EU schort deel sancties Syrië op om de ontwikkeling van het land een kans te geven

Sancties zijn een favoriet diplomatiek instrument van de Europese Unie. Maandag besloten de lidstaten een deel van de sancties voor Syrië op te schorten om de ontwikkeling van het land een kans te geven, terwijl sancties voor Rusland werden verlengd. Dat laatste gebeurde na een bijna traditioneel politiek gevecht met Hongarije, waarin president Donald Trump een onverwachte bijrol speelde.

De Europese ministers van Buitenlandse Zaken spraken op hun eerste bijeenkomst sinds de inauguratie ook over de omgang met de nieuwe Amerikaanse president. „We zien allemaal dat Trump niet denkt in termen van verdragen en vrijhandel”, zei minister Caspar Veldkamp (NSC) na afloop, „maar in termen van macht, machtsuitoefening en machtsblokken en dat we ons daartoe moeten verhouden.”

Ook is het volgens Veldkamp duidelijk „dat het niet effectief zou zijn als we op elke uitspraak van ieder lid van de Amerikaanse regering reageren, maar dat we kijken welke uitspraken omgezet worden in beleid en dan kijken waar onze belangen liggen”.

Europa, zei EU-Buitenlandchef Kaja Kallas, moet net als Trump denken in transacties. In onderhandelingen staat Europa niet met lege handen, onderstreepte ze: de Verenigde Staten hebben belangen in Europa.

Over Trumps interesse in Groenland wilde ze niet veel kwijt, behalve dat de EU-lidstaten altijd een lidstaat met problemen terzijde zullen staan. Veldkamp sprak vorige week met zijn Deense collega, onder andere over Groenland. Denemarken, zeggen diplomaten, wil de discussie met het Witte Huis nu niet met grote Europese gebaren belasten.

Protest Hongarije

Hongarije had in de aanloop naar de bijeenkomst – weer eens – alle aandacht naar zich toe getrokken. De sancties die de EU Rusland heeft opgelegd als antwoord op de grootschalige inval in Oekraïne moeten elk halfjaar verlengd worden.

Hongarije was zwaar onder druk gezet om het sanctiebouwwerk niet te torpederen

Hongarije had ook nu weer protest aangetekend, omdat zijn energie-zekerheid in het geding zou zijn. Om in te kunnen stemmen met de verlenging van de sancties zou Kyiv weer de doorvoer van Russisch gas moeten toestaan. Sinds 1 januari krijgt Hongarije geen leveringen meer van Russisch gas via Oekraïne. Kyiv heeft het contract met Rusland niet verlengd, omdat Moskou inkomsten ontving voor de leveringen.

Maandag was de kou snel uit de lucht. Boedapest nam rap genoegen met een verklaring over het belang van energievoorziening. De verklaring is, aldus een Europese diplomaat, algemeen en bevat voor de EU vrijwel geen verplichtingen. De lidstaten hadden daarom geen probleem met deze ‘concessie’. Op de vraag of de verklaring eigenlijk iets te betekenen had, antwoordde Kalas droogjes: „Het had betekenis voor Hongarije, dus was het van belang.”

Hongarije was zwaar onder druk gezet om het sanctiebouwwerk niet te torpederen. De Poolse premier Donald Tusk maakte héél duidelijk wat er op het spel stond: „Als Orbán werkelijk de Europese sancties blokkeert op dit cruciale moment in de oorlog is het duidelijk dat hij in dit grote spel over de veiligheid en toekomst van Europa in Poetins team speelt en niet in ons team. Dat kan niet zonder gevolgen blijven.”

Trump-probleempje

Daarnaast had Orbán onverwachts ook een Trump-probleempje. Terwijl hij steeds weer verzet aantekent tegen Rusland-sancties zei zijn politieke maatje in het Witte Huis opeens dat sancties tegen Rusland opgeschroefd moeten worden.

De EU komt het nieuwe regime in Syrië tegemoet door stap voor stap een aantal sancties op te schorten. Het gaat onder andere om sancties in de financiële sector, het transport en de energiesector. Kallas: „De toekomst van Syrië is fragiel, maar hoopvol. Als het regime goede stappen zet, willen wij dat ook doen.”

Het nieuwe regime moet bijvoorbeeld bewijzen dat rechten van minderheden en vrouwen gerespecteerd worden. Minister Veldkamp onderstreepte dat sancties ook weer opnieuw van kracht kunnen worden „als het regime een afslag neemt die wij niet willen”.

Het wapenembargo tegen Syrië blijft van kracht evenals de sancties op personen uit de kring van de verjaagde dictator Assad. Ook de sancties tegen de islamitische Hayat Tahrir al-Sham (HTS) die Assad verdreef, blijven geldig. Details over de ‘routekaart’ voor het verlichten van de sancties waren nog schaars. De ministers namen een algemeen politiek besluit, de invulling volgt later.


Hoewel de nood hoog blijft, korten Europese landen flink op ontwikkelingshulp

Minister van Ontwikkelingshulp Reinette Klever (PVV) had een „hele duidelijke boodschap” tijdens haar eerste bezoek aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september, vertelt ze in een video op socialemediumplatform Linkedin: „Wij bezuinigen op ontwikkelingshulp”, oplopend tot structureel 2,4 miljard euro per jaar vanaf 2027.

Maar hoewel de bezuinigingen van Klever wellicht opvallen door hun omvang, is Nederland niet uniek. Een groot aantal Europese landen beknibbelt namelijk op internationale armoedebestrijding en andere hulp over de grens.

Daarmee raken die landen steeds verder verwijderd van de binnen de Verenigde Naties afgesproken norm om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen (bni) te besteden aan ontwikkelingshulp. Zo liet het Verenigd Koninkrijk onder premier Boris Johnson de VN-norm los en zakte naar 0,5 procent van het bni. De huidige Labour-regering houdt daar voorlopig aan vast. Ook Finland, Zweden en de Europese Unie hebben hun hulp teruggeschroefd.

Hulp in plaats van samenwerking

In Nederland was al voor de eerste werkdag van minister Klever duidelijk dat er grote veranderingen op komst waren. Ze zou namelijk expliciet geen minister van Ontwikkelingssamenwerking worden: voor het eerst in een halve eeuw spreekt Nederland weer van ontwikkelingshulp.

chart visualization

Hoewel Frankrijk in 2021 in de wet verankerde om de VN-norm vanaf 2025 te halen, raakt dat doel door nieuwe bezuinigingen juist verder uit zicht. Eind vorig jaar presenteerde de Franse regering een begroting voor 2025 die het budget voor ontwikkelingshulp zou doen slinken naar iets meer dan twee derde ten opzichte van 2022. Die begroting sneuvelde. De vraag is hoe ontwikkelingshulp het eraf gaat brengen in het begrotingsvoorstel van de nieuwe Franse regering. Ook daarin wordt bezuinigd.

Naast de krapte in de begroting, hebben de Franse bezuinigingen ook een meer politieke oorzaak, zegt Alan Anic, campagnemanager van hulporganisatie Oxfam in Frankrijk. „Ontwikkelingshulp is de nieuwe obsessie van radicaal-rechts”, zegt Anic. „Ze zetten burgers op tegen de armste mensen in de wereld. Terwijl de rijken in de wereld alleen maar rijker werden.”

Een groot aantal Europese landen raakt steeds verder verwijderd van de norm om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen te besteden aan ontwikkelingshulp

Ook in Duitsland is ontwikkelingshulp een van de eerste kostenposten die het moeten ontgelden bij het inperken van de overheidsuitgaven. Zo gaf Duitsland als grootste Europese donor in 2022 nog 0,85 procent van het bni uit aan ontwikkelingshulp, dat zakte naar onder de 0,7 procent in 2024. Die bezuiniging is onder meer veroorzaakt door de stagnerende economie, een begrotingscrisis en het Duitse herbewapenen na de Russische inval van Oekraïne.

‘Amerikaanse belangen’

Mogelijk moet de grootste klap voor internationale ontwikkelingshulp nog komen. Op zijn eerste dag als president tekende Donald Trump een decreet waarmee hij de Amerikaanse ontwikkelingshulp negentig dagen opschort. In die tijd zal worden gekeken of uitgaven „Amerikaanse belangen” wel dienen. Het effect voor reeds toegewezen hulp is nog niet duidelijk.

Tijdens zijn eerste termijn probeerde Trump meermaals te snijden in Amerikaanse ontwikkelingshulp. Hij stelde bijvoorbeeld een bezuiniging van 21 procent voor bij de begroting voor 2021. Toentertijd ging het Congres daar niet in mee, maar Trump zal deze keer naar verwachting minder politieke weerstand ondervinden. De Republikeinen hebben het voor het zeggen in zowel het Huis als de Senaat, en Trump heeft meer grip op de partij dan ooit tevoren. Daarbij reageerde Elon Musk – door Trump aangewezen om te snoeien in overheidsuitgaven – positief op het idee om Amerikaanse bijdragen aan ontwikkelingshulp volledig af te schaffen.

Onder president Joe Biden stegen die bijdragen juist flink, van 38 miljard dollar in 2020 naar 63 miljard in 2024. Die toename is voor een groot deel te danken aan Amerikaanse (non-militaire) steun aan Oekraïne. Hoewel de Amerikanen slechts 0,24 procent van hun bni aan ontwikkelingshulp uitgeven, maakt de grootte van hun economie dat ze volgens de telling van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) de grootste donor ter wereld zijn. De afgelopen vijf jaar financierden de Amerikanen volgens de VN maar liefst 38 procent van alle wereldwijde humanitaire hulp.

Naast de huidige dip in Europese uitgaven komt er ook minder geld terecht in ontwikkelingslanden. In 2022 ging slechts 22,5 procent van het budget naar de vijftig armste landen, bijna 8 procent minder dan tien jaar daarvoor. Europese landen gaven meer geld uit aan hulp aan Oekraïne en opvang van asielzoekers in eigen land (dat deels als ontwikkelingshulp mag worden meegeteld).

Noden niet minder

Omdat Europese landen tot de grootste gevers van ontwikkelingshulp horen, hebben bezuinigingen al snel grote gevolgen. Zo blijkt uit een onderzoek van een Britse parlementaire commissie dat alleen al de bezuinigingen in het VK ertoe leiden dat in Zuid-Soedan „27.000 acuut ondervoede kinderen geen medische hulp krijgen”. Van die kinderen zouden er drieduizend kunnen sterven. In Jemen, een andere grote ontvanger van Britse hulp, lopen een „half miljoen vrouwen en kinderen gezondheidszorg mis”.

„De noden worden niet minder”, zegt Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „De afgelopen jaren zijn er enorme crisishaarden geweest: Syrië, Jemen, Oekraïne, Soedan. Daarnaast veroorzaakt klimaatverandering meer droogte en overstromingen.” De internationale trend om te bezuinigingen baart Hilhorst daarom zorgen. Ze ziet een verschuiving. „Duitsland komt bijvoorbeeld met verregaande bezuinigingen op humanitaire hulp, terwijl het vroeger altijd een van de grootste spelers was bij het verlenen van hulp tijdens rampen.”


‘Als Oekraïne zichzelf niet had verdedigd, zag Europa er nu heel anders uit. Jullie defensiebudget zou al op 6 procent liggen’

Drie dagen is de Amerikaanse historicus Timothy Snyder op Nederlandse bodem en hij raast van interview naar interview. Zoals hij dat vorige week deed op het World Economic Forum in Davos. De hoogleraar geschiedenis aan Yale, schrijver van Bloodlands (2010), On Tyranny (2017) en meest recent On Freedom (2024), komt tijd tekort. Zijn gedetailleerde kennis van de (Oost-)Europese en Amerikaanse geschiedenis, én de diepgang van zijn essays over de toestand van de wereld maken van hem bijna een orakel waar iedereen te rade gaat. Als hij op zaterdag in de lobby van het Novotel in Den Haag hoort dat hij nóg een interview moet geven, krimpt hij bijna fysiek ineen. Dan vermant hij zich.

