In Godalming, waar Britten gemiddeld beter af zijn, geloven ze nog in de Conservatieve winst

De Conservatieve Partij gaat tóch de verkiezingen winnen. Michael Carron is ervan overtuigd dat Britten uiteindelijk weer voor de zittende macht kiezen. „Ik voorspel dat de Conservatieven een kleine meerderheid behouden. Ze maken er misschien een bende van, maar dat is beter dan een sukkel toelaten waarvan je niet precies weet wat hij wil.” Die sukkel, daar bedoelt hij partijleider Keir Starmer van oppositiepartij Labour mee.

Langs de Wey-rivier in het pittoreske dorpje Godalming wandelen Carron en zijn vrouw Camilla Thornton in de zon. Het vrolijke stel gaat allebei op de Conservatieve Partij stemmen, bij de Lagerhuisverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk donderdag. Carron is zelfs van plan bij een wedkantoor geld op zijn voorspelling in te zetten. „De prijsbepaling is één op honderd, dus als je een tientje inlegt, win je duizend pond!” Zo’n wedje zou helemaal in lijn zijn met één van de grote nieuwsverhalen van deze campagne: enkele naaste medewerkers van premier Sunak ‘gokten’ met voorkennis op de verkiezingsdatum.

Camilla Thornton is er minder zeker van dat de Tories gaan winnen. Alle opiniepeilingen wijzen al maanden op een royale meerderheid voor Labour en daar is in de laatste weken van de campagne amper verandering in gekomen. Maar een Labourregering vindt ze geen fijn vooruitzicht, vooral omdat ze verwacht dat Keir Starmer de belastingen zal verhogen. „Ik werk en betaal al belasting vanaf mijn zeventiende en dan wil Labour straks ook mijn aanvullend pensioen gaan belasten.” Dit is een beschuldiging die huidig premier en leider van de Conservatieven Rishi Sunak deed in een verkiezingsdebat. Een campagnetactiek: steeds hamert Sunak erop dat Labour de belastingen meer zal gaan verhogen dan ze nu willen toegeven. Of dit klopt, moet na de verkiezingen blijken.

Godalming ligt in Surrey, een graafschap ten zuidwesten van Londen waar van oudsher alle zetels in het Lagerhuis ‘blauw kleuren’, dus naar de Conservatieve Partij gaan. Maar dit jaar wordt het spannend. Het staat volgens peilingen niet vast dat Jeremy Hunt zijn zetel weet te behouden, hij is de huidige minister van Financiën en de Conservatieve kandidaat voor het district Godalming and Ash. Die onzekerheid geldt voor veel meer ministers in Sunaks kabinet. Volgens een enkele peiling is zelfs twijfelachtig of premier Sunak zelf wel wordt herkozen. Naar alle waarschijnlijkheid moeten de Conservatieven oppositie gaan voeren en grote vraag is dan welke kant het op gaat met de partij.

Twee auto’s voor de deur

Sommige gebouwen in de winkelstraat van Godalming stammen nog uit de zestiende eeuw, ze zijn wit geschilderd en hebben authentieke eikenhouten balken. De bloembakken ervoor staan uitbundig in bloei. Bij de Waterstones-boekhandel liggen politieke boeken in de etalage, van oud-premier Theresa May en ex-Tory Rory Stewart.

De inwoners hier zijn vaak beter af dan andere Britten. Volgens het Office for National Statistics zijn ze gezonder dan gemiddeld, leven ze langer, zijn ze hoger opgeleid, wonen ze vaker in een koophuis en staan daar dan twee of drie auto’s voor de deur. De werkloosheid ligt er lager dan gemiddeld, de scholen zijn goed, er is veel groen en op ongeveer anderhalf uur rijden van Londen ligt Godalming aantrekkelijk voor Britten die ook vanuit huis kunnen werken.

Lees ook

Brits gokschandaal duwt Sunak nog dieper in de penarie

Rishi Sunak, leider van de Conservatieven en de Britste premier, tijdens een toespraak in Londen deze maandag.

