In Ischgl is de après-ski weer net zo druk als voor corona, maar het Oostenrijkse dorp is wel gekwetst

Terwijl de laatste fanatiekelingen door de dikke papsneeuw onderaan de piste ploeteren, ziet het pleintje aan de voet van de berg al zwart van de mensen. Gekleed in bontgekleurde skipakken dansen ze – voor zover de skischoenen dat toelaten – op de après-skimuziek die uit de speakers schalt. Wie geen plek onder een barluifel heeft weten te bemachtigen, houdt zijn helm op tegen de regendruppels.

Even verderop is het terras van het Kitzloch, een van de populairste après-skigelegenheden van het Oostenrijkse Ischgl, stampvol. Achter een haag van ski’s en snowboards genieten de wintersporters van een pul bier of een Aperol Spritz. Van veraf zijn de eerste woorden Holla ladi jadi jodi jäh van het nummer Ischgl-Fieber al te horen. Binnen heb je je ellebogen nodig om bij de bar te komen.

Dat was precies vijf jaar geleden heel anders. Nadat een barman van het Kitzloch op 7 maart 2020 een bezoek aan de plaatselijke dokter bracht omdat hij zich niet lekker voelde en terugkwam met een positieve coronatest, stond het dorp binnen een paar dagen op zijn kop. Terwijl het Kitzloch die avond draaide met personeel uit andere barren, werd het volledige personeel getest en door de politie onderworpen aan bron- en contactonderzoek. Iedereen bleek besmet. Op 9 maart moest het Kitzloch zijn deuren sluiten, twee dagen later gevolgd door alle andere horecagelegenheden in het dorp, dat bekendstaat als het „Ibiza van de Alpen”.

Op 13 maart kondigde toenmalig kanselier Sebastian Kurz een volledige quarantaine af voor de omringende skidorpen en het dal. Die maatregel kwam als een grote verrassing voor alle reizigers én lokale autoriteiten. Duizenden wintersporters uit heel Europa vertrokken in paniek, stonden urenlang vast op de enige weg naar beneden en namen het virus mee naar huis. Volgens de Oostenrijkse omroep ÖRF zijn ruim 11.000 besmettingen naar het skidorp te herleiden. Ischgl, en het Kitzloch in het bijzonder, kwam bekend te staan als dé coronabrandhaard van Europa.

Bernhard Zangerl, de 30-jarige in Ischgl geboren en getogen eigenaar van het Kitzloch, vraagt zich nog altijd af waarom zijn dorp zoveel aandacht kreeg. Natuurlijk zijn er veel mensen besmet geraakt in Ischgl, vertelt hij aan een houten tafel op de bovenverdieping van zijn après-skibar, maar dat moet ook gebeurd zijn in tientallen andere skigebieden in Europa, of tijdens het carnaval in Duitsland, dat ongeveer tegelijkertijd plaatsvond.

Niemand wist hoe ze het virus moesten bestrijden, iedereen deed maar wat

Andreas Steibl
voormalig directeur toeristenbureau

„In februari keken we naar de beelden uit China, waar in razend tempo ziekenhuizen werden opgebouwd. We verwachtten wel dat het virus naar Europa zou komen – met de miljoenen mensen die iedere dag reizen kon het niet anders – maar dat het virus er al zo snel was, en dat we zo zwaar getroffen werden, hadden we niet voorzien”, zegt Zangerl. Zodra bekend was dat de barman van het Kitzloch corona had, heeft hij geprobeerd zo verantwoordelijk mogelijk te handelen. „Maar we waren natuurlijk geen experts, we wachtten op de autoriteiten voor duidelijke instructies.”

Lees ook

Hoe het ‘Ibiza van de Alpen’ een nationale schandvlek werd

Toen de Oostenrijkse regering op 13 maart een totale quarantaine voor Ischgl en andere skidorpen  afkondigde, vluchtten duizenden toeristen in paniek weg.

Fout na fout

Een maand nadat het populaire wintersportdorp op slot ging, stelde het Oostenrijkse OM een onderzoek in naar de vraag of landelijke, regionale of lokale autoriteiten strafbaar hebben gehandeld in Tirol. Zo zouden IJslandse politici de regionale autoriteiten in Tirol al op 5 maart gewaarschuwd hebben dat een groep vakantiegangers uit Ischgl terugkeerde met corona. Maar met die waarschuwing werd niets gedaan, ook Zangerl wist niets van de besmette IJslandse toeristen. Ook werd Ischgl internationaal verweten laks te hebben gehandeld uit economisch eigenbelang. Bernhard Zangerl en zijn vader moesten als eersten naar Innsbruck voor een verhoor.

Foto’ ’s Sean Gallup/Getty Images

In oktober 2020 werd het rapport gepubliceerd. In Ischgl was fout na fout gemaakt, concludeerden de onderzoekers. Zo gingen de liften „vanuit epidemiologisch oogpunt” te laat dicht, werd er onjuist gecommuniceerd over de IJslandse toeristen – de Tiroler regering publiceerde in die beslissende week in maart een verklaring dat de groep waarschijnlijk niet in Ischgl besmet was – en waren er communicatieproblemen tussen de federale en de deelstaatregering over de overhaaste quarantaine en de chaotische leegloop van het dorp die daarop volgde.

Van „druk door derden op de verantwoordelijken” – ondernemers die maatregelen zouden hebben willen uitstellen om hun eigen kas te spekken – was echter geen sprake, stelden de onderzoekers. En hoewel verantwoordelijken tot aan bondskanselier Kurz fouten hebben gemaakt, spraken de onderzoekers de autoriteiten in het district Landeck en de deelstaat Tirol vrij van strafrechtelijk handelen. Naar vijf personen werd apart onderzoek gedaan, maar ook daar kwam geen aanklacht uit voort.

Niemand wist hoe ze het virus moesten bestrijden, iedereen deed maar wat

Andreas Steibl
voormalig directeur toeristenbureau

Het onderzoek en de reputatie van Europese brandhaard hebben vijf jaar later hun sporen achtergelaten. De inwoners van Ischgl ervoeren alle media-aandacht voor hun dorp in West-Tirol als onterecht. Burgemeester Werner Kurz, een van de vijf onderzochte personen, wil er niet meer over praten. De persvoorlichter van de gemeente mailt: „Ischgl is ten onrechte bestempeld als het broeinest van Europa, een beeld dat niet strookt met de werkelijkheid. Op dat moment woedde de pandemie al volop in Italië en waren daar veel besmettingen bevestigd. Vijf jaar na het uitbreken van de pandemie kijkt onze regio naar de toekomst. We zijn daarom NIET beschikbaar voor interviews over gebeurtenissen uit het verleden.”

‘Kort gesprek’

Die opvatting delen veel inwoners van Ischgl. De directeur van de skischool waarschuwt bij het openen van de deur van zijn werkkamer dat het „een heel kort gesprek” gaat worden. Hij heeft afgesproken dat alle communicatie over de coronaperiode via de gemeente verloopt. Bij de skiverhuur en de liften klinkt hetzelfde geluid. Een medewerker van het informatiepunt midden in het dorp zegt niet meer te mogen vertellen dan dat de afgelopen winter „een heel mooi seizoen is geweest”.

Andreas Steibl snapt wel waar dat vandaan komt. Tot 2022 was hij directeur van het toeristenbureau in het dorp en moest hij „de menigte journalisten” die zich in maart 2020 voor het bureau ophield te woord staan. „Ischgl werd verweten bewust fout en onverantwoordelijk te hebben gehandeld, uit financieel belang. Dat heeft de bewoners gekwetst. Niemand wist hoe ze het virus moesten bestrijden, iedereen deed maar wat, dat gold hier ook. Maar daar was geen kwade opzet bij.”

Het wintersportseizoen in Ischgl, dat vanwege de hoge bergtoppen tot zo’n 2.800 meter normaal gesproken doorloopt tot begin mei, kwam op 13 maart 2020 abrupt ten einde. Zangerl, toen zelf ook positief getest, moest snel schakelen. „We hadden een groep werknemers uit zo’n vijftien verschillende landen, veel van hen wilden blijven.” Daarna werd een grote logistieke operatie op poten gezet: de koks zouden dagelijks voor iedereen koken, de mensen in quarantaine moesten drie keer per dag een maaltijd krijgen, sommige zieken hadden zorg nodig. „Als horecamensen zijn we gewend negen of tien uur per dag te werken, stilzitten is niks voor ons. Iedereen was blij dat we iets te doen hadden.”

Gelukkig hebben deskundigen ongelijk gekregen. Zodra alles weer mocht, zijn mensen de coronamaatregelen snel vergeten

Bernhard Zangerl
eigenaar Kitzloch

Hoewel veel Oostenrijkers hoopten dat de liften het seizoen daarna weer aan zouden gaan, bijvoorbeeld door de bergdorpen een paar weken te sluiten en zo ‘op te schonen’, werd de winter van 2020-2021 een verloren seizoen. In Oostenrijk, Frankrijk en Italië bleven de pistes leeg. In Zwitserland, zo dichtbij Ischgl dat wintersporters bovenop de berg dutyfree kunnen winkelen, waren de liften wel open. Dat was frustrerend, vertelt Zangerl. „We bevonden ons in dezelfde situatie: waarom kon alles daar dan wel open en bij ons niet? Dat was onbegrijpelijk.”

Lees ook

Zon, sneeuw, maar de lift staat stil

Cortina d’Ampezzo in Italië.

De 1.600 inwoners van Ischgl, dat jaarlijks zo’n 1,4 miljoen toeristische overnachtingen telt, waren tot elkaar veroordeeld. Een gekke maar ook bijzondere periode, herinnert Zangerl zich. „We hadden de hele vallei voor onszelf. We hebben veel gewandeld en op de familieboerderij gewerkt. Het was waardevol om zoveel tijd met mijn familie door te brengen, dat hoorde ik ook van veel anderen, maar ik hoop dat het nooit meer gebeurt.”