De eerste week van de tweede Trump-termijn ligt net achter ons. Bij zijn aanpak van shock and awe op het terrein van migratie, handel en landsbestuur viel op dat hij niet meteen zijn pijlen richtte op de militaire steun aan Oekraïne in zijn strijd tegen Poetins Rusland. Wat verwacht Snyder voor Oekraïne nu Trump terug is in het Witte Huis?

„Niemand kan zeggen wat Trump gaat doen, ook hijzelf niet. Buiten de VS gelooft niemand dat Trump weet hoe hij de Amerikaanse macht in de wereld moet inzetten. Poetin wordt niet bang van een tweet. Het enige wat hem zorgen kan baren, is als Trump daadwerkelijk macht uitoefent. Wil Trump de oorlog beëindigen, dan zal hij zichzelf moeten veranderen van een sterke man op tv tot een sterke man in de echte wereld, en dat is iets heel anders.

„Het tweede punt: Trump en zijn volgelingen zijn aan de macht gekomen met de missie om de Amerikaanse overheid te ontmantelen. Daarom zijn ze direct begonnen met het wegsturen van de leidinggevenden op de ministeries. Veel van onze topdiplomaten hebben ontslag genomen. Je kunt geen staatsmacht ontplooien als je bezig bent de staat af te breken.”

Lees ook

Aan het front in Oekraïne is Trumps belofte van een einde aan de oorlog ver weg. ‘Ik ruik de vrede nog niet’

Medisch personeel van de 38ste Afzonderlijke Mariniersbrigade brengen een gewonde militair naar binnen in een stabilisatiepunt in de regio rond Pokrovsk.

Wat zou Oekraïne kunnen hebben aan een staakt-het-vuren dat Trump afdwingt? Dan zal Rusland ongetwijfeld de bezette gebieden mogen houden.

„Maak niet de vergissing om te denken dat Trump persoonlijk de macht heeft om vrede te brengen in Oekraïne. Hij kan de Russen niet dwingen te stoppen met vechten. Hij kan de Oekraïners niet dwingen te stoppen met vechten. De Oekraïners beslissen uiteindelijk zelf of ze willen stoppen. Het enige wat Trump kan doen is de machtsbalans veranderen, zodat de kans groter wordt dat Rusland stopt. We moeten de wereld van Trumps fantasieën niet verwarren met de wereld van de echte machtspolitiek.”

Hij kan wel de militaire steun aan Oekraïne beëindigen.

„Maar ook dat betekent niet het einde van de oorlog. Als iemand op straat in elkaar wordt geslagen kun je het gevecht niet beëindigen door zijn armen op zijn rug te houden. Want dan gaat de aanvaller gewoon door.

Als Trump een situatie creëert waarin Rusland meer grondgebied bezet en meer burgers doodt en martelt, dan zal niemand zeggen: wat een geweldige vrede

„De regering van Joe Biden heeft de afgelopen zes maanden goed werk verricht met de bevoorrading van Oekraïne, en in elk geval een deel van Europa zal de militaire hulp aan Oekraïne de komende zes maanden opschroeven.

„Als de Amerikaanse wapensteun stopt, dan zou het resultaat zijn dat Rusland meer Oekraïens grondgebied inneemt. Dat betekent meer gruwelijkheden, meer oorlogsmisdaden. Op zichzelf al afschuwelijk genoeg.

„Verplaats je even in Trump. Zijn enige motief om de oorlog te beëindigen, voor zover we weten, is dat hij persoonlijke erkenning wil als vredestichter. Als hij een situatie creëert waarin Rusland meer grondgebied bezet en meer burgers doodt en martelt, dan zal niemand zeggen: wat een geweldige vrede. Dus zelfs als hij alleen aan zijn eigen belang denkt, dan werkt zulk beleid niet in zijn voordeel. Dat wil trouwens niet zeggen dat hij dat niet gaat dóén.”

Op de eerste dag van zijn presidentschap verleende Trump gratie aan de mensen die op 6 januari 2021 het Capitool bestormden. Trump noemt dat nu ‘een dag van liefde’. De Republikeinen laten nu onderzoek doen naar de vórige parlementaire commissie die de bestorming onderzocht en concludeerde dat Trump had aangezet tot de opstand.

Voor een historicus als u moet het pijnlijk zijn dat gepoogd wordt de geschiedenis te herschrijven.

„Trump heeft niet de macht om de geschiedenis te herschrijven, maar ik begrijp wat u bedoelt. Onderzoekers zelf aan onderzoek blootstellen: dat is wat autoritaire regimes tegenwoordig doen. De vorige Poolse regering deed dat ook. Het vertroebelt de werkelijkheid, en er gaat een afschrikwekkende werking van uit.”

„De vrijlating van de gevangenen heeft twee duidelijke gevolgen. Het ondermijnt de rechtsstaat, want dit was geen gratie voor één of twee mensen, maar voor vijftienhonderd mensen die een van de grootste misdaden hebben begaan uit de recente geschiedenis van de VS.

„Bovendien zegt Trump hiermee: als je voor mij de wet overtreedt, dan ga je vrijuit. Iedereen die de Europese geschiedenis kent, weet: zo bouw je een fascistisch regime op. Aan de ene kant heb je de politie, aan de andere kant stormtroepen die het vuile werk opknappen. Uiteindelijk worden ze samengevoegd.”

U noemt Trump een fascist, en we weten dat er in de jaren veertig oorlogvoering aan te pas kwam om het fascisme te verslaan. Met woorden lukte dat niet. Hoe zal dat in de VS gaan?

„Ja, het fascisme kan worden verslagen. Maar dat vereist mensen met verbeelding en een vooruitziende blik, die problemen niet uit de weg gaan. Er zijn genoeg voorbeelden van rechts-autoritaire leiders die nooit aan de macht kwamen. Er zijn landen die een tijdje de ene kant opgingen, en daarna weer de andere. Hitler werd pas tegengehouden in mei 1945, maar de Duitsers hadden hem ook in mei 1933 kunnen stoppen.”

Zoals Mitch McConnell Trump in 2021 had kunnen stoppen in de senaat. Maar hij besloot de impeachment-procedure niet te steunen.

„Trump had op verschillende momenten kunnen worden tegengehouden. Als president Obama in 2016 de Russische inmenging in de verkiezingen serieus had genomen, waarschijnlijk. Maar hij en zijn adviseurs dachten dat Hillary Clinton toch wel zou winnen. Als in 2020 meer Republikeinen iets meer ruggengraat hadden getoond, had Trump zijn politieke carrière nooit meer kunnen herstarten. Dat betekent trouwens niet dat hij nu niet meer kan worden gestopt.”

In uw boeken gebruikt u woorden als ‘patriot’ en ‘vrijheid’. Trumps aanhangers gebruiken die ook, maar met een heel andere betekenis. Hoe overtuig je de helft van je landgenoten die de werkelijkheid compleet omdraaien?

„Je moet het in elk geval proberen. Ik schreef Over vrijheid omdat ik zag dat er een conceptueel verschil bestaat in ideeën over vrijheid. In de Amerikaanse cultuur is vrijheid vaak het wegwerken van barrières, opdat jouw eigen handelen op geen enkele manier wordt begrensd. Als je denkt dat dit vrijheid is, is het al snel de out-law die de held wordt.

„Trump won dat debat over vrijheid in november, maar op het nippertje. Hij haalde geen 50 procent van de stemmen. Bij een normale verkiezing in een normaal bestel was er een tweede ronde gekomen. Kamala Harris had die in dat geval gewonnen. Opnieuw had Trump ongelooflijk veel geluk.

„Maar hij won. Dus je moet nieuwe argumenten vinden, zoals: kijk naar de chaos die deze mensen creëren, kijk naar de oligarchie die zij hebben gecreëerd, naar alle tegenstrijdigheden en de gebroken beloften. Zie hoe wij vijanden maken in de hele wereld, en dat mensen ons als zwak zien in plaats van sterk. Ik zeg niet dat het gemakkelijk is, maar je moet vechten tegen je eigen moedeloosheid.”

U kent Oekraïne goed en u bent onder meer een fondsenwervingsactie begonnen om het land te helpen. Hoe zullen historici terugkijken op wat Oekraïne heeft bereikt tegen Rusland?

„In puur militaire termen is het moeilijk om in de 21ste eeuw een indrukwekkender prestatie aan te wijzen. De Oekraïners presteren boven alle verwachtingen. Ze maken nieuwe wapens of gebruiken bekende wapens op nieuwe manieren.

„Hun belangrijkste bijdrage ligt in het politieke domein. Als Oekraïne zichzelf niet had verdedigd, had Europa er heel anders uitgezien, de rest van de wereld ook. Jullie defensiebudget zou al op 6 procent liggen. Jullie welvaartsstaten zouden onder druk staan. Grote aantallen jonge mannen en vrouwen zouden langs de grenzen aan oostflanken van de NAVO zijn gestationeerd. Middelgrote landen in de hele wereld, ook in Europa, zouden eigen kernwapens ontwikkelen.

Democratie is niet alleen een kwestie van verkiezingen om de twee of vier jaar. Democratie is een kwestie van geloven dat het een beter systeem is dan de alternatieven, en je daarvoor inzetten

„De Oekraïners hebben het leven gemakkelijker gemaakt voor iedereen. En als je het gemakkelijker maakt voor de rest, krijg je daar kennelijk niet de erkenning voor, of de aandacht die je verdient. Als je mensen bedreigt, zoals Trump doet, dán krijg je de hele tijd aandacht.

„Onvoldoende mensen leggen het verband tussen Oekraïne en Syrië. Doordat de Russen hun luchtmacht en militair materieel uit Syrië overplaatsten naar Oekraïne, maakten de Oekraïners het voor de Syriërs mogelijk om Assad uit het land te jagen. Het zoveelste feit waarvoor de Oekraïners geen erkenning krijgen.”

Hoe belangrijk was de persoonlijke beslissing van president Zelensky om in zijn land te blijven?

„Zijn besluit laat zien hoe belangrijk moreel engagement is. Toen ik hem sprak, schilderde hij zichzelf bepaald niet af als de eenzame held. Hij bleef, onderstreepte hij, omdat hij verwachtte dat ándere mensen zouden blijven. En andere mensen verwachtten dat híj zou blijven.

„Democratie is niet alleen een kwestie van verkiezingen om de twee of vier jaar. Democratie is een kwestie van geloven dat het een beter systeem is dan de alternatieven, en je daarvoor inzetten. Als Rusland een stad inneemt, worden er meteen mensen gedood en gemarteld. Het verschil tussen democratie of autoritaire overheersing is bliksemsnel te zien. Het gebeurt, pats, voor hun neus.

„Dit kan ons leren te herkennen wat er op het spel staat. Bij ons gaat het proces nog in slow motion. En dus hebben we meer tijd om ons aan te passen. We kunnen leren hoe we ons ertegen moeten verzetten. Ik zeg niet dat we die les daadwerkelijk trekken, maar dat zouden we kúnnen.”

Lijken wij op de spreekwoordelijke kikkers in langzaam opwarmend water?

„Ik denk eerlijk gezegd dat wij dommer zijn dan de kikkers. De kikkers springen heus uit de pan, hoor. Deze vergelijking is altijd oneerlijk geweest tegenover kikkers.”

U heeft vanaf het begin van de oorlog gezegd dat het op de lange termijn veel goedkoper is om Oekraïne nu te steunen.

„Als je de steun aan Oekraïners beëindigt, zul je nucleaire proliferatie krijgen, dat is niet goed voor Europa. Verder zal China hoogstwaarschijnlijk achter Taiwan aangaan, wat vermoedelijk een groot conflict oplevert. Dit betekent het einde van het idee van soevereine staten, dat aan de basis ligt van de Europese integratie en van het internationale recht. Je komt dan in een wereld van machtspolitiek. Dit is een test.