Aan het einde van de winkelstraat laadt Joe Blackborow zijn supermarktboodschappen vanuit het karretje in de auto. Een paar bakjes met fuchsia’s, een brood, een Daily Mail waar met chocoladeletters op de voorpagina staat dat Keir Starmer „het land binnen honderd dagen zal verwoesten”. Blackborow heeft al gestemd, per post. Toch weer op Jeremy Hunt. Vooral omdat hij goed weet wat er hier speelt, zegt Blackborow. Hunt is in Surrey opgegroeid en ging naar een klassieke privéschool in Godalming. „Ik ken hem al jaren. We hebben ooit samen campagne gevoerd om het lokale ziekenhuis open te houden. Toen mijn dochter in 2008 overleed stond hij op de stoep met een grote bos bloemen.”

Over de landelijke politiek en Jeremy Hunt in zijn hoedanigheid als minister is Blackborow minder te spreken. „Ach, hij moet vooral het beleid van de premier uitvoeren. Zoals dat voor alle ministers geldt, anders liggen ze eruit.” Voor Hunt wordt het donderdag erop of eronder, denkt hij: „Ik zie dit jaar meer posters hangen voor de Liberaal-Democraten dan voor de Conservatieven. Ik las dat het om maar zeshonderd stemmen verschil gaat.”

In de blue wall, zoals de Britse media de gebieden in het zuiden van Engeland noemen waar de Tories meestal winnen, zijn de Liberaal-Democraten hun belangrijkste concurrenten. Deze LibDems zijn nu de derde grootste partij in het Lagerhuis. Ze zijn progressief, hebben ambitieuze klimaatdoelen en willen dat het VK weer onderdeel wordt van de Europese gemeenschappelijke markt. Ze voeren bijna alleen campagne in Conservatieve kiesdistricten en partijleider Ed Davey heeft ook expliciet gezegd dat zij „niet tegen Labour strijden”. Maar de Conservatieven verliezen waarschijnlijk aan alle kanten steun. Op rechts aan Reform UK van Nigel Farage, in het midden aan de LibDems en zelfs aan Labour.

Niet meer liegen

In de oppositie wordt het tijd voor de Conservatieven om te hergroeperen, zegt Joe Blackborow. „Ze moeten maar eens goed nagaan waar ze de afgelopen jaren fout hebben gezeten. Mensen houden er niet van als ze voorgelogen worden.” Tijdens de coronapandemie misleidde toenmalig partijleider en premier Boris Johnson het Lagerhuis en de Britse bevolking, doordat hij onterecht bleef volhouden zich aan de lockdownregels te hebben gehouden tijdens de coronapandemie. „Ik had hoge verwachtingen van Boris, maar hoe kon hij zo stom zijn te liegen over zaken die zo makkelijk te weerleggen zijn?”

Volgens een enkele peiling is twijfelachtig of premier Sunak zelf wel wordt herkozen

Hoogleraar politiek Tim Bale van de Queen Mary Universiteit in Londen verwacht dat Rishi Sunak kort na de verkiezingen opstapt, zei hij maandag in een online forum over de toekomst van de Conservatieve Partij. „En ik denk niet dat hun aantal zetels echt onder de honderd uitkomt, zoals sommige peilingen beweren.” In 2019 wonnen Tories 365 van de 650 zetels in het Lagerhuis, een ruime meerderheid.

Binnen de nieuwe fractie, ook als die flink kleiner uitvalt, „blijven volgens de modellen die ik heb gezien de ideologische verhoudingen grofweg hetzelfde”, zei Bale. Ongeveer tachtig Lagerhuisleden stelden zich niet opnieuw verkiesbaar, maar de nieuwe kandidaten zijn volgens hem niet veel rechtser dan de huidige fractie. „Een stille meerderheid is gematigd rechts en een nogal mondige minderheid is radicaal-rechts. Dus ik denk dat het lastig wordt voor de gematigden om te voorkomen dat een kandidaat van de rechterflank wint.”