Het wintersportseizoen in Ischgl loopt vanwege de hoge bergtoppen tot zo’n 2.800 meter normaal gesproken door tot begin mei.
Foto Imago/Volker Preußer via Reuters

Drukte kunnen de horecagelegenheden in Ischgl goed gebruiken. Zangerl, die samen met zijn familie onder meer een hotel, drie restaurants en twee bars runt in het dorp, had in maart 2020 niet meteen financiële stress, vertelt hij. „Het was vanaf het begin duidelijk dat de overheid zou bijspringen als zij besluit dat de bar dicht moet. We kregen compensatie voor de salarissen en konden zo iedereen in dienst houden.” Maar naarmate de skiliften langer stilstonden, namen de zorgen toe. Dankzij de overheidssteun bleven de hotels, restaurants en skiliften overeind, maar het vet is wel van de botten.

De winter van 2021-2022 noemt Zangerl „verschrikkelijk”. „Er waren toen strenge regels: sluiten om 22.00 uur, allemaal een mondkapje op en je mocht alleen naar binnen als je een negatieve test kon laten zien bij de ingang.” Dan blijft er niet veel over van de après-ski, zegt de bareigenaar met een zucht.

Lees ook

‘Goedkope’ Nederlandse skileraar blijft gevraagd in Oostenrijk

Nederlanders die in Oostenrijks skigebied  werken, hebben te maken met coronabeperkingen.

In de seizoenen daarna kwam het toerisme mondjesmaat weer op gang, maar dit is weer het eerste normale seizoen, zegt Zangerl. Mensen durfden weer ver vooruit te boeken. Al wordt volgens Zangerl pas in mei duidelijk of de bezoekersaantallen en de omzetten bij die van het laatste pre-corona seizoen in de buurt komen. De drukte in de Dorpsstraat, waar voorbijgangers zelfs in deze niet-vakantieweek moeten oppassen geen ski’s in hun gezicht te krijgen, duidt op een hoog aantal toeristen. Net als de rijen voor de skiliften, die soms plek bieden aan wel tachtig mensen.

Spatschermen voor de kassa

De inwoners van Ischgl hadden er rotsvast vertrouwen in dat de toeristen terug zouden komen. Andreas Steibl besloot na zijn werk als hoofd van het toerismebureau zelfs een hotel te openen in het hart van het dorp. Vorig jaar kwam daar een hotel vlak buiten Ischgl bij.

Gelukkig hebben deskundigen ongelijk gekregen. Zodra alles weer mocht, zijn mensen de coronamaatregelen snel vergeten

Bernhard Zangerl
eigenaar Kitzloch

„Deskundigen zeiden dat veel coronagebruiken zouden blijven, bijvoorbeeld de mondkapjes of de afstand. Sommigen zeiden zelfs dat mensen niet meer naar bars en clubs zouden willen gaan”, zegt Zangerl. „Gelukkig hebben zij ongelijk gekregen. Zodra alles weer mocht, zijn mensen de maatregelen snel vergeten. Als je nu rondloopt of in de bar bent, zie je geen ander gedrag dan voor corona.”

Niets in het dorp doet inderdaad meer aan corona denken, op één uitzondering na: de spatschermen voor een deel van de kassa’s in de supermarkt op zo’n tweehonderd meter van het Kitzloch. Toch zullen Ischgl en corona voor altijd verbonden blijven, zegt Zangerl. „Het is onderdeel van de geschiedenis geworden, ook van het Kitzloch.”


Wanhopige moeders herkennen uitgezette Venezolanen. ‘Francisco had wat tatoeages, maar maakt hem dat een crimineel?’

Na het laatste gesprek met haar zoon Francisco, eind vorige week, was Mirelys Cacique López (44) al plannen aan het maken welk lievelingsgerecht ze voor hem zou klaarmaken zodra hij terug was in Venezuela. Francisco wist dat hij uitgezet zou worden: hij was illegaal in de VS. En stiekem was moeder Mirelys wel blij om hem na zes jaar eindelijk weer in haar armen te kunnen sluiten.

Een dag later kreeg ze, in afwachting van een bericht over Francisco’s aankomsttijd, bijna een hartverzakking toen ze online beelden zag die verspreid werden door president Nayib Bukele van El Salvador. Tussen ruim tweehonderd uit de VS gedeporteerde Venezolaanse mannen, gekleed in het wit, geboeid, en met het hoofd naar beneden voortgeduwd door zwaar bewapende en gemaskerde bewakers, herkende ze haar 24-jarige zoon. „Zijn gezicht was niet goed te zien, maar ik weet honderd procent zeker dat hij het was. Ik herkende hem aan zijn oren en aan de vorm van zijn hoofd”, vertelt ze via de telefoon vanuit haar woonplaats Maracay.

Mirelys López klinkt wanhopig, verdrietig en boos tegelijk. Ze weerspreekt dat alle Venezolaanse mannen die afgelopen weekeinde onder een deal tussen de Amerikaanse regering-Trump en Bukele werden uitgezet naar de beruchte megagevangenis Cecot (afkorting voor ‘terroristenbeperkingscentrum’) allen leden zouden zijn van de Venezolaanse criminele bende Tren de Aragua.

„Francisco was dat zeker niet”, zegt ze stellig. „Francisco werkte als kapper in Chili en Peru en is daar bij familie gaan wonen voor zijn opleiding. Hij is vorig jaar naar de VS getrokken. Hij was daar illegaal, maar had eerst een tijdelijke asielstatus als Venezolaan, totdat Trump aantrad en met zijn jacht op migranten begon.”

Francisco Garcia Casique in 2024 in de Verenigde Staten waar hij werkte als kapper. Zijn familie herkende hem op de beelden uit El Salvador ook aan de tatoeages op zijn onderarm.
Privéfoto

Ze is niet de enige wanhopige moeder. Via appgroepen, en met hulp van advocaten en mensenrechtenorganisaties, hebben meer Venezolaanse families die net als López zonen of geliefden herkenden op de beelden, de krachten gebundeld. Het is voor Mirelys López volstrekt onduidelijk wat haar zoon heeft misdaan en waarom hij nu vastzit in El Salvador. „Wat zijn de aanklachten? Nog nooit is hij in aanraking geweest met politie. Hij had wat tatoeages, maar maakt hem dat een crimineel? Hij heeft niets met de Tren de Aragua te maken maar wordt nu als een soort slaaf ontvoerd en afgevoerd naar de hel,” zegt ze geëmotioneerd.

Nadat Trump kort na zijn aantreden Tren de Aragua al als terroristische organisatie bestempelde, beriep hij zich vrijdag ook nog op de Alien Enemies Act uit 1798. Door de inzet van deze zelden gebruikte oorlogswet, kan iedere Venezolaan boven de 14 jaar die illegaal in de VS verblijft, uitgezet worden.

Lucratief voor El Salvador

Voor president Bukele – die in El Salvador een keihard beleid voert tegen drugshandel en bendeleden en zijn strengbeveiligde megagevangenis als schrikbeeld inzet – is het naast een prestigekwestie ook lucratief om de Venezolanen op te sluiten. Zijn presidentiële kantoor verspreidt al jaren propagandafilmpjes waarin veronderstelde bendeleden in Cecot met harde hand worden opgesloten.

Nu heeft hij deze beelden ook voor Trump kunnen produceren, in ruil voor Amerikaanse sympathie en 6 miljoen dollar uit Washington. Trump kan met de video binnenlands de aandacht vestigen op de Tren de Aragua, die in een paar jaar tijd is uitgegroeid tot een machtige criminele organisatie in de Amerika’s.

Lees ook

Het ‘cynische’ verdienmodel achter Trumps migratiecrisis

Het  ‘cynische’ verdienmodel achter Trumps migratiecrisis

Ontstaan in de gevangenis

Volgens de Venezolaanse onderzoeksjournalist Ronna Risquez, zelf woonachtig in de VS, hangt de snelle groei van Tren de Aragua (Aragua-trein) sterk samen met de humanitaire en economische crisis in Venezuela, die tussen 2015-2020 een ware exodus veroorzaakte. Risquez, onder meer gespecialiseerd in misdaad en eerder betrokken bij een groot onderzoek naar de Panama Papers, schreef in 2023 een boek over Tren de Aragua.

Protest tegen de uitzetting van ruim 200 Venezolaanse migranten uit de VS naar El Salvador, in de Venezolaanse hoofdstad Caracas op woensdag 18 maart.
Foto Ronald Pena R/EPA

De criminele groep ontstond rond 2014 in de Tocorón-gevangenis in de deelstaat Aragua aan de kust van Venezuela. „Met trein wordt in deze context de organisatie bedoeld. Kartels gebruiken die uitdrukking om de verbondenheid te benadrukken”, zegt ze.

Oprichter Hector Guerrero Flores zat een lange gevangenisstraf uit voor meerdere moorden en drugshandel en het lukte hem steeds meer controle te krijgen over medegevangen, waardoor zijn aanzien binnen het detentiecomplex groeide. „Hij perste medegevangenen af, of gaf ze gunsten. Flores had de mogelijkheid om met de buitenwereld te communiceren, hij kon dus opdrachten en bevelen geven die buiten de gevangenis werden uitgevoerd, en werd zo steeds machtiger.”

Soms verbleef hij een tijdje buiten de gevangenis, maar als het daar te gevaarlijk werd, zat hij veiliger in de gevangenis met alle luxe. „Er was een dierentuin, een nachtclub, familieleden van de gevangenen woonden in het complex, er waren restaurants en er was zelfs een bank”, vertelt Risquez.

Mannen hoeven soms alleen maar een tatoeage te hebben of afkomstig te zijn uit de deelstaat Aragua en ze zijn de klos

Ronna Risquez
onderzoeksjournalist

Voor haar boek wist ze diep door te dringen binnen het kartel en interviewde ze verschillende topfiguren. Voor directe betrokkenheid van het regime van president Nicolás Maduro met de bende, waarop Trump in zijn decreet wijst, is volgens haar geen keihard bewijs. Wel was de invloedrijke politicus Tareck El Aissami gouverneur van Aragua ten tijde van de groeiende macht van het kartel in de gevangenis. Later was hij een tijd minister van Binnenlandse Zaken (en vicepresident). „Hij was verantwoordelijk voor de gevangenissen, en dus ook voor de functionarissen die niet ingrepen toen de Tren steeds meer macht kreeg in de gevangenis.”