Lees ook

Historicus Timothy Snyder houdt een sterk pleidooi voor een progressief idee van vrijheid

Timothy Snyder neemt deel aan een debat in Kharkiv, Oekraïne, in september 2024.

„De EU is een alternatief voor de grote machtspolitiek. Maar als Rusland erin slaagt Oekraïne te vernietigen, lijkt dat model belachelijk vergeleken met de zware machtspolitiek van China en Rusland. En misschien de VS die grondgebied gaan veroveren.

„En nog iets, als je Oekraïne loslaat, dan krijg je een ander Rusland tegenover je.”

Wat bedoelt u?

„Op het Oekraïense grondgebied dat Rusland bezet houdt, worden alle jongemannen gedwongen te vechten, tot ze sterven, tegen Oekraïne. Als de Russen meer veroveren, gaat dat proces verder. Dat geldt ook voor de overname van Oekraïense grondstoffen, de landbouw. Oekraïne is de derde of vierde landbouwmacht in de wereld. Rusland ontvoert Oekraïense kinderen en brengt die naar Russische families. Later zullen zij naar het front worden gestuurd, in Oekraïne of elders.

„Om terug te komen op de kosten: in termen van het bruto nationaal product geven de Amerikanen en de Europeanen ruwweg 0,1 procent uit om Oekraïne te helpen. Met 0,2 procent zit je al in een volkomen andere wereld, veel veiliger. Met die extra investering breng je niet ineens je welvaartsstaat om zeep.”

Hebben Europese landen voldoende in de gaten hoe gevaarlijk dit is?

„Dat verschilt per land. De Esten hebben het door, de Letten, de Litouwers, de Scandinaviërs, de Polen misschien. Maar niet genoeg. Ik denk dat ons voorstellingsvermogen tekortschiet. En er is die gewoonte om altijd weer op de VS te leunen. Het gebrek aan urgentie is een beetje ontmoedigend. Maar een aantal Europese leiders begrijpt dit heel goed. Ze doen hun best.”


Syriërs worden online de stuipen op het lijf gejaagd, dus komen er in Libanon alleen maar méér vluchtelingen bij

‘Ik heb zo lang gewacht, mijn vreugde is onbeschrijflijk”, zegt Yasmin Muhammad. De Syrische vrouw woont met haar gezin in een van de honderden vluchtelingenkampen in Libanon. Nu het Syrische regime van Bashar al-Assad is gevallen, zou ze niets liever willen dan terugkeren naar haar vaderland. „Iedere Syriër wil met opgeheven hoofd terug”, zegt ze. „Ik ben Libanon dankbaar dat ze ons hebben opgevangen.” Maar Muhammad denkt niet dat ze al snel terug kan. „Ons huis in Syrië is verwoest, we hebben niets om naar toe te gaan.”

Veel Libanezen kunnen niet wachten totdat Syriërs als Muhammad hun overvolle land verlaten. De val van Assad, afgelopen december, werd niet voor niets ook door Libanezen volop gevierd. Maar onder de ruim één miljoen Syrische vluchtelingen is vooralsnog weinig animo om terug te keren. In de eerste maand na de val van Assad vertrokken slechts tienduizend Syriërs, aldus cijfers van het Libanese ministerie van Binnenlandse Zaken.

Volgens migratieonderzoeker Jasmin Diab kijken de meeste Syriërs de kat uit de boom, en zullen ze dat voorlopig ook blijven doen. „Politiek en vooral humanitair is het nog niet stabiel in Syrië. We weten over enkele maanden pas hoe duurzaam de situatie is en of mensen ook in Syrië blijven of misschien juist weer terugkeren naar Libanon.”

Intussen lijkt Libanon er wel een nieuwe groep vluchtelingen bij te hebben gekregen. Nadat Assad op 8 december vluchtte en oppositiegroepen onder leiding van Hayat Tahrir al-Sham (HTS) de leiding overnamen, zouden volgens de Libanese autoriteiten zeker 66.000 Syriërs de grens zijn overgestoken. Deels gaat het om Assad-aanhangers die wraak vrezen, deels om Syriërs die behoren tot religieuze minderheden en twijfelen aan de boodschap van tolerantie van de nieuwe machthebbers in Syrië.

Lees ook

Nieuwe leider van Syrië bespeelt de media behendig zonder het achterste van zijn tong te laten zien

De Syrische leider Ahmed al-Sharaa staat op 23 december de pers te woord.Foto Ammar Awad/Reuters

Op de vlucht

De Syrische Mohammed zit op de bank van zijn vriend Faisal Touame in een zuidelijke wijk van Beiroet. Hij komt uit de omgeving van Aleppo, en sloeg op de vlucht voor de oprukkende rebellen. „Eerst dachten we nog dat het wel los zou lopen, en dat het Syrische leger de steden zou verdedigen. Daarna vluchtte ik naar Damascus, en toen ze dat innamen, ben ik naar Libanon gegaan.”

Mohammed zegt dat hij niets met Assads regime te maken had. En natuurlijk, zegt hij, is het mooi dat het gevallen is. Maar hij is nu vooral bang voor sektarisch geweld tegen minderheden in het land waar de overgrote meerderheid van de bevolking soennitisch moslim is. De rebellen hebben op hun bevrijdingstocht volgens hem veel kapotgemaakt. Hij wijst op wraakacties tegen alawieten, een religieuze minderheid waartoe hijzelf ook behoort, net als de Assads. Hij begint over de verbranding van kerstbomen van christenen. „Winkels en bedrijven zijn geplunderd”, zegt Mohammed. „Ook is er nu geen leger meer, en proberen de rebellen mensen aan salafistische regels te onderwerpen.”

Faisal, die ook uit Aleppo komt en al sinds 2014 in Libanon woont, knikt instemmend. Hij zegt alleen vandaag al zes nieuwe verzoeken te hebben ontvangen van Syriërs die naar een woonplek in Libanon zoeken. De twee mannen zien de machtsovername van HTS vooralsnog als een verslechtering van de situatie.

Nieuwe burgeroorlog

Assad mag dan gevallen zijn, wie de sociale media volgt, ziet dat de oorlog in Syrië online wordt voortgezet. Onderzoekers waarschuwen voor nieuwe, grootschalige desinformatiecampagnes van het oude regime en zijn bongenoten Rusland en Iran. Volgens Zouhir al-Shimale, die werkt voor de fact-checkorganisatie Verify Syria, zijn de oude netwerken van bot-programma’s en accounts uit het Assad-tijdperk nog zeer actief. Via deze netwerken werden Syrische gemeenschappen eerder ook al tegen elkaar opgezet.

„Nu zien we deze netwerken zich richten op het maken van content rond incidenten tegen alawieten of christenen”, zegt hij. „Daarmee ontken ik niet dat die plaatsvinden, maar we zien deze campagnes veel incidenten overdrijven en uit de context halen, met het doel mensen angst in te boezemen en een nieuwe burgeroorlog te ontketenen.” Daarnaast zijn er veel nepvideo’s in omloop, of video’s die al jaren oud zijn. Enkele incidenten waar Mohammed en Faisal in Beiroet naar verwijzen, vallen hier ook onder.

Lees ook

De Syrische rebel Hamza keerde terug naar huis, maar dat bleek te zijn ingepikt door een Assad-aanhanger

Hamza Alramdoun  (30) is terug in zijn geboortestad Homs.

Al-Shimale denkt dan ook dat de desinformatiecampagnes enorm bijdragen aan de angst onder recent gevluchte Syriërs. „Die campagens hebben gevolgen in het echte leven, zoals protesten of geweld. Veel mensen krijgen hun informatie via Facebook.” Hij vergelijkt het met de jarenlange Russische campagnes die zich richtten tegen bijvoorbeeld de reddingswerkers van de Witte Helmen. „Nu is alles erop gericht de nieuwe machtshebbers te delegitimeren door te zeggen dat minderheden onthoofd zullen worden en overal de sharia zal worden ingevoerd.”

Mohammed en Faisal denken er in elk geval niet aan om naar Syrië terug te keren „zolang HTS daar aan de macht is”. De verzoenende woorden van HTS-leider Ahmed al-Sharaa vertrouwen ze niet. „Óf hij liegt, óf hij heeft zijn mensen niet onder controle. Nu is het chaos en speelt iedereen voor eigen rechter.”


‘Een grotere rol voor de Franse nucleaire macht is cruciaal voor de veiligheid van Europa’

Ineens staan kernwapens centraal in het werk van Pierre Haroche (40). De Franse onderzoeker en professor werkt al jaren aan Europese samenwerking op het gebied van veiligheid – jarenlang voor de Queen Mary University in Londen, sinds afgelopen zomer voor de Katholieke Universiteit van Lille, maar begin 2022 veranderde iets.

„Nadat Rusland Oekraïne binnenviel, vroeg ik me af: hoe kan Frankrijk in de huidige wereld een substantiële bijdrage leveren aan de Europese veiligheid?”, vertelt hij in zijn werkkamer in Lille. Aan de muur hangt een blauw-gele poster met de tekst Be brave like Ukraine. „Een van de antwoorden zit hem volgens mij in Frankrijks rol als nucleaire macht, als enige in de Europese Unie.” Sindsdien verschijnt Haroche geregeld in de media met opiniestukken en interviews waarin hij Franse beleidsmakers adviseert om de nucleaire doctrine Europeser te maken. „Zo kunnen we laten zien dat we Europa nu echt op één zetten.”

Lees ook

De nucleaire dreiging was zelden zo groot, met oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten

Kim Jong Un inspecteert een project voor kernwapens in Noord-Korea. Foto AFP

Waarom heeft Frankrijk eigenlijk kernwapens?

„In de jaren vijftig besefte Frankrijk dat er spanningen konden bestaan tussen de belangen van de Verenigde Staten en die van Europa, onder meer door de Suezcrisis.”

In 1956 probeerden Frankrijk samen Israël en het Verenigd Koninkrijk via een militaire interventie het Suezkanaal in handen te krijgen, dat door Egypte genationaliseerd was. Daarop zetten de VS druk op de Europese bondgenoten om zich terug te trekken, uit angst voor repercussies uit Rusland.

„De Britten hadden dezelfde ervaring, maar trokken een andere conclusie: het VK ontwikkelde een kernwapenprogramma in nauwe samenwerking met de VS [die vanaf eind jaren 30 kernwapens ontwikkelden]. De Fransen vertrouwden er minder op dat ze altijd zouden kunnen rekenen op de Amerikaanse steun. Men vroeg zich af of de VS echt een kernwapen zouden inzetten om een bondgenoot aan de andere kant van de oceaan te helpen. Ook speelde mee dat het ontwikkelen van een nucleair programma Frankrijk een hogere status op het internationale toneel zou verschaffen.”

In 1958 kondigde president Charles de Gaulle formeel het Franse kernwapenprogramma aan.

Waar bestaat het Franse nucleaire arsenaal uit?

„We zitten in een andere logica dan de Amerikanen en de Russen die een wedloop hebben gehad en duizenden kernkoppen hebben. Frankrijk heeft zo’n driehonderd kernkoppen. Die kunnen worden ingezet met gevechtsvliegtuigen of nucleaire onderzeeërs, waarvan Frankrijk er vier heeft. Het Franse leger investeert veel in nucleaire wapens: er wordt geregeld prioriteit aan gegeven, wat er soms voor zorgt dat investeringen in andere soorten apparatuur worden uitgesteld.”

Volgens openbare cijfers gaat zo’n 20 procent van het defensiebudget naar ‘nucleaire afschrikking’.

Zijn de Franse kernwapens er enkel voor de bescherming van Frankrijk?