Daisy Cooper, plaatsvervangend leider van de Liberaal-Democraten, bezoekt het district Godalming and Ash.
Foto Richard Pohle/The Times/News Licensing

De Conservatieven lijken ook meer bezig met hun concurrentie op rechts – met Nigel Farage en Reform – dan met kiezers die ze in het midden verliezen. Bale: „De rechtse pers geeft de radicale stemmen veel ruimte. En de achterban van de partij is ook relatief rechts.” Melden zich straks meerdere kandidaten voor het partijleiderschap, dan stemt de fractie in het Lagerhuis tot er twee overblijven. Vervolgens mogen de partijleden tussen die twee kiezen.

Rechtsaf slaan

Wie zich als kandidaat zou opwerpen om Sunak op te volgen, hangt natuurlijk af van wie het lukt om terug te keren in het Lagerhuis en van de vraag of zijn of haar bondgenoten óók zijn verkozen. Op de rechterflank vallen de namen van (voormalig) ministers Suella Braverman, Kemi Badenoch en Priti Patel. Van Badenoch en Braverman zijn volgens dagblad The Times hun persoonlijke websites de afgelopen weken geüpdatet. Penny Mordaunt zou één van de gematigder kanshebbers zijn, maar zij is helemaal niet zeker van herverkiezing.

Inhoudelijk gaat bij de radicaal-rechtse vleugel vooral veel aandacht naar immigratie. Suella Braverman en Kemi Badenoch zouden bijvoorbeeld allebei willen stoppen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg te erkennen, omdat dit hof uitzettingen van migranten kan tegenhouden als de rechters die in strijd achten met internationale mensenrechten. Het VK zou volledige juridische soevereiniteit moeten hebben, vinden zij. Deze maatregel staat niet in het huidige verkiezingsprogramma.

De Conservatieven verliezen waarschijnlijk aan alle kanten steun. Op rechts aan Nigel Farage, in het midden aan de LibDems en zelfs aan Labour

In Godalming denken Michael Carron en Camilla Thornton dat rechtsaf de juiste richting is voor de Tories. Voor hen is immigratie ook een belangrijk thema. Op zich heeft ze niets tegen migranten, zegt Thornton, alleen vindt ze de aantallen nu aan de hoge kant. „Als ze hier komen werken, is dat prima. Ze moeten iets bijdragen. Anders zuigen ze alleen maar onze voorzieningen leeg en dát irriteert mensen.” Haar eigen ouders kwamen uit Ierland naar Engeland, ze gingen aan de slag in het ziekenhuis en in de bouw.

Een fusie van de Conservatieve Partij en Reform zouden de twee wel voor zich zien. De Britse media speculeren er volop over en ongeveer de helft van de rechtse kiezers zou dat een goed idee vinden. Nigel Farage is tenminste boodschapvast, zegt Carron. „Die roept al twintig jaar hetzelfde. Als hij in het Lagerhuis komt, krijgt hij een serieuze kans zijn partij op te bouwen. Óf ze vragen hem of hij bij de Conservatieven komt.”

Lees ook

‘Het land is kapot’ klinkt het in Clacton-on-Sea, het kiesdistrict van Nigel Farage

Nigel Farage, leider van de rechts-populistische partij  Reform UK, spreekt maandag aanhangers toe tijdens een verkiezingsevenement in zijn kiesdistrict, het Oost-Engelse Clacton-on-Sea.


Monnik met geweer en wapenhandelaar met rode fallus in satire op eerste democratische verkiezingen Bhutan

Hoe introduceer je de democratie in een land waar iedereen gelukkig is? Het Bhutaanse The Monk and the Gun gaat over het moment waarop koning Jigme Singye Wangchuk in 2005 aankondigde zijn land in een democratie te willen veranderen. Om de bevolking te laten wennen aan hun nieuwe stemrecht werden er in 2006 proefverkiezingen gehouden en die inspireerden regisseur Pawo Choyning Dorji (1983) tot een lieflijke satire. De koning was in de jaren 70 ook degene die het begrip ‘bruto nationaal geluk’ bedacht, een alternatief voor het economische bruto nationaal inkomen dat doorgaans als maatstaf voor de welvaart in een land wordt gebruikt. Vorig jaar nog gaf in Bhutan meer dan 90 procent van de bevolking aan gelukkig te zijn, al zegt de jongste generatie geld steeds belangrijker te vinden.