Toen in 2023 de gevangenis werd ontruimd en Maduro elfduizend agenten stuurde voor die klus, zaten er tussen de vijf- en zevenduizend bendeleden in de gevangenis. „Guerrero sloeg op de vlucht en is sindsdien spoorloos”, zegt Risquez. Trumps retoriek dat Maduro de gevangenisdeuren opzettelijk openzette opdat criminelen vertrokken richting de VS, is op die ontruiming gebaseerd. De organisatie had toen al haar tentakels uitgestrekt naar de rest van Zuid-Amerika, waar ze samenwerkt met lokale bendes zoals de PCC in Brazilië en de ELN in Colombia.

Myrelis Casique López en haar zoon Francisco zes jaar geleden voordat hij uit Venezuala vertrok.
Privéfoto

De exodus als verdienmodel

De vlucht van pakweg acht miljoen Venezolanen was voor de Tren de Aragua een nieuwe bron van inkomsten en legde de basis voor haar macht. Veel vluchtelingen hadden niet de juiste documenten om via de reguliere routes te reizen en maakten gebruik van illegale grensovergangen, die gecontroleerd werden door leden van de Tren de Aragua.

Meer recentelijk gebeurt dat via de levensgevaarlijke jungle-achtige Darién-kloof tussen Colombia en Panama, waar de kartelleden ook de macht hebben weten te grijpen. Vluchtelingen moeten de drugsbende betalen, in ruil voor veiligheid. Vrouwen worden onderworpen aan gedwongen prostitutie en afpersing en migranten moeten drugs transporteren naar andere landen; zo is er een netwerk ontstaan van mensenhandel en uitbuiting.

„Doordat miljoenen Venezolanen terechtkwamen in verschillende landen in de regio, lukte het Tren de Aragua zich razendsnel internationaal uit te breiden”, zegt Risquez. Zelf verliet ze haar land ook; ze vestigde zich uiteindelijk in de VS, waar ze nu werkt aan een heruitgave van haar boek.

Lees ook

Een presidentieel decreet, een rechter die dit blokkeert en drie vliegtuigen die doorvliegen

De door ICE gecharterde vliegtuigen waarmee de door de VS uitgezette Venezolanen aankwamen op het internationale vliegveld van El Salvador in San Luis Talpa.

Een aantal moordpartijen en overvallen van wooncomplexen in de VS wordt toegeschreven aan Tren de Aragua. „Vanaf 2020 is er een steeds sterkere aanwezigheid in de VS gekomen, hoewel het onbekend is hoe groot ze in werkelijkheid zijn, omdat Trump bij elke criminele daad de Tren de Aragua de schuld geeft. Er is een ware klopjacht geopend. Mannen hoeven soms alleen maar een tatoeage te hebben of afkomstig te zijn uit de deelstaat Aragua en ze zijn de klos”, aldus Risquez. Ze benadrukt dat leden van Tren de Aragua, in tegenstelling tot bijvoorbeeld leden van de MS-13-bende uit Midden-Amerika, geen specifieke tatoeagecultus hebben.

Tatoeages herkend

Ook voor haar zoon Francisco zijn het hoogstwaarschijnlijk zijn tatoeages geweest waardoor hij nu opgesloten zit in El Salvador, vreest Mirelys Cacique López. „Na de eerste beelden is mijn andere zoon Sebastián online naar meer beelden gaan zoeken. We herkenden Francisco ineens ook bij het binnengaan van de gevangenis, doordat zijn tatoeages deels te zien waren: een kroon en een roos.”

Ze heeft haar hoop nu gevestigd op de Venezolaanse autoriteiten of op hulp van mensenrechtenorganisaties. „Venezolanen zijn vogelvrij in Amerika. Voor mij is dit een puur racistisch regime dat dit uitvoert, anders zou dit nooit zo gebeuren.”


Beijing is boos over de verkoop van ‘Chinese’ havens in Panama

Als de Hongkongse miljardair Li Ka-shing had gedacht zichzelf van een kopzorg te verlossen door zijn havenactiviteiten aan het Panamakanaal te verkopen, heeft hij zich lelijk misrekend.

Deze maand maakte het conglomeraat CK Hutchison – formeel geleid door de zoon van de 96-jarige Li – bekend alle belangen in havens buiten China en Hongkong te verkopen aan een consortium geleid door de Amerikaanse vermogensbeheerder Blackrock. Behalve om twee havens in Cristóbal en Balboa, aan beide uiteinden van het Panamakanaal, ging het om activiteiten in nog eens 41 havens, verspreid over 22 andere landen. Daaronder is de containerterminal van ECT op de Rotterdamse Maasvlakte.

Lees ook

Twee ‘Chinese’ havens aan het Panamakanaal worden Amerikaans

De haven van Balboa, aan de ingang van het Panamakanaal, is door de Hongkongse exploitant aan het Amerikaanse BlackRock verkocht.

Volgens CK Hutchison ging het om een puur „commerciële transactie”. Toch lijkt de deal – ter waarde van ruim 21 miljard euro – moeilijk los te zien van uitspraken van de Amerikaanse president Donald Trump, die beweert dat China de belangrijke vaarroute tussen de Atlantische en Grote Oceaan beheerst. Trump vierde de voorgenomen verkoop dan ook als een eerste stap om het Panamakanaal „terug te pakken”. Een anonieme betrokkene zei tegen zakenkrant de Financial Times dat CK Hutchison „besefte dat dit een politiek hoofdpijndossier was”.

Maar als Li zaterdag de Hongkongse Ta Kung Pao heeft opengeslagen, zal hij zich hebben gerealiseerd dat deze hoofdpijn niet met een paracetamolletje verholpen is. „De grote ondernemers die schitteren in de annalen van de nationale geschiedenis, zijn als grote generaals, die standvastig en dapper het nationale belang beschermen”, schreef de China-gezinde krant in een vlammend commentaar. Zij „richten hun kompas op de sterren van het moederland, en delen het lot van hun volk”.

Het artikel somde een reeks van deze helden op. Zoals Zhang Jian, die eind negentiende eeuw een katoenfabriek begon in Nantong en zo mede aan de wieg stond van de industrialisering van het toen nog „arme en zwakke” China. En ook was daar Ren Zhengfei, oprichter van elektronicagigant Huawei, die met „heroïsche acties” de „technologische soevereiniteit van de Chinese telecomindustrie” heeft verdedigd toen het bedrijf werd getroffen door Amerikaanse sancties. De 96-jarige Li Ka-shing, met een geschat vermogen van ruim 34 miljard euro de rijkste man van Hongkong, hoort in dit rijtje niet thuis, is de boodschap.

Tussen twee vuren

Het commentaar werd nog dezelfde dag integraal overgenomen op de website van het Bureau voor Hongkongse en Macaose Zaken in Beijing. Dat gebeurde ook met een eerder artikel waarin „volkomen begrijpelijke” afwijzende reacties van Chinese internetgebruikers werden aangehaald op de deal. Die zou onder Amerikaanse druk tot stand zijn gekomen en een gevaar vormen voor de Chinese scheepvaart en voor China’s wereldwijde infrastructuurproject, de ‘nieuwe zijderoute’. CK Hutchison zou nog eens goed over de verkoop na moeten denken.

Volgens analisten probeert Beijing op deze manier druk op Li uit te oefenen om de verkoop af te blazen. Dat is niet eenvoudig, volgens Lau Siu-ka, verbonden aan een Hongkongse denktank. „Hij zit tussen twee vuren en kan het nooit goed doen”, citeert de South China Morning Post hem. Vasthouden aan de verkoop brengt CK Hutchison in conflict met China, waar het grote financiële belangen heeft. Blaast het de deal wel af, dan loopt het juist gevaar door mogelijke Amerikaanse strafmaatregelen.

Ook voor Beijing zelf is het voorzichtig manoeuvreren, denkt Lau. Als het beeld ontstaat van een politieke ingreep in een zakelijke overeenkomst, schaadt dat volgens hem het investeringsklimaat in Hongkong. „Dat zal Beijing niet willen.”

Een andere mogelijkheid is dat Beijing de verkoop juridisch aanvecht. Aangezien de activiteiten van CK Hutchison in China en Hongkong buiten de deal vallen, is onduidelijk of dat mogelijk is.

Een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken wilde op vragen daarover tijdens een persconferentie dinsdag niet ingaan. „Laat me benadrukken dat China in algemene zin sterk gekant is tegen […] economische dwang, hegemonie en treiterij”, zei ze slechts.


Bombarderen, onderhandelen, bombarderen – wat willen de Amerikanen nou precies met de Houthi’s?

Hoeveel invloed hebben de Iraniërs op de Houthi’s? Duidelijk is dat Iran de Jemenitische strijdgroep voorziet van geld, wapens en technologie. Zonder Iraanse steun hadden de rebellen zich nooit kunnen ontpoppen tot een regionale machtsspeler die de afgelopen anderhalf jaar met drone- en raketaanvallen jaar het internationale scheepverkeer in de Rode Zee wist af te knijpen. Tegelijkertijd benadrukken analisten dat de Houthi’s wel degelijk onafhankelijk van Iran handelen en er een eigen agenda op nahouden.

De Amerikaanse president Donald Trump twijfelt niet aan de rol van Iran. Maandag plaatste hij een bericht op zijn platform Truth Social waarin hij Iran geheel verantwoordelijk stelt voor de aanvallen van de Houthi’s op de scheepvaart: „Elk schot dat wordt afgevuurd door de Houthi’s zal vanaf nu worden gezien als een schot afgevuurd door de wapens en het leiderschap van IRAN, en IRAN zal verantwoordelijk worden gehouden en de gevolgen dragen, en die gevolgen zullen onverbiddelijk zijn!”