„In de Franse kernwapendoctrine staat dat de kernwapens dienen voor de bescherming van de ‘vitale belangen’ van de natie, die ‘een Europese dimensie hebben’. Dat is anders voor de VS, het VK en Rusland, die de bescherming van bondgenoten expliciet hebben opgenomen. Ook zijn de Franse kernwapens niet bij de NAVO ondergebracht. Het idee daarachter is dat een gedeeld kernwapen minder afschrikwekkend is dan een eigen wapen. En het Franse kernwapenprogramma moest bijdragen aan de soevereiniteit van Frankrijk als land.

„Maar de Franse kernwapendoctrine heeft wel altijd die Europese dimensie gehad. In lijn hiermee heeft president Emmanuel Macron in 2020 de Europese partners uitgenodigd voor een dialoog over ‘de rol van de Franse nucleaire afschrikking voor de bescherming van onze collectieve veiligheid’ – dat wil zeggen een gesprek over of de Europese partners ook onder de Franse nucleaire paraplu moeten komen te vallen.

„Maar de bondgenoten hielden dat gesprek af, uit angst de VS te beledigen en diens nucleaire bescherming te verliezen. Het kan ook meespelen dat Europese landen bang zijn om aan de Russen het signaal te geven dat zij twijfelen aan de Amerikaanse bescherming.”

De onderzeeboot Le Terrible van de Triomphant-klasse, in 2017 gefotografeerd tijdens een bezoek van president Macron. De onderzeeërs van deze klasse kunnen kernwapens afvuren.
Foto Fred Tanneau / AFP

Waarom is men zo bang voor de Amerikaanse reactie? President Trump wil toch juist dat Europa meer doet aan zijn eigen defensie?

„Juist met Trump hebben we geen idee hoe hij zou reageren, omdat hij onvoorspelbaar is. Toen Macron in 2018 met [de toenmalige Duitse bondskanselier] Merkel praatte over de oprichting van een Europees leger, sprak Trump van een ‘belediging’. En de Amerikanen waren woedend toen Macron in 2023 zei dat de Europeanen de VS niet moeten volgen als een ‘vazal’ in de kwestie Taiwan.”

Wat betekent de Franse doctrine in praktijk? Als Nederland morgen wordt aangevallen met een kernwapen, reageert Frankrijk niet?

„Het is lastig om te zeggen wat er precies zou gebeuren want nucleaire doctrines zijn opzettelijk erg vaag – dat geeft besluitnemers bewegingsruimte. Maar als Nederland, in het hart van Europa, wordt aangevallen met een kernwapen, zou de Europese Unie als politiek en economisch systeem bedreigd worden en is de kans groot dat Frankrijk niet veel later aan de beurt is. En dus komen bij zo’n aanval ook de Franse ‘vitale belangen’ in gevaar en kan zo’n aanval wel reden zijn voor een nucleaire reactie. Maar voor de landen aan de oostflank van Europa is dit met de huidige doctrine minder evident.”

Lees ook

‘Trump, China en Poetin schudden Europa nu wakker. Maar Europeanen zouden liever nog even doorslapen’

‘Trump, China en Poetin schudden Europa  nu wakker. Maar Europeanen zouden liever nog even doorslapen’

Waarom zouden Europese landen de dialoog over het verbreden van de Franse doctrine aan moeten gaan als er al Amerikaanse bescherming is en het Franse arsenaal beperkt is?

„De VS zijn veranderd, ze zijn meer gericht op het binnenland en op Azië. Vooral nu Trump weer aan de macht is, is de vraag in hoeverre men enkel op de VS kan blijven leunen. Frankrijk heeft niet dezelfde middelen als de VS dus we kunnen niet dezelfde missie hebben. Maar het gaat ook niet om het vervangen van de Amerikaanse bescherming, Frankrijk zou een extra bescherming kunnen bieden.”

Wat is er veranderd sinds Rusland Oekraïne binnenviel?

„President Poetin is weer gaan praten over zijn nucleaire arsenaal, waarmee kernwapens opnieuw een thema werden. Macron reageerde in maart 2022 met het besluit dat er voortaan permanent drie Franse nucleaire onderzeeërs ingezet zouden worden – eerder was dat er één. In nucleaire taal betekent dit dat Frankrijk laat zien dat het niet bang is, en het herinnert Rusland eraan dat Frankrijk nucleaire wapens heeft. Maar ook dat het geen ongecontroleerde escalatie wil.”

„Verder is Frankrijk weer meer gaan investeren in nucleair, hoewel het arsenaal niet is uitgebreid. Ook heeft Macron vorig jaar in Zweden de uitnodiging voor een dialoog over de inzet van Franse kernwapens voor de Europese veiligheid herhaald. Bijzonder was dat hij dat deed in reactie op een Zweedse vraag [nadat Zweden zich aansloot bij de NAVO]. Dat laat zien het thema nu ook buiten de Franse landsgrenzen speelt.”

Staan de EU-bondgenoten nu wel open voor zo’n dialoog?

„Er vinden gesprekken plaats, maar niet op officieel niveau. Denk aan Franse experts, diplomaten en adviseurs die met hun tegenhangers in andere Europese landen spreken over dit thema. Vooral van Polen weten we dat er interesse is, vanwege zijn geografische ligging en omdat het eerder heeft gevraagd of er Amerikaanse kernwapens in Polen konden worden gestationeerd. Ook in Duitsland gaan er geluiden op om het gesprek met Frankrijk aan te gaan.”

Wat zou Frankrijk kunnen doen?

„Na 2020 was Frankrijk teleurgesteld dat er zo weinig respons kwam. De verwachting was dat na deze opening een enthousiaste menigte in onze armen zou komen rennen. Ik denk dat Frankrijk een stap moet zetten en zijn doctrine explicieter moet maken door te bevestigen dat Franse kernwapens er van nu af aan niet alleen zijn om de vitale belangen van Frankrijk te beschermen. Ze zijn er ook voor de verdediging van Europa.

„Hiermee kunnen we laten zien dat we niet meer in de traditionele Franse defensiestrategie zitten, waarbij onze nucleaire wapens er enkel zijn voor de nationale veiligheid, en onze conventionele wapens voor buitenlandse interventies. En waarbij Afrika belangrijker wordt gevonden dan de oostflank van Europa. Zo kan Frankrijk laten zien dat het Europa op nummer één zet. En het maakt het Franse discours over het belang van defensie en Europese soevereiniteit geloofwaardiger: Frankrijk wordt vaak bekritiseerd alleen over defensie te spreken omdat het Rafale-gevechtsvliegtuigen en wapens wil verkopen.

„Als Frankrijk deze extra stap zet – zonder daar iets tegenover te stellen – kan daarna gesproken worden over wat dit betekent voor een eventuele uitbreiding van het arsenaal, in hoeverre de wapens buiten Frankrijk moeten worden geplaatst en dergelijke.”

De volledige Franse oppositie is tegen het uitbreiden van de nucleaire doctrine. Waarom?

„Men is aan de haal gegaan met Macrons uitspraken. Politici als de [hardlinkse] Jean-Luc Mélenchon en de [radicaal-rechtse] Marine le Pen doen alsof hij heeft voorgesteld de nucleaire wapens te delen – alsof straks de Duitse bondskanselier zou kunnen bepalen wanneer wij onze kernwapens inzetten. Dat is niet aan de orde. De president van de Republiek zal altijd degene blijven die aan de knoppen zit – net als in de VS.”


Trump herontdekt het westelijk halfrond als Amerika’s achtertuin

Amerikanen hebben maar mazzel, viel Otto von Bismarck al op. „In het noorden en zuiden”, zou de Duitse staatsman ooit gezegd hebben, „worden ze begrensd door zwakke buren en in het oosten en westen door vissen.”

Von Bismarck leefde in de 19de eeuw, toen de wereld verdeeld was in imperia en invloedssferen. Donald Trump lijkt in zijn tweede ambtstermijn naar die tijd terug te keren. In zijn inauguratietoespraak verkondigde hij dat „de VS zichzelf weer als een groeiende natie gaan beschouwen – een die onze welvaart laat toenemen, ons grondgebied uitbreidt, onze steden bouwt, onze verwachting verhoogt en onze vlag naar nieuwe schitterende horizonten brengt.”

Trump was de eerste Amerikaanse president in een eeuw die daarmee hardop territoriale ambities uitsprak. Hij kijkt daarbij wel alleen naar zijn eigen westelijk halfrond, valt op.

Nadat hij in zijn eerste termijn (2017-’21) al opperde Groenland te kopen, wilde hij begin deze maand desgevraagd niet uitsluiten het Deense territorium desnoods militair in te lijven. In een stekelig telefoongesprek met Kopenhagen voerde hij de druk vorige week verder op.

In zijn inauguratierede begon hij ook over het Panamakanaal. Dit legden de VS aan en in 1977 werd besloten om het (in 1999) terug te geven aan Panama. Trump laakte dat als historische fout en beloofde het ‘terug te pakken’ van China: in de Kanaalzone is ook een Hongkongs havenbedrijf actief.

Lees ook

Bezorgd Panama probeert te begrijpen wat Trump wil: gaat het hem echt om het kanaal of speelt er meer?

Het Panamakanaal is een strategische handelsroute, alle rederijen uit alle landen betalen voor hun doortocht hetzelfde tarief, afhankelijk van de grootte van het schip.

En daar blijft het niet bij. Sinds de politieke crisis die de Canadese premier Justin Trudeau deze maand de kop kostte, sart Trump dat het buurland zich bij de VS kan aansluiten. En van de vele besluiten en decreten die hij zijn eerste werkdagen tekende, doopte eentje de Golf van Mexico om in de Golf van Amerika. En dit weekeinde botste Trump met Colombia, Mexico en Brazilië over uitzettingsvluchten van gedeporteerde migranten.

Schild en zwaard

Alle expansieretoriek van ‘the Donald’ werd door tabloid The New York Post al de de ‘Donroe-doctrine’ genoemd, naar de doctrine van president James Monroe in 1823. Toen landen in Latijns-Amerika zich begin negentiende eeuw begonnen te ontworstelen van hun Spaanse, Portugese en Franse kolonisatoren, besloot Monroe dat dit vacuüm niet gevuld mocht worden door andere Europese machten. Het hele westelijk halfrond was voortaan Washingtons achtertuin, waar vrijelijk geïntervenieerd mocht worden om geopolitieke en zakelijke belangen veilig te stellen.

Lees ook

Schoffelen in de Amerikaanse achtertuin

De latere president Teddy Roosevelt voert een Amerikaans regiment aan in Cuba, in 1898.

Dit uitgangspunt werkte niet alleen als schild, maar ook als zwaard, aldus analist Stewart Patrick van de denktank Carnegie Endownment. Ze werd aangehaald bij de annexatie van Texas in 1845; het jaar erop ingezet als rechtvaardiging om Mexico de oorlog te verklaren, waardoor de VS fors uitbreidde richting het zuidwesten; en in 1867 om Alaska te kopen van de Russen.

En na de dekolonisatie bleef de doctrine springlevend. De hele 20ste eeuw van Latijns-Amerika stond bol van de militaire invasies, georkestreerde staatsgrepen, bestrijding van nationalistische of communistische guerrilla’s en steun aan Washington-loyale (militaire) regimes. Na de Koude Oorlog werd die bemoeienis voortgezet onder het mom van de War on Drugs en de neoliberale ‘Washington Consensus’.

China-havik als minister

Bij zijn eedaflegging zong Trump de lof op een verre voorganger naar wie hij ‘s lands hoogste berg vernoemde: president William McKinley. Trump roemde hem niet omdat hij zich tijdens Amerika’s van corruptie doortrokken Gilded Age (1870 tot eind 1890’s) gretig liet steunen door roofridders, zoals Trump zich nu laaft aan miljoendonaties van techoligarchen. Trump noemde McKinley vooral „een geweldige president”, omdat hij de basis legde voor het Panamakanaal en graag importheffingen inzette.

