naar de stembus te krijgen. Mensen die anders misschien thuis waren gebleven, zullen nu wél opkomen. En dan mogelijk ook het hokje van president Biden of de Democratische kandidaat-senator aankruisen, is de progressieve hoop.

Elke stem telt doorgaans in Arizona, waar het electoraat grofweg bestaat uit een derde Democratische, een derde Republikeinse en een derde onafhankelijke kiezers. In 2020 was het een van de vijf staten waar Donald Trump het presidentschap verloor aan Joe Biden. De race werd er beslist met slechts 10.457 stemmen verschil (op een totaal van 3,2 miljoen).

Meerderheid wil keuzevrijheid

Met het schrappen van de baanbrekende uitspraak Roe v. Wade uit 1973, wierp het federale Hooggerechtshof de VS in juni 2022 een halve eeuw terug in de tijd. Staten mochten voortaan weer zelf hun abortuswetgeving bepalen, bepaalden zes conservatieve hoge rechters. Veertien door Republikeinen gedomineerde staten voerden daarop strenge verboden in. Een deel van de partij pleit er voor nu door te pakken met een landelijke ban.

Republikeinen lossen met verboden een belofte in bij evangelische christenen, die een flink en vooral trouw deel van hun electoraat vormen. Maar verder heeft de partij bij de stembus al twee jaar last van de uitspraak. Een strenge anti-abortuskoers (pro-life) gaat in tegen de wens van circa twee derde van de Amerikanen die, volgens enquêtes, vóór keuzevrijheid rond abortus zijn (pro-choice). Dat bleek bij alle referenda die in staten werden gehouden om het abortusrecht te beschermen. Al zeven maal won ‘pro-choice’, zelfs in een conservatieve staat als Kansas of Ohio.

In november kan abortus in tot wel elf staten op het stembiljet belanden

Bij de Democraten smaakt dit naar meer. In november kan abortus in tot wel elf staten op het stembiljet belanden. In Florida is zo’n referendum al zeker, na een uitspraak vorige week van de hoogste rechters in de staat. Onder gouverneur Ron DeSantis werd hier een wet van kracht die abortus tot in de zesde week van de zwangerschap toestaat, als veel vrouwen nog helemaal niet weten dat ze in verwachting zijn. Activisten willen dit ophogen tot het moment dat een kind buiten de baarmoeder levensvatbaar is (circa 24 weken).

Dat over dit voorstel gestemd wordt, haalt de landelijke verkiezingscampagne overhoop. Florida leek sinds Trumps overtuigende winst in 2020 en De Santis’ nog ruimere herverkiezing in 2022 niet langer de swing state die het decennialang was. Maar door het referendum zullen de Republikeinen nu meer tijd en geld in de staat moeten steken. Dat kan ten koste gaan van hun campagnes in de zes spannendste staten (Arizona, Michigan, Wisconsin, Pennsylvania, Georgia en Nevada). Ook die laatste staat houdt net als Arizona dit najaar mogelijk een abortusreferendum.

Trump wil het er niet over hebben

Joe Biden mag als president matig gewaardeerd worden en de onvrede onder burgers over de economie en de koers van het land blijft groot, maar op abortus worden zijn Democraten wél meer vertrouwd. Bij de Congresverkiezingen van eind 2022 verloor de regeringspartij daardoor al minder zetels dan gebruikelijk bij ‘midterms’. Ook bij latere tussentijdse stemrondes deden Democratische kandidaten het mede dankzij dit thema vaak beter dan verwacht.

Met de presidentsverkiezingen over zeven maanden lijkt Trump daarom nerveus te worden over abortus. Hij noemde zich ooit „de meest pro-life president ooit”, omdat het aan hem te danken is dat het negenkoppige Hooggerechtshof zijn huidige stabiele conservatieve meerderheid kent. Tijdens zijn termijn (2017-2021) had hij het geluk het ongekende aantal van drie nieuwe justices te kunnen voordragen.

Eerder deze week deed Trump een poging de politieke bom te ontmantelen. In een vooraf opgenomen en voorgelezen videoverklaring van vier minuten sprak hij zich uit tegen een landelijk verbod. Hij stelde dat „alle juristen, van beide kampen” het eens waren geweest met het Hof dat abortus weer een zaak van de staten moest worden. Wel toonde hij zich voorstander van ivf-behandelingen (die in Alabama eerder dit jaar kortstondig verboden werden) en van uitzonderingen bij verkrachting en gevaar voor de moeder. „Stem met je geweten”, raadde hij zijn conservatievere partijgenoten aan. „Maar bedenk dat we ook verkiezingen moeten winnen.”

Lees ook
deze reportage uit Alabama: ‘In de Bijbel ga je niet vinden hoe je met ivf moet omgaan’

Pro-life én pro-ivf in Alabama: ‘In de Bijbel ga je niet vinden hoe je met ivf moet omgaan’

Trump wil het eigenlijk niet meer over abortus hebben. Maar het zijn niet alleen Democraten die het thema blijven agenderen. Zo oogstte zijn video deze week kritiek van pro-life-actiegroepen en van partijgenoten als de prominente senator Lindsey Graham en zijn ex-vicepresident Mike Pence. Trump reageerde hierop weer boos dat de Democraten „dol zijn op dit thema en het net zo lang levend willen houden als de Republikeinen hen toestaan. […] Veel goede Republikeinen hebben hierdoor al verkiezingen verloren en mensen als Graham, die maar niet van ophouden weten, overhandigen de Democraten hun droom van het Huis, de Senaat en misschien zelfs het presidentschap.”


Zelfs het Amerikaanse thuisstadje van de HIMARS stelt vragen bij steun aan Oekraïne

Toen de papierfabriek nog open was, kon het op dagen dat de wind verkeerd stond verschrikkelijk stinken in Camden. ‘Dat is de geur van geld’, zeiden de inwoners van het plaatsje in de zuidelijke Amerikaanse staat Arkansas dan tegen elkaar. De papierfabriek was decennialang de grootste werkgever en toen die in 2001 sloot, stortte dat Camden in een depressie. Duizenden bewoners trokken weg, toeleveranciers gingen failliet. Camden dreigde een spookstad te worden.

De klap dendert nog altijd na. In de armere delen van het plaatsje wisselen dichtgespijkerde winkels huizen met voortuinen vol verweerd grofvuil en roestige autowrakken elkaar af. Spoorlijnen doen vooral nog dienst als rangeerterreinen voor afgeschreven vrachtwagons. Er zijn voor de tienduizend inwoners tientallen kerken en meerdere uitvaartondernemers, maar slechts twee restaurants die beter eten serveren dan in de tankstations.

Twee oorlogen – op vele duizenden kilometers afstand, aan de overkant van de oceaan – kunnen daar verandering in brengen.

Camden mikt op een tweede leven sinds zijn vele lokale defensiebedrijven er dankzij de oorlogen in Oekraïne en Gaza de ene miljoenenbestelling na de andere krijgen. Van de HIMARS- en GMLRS-systemen waarmee Kyiv de Russische invasie probeert af te slaan tot het Iron Dome-luchtafweer waarmee Israël zich verdedigt: veel van dit wapentuig wordt deels hier geproduceerd. Bedrijven als Raytheon en Lockheed Martin verdubbelden recent hun personeelsbestanden in Camden en breidden productiecapaciteit fors uit – ook in afwachting van nieuwe orders.

Defensie-bedrijven als Raytheon en Lockheed Martin verdubbelden recent hun personeelsbestand in Camden

Stinken doet het niet meer in Camden, maar de geur van geld is terug – of eigenlijk: het geluid. „Tegenwoordig horen we het uit het oosten soms luide knallen komen”, vertelt Jim Golden, de lokale Ford-autodealer, in zijn showroom. „Dan weten we dat ze op het park weer een test hebben gedaan.” Hij doelt op het nabijgelegen Highland-industriepark in East Camden, waar op het terrein van een voormalig munitiedepot van de Amerikaanse strijdkrachten nu een cluster aan defensie- en luchtvaartbedrijven zetelt. De bunkers die hier tijdens WO II werden opgetrokken, zijn nog steeds ideaal voor de veilige opslag van explosief wapentuig.

Volgens Golden heeft heel Camden de afgelopen twee jaar een impuls gekregen dankzij de lokale banengroei. De bowlingbaan heeft de pandemie weliswaar niet overleefd, maar recent ging er een nieuw hotel open en er wordt gebouwd aan een extra kliniek. Ook werd in hartje Camden een kleurige muurschildering onthuld van onder meer een HIMARS-systeem dat raketten afvuurt.

„Ik zou nooit zo’n grote zaak hebben zonder het industriepark”, zegt Golden. „En we hebben hier misschien niet alles wat ze in de grote stad hebben, maar omdat je nooit vaststaat in het verkeer, hebben mensen wel de tijd. Ook om hun vertier elders te halen”, zegt hij. „Voor mij is het glas altijd halfvol, maar ze noemen mij dan ook wel de cheerleader van Camden”, lacht hij.

Broeiend verzet

Minstens driekwart van alle defensiedollars voor bondgenoten, benadrukt de regering-Biden regelmatig, verlaat nooit de VS. Het is een directe investering in de eigen economie, omdat er vooral wapens van Amerikaanse makelij van worden gekocht. En van alle vijftig staten profiteerde Arkansas het sterkst van de ruim 36 miljard dollar militaire steun die de VS tot november 2023 verstrekten aan Oekraïne, becijferde het Pentagon vorig jaar: zo’n 2,3 miljard dollar. Het ministerie maakte hiervan een presentatie die het liet rondgaan onder politici in Washington, onder wie het verzet tegen nieuwe steun broeit.

Om twijfels over voortzetting van de steun aan Oekraïne nog verder weg te nemen, kreeg Camden vorige maand hoog bezoek. Generaal Charles Q. Brown, als voorzitter van de verenigde chefs van staven de hoogste militair van de VS, bezocht in bijzijn van enkele Congresleden de Lockheed-fabriek. „Ik heb hun [de meereizende politici] uitgelegd dat de extra steun niet alleen Oekraïne helpt, maar ons ook”, zei Brown na afloop tegen persbureau AP.

Maar of de orders van opnieuw vele honderden miljoenen de komende tijd naar Camden en andere staten en steden met wapenfabrieken blijven komen, is hierdoor onzeker. De Senaat keurde half februari weliswaar een nieuw pakket van 95 miljard dollar (waarvan 60 miljard voor Kyiv) goed, maar onder druk van de vermoedelijke Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump houdt Huis-voorzitter Mike Johnson verdere behandeling al weken op. Nu Washington deze week terugkeert van reces moet blijken of de Republikeinse fractie in het Huis de impasse weet te doorbreken.

De interne Republikeinse verdeeldheid leeft ook in Arkansas, een rechts stemmende staat. Alle vier afgevaardigden in het Huis zijn van Republikeinse huize, evenals twee senatoren en gouverneur Sarah Huckabee, een oud-woordvoerder van Trump. Van hen hebben vier zich openlijk uitgesproken voor of al ingestemd met nieuwe steun. De anderen delen Trumps standpunt dat Kyiv geen ‘blanco cheque’ verdient – of ze vrezen de toorn van de ex-president als ze hem op dit punt zouden tegenspreken.

Door de Democraten wordt vaak gesuggereerd dat Trump nieuwe hulp tegenhoudt of traineert om de Russische leider Vladimir Poetin te helpen. Dat is zeker het nettoresultaat op het slagveld, waar Oekraïne door munitietekorten steeds meer in het defensief raakt. Maar de ex-president – die eind dit jaar een derde gooi naar het Witte Huis doet – heeft óók binnenlandse motieven. Hij speelt in op een breder gedeeld sentiment dat het land in verval is en niet voor eeuwig de politieman van de wereld kan spelen. Dat het eens afgelopen moet zijn met de slepende oorlogen.

Prachtige, maar dure wapens

„We zijn altijd gezien als de verdediger van de wereld. En ik vermoed dat we dat nog steeds zijn, maar hoe laat je ons ook hier groeien?”, vraagt Alan Dean, die met collega’s net aanschuift in het Cardinal Cafe, een eettentje niet ver van de resten van de gesloopte papierfabriek van Camden. Zijn airco- en verwarmingsinstallatiebedrijf had vroeger een goede klant aan de fabriek. Die business is nooit teruggekomen. „Nee, het is hier niet booming”, antwoordt Dean desgevraagd. „We houden het net vol.”

Ook Billy Autrey, die als laatste vakbondspresident de sluiting van de papierfabriek meemaakte, is niet overtuigd. Hij vond snel nieuw werk, maar zag andere collega’s de afgelopen twintig jaar wegkwijnen of wegtrekken, vertelt hij in het lokale postkantoor waar hij nu chef onderhoud is. Het stadje is nooit meer hetzelfde geworden. Minder winkels, minder bars en clubs, meer daklozen en drugs in de straten. „Ik zie niet in hoe al dat geld voor die wapens óns helpt. De oorlog lijkt zich alleen maar voort te slepen, terwijl wij hier ook problemen hebben.”

oud-vakbondsman in CamdenBilly Autrey Ik zie niet in hoe al dat geld voor die wapens óns helpt

Deze scepsis wordt gedeeld door Beau Beard en David Miller, twee gepensioneerde medewerkers van Lockheed Martin. Op een woensdagavond zitten ze in een bijgebouwtje van de methodistenkerk aan bij het maandelijkse diner van hun congregatie. Beiden hebben decennia in de wapenindustrie gewerkt en vinden op zich dat „Rusland gestopt moet worden” [Miller] „net als de Sovjets in Afghanistan” [Beard]. Maar ze hebben ook twijfels.

Beard vond na zijn militaire diensttijd een baan bij LTV, dat later deels opging in Lockheed Martin. Hij sleutelde vooral aan MLRS-batterijen, die nu ook de Oekraïense artillerie volop inzet. Prachtig spul, zegt hij, maar ook heel duur. „En er moet toch een keer voor betaald worden. Ik ben dus voor, maar ook tegen.”

Miller vult vanaf de overkant van de tafel aan: „We kunnen de Oekraïners ook weer niet ons beste materiaal geven.” Ten eerste, omdat Amerikaanse technologie dan in Russische handen kan vallen „en een deel van onze wapens kan meer dan wat we erover publiceren”. Maar ook, zegt hij, omdat Rusland niet helemaal verslagen moet worden. „Dat zou pas echt tot veel doden en totale vernietiging leiden. Het is een dunne lijn tussen het irriteren van Rusland, opdat ze de prijs te hoog vinden worden, en Oekraïne niet laten winnen”, analyseert hij, onderwijl happen nemend van zijn Mac & Cheese en gehaktbrood.

Eerste-steenlegging

Matt Stone zit voor de Republikeinen in de deelstaatsenaat van Arkansas, waar hij het kiesdistrict vertegenwoordigt waarin ook Camden ligt. Hij zegt te hopen dat zijn federale collega’s in Washington er snel uitkomen. „Ik denk ook dat we dreigen te bezwijken onder het gewicht van onze staatsschuld en dat moet zeker worden meegewogen. Maar dat gezegd hebbende: Oekraïne wordt onder de voet gelopen door Rusland, en dat is historisch gezien geen bondgenoot van ons. Het is in ook ons langetermijnbelang Rusland terug te dringen. Het is win-win.”

Toch blijft onzeker of zijn sceptische partijgenoten in Washington zich de komende weken met dit soort argumenten laten overhalen. Zo komen ook tegenstanders van extra steun voor Kyiv gewoon naar eerste-steenleggingen als er weer eens een wapenfabriek wordt uitgebreid, ziet Rex Nelson, een prominente ex-Republikein in de staat, die nu columns schrijft voor de lokale Arkansas Democrat-Gazette. „Ze verwelkomen het geld, waar ze zelf tegen gestemd hebben. Daar zit zeker wat hypocrisie, maar dat is nu eenmaal een kenmerk van de partij geworden”, aldus Nelson, die eerder deze eeuw nog onder president George Bush jr. diende maar de Republikeinen na Trumps machtsgreep de rug toekeerde.

Nelson denkt dat een sterk land op het wereldtoneel en een prudente begroting samen kunnen gaan. „Daar valt best een creatieve oplossing voor te vinden.” Het is een verkiezingsjaar, wat de onderhandelingen kan compliceren, maar ook een ideaal moment voor het militair-industrieel complex om zijn belangen te behartigen via giften aan de campagnekassen van politici.

Trump zou dat ‘The Deep State’ in actie noemen. En Nelson beaamt dat conservatieve kiezers in de staat al ruim voor Trumps doorbraak, in 2015, sceptisch werden over buitenlandse oorlogen of de exploderende Amerikaanse schuldenberg. „Trump speelt in op een sentiment dat zeker al leefde en hij heeft het ook echt naar een nieuw niveau getild. Maar ik blijf erg optimistisch over de perspectieven van Camden en omgeving.”

Raketten in de mensa

Topmanager Aaron Huckaby die de operaties van Lockheed Martin in Camden overziet is optimistisch over de toekomst van Camden en de rest van zuid-Arkansas, zeker nu iets verderop ook een grote lithiummijn opent. Personeel vinden in deze vergrijzende streek, waar de jeugd vaak snel wegtrekt, is wel lastig. Om die reden, zegt Huckaby via e-mail, werkt de multinational samen met lokale scholen en de Technische Universiteit (SAU Tech) om jongeren zo vroeg mogelijk te enthousiasmeren voor een baan in de wapenindustrie.

Zo hebben veel studenten lastechniek al gehoord van de goede secundaire arbeidsvoorwaarden bij Lockheed Martin, leggen ze uit in hun klaslokaal. Aan het plafond hangt een grote Amerikaanse vlag met de tekst ‘Maak Amerika sterk, een las per keer’. Verderop op de campus, bij de ingang van de mensa staan twee kleine raketten en de sportteams van SAU Tech heten ‘The Rockets’.

Zack (23) wil na het afronden van zijn studie eerst een paar jaar door de VS reizen als ambulant lasser, maar wil daarna wel terugkeren naar Camden, vertelt hij met een zangerig zuidelijk accent. „Ik kom zelf uit een nog veel kleiner gehucht van maar vierhonderd inwoners, dus ik vind het een mooie plek, hoor. En je kan hier geweldig hertenjagen.”

Lees ook
Hoe de Amerikaanse wapenindustrie floreert bij de oorlog in Israël

Stand van General Dynamics op tentoonstelling in Washington deze maand met Abrams-tank, het type dat ook aan Oekraïne wordt geleverd.