Houthi-soldaten inspecteren de schade aan een evenementenhal in Sanaa, 20 maart, die is getroffen door Amerikaanse luchtaanvallen.
Foto Yahya Arhab/EPA

De zaterdag ervoor waren Amerikaanse schepen en gevechtsvliegtuigen begonnen met luchtaanvallen op onder meer militaire bases, luchtafweer en raket- en radarsystemen van de Houthi’s, die het westen van Jemen in handen hebben. De Amerikaanse campagne moet de vrije scheepvaart op de Rode Zee garanderen, stelde de Amerikaanse minister Pete Hegseth (Defensie) in een interview met Fox News.

De Houthi’s begonnen met hun aanvallen op schepen na het uitbreken van de Gaza-oorlog in oktober 2023, naar eigen zeggen in solidariteit met Hamas en de Palestijnen. Ze pauzeerden de aanvallen bij het ingaan van het staakt-het-vuren in Gaza, afgelopen januari. Het hervatten van de Israëlische oorlogsvoering in Gaza, dinsdagnacht, werd door de Houthi’s diezelfde dag nog beantwoord met een raketaanval op Israël. Het Israëlische leger wist die raket te onderscheppen.

Tot nu lijken de Amerikaanse aanvallen de Houthi’s nog niet af te schrikken. „We zullen op escalatie reageren met escalatie”, zei Houthi-leider Abdul Malik al-Houthi zondag in een toespraak. De groep bestookte Amerikaanse oorlogsschepen sindsdien meermaals met raketten en drones. Die lijken geen schade te hebben aangericht.

Zwalkend beleid

Trumps besluit om een nieuwe luchtcampagne tegen de Houthi’s te lanceren is de meest recente wending in het zwalkende beleid van de VS ten opzichte van de Houthi’s.

In het staartje van zijn eerste termijn in het Witte Huis, in 2021, bestempelde Trump de Houthi’s als terroristische organisatie. President Joe Biden draaide dat besluit vrijwel meteen terug, in een poging om de groep aan de onderhandelingstafel te krijgen met de regering van Jemen en om makkelijker hulp te kunnen bieden aan noodlijdende Jemenieten.

Toen de Houthi’s begonnen met hun aanvallen in de Rode Zee, herstelde Biden toch weer gedeeltelijk de terreurstatus van de groep. Hij ging nog niet zover om de groep een tweede keer op de strengste Amerikaanse terreurlijst te plaatsen. Trump deed dat begin deze maand wel.

In de tussentijd hebben de Houthi’s hun macht alleen maar verder weten uit te breiden, zegt Nadwa al-Dawsari, een Jemen-expert die gelieerd is aan de Amerikaanse denktank Middle East Institute. „De afgelopen tien jaar weigerden de Houthi’s deel te nemen aan onderhandelingen. Sterker nog, ze hebben misbruik gemaakt van de onderhandelingen om er voordeel uit te halen.” Juist na Bidens diplomatieke handreiking wist de groep aanzienlijke terreinwinst te boeken met een nieuwe offensief.

Houthi-aanhangers bij demonstratie op 17 maart in Sanaa tegen de VS en Israël.
Foto Osamah Abdulrahman/AP

Ook op militair vlak boekten tegenstanders van de Houthi’s weinig succes. De rebellen wisten zich tussen 2015 en 2022 te handhaven in hun oorlog met Saoedi-Arabië en bondgenoten, en de Verenigde Staten en het Verenigde Koninkrijk slaagden er de afgelopen anderhalf jaar niet in om de Houthi’s met luchtaanvallen te bedwingen. De strijdgroep bleef doorgaan met het bestoken van de scheepvaart.

Lees ook

Houthi’s blijven Israël vanuit Jemen bestoken en versterken zo hun positie in eigen land

Op een muurschildering in de Jemenitische hoofdstad Sanaa is verbeeld hoe een Houthi-strijder een Israëlisch schip tegenhoudt.

Als de door Trump gelanceerde luchtaanvallen niet gepaard gaan met het ondersteunen van het Jemenitische staatsleger op de grond, zullen ze op de lange termijn geen resultaten opleveren, zegt Al-Dawsari. „Zolang de Houthi’s nog veel gebied beheersen, kunnen ze zich makkelijk aanpassen aan de nieuwe luchtaanvallen. Bijvoorbeeld door vernietigde wapenvoorraden aan te vullen via smokkelroutes, en nieuwe strijders te rekruteren door de indoctrinatie van kinderen.”

Druk op Iran

Mogelijk gebruikt Trump de Houthi’s om druk op Iran uit te oefenen en dat land zo aan de onderhandelingstafel te krijgen. Vorige week nodigde de Amerikaanse president de Iraniërs per brief uit om te onderhandelen over een nucleaire deal. In zijn eerste termijn stapte Trump uit een soortgelijk akkoord, uit 2015, dat ook moest voorkomen dat Iran atoomwapens zou ontwikkelen.

Het blijft ingewikkeld om te speculeren wat Trumps dreigementen doen met de relatie tussen Iran en de Houthi’s, zegt Al-Dawsari. Aan de ene kant zijn de Houthi’s volgens haar een van de laatste nog volledig overeind staande Iraanse bondgenoten, na de val van het Assad-regime in Syrië en het verzwakken van Hezbollah in Libanon door de oorlog met Israël.

Toch is het volgens haar denkbaar dat Iran afstand neemt van de Houthi’s om zichzelf te beschermen. „Trump was er heel duidelijk over dat hij Iran verantwoordelijk zou houden voor aanvallen van de Houthi’s. Als puntje bij paaltje komt, is het Iraanse regime pragmatisch genoeg om het overleven van vier jaar Trump te verkiezen boven het helpen van zijn bondgenoten in Jemen.”


Toerisme in Azië herstelt niet van de pandemie: Chinezen blijven thuis

Karstbergen, het Westmeer in Hangzhou en de minder bezochte steden Wuyishan en Xiamen: reisorganisatie Djoser heeft zijn Azië-aanbod dit jaar uitgebreid met een derde reis naar China. In 21 dagen voert die door het oosten van het land. „Wij geloven in China als bestemming”, zegt Djoser-oprichter Herman van der Velde.

De afgelopen jaren werd dat geloof wel beproefd. Na de coronapandemie was China een van de laatste landen die de grenzen weer openden, begin 2023. En hoewel de markt vorig jaar aantrok, is het aandeel Nederlanders dat naar China reisde nog niet terug op het niveau van voor 2019, pre-corona, laat de ANVR weten.

Niet alleen in China, maar in vrijwel héél Azië waren in 2024 minder toeristen dan voor corona, blijkt uit cijfers van UNTourism. In 2024 ontvingen de Aziatische landen samen 87 procent van de toeristen die in 2019 kwamen. Het valt des te meer op omdat vrijwel alle andere regio’s in de wereld wel dezelfde aantallen of meer toeristen zagen terugkeren. In Europa is het bijvoorbeeld meer: 101 procent.

Ook binnen Azië zijn er grote verschillen, zo groeiden inkomsten uit toerisme in Japan juist sterk, meldt UNTourism. Herman van der Velde zag het succes van Japan terug in de boekingen vanuit Nederland bij Djoser. Dat komt deels door de inflatie daar, denkt hij. „Japan is als bestemming binnen het financiële bereik van meer Nederlanders gekomen.”

Ook de groei van toerisme in Japan kan niet goedmaken dat Azië als geheel achterblijft ten opzichte van andere regio’s. Hoe komt dat?

Lees ook

Minder bezoekers naar China: ‘Het sentiment is heel erg veranderd’

Winkelgebied in Shanghai. Het aantal buitenlandse studenten  is nog niet terug op het  niveau van voor 2019. Foto’s Alex Plavevski / EPA

Experts wijzen op de gedaalde bezoekersaantallen in China, die de een wijt aan de hardhandige corona-aanpak of de angst voor nieuwe pandemieën, en de ander aan het verslechterde imago van China door zijn opstelling jegens de Russische oorlog in Oekraïne. Beijing tracht het toerisme aan te wakkeren, onder meer door het voor burgers van 38 landen, waaronder Nederland, makkelijker te maken om China zonder visum te bezoeken.

In China staan bezoekers in de rij voor het beroemde terracottaleger in Xi’an. China trekt minder toeristen dan voorheen.
Foto Kevin Frayer/Getty Images

Scamcentrum

Op hun beurt proberen andere Aziatische landen juist meer Chinezen te lokken. Want niet alleen reizen minder mensen naar China, Chinezen zelf reizen ook minder naar andere landen. In 2019 ondernamen 155 miljoen Chinezen een internationale trip terwijl dat er in 2023 87 miljoen waren, volgens cijfers van de China Tourism Academy, onderdeel van het Chinese ministerie van Toerisme.

Vooral Thailand had hier last van: Chinezen zijn er de grootste groep toeristen. Waar er in 2019 nog 11 miljoen per jaar kwamen, was dat in 2024 nog geen 7 miljoen, schrijft de South China Morning Post op basis van gegevens van onderzoeksbureau Dragon Tail International. Een aantal incidenten in Thailand met Chinese burgers hielp niet mee. Zo verdween recent een Chinese acteur die dacht dat hij naar een casting voor een film in Thailand ging. Enkele dagen later bleek hij naar een zogenoemd scamcentrum in het door oorlog geteisterde Myanmar te zijn ontvoerd.

Lees ook

Ontvoering acteur leidt tot debat over cyberscams

Ontvoering acteur leidt tot debat over cyberscams

Vanuit dit soort callcentra, vaak geleid door Chinezen, worden op grote schaal oplichtingspraktijken uitgevoerd. Na de vrijlating van de acteur nam de Thaise premier een filmpje op waarin zij met behulp van kunstmatige intelligentie in het Mandarijn Chinese toeristen beloofde dat zij veilig zullen zijn in Thailand. Maar de schade was al aangericht. Volgens de Bangkok Post annuleerde een groot aantal Chinezen hun nieuwjaarstrip naar Thailand.