Er schuilt dus een hele wereld achter de verder fictieve film. Dorji volgt een aantal personages. De belangrijkste zijn avonturier Benji, op zoek naar een antiek geweer uit de Amerikaanse Burgeroorlog in Bhutan, en de jonge monnik uit de titel, die Benji van wapens voorziet. Dit alles tegen de achtergrond van die proefverkiezingen, waardoor dorpelingen en familieleden tegen elkaar worden opgezet, al naar gelang hun inspanningen voor de blauwe (vrijheid en gelijkheid), rode (industriële ontwikkeling) of gele (behoud) ‘partij’.

Als je bedenkt dat de televisie pas in 1999 in Bhutan beschikbaar werd, dan kun je wel concluderen dat het Himalayaland de afgelopen decennia een enorme inhaalslag heeft gemaakt op filmgebied. Regisseur Pawo Choyning Dorji (ook werkzaam als fotograaf en producent) is een van de aanjagers van die nieuwe golf. The Monk and the Gun is zo toegankelijk en universeel dat de film afgelopen jaar terechtkwam op de shortlist voor de Oscar voor Beste Buitenlandse Film. De productiewaarde is hoog – de film is opmerkelijk westers georiënteerd, maar ook kritisch op datzelfde Westen. Zo is de naam van de schatzoeker Ronald Coleman, een overduidelijke verwijzing naar Frank Capra’s klassieker Lost Horizon (1937), waarin de mythe van het oosterse paradijs Shangi-La werd gevestigd.

The Monk and the Gun speelt leentjebuur bij roadmovie en slapstick. Regelmatig herinneren overheidsbeambten de inwoners van het landelijke dorpje Nur eraan dat er „in andere landen gevochten wordt voor de democratie”. Ook het geweer uit de Amerikaanse Burgeroorlog verwijst daarnaar. Maar in Bhutan is een ander potent wapen dat kracht en bescherming symboliseert: uiteindelijk vertrekt de avonturier met een manshoge rode houten fallus naar huis.


Filippijnen omarmen hun oorspronkelijke lettergrepenschrift

Toen dominee Jay Enage (52) in 2010 in Rizal de beroemde Filippijnse Angono rotstekeningen bekeek, was hij verbluft. Naast enkele duizenden jaren oude dierenfiguren zag hij symbolen in de rotswand gekrast. Hadden zijn voorouders een eigen schrift? „Ik dacht: Als dat zo is, waar is dat schrift dan gebleven?” vertelt Enage in een koffietentje in Manila. „Waarom schrijven wij in het westerse alfabet?” De dominee dook in de geschiedenis en kwam tot de conclusie dat de Filippijnse taal Tagalog oorspronkelijk in een lettergrepenschrift, dat nu baybayin genoemd wordt, werd geschreven. „Toen de Spanjaarden in 1521 op onze eilandengroep arriveerden, zagen ze dat de bewoners hun eigen taal en schrift hadden.” De Franciscanen gingen onmiddellijk aan het werk. Om het christendom zo effectief mogelijk te verspreiden, vertaalden de monniken in 1593 De Doctrina Christiana van kerkvader Augustinus naar het Tagalog. „Ze schreven het op in het westerse alfabet én in het baybayin.” Trots legt Enage een dikke facsimile op tafel. „En in 1613 verscheen dit boek.” Voor hem ligt het eerste woordenboek in baybayin, de Vocabulario de la lengua tagala.

Nationaal schrift

Voor Enage was de ontdekking van het oude schrift een openbaring. De man van het Woord – op zijn negentiende bekeerde hij zich van katholiek tot methodist, een protestantse stroming – ging aan de slag om zich het baybayin eigen te maken. Gaandeweg wond hij zich steeds meer op over de gevolgen van de koloniale overheersing en besloot zich te verzetten „tegen de suprematie van het alfabet”. Christus, ook gebracht door de Spanjaarden, omarmt hij wel. „Ik ben een culturele revivalist,” verklaart hij. „Niet religieus. We zijn een vrije natie. We mogen zelf bepalen welk schrift we gebruiken en welke god we aanvaarden.”