McKinley was ook de president onder wie de VS voor het laatst significant uitbreidden. Na de Spaans-Amerikaanse oorlog werden een jaar na zijn aantreden Puerto Rico, Hawaii, Cuba en de Filippijnen ingelijfd.

Dat Trump de erfenis van McKinley nu met de nodige bravoure afstoft kan onderhandelingstactiek zijn. In Panama, bijvoorbeeld, om gunstiger passagetarieven te bedingen voor Amerikaanse reders. Het land stelde vorige week al fluks een onderzoek in naar het Hongkongse havenbedrijf. Of om het Midden-Amerikaanse land te dwingen meer migranten tegen te houden. Of een binnenlandse afleidingsmanoeuvre – mocht hij er niet in slagen economische beloftes, zoals een lagere inflatie, snel in te lossen.

Twee vrachtschepen in het Panamakanaal. Dit door de VS aangelegde kanaal kwam in 1999 weer in Panamese handen. Trump laakte dat als historische fout.
Foto Martin Bernetti/AFP

Trump toont sowieso meer aandacht voor het eigen halfrond, nadat Joe Biden zelden omkeek naar Latijns-Amerika. Vooral China is in dit gat gesprongen, door infrastructuur te financieren en uit te groeien tot Zuid-Amerika’s belangrijkste handelspartner. Rusland roert zich ook in meerdere landen.

Marco Rubio, Trumps nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, is sterk op Latijns-Amerika georiënteerd. Als zoon van Cubaanse ballingen uit Florida, is hij fel over de dictaturen Cuba, Nicaragua en Venezuela. En als China-havik wil hij de groeiende invloed van Beijing in de regio tegengaan. Rubio’s eerste dienstreis gaat deze week naar Midden-Amerika.

Invloedssferen

Een terugkeer naar bijna twee eeuwen van hemisferische hegemonie en Amerikaans ingrijpen kan landen in de regio echter ook in de armen van China en Rusland drijven. Of zelfs in die van oud-kolonisator Europa: het Britse weekblad The Economist bepleitte al dat Canada zich bij de Europese Unie aansluit.

Of militair ingrijpen een serieuze optie is, blijft daarom onduidelijk. In zijn inauguratierede zei Trump dat het goed is oorlogen te beëindigen, „maar misschien nog wel belangrijker om niet in nieuwe verzeild te raken”. Volgens sommige analisten impliceerde Trump daarmee dat China zijn eigen invloedssfeer in de Indo-Pacific mag hebben (inclusief afvallig Taiwan) en Rusland de Donbas mag pakken, zolang de VS op hun eigen halfrond de baas zijn.

„Vanwege Trumps impulsieve temperament en grillige stijl, zou het riskant zijn om zijn uitlatingen binnen een grotere onderliggende strategie te plaatsen”, stelde Stewart van Carnegie begin deze maand. „Toch lijkt één ding waarschijnlijk: het idee van invloedssferen zal de kern vormen van zijn benadering van de ordening van de wereld.”


Oost-Congolese stad Goma dreigt ten prooi te vallen aan M23 en Rwanda

De gewelddadigheden in Oost-Congo verergeren met de dag waardoor de regio verder wegzakt in humanitaire chaos. De VN-Veiligheidsraad kwam zondag in een spoedzitting bijeen om de nijpende situatie te bespreken nadat zaterdag dertien militairen van de VN-vredesmissie waren omgekomen. De inmenging van buurland Rwanda – dat de M23-rebellen steunt – krijgt stilaan de vorm van een annexatie, zeggen verscheidene diplomaten in de regio tegen NRC.

De opmars en het offensief van M23 – kort voor Mouvement du 23 Mars – is nietsontziend. Na een week van militaire overwinningen en de val van twee strategisch gelegen plaatsen ligt Goma, hoofdstad van de regio Noord-Kivu, onder vuur. De angst onder de een miljoen inwoners en evenveel ontheemden is groot. Zeker na de boodschap van M23-woordvoerders: „We zullen de stad verstikken.”

In Goma nam de angst de afgelopen dagen voelbaar toe. Zondag verspreidden zich onder hulpverleners geruchten dat de vijandelijke milities zich via het noorden naar Goma begaven, met als doel de stad binnen te vallen en de luchthaven in te nemen.

De vliegensvlugge terreinwinst van de M23 en het Rwandese leger – dat de M23-rebellen zowel met mankracht als de levering van moderne artillerie en drones steunt – begon dinsdag toen hun milities erin slaagden de strategisch gelegen stad Minova aan de overkant van het Kivumeer in te nemen. Twee dagen later viel de stad Saké – de laatste verdedigingslinie op de noordwestelijke weg naar Goma – in handen van de M23.

Ondanks de weerstand van het Congolese leger, dat wordt ondersteund door een VN-vredesmacht, lijkt de val van Goma een kwestie van tijd. Een inwoner getuigt tegenover de Franse zender TV5 Monde over de angst in de stad. „Men zegt dat de vijand nadert, en we zijn allemaal bang. Bang om de mensen te verliezen van wie we houden. Het is moeilijk om hier te blijven.”

Een slachtoffer van de gevechten tussen M23 en het regeringsleger wordt een ziekenhuis in Goma binnengebracht.
Foto NADAA KAHASHY/EPA

Nieuwe golf van vluchtelingen

Natàlia Torrent, missieleider voor Artsen zonder Grenzen (AzG) in Noord-Kivu, beschrijft hoe de berichten van een mogelijke inname de onrust in de vluchtelingenkampen in Goma voeden. „Uit paniek lopen mensen de kampen willekeurig in en uit. In de afgelopen drie dagen zijn sommige kampen zelfs leeggelopen. Mensen zoeken beschutting in tijdelijke opvanglocaties, kerken of scholen.”

De twee miljoen mensen die zich in Goma – aan de grens met Rwanda – ophouden kunnen geen kant op. De val van Saké donderdagochtend veroorzaakte al een nieuwe golf van vluchtelingen naar de overvolle straten van Goma. Volgens VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zochten toen zo’n 200.000 mensen hun toevlucht in Goma. De slachtoffers van de strijd – volgens AzG ook burgers – worden verzorgd in een ziekenhuis in Goma, dat wordt beheerd door het Internationale Rode Kruis.

In de vluchtelingenkampen in Goma bood AzG tot deze week zorg aan slachtoffers van seksueel geweld, gaf voedselhulp en noodzorg en regelde toegang tot sanitaire voorzieningen. Die hulp is de afgelopen dagen om veiligheidsredenen sterk verminderd. „De onvoorspelbare situatie dwong ons om onze aanwezigheid in de kampen te minimaliseren. We zijn overgeschakeld naar noodhulp en we verwijzen minder ernstige gevallen door naar een andere faciliteit die wij beheren, zodat het ziekenhuis en het Rode Kruis niet overbelast raken. In het noorden en westen van de stad zijn daarvoor triageposten opgesteld.”

Mislukte bemiddeling

De escalatie van het conflict volgt een maand na een mislukte bemiddeling tussen Congo en Rwanda onder leiding van Angola. Van de eerdere schijnbare toenadering blijft weinig over. De Congolese regering riep zaterdag haar diplomaten „met onmiddellijke ingang” uit Kigali terug.

Met Rwandese hulp hebben de M23-milities hun grondgebied de afgelopen maanden flink uitgebreid. In veroverde gebieden zet de rebellengroep zijn eigen bestuursstructuren op, heft belastingen en formaliseert de illegale uitvoer van onder meer coltan, waaruit mineralen worden gewonnen.

De huidige situatie doet Stephanie Wolters van het Zuid-Afrikaanse Instituut voor Internationale Zaken aan 1997 denken. Toen bezette Rwanda voor het eerst grote delen van Congo. Dat gewapende conflict, waarbij verschillende Afrikaanse landen betrokken waren en talloze doden vielen, duurde tot 2003. Sindsdien houdt Rwanda greep op Oost-Congo, rechtstreeks of via lokale gewapende groepen. Naast haar eigen militaire capaciteit van tienduizend strijders krijgt de M23 hulp van zo’n vier- tot vijfduizend Rwandese militairen. Daartegenover staat een Congolees regeringsleger dat – ondanks hulp van een volksmilitie, VN-troepen en Europese huurlingen – weinig effectief is.

Militarein van de VN-vredesmacht in Congo beveiligen VN-medewerkers die worden geëvacueerd in Goma.
Foto Arlette Bashizi/Reuters

Grondstoffen

De regering van de Rwandese president Kagame biedt hulp aan talrijke Tutsi-bewegingen in Oost-Congo, zoals de M23. Mede door de levering van Rwandese wapens leeft die beweging sinds 2021 op. Volgens een vorige maand gepubliceerd VN-rapport leidt de militie ook spionnen en ambtenaren op en is ze nu begonnen met de massale rekrutering van militairen. Daarnaast wordt samenwerking gezocht met andere gewapende groepen. Zo werkt de groep samen met Thomas Lubanga, een krijgsheer die een door het Internationale Strafhof in Den Haag opgelegde gevangenisstraf wegens mensenrechtenschendingen uitzat.

De groep heeft al de controle over verscheidene mijnbouwactiviteiten in Oost-Congo: de handel, transport en belasting van geproduceerde mineralen die maandelijks 800.000 dollar bedraagt. Tenminste 150 ton coltan zou inmiddels naar Rwanda zijn vervoerd. Zo gaat het ook met goud. Het VN-rapport concludeert daarom dat Rwanda er dit keer op uit is het gebied voor een „lange termijn” te bezetten.


De EU ziet in groen een competitief wapen nu Trump fossiel verkiest

Donald Trump maakte al in zijn eerste uren als herkozen Amerikaanse president duidelijk geen groene agenda te voeren. Net als in zijn eerste termijn trekt hij de Verenigde Staten terug uit het klimaatakkoord van Parijs. De vraag voor de Europese Unie, dat klimaatbeleid nog altijd als een essentieel onderdeel van een solide toekomst ziet, is wat Trumps „drill, baby, drill” voor het continent betekent. Vooral een risico, of opent het wellicht ook deuren?

Wopke Hoekstra, Eurocommissaris voor Klimaat, Net Zero en Schone Groei, noemde Trumps besluit om zich terug te trekken uit de overeenkomst van Parijs „ongelukkig”. Maar, zo tekende hij de geest in de Brusselse wandelgangen, het „vraagt ook om meer assertiviteit” van Europa.

„We hebben geen keus”, zei Hoekstra eind januari op het World Economic Forum in het Zwitserse Davos. „De verwoestende effecten van klimaatverandering impliceren enorme kosten voor onze economieën, die eerder zullen stijgen dan dalen in de komende jaren.”

Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, sprak van een „wake-upcall” voor Europa, nu de VS de bakens verzetten: zij ziet kansen. „Europa heeft het talent, het geld en de ideeën in huis, maar op het vlak van actie is dit wellicht de impuls die we nodig hebben.”

De groene transitie stond hoog op de agenda tijdens de eerste termijn van vijf jaar van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. De Europese Green Deal (2019) – een breed groen pakket van duurzame initiatieven met als doel klimaatneutraliteit in 2050 – was daarbij het politieke paradepaard uit de koker van commissie-Von der Leyen I. Uit het ‘Fit for 55’-wetgevingspakket uit 2021 sprak eenzelfde groene ambitie, waarbij de EU in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55 procent wil verminderen. 

Maar gedurende de eerste termijn van Von der Leyen, nam het verzet tegen Europese milieumaatregelen toe. Te veel administratieve rompslomp, hoge kostprijzen en lage voedselprijzen bewogen boerenprotesten in vrijwel heel Europa. Het politieke momentum verliezend, sprak Von der Leyen steeds minder luid over de Green Deal, die in woord en beeld ‘te groen’ werd bevonden – het pakket stond wel degelijk ook voor economische groei.

Clean Industrial Deal

Eind volgende maand komt de Commissie met een opvolger: de Clean Industrial Deal. Klimaatdoelen gaan daarbij niet volledig overboord, maar meer dan eerst ligt de focus op het vergroenen van Europa’s industrie. Gedreven door het alarmerende rapport van de Italiaanse oud-premier Mario Draghi – waarin hij grote risico’s schetst over de concurrentiekracht van het Europese bedrijfsleven – is Von der Leyen erop gebrand met een ‘concurrentiekompas’ in de hand de Europese economieën te verduurzamen.

Een drijvend zonnepark op de Cottbuser Ostsee in het oosten van Duitsland.
Foto Matthias Schrader/AP

Trumps voornemen om de Amerikaanse energievoorziening veelal fossiel in te kleuren creëert daarbij kansen voor Europa, betogen Brusselse politici. Niet alleen wil Trump met zijn energiedecreet de Inflation Reduction Act van regering-Biden terugdraaien – die gepaard ging met miljardensubsidies voor duurzame energie en de vergroening van de infrastructuur – ook zet hij in op meer olie- en gaswinning uit eigen bodem. „De VS gaan met deze stap terug de tijd in”, zegt Ronald Huisman, hoogleraar Sustainable Energy Finance aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „Op de korte termijn is meer olie oppompen en exporteren een verdienmodel.” Meer aanbod verlaagt de prijs. Ook Europa kan hiervan profiteren, verder aangemoedigd door Trumps oproep aan Saoedi-Arabië en de OPEC [organisatie van olie-exporterende landen] om de olieprijzen te verlagen. Maar, stelt Huisman: „Fossiele brandstoffen gaan altijd gepaard met een kostprijs. Duurzame energie daarentegen – zonne- en windenergie – behalen lagere marktprijzen of leveren zelfs geld op door energie-overschotten die worden teruggeleverd aan het net, al moet het stroomnet in Europa daarvoor wel worden versterkt. Op de lange termijn is het duurzame verdienmodel daarmee concurrerender.”

Lees ook

Trump, Oekraïne, kwakkelende economie: de EU moet flink aan de bak

Trump, Oekraïne, kwakkelende economie: de EU moet flink aan de bak

‘Ontgroenen’

Een handtekening zetten onder een decreet om uit ‘Parijs’ te stappen is één, helemaal ‘ontgroenen’ is iets anders. Mensen die elektrisch rijden, zullen niet nu ineens, omdat Trump ’bruin’ denkt, weer overstappen op benzine of diesel. En veel Amerikaanse bedrijven blijven in groen de toekomst zien, voorzien experts. Toch denken ook zij dat het huidige Amerikaanse beleid kansen biedt voor Europa.

„Trump denkt te veel als een ondernemer. Een land besturen is iets heel anders”, vindt Willem Vriesendorp, oprichter van consultantbedrijf Sustainable Public Affairs. „Hij creëert met het terugdraaien van regelgeving beleidsonzekerheid, funest voor een ondernemersklimaat”, vervolgt Vriesendorp. „Meer nog dan een hekel aan regulering, hebben bedrijven een hekel aan het terugdraaien van regulering nadat ze erin hebben geïnvesteerd.” Vriesendorp zegt over de stemming bij ondernemers: „Amerikaanse klanten grappen al over bedrijfsverhuizingen naar een groen Europa.”

Verder aangemoedigd door Trump, draait Europa’s narratief nog verder. Het gaat niet langer slechts om het redden van het milieu. In het geopolitieke machtsspel is energie een schild. Dat beseft Commissievoorzitter Von der Leyen maar al te goed. „We opereren niet langer in tijden van stabiliteit en democratie, maar in die van harde concurrentie”, speechte ze vorige week in Davos. Haar boodschap? Europa moet „opschakelen”, voorloper worden in schone energie.

Ze voegde, strategisch, toe: „Ik zie een groeiende geopolitieke wil om met ons samen te werken.” Een van haar eerste buitenlandreizen is naar India. Ook noemde ze China als een partij om de relaties mee „te verdiepen”. Het is geen nieuws dat Von der Leyen van de nieuwe Commissie een ‘investeringscommissie’ wil maken. En een voorsprong in groene transitie kan daarbij een Europees antwoord vormen op de technologische achterstand op de VS.

Maar hoewel de Europese christen- en sociaaldemocraten ambitieus zijn, en de liberalen voorzichtig optimistisch (de Amerikaanse industrie heeft de groene transitie al ingezet, maar heeft baat bij beleidszekerheid), is de conservatieve rechterflank geneigd Trumps klimaatretoriek te volgen. De nationalistische partijen, aan invloed winnend, voelen daarnaast weinig voor hogere afdrachten aan Brussel of het aanwenden van landbouwgeld voor de groene industrie-ambities.

„Europa moet gaan omdenken: duurzaam ondernemen betekent meer verdienen met minder”, zegt duurzaamheidsexpert Vriesendorp. Hoewel hij gelooft in het groene potentieel van Europa, vreest hij voor half werk in Brussel. „Het fundament van het groene huis staat, maar Europa moet nu doorbouwen.” Aan de bereidheid van de Europese Commissie lijkt het niet te liggen. Maar in de Europese Raad kunnen landen als Hongarije en Slowakije dwars gaan liggen. Zo belooft de aankomende EU-begroting voor 2028-2034 een taai dossier worden.

Lees ook

Hoe Europa concurrerender kan worden zonder naar de ratsmodee te gaan

Hoe Europa concurrerender kan worden zonder naar de ratsmodee te gaan


Lezen wordt gestimuleerd in Vietnam, zolang de boeken ‘staatsvriendelijk’ zijn

Een Vietnamese verkoper steekt zijn hoofd van achter de boekenkast en fluistert: „Het boek 1984 van Orwell is verboden!” De verkoper, een twintiger die niet met zijn naam in NRC wil, vertelt dat hij nieuwsgierig was naar het beroemde verhaal over een repressief regime en het als e-book via een VPN-verbinding bij een Amerikaanse site had besteld.

Vietnam is een communistische eenpartijstaat. Er is geen persvrijheid en de culturele sector wordt streng gecensureerd. Voor elke bijeenkomst moet je toestemming vragen en sinds december moet je ook je accounts op sociale media laten registeren, zodat de overheid goed kan bijhouden wat voor boodschappen je uitdraagt. Als deze niet ‘staatsvriendelijk’ zijn, kun je veroordeeld worden tot een jarenlange gevangenisstraf, ook als je bijvoorbeeld corruptie aan de kaak stelt. Wat doen al deze restricties met het intellectuele klimaat?

De verkoper werkt in een speciale boekenstraat die in het hart van Ho Chi Minhstad is opgezet om lezen te stimuleren. Maar dan wel boeken die door een censuurcommissie zijn geselecteerd.

Toch ervaart niet iedereen deze strenge overheidscontrole als een probleem. In een boekwinkel verderop lijkt in ieder geval weinig waardering te zijn voor de burgerlijke ongehoorzaamheid die de jongen toonde. Op de vraag of ze boeken van George Orwell verkoopt, laat de verkoopster verontwaardigd via een vertaalapp op haar telefoon haar antwoord zien: „De inhoud van Orwell is niet in overeenstemming met de Communistische Partij. Hij zegt dingen die onwaar zijn. Zijn boeken kunnen daarom niet worden toegestaan.” Ze lijkt oprecht verontwaardigd dat iemand naar de ‘subversieve’ auteur informeert. Een politieagent voor de ingang van de winkel kijkt argwanend toe. Tijd om te gaan.

De Vietnamees-Amerikaanse Yen Vu doceert literatuurwetenschappen aan de Fulbright-universiteit in Ho Chi Minhstad. Het instituut is gelieerd aan Harvard en is vijf jaar geleden opgericht ter ere van de vriendschap tussen Vietnam en de Verenigde Staten. Het instituut wil bijdragen aan het intellectuele klimaat van Vietnam, onder andere door kritisch denken bij studenten te stimuleren.

Yen Vu onderstreept deze missie. Haar vader is in de jaren 90 naar de VS gekomen, na jarenlang gevangenschap in een heropvoedingskamp, waar hij op hardhandige wijze de ‘juiste’ visie op Vietnam, het communisme, moest aanvaarden. „Hij vindt het heel moeilijk dat ik in Vietnam woon”, vertelt Vu in het moderne campusgebouw.

Maar voor Vu is haar familiegeschiedenis juist een belangrijke motivatie voor haar werk. „Vietnamese studenten zijn heel rigide onderwijs gewend. Wij proberen de voorgeschreven ‘zekerheden’ op de kop te zetten.” Ze doceert Moderne Vietnamese Cultuur en Maatschappij. Ze wil studenten uitdagen om vragen stellen over het proces van geschiedschrijving. „Bijvoorbeeld over de rol van legendes. Soms worden studenten boos of ze willen niet geloven dat bepaalde mythische koningen niet echt hebben bestaan.”

Vu groeide op in San Diego. Door Franse koloniale literatuur te bestuderen kreeg ze een fascinatie voor de literatuur uit haar geboorteland. Vooral moderne Vietnamese literatuur uit de jaren dertig en vijftig vindt ze interessant. „Het zijn periodes van verzet, waarin nieuwe ideeën en staatsvorming centraal stonden. De literatuur van die tijd is doordrongen van politiek theoretische scherpslijperij en die teksten zijn juist heel creatief.” In de Vietnamese geschiedenis komt en gaat de creatieve ruimte als een elastiek, stelt ze.

Controverse

De laatste jaren neemt de vrijdenkersruimte weer af. Zo kwam de universiteit het afgelopen jaar in de problemen. Studenten zouden op een nationale herdenkingsdag zonder de Vietnamese vlag aan een parade hebben meegedaan.

Hoewel sinds de jaren negentig de banden met de VS goed zijn, zorgde de ophef voor angstige momenten bij Vu’s familieleden die na de oorlog naar de VS vluchtten. „Mijn tante zag mij op beelden op de universiteitscampus op sociale media voorbijkomen. Ze was bang dat ik zou worden geassocieerd met de controverse.” Tussen 1955 en 1975 steunden de VS Zuid-Vietnam in de oorlog tegen het communistische Noord-Vietnam, dat de oorlog won.

De affaire leidde tot minder aanmeldingen voor het aankomende studiejaar. Over de ophef zelf en wie die instigeerde tast Vu in het duister. Volgens de Japanse krant Nikkei Asia werd de controverse georkestreerd door cybertroepen van de staat, bedoeld om kritische stemmen te intimideren.

Vu voelt zich ondanks dergelijke repressie thuis in Vietnam. „Ik heb twee kleine kinderen. Vietnamezen zijn erg op kinderen gericht en doen vanuit een socialistische levenshouding graag dingen samen. Er is hier veel meer gemeenschapszin dan in de VS. Dat vind ik heel prettig.”

Ho Chi Minhstad, voorheen Saigon, is van oudsher kosmopolitisch. Het is een bruisende metropool met talloze galeries en musea. Toch is het voor kunstenaars lastig laveren tussen alle regels en beperkingen. Het censuurproces is ondoorzichtig en kan heel arbitrair zijn. Daarbij is veel hedendaagse kunst abstract. Vaak hebben moderne kunstwerken een diepere betekenis, die niet gelijk duidelijk is. Of een kunstenaar laat de betekenis in het midden en juicht eigen interpretaties toe. Deze ambiguïteit vindt een repressieve overheid als die in Vietnam vaak niet prettig. Je weet daarom nooit of iets als ‘schadelijk voor de staat’ wordt bestempeld en je vervolgens een celstraf riskeert. Veel kunstenaars hebben leren leven met altijd aanwezige angst en onzekerheid.

Lees ook

Ondernemen wordt in socialistisch Vietnam toegejuicht, kritiek op het regime niet

Een winkel van het luxemerk Chanel in Ho Chi Minh-stad op 29 juni 2020.

Desondanks is de kunstwereld in Ho Chi Minhstad actief, verzekert een kunstenares die liever niet met haar naam in NRC komt. Maar die is deels ondergronds. Om de overheidscensuur te omzeilen houden kunstenaars thuis tentoonstellingen en performances, vertelt ze in een hippe galerie waar ze een tentoonstelling heeft. „Als je binnen de muren van je eigen huis bezig bent met kunst, zijn er geen beperkingen.”

Voor de tentoonstelling van elk kunstwerk op de expositie moest ze toestemming vragen. Enkele politiek gevoelige werken zijn door de censuur gekomen, omdat ze die heeft aangemerkt als ‘onderzoeksmateriaal’ – een bureaucratisch geitenpaadje. Het is de vraag of de werken zo tot hun recht komen. Want alleen mensen die speuren naar de betreffende achterliggende betekenis zullen die meekrijgen.

Ontbrekende alinea’s

Hanoi, de noordelijke hoofdstad van Vietnam, wordt gezien als het culturele centrum van het land. In de Tempel van de Literatuur worden intellectuele denkers als Confucius en mede-wijsgeren in stijl geëerd. In de tempeltuin poseert Phuong Linh (21) mooi opgemaakt in een fleurige jurk voor de eeuwenoude tempelpoort. Een vriendin houdt een flitsparaplu vast, een studiegenote hanteert de camera. Linh is net jarig geweest en de meiden doen voor de gelegenheid een fotoshoot. „We maken de foto’s hier, omdat we het gebouw zo mooi vinden”, vertelt Linh. Of de jonge vrouwen ook van lezen houden? „Ja, zeker. Vooral liefdesromans.” Ze ervaren geen censuur. „Je kunt in Vietnam alles zeggen”, stellen de meiden. Ook kritiek op de staat? „Ja hoor, maar dat is niet nodig”, reageert Linh. „We zijn heel tevreden over de overheid. Het is hier heel veilig, al vind ik wel dat er te veel files zijn.”

Waar de meiden vooral genieten van de architectonische schoonheid van weleer duikt schrijver en uitgever Duc Anh Kostroma (31) graag de geschiedenisboeken in. Hij is zich zeer bewust van de beperkingen die de overheid oplegt. Kostroma werkte enkele jaren bij een staatsuitgeverij en kent het censuurproces goed. „Alle uitgevers moeten elke publicatie laten beoordelen. Soms krijg je geen toestemming en soms krijg je je boek terug met ontbrekende alinea’s”, vertelt hij in een artistiek koffiehuis in een historische wijk van Hanoi.

Om het communisme gaat het allang niet meer, stelt hij. „We zijn een kapitalistische autocratie. Voor de leiders is behoud van de macht het belangrijkst. En die kun je niet bevragen.”

Kostroma is recentelijk een eigen uitgeverij begonnen. „Ik wilde mijn eigen baas zijn, mijn eigen publicatiekeuzes maken.” Hij werkt binnen de ruimte die er wel is. Hij ziet verschillende trends in Vietnamese literatuur. „Jonge schrijvers zijn heel kosmopolitisch. Ze schrijven over hun persoonlijke identiteit, zoals de verhalen van Vo Dang Khao, die over het innerlijke leven gaan.” Andere schrijvers vertellen over werelden waarin AI een belangrijke rol speelt. „Ook zijn dystopische verhalen populair”, vertelt hij. „Over klimaatverandering en verstedelijking, over werelden die naar de knoppen gaan. De verhalen gaan dan niet specifiek over Vietnam, maar spelen zich af in een onbenoemd land.” En er is een historische trend. „Jonge auteurs plaatsen hun verhaal graag in het Vietnam van duizenden jaren geleden en brengen oude legendes weer tot leven. Deze verhalen zijn heel escapistisch.”

‘Ontlezing is het gevaar’

Terwijl een medewerker het scherm voor de filmavond klaarzet, kijkt Nancy Nguyen (30) of de tafels op het terras klaarstaan. Ze is eigenares van het huiskamerachtige koffiezaakje Bluebird, gelegen in een nauwe zijstraat van de historische binnenstad. Ze vindt het belangrijk om een creatieve atmosfeer te creëren. Net als Kostroma werkte ze een tijd als redacteur in een overheidsuitgeverij. „De grote uitdaging van nu is niet de censuur, maar ontlezing”, stelt ze. „Een steeds kleinere groep leest nog literatuur.”

In Bluebird komen liefhebbers samen om boeken te bespreken. „Soms komt een ambtenaar langs, maar onze salonavonden zijn heel kleinschalig. Tot nu toe hebben we geen echte problemen ondervonden.” Ze houdt rekening met censuur. Boeken die politiek gevoelig liggen, worden niet besproken. Ook kijkt ze uit met het vertonen van films uit China of Taiwan. Ook die kunnen politiek gevoelig liggen. „We willen geen verkeerde aandacht trekken.”

Ze draait zich om en groet de eerste gasten voor de film van de avond, The Assassin, een Chinees-Taiwanees epos over een eeuwenoude hofintrige. Een veilige keuze in dit geval, want het feodale verleden mag getoond worden, zolang films geen politieke thema’s uit het heden raken. De film past bij de historische interesse van de groep jonge Vietnamezen die vaak naar de events komen. Nguyen schrijft zelf ook, vertelt ze. Ze heeft vooral interesse in de binnenwereld van de mens. „Vind je ook niet dat het lijkt alsof de wereld steeds ongevoeliger wordt? Als je in een drukke stad woont, krijg je zoveel prikkels dat je je ervoor gaat afsluiten. We raken afgestompt. Het wordt steeds drukker, vervuiling neemt toe. Onze ademruimte wordt steeds kleiner. Die ervaringen verwerk ik in mijn verhalen.”

Als de duisternis valt, licht een medewerker de film toe. Even later brengen de beelden de bezoekers naar een fantasiewereld ten tijde van de Chinese Tangdynastie.

Géén galerie

Ook in Hanoi, waar de Communistische Partij in elke straat met haar rode vlag en embleem van hamer en sikkel aanwezig is, is de moderne kunstwereld op zijn hoede. Een galeriehoudster (51) toont schilderijen „in een hybride koffiehuis.” Ze noemt haar onderneming liever geen galerie. Voor een koffiehuis zijn vergunningen soepeler te verkrijgen. Ze kan ook schilderijen verkopen, maar moet zich niet te nadrukkelijk profileren met kunst. „Voor de Vietnamese staat is kunst van oudsher een propagandamiddel. Maar vooral moderne kunst wil vaak juist dingen aan de kaak stellen. Het moet wringen.” En dat past niet bij de uitgangspunten van de staat. „Die wil juist iedereen, het volk, als één stem laten klinken.”

De kunstwerken hangen verspreid. Abstracte doeken, landschappen, portretten, schilderingen van katten, alles wordt getoond zonder enige uitleg van de betekenis. „Het is stressvol.” Ze zucht. „Ik ben een lafaard geworden. Ik maak me zorgen dat het een keer misgaat.”


Hoe wegen een centrale rol spelen in Israëls sluipende annexatie van de Westelijke Jordaanoever

In de heuvels ten zuiden van de Palestijnse stad Bethlehem op de Westelijke Jordaanoever, ligt het dorpje Tuqu’. Eromheen liggen verschillende Israëlische nederzettingen.

Op zes van de acht toegangswegen naar Tuqu’ staan grote betonblokken en gele barrières. Vlakbij een van die afgesloten wegen woont Khalid al-Arooj (44) met zijn vrouw, zes dochters en pasgeboren zoontje. Hun huis, op een heuvel, is omringd door een tuin met olijf- en fruitbomen.

De weg naast Khalids huis gaf eerder toegang tot een snelweg die gebruikt werd door zowel Palestijnen als Israëlische kolonisten. Aan de andere kant van die weg, in het plaatsje al-Dayr, ligt de school van Khalids dochters van twaalf en dertien. De wegblokkade dwingt hen een schoolbus te nemen die een omweg van twee kilometer maakt, om een school te bereiken die op een steenworp afstand van hun huis ligt.

Zijn andere dochters, een tweeling van vijftien, moeten als gevolg van de blokkades enkele kilometers lopen naar school. De ouders kunnen voor hen geen buskaartjes betalen. Zelf werkt Khalid als schoonmaker in Bethlehem. Vóór de blokkades kostte het hem in het gunstigste geval een kwartier om daar te komen. Nu is het zo een uur.

„In bijna elk Palestijns dorp op de Westelijke Jordaanoever zijn wegblokkades”, zegt onderzoeker Dror Etkes van de Israëlische ngo Kerem Navot, die veldonderzoek doet naar de onteigening van land op de bezette Westelijke Jordaanoever. „Zeker in dorpen die dichtbij nederzettingen liggen, zoals Tuqu’, en op punten waar wegen voor kolonisten en Palestijnse wegen elkaar kruisen. Het idee erachter is duidelijk: het Israëlische leger wil de beweging en het verkeer van Palestijnen beperken en beheersen.”

Doordat Israël wegen rond hun dorp Tuqu’ heeft geblokkeerd met gele barricades, moeten de dochters van Khalid al-Arooj met een omweg naar school.

Foto’s: Samar Hazboun

Khalid al-Arooj (met vier van zijn dochters) zwaait naar een andere dochter die op weg is van school naar huis.
Foto Samar Hazboun

Vliegende checkpoints

Sinds vorige week zondag het bestand inging tussen Israël en Hamas in de Gaza-oorlog, heeft Israël zijn aandacht verlegd naar de bezette Westelijke Jordaanoever. Het Israëlische leger voerde daar afgelopen week invallen en arrestaties uit en perkte de bewegingsvrijheid van Palestijnen er verder in. Nog meer toegangswegen tot Palestijnse steden en dorpen werden afgesloten door middel van wegblokkades en checkpoints.

Het gevolg: files met urenlange wachttijden. Zo was zondagavond het Qalandiya-checkpoint tussen Ramallah en Oost-Jeruzalem gesloten. Even verderop reden auto’s tegen een ‘vliegend checkpoint’ aan – een controlepost die ad hoc wordt opgeworpen – waar de wachttijd vijf uur was. Sommige mensen sliepen noodgedwongen in hun auto.

Leven en werk op de Westelijke Jordaanoever zijn ernstig ontregeld. De plekken waar blokkades of controles zijn, kunnen ieder uur veranderen. Routeplanners zijn onbruikbaar. Palestijnen houden elkaar via WhatsApp-groepen op de hoogte van de situatie. „De toegang tot al-Arroub is afgesloten”, stuurt iemand via een audiobericht in de groep ‘Onze straten’. „Er is controle voor wie via de noordelijke weg al-Khalil verlaat”, stuurt een ander.

Na de door Hamas geleide aanval in het zuiden van Israël op 7 oktober 2023 werd het aantal wegblokkades en vliegende checkpoints op de Westoever ook al uitgebreid, als onderdeel van een collectieve bestraffing van Palestijnen. De toegang tot bezet Oost-Jeruzalem en Israël werd volledig afgesloten. Duizenden Palestijnen werden gearresteerd en tienduizenden werkvergunningen voor Israël ingetrokken.

chart visualization

Een waarschuwingsbord voor Israëliërs bij een weg tussen Israëlisch en Palestijns gebied (links), waar een Palestijnse vrouw oversteekt (rechts).

Foto’s: Samar Hazboun

De infrastructuur voor de wegblokkades was op de meeste plekken in de afgelopen jaren al opgebouwd, vertelt onderzoeker Etkes. Na ‘7 oktober’ hoefden veel eerder aangelegde ‘toegangspoorten’ alleen maar te worden gesloten. „Op sommige andere plaatsen is met cementblokken, stenen, aarde of greppels in de weg de doorgang belemmerd.” Ook de wegblokkade naast Khalids huis in Tuqu’ staat er al jaren, en werd nu en dan gesloten. Sinds het begin van de oorlog is de blokkade constant dicht.

Wegblokkades rond Tuqu’ belemmeren dikwijls ook de route van het doorgaande Palestijnse verkeer uit het zuiden en noorden van de Westelijke Jordaanoever. Dat moet daarom over smalle en slecht onderhouden wegen dwars door het heuvelachtige dorp rijden, waar files ontstaan.

Zonder wegen geen kolonisten

Al sinds de bezetting van de Westelijke Jordaanoever begon, in 1967, speelt de aanleg van wegen een cruciale rol in het Israëlische nederzettingenbeleid. „Vanaf het begin was duidelijk dat wegen de hoofdzaak waren. Zonder wegen gaan er ook geen kolonisten wonen”, zegt Yehuda Shaul, onderzoeker bij de Israëlische denktank Ofek, die in 2020 het rapport Highway to Annexation publiceerde.

Een proces van suburbanisatie – de verhuizing van Israëliërs naar nederzettingen en de integratie van die nederzettingen in Israël – is volgens Shaul daarbij een van de belangrijkste doelstellingen.

chart visualization

Weg op de Westelijke Jordaanoever (links) en de muur die Israël daar heeft gebouwd (rechts), door Palestijnen ‘apartheidsmuur’ genoemd.

Foto’s: Samar Hazboun

Wegenbouw draagt bij aan de facto annexatie: wegen worden vaak aangelegd op onteigende Palestijnse (landbouw)grond, waarmee het beschikbare land voor een Palestijnse staat verder wordt teruggedrongen. Via suburbanisatie en fragmentatie van Palestijnse ruimte, bestendigen de wegen de éénstaatrealiteit met ongelijke rechten in Israël en Palestina, aldus het rapport van Ofek.

De Israëlische regering gaat in rap tempo door met het uitbreiden van bestaande en het plannen van nieuwe wegen voor kolonisten, waarmee letterlijk de weg wordt geplaveid voor de uitbreiding van nederzettingen. Op talloze plekken op de Westelijke Jordaanoever staan bulldozers voor de aanleg en verbreding van wegen.

Er is een duidelijk verschil tussen de wegen voor de kolonisten, die almaar worden uitgebreid en verbreed tot vier- of vijfbaanswegen, en de wegen voor Palestijnen, die soms slingerend door de heuvels gaan, slecht onderhouden zijn, en door miljoenen Palestijnen moeten worden gebruikt – met lange files en ongelukken tot gevolg.

Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever hebben wit met groene nummerplaten, waarmee zij – behalve met een vergunning – Israël of Oost-Jeruzalem niet binnenkomen. Auto’s uit Israël en Oost-Jeruzalem hebben gele nummerplaten, die veel meer bewegingsvrijheid geven op de Westoever.

Khalids dochter Huda met haar vriendin Zarifa op weg van school naar huis, een wandeling van zo’n twee kilometer.
Foto Samar Hazboun

Zijwegen en omleidingswegen 

Zes op de tien werkende kolonisten op de Westelijke Jordaanoever pendelen dagelijks voor werk naar Israël. Om te voorkomen dat zij door Palestijnse steden, dorpen en vluchtelingenkampen moeten rijden, bouwt Israël al decennia omleidingswegen die hen om deze plaatsen heen voeren. Ook legt het zijwegen aan die vanaf de Westelijke Jordaanoever doorlopen tot in Israël.

„Ga je als kolonist rijden door een gebied dat niet door het leger wordt beschermd?”, vraagt onderzoeker Shaul retorisch. De creatie van Gebied A was daarom een stimulans voor de bouw van omleidingswegen speciaal voor kolonisten. „Als sommige wegen niet door [Palestijnse] dorpen gaan, zie je dat er op die plekken een groot verschil is in het aantal inwoners dat in het gebied komt wonen”, zei kolonistenleider Yossi Dagan in het rapport van Ofek. Sinds de Oslo-akkoorden is de toenmalige kolonistenbevolking van 250.000, inclusief Oost-Jeruzalem, verdrievoudigd.

Omleidingswegen voor kolonisten rond Palestijnse steden en dorpen verhinderen dat deze zich kunnen uitbreiden en ontwikkelen. Bovendien ondervinden Palestijnse boeren op veel plaatsen ernstige belemmeringen om hun land te bereiken.

De Palestijnse infrastructuur op de Westelijke Jordaanoever loopt vooral van het noorden naar het zuiden, en volgt daarmee de ligging van de bergen. Israël doorbreekt dit met de aanleg van wegen van oost naar west, die vanuit de Westelijke Jordaanoever doorlopen tot in Israël, en zo de pendelende kolonisten bedienen. „Een belangrijk doel van deze zijwegen is het fragmenteren van Palestijnse ruimte en het voorkomen van een Palestijnse staat”, legt Shaul uit.

Deze weg op de Westelijke Jordaanoever bij Oost-Jeruzalem splitst zich in aparte wegen voor Palestijnen (links) en kolonisten (rechts).
Samar Hazboun
De muur die Israël op de Westelijke Jordaanoever heeft gebouwd om Palestijns gebied af te scheiden van Israëlisch gebied.
Samar Hazboun

De rechts-extremistische minister van Financiën Bezalel Smotrich, een radicale kolonist die alles in het werk stelt om het proces van annexatie te versnellen, heeft 20 procent van het Israëlische wegenbudget voor de komende jaren uitgetrokken voor de bezette Westelijke Jordaanoever. Via de nieuwe wegen hoopt Smotrich de kolonistenbevolking van ruim 500.000 mensen, exclusief de circa 250.000 in Oost-Jeruzalem, te verdubbelen.

De ‘Lieberman-weg’

Rond het dorp Tuqu’ zijn de gevolgen van het wegenbeleid voor kolonisten duidelijk te zien. De geblokkeerde weg vlak bij Khalids huis leidt normaliter naar de autoweg 356, een verbindingsweg tussen de zuidelijke Hebronheuvels en het noorden van de Westelijke Jordaanoever, gebruikt door Palestijnen en kolonisten.

Weg 356 gaat in noordelijke richting over in de ‘omleidingsweg’ 398, langs Bethlehem. Deze weg verbindt Jeruzalem met een reeks nederzettingen en buitenposten rond de stad, waaronder de nederzetting Nokdim – naast Tuqu’. De weg wordt ook wel de ‘Lieberman-weg’ genoemd, naar de voormalig minister van Transport en huidig lid van de oppositie Avigdor Lieberman, een kolonist die in Nokdim woont.

De Lieberman-weg is niet ontworpen voor Palestijnen. Zonder vergunning kunnen de meeste Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever Jeruzalem niet in, en komen daarom niet verder dan het checkpoint op deze weg naar Jeruzalem. Wie vooral door de weg worden bediend, zijn de kolonisten. Met de aanleg van de ‘Lieberman-weg’ kwamen omliggende nederzettingen in directe verbinding te staan met Jeruzalem, waarmee het wonen in die illegale nederzettingen aantrekkelijker werd voor aspirant-kolonisten.

Het resultaat: een ruime verdrievoudiging van de kolonistenbevolking daar tussen eind 2008 en eind 2024, zo berekende de organisatie Peace Now. Ook kwamen er rond bestaande nederzettingen verschillende nieuwe ‘buitenposten’, vaak bestaand uit enkele caravans, waarmee kolonisten een nieuwe nederzetting proberen te stichten.

Internationaalrechtelijk zijn nederzettingen en buitenposten illegaal; buitenposten zijn dat ook volgens de Israëlische wet. Maar buitenposten worden zelden ontmanteld; doorgaans groeien ze uit tot door Israël erkende nederzettingen geïntegreerd in de staat.

„We worden verstikt door de nederzettingen om ons heen”, zegt Khalid. Op de weg naast zijn huis en op het land rond het dorp zijn regelmatig confrontaties tussen bewoners en kolonisten uit de nabijgelegen nederzettingen Tekoa en Nokdim. Ook zijn er invallen door het Israëlische leger. „Sommige inwoners van het dorp hebben hun dieren moeten verkopen, die kunnen nergens meer grazen sinds kolonisten hun de toegang tot hun land hebben ontzegd”, vertelt Khalid.

„De afgelopen jaren is er sprake van een escalatie van het kolonistengeweld in Tuqu’”, zegt onderzoeker Dror Etkes. De hoeveelheid land rond Tuqu’ die de afgelopen maanden door kolonisten is afgesloten voor Palestijnen, noemt hij ongekend: „In enkele dagen zijn Palestijnen van tienduizenden vierkante meters land verdreven.”

Wegen voor wie?

Israëlische politici en planners legitimeren de aanleg van nieuwe wegen met de claim dat deze zowel Israëliërs als Palestijnen dienen – zelfs wanneer overduidelijk is dat zij primair voor kolonisten bedoeld zijn. Israëliërs kunnen zonder obstakels de Westelijke Jordaanoever binnenrijden via de wegen die Palestijnse dorpen en steden vermijden. Omgekeerd kan Israël de Palestijnse toegang tot wegen binnen de Westelijke Jordaanoever, zoals in en rond Tuqu’, op elk moment verhinderen met blokkades.

Soms probeert Israël de aanleg van een weg juridisch te verantwoorden door te wijzen op enkele Palestijnse huizen die aan de weg komen te liggen.

Zo werd er een omleidingsweg gebouwd om het Palestijnse plaatsje Walaja heen, vlak bij de grens met Israël, die de nederzetting Har Gilo met Israël verbindt. Omdat een eindje van Walaja af een enkel Palestijns huis direct aan de weg ligt, zeiden Israëlische planners dat die weg ook voor die bewoners is bedoeld, aldus Shaul.

Betonnen muur

Van één weg op de Westelijke Jordaanoever is de fysieke segregatie ongekend. Deze vijf kilometer lange weg, 4370, het eerste deel van een toekomstige ringweg rond Oost-Jeruzalem, werd in 2019 geopend zodat kolonisten sneller Jeruzalem konden bereiken. Tot dan toe moesten zij nog, via dezelfde weg als Palestijnen, langs een Palestijns dorp door een druk checkpoint heen.

Op de weg worden auto’s met Palestijnse en Israëlische kentekens van elkaar gescheiden door een acht meter hoge betonnen muur en een hek. Tijdens het rijden over de weg voor Palestijnen zie je vanuit het bijrijdersraam de muur tussen de twee wegen. Aan de andere kant, vanuit het bestuurdersraam, zie je een deel van de muur die Israël sinds 2002 heeft gebouwd rond Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever, die het plaatsje Anata grotendeels omringt en afscheidt van Jeruzalem.

Vlak voor Jeruzalem is er een checkpoint. Daar voorbij leidt de weg voor Israëliërs direct naar Jeruzalem. Palestijnen moeten een lange omweg maken langs verschillende nederzettingen. Het doel van de weg is om kolonisten op de Westelijke Jordaanoever te verbinden met Jeruzalem, en Palestijnen uit de stad te weren. De weg werd zo een symbool van het apartheidsregime in Israël en Palestina, zoals het systeem van ongelijkheid en discriminatie aangeduid wordt door mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International. Onder critici kreeg deze weg dan ook al snel een bijnaam. ‘Apartheidsweg’.

Khalid al-Arooj wacht op het balkon tot zijn dochters uit school komen (links) in Tuqu’ op de Westelijke Jordaanoever. Rechts zijn dochter Huda (rechts) met een vriendin.

Foto’s: Samar Hazboun

Khalids dochter Huda met haar vriendin Zarifa op weg van school naar huis.
Foto Samar Hazboun