Dat Chinezen minder zijn gaan reizen hangt volgens Marina Novelli, toerisme-onderzoeker aan de universiteit van Nottingham, vooral samen met de „onzekere economische situatie” daar. „Ook speelt mee dat luchtvaartmaatschappijen het aantal betaalbare vluchten nog altijd niet op het oude niveau hebben gebracht.”

Klein pensioentje

Ook gewoontevorming speelt een rol. De Chinese Junya Qian (34), die bij een techbedrijf werkt, reist sinds de pandemie vrijwel alleen nog voor werk naar het buitenland, vertelt ze. Ze voelt privé minder de noodzaak, zegt ze, om internationaal te reizen. Terwijl ze dat voor corona veel deed. „De zorgen om de pandemie zijn verdwenen, maar ik merk dat ik gewend ben geraakt aan hoe het leven in die jaren was. Toen reisde ik niet of alleen binnen China.”

Ze ziet om zich heen hoe veel Chinezen tijdens die jaren binnenlandse vakantiebestemmingen ontdekten. „De pandemie deed mensen realiseren dat er ook veel mooie plekken in China zijn om op vakantie te gaan, zoals Xinjiang of Tibet.” Beide regio’s zagen de aantallen toeristen de afgelopen jaren sterk stijgen. Xinjiang, waar de Chinese overheid zeer repressief optreedt tegen Oeigoeren en andere etnische minderheden uit naam van ‘anti-terrorismebeleid’ dat het gebied veiliger moet maken voor Chinese bezoekers, zag vorig jaar een recordaantal van driehonderd miljoen bezoeken van buiten de regio, 14 procent meer dan in het jaar ervoor.

Voor anderen is het vooral de moeizame economie die ze ervan weerhoudt naar het buitenland te reizen. De 67-jarige Yang Jie uit Chongqing houdt „erg van reizen” maar is sinds de pandemie het land niet meer uit geweest. Ze wil graag haar dochter bezoeken, die in Duitsland woont. Maar het pensioen dat ze krijgt als voormalig fabrieksarbeider is laag, zegt ze. En het lukt nauwelijks nog om geld bij te verdienen door zelfgemaakte kleding te verkopen op de markt, zoals ze eerder deed toen de economie beter was. „Veel mensen vrezen werkloosheid en geven geen geld uit. Ze moeten ook eten.”

Met medewerking van Tabitha Speelman


Noord-Koreaanse dwangarbeiders ploeteren om geld te verdienen voor het regime. ‘We kregen één dag per jaar vrij’

Achteraf heeft Kim Haneul spijt dat hij in Noord-Korea nooit stiekem naar een Zuid-Koreaanse tv-serie heeft gekeken. Hij kende wel mensen die dat deden, maar deed zelf nooit mee. „Anders had ik Noord-Korea veel eerder verlaten”, verzucht de dertiger.

Maar zo liep het niet. Kims familie genoot een goede sociale status in Noord-Korea. Ze mochten in de hoofdstad Pyongyang wonen, wat alleen weggelegd is voor loyale burgers. En na tien jaar militaire dienstplicht mocht Kim lid worden van de Partij. Vanwege deze uitstekende achtergrond kwam hij in aanmerking om te werken in het buitenland, in zijn geval Rusland.

„Ik sprak in Pyongyang mannen die in dat land hadden gewerkt en met veel geld waren teruggekeerd, voor Noord-Koreaanse begrippen dan”, vertelt Kim in Leiden, waar hij te gast is voor een gesprek op de universiteit. „Ze vertelden me dat het echt extreem hard werken was, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, zonder vrije dagen.” Kim hoorde ze wel, maar zijn wens ook zoveel geld te verdienen, had de overhand. Hij betaalde zelfs steekpenningen om uitgezonden te worden. Hij zou vier jaar werken in de bouw, in Moskou, Chabarovsk en Novosibirsk.

Kim Haneul is niet zijn oorspronkelijke naam, maar de naam die hij tegenwoordig gebruikt, onder meer vanwege de veiligheid van zijn achtergebleven familie. Hij ontsnapte uiteindelijk van de Moskouse bouwplaats waar hij werkte en ook woonde.

Lees ook

Ontluisterende glimp achter de schermen van Noord-Korea

Kim Yo-jong, de zus van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, woont in 2019 een ceremonie in Hanoi, Vietnam bij.

Gezin als ‘borg’

De mannen die hij in Pyongyang sprak, bleken gelijk te hebben. Kim en zijn Noord-Koreaanse collega’s werkten zeven dagen per week, vanaf 8 uur ’s ochtends. „We kregen één dag per jaar vrij, Nieuwjaarsdag, en als je een dag ziek was, werd er tien dagen loon ingehouden”, aldus Kim. Soms leerde hij bepaalde taken sneller uit te voeren, maar dat leverde hem geen vrije tijd op. „Dan kwam mijn [Noord-Koreaanse] chef met nieuwe taken. Hoe meer werk, hoe meer buitenlandse valuta hij kon binnen harken voor het regime.” Kims loon bleef altijd gelijk.

Noord-Korea stuurt al decennia dwangarbeiders naar onder meer Rusland, China en het Midden-Oosten, waar ze voor zeer lage lonen lange dagen maken. Het leeuwendeel van hun verdiensten gaat rechtstreeks naar het regime. In het verleden waren ze ook actief in Polen, waar ze werkten aan schepen voor Nederlandse bedrijven.

Momenteel werken naar schatting ruim honderdduizend Noord-Koreanen in het buitenland, die de afgelopen jaren honderden miljoenen euro’s verdienden voor het regime. Nauwkeurige cijfers ontbreken, onder meer omdat het inhuren van Noord-Koreanen in strijd is met VN-sancties.

Hoewel Kim zich vrijwillig aanmeldde, geldt hij toch als dwangarbeider. „In het algemeen gaan Noord-Koreanen graag in het buitenland werken, omdat ze ervan uitgaan dat ze, hoeveel de Partij ook inpikt, altijd met meer thuis komen dan ze in Noord-Korea zelf hadden kunnen verdienen”, vertelt de Leidse hoogleraar Koreastudies Remco Breuker. „Eenmaal in het buitenland begint de dwangarbeid. Hele lange dagen, moeilijke en gevaarlijke omstandigheden en geen mogelijkheid om ‘nee’ te zeggen of naar huis te gaan.”

Dwangarbeiders moeten een vrouw en minstens één kind hebben, die als ‘borg’ achterblijven in Noord-Korea

Vooral mannen uit de hogere sociale klassen worden uitgezonden. Zij komen alleen in aanmerking als ze een vrouw en minstens één kind hebben, die als ‘borg’ achterblijven en kunnen worden gestraft als de man niet terugkomt.

Kim trouwde kort voor hij werd uitgezonden en liet tegen betaling een valse verklaring opstellen dat zijn vrouw zwanger was. Kim heeft geen idee wat met zijn echtgenote en andere familieleden is gebeurd na zijn vlucht en schiet vol bij de vraag. „Ik heb verhalen gehoord van Noord-Koreanen die zijn gevlucht waarvan de familie niet gestraft is”, zegt Kim als hij zich heeft herpakt. „Aan die hoop klamp ik mij vast.”

Lees ook

In een Noord-Koreaanse grensgevangenis krijg je dertig maïskorrels per dag

Noord-Koreaanse militairen patrouilleren langs de grensrivier Yalu bij de stad Hyesan, op een foto die in maart is genomen vanaf de Chinese rivieroever in Changbai.

Oorlog

In Noord-Korea geloofde Kim de staatspropaganda, maar in Rusland keek hij Russische televisie en kon hij later met een smartphone op internet. Kim groeide op met het idee dat Zuid-Koreanen in armoede leefden, maar zag in dramaseries juist hun rijkdom en vrijheid. „Ik voelde me bedrogen door de Noord-Koreaanse overheid”, aldus Kim. Hij zag een serie waarin Zuid-Koreaanse bouwvakkers over hun werk vertelden. „Daar klaagde iemand dat hij het zwaar vond dat hij maar 150 dollar per dag verdiende”, zegt hij met verbazing.

Zo hoorde hij ook over de Russische inval van Oekraïne, die onrust teweegbracht bij hem en zijn collega’s. „We waren bang dat we naar het slagveld zouden worden gestuurd, we hadden door de dienstplicht militaire ervaring”, zegt Kim. Dat Rusland overschakelde op een oorlogseconomie merkte hij nauwelijks, omdat hij het terrein nooit verliet en geen contact had met Russen. „De bouwmaterialen werden goedkoper en er kwamen soms minder opdrachten, maar dat was het wel.”

Een bouwvakker op het Rode Plein in Moskou in 2015. Beeld ter illustratie.
Foto Alexander Nemenov/AFP

Gesprekken met Oezbeekse en Kazachse arbeiders deden zijn twijfels verder toenemen. „Zij verdienden 2.500 dollar per maand, terwijl ik daar nog geen tiende van kreeg.”

Toen het na vier jaar tijd was om terug te keren naar Noord-Korea, besloot Kim te vluchten. Hij wist ’s nachts weg te glippen door een gat in het hek rond het bouwterrein – dat hij al die tijd vrijwel niet had mogen verlaten – en belde de Zuid-Koreaanse ambassade, die Kim in contact bracht met een advocaat. Na enige tijd in de Russische asielopvang werd hij naar de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul gevlogen, waar hij nu woont en een nieuw leven probeert op te bouwen.

Aanvankelijk hoopte Kim dat hij zijn familieleden zou kunnen helpen vluchten. Van die hoop is weinig over. „De grens is bijna volledig gesloten, waardoor vluchten bijna niet mogelijk is”, zegt Kim. Zijn droom in Zuid-Korea is bescheiden: „Ik wil hier zo veel mogelijk leren, een fijne baan vinden en een normale Zuid-Koreaanse burger worden.”


Nieuwe missie van het milieuagentschap in de VS: afschaffing van ‘de groene oplichterij’

Van alles wat Lee Zeldin, het nieuwe hoofd van het Amerikaanse agentschap voor milieubescherming (EPA), de komende tijd wil afschaffen en terugdraaien is de zogeheten endangerment finding over klimaatverandering het belangrijkst. In 2009 kwam het EPA tot de conclusie dat het de uitstoot van broeikasgassen mocht reguleren omdat die de gezondheid en het welzijn van Amerikanen in gevaar kunnen brengen. Het EPA gebruikte daarvoor een twee jaar oude uitspraak van het Hooggerechtshof dat broeikasgassen inderdaad een risico vormen. De conclusie legde het fundament onder het klimaatbeleid van president Barack Obama en bood het EPA onder meer de mogelijkheid de uitstoot door kolencentrales, industrie en auto’s aan banden te leggen.

Zeldin zei eind vorige week in een videoboodschap op X dat Obama’s klimaatwet „de heilige graal van de klimaatreligie” wordt genoemd. In de video liet hij weten nog zeker dertig andere wetten en reguleringen zo snel mogelijk buiten werking te willen stellen. Zo hoopt hij een einde te maken aan „de groene oplichterij” onder president Biden, die de Amerikanen „duizenden miljarden dollars” heeft gekost.

Zeldins plannen zijn niet alleen een schande, maar een bedreiging voor ons allemaal

Gina McCarthy
hoofd EPA onder Obama

Volgens Zeldin is veel milieuwetgeving een sta-in-de-weg voor economische ontwikkeling. Zo werden onder president Biden de normen voor de uitstoot van onder andere kwik, roet en fijnstof door kolencentrales fors aangescherpt. Daar wil Zeldin van af. Ook aan restricties voor de vervuiling van het wegtransport, die Amerikanen moesten stimuleren een hybride of elektrische auto te kopen, moet volgens Zeldin snel een einde komen.

Verder gelooft Zeldin niet in de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te beprijzen. President Obama deed dat via de zogeheten „social cost of carbon”, een simpel principe dat een bedrijf verplicht zijn uitstoot te beperken als de financiële schade die daardoor wordt veroorzaakt (in de vorm van mislukte oogsten, overstromingen, watertekorten of bosbranden) hoger is dan de kosten om de uitstoot te reduceren.

Lees ook

Florida stemde tegen Bidens klimaatbeleid, en gaat gebukt onder steeds zwaardere orkanen

Een gescheurde Amerikaanse vlag wappert voor een huis, terwijl meubels die beschadigd zijn door de overstromingen van orkaan Helene opgestapeld langs de straat staan ​​te wachten tot ze worden opgehaald, ter voorbereiding op de komst van orkaan Milton, in Holmes Beach op Anna Maria Island, Florida, 8 oktober 2024.

Verstikkende maatregelen

Het afschaffen van „economie verstikkende” maatregelen is volgens Zeldin de bijdrage van het EPA aan „de gouden eeuw van Amerika’s succes” die president Donald Trump bij zijn inauguratie heeft beloofd. Hij repte in zijn videoboodschap met geen woord over de gevolgen voor het milieu. De nieuwe missie van het agentschap is volgens Zeldin het verlagen van de kosten van levensonderhoud: het moet goedkoper worden om een auto aan te schaffen, je huis te verwarmen of een bedrijf te beginnen.

Gina McCarthy, die het EPA leidde ten tijde van Obama, noemde in The New York Times de plannen van Zeldin „niet alleen een schande, maar een bedreiging voor ons allemaal. Het agentschap heeft volledig afstand gedaan van zijn missie om de gezondheid en het welzijn van Amerikanen te beschermen.” Deze koerswijziging is „waarvoor Trumps megadonoren van de olie-industrie hebben betaald”, zei de Democratische senator Sheldon Whitehouse. Zeldin heeft volgens hem in de hoorzitting over zijn benoeming „gelogen toen hij zei dat hij de wetenschap zou respecteren en zou luisteren naar de experts”.

Veel olie- en gasbedrijven vinden Zeldins plannen juist getuigen van „gezond verstand”. Een autolobbygroep verwacht dat de auto-industrie dankzij Zeldins voorstellen „wereldwijd concurrerend” blijft. En de Amerikaanse Kamer van Koophandel is blij dat bedrijven niet langer worden „verlamd door een ongekende aanval van regelgeving van de vorige regering, die bijdroeg aan hogere kosten voor gezinnen in het hele land”.

Eenvoudig zal het niet zijn om de regels snel af te schaffen. In Trumps eerste termijn als president is dat ook geprobeerd, maar destijds wisten milieuorganisaties met succes veel van de versoepelingen tegen te houden. Zeldin heeft dat zien aankomen en lijkt beter voorbereid. Hij wordt bovendien geholpen door het Hooggerechtshof. Dat draaide afgelopen zomer een veertig jaar oude wet terug die agentschappen als het EPA veel macht gaf om wetten te interpreteren en nieuwe maatregelen door te voeren. Die macht is door de conservatieve meerderheid in het Hooggerechtshof aan banden gelegd.

Lees ook

Van ‘climate change’ tot ‘pregnant person’ – de woorden die door Trump taboe zijn verklaard

Van ‘climate change’ tot ‘pregnant person’ – de woorden die door Trump taboe zijn verklaard

Toestemming Congres

Deze uitspraak van het hoogste Amerikaanse rechtscollege biedt volgens Zeldin aanknopingspunten voor snelle versoepelingen van milieuwetgeving. Zij bepaalde dat maatregelen van het EPA met grote economische gevolgen alleen kunnen worden doorgevoerd met toestemming van het Congres – wat volgens Zeldin betekent dat bestaande maatregelen die het EPA zonder steun van het Congres doorvoerde kunnen worden afgeschaft.

Omdat het EPA in 2009 eigenmachtig had geconcludeerd dat klimaatverandering een gevaar voor de volksgezondheid en het welzijn van Amerikanen was, kreeg het van president Obama de vrije hand om die uitspraak te vertalen naar klimaatbeleid, zonder bemoeienis van het Congres. Het agentschap gebruikte daarvoor de Clean Air Act, de wet op de schone lucht, om kolencentrales en de auto-industrie normen op te leggen voor de uitstoot van broeikasgassen. Zelfs voorstanders van een streng klimaatbeleid waarschuwden destijds dat de Clean Air Act daarvoor helemaal niet bedoeld was.

Als Zeldin dit juridische en politieke steekspel wint, krijgt hij waarschijnlijk te maken met weerstand in de Republikeinse partij zelf. Twee weken geleden vroeg een groep Republikeinse leden van het Huis van Afgevaardigden in staten die sterk profiteren van Bidens klimaatwet zich in een brief voorzichtig af of de maatregelen niet te snel worden genomen. Na Trumps energieplannen uitgebreid te hebben geprezen, waarschuwden ze voor economische ontwrichting als het oude beleid te snel overboord wordt gegooid. In hun brief pleiten ze dan ook voor een „gerichte en pragmatische” aanpak. Het is een advies dat Zeldin vermoedelijk in de wind zal slaan.


Europa’s herbewapening stuit nu al op Chinese restricties

Er ging een schokgolf door de markt toen China vorige maand de uitvoer van vijf metalen aan banden legde, maar Dennis Wijnants had het al weken zien aankomen. Als directeur van Metel, een importeur van hoogwaardige metalen in het Brabantse Drunen (met een omzet van 6 miljoen euro in 2024) belt hij dagelijks met zijn leveranciers in China. „We kregen van hen in januari een seintje dat het ging gebeuren”, vertelt hij telefonisch.

Wijnants levert metalen aan fabrieken in heel Europa – vaak aan de hightechindustrie en de medische sector, soms aan defensiebedrijven. Hij koopt rechtstreeks in bij de producenten in China: wolfraam, tantaal, molybdeen, niobium en titanium bij twee fabrieken in de provincie Jiangsu en nikkellegeringen in de buurt van Beijing. Nu de regering-Trump een brede handelsoorlog ontketent en China vindt dat het moet terugslaan, is Wijnants een van de eersten in Europa die op de hoogte is van China’s exportrestricties voor metalen.

Toen president Trump een heffing van 10 procent op alle Chinese goederen afkondigde, besloot China dat wolfraam, tellurium, molybdeen, bismut en indium alleen nog het land mogen verlaten als zij niet voor militaire doelen worden gebruikt. Om in termen van handelsoorlog te blijven, kun je zeggen dat dit een precisie-aanval is: er gaan geen enorme bedragen om in deze markten, maar het Chinese aandeel in de wereldhandel is onmisbaar. Vooral over wolfraam heerste „ongeloof”, schreef persbureau Bloomberg.

Dat komt door het enorm brede scala aan toepassingen van wolfraam. Omdat dit metaal het hoogste smeltpunt heeft van alle elementen, is het zeer hittebestendig. Als er koolstof aan wordt toegevoegd ontstaat wolfraamcarbide dat een van de hardste materialen op aarde is. Wolfraam is een krachtpatser, goed voor extreme omstandigheden.

Röntgenapparatuur en pantserstaal

Wolfraam wordt gebruikt voor de gloeidraad in halogeenlampen, voor boren in de olie- en gasindustrie, voor röntgenapparatuur, lasapparatuur, elektronenmicroscopen, de productie van halfgeleiders en zonnepanelen, in het hitteschild van ruimtevoertuigen en in de containers waarin de splijtstofstaven van kernreactoren worden opgeslagen. Daarnaast zijn er militaire toepassingen: het wordt toegevoegd aan raketgeleidingssystemen, aan staal om de bepantsering van tanks en andere voertuigen te versterken en aan de punten van kogels om de bepantsering van de vijand juist te doorboren. Het wordt gebruikt in gevechtsvliegtuigen, fregatten en onderzeeërs.

Wat China betreft zijn de onderlinge relaties in de wereld nu dermate verhard – kennelijk niet alleen met de VS, maar ook met Europa – dat het niet meer wil meewerken aan de militaire toepassing in andere landen. Directeur Wijnants: „We moeten nu voor elke partij wolfraam die we afnemen exact aangeven wat de eindgebruiker ermee gaat doen.” Metel verliest er geen klandizie door: toevallig hebben huidige klanten het alleen nodig voor civiel gebruik.

Meer Europese wapenproductie betekent ook dat Europa daar zelf de grondstoffen voor moet inkopen

Toch is de maatregel wel degelijk slecht nieuws voor Europa, nu het in allerijl wil herbewapenen om zich ook zonder Amerikaanse steun staande te houden tegenover Rusland. Dat behelst niet alleen 800 miljard euro aan extra uitgaven, maar ook een enorme uitbreiding van de Europese defensie-industrie. De Europese Commissie wil regeringsleiders op de Europese top deze donderdag een plan voorleggen voor „grootse investeringen gedurende langere tijd” in die industrie.

Volgens een conceptversie van het plan, ingezien door Politico, gaat het onder andere om luchtverdediging, munitie en raketten, artilleriesystemen en militaire mobiliteit. Als Europa dit allemaal zelf gaat maken, zal het er ook de grondstoffen voor moeten inkopen.

Wat wolfraam betreft wordt het goed zoeken naar aanbieders: het wegvallende Chinese wolfraam is goed voor 83 procent van de wereldwijde productie. Rusland en Noord-Korea, twee landen die voor Europa bij voorbaat uitgesloten zijn als leveranciers, zijn goed voor nog eens 5 procent. Blijven over Vietnam, Bolivia, Rwanda – dat omstreden is wegens de handel in bloedmineralen – en de kleine wolfraamlanden Spanje, Portugal en Oostenrijk. Op die plaatsen zullen alle landen die niet China zijn zich dus melden. Reden genoeg voor enige stress.

Europa weet al jaren dat de aanvoerketen kwetsbaar is, maar heeft geen alternatief

De Europese Commissie beseft al jaren dat de aanvoerketen kwetsbaar is. Wolfraam staat zowel op de lijst van kritieke grondstoffen (belangrijk voor de economie en snel schaars) als die van strategische grondstoffen, wat betekent dat ze ook van geopolitiek belang zijn. Het staat eveneens op de lijst van twaalf elementen die wat de NAVO betreft onmisbaar zijn voor de defensie-industrie. Toch is er nog geen volwaardig alternatief gevonden voor Chinees wolfraam.

Het kan nog een tandje erger, voorzien analisten. China kan Europa ook treffen door juist aan de importkant te morrelen. Dat zit zo. Sinds enkele jaren hanteert China een importheffing voor schroot dat wolfraam bevat, met als reden dat recycling ervan milieuvervuilend is. Als China die heffing intrekt, zou dat de toevoer van schroot richting China vergroten terwijl er minder wolfraam naar buiten mag. Waar Trump een handelsoorlog ontketent door heffingen op te leggen, zou China terugslaan door juist een heffing te schrappen en wolfraam te gaan hamsteren.

Een heel ander soort macht

Het Chinese optreden laat zien dat heffingen niet het enige, en misschien ook niet het sterkste wapen zijn in een handelsoorlog. Ze domineren de krantenkoppen omdat ze beurskoersen beïnvloeden en hele economieën treffen. Maar een land dat wordt aangevallen met heffingen kan reageren met contra-heffingen. De Chinese dominantie in grondstoffen geeft een heel ander soort macht.

Als de hele wereld wolfraam zoekt en China houdt de export ervan tegen, kan Europa daar weinig tegenover stellen. Nieuwe mijnen zijn niet zomaar gevonden. In Spanje is er een in ontwikkeling, maar die is voorlopig nog niet operationeel. Europa kan hoogstens de export van schroot dat wolfraam bevat verbieden.

Als de vijandelijkheden aanhouden, voorziet Wijnants al wat een volgende stap kan zijn. „Ik hoor uit China geluiden over titanium”, zegt hij. Mochten daar restricties op komen, dan heeft hij wellicht wél een probleem. Zijn bedrijf levert onder andere titanium aan de vliegtuigindustrie en aan ASML. „Niemand weet waar dit gaat eindigen. Als China de halfgeleidersector wil treffen, kan het verbieden dat wij titanium aan ASML leveren, terwijl onze verplichting aan ASML gewoon doorloopt.”

Wijnants heeft dan wel een alternatief: Japan. „We hebben ook een overeenkomst met een fabriek daar. Daar kunnen we op terugvallen, maar dan zitten we wel met de kosten. China is heel sterk in titanium én heel prijscompetititief.”

Naast de kosten is er nog een probleem. Japan delft zelf nauwelijks titaniumerts. Het koopt erts in het buitenland en bewerkt dat voor de industrie. China is wereldwijd ook de nummer één in titaniumwinning. Wijnants: „Veel van Japans basismateriaal komt toch weer uit China.”


Een Saoedische serie over metgezel van de profeet Mohammed leidt tot grote ophef

De naar verluidt duurste Arabische serie ooit gemaakt zorgt in het Midden-Oosten voor grote ophef. Het Saoedische Moe’awija, een zogenaamde ramadan-soap, is verboden in Irak en Iran en is onder meer in Egypte door islamitische geestelijken als zondig bestempeld.

Ramadan-televisie is een fenomeen in grote delen van het Midden-Oosten. Na een dag vasten en de rijke iftar-maaltijd buiken veel gezinnen uit voor de tv. Programmamakers spelen hierop in met soaps, thrillers en historische dramas met doorgaans dertig afleveringen. Kijkers worden zo de hele ramadanmaand bediend en blijven – zo is de hoop – dagelijks terugkomen.

Deze ramadan kunnen moslims kijken naar een serie over het leven van Moe’awija ibn Abi Soefjan, een metgezel van de profeet Mohammed, die in de zevende eeuw een centrale rol speelde in de opsplitsing van de islam in twee hoofdstromingen: het soennisme en het sjiisme. Een religieuze en politieke verdeling die tot de dag van vandaag stand houdt.

Iraakse autoriteiten vrezen dat de serie „sektarische onenigheid” aanwakkert

De Saoedische productie – inclusief pan-Arabische sterrencast – zou wel 100 miljoen dollar (92 miljoen euro) hebben gekost en had al tijdens de ramadan in 2023 op televisie moeten verschijnen. Dat de uitzending twee jaar werd uitgesteld, was volgens sommigen omdat Soedi-Arabië vreesde dat de serie zou leiden tot spanningen met Irak en Iran, landen met een sjiitische meerderheid.

Vertrouweling van Mohammed

Moe’awija was een tijdgenoot van Mohammed, die zich volgens de overlevering aanvankelijk verzette tegen de islam, maar tot inkeer kwam na Mohammeds verovering van de stad Mekka. Hij sloot zich aan bij de entourage van de profeet en werd diens secretaris.

Na de dood van Mohammed had Moe’awija een belangrijke rol in de verovering van Syrië. Kalief Oethman, de nieuwe islamitische leider, benoemde hem tot gouverneur van de regio. In 656 werd Oethman vermoord en brak een machtsstrijd uit. Moe’awija weigerde om Ali – de neef en schoonzoon van profeet Mohammed – te erkennen als kalief en trok tegen hem ten strijde tijdens de Eerste Fitna (successieoorlog). Twee jaar later eiste Moe’awija het kalifaat voor zichzelf op.

Veertien eeuwen later zien sjiieten (ongeveer 10 tot 15 procent van alle moslims) dit nog altijd als een groot onrecht. Anders dan de soennitische meerderheid beschouwen zij Ali als de rechtmatige opvolger van de profeet Mohammed. Dat Ali’s rivaal Moe’awija – binnen de sjiitische traditie een verguisd figuur – onderwerp is van een peperdure tv-serie, compleet met grootste veldslagen en spectaculaire decors, raakt bij veel sjiieten een gevoelige snaar.

Voor de media-autoriteiten in het sjiitische Iran was het reden om de serie te verbieden, de productie zou Moe’awaijas dynastie willen „witwassen”. Ook in Irak is de show niet legaal te zien. Het programma zou mogelijk „sektarische onenigheid uitlokken en zo een bedreiging zijn voor de maatschappelijke samenhang”, aldus de Iraakse autoriteiten.

In het voornamelijk soennitische Egypte doet de soap om andere redenen stof opwaaien. Het afbeelden van metgezellen van de profeet is „religieus onacceptabel”, aldus een geleerde aan het gezaghebbende islamitische instituut Al-Azhar in Caïro. Per fatwa heeft het instituut het kijken naar Moe’awaija verboden. Vooral gevoelig ligt een badscène waarbij Moe’awija, met omgeslagen handdoek, een massage krijgt van een concubine.

Lees ook

Ook in Gaza en Syrië begint de ramadan: op de ene plek in het puin, op de andere onder strengere regels

In Rafah eten Palestijnen tussen het puin.

Bikkelharde concurrentie

Moe’awaija is niet de enige ramadanserie die de afgelopen jaren voor opschudding zorgde. Controverse rondom ramadantelevisie is inmiddels een traditie op zich. Conservatieve religieuze leiders klagen vaak over het in hun ogen losbandige gedrag van personages, terwijl anderen meer moeite hebben met eventuele politieke ondertonen. Maatschappijkritiek is namelijk een vast onderdeel van veel ramadan-series. Zoals in het Egyptische Lam Shamsiya, dat deze ramadan te zien is en kindermishandeling aan de kaak stelt.

Van al die controverse liggen tv-producenten niet per se wakker. Via streamingdiensten en satelliettelevisie hebben kijkers toegang tot tientallen producties uit de Arabische wereld. Dat maakt de concurrentie bikkelhard. Een beetje ophef helpt dan om op te vallen.

Lees ook

Humor en zelfspot over de ramadan op de socials

Mahmut en Ali worden geïnterviewd door Nora Akachar Beeld NTR


Gevlucht voor het geweld in Syrië. ‘Ze riepen dat we varkens waren’

Onder het getsjirp van vogels dringen tientallen mensen samen in de tuin van de dorpsmoskee in het Noord-Libanese dorpje Hissa. „Ik heb ze gezien, ze slachtten iedereen af!” roept iemand. „Vrouwen, kinderen, iedereen”, zegt een ander.

Samira – haar achternaam wil ze niet geven – vertelt hoe ze halsoverkop Syrië ontvluchtte tijdens de recente geweldsuitbarsting tegen onder meer de alawitische minderheid in het land. Ze draagt haar pyjama en pantoffels nog. „Ik was thuis en hoorde geschreeuw. De militanten waren allemaal gemaskerd. Ze staken huizen in brand, doodden mensen overal en verminkten lichamen.” Samira verblijft nu al dagen in de moskee met haar zus en hun beide kinderen. Hun ouders en veel buren zijn achtergebleven in de Syrische stad Hama, ongeveer honderd kilometer noordelijker.

Een vluchteling uit Syrië toont zelfgemaakte beelden van het geweld in zijn land.
Foto Raghed Waked

Ook Mounir is nog niet van de schok bekomen. De vijftiger, met een petje op, is vanochtend vroeg aangekomen in Hissa, nadat hij zijn huis in de provincie Tartous was ontvlucht. „Groepen als Daesh (Islamitische Staat) en HTS reden de straten binnen en schoten mensen dood. Ze riepen dat we varkens waren en dwongen mannen op de grond te liggen en te blaffen als honden.” Hij vreest dat dit slechts het begin is van een lange reeks gewelddaden tegen alawieten in Syrië. „Het ergste moet nog komen”, zegt Mounir. In Ahmad al-Sharaa, de nieuwe president van Syrië, heeft hij geen enkel vertrouwen.

Burgemeester Mohammad Husein zegt dat het dorp, waar soennieten en Libanese alawieten samenleven, de nieuwe vluchtelingen hartelijk heeft ontvangen. „Mensen vangen ze op in hun eigen huizen of winkels, ze brengen eten uit hun eigen voorraad. Maar er blijven elke dag nieuwe mensen aankomen, dit kunnen we niet lang volhouden.” Het Libanese Rode Kruis heeft matrassen en dekens gebracht. VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zegt samen met organisaties als het Wereldvoedselprogramma te zijn begonnen met hulpverlening in Noord-Libanon.

Burgemeester Mohammad Husein van Hissa.
Foto Raghed Waked

Nostalgie naar Assad

Ondanks de pogingen van veel Syriërs en de nieuwe autoriteiten in Damascus om eenheid en verzoening te bevorderen, is Syrië toch opgeschrikt door de nieuwe golf van geweld. De directe aanleiding was de moord op een groep regeringsmilitairen door loyalisten van het oude Assad-regime. In reactie hierop stuurde de regering versterkingen uit het hele land, wat leidde tot een gewelddadige escalatie en confrontaties in regio’s als Homs, Hama, Tartous en Latakia.

Volgens het Syrian Network for Human Rights, een mensenrechtenorganisatie die het geweld nauwkeurig verifieert, zijn ruim duizend mensen buitenechtelijk geëxecuteerd. Opvallend is dat zowel pro-Assad-groepen als extremistische groeperingen die zich recent bij het regeringsleger hebben aangesloten, verantwoordelijk zouden zijn voor honderden burgerslachtoffers, met name onder alawieten. De eersten lijken vooral uit te zijn op destabilisatie, terwijl de extremisten waarschijnlijk handelden uit wraak.

De geweldsuitbarsting lijkt een lang gevreesde echo van de verdeel-en-heerspolitiek van oud-dictator Bashar al-Assad. Hij behoorde tot de alawitische gemeenschap, die oververtegenwoordigd was onder zijn aanhangers, en profileerde zich als beschermheer van minderheden terwijl hij zich vaak tegen soennitische moslims keerde. Toch leefde het grootst deel van de alawitische bevolking in armoede en liep zij het risico net zo hard afgestraft te worden bij desertie als andere Syriërs.

Lees ook

Angst in Damascus voor meer sektarisch geweld tegen alawieten: ‘Op straat liggen dode vrouwen en kinderen’

Demonstranten in Damascus protesteren tegen het sektarische geweld.

Sommige vluchtelingen kijken nu met nostalgie terug op hun leven onder Assad en zien de moordpartijen van afgelopen week zelfs als bevestiging van het gelijk van zijn politiek. Een oud-militair, die onder Assad diende, zegt dat hij de nieuwe autoriteiten aanvankelijk het voordeel van de twijfel gaf, maar nu niet meer. „Ik was blij toen Assad viel. Ik hoopte op meer vrede, maar toen ze onze wapens afnamen hadden we niets meer om onszelf mee te verdedigen.”

Uit Syrië gevluchte kinderen in de moskee van Hissa.
Foto Raghed Waked

Soher, die met haar gezin uit Tartous is gevlucht en nu in het huis van een gastvrije familie in Ain el-Zeit verblijft, had ook liever gezien dat Assad was gebleven. De jonge moeder zit op haar knieën op de grond en houdt haar brabbelende zoontje vast. Ze zegt dat ze de afgelopen maanden mannen met zwarte vlaggen van Islamitische Staat in haar dorp Talkalakh heeft zien rondrijden. „Eerst zeiden ze dat ze naar ons dorp waren gekomen om ons te beschermen. Daarna begonnen ze ons lastig te vallen en doodden ze een onschuldige jongen.”

Door de onrust besloot Soher met haar gezin naar de stad Tartous te trekken. „We hoopten dat het daar veiliger was. Toen hoorden we van de eerste moorden door gewapende groepen. Ik dacht dat het misschien om mensen van Assads regime ging, maar toen duidelijk werd dat ook vrouwen en kinderen werden gedood, zijn we halsoverkop vertrokken.” Ze huilt. „Het was zo moeilijk met drie kleine kinderen.” Het jonge gezin rende de stad uit, de velden in, en liep urenlang totdat de grens met Libanon werd bereikt.

Libanese groepen

Dat de nieuwe stroom Syrische vluchtelingen nu vooral bestaat uit gemeenschappen die Assad in meer of mindere mate steunden, kan ook tot nieuwe spanningen in Libanon leiden. Verschillende Libanese groepen vochten tijdens de oorlog in Syrië mee aan verschillende zijden. De kans is groot dat zich onder de nieuwe vluchtelingen ook voormalig legerofficieren, hoge ambtenaren, gevangenisbewaarders of leden van Assads gewelddadige doodseskaders bevinden.

De 28-jarige Sleiman zegt fel dat het onder Assad „veilig” was in Syrië en dat er „geen sprake van sektarisme” was. „Het enige probleem was dat je niet over politiek moest praten.” Sleiman ontkent dat er onder het oude regime sprake was van extreem geweld. „De media hebben dat allemaal overdreven. Iedereen is wel eens gemarteld. Er waren misschien wat corrupte legerofficieren.”

Hij beweert verder dat „alle moslims” de alawieten en christenen willen verjagen en noemt hen zelfs „leugenaars” en „terroristen”. Het liefst zou Sleiman Syrië opgedeeld zien, zodat hij niet „onder moslims” hoeft te leven.

Mohammed al -Ammar in een Libanees vluchtelingenkamp in Akkar.
Vluchtelingen uit Syrië steken de Al Kabir-rivier over naar Libanon.
Foto’s Raghed Waked

Enkele dorpen verderop ligt een van de illegale grensovergangen in Noord-Libanon. Dit stukje grensgebied staat, in tegenstelling tot de rest, niet onder controle van Hezbollah, maar van verschillende clans en families. De onverharde weg leidt naar de bedding van de Al Kabir-rivier, waar taxi’s en een gebouwtje staan. Van dieren en voedsel tot aan drugs en mensen – hier wordt van alles over de grens heen en weer gesmokkeld. Op het wankele bruggetje over de rivier loopt een groepje mannen met lege plastic kooitjes Syrië in. Even later loopt een twintigtal mannen, vrouwen en kinderen over hetzelfde bruggetje Libanon binnen.

De familie komt uit Kamishli, een stad in het noordoosten van Syrië op de grens met Turkije. Ze zijn geen vluchtelingen, maar komen naar werk zoeken. De nieuwe president Al-Sharaa kan op hun steun rekenen. Ze tonen begrip voor het geweld tegen alawitische burgers. „Dit is wraak voor wat zij ons jarenlang hebben aangedaan. Bovendien begonnen zij eerst met het doden van onze regeringssoldaten.”

De recente geweldsuitbarsting en de nieuwe vluchtelingenstroom laten zien hoe diep de wonden in Syrië zijn. Er heerst veel wrok, woede en wantrouwen, sommige gemeenschappen leefden in compleet verschillende realiteiten en zijn decennialang tegen elkaar opgezet. Hoewel Al-Sharaa na de gewelddadigheden meteen aankondigde een commissie op te zetten die onderzoek moet doen naar de recente gebeurtenissen, heeft het vertrouwen in regeringstroepen voor veel Syriërs een flinke deuk opgelopen.

De 42-jarige Mohammed al-Ammar, een Syriër die al 14 jaar in een vluchtelingenkamp in Akkar woont, vindt de recente gebeurtenissen verschrikkelijk. „We staan achter de nieuwe regering, maar hier zaten heel veel onschuldige mensen tussen. Wat hebben die kinderen misdaan?” Wraakacties ziet hij als het laatste wat Syrië nu nodig heeft. „Gelijkwaardigheid en vergeving zijn de enige oplossingen om opnieuw te kunnen beginnen.”

Lees ook

Zit achter het geweld in Syrië wraaklust? En zes andere vragen over de moordpartijen in de kustregio

Nabestaanden rouwen zondag in het Syrische Qamishli tijdens de begrafenis van Shinda Kisho, die omkwam bij geweld in Latakia.