Enage begon een campagne om het inheemse schrift in gebruik te nemen als nationaal Filippijns schrift en ging lesgeven aan geïnteresseerden.

Ook zijn eigen kerkgangers moesten eraan geloven. Toen Enage bijbelse teksten wilde overbrengen in het baybayin, ontstond er frictie met het kerkbestuur. „Ze vonden dat te ver gaan,” vertelt Enage, nog altijd verontwaardigd over het gebrek aan steun.

Wel kreeg hij politici mee. Enage is inmiddels de aanjager van een nationale beweging. In 2018 is door het Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel goedgekeurd om het baybayin tot nationaal schrift uit te roepen. Enage was een van de sprekers die een pleidooi mochten houden. Onlangs sprak hij weer politici toe. Want de wet die het baybayin als lesmateriaal verplicht, gaat pas in werking als ook de Senaat akkoord is.

Dominee Jay Enage (52).

Foto’s Lisa Marie David

Hype op Facebook

Terwijl Enage aan de meegekomen fotograaf zijn laatste lesmateriaal uitdeelt, wacht zijn vrouw Lani geduldig achter een kop koffie tot hij klaar is. Beheerst zij het baybayin? „Jazeker, maar ik gebruik het niet dagelijks”, antwoordt ze droog. Hun vier kinderen zijn er vaardiger in, stelt ze. „Als een klasgenoot het schrift verkeerd gebruikt, dan zeggen ze: ‘Oppassen, als mijn vader dit ziet, wordt hij boos!’”, reageert Enage lachend.

Enage is ervan overtuigd, dat de oorsprong van het baybayin is te herleiden tot de rotstekeningen in Rizal. Maar daar is vooralsnog geen wetenschappelijk bewijs voor. De naam van het schrift, baybayin, betekent in Tagalog: ‘golven’. Want het is de gangbare aanname dat het schrift in de zestiende eeuw door Buginese handelaren vanuit Sulawesi – ‘over de golven’ – naar de Filippijnen is gebracht. Het baybayin zou verwant zijn aan het inheemse Buginese schrift.

De huidige hype is opgekomen tijdens de coronacrisis. Vooral op Facebook ontstonden omvangrijke gemeenschappen die het baybayin onder de knie wilden krijgen. Zo heeft Facebook-groep Baybayin Philippine National Writing System maar liefst 770.000 leden, voor een groot deel Filippijnse Amerikanen die op zoek gaan naar hun culturele wortels.

Antropoloog Nestor Castro (64), thuis in Cainta.

Foto’s Lisa Marie David

Kalligrafische kunst

Volgens cultureel antropoloog Nestor Castro (64), hoogleraar aan de Filippijnse universiteit Diliman, is het baybayin nooit helemaal weggeweest. Zo werden bepaalde officiële documenten tijdens de koloniale overheersing tevens in baybayin opgesteld. Ook in de jaren tachtig was er belangstelling voor het schrift. „Maar dan vooral als kalligrafische kunst, in reclamelogo’s of als tatoeage”, vertelt hij in zijn woning in Manila.

De antropoloog deed onderzoek naar de verschillende groepen die interesse hebben in het oude schrift. Redenen voor hun enthousiasme lopen uiteen. „Sommige gemeenschappen zijn alleen geïnteresseerd in de taal. Andere groepen zijn heel ‘nativistisch’. Zij hebben een antikoloniale motivatie.” Volgens Castro wil deze groep terug naar een ‘oorspronkelijke’ inheemse wereld, bijvoorbeeld door alle Spaanse namen te vervangen door inheemse. Ook willen ze stimuleren dat Filippijnen traditionele kleding dragen. „Dergelijke ideologieën kunnen heel ver gaan. Ik was een tijdje terug op een conferentie waar een groepering verklaarde dat de Filippijnen het ware beloofde land van God is. Ook kwam ik mensen tegen die aan het baybayin magische geneeskundige krachten toekenden.”

De baybayin-tekens zijn inmiddels te vinden op digitale toetsenborden. Ook zijn er vertaal-apps. Maar een automatische vertaling gaat vaak mis. „Het baybayin bestaat uit lettergrepen”, vertelt Castro. „Er zijn geen afzonderlijke letters. Niet iedereen heeft dat door.” Castro pakt zijn telefoon en laat een foto zien van een jongen in een uniform van de universiteit van Mindanao. Onder het logo van de universiteit staan baybayin-symbolen. „Het was ongetwijfeld de bedoeling om de naam van de school in baybayin te spellen, maar hij heeft elke letter met een symbool vertaald. Er staat nu iets onbegrijpelijks.”

Tatoeages populair

Op online fora zijn talloze waarschuwingen voor verkeerd gespelde tatoeages te vinden. Dat zal tatoeëerder Roel Garcia (31) niet overkomen. In een klein kamertje boven de eenvoudige woning van zijn moeder in San Jose del Mondo, een voorstad van Manila, heeft hij zijn atelier. Zijn passie voor de Filippijnse inheemse cultuur heeft hij via zijn moeder meegekregen. „Ze is Visayan. Ze komt uit een regio waar lichaamsdecoratie is verbonden met de identiteit. Bepaalde patronen benadrukken bijvoorbeeld de schoonheid of moed van de persoon. De Spanjaarden noemden ons ‘de getekenden’ vanwege onze tatoeages.” Op zijn eigen gezicht heeft hij het baybayin-symbool ‘kha’ getatoeëerd, een verwijzing naar de negentiende-eeuwse Filippijnse onafhankelijkheidsbeweging Katipunan. „Het baybayin is een ode aan de artistieke vaardigheden van mijn Filippijnse voorouders. Ik hou van de golvende stijl, ontstaan doordat lijnen zo sierlijk mogelijk met een scherpe steen in bamboe werden gekrast.”

Garcia tatoeëert op de inheemse wijze, met een hamertje, zoals generaties voor hem ook deden. Sinds de coronacrisis is de vraag naar baybayin tatoeages enorm toegenomen. Garcia heeft gemiddeld vijf tot zes klanten per week. Ze contacteren hem via internet. De meeste klanten willen hun naam in baybayin op hun lichaam. Garcia geeft zijn eigen draai aan dat verzoek. „Na een kort gesprek schat ik in welke karakterisering het beste bij de persoon past. Als iemand heel gedreven in zijn werk is, kan dat bijvoorbeeld het woord ‘excellentie’ zijn. Dat woord transcribeer ik naar baybayin en de tekens zet ik dan in een bepaald soort font, bijvoorbeeld in vlammende lijnen.”

Garcia gebruikt het baybayin ook buiten het tatoeëren, namelijk in de ‘hofmakerij’, zoals hij het zelf uitdrukt. „Ik schrijf liefdesgedichten in baybayin. Dat maakt het extra bijzonder. Het is dan een geheime liefdestaal.” Want ook veel vrouwen in zijn omgeving hebben zich op het oude schrift toegelegd.

Tattoozetter Roel Garcia (31) in zijn studio in San Jose del Monte.

Foto’s Lisa Marie David

Taalstrijd

Of het baybayin wordt uitgeroepen tot nationaal schrift is nog niet bekend. In april sprak Enage de Senaat toe. De taal-activist bepleitte opnieuw het alfabet te vervangen door het baybayin. Maar volgens antropoloog Castro zal dat niet snel gebeuren. Niet praktisch. Ook is er verzet van bepaalde inheemse groepen tegen het huidige voorstel. De Filippijnen hebben ruim 110 miljoen inwoners en kennen meer dan 130 talen, waarvan Tagalog – dat van oudsher dus geschreven werd in baybayin – de meest gesproken taal is. Maar er zijn meerdere inheemse schriften, bijvoorbeeld het kulitan. De campagne voor het gebruik van baybayin wekt ergernis. „Sommige inheemse groepen spreken van Tagalog imperialisme”, vertelt Castro. „Zij willen niet dat baybayin tot nationaal schrift wordt uitgeroepen en hun taal opnieuw op een tweede plan wordt gezet.”

Castro verwacht dat het wetsvoorstel in de komende maanden breder geformuleerd zal worden en politici tot een voorstel zullen komen waarin alle inheemse talen zijn gelijkgesteld en gebruik wordt gestimuleerd naast het alfabet.


Iran kan een hervormer als president krijgen, maar brengt dat ook verandering?

De Iraanse presidentsverkiezingen van deze vrijdag stellen zowel het regime als de bevolking voor een dilemma. Voor het regime is dat: hoeveel verandering laten we toe? Voor veel Iraanse burgers is de vraag eerder: is verandering via de stembus überhaupt mogelijk, of kunnen we de verkiezingen beter boycotten?

Het regime zit met misschien wel de grootste legitimiteitscrisis sinds de stichting van de Islamitische Republiek in 1979. Na de massale anti-regime protesten van bijna twee jaar geleden en een historisch lage opkomst in de parlementsverkiezingen van afgelopen maart (41 procent, volgens overheidscijfers, en mogelijk nog lager), beseft ook de 85-jarige opperste leider Khamenei dat er iets moet veranderen om het voortbestaan van het regime na zijn dood te waarborgen.

Dat de voormalig president Raisi afgelopen maand de dood vond in een helikoptercrash, biedt het regime in die zin „een politieke kans”, aldus Alam Saleh, hoogleraar Iraanse studies aan de Australische Nationale Universiteit. „Het regime wil proberen de kloof met de bevolking, die nog nooit zo groot is geweest, iets te dichten”, zegt hij telefonisch. „Daarom presenteren ze de verkiezingen als een soort referendum over het systeem. Als de opkomst vervolgens boven de 50 procent uitkomt, zal het regime zeggen: zie je wel, we hebben nog wat legitimiteit.”

Lees ook

Hardliner Raisi, die duizenden politieke gevangenen liet executeren, was als president van Iran weinig geliefd

De overleden Iraanse president Ebrahim Raisi eerder dit jaar bij een begrafenis van slachtoffers van een bomaanslag in de stad Kerman,

Dit is volgens Saleh precies de reden dat er deze keer iets meer te kiezen valt dan bij de vorige presidentsverkiezingen in 2021. Destijds was de kandidatenlijst zo ontworpen dat Khamenei’s gewenste kandidaat Raisi bij voorbaat zou winnen, maar dit keer staat de uitkomst niet van tevoren vast. Hoewel de Raad van Hoeders van de Grondwet, die de kieslijst samenstelt, traditiegetrouw het gros van de aspirant-kandidaten en alle vrouwen onder hen om dubieuze redenen heeft afgekeurd, stond de Raad naast vijf conservatieven ook één hervormingsgezinde kandidaat toe om een worp te doen naar het presidentschap: Masoud Pezeshkian.

Deze 69-jarige hartchirurg en voormalig gezondheidsminister pleit voor toenadering tot het Westen en werkt nauw samen met voormalig buitenlandminister Javad Zarif, architect van de nucleaire deal uit 2015. Pezeshkian wil de deal, die de VS in 2018 unilateraal opzegde, nieuw leven inblazen om sancties opgeheven te krijgen en zo de economische malaise in Iran te verlichten. Als half-Koerd en half-Azeri doet Pezeshkian het relatief goed bij etnische minderheden, bijna de helft van Irans electoraat. Ook probeert hij zich op te werpen als een verzoener die een handreiking wil doen naar de jonge generatie. „Het probleem van Generatie Z, dat zijn wij”, zei Pezeshkian bij een recente campagnebijeenkomst. „Ze willen verandering, maar wij veranderen steeds niet.”

Voorheen boycotte ik verkiezingen omdat er niets te kiezen viel, maar nu is dat wel het geval

Abbas Abdi
activist

Dat het regime Pezeshkians kandidatuur goedkeurde, biedt kansen die gepakt moeten worden, stelt Abbas Abdi, een prominente hervormingsgezinde activist. „Dat de regering zo actief pleit voor een hoge opkomst betekent dat ze Pezeshkian’s eventuele overwinning zullen accepteren”, zegt hij telefonisch vanuit Teheran. „Dat is een belangrijke verandering. Voorheen boycotte ik verkiezingen omdat er niets te kiezen viel, maar nu is dat wel het geval. Een nieuwe horizon opent zich, en dat komt omdat het systeem zelf zijn beleid