„Europa is nog nooit zo ingrijpend veranderd als nu. Sinds het begin van de Europese integratie, in de jaren vijftig, hebben we geen moment gehad waarop dingen in Europa sneller en grondiger zijn veranderd.” Voor Erik Jones zijn dit gouden tijden. Hij is politicoloog en directeur van het Robert Schuman Center for Advanced Studies aan het European University Institute in Florence, een van de best aangeschreven instituten voor academisch Europees onderzoek.
Wanneer er zoveel in de wereld verandert en Europa mee moet veranderen, leuk of niet, valt er natuurlijk veel te onderzoeken. Tijdens de financiële crisis en eurocrisis zag je al een stroomversnelling van het aantal besluiten dat de Europese Unie nam. Ook toen moesten de lidstaten alle zeilen bijzetten om de EU overeind te houden. Maar wat we nu meemaken, zegt Jones aan de vooravond van de Europese verkiezingen, is ingrijpender dan alles wat we afgelopen vijftien jaar hebben beleefd.
Oorlog in Oekraïne; Rusland dat EU-landen bedreigt; de ontploffing van het Midden-Oosten; Europa dat klem komt te zitten tussen twee rivaliserende grootmachten, Amerika en China; digitale giganten die onze economie en politiek transformeren. „Al die ontwikkelingen grijpen in elkaar. De hele wereldorde verandert erdoor. Wat er nu gebeurt, is groter dan de val van de Muur in 1989.”
Waarom is dit groter dan 1989?
„Toen werd een bipolaire wereld, met de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie als dé twee machtsblokken, ineens unipolair. De Sovjet-Unie stortte in. Amerika bleef als enige wereldmacht over. Daar kwamen voor ons belangrijke veranderingen uit voort, zoals de Duitse hereniging, de euro, uitbreiding naar het oosten, enzovoort. Maar de richting die Europa opging, veranderde niet fundamenteel. We gingen verder met waar we al mee bezig waren, met meer zelfvertrouwen dan voorheen.”
Want we hadden de Koude Oorlog ‘gewonnen’?
„Ja. Maar nu veranderen we echt van richting. Dat is het verschil met 1989: ook ónze wereld wordt ditmaal echt anders. Rauwe machtspolitiek ondermijnt het multilaterale regelsysteem waar Europa zo lang wel bij heeft gevaren. We worden op allerlei gebieden bedreigd en geïntimideerd. We moeten onszelf verdedigen. Ditmaal is het geen business as usual meer. Sommige mensen zeggen dat Europa zijn bestuur, besluitvorming en financiering moet hervormen als het opnieuw gaat uitbreiden met nieuwe landen als Oekraïne en Moldavië. Dat klopt niet. We moeten sowieso veranderen. En die uitbreiding met nieuwe landen is allang aan de gang.”
Hoezo, ‘allang aan de gang’?
„Op sommige terreinen draait Oekraïne al min of meer mee in de EU. Economisch, bijvoorbeeld, trekken we hen er langzaam bij. Er is veel scepsis over die uitbreiding. Maar wat is het alternatief? Waar moeten al die Oekraïners en Moldaviërs anders heen? Ga naar Wenen. Op straat struikel je daar over de Oekraïners, Moldaviërs en mensen uit westerse Balkanlanden. Ook in dat opzicht is die uitbreiding allang gaande. Europa is hun toekomst. We kunnen het ons niet permitteren om deze uitbreiding fout te doen.”
Europa wordt op allerlei gebieden bedreigd en geïntimideerd
Moeten we Servië binnenhalen, dat Chinese en Russische zakenlui en politici fêteert?
„Ik denk dat het beter is om Servië in de EU te hebben dan erbuiten. Dan hebben we meer greep op wat er gebeurt. Meer leverage.”
Dat was het argument lange tijd ook met Hongarije. Hoeveel greep hebben we op dat land?
„De Belgische minister van Buitenlandse Zaken [Hadja Lahbib] zei deze week dat we Hongarije sancties moeten opleggen als het in Brussel met veto’s blijft smijten. Ze heeft gelijk. We hebben macht over Hongarije, maar gebruiken die niet. Viktor Orbán zal wel gek zijn als hij de EU nu verlaat, want dan heeft hij geen macht meer en geen geld. Hij blijft erin omdat hij ervan profiteert en hij dan mee kan beslissen. En zelfs zijn zin kan doordrijven door steeds met veto’s te dreigen. Het is oké als Hongarije in de EU blijft. Maar dan moeten we eindelijk tegen Orbán zeggen: hou je aan de regels. We moeten hem harder aanpakken. Dat geeft een duidelijk signaal aan anderen: stop dat gedreig met veto’s.”
Voor sancties tegen Hongarije is unanimiteit nodig. Krijg je alle lidstaten mee?
„Ik weet het: het is niet eenvoudig. Zo kan Slowakije gaan dwarsliggen. Maar dat land exporteert momenteel veel wapens naar Oekraïne. Andere EU-landen kunnen dan zeggen: misschien moeten we die wapens dan ergens anders vandaan halen. Is dat wat Slowakije wil? Europa heeft meer macht dan we soms denken. Het debat over die veto’s moeten we voeren. Dat kan zo niet langer.”
We moeten de EU dus uitbreiden én verdiepen?
„Ja, allebei. Zo is het altijd gegaan. De Britten zeiden: dit was niet de club waarvan we destijds lid zijn geworden. Tijden veranderen en daden hebben consequenties. Eerst hadden we de markt. Die had regels nodig, wetten waar iedereen zich aan moet houden. Dus moet je een rechtssysteem optuigen. En door dat systeem kun je nu weer een gevecht voeren over de rechtsstaat. Zo worden technische discussies over de markt politiek.
„Met de euro is hetzelfde gebeurd. Wat ooit begon met een poging om de turbulentie van wisselkoersen te verminderen, is nu ook politiek geworden. Amerika en China gebruiken hun munten als geopolitiek wapen. Ook tegen ons. Gelukkig hebben we de euro om onszelf te beschermen. Die zetten we steeds vaker in. Je kunt wel zeggen, daar heb ik geen zin in – maar we worden bedreigd en we hebben geen keus. Europa worden geopolitiek gespierder, ook in monetair opzicht. Het is fascinerend hoe de discussie over de euro is veranderd in de afgelopen jaren.”
Lees ook Hoe veilig kun je je voelen in een wereld met veel gewelddadige conflicten en een gevaarlijk veranderend klimaat? NRC vroeg het studenten op vijf continenten.
Net als de discussie over de uitbreiding.
„Ja. Uitbreiden is geopolitieke noodzaak geworden. Door uit te breiden maken we dingen beter in Europa. Het maakt ons sterker in een wereld waarin macht voortkomt uit soortelijk gewicht. Hoe groter je bent, hoe machtiger. Brexit was niet goed. We moeten Oekraïne binnenhalen. Beter in de tent dan erbuiten, want dan hebben we er helemaal geen controle op. Ook de populisten hebben dat nu begrepen. Die willen Europa niet meer uit. Veel te guur buiten. Als iemand hen de ogen heeft geopend, is het wel Liz Truss.”
De voormalige Britse premier?
„Ja. In die paar weken dat zij aan de macht was, liet zij zien hoe het niet moet. Hoe je je land irrelevant maakt en bijna de vernieling in draait. In die zin is Truss een van de grondleggers van de moderne EU. Ik weet zeker dat Meloni elke ochtend wakker wordt en denkt: ik moet zorgen dat ik dingen anders aanpak dan Truss. Dat ik niet zo word als zij.”
Kunnen we Meloni vertrouwen? Zullen rechtse populisten Europa niet van binnenuit vernietigen?
„De vraag is of zij zichzelf normaliseren, of dat wij hén aan het normaliseren zijn. Die vraag is wat mij betreft nog open. Maar dat er een normalisering gaande is, is duidelijk.”
Als Truss de ene ‘grondlegger’ van de moderne EU is, is Vladimir Poetin dan de andere?
„Absoluut. In Midden- en Oost-Europa weten ze dat al sinds 2014, toen Rusland de Krim annexeerde en Donbas binnenviel. In West-Europa begint dat pas sinds de Russische invasie in Oekraïne door te dringen. Nu pas gaan nationale defensiebudgetten omhoog. Dat is goed, maar niet goed genoeg. We moeten ons geld veel beter besteden. Als iedereen verschillende wapensystemen blijft kopen, kunnen Europese landen elkaar niet helpen, want deze systemen zijn niet compatibel. Dus de Franse president Emmanuel Macron heeft gelijk als hij zegt dat Europese landen die aankopen beter op elkaar moeten afstemmen en dat het daarom verstandig is als we een sterkere Europese wapenindustrie hebben. Als bron waar we allemaal uit kunnen putten. Europa moet ook deze discussie voeren.”
De Amerikanen zijn daar niet blij mee.
„Eerlijk gezegd denk ik dat dat wel meevalt. De Amerikanen hebben zelf allerlei buy local-regels. Waarom zou Europa die niet hebben? [Adviseur van het Witte Huis] Jake Sullivan, de architect van de Amerikaanse veiligheidspolitiek, weet dat. En Washington zal het alleen maar toejuichen als Europa eindelijk serieus in zijn eigen verdediging investeert. Het kan niet zo zijn dat al het Europese geld voor defensie naar Amerika vloeit.”
Dat zegt Frankrijk, dat pleit voor een sterke Europese defensieindustrie. Maar Duitsland koopt liever Amerikaanse wapens.
„Ik begrijp de Duitsers wel: Macron staat niet sterk op het moment. Hij heeft zelfs het parlement niet meer mee. Maar ook Duitsland zal op den duur toch ontdekken dat Frankrijk een betrouwbaarder partner is dan Amerika.”
Asielzoekers die achtergelaten worden op de Egeïsche Zee, in stuurloze opblaasbare boten. Deze illegale praktijk, ook wel ‘driftback’ genoemd, wordt al sinds 2019 gedocumenteerd, maar nu voor het eerst onderzocht bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Deze dinsdag behandelt dat Straatsburgse mensenrechtenhof twee zaken tegen Griekenland. De zaken zijn ingediend door twee migranten, alleen bekend onder hun initialen A.E. en G.R.J., die respectievelijk in 2019 en 2020 onder dwang door Griekse overheidsfunctionarissen naar Turkije uitgezet werden. Het is ook de eerste keer dat het mensenrechtenhof tijdens een rechtszitting Griekenland zal horen over illegale pushbacks.
Volgens voorzitter Frank Candel van VluchtelingenWerk Nederland gaat het om schendingen „van fundamentele rechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens door een EU-lidstaat”. Dit ondermijnt, zegt hij, „ernstig de waarden waarop de Unie is gebouwd”.
Vier vragen over driftbacks en pushbacks.
1 Wat is het verschil tussen een driftback en een pushback?
Een pushback, de bekendere term van de twee, is het terugsturen van asielzoekers naar het land waarvandaan ze reisden, zonder hun de kans te geven om asiel aan te vragen. Dat Griekenland zo asielzoekers naar Turkije terugstuurt, is uitgebreid gedocumenteerd door journalisten en mensenrechtenorganisaties.
Ook bij een driftback worden asielzoekers op zee achtergelaten, maar dan zonder dat ze gericht naar het buurland gebracht worden; ze worden in stuurloze opblaasbare boten aan hun lot overgelaten. Ook van deze driftbacks is uitgebreid bewijs geleverd door media en ngo’s. De Verenigde Naties en enkele Europarlementariërs hebben de praktijk veroordeeld. Forensic Architecture, een multidisciplinaire onderzoeksgroep van de Universiteit van Londen, heeft meer dan tweeduizend driftbacks geverifieerd.
Onderzoeksgroep Forensic Architecture heeft ruim tweeduizend driftbacks geverifieerd
2 Wat behelst de zaak van asielzoeker G.R.J.?
G.R.J., een toen vijftienjarige alleenstaande vluchteling uit Afghanistan, arriveerde op 8 september 2020 samen met zeventien andere asielzoekers op het Griekse eiland Samos, dat 1.650 meter verwijderd is van de Turkse westkust in de buurt van Izmir. Samen met een andere minderjarige asielzoeker meldde G.R.J. zich bij een vluchtelingenkamp in Vathy, de hoofdstad van Samos, om zich als asielzoekers te laten registreren.
Lees ook Hoe migranten terugduwen over de Europese buitengrens praktijk werd
Maar volgens de twee minderjarigen namen Griekse functionarissen hen mee naar de haven. Hun bezittingen werden in beslag genomen en ze werden gedwongen om aan boord te gaan van een boot. De Griekse kustwacht zou hen vervolgens naar zee hebben gebracht. Het tweetal zegt in een stuurloze opblaasbare boot te zijn gezet en drijvend op zee achtergelaten te zijn. Met hun handen zouden ze verder hebben gepeddeld totdat de Turkse kustwacht hen redde.
Volgens G.R.J. en zijn advocaten schendt deze driftback het recht op leven, het verbod op foltering en het ‘recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel’. Dit laatste recht houdt in dat het nationale rechtsstelsel van Griekenland relevante en effectieve rechtsmiddelen moet bieden om een zaak aanhangig te maken; volgens de asielzoeker en zijn advocaten is dat dus niet het geval.
G.R.J. wordt onder anderen vertegenwoordigd door Flip Schüller, advocaat bij Prakken D’Oliveira Human Rights Lawyers, uit Amsterdam. „Je kunt mensen niet zomaar naar een ander land deporteren”, aldus Schüller. „Voordat iemand gedwongen kan worden teruggestuurd, moet worden beoordeeld of diegene asielbescherming nodig heeft, en dat is hier niet gebeurd.”
3 En de andere zaak, van asielzoeker A.E.?
A.E. is een jonge Turkse vrouw die in mei 2019 naar Griekenland vluchtte vanwege haar vermeende betrokkenheid bij de Gülenbeweging, die door Turkije als terreurgroep aangemerkt wordt. Bij aankomst werd ze gearresteerd door de Griekse autoriteiten, vastgehouden en dezelfde dag naar eigen zeggen via de Evros-grensrivier uitgezet naar Turkije – over de buitengrens van de Europese Unie.
Haar expliciete verzoek om asiel zou nooit geregistreerd zijn. Vervolgens werd ze in Turkije gearresteerd en gevangengezet. De Griekse Vluchtelingenraad staat achthonderd mensen bij die op eenzelfde manier de Evros overgezet zeggen te zijn.
4 Wat zegt Griekenland?
De Griekse premier, Kyriakos Mitsotakis, ontkent dat zijn land deze praktijken uitvoert. Toen asielzoeker A.E. een klacht in Griekenland indiende, werd deze afgewezen omdat de Griekse politie ‘geen pushbacks’ uitvoert. Daarom stapte ze naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Een uitspraak wordt op z’n vroegst pas over een halfjaar verwacht.
Sprekend over de futuristische Saoedische stad Neom, die momenteel in de woestijn in het noordwesten van het land door 140.000 bouwvakkers wordt aangelegd, licht het gezicht van Bandar Al-Khorayef, minister van Industrie en Minerale hulpbronnen, op. „Neom is de toekomst van Saoedi-Arabië. Ik zie het als een plaats waar we alles wat met de toekomst te maken heeft, kunnen aantrekken”, zegt Khorayef in het Amsterdamse Amstel-Hotel.
Neom moet een unieke stad worden aan de Rode Zee van 170 kilometer lang, voorzien van de nieuwste snufjes op technologisch gebied uit de hele wereld. De bewoners kunnen gebruik maken van een hoge-snelheidstrein. „Neom versnelt de menselijke vooruitgang”, heet het in een recente, gelikte propagandavideo van de Saoedische overheid.
Khorayefs eigen ministerie is nauw betrokken bij de aanleg van Oxagon, een deel van Neom dat moet uitgroeien tot een drijvende havenstad en een prominent industrieel centrum voor de regio. „Oxagon zal volgens mij synoniem worden met toekomstige technologie en innovatie”, glundert de minister, die zijn departement sinds 2019 beheert.
Aan critici die menen dat Neom tot mislukken is gedoemd, houdt Khorayef het voorbeeld voor van Jubail. Dat is een stad die een halve eeuw geleden door de Saoediërs naast een vissersdorp uit de grond werd gestampt, op een kleinere schaal dan Neom nu. Jubail ligt bovendien niet aan de Rode Zee maar aan de Golf.
„Jubail was vroeger ook woestijn”, licht Khorayef toe. „Maar vijftig jaar later is het een levendige stad met 220.000 inwoners, met veel industrie, uitstekende scholen en gezondheidsfaciliteiten.” Via die stad loopt 6 procent van de wereldwijde export van petrochemische producten. „Als het gaat om de vraag of een droom verwezenlijkt kan worden, dan biedt Jubail hoop dat zoiets te zijner tijd ook in Neom kan gebeuren.”
Neom is het paradepaardje van Vision 2030, het ambitieuze programma dat de Saoedische kroonprins Mohammed bin-Salman (MbS) in 2016 lanceerde om zijn land grondig op de schop te nemen en klaar te stomen voor de moderne tijd. Hoofddoel ervan is de economie diverser te maken en minder afhankelijk van olie, want ook in Riyadh groeit het besef dat de fossiele brandstoffen niet eeuwig kunnen doorgaan.
In het voetspoor van buurstaat Verenigde Arabische Emiraten hoopt Saoedi-Arabië zich te ontwikkelen tot commercieel en logistiek knooppunt tussen met name Azië en Afrika. „Daarom ben ik ook in Nederland. U vervult een beetje de unieke rol van poort tot Europa. Dat is heel inspirerend en wij willen daarvan graag leren.”
Twaalf sub-sectoren
„We hebben twaalf sub-sectoren bepaald”, vertelt Khorayef, „waarvan we hopen dat ook buitenlandse investeerders daarin geïnteresseerd raken. Voedselveiligheid en farmaceutische producten bijvoorbeeld, maar ook de verwerking van metalen en andere producten met een toegevoegde waarde. We hebben al succes geboekt met kunstmest en fosfaten. Maar we willen ook sectoren ontwikkelen zoals duurzame energie, elektrische voertuigen en ruimtevaart.”
Een aantal tussentijdse doelen van Vision 2030 is volgens Khorayef al bereikt. „Het aantal fabrieken is met zo’n 50 procent gegroeid in vijf jaar tijd. We hebben in de laatste zes jaar ruwweg evenveel geïnvesteerd in de industriële sector als in de hele 35 jaar daarvoor. Als we even afzien van olie en petrochemische producten is onze uitvoer in die periode ook met 70 procent gestegen. Dan gaat het om producten als voedingsmiddelen, medicijnen, machinerie en mineralen.”
De kroonprins hoopte via Vision 2030 ook een groter deel van het werk in Saoedi-Arabië te laten uitvoeren door Saoediërs zelf. MbS vindt dit zelfs zo belangrijk dat hij daarom zelf een commissie voorzit om dit proces in goede banen te leiden. De commissie hoopt te bewerkstelligen dat jonge Saoediërs de vaardigheden aanleren waarmee ze niet alleen in eigen land uit de voeten kunnen maar ook elders in de wereld. Geen geringe opgave in een land waar veel Saoediërs het harde werk vanouds liever aan buitenlanders overlaten.
‘Menselijk kapitaal ontwikkelen’’
„De ambitie van dit programma is om mondiale burgers te scheppen”, stelt Khorayef. Dat wil zeggen mondiale burgers in economisch opzicht. Het is niet de bedoeling van MbS dat de Saoediërs zich onder invloed met de rest van de wereld ook als mondiger burgers gaan gedragen, die meer inspraak eisen over de gang van zaken in hun land. In dat opzicht blijft het land van MbS uiterst repressief. De buitenwereld – ook investeerders – zijn nog niet vergeten dat Mbs in 2018 ernstig in opspraak raakte door de moord op de Saoedische dissident Jamal Khashoggi in het Saoedische consulaat in Istanbul, waarna diens lijk in mootjes werd gehakt.
„Een van de uitdagingen waarvoor we staan is hoe snel we ons menselijke kapitaal kunnen ontwikkelen”, constateert Khorayef, die eveneens lid is van de commissie van MbS „Dat is echt een sleutelkwestie, niet onoplosbaar maar het zal geruime tijd kosten.” Het is een van de redenen waarom hij Nederland bezoekt. Hij hoopt onder andere, met steun van de Saoedische overheid, dat meer Saoediërs trainingen kunnen volgen bij Nederlandse bedrijven in verband met alle geplande projecten in Saoedi-Arabië. Hij wil geen namen van specifieke Nederlandse bedrijven noemen.
Voorheen importeerde Saoedi-Arabië veel laaggeschoolde arbeid. „Nu schakelen we meer over op automatisering en meer geavanceerde productiewijzen. Maar we zullen nog steeds veel buitenlanders nodig hebben, maar nu meer hooggeschoolden. Het is een feit dat onze economie nu veel sneller groeit dan we met onze eigen mensen aankunnen. Veel van onze jongeren willen bovendien – net als elders in de wereld – alleen maar in de IT werken, terwijl we ook buiten die sector veel mensen nodig hebben.”
Tegelijkertijd signaleert de minister dat de jonge generatie veel meer betrokken is bij wat er in Saoedi-Arabië en daarbuiten gebeurt. „Ook mijn eigen kinderen zijn veel beter op de hoogte van wat er allemaal gebeurt. Onze generatie interesseerde dat destijds helemaal niets.”
Twee gepensioneerde Londenaren, nylon jasjes om het middel geknoopt, wandelen bijna elk weekend door een ander deel van hun stad. Dit keer werd het een stuk langs de Theems, de rivier die door de stad kronkelt. De zilveren bollen van de Thames Barrier, de waterkering in de rivier, glimmen in de lentezon. Eén van de roestige kleppen zweeft boven het water.
Wanneer werd de Thames Barrier eigenlijk voor het laatst in werking gesteld? Janet Ayres en haar vriendin vragen het zich hardop af, maar ze hebben geen idee. Zoekende blikken op de informatiemuur bij de waterkering, al vinden ze daar het antwoord niet. Er staat wel hoe hoog het water hier kwam op spannende momenten: op 11 januari 1993 ongeveer tot heuphoogte, op 24 december 1998 tot de knieën.
De Thames Barrier is cruciaal in de bescherming van Londen en de waterkering is sinds de voltooiing in 1982 meer dan 220 keer in werking gesteld. Afgelopen winter moesten de kleppen dertien keer dicht vanwege hoog water en stormachtig weer.
Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel, zijn er vaker heftige stormen en wordt de waterkering vaker gebruikt dan vooraf verwacht. Over de vervanging van de Thames Barrier moet daarom tien jaar eerder dan gedacht een besluit worden genomen, in 2040 in plaats van 2050. En ten westen van de Barrier, waar het overgrote deel van de Londenaren woont, moeten dijken en kleinere waterkeringen eerder dan voorzien worden verstevigd. Van de 330 kilometer rivierlijn is maar 9 kilometer (ongeveer 7 procent) robuust genoeg om de stad ook nog na 2050 te beschermen.
Onvoldoende voorbereid
Londen is onvoldoende voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. Dat constateerde begin dit jaar de London Climate Resilience Review, een onafhankelijke onderzoekscommissie, in een tussentijds rapport. „Londen is slecht voorbereid, maar nergens ter wereld gaan die aanpassingen snel genoeg”, staat in hun conclusies. In juli, na de verkiezingen, presenteert de commissie haar eindrapport aan de Londense burgemeester Sadiq Khan. De conclusies en aanbevelingen van de voorlopige versie blijven waarschijnlijk in grote lijnen overeind. De stad moet met een duidelijke visie en plan van aanpak komen over de aanpassingen die nodig zijn tegen 2030. Dat is „in het bijzonder belangrijk omdat zo’n duidelijke strategische visie op landelijk niveau ontbreekt”. Er bestaat bijvoorbeeld ook geen landelijke hitteplan in het Verenigd Koninkrijk.
Een paar van de grootste klimaatrisico’s in Londen zijn hittegolven, periodes van aanhoudende droogte en van overstromingen. Twee jaar geleden nog maar bestond volgens deskundigen „een kleine kans” dat Londen vóór 2040 in de zomer de veertig graden zou halen. Maar in juli 2022 was het ineens al zo ver. De brandweer kreeg in die dagen bijna vijfduizend telefoontjes, de drukste tijd sinds de Tweede Wereldoorlog. Ziekenhuizen moesten operaties annuleren, treinen konden niet rijden door verbogen rails en kapotte bovenleidingen. Een jaar eerder, in juli 2021, ontwrichtten twee zware regenstormen delen van de stad: tweeduizend huizen en tientallen metrostations liepen waterschade op.
De twee wandelaars bij de Thames Barrier staan amper stil bij klimaatverandering. Wat de stad ertegen doet, weten ze niet. En dat Londen kan overstromen, daar denken ze al helemaal niet over na. „Behalve dan dat ik een hogere verzekeringspremie moet betalen voor mijn huis”, zegt Jane Ayres. Ze woont in het westen van Londen, vlakbij de Wandle, een rivier die uitkomt op de Theems. „Maar de Wandle is een verzonken rivier, dus de kans op overstroming is uitermate klein.”
Sociale woningbouw
Ayres en haar vriendin hebben het relatief goed. Ze bezitten een huis en zijn verzekerd voor ongevallen. Voor Londenaren die in flats van de sociale woningbouw wonen geldt dat minder. Armere inwoners en inwoners van etnische minderheden wonen in buurten met een grotere kans op overstromingen en de kans is juist kleiner dat ze daar voldoende tegen zijn verzekerd. En hun huizen zijn vaak slechter bestand tegen hitte. „Klimaatverandering vergroot bestaande ongelijkheden”, staat in het rapport van de Climate Review.
Burgemeester Khan neemt klimaatverandering zeker serieus, zegt Candice Howarth, zij is hoofd van de afdeling adaptatie bij het Grantham onderzoeksinstituut voor klimaatverandering van de London School of Economics. Maar de aandacht ging vooral naar het verminderen van de CO2-uitstoot en minder naar het aanpassen van de stad. „Wat adaptatie betreft is Londen langzaam op gang gekomen.” Parijs bijvoorbeeld heeft al eens oefeningen gehouden voor als het vijftig graden in de stad wordt, om te zien welke gevolgen dat heeft voor scholen, openbaar vervoer en eerstehulpdiensten. In Londen staat later dit jaar voor het eerst zo’n oefening op de agenda..
Naast het werk van het overkoepelende stadsbestuur hebben de 32 stadsdelen van Londen ook hun eigen klimaatbeleid. Alleen hebben ze maar beperkt budget. Howarth: „Ze moeten kiezen hoe ze hun geld uitgeven. Het gaat eerder naar het direct reageren op acute problemen dan naar voorbereiden en aanpassen op de toekomst..”
Spullen op hoge plank
De initiatieven die nu wel worden genomen in de stadsdelen lijken vaak klein. Bij steeds meer metrostations komen bijvoorbeeld stroken groen, zodat verwildering kan plaatsvinden. In buurten worden regentuinen aangelegd, grote bakken met planten erin, zodat regenwater geleidelijker kan wegstromen. Er worden extra bomen geplant. En bewoners van appartementen in kelders krijgen folders in de bus met tips voor overstromingen, om hen bewust te maken van de risico’s: leg waardevolle spullen op een hoge plank om ze tegen waterschade te beschermen. Bereid een pakketje voor dat je kunt meenemen, met medicijnen, een zaklamp en warme kleding.
Dit soort dingen lijken misschien weinig bij te dragen, erkent Candice Howarth van het Grantham instituut. „Toch is aandacht voor gedragsverandering heel belangrijk”, zegt ze. Zelf heeft Howarth de tegels uit haar voortuin weggehaald om regenwater makkelijker te laten wegstromen. Terwijl het in het VK gewoon is om je voortuin te betegelen voor je auto. Ook in dit soort dingen kan een stad sturen, zegt ze: „Vertel inwoners bijvoorbeeld dat het tijdens hitte beter is je gordijnen en ramen overdag dicht te houden, en ze pas als het koeler is weer te openen. Nu ligt er een kans om ons goed voor te bereiden, voor als straks zomers met veertig graden veel vaker voorkomen.”
Lees ook Plensbui op komst? De zandzak werkt nog altijd het best
In een buitenwijk van het Tsjechische stadje Decin zit een kleine fabriek in de hal van een voormalige supermarkt. Verstopt achter de grijze gevel zitten naaisters voorovergebogen aan lange tafels met enorme lappen stof. Decin heeft een geschiedenis van textielindustrie. Met de naaimachines die hier nu ratelen worden geen jurken of gordijnen gemaakt, maar illusies.
De grijsgroene stof wordt verwerkt tot levensgrote, opblaasbare militaire systemen. Tanks, houwitsers, gevechtsvliegtuigen en luchtafweersystemen, allemaal gemaakt van synthetische zijde en in tien minuten op te blazen. De opblaaswapens zijn zo ontworpen dat de hete lucht die er doorheen stroomt ook op infraroodcamera’s de juiste afdruk geeft. Het doel is dat de wapens ’s nachts en overdag voor vijandige soldaten of overvliegende drones zelfs op enkele honderden meters niet van echt te onderscheiden zijn.
„De opblaasbare tanks worden gebruikt als lokaas”, legt Vojtech Fresser uit. Fresser was in 2014 een van de oprichters van het bedrijf in Decin, dat Inflatech heet. „Het is een vorm van misleiding.” De opblaaswapens moeten de vijand verwarren en uitlokken in de hoop dat ze kostbare munitie verspillen aan niks meer dan een uit de hand gelopen springkussen. Een opblaastank kost circa 30.000 euro, terwijl een echte Amerikaanse Abrams-tank meer dan 10 miljoen euro kost.
NAVO-landen
„Oorlog verandert, en de tactieken moeten meebewegen”, stelt Fresser. De wereld lijkt het met hem eens te zijn. Nepwapens zijn populair en Inflatech produceert honderden opblaasbare wapens per jaar.
Fresser wil niet bevestigen dat de Inflatech-tanks ook in Oekraïne te vinden zijn, maar hij levert aan NAVO-landen en „dan is het niet heel moeilijk te bedenken waar het dichtstbijzijnde slagveld is”. Eerder leek Fresser wel te bevestigen dat zijn bedrijf levert voor het front.
In 1943 richtten de Amerikanen een volledig aan misleiding gewijde eenheid op: The Ghost Army
Van de militaire schijnbewegingen van Napoleon tot het paard van Troje: misleiding is altijd een onderdeel geweest van oorlogsvoering. „Oorlogsvoering is de kunst van misleiding”, schreef de Chinese militaire strateeg Sun Tzu al vijf eeuwen voor Christus in zijn wereldberoemde traktaat over de kunst van het oorlogvoeren.
De opblaastanks van Inflatech zijn evenmin een nieuw idee. In 1943 richtten de Amerikanen een volledig aan misleiding gewijde eenheid op: The Ghost Army. Dit legeronderdeel bestond niet uit soldaten, maar uit kunstenaars en moest elke andere eenheid kunnen imiteren. Net als de fabriek in Tsjechië bouwden de mannen van het spookleger opblaasbare tanks en maakten ze gebruik van uitgebreide geluidseffecten. Uit enorme luidsprekers schalde het rumoer van een leger: het geroezemoes van soldaten, het grommen van tanks en het schelden van officieren.
Het was een show waarmee de 1.100 leden van het spookleger zich voor konden doen als 30.000 soldaten. In meer dan twintig operaties leidde het spookleger de vijand af van de ware plannen van de geallieerden. Het Amerikaanse leger schat zelf dat met schijnvertoningen in het laatste jaar van de oorlog zo’n 15.000 tot 30.000 levens zijn gered.
Brute kracht
Toch verdween misleiding in het Westen daarna uit de militaire doctrines. „Na de Tweede Wereldoorlog is er een fascinatie gekomen voor elkaar alleen maar fysiek vernietigen”, legt generaal Han Bouwmeester uit. Hij is hoogleraar bij de Faculteit Militaire Wetenschappen en is zelf ook een product van de Koude Oorlog. „Ik ben midden jaren tachtig in Breda opgeleid. Toen waren we, onder leiding van de Amerikanen, gefascineerd door brute kracht. In de vier jaar van mijn opleiding hebben we het nooit over misleiding gehad.”
Voor Bouwmeester was het dan ook een verrassing toen na de val van de muur in 1989 een heel ander soort oorlog opkwam. In voormalig Joegoslavië en Afghanistan ervoer hij hoe kleinere groeperingen met minder geld uit noodzaak niet alleen gebruik maakten van granaten en kogels, maar ook van informatie.
„De strijdkrachten zeiden A en ze deden B”, herinnert Bouwmeester zich uit zijn tijd in Bosnië, waar hij in 1995 en 1996 op missie was. „En daar werd ik keihard mee geconfronteerd. Mijn verbazing was misschien een beetje naïef, maar dat was voor mij echt een game changer en ik heb mij ook vanaf dat moment altijd beziggehouden met de vraag wat beïnvloeding precies is en hoe dat informatiespel werkt.”
Maskirovka
Het duurde echter nog jaren voordat misleiding echt weer op de militaire agenda terecht zou komen. Toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde en er ineens soldaten zonder herkenningstekens opdoken op het schiereiland, de beruchte ‘groene mannetjes’, keken westerse strategen daar flink van op. „In tegenstelling tot het Westen is Rusland altijd blijven vasthouden aan de kunst van misleiding”, zegt Bouwmeester, die promoveerde op Russische misleidingstactieken. „Er is zelfs een woord voor: maskirovka.”
Maskirovka wordt vaak vertaald als ‘de kleine maskerade’ en is een veelomvattend begrip, legt de generaal uit. Er valt van alles onder, van simpele camouflagenetten tot schijnaanvallen, leugens en desinformatie. Bouwmeester: „Maskirovka gaat over alle manieren waarop je iets verbergt wat er wel is, of toont wat er niet is.”
Lees ook Hoe de oorlog in Oekraïne ook een militaire proeftuin voor de Verenigde Staten i
De terugkeer van Rusland op het militaire toneel heeft een herontdekking van misleiding ingeluid in het Westen. De slinger dreigde even volledig de andere kant op te gaan, stelt Bouwmeester. „Er was een paar jaar ineens zoveel aandacht voor desinformatie en hybride oorlogsvoering dat de fysieke klappen uit beeld verdwenen. Maar de huidige oorlog in Oekraïne heeft wel weer laten zien hoe fysiek een slagveld is.” Misleiding gaat, behalve om nepnieuws en leugens, nog steeds om strategieën op het slagveld. Inmiddels zijn er berichten dat ook Rusland gebruik maakt van opblaasbare wapens in de strijd tegen Oekraïne.
Doctrine
Toen Inflatech-baas Fresser in 2014 bij de bank aanklopte voor een lening voor zijn bedrijf, dachten ze dat hij een grapje maakte. Maar inmiddels kan niemand meer om opblaaswapens heen. Door de oorlog in Oekraïne is defensie weer helemaal terug op de Europese agenda en de wereldwijde militaire uitgaven waren in 2023 hoger dan ooit. Fresser: „Er is steeds meer geld. En een deel van dat geld gaat naar deceptie en opblaasbare wapens.”
De opblaastanks die in het Tsjechische Decin worden genaaid sluiten zo aan op een bredere trend. Generaal Bouwmeester: „Ik ben niet langer een eenling als het gaat om het belang van misleiding. Dat hoofdstuk is terug in onze doctrine.”
„Ik wist dat hij iets ergs van plan was. Al enkele dagen sleepte hij zijn kapmes mee”, vertelt Angeline Periola (43). Sinds haar echtgenoot vijftien jaar geleden een poging deed om haar en haar kinderen te vermoorden, leeft ze in angst. „Toen hij voelde dat ik bij hem weg zou gaan, sloot hij mij en de kinderen op in de slaapkamer”, vertelt ze op een actiedag voor het recht op echtscheiding, in een winkelcentrum in Manila. Ze overwoog om met de kinderen uit het raam te springen, maar ze woonden te hoog. „Ik zei: doe je ogen dicht en ga slapen.” En toen stond haar man opeens in de slaapkamer.
Tranen lopen over haar wangen, na al die jaren staat ze in één tel weer in diezelfde kamer. „Pas toen ik hem recht in zijn gezicht aankeek, liet hij zijn mes zakken.”
Haar man liet haar gaan. Jarenlang vreesde Periola dat hij zou terugkomen en dan wel de moed zou hebben om haar te doden. Ook kan hij elk moment de voogdij van de kinderen opeisen. En heeft hij recht op haar spaargeld. Want in de Filippijnen is het – als enige land ter wereld, het Vaticaan uitgezonderd – niet mogelijk om te scheiden.
De meeste Filippijnen zijn overtuigd katholiek. De kerk is fel tegen echtscheiding, omdat het huwelijk wordt gezien als een heilig sacrament dat niet verbroken kan worden. Hoewel meer dan de helft van de Filippijnen allang niet meer tegen scheiden is, geeft de kerk niet toe en zit al jaren geen beweging in een wetsvoorstel dat echtscheiding mogelijk moet maken.
„Het is een heilig verbond”, zegt bisschop Broderick Pabilo in een gesprek via Zoom. „Gesloten voor de ogen van God. Een verbond tot aan de dood. Niet tot je denkt: Ik heb er geen zin meer in.”
Periola zit dus aan haar man vast. Nog steeds loopt hij af en toe rondjes om haar huis, zegt ze. Dan komt de paniek terug, maar bij haar familie overheerst de schaamte voor een mislukt huwelijk. Haar moeder wil geen inmenging van politie.
Wat zou een scheiding voor Periola betekenen? „Vrijheid! Ik haat mijn achternaam. Bij alles wat ik teken, is hij aanwezig.”
Foto’s: Lisa Marie David
Vandaag vindt Periola steun bij actievoerende lotgenoten die zich hebben verenigd in Divorce Advocates of the Philipines (DAP), een burgercoalitie van 21 organisaties met een half miljoen leden die vechten voor het recht om te scheiden. Voor een winkelpui luisteren zo’n honderd leden naar elkaars ervaringen. Allemaal zitten ze vast in een ongewenst huwelijk.
Er staan informatiestalletjes waar mensen financieel en juridisch advies kunnen inwinnen. Op posters staan slogans. ‘Scheiden is een mensenrecht!’ De tekst op een van de spandoeken is gericht aan de Filippijnse senatoren die het wetsvoorstel voor echtscheiding al bijna tien jaar tegenhouden.
Het Filippijnse Huis van Afgevaardigden heeft de echtscheidingswet vorige week goedgekeurd. Nu moet de Senaat, die momenteel conservatiever is dan het Huis, nog akkoord gaan. De kans dat dat gebeurt, is klein, zegt DAP-voorzitter Maviv Milliora (53).
Gevulde boodschappentas
De lottotrekking begint. De voorzitter van de Filippijnse Bond van Solo Ouders geeft bij elk winnend lot een goed gevulde boodschappentas weg. Blij nemen de winnaars hun tas in ontvangst.
Het verbod op scheiding heeft vaak ook grote financiële consequenties. Vooral vrouwen, die door hun man zijn verlaten of bij hem zijn weggegaan om aan geweld te ontsnappen, zijn er de dupe van. Alimentatieregelingen zijn er niet en alle bezittingen blijven gemeenschappelijk. Maviv Milliora is al ruim tien jaar weg bij haar echtgenoot, maar als ze een huis zou kopen, is haar echtgenoot mede-eigenaar en kan hij zijn deel opeisen. Daarnaast blijft de vrouw achter met het stigma. „De Filippijnen zijn conservatief”, zegt Milliora. „De vrouwen krijgen de schuld van het mislukte huwelijk.”
Redd Deguzman, voorzitter van de Nationale Commissie voor Solo Ouders, is opgevoed door een solo-ouder. Zijn moeder had moeite de eindjes aan elkaar te knopen. „Er zijn 15 tot 17 miljoen Filippijnse alleenstaande ouders, en nog veel meer kinderen, die door verwaarlozing van hun partner in barre omstandigheden leven”, vertelt hij.
Vroeger waren de meeste alleenstaanden weduwe, maar inmiddels zijn de meeste solo-ouders vrouwen die door hun partner in de steek zijn gelaten. Deguzman wil de senatoren aanspreken op hun respect voor de mensenrechten die door het verbod op echtscheiding in het geding zijn. Net als Milliora ziet Deguzman, eveneens overtuigd katholiek, de invloed van de kerk als het grootste obstakel. Mensen moeten zelf kunnen beslissen over hun privéleven, vindt hij. Bovendien is het geloof wat hem betreft prima te verenigen met het wetsvoorstel. „Ik ben naar de zondagschool geweest. Daar heb ik geleerd dat God iedereen twee geschenken heeft gebracht: Liefde en Vrije Wil. Die kun je niet afdwingen.”
Heiligschennis
Pastoor Flavie Villanueva werkt in sloppenwijken en organiseert gaarkeukens. Hij kent de worstelingen van arme solo-ouders maar al te goed. Toch ziet ook hij een echtscheiding als heiligschennis. In geen geval kan hij als man van God achter het wetsvoorstel staan. „Het huwelijk dat in de kerk is gesloten, is een heilig verbond. Het kan niet zo zijn dat mensen hun huwelijksovereenkomst beschouwen als een eenvoudig papiertje dat je bij de eerste tegenslag kan verscheuren.” Villanueva erkent dat er schrijnende gevallen zijn en wijst op de mogelijkheid van een nietigverklaring, het enige pad dat de katholieke kerk niet blokkeert. „Er is geen snelle uitweg. Maar als je kunt aantonen dat het huwelijkse sacrament niet op de juiste wijze is aangegaan, was er ook geen heilige verbintenis die verbroken zal worden.”
Maar deze optie is kostbaar en kan jaren duren. Het is alleen mogelijk onder strikte voorwaarden. „Bijvoorbeeld via een medische verklaring dat je partner psychologisch niet in orde is”, vertelt advocaat Rhina Seco (45) via Zoom. Vijf jaar geleden ging Seco bij haar echtgenoot weg. Pas nu heeft ze de nietigverklaring bijna rond. „Ik heb geluk. Ik heb weinig kosten, omdat ik zelf mijn zaak bepleit.”
Omdat de wet op echtscheiding nu al jaren achterblijft bij de maatschappelijke realiteit, besluit een groeiend aantal Filippijnen om ongehuwd samen te wonen. Of helemaal niet te trouwen.
De Filippijnen zijn conservatief. De vrouwen krijgen de schuld van het mislukte huwelijkMaviv Milliora
In een cocktailbar in het centrum van Manila vertellen drie vrijgezelle vriendinnen, een vijftiger, veertiger en twintiger, hoe zij tegen huwelijk en echtscheiding aankijken. Elena Aben is presentator voor een internationale televisiezender, Joyce Rocamora werkt voor een Filippijns onlinemediabedrijf en Karen Ow-Yong is in dienst bij een advocatenbureau. Aben is een zelfverzekerde vrouw, gewend om voor de camera haar verhaal te doen. Rocamora staat nog aan het begin van haar carrière en Ow-Yong, de veertiger, heeft vrede met haar situatie als werkende vrijgezel.
Rocamora ziet ook in haar omgeving dat steeds meer stellen liever eerst een tijd samenwonen. „Dat is nu meer geaccepteerd dan tien jaar geleden. Ik sta daar zelf ook voor open. Het geeft je de kans om meer zekerheid te krijgen voor je met iemand trouwt.”
Alle drie zijn overtuigd katholiek en benadrukken dat het huwelijk ook voor hen een heilig sacrament is. „Ik hoop nog wel te trouwen”, zegt Rocamora. „Maar omdat het een heilig verbond is dat je voor de eeuwigheid aangaat, wil ik wel zeker weten dat ik de juiste partner heb.” De vrouwen zijn niet tegen echtscheiding, maar dat besluit moet niet licht genomen worden, vinden ze.
Voor vrouwen pakt het vaak slechter uit dan voor mannen als een huwelijk niet werkt, zeggen de vrouwen. Aben: „De vrouw draagt vaak alleen zorg voor de opvoeding van de kinderen. En alleenstaande moeders krijgen te maken met mannen die denken dat ze seksueel beschikbaar zijn, omdat haar eer toch al geschonden is.”
Vrijheid
Voor Aben en Ow-Yong is het huwelijk niet het belangrijkste levensdoel. Ze zijn trots op hun carrière en genieten van hun vrijheid, en geloven dat deze verworvenheden niet te verenigen zijn met een huwelijk. „Als journalist is mijn schema onregelmatig”, vertelt Aben. „Ik kan zo twee maanden ergens op reportage zijn.” Die vrijheid wil ze niet opgeven. „Ik verdien mijn eigen geld en bepaal zelf hoe ik mijn leven organiseer. Mijn moeder was financieel afhankelijk van mijn vader en moest hem om toestemming vragen als ze iets wilde kopen.”
Ze schuift haar topje opzij en toont een getatoeëerde tekst bij haar sleutelbeen: Live Free. „Ik leef voor mezelf. Het klinkt misschien een beetje egoïstisch, maar ik vind het winst dat vrouwen tegenwoordig hun eigen keuzes kunnen maken.”
De vrouwen hebben geen kinderen. „Dat is zo gelopen”, vertelt Ow-Yong. „Maar dat is oké, omdat ik denk dat ik ze als werkende vrouw niet de aandacht kan geven die nodig is. Ik heb mijn neefjes en nichtjes, dat is genoeg.”
Geen van de vrouwen heeft het huwelijk opgegeven, al is daten wel een uitdaging. „Veel mannen vinden zelfstandige vrouwen intimiderend”, zegt Aben. Ow-Yong heeft dezelfde ervaring. „Ik denk dat veel Filippijnse mannen erg traditioneel zijn. Ze willen een jongere vrouw. Niet te intelligent, althans niet slimmer dan zijzelf en niet te koppig.”
Weten jullie nog waar we waren op Valentijnsdag? Hier! Een groepsdate met elkaarKaren Ow-Yong
De vrouwen zijn het eens: de meeste mannen willen een huisvrouw. „Het is wel aan het veranderen hoor”, zegt Rocamora. „Onze maatschappij is nog altijd heel patriarchaal, maar in mijn generatie is de omgang al iets gelijkwaardiger. Na een afspraakje delen we de rekening bijvoorbeeld.”
Veel daten ze niet. „Als we uitgaan, is het meestal een vriendinnenavond”, zegt Aben. Ow-Yong heft haar glas. „Weten jullie nog waar we waren op Valentijnsdag? Hier! Een groepsdate met elkaar!”
Omdat de senaat een dezer weken over het wetsvoorstel zal debatteren, heeft DAP-voorzitter Milliora lobbyactiviteiten in de hoogste versnelling gezet. Ze wil zoveel mogelijk senatoren spreken in de hoop dat ze hen kan laten inzien dat de situatie onhoudbaar is. Ze vreest dat politici geen vooruitstrevende keuzes durven maken, omdat er volgend jaar verkiezingen zijn. „Als we pech hebben, gaat het wetsvoorstel dit jaar niet meer door en moeten we de procedures volgend jaar weer opnieuw beginnen.”
Zagreb-Wenen (via Slovenië)‘In Wenen krijg je meer huis voor je geld’
Op een maandagochtend vertrekt bijna elke tien minuten een FlixBus vanaf het busstation in Zagreb. Ze rijden naar München, Sarajevo, Zadar, Praag, Bjelovar, Tuzla, Topusko, Vukovar, Boedapest of Wenen.
Drie vermoeide bruiloftsgasten kijken beteuterd als de chauffeur ze vertelt dat hun stapel pizzapunten niet mee de bus in mag. Een non geeft haar koffer af bij het bagageruim. Met een innige omhelzing nemen een jonge man en een vrouw afscheid van elkaar. Hij loopt nog even naast de bus mee als die wegrijdt, zij droogt haar tranen terwijl ze naar hem zwaait.
In Europa wordt reikhalzend uitgekeken naar betere treinverbindingen. De capaciteit is beperkt, reserveren vaak ingewikkeld en de reis relatief duur. Dan FlixBus: alle grotere steden zijn met elkaar verbonden via een fijnmazig netwerk, de ritten zijn eenvoudig te reserveren, voor weinig. Vorig jaar namen in Europa 55 miljoen mensen de FlixBus, een stijging van 41 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Wie neemt die bus en met welk doel? NRC reisde in vier etappes mee van Oost (Kroatië) naar West-Europa (Amsterdam).
Als de bus naar Wenen het parkeerterrein in Zagreb afdraait, wordt het binnen stiller. Bijna alle stoelen zijn bezet. De appelgroene FlixBus-gordijntjes omlijsten de grijze buitenwijken van de stad. Elk traject heeft een eigen karakter en dat verschilt per moment in de week. Deze route ademt op maandagochtend: werk. Laptops worden open geklikt. Gepraat wordt er alleen gedempt. De bruiloftsgasten vallen snel in slaap.
Bij een benzinestation vertelt de Kroatische Sanela (49, zij wil net als sommige anderen in dit artikel niet met haar achternaam in de publiciteit) dat ze onderweg is naar haar werk als manager in een Penny-supermarkt in Wenen. Ze verdient er meer dan ze in Kroatië zou kunnen, zegt ze. Om daar überhaupt „goed werk” te krijgen, moet je „iemand kennen”. Zij woont in Wenen, haar man nog in Zagreb. Ze zien elkaar twee weekenden per maand. Eén keer komt hij met de auto naar Wenen, één keer reist zij met de FlixBus naar hem. Bij wijze van uitzondering reist hij met haar mee. Ze valt op zijn schouder in slaap.
De grootste groep reizigers (40 procent) is jonger dan 35 jaar, zegt FlixBus. Maar het beeld dat veel mensen hebben van een partybus is op z’n minst onvolledig. 20 procent van de reizigers is 55 plus. Meer dan de helft van de passagiers (55 procent) bestaat uit vrouwen. De meeste mensen reizen alleen of met z’n tweeën. Volgens FlixBus zijn ‘vakantie’ en ‘bezoek aan familie of vrienden’ de belangrijkste redenen voor een busrit.
Foto’s: Annika Weertz
De bus zit vol gescheiden levens. Een direct gevolg van vrij verkeer van mensen en goederen, één van de uitgangspunten van de Europese Unie. De Kroatische vrienden Mislav (38) en Viktor (33) hebben vrienden en familie in Kroatië achtergelaten voor werk in Wenen. Ze zijn systeemengineers, van het soort dat zorgt voor data-opslag („die meestal in Nederland zit, we weten niet waarom”). In Wenen krijg je meer huis voor je geld, zegt Mislav. En je verdient er meer. In Oostenrijk is alles goed geregeld: openbaar vervoer, de wegen, voorzieningen. „Je krijgt het gevoel dat er als burger voor je wordt gezorgd.” Maar wonen is ook daar duur, vertelt Mislav. Misschien moeten ze een huis gaan delen, zegt hij tegen Viktor. Al is dat „niet wat je wil” op je achtendertigste. Hij wou dat ‘Europa’ daar iets tegen kon doen, al die woningen die gekocht worden als investering, niet om in te wonen. De steden worden leeg en doods omdat er geen inwoners meer zijn, zegt hij. „Hoogstens huurders van een Airbnb.”
Mislav twijfelt of hij gaat stemmen bij de Europese verkiezingen. Hij noemt de situatie „toch hopeloos”. Op zijn T-shirt omklemt een getekende vuist een slang, het logo van een band die hij zag optreden op een antifascistische bijeenkomst.
In Kroatië gaat de radicaal-rechtse DP meeregeren en Mislav vreest ook bij de Europese verkiezingen een verrechtsing. Dat hangt zeker samen met de oorlog tussen Oekraïne en Rusland, denkt hij. „Mensen zijn bang dat de oorlog zich uitbreidt en denken dat alleen rechtse partijen hen kunnen beschermen.” Mensen zoals zijn eigen moeder. „Als ze hoort dat Servië drie raketinstallaties heeft gekocht, wil ze meteen stemmen op een radicaal-rechtse partij.”
In de Slavische landen voel je sowieso altijd spanning, zegt hij. Hij was negen toen de Joegoslavië-oorlogen eindigden („Ik had geluk, Zagreb is maar één of twee keer aangevallen.”) Toch had hij nooit verwacht nóg eens oorlog op het Europese continent mee te maken. Hij denkt dat mensen in andere landen niet bang hoeven zijn dat de oorlog zich verspreidt, maar dat hun angst an sich wel ontwikkelingen in beweging zal zetten. „Omdat mensen uit angst op extreem-rechts stemmen.”
Alle paspoorten worden door de chauffeurs voor vertrek bekeken. De Sloveense én de Oostenrijkse douane controleren de bus uit Zagreb ook. Bij de Sloveense grens moet iedereen uitstappen voor de paspoortcontrole. En bij de Oostenrijkse grens komen weer douaniers de bus in. Tot zover het vrije verkeer binnen de Unie.
Eén passagier krijgt extra aandacht. De vrouw die in Zagreb door haar vriend werd uitgezwaaid. Ze heeft een uitzonderlijk paspoort, van een Caraïbische eilandstaat. Dat wordt meegenomen de bus uit, voor een check in het grenskantoor. Zij moet als enige vertellen hoelang haar verblijf duurt en welk doel dat heeft. Ze antwoordt: twee weken vakantie. Als de douaniers zijn vertrokken, kijkt ze achterom de bus in en concludeert: „Ik denk dat ik de enige niet-Europeaan ben”.
Een week eerder maakte ze de trip met haar vriend in omgekeerde richting, van Wenen naar Zagreb. Toen waren er geen paspoortcontroles. Haar in Zagreb achtergebleven vriend snapt het wel, appt hij haar: Kroatië heeft meer illegale migranten. Het land vormt in het zuiden en oosten de buitengrens van de Unie.
De helderblauwe lucht trekt dicht tussen Zagreb en Wenen. Niet lang na aankomst trekken grijze regensluiers en onweer over de stad.
Wenen-Praag‘In Ierland ben je beter af in de bijstand dan in een slecht betaalde baan’
Busstations hebben vrijwel nooit de charme van treinstations. Alleen al door het laagje roet dat alles onder een grauwsluier bedekt. Cafés heten er ‘Café Stop’ of ‘Café bar Bus’.
Maar het busstation van Wenen is zelfs in die categorie een dieptepunt. Pal onder een snelweg, ingeklemd tussen een sportcentrum, wegen en metrosporen. Omdat je er droog blijft, is het voor zwervers een aanlokkelijke plek. Wachtende reizigers staan gelaten op om ergens anders te gaan zitten als een schreeuwende vrouw met een paars boodschappennetje op haar hoofd hun kant op beweegt.
Een jonge vrouw wacht er rond half twaalf op de bus uit Zagreb, maar niet om in te stappen. Haar moeder heeft vanochtend in Zagreb een pakketje voor haar naar Wenen meegegeven. Niet veel mensen kennen deze „feature” van Flixbus. „Bezorging op dezelfde dag in een ander land, meestal doen de chauffeurs het voor een paar euro.” Het gaat om medicijnen, zegt ze. Ze heeft nog geen arts geregeld in Wenen, waar ze tijdelijk woont.
Een minuut voor tijd rijdt de bus weg in de richting van Praag met als eindbestemming Hannover. Glanzende woontorens maken plaats voor grauwe woonblokken als de bus het centrum uit rijdt. Op de akkers buiten de stad wapperen plastic zakken op paaltjes als vogelverschrikkers.
De zestigjarige Andreas Kern gaat vandaag met de FlixBus naar Leipzig. Hij maakt de rit elke twee weken om bij zijn vrouw en kinderen te kunnen zijn. Hij werkt sinds twee jaar in Wenen, als business developer in de IT en kon in Duitsland geen geschikte baan vinden. Oost-Duitsland is minder aantrekkelijk als woonomgeving, zegt hij, Wenen is mooier en beter. Maar voor zijn vrouw geldt dat ze in Oostenrijk haar werk niet zou kunnen doen. En dus woont en werkt Kern twee weken per maand in Leipzig en twee weken in Wenen. Hij zou zijn familie „liever vaker zien”.
Foto’s: Annika Weertz
Hij gaat „waarschijnlijk” wel stemmen. Op „iets groens”. Dat doet hij altijd. De opwarming van de aarde is het belangrijkste onderwerp voor Europa, vindt hij. „We moeten rennen”. Verder wil hij dat Europa Oekraïne blijft helpen. En daarin „betrouwbaarder” wordt. „Niet: we kijken wel, we moeten nog zien. Gewoon: we steunen jullie zolang dat nodig is.”
Kern woonde eerder in Spanje en voelt zich Europeaan. Dat betekent voor hem: „vrij zijn om te bewegen”.
Onderweg verandert het landschap subtiel. Alle landelijk gelegen woningen hebben een rood pannendak, maar in Oostenrijk zijn de huizen zelf vaker wit, in Tsjechië roze en mintgroen. Alle landen hebben vuilnisbakken, lantaarnpalen en bushaltes, maar de bushokjes in Tsjechië zijn van steen met ruitvormige uitsparingen en verweerde resten van affiches op de buitenkant. In Wenen zijn ze van staal en glas. Opener en toch minder guur om in te wachten.
De Ierse Julie (24) heeft een open blik en draagt een streepjestrui. Ze kijkt met één been opgetrokken uit het raam terwijl het landschap voorbijtrekt. Ze gaat waarschijnlijk niet stemmen bij de Europese verkiezingen. „Ik had even gemist dat er verkiezingen aankomen”, zegt ze. Ze is Ierse maar voelt zich het meeste thuis in Wenen, waar ze na een studie (met een Erasmusbeurs) is blijven hangen (Business en Duits). Wenen is „groen, vegan-vriendelijk” en een gunstige uitvalsbasis om al haar vrienden in Europa te bezoeken, legt ze uit. Ze is op weg naar Leipzig om vanuit daar door te reizen naar een vriendin in Berlijn. Om haar nomadische bestaan te kunnen bekostigen werkt ze in hostels en Ierse pubs. De FlixBus is betaalbaar en makkelijk, vindt ze. De prijzen zijn dynamisch: wie op tijd boekt, reist voor een appel en een ei tussen de grotere Europese steden. Van Wenen naar Praag (330 kilometer) kost dan nog geen 15 euro.
Van de oorlog in Oekraïne krijgt ze weinig mee, zegt ze. Ze maakt zich wel grote zorgen over het klimaat. „Ik ben pas 24 maar ik heb de veranderingen al met eigen ogen gezien.” Ze heeft het over seizoenen „die minder sterk gedefinieerd lijken”, en „onvoorspelbaarder” worden. „In Ierland was er in 2016 zelfs een soort orkaan.” De zomers zag ze „heter en natter” worden. Wat haar betreft is het tijd voor drastische acties.
Ook de druk op sociale voorzieningen door immigratie baart haar zorgen. „Je bent welkom als je meedoet, maar ik denk dat sommige mensen hun papieren expres vernietigen. En in Ierland ben je beter af in de bijstand dan in een slecht betaalde baan. Dat helpt niet.”
Praag-Hannover‘Ik ben niet bang dat de oorlog naar Nederland komt’
Op het busstation in Praag patrouilleren bewapende gendarmes. Met een klap gooit de chauffeur het bagageruim dicht voor vertrek. Deze bus is halfleeg. Vrijwel iedereen heeft een lege stoel naast zich. Een jonge man met trainingsbroek en een oranje petje valt direct in slaap als de motor start. Later vertelt Eduardo Zuniga (31) dat hij uit Chili komt en nu als tattoo-artist werkt in Leipzig. Waarom Europa? Hij kende het van eerdere reizen. „Om eerlijk te zijn was het een gevoel”, zegt hij, „dat hier kansen waren.” Hij heeft nu een werkvisum voor een jaar, maar wil daarna graag blijven.
Het landschap wordt vlakker in Duitsland. Roofvogels speuren boven de akkers waar een ooievaar behoedzaam rondstapt.
De Oekraïense Vasili is 26 en reist met een kleine beige weekendtas. Hij heeft kort haar en een baardje en werkt als „plumber” in Nederland. Hij kent ook het Nederlandse woord: „Loodgieter?” probeert hij voorzichtig. Hij heeft vrienden bezocht in Praag. De komende 13 uur zit hij in de FlixBus, op weg naar de kamer die hij deelt in Apeldoorn. Pittig? Hij haalt zijn schouders op. „Het leven is zwaar, je moet sterk zijn. Ook als er geen oorlog is.”
Hij woonde al niet meer in Oekraïne toen de oorlog er uitbrak. Op zijn zestiende is hij gaan werken in Polen, Rusland, België en Duitsland. Hoewel hij er niet voor vluchtte, zorgt de oorlog er wel voor dat hij de komende jaren niet teruggaat. Als hij dat al zou willen. „Het land brengt mij niets.” Zijn ouders wonen in Oberhausen. Hij bezoekt ze om de week.
Niemand vraagt hem waarom hij niet vecht voor Oekraïne zegt hij. „De Oekraïners in Nederland met wie ik omga zijn zelf óók niet voor Oekraïne aan het vechten. Dus wat zouden die moeten vragen?” Het is voor hem simpel, zegt hij: „God heeft mij één leven gegeven en dat moet ik goed besteden”. Hij voelt zich nauwelijks nog verwant met Oekraïne. Het land is een lege huls, schetst hij, sinds het zijn kernwapens in 1994 heeft overgedragen aan Rusland in ruil voor ‘veiligheidswaarborgen’ die later waardeloos bleken. Verhalen over de oorlog wantrouwt hij sowieso. Waarom is dit na twee jaar nog niet gestopt? Hij denkt dat de Russen „iets groters plannen”.
Vasili voelt zich in Nederland wel veilig. „Als de oorlog daar komt, dan moet er sprake zijn van een wereldoorlog.” Hij wil er graag blijven omdat het een „fijn, kalm land is”. En „iedereen doet normaal” tegen elkaar. „Ik werk veel voor rijke mensen, die doen aardig.” In andere landen is dat anders, zegt hij. Daar zijn de verschillen veel groter. In zijn vrije tijd gaat hij vooral om met Polen en Oekraïners.
Hij droomt ervan een gezin te hebben maar dat wordt „moeilijk”, denkt hij. Omdat hij niet weet of hij in Nederland kan blijven.
Vasili was twee weken in Apeldoorn toen de oorlog uitbrak. Maar hij heeft geen beroep gedaan op de voorzieningen die er toen kwamen voor vluchtelingen. „Ik kan werken, waarom zou het belastinggeld van anderen aan mij besteed moeten worden?” Hij houdt van zijn werk. „Als ik een paar dagen niet werk, krijg ik last van mijn rug.”
Vier rijen voor hem scrollt een jonge vrouw door haar Instagram vol Russische teksten. Milana (19) is half Duits en half Russisch en woonde tot vlak voor de Russische invasie in Rusland. Met haar Duitse vader en Russische moeder vertrok ze toen naar Duitsland. Over politiek spreekt ze niet met haar familie in Rusland. Hoewel hun moederlanden in oorlog zijn, zegt ze precies hetzelfde als de Oekraïense Vasili: ze is niet uit haar land vertrokken vanwege de oorlog, maar die zorgt er wel voor dat ze er niet zal terugkeren. „Ik snap hoe Russen denken, de macht die ze willen, maar ik kan het niet accepteren.”
Foto’s: Annika Weertz
Hannover-Amsterdam‘Je voelt de spanning toenemen. De atmosfeer verandert’
De bus van Hannover naar Amsterdam is afgeladen. De Duitse Patrick Roux (36) en Lennart Buss (32) trekken op de achterste bank hun eerste biertje open. Ze zijn voor een vrijgezellenfeest op weg naar Amsterdam, een „fun and crazy city”. Eerst een kroegentocht, dan een rondvaart en dan een „teamchallenge” waarvan de inhoud nog geheim is. Ze vertellen er opgewekt over, terwijl ze ingeklemd zitten tussen een grote, gespierde man met spiegelende zonnebril die niet wil praten en een jongen die onder invloed lijkt. Nadat hij een zwarte hoodie over zijn hoofd heeft getrokken zakt hij steeds verder voorover. Ze hebben nog niet echt nagedacht over de verkiezingen maar weten desgevraagd heel precies wat ze voor en van Europa willen. Lennart: „No war, no racism and more money.”
In deze bus naar Amsterdam zit ook een Oekraïense jongen, hij lijkt de leeftijd te hebben waarop hij zou kunnen vechten voor zijn land. Hij wil niet geïnterviewd worden, maar wel op de foto.
De Duitse basisschoollerares Lina reist met haar Oegandese vriend Martin naar Amsterdam. Ze hebben elkaar ontmoet toen Lina door Oeganda reisde. Martin werkt inmiddels als laborant in Duitsland. Zij vertelt dat ze zich zorgen maakt over de toekomst van Europa. „Je voelt de spanning toenemen. De atmosfeer verandert.” Waar is ze bang voor? „Dat de vrijheid van meningsuiting onder druk komt te staan. Dat discriminatie gewoon wordt.”
De Duitse Eric, een trans man (21) die een leerwerktraject volgt tot elektricien maakt zich ook zorgen over de politieke ontwikkelingen. Op zijn werkplek wordt hij volledig geaccepteerd, zegt hij, maar politiek „gaat het de verkeerde kant op”. Hij en een vriendin zijn onderweg naar Rotterdam voor een stedentrip. Daar waren de hotels goedkoper dan in Amsterdam en ze willen de haven bekijken.
Meer passagiers beginnen uit zichzelf over hun vrees dat het vrije karakter van Europa zal veranderen. Dat er geen plaats meer is voor andersdenkenden. Ze verwachten ook op Europees niveau een shift naar radicaalrechts, zoals dat soms in hun eigen land al gebeurde. Het zorgt ervoor dat pensioenadviseur Jimmy (40) uit Ierland zegt dat hij deze verkiezingen „zeker” gaat stemmen. Om te voorkomen dat „shitty” partijen aan de macht komen.
De Europese Unie heeft tegoeden en andere bezittingen van Noord-Koreaanse en Russische bedrijven en burgers bevroren, onder meer vanwege hun betrokkenheid bij wapenleveranties aan Rusland. Ook mogen zij de EU niet meer inreizen. Het gaat drie bedrijven en zes burgers.
Het gaat onder andere om ene Song Rim, die werkt voor een eveneens op de sanctielijst geplaatst bedrijf dat valt onder het Noord-Koreaanse ministerie voor de Raketindustrie. Song zou meewerken aan belfraude, een oplichtingstruc waarmee Noord-Korea geld verdient. Ook inlichtingenofficier Kim Chol-sok helpt Pyongyang aan buitenlandse deviezen, door de exploitatie van hotels, bars en casino’s in Cambodja, waar hij op een ongeldig diplomatiek paspoort zou verblijven.
Andere Noord-Koreanen op de lijst zijn betrokken bij de bouw van een munitiefabriek in Mali, bij wapenverkoop in Syrië, en bij de uitzending van Noord-Koreaanse arbeiders naar het buitenland, waar zij vaak onder erbarmelijke omstandigheden geld verdienen voor het regime.
Wapens en uniformen
Er staat ook een prominente Rus op de lijst: gouverneur Oleg Kozjemjako van de regio Primorski in het Russische Verre Oosten. Die speelde een grote rol bij het bezoek van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un aan Rusland, in september vorig jaar. Kim ontmoette toen zijn Russische collega Vladimir Poetin, en bezocht er onder meer een raketbasis. Kozjemjako overhandigde Kim als welkomstgeschenk wapens en uniformen, een overtreding van het VN-sanctieregime tegen Noord-Korea.
Lees ook Satellieten, munitie en dumplings met Kamtsjatka-krab bezegelen de vriendschap van Poetin en Kim
Sinds Rusland in februari 2022 Oekraïne binnenviel, hebben de twee landen de onderlinge betrekkingen aangehaald. Rusland biedt Noord-Korea onder meer technologische ondersteuningen bij de ontwikkeling van militaire spionagesatellieten, en Pyongyang levert op grote schaal munitie en raketten, die Rusland inzet op het slagveld in Oekraïne.
Russisch veto
Een deskundigenpanel van de Verenigde Naties, dat was ingesteld om toezicht te houden op de al jaren geldende VN-sancties tegen Noord-Korea, constateerde in april nog dat de Oekraïense stad Charkiv in januari is getroffen door een Hwasong-11, een ballistische raket van Noord-Koreaanse makelij.
Kort na publicatie van dat rapport werd het panel opgedoekt: Rusland had in de VN-veiligheidsraad de verlenging van het mandaat van het panel geblokkeerd met een veto. Sindsdien is het moeilijker om overtreding van de sancties tegen Noord-Korea vast te stellen.
Lees ook Rusland torpedeert het toezicht op sancties tegen Noord-Korea
De EU sprak zich vrijdag in een gezamenlijke verklaring met de G7-landen, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea, die eveneens nieuwe sancties instelden, uit tegen de samenwerking tussen Moskou en -Pyongyang, die ze een „flagrante schending van verschillende VN-resoluties” noemen. Ook veroordeelden ze de Russische blokkade van het toezichthoudende panel.
Man. Lager opgeleid. Boven de 50. Heeft vaker financiële problemen. Teleurgesteld in de politiek. Op zoek naar een sterke leider.
Het zijn de clichés over kiezers van radicaal-rechtse partijen. En in West-Europa klopten die aannames ook lange tijd, maar dat standaardbeeld verschuift. Radicaal-rechtse partijen slagen er inmiddels in diversere groepen aan te spreken.
De invloed van de radicaal-rechtse partijen in de Europese Unie kan volgens peilingen hard groeien: in onder meer Nederland, Italië, Frankrijk en Polen kunnen ze zelfs de grootste worden bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, van 6 tot 9 juni. De twee EP-fracties met radicaal-rechtse partijen (ID en ECR) zouden samen zelfs een kwart van de zetels kunnen krijgen en daarmee samen de liberalen passeren, nu de derde fractie.
Ursula von der Leyen houdt er al rekening mee dat ze de steun nodig heeft van de ECR-fractie, iets gematigder dan ID, om een nieuwe termijn als Commissievoorzitter te krijgen. Ze zegt openlijk dat ze wil samenwerken met de Italiaanse radicaal-rechtse partij Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni.
Toen vijftien jaar geleden de radicaal-rechtse FPÖ ging meeregeren in Oostenrijk, kwamen Europese landen nog met diplomatieke sancties. Nu zitten zulke partijen in sommige lidstaten in de regering, zoals in Italië, Zweden, Hongarije en binnenkort in Nederland.
Aardverschuiving
Wie zijn de kiezers van deze partijen, die mogelijk op het punt staan een politieke aardverschuiving teweeg te brengen? NRC deed onderzoek naar de achterban van radicaal-rechtse partijen, op basis van gegevens van de European Social Survey, een groot vragenlijstonderzoek dat in heel Europa sinds 2002 elke twee jaar wordt uitgevoerd. De ruwe data zijn voor iedereen beschikbaar. De meest recente rondvraag werd eind 2021, begin 2022 gedaan. Uit die data blijkt dat het radicaal-rechtse electoraat weliswaar van kleur verschiet, maar nog altijd duidelijk is te onderscheiden van de rest van het electoraat.
Het opvallendst: radicaal-rechtse kiezers worden in heel Europa gebonden door één onderwerp: migratie. Hun afwijzing van migratie onderscheidt ze in alle Europese landen van andere kiezers. In vrijwel alle Europese landen zeggen radicaal-rechtse kiezers vaker dat migratie slecht is voor de economie, en dat migranten hun land tot een slechtere plek maken om te wonen. „De mening over migratie is de belangrijkste voorspeller voor een radicaal-rechtse stem”, zegt Matthijs Rooduijn, universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.
In landen waar radicaal-rechts niet regeert, is de kiezer van deze partijen daarnaast sterk anti-establishment. De Duitse AfD-kiezers vallen daarin op. Respondenten werd gevraagd hun vertrouwen in het nationale parlement een rapportcijfer te geven en de AfD-kiezer kwam op een gemiddelde van een 2,3. Alleen in Polen (waar PiS regeerde ten tijde van de rondvraag) en Hongarije (waar Orbáns Fidesz nog altijd regeert) is het vertrouwen in de overheid bij radicaal-rechtse kiezersgroter dan bij de rest van de bevolking.
Comfortabel leven
De eigenschappen van de kiezers veranderen dus langzaam, maar hoe verschilt sterk per land. In Portugal krijgt Chega al vanaf het begin af aan meer steun onder jongeren. Ook in Nederland is zo’n 20 procent van het radicaal-rechtse electoraat onder de dertig – vergelijkbaar met de rest van de bevolking. Het electoraat van Rassemblement National van Marine Le Pen, lange tijd sterk verouderd, maar bij de presidentsverkiezingen van 2022 kreeg Le Pen in de eerste ronde meer stemmen van jonge kiezers dan Macron in de eerste ronde, blijkt uit onderzoek van bureau IPSOS. Elders bleef de leeftijdsverdeling vrij stabiel.
In Nederland zijn uiterst rechtse kiezers – de PVV- en FVD-stemmer uit 2021 – nog altijd overwegend man. Maar onder hen zijn nu vaker mensen met een goede financiële positie. Het aantal radicaal-rechtse kiezers dat „comfortabel” zegt te kunnen leven van hun inkomen is in tien jaar tijd bijna verdubbeld, van zo’n 30 naar rond de 55 procent.
Uit eerste resultaten van het Nationaal Kiezersonderzoek naar de Kamerverkiezingen in november blijkt dat zo’n 25 procent van de PVV-stemmers zich tot de ‘middenklasse’ rekent – evenveel als in de rest van de bevolking. Wel stemden minder mensen uit de hoge inkomensklasse op de PVV. De ontwikkeling in Zweden lijkt op die in Nederland. Daar groeiden de Zwedendemocraten tussen 2014 en 2022 fors en werden minder afhankelijk van kiezers met lage inkomens. Ook die partij trekt nog altijd overwegend mannen.
Frankrijk toont een heel andere trend: er stemden in 2017 evenveel mannen als vrouwen op Le Pen. Maar aan de inkomensverhoudingen is in Frankrijk weinig veranderd: vaker dan gemiddeld zijn het mensen die moeilijk kunnen rondkomen. Ook bij de jongste presidentsverkiezingen, in 2022, was die trend zichtbaar, blijkt uit het IPSOS-onderzoek. In België trekt Vlaams Belang bij federale verkiezingen ook evenveel mannen als vrouwen.
Stigma
Het is niet meer dan logisch dat het profiel van de uiterst rechtse kiezer verandert, zegt Rooduijn. „De partijen zijn de afgelopen jaren gegroeid. Hoe groter een partij, hoe meer de achterban ervan op de rest van de bevolking lijkt”, zegt Rooduijn. „Er ligt ook minder een stigma op deze partijen, ze zijn genormaliseerd. Andere politieke partijen namen ideeën gedeeltelijk over en media zijn erover gaan berichten.” Ook dat trekt nieuwe groepen kiezers aan. „Er is bijvoorbeeld onderzoek dat suggereert dat vrouwen gevoeliger zijn voor zo’n stigma. Als dat verdwijnt, zullen vrouwen ook meer geneigd zijn om op radicalere partijen te stemmen.”
Waar radicaal-rechtse partijen vroeger „veel masculiener waren”, aldus Rooduijn, hebben vrouwen zich er gaandeweg een belangrijker rol in verworven, tot die van partijleider, zoals Le Pen in Frankrijk en Meloni in Italië. Ook dat trekt vrouwelijke kiezers aan.
Hoe groter de partij, hoe meer de achterban op de rest van de bevolking lijktMatthijs Rooduijn politicoloog
Italië kun je nu zien als „het politieke laboratorium van Europa” , zegt Manuela Caiani, die als universitair hoofddocent politicologie aan de Scuola Normale Superiore in Florence radicaal-rechts onderzoek. Caiani wijst op de versplintering, de vroege opkomst van populisme en de prominente rol van uiterst rechts in het land – allemaal voorbodes voor wat er in andere landen in Europa gebeurt.
Meloni, die met Fratelli d’Italia de verkiezingen in 2022 won, wist een nog bredere groep kiezers te trekken dan de radicaal-rechtse Matteo Salvini van de Lega-partij in 2018. Meloni bereikte zelfs meer gematigde kiezers. Daar was haar campagne ook op gericht, zegt Caiani. „Zij benadrukte steeds dat zij vrouw is, en dat zij hard heeft moeten werken om de leider van haar partij te worden. ”
Drie gezichten
Fratelli d’Italia heeft volgens Caiani „drie gezichten”, die elk andere groepen kiezers aanspreken. Lokale afdelingen zijn sterk vervlochten met post-fascistische organisaties. Op nationaal niveau wordt vooral een conservatieve agenda doorgevoerd: law and order, traditionele gezinspolitiek (bij kinderen van ouders van hetzelfde geslacht krijgt alleen de biologische ouder ouderlijke rechten) en een agressieve anti-immigratieretoriek . Op Europees niveau slaat Meloni een heel andere toon aan dan eerdere radicaal rechtse partijen: die van samenwerking en pragmatisme.
„Als ik in Florence mijn huis uit loop, zie ik overal bussen rijden met banners over de Europese verkiezingen”, zegt Caiani. „Vroeger hoorde je over die verkiezingen alleen van de linkse politieke partijen. Nu voert ook Meloni actief campagne. Niet tégen de EU, maar met de slogan: ‘Wij, Italië, gaan de EU veranderen’.”
Meloni hoopt zo ook gematigdere kiezers aan te spreken. Dat lijkt te lukken: in de peilingen staat Fratelli d’Italia op 27 procent, iets hoger dan de uitslag van de parlementsverkiezingen in 2022.
In Polen en Hongarije zijn dan weer totaal andere bewegingen zichtbaar. Kiezers van PiS (Polen) en Fidesz (Hongarije) leken vaak juist op de rest van de bevolking. Gender, opleidingsniveau, inkomen – de verschillen waren klein of ontbraken. Maar de laatste jaren zijn Poolse jongeren bij PiS weggelopen – die partij moet het nu vooral van oudere kiezers hebben. En ook hoogopgeleiden stemmen niet langer op de partij, wat ze eerder wel deden.
Logische verklaring
In de verkiezingen van 2022 was een soortgelijke trend in Hongarije te zien, blijkt uit Hongaars opinieonderzoek. Daar is een logische verklaring voor, zegt Zsolt Enyedi, hoogleraar politicologie aan de Central European University in Wenen. Hij deed onderzoek naar radicaal-rechtse partijen in Centraal- en Oost-Europa.
„PiS en Fidesz zijn niet, zoals veel van hun tegenhangers in West-Europa, begónnen als radicaal-rechtse partij. Het waren mainstream conservatieve partijen, die langzaam radicaal zijn geworden.” Volgens Enyedi hebben ze daarom lang hun oude electoraat vastgehouden. Dat begint nu te veranderen, er begint zich daar een klassiek radicaal-rechts electoraat te onderscheiden naar West-Europese model – ouder, en lager opgeleid .
Er zijn duidelijke inhoudelijke verschillen tussen oost en west. In Hongarije en Polen staan LHBTI-rechten bijvoorbeeld sterk onder druk – het sentiment van de kiezer is daar duidelijk negatiever dan in West-Europese landen. Ook op bijvoorbeeld medisch-ethisch vlak zijn Oost-Europese partijen conservatiever.
Die culturele thema’s hebben een belangrijke rol gespeeld in de opkomst van radicaal-rechts in heel Europa, denkt Enyedi. „Op het gebied van bijvoorbeeld emancipatie van LHBTI en euthanasie hebben progressieve partijen de afgelopen decennia grote overwinningen geboekt. Nu is er de roep voor meer emancipatie, bijvoorbeeld van vluchtelingen.
Maar omdat economische groei achterblijft, vragen mensen zich terecht af: krijgen we het nog wel zo goed als voorgaande generaties?” Het is de cocktail die radicaal rechtse partijen in de kaart speelt, stelt Enyedi. „Er is een algemeen gevoel dat wat de afgelopen decennia gebeurd is niet goed was. Daar krijgen progressieve partijen de schuld van.”
Frankrijk‘Jean-Marie was te wreed, op Marine stem ik wel’
Roger Vilette (74) gaat zich niet meer inlezen om te bepalen op wie hij gaat stemmen bij de Europese verkiezingen, volgende week. „Ik stem al jaren hetzelfde”, zegt de gepensioneerde fabrieksarbeider op een grijze dag in het Noord-Franse Bohain-en-Vermandois. Vilette – schorre stem, pet met vlammen – heeft net inkopen gedaan en loopt met zijn boodschappentrolly naar huis. „RN”, zegt hij schouderophalend, alsof er geen andere optie is. RN is het radicaal-rechtse Rassemblement National, de partij van Marine Le Pen.
„We zijn toe aan verandering”, geeft Vilette als reden. „En we hebben voor het eerst hoop dat ze kunnen winnen.” RN staat met bijna 32 procent inderdaad aan kop in de peilingen, ruim voor Renaissance van president Emmanuel Macron, die op zo’n 16 procent van de stemmen staat. Zij het dat zulke cijfers niet hard zijn; een derde van de Fransen was half mei nog niet zeker van zijn keuze.
Als Vilette de percentages hoort, begint hij te glunderen. „Als ze nu winnen, kan [Le Pen] bij de presidentsverkiezingen in 2027 ook winnen”, als Macron niet langer herkiesbaar is – veel Fransen zien de Europese verkiezingen vooral als een voorproefje voor die stembusgang.
‘Verandering’ is het woord dat steeds terugkomt in gesprekken met radicaal-rechtse kiezers in Bohain-en-Vermandois, een uit baksteen opgetrokken stadje met 5.700 inwoners. Bij de vorige Europese verkiezingen in 2019 stemde ongeveer de helft van de kiezers hier op RN. Toen ze bij de presidentsverkiezingen in 2022 moesten kiezen tussen Marine Le Pen en president Emmanuel Macron, koos 66 procent voor haar.
Bohain-en-Vermandois.
Foto’s: Aurelien Goubau
Ooit was ‘Bohain’ synoniem metambachtelijke weverijen; Coco Chanel en Rodier kwamen hier voor de beste stoffen. Maar met het verdwijnen van die industrie verarmde het stadje; tegenwoordig is bijna 32 procent van de inwoners werkloos, 37 procent leeft onder de armoedegrens (ruim twee keer zoveel als het landelijk gemiddelde).
Dat is zichtbaar: woningen zijn slecht onderhouden, veel panden staan leeg en de winkels hebben nauwelijks klanten. „Het is het einde van de maand, dus het geld is op”, verklaart kledingverkoopster Corine Melotte (59), die zoals de helft van de Fransen niet gaat stemmen. „Politiek interesseert me niet.”
Op welk vlak die vurig gewenste verandering moet komen, daarover verschillen de meningen. Voor Vilette gaat het vooral om geld: hij zag zijn bescheiden pensioen met ruim 100 euro per maand teruglopen sinds Macron in 2017 aan de macht kwam, terwijl de prijzen stegen.
„Vroeger kon ik elk jaar op vakantie en ging ik weekendjes weg. Nu bezoek ik alleen nog mijn dochter in het stadje verderop.” RN werpt zich sinds een aantal jaar op als de koopkrachtpartij – hoewel onduidelijk is hoe de partij die plannen wil bekostigen. Vilette maakt het niet uit: „Iedereen maakt fouten. We moeten het gewoon proberen.”
Ook Mado Bacquet (23), die een opleiding doet tot kattenfokker, noemt de gestegen prijzen als reden dat haar stem waarschijnlijk naar RN gaat, net als in 2022. Ook speelt mee dat het gezicht van die partij een vrouw is. „Als ze nu én in 2027 winnen, dan krijgen we een vrouw aan het hoofd van ons land. Dát zou pas een verandering zijn.”
Vrouwen en jongeren
Haar stemkeuze toont een verschuiving in het electoraat van RN: waar de kiezers van oudsher vooral oudere mannen waren, is de partij tegenwoordig ook onder vrouwen en jongeren populair. Het is het gevolg van de normalisering van radicaal-rechts gedachtegoed en het ‘ontdemoniseren’ van RN. De partij toont zich de laatste jaren zachter, door extreme standpunten te schrappen (zoals ‘Frexit’) en afstand te doen van omstreden oud-leden, inclusief de voor aanzetten tot haat veroordeelde oprichter Jean-Marie Le Pen.
Roger Vilette kan het waarderen. „Op Jean-Marie stemde ik niet. Hij was te wreed.” Over zijn dochter Marine en de jonge Europese lijsttrekker Jordan Bardella (28) is hij wel te spreken. „Bardella kan mooi spreken.”
Foto’s: Aurelien Goubau
Immigratie en integratie
Ook hét verkiezingsthema van RN is reden voor mensen in Bohain om op de partij te stemmen: immigratie en integratie. Huismoeder Heidi Delforge (42) zegt te stemmen op RN omdat de partij „voor de Fransen is” – ze onderbouwt de slogan niet. Roger Vilette maakt zich zorgen over toegenomen onveiligheid, wat volgens hem het gevolg is van gebrekkige integratie. „Ik woonde eerst in [het noordelijke] Beautor, maar ik ben vorig jaar verhuisd omdat jongeren drugs verkochten in de hal van mijn flat.”
Het waren jongens met een Noord-Afrikaanse achtergrond, zegt hij; de groep waartegen het RN het liefst ageert. „Die gasten zochten ruzie voor het minste of geringste. En dat is driekwart van de tijd het geval”, meent Vilette. Le Pen kan de veiligheid verbeteren, denkt hij. „Ze gaat er zorgen dat als dit soort jongens wordt opgepakt, ze niet na een uur weer buiten staan.”
Pierre Morel (69) zit whisky te drinken in een tabac, achter hem wordt op paardenraces gewed. Hij is burgemeester van het nabijgelegen dorpje Becquingny (250 inwoners) en herkent het discours: in zijn dorp is het percentage RN-stemmers nog hoger. De partijloze burgemeester begrijpt de onvrede: „Alle banen zijn hier verdwenen, mensen leven in armoede, zien politici die het contact met het volk zijn verloren en bedrijven die te veel macht hebben gekregen”.
Maar een partij als RN verkiezen is geen oplossing, zegt hij. „Mensen denken: we moeten eens iets anders proberen, maar ze beseffen niet hoe gevaarlijk het is als we superautoritaire leiders verkiezen.”
Duitsland‘De grens mag wel dicht, dat ging vroeger ook prima’
‘Europa is dáár!’ wijst de man met witte snor en het witte sportshirt. Daar, halverwege de brug over de brede, groengrijze rivier wordt het Duitse Frankfurt aan de Oder het Poolse Slubice.
Over de brug rijdt Polen naar Duitsland om te werken. Duitsland rijdt naar Polen voor benzine en sigaretten. „Werken en tanken, als dat niet meer kan, hebben we hier een revolutie”, zegt de man met de snor.
Overal hangen verkiezingsposters. Hier, langs de grensovergang heeft het radicaal-rechtse Alternative für Deutschland elke lantaarnpaal behangen. Als het aan AfD ligt, vertrekt Duitsland uit de Europese Unie. ‘Ons land eerst’, is de laatste verkiezingsleus voor de open grens.
In dit ‘andere Frankfurt’ in de voormalige DDR slaat die boodschap aan. Met 20 procent was AfD bij de vorige Europese verkiezingen de grootste. Sinds de val van de Muur in 1989 is het aantal inwoners met een kwart gekrompen. Van de 58.000 inwoners hebben tienduizend er nu een migratieachtergrond.
‘Wat moet ik daar’
De gepensioneerde Susanne (ze wil niet met achternaam in de krant) kijkt vanuit haar straat uit op de grensbrug. Ze heeft net boodschappen gedaan, maar niet over de grens. „Ik kom daar nooit. Wat moet ik daar? Voor mijn part sluiten ze de grens.”
Ze gaat AfD stemmen, zegt ze. Want alles moet anders, en dan vooral de asielpolitiek. Naar Denemarken zou ze wel willen verhuizen, „die denken meer aan hun eigen volk en houden de grenzen dicht.”
Ze heeft hier veel zien veranderen, ten slechte, vindt ze zelf. Het leven in de DDR was overzichtelijk, geordend. „Je wist wat je zeggen kon, en waar je heen kon. Dus ja, ik kan niet zeggen wat ik in die tijd gemist heb.” Of het moet reizen zijn; ze reist veel. Amsterdam, Midden-Amerika, Azië, en Kaapstad, daar was het heel schoon. Toch kunnen de grenzen wat haar betreft dicht. „Dat ging vroeger toch ook prima?”
„Dat Duitsland Duitsland blijft”, dat is belangrijk deze verkiezingen, zeggen Uwe Neumann en Petra Günter. Het echtpaar is gepensioneerd en reist nu rond met het 49 euro-ticket waarmee je een maand kan reizen. De AfD wil dat afschaffen.
„We gingen eigenlijk even naar de markt hier aan de overkant in Polen, maar er was geen markt.” En dus dwalen Neumann en Günter nu rond in de Oderturm Shopping Mall, in het centrum van Frankfurt. Petra kijkt achterom, daar zit op een bankje een jonge vrouw met een hoofddoek. Dan zegt ze, iets zachter, „Ik zal het je eerlijk zeggen: ik ga AfD stemmen.”
Woningtekort
Ze lezen veel over vluchtelingen die een huis toegewezen krijgen. „En dan zegt onze regering dat er een woningtekort is.” Uwe Neumann vertelt dat hij in de S-Bahn „nauwelijks nog Duits hoort. Het is Russisch, Syrisch, Afrikaans”. Misschien kan de AfD daar iets aan veranderen, hopen ze, al denken ze dat de kans klein is.
Als de zon is doorgebroken, zit het echtpaar Issel op een bankje in het Lennépark, vijfhonderd meter lopen van de grens. Ze maken zich zorgen over mensen als Petra en Uwe. De stad is „ongezelliger” aan het worden en „mensen gaan vast zitten in hun eigen meningen.”
Ze hebben al per brief gestemd, omdat Frau Issel op zondag (Duitsland stemt op 9 juni) werkt, in de verpleging. „Tégen de AfD!” Hans-Jürgen Issel: „Wij hebben van onze grootouders meegekregen hoe de oorlog was. Als de AfD hier aan de macht komt, zijn we zo weer terug in die tijd.”
Voor Bärbel Friedenganger zijn vluchtelingen nu het belangrijkste verkiezingsthema. Ze heeft hier altijd rustig geleefd. „Maar sinds de massa’s hier zijn binnengestormd” voelt ze zich niet veilig op straat. „Wij hebben er twee bij ons op de gang wonen. Die zijn heel aardig, we hebben goed contact. Maar als je dan in de pers leest wat er gebeurt, in de grote steden…”
Het is voor haar niettemin geen reden om AfD te stemmen, dat is een partij waar ze zich niet mee kan vereenzelvigen. „Wij stemmen CDU, zoals altijd. En we lezen [de conservatieve tabloid] Bild, altijd.”
België‘In Denderleeuw is plek voor wie zich aanpast’
‘Ik durf ’s avonds niet meer langs de voorkant van het station. Er is daar te veel gespuis.” Ronny Matthijs (72) staat met zijn armen over elkaar op de oprit van zijn huis aan de andere kant van het spoor in Denderleeuw. Groepjes scholieren van de nabijgelegen middelbare school slenteren voorbij. „De anderskleurigen overheersen hier een beetje.”
Veertig jaar woont Matthijs nu in het Vlaamse Denderleeuw, een kleine, dichtbevolkte en verstedelijkte gemeente met zo’n 20.000 inwoners in de provincie Oost-Vlaanderen. Aalst is vlakbij, met de trein sta je in een kwartier op station Brussel-Zuid.
Ooit was er in de Denderstreek veel werkgelegenheid in de textiel, maar de industrie verdwenen grotendeels in de jaren tachtig en negentig. De inwoners pendelden voortaan naar grotere steden of trokken helemaal weg. Voor hen kwamen migranten in de plaats. Sinds 1990 steeg het percentage inwoners met buitenlandse wortels in Denderleeuw exponentieel, van 0,4 procent naar 31,3 procent in 2022. „Er moeten hier niet veel meer bij komen”, verzucht Matthijs. „Het zit vol in Denderleeuw.”
Ronny Matthijs.
Foto’s: Nick Somers
Op 9 juni gaat België naar de stembus voor de Europese, maar ook voor de nationale verkiezingen. In Denderleeuw stevent het radicaal-rechtse Vlaams Belang af op een grote overwinning. Bij de vorige verkiezingen, in 2019, stemden de inwoners al relatief veel op de partij. Vlaams Belang haalde 34,7 procent van de stemmen, een percentage dat dit jaar naar verwachting wordt overtroffen.
In café Standaard vermaakt Luc Van der Hoeven (62) zich bij de flipperkast. Op zijn spijkerjack de geborduurde namen van Mick Jagger en Keith Richards. Zijn stem gaat doorgaans naar het christendemocratische CD&V, waarvoor zijn zus als schepen (wethouder) in het gemeentebestuur zit. „Maar eigenlijk mag het hier wel wat rechtser”, zegt hij.
Tot voor kort werkte Van der Hoeven achter een loket op het treinstation. Daar zag hij Denderleeuw veranderen. Tijdens zijn werk had hij „regelmatig” problemen met groepen jongeren. „Rond het station loopt de jeugd wild rond. Ze maken lawaai en vallen reizigers lastig.” Ook taal is volgens Van der Hoeven een kwestie: een groeiende groep inwoners is het Nederlands niet machtig en spreekt alleen Frans of een andere taal.
Het gevoel van vervreemding en de segregatie in Denderleeuw vormt de rode draad in gesprekken met inwoners. Hoewel de criminaliteitscijfers hier niet hoger liggen dan elders in Oost-Vlaanderen, vindt 24 procent van de bevolking het volgens de laatste gemeentemonitor vaak of altijd onveilig. „De overlast stoort de mensen, en dus stemmen ze op Vlaams Belang”, zegt Van der Hoeven. „Ze gaan hier heel hoog scoren.”
Foto’s: Nick Somers
Kristof Slagmulder (44) hoopt op een monsterzege van zijn partij, zegt hij in het gemeentehuis van Denderleeuw. Sinds 2001 zit hij er namens Vlaams Belang in de gemeenteraad, waar de partij nu tien van de 27 zetels heeft. Vanuit de oppositie nam hij het gemeentebestuur de afgelopen jaren onder vuur. In zijn ogen was de omgang met migratie te laks.
„Mensen voelen zich niet meer thuis in hun wijk of straat”, zegt Slagmulder. De bereikbaarheid en goedkopere rijtjeshuizen van Denderleeuw heeft volgens Slagmulder een „enorme inwerking” vanuit het duurdere Brussel, „met name voor mensen uit Congo en Rwanda”. Niet dat zij geheel niet welkom zijn, want „de Vlaming is gastvrij”. Maar: „Daar moet dan wel integratie tegenover staan.”
En dat gebeurt te weinig, zegt Slagmulder, die zich met zijn partij hevig verzet tegen de komst van een islamitisch centrum in een oude spinnerij in de Stationsstraat. De stichting Safadender zegt er verbindende activiteiten te willen organiseren. Slagmulder gelooft daar niet in. „In het Denderleeuw van morgen is plek voor mensen die zich aanpassen aan onze normen en waarden. We mogen verwachten dat iemand Nederlands spreekt en we hoeven de islam niet te faciliteren.”
Denderleeuw.
Foto’s: Foto Nick Somers
Volmachtstem
Carina Clauwaert is op weg naar het gemeentehuis om een volmacht af te geven; tijdens de verkiezingen is ze op vakantie. Voor haar zijn juist de mogelijkheden die er voor migranten zijn om mee te kunnen doen in de samenleving een belangrijk verkiezingsthema. „De standpunten van Vlaams Belang zijn extreem, daar kan ik niet achter staan.”
Sander Feys (38) vindt eveneens dat de problemen met migranten worden overdreven. „Ik heb me nog nooit onveilig gevoeld op het station, ook niet als ik laat van mijn werk kom.” Feys is leraar op een multiculturele middelbare school in Denderleeuw en zegt een deel van de hangende jongeren rond het station „heel goed en heel persoonlijk” te kennen. „Van hen zou ik echt niet wakker liggen. Maar het wordt wel als onveilig gepercipieerd, ook door Vlaams Belang.”
Maar Ronny Matthijs blijft erbij: voor hem geen nachtelijk bezoek aan de noordkant van het station. Bij de vorige verkiezingen stemde hij niet, want „de partij met de meeste stemmen gaat toch niet regeren”. Nu is hij vastbesloten wel te stemmen, uit protest. Het wordt het uiterst linkse PvdA óf Vlaams Belang. „Ik beslis pas op de laatste dag.”
Zijn twee tienerdochters zijn enthousiaster over dít plan dan over zijn voorstel om alle jongeren tot hun achttiende verplicht wiskunde te laten volgen op school, zei premier Rishi Sunak over zijn plan om de dienstplicht weer in te voeren in het Verenigd Koninkrijk. Jongeren van achttien jaar kunnen volgens zijn voorstel kiezen tussen een jaar voltijds in dienst bij het leger of een jaar lang één weekend per maand vrijwilligerswerk.
In het VK is de verkiezingscampagne volop begonnen, eigenlijk meteen nadat Sunak (premier en partijleider van de Conservatieve Partij) had aangekondigd dat het land op 4 juli een nieuw Lagerhuis kiest. Niks langzaam op gang komen, zoals in Nederland vaak gebeurt. Partijleiders en andere belangrijke kandidaten zijn bijna elke dag op pad.
Gevechtstrainingen
Afgelopen week sprong Sunaks voorstel voor een dienstplicht eruit. Britse kranten veegden hun voorpagina’s er graag voor leeg en die aandacht hield aan toen bleek dat Sunak en zijn campagneteam nogal voortvarend te werk waren gegaan. Andere kabinetsleden wisten van niets. Minister Steve Baker (Noord-Ierland) schreef in een bericht op X: „Het voorstel is bedacht door één of meerdere politiek adviseurs en heeft kandidaten verrast, ook de relevante ministers.” Eén van die betrokken ministers had een paar dagen eerder nog aan het Lagerhuis laten weten niets in een dienstplicht te zien.
Er zou bij Defensie maar plek zijn voor dertigduizend jongeren per jaar. Zij zouden geen gevechtstrainingen krijgen, maar bij logistieke of civiele afdelingen aan de slag gaan. Onzeker is hoe de verplichting gehandhaafd kan worden. Minister van Binnenlandse Zaken James Cleverly zei tegen Sky News dat jongeren „geen straf opgelegd krijgen of in de gevangenis belanden” als ze niet meedoen.
2,5 miljard pond
Het plan zou 2,5 miljard pond (2,93 miljard euro) kosten, gefinancierd door extra achter belastingontwijkers aan te gaan – onduidelijk hoeveel dat oplevert – en door een fonds dat nu bedoeld is voor het economisch bijtrekken van armere regio’s. De dienstplicht creëert persoonlijke ontwikkeling voor achttienjarigen in het hele land, maar „zou honderden miljoenen minder aan investeringen betekenen voor gemeenschappen en economische ontwikkeling in Wales, Cornwall en het midden en noorden van Engeland”, tekende The Guardian op.
Al gaat het voorstel over jongeren, premier Sunak wil vooral oudere kiezers ermee aanspreken. Zijn ‘National Service’ moet de herinnering aan de National Service oproepen zoals het VK die had na de Tweede Wereldoorlog. Van 1949 tot 1963 moesten fitte meerderjarige mannen anderhalf jaar in militaire dienst. Dit plan is „rechtstreeks gericht aan oudere, gedesillusioneerde kiezers” en komt neer op „jarenvijftignostalgie”, schreef journalist Andrew Marr voor het linkse blad The New Statesman.
Aanmoediging voor de oudere kiezer
Dit punt maakten meer media, ook op rechts. Zoals het conservatieve tijdschrift The Spectator constateerde: „Een cynicus zou kunnen aanvoeren dat dit aantrekkelijk is voor de achterban van de partij, een aanmoediging voor de oudere kiezer die verleid zou kunnen zijn door Reform, in de wetenschap dat toch maar heel weinig jongeren Conservatief stemmen.” Reform is de radicaal-rechtse partij die van migratie een groot punt maakt. En het klopt: maar 8 procent van de jongeren tussen de 18 en 24 jaar is van plan om voor de Conservatieve Partij te stemmen.
Lees ook Lichte opleving in economie verleidt Britse premier Sunak tot grote gok met vroege verkiezingen
Op zich, concludeert The Spectator ook, is een dienstplicht helemaal geen gek idee: landen als Zweden en Denemarken hebben het ook. Alleen maakt de timing, middenin een verhitte verkiezingscampagne en „ingebracht door een overheid waarvan de meesten verwachten dat ze wordt verslagen”, het onwaarschijnlijk dat dit plan er in deze vorm doorheen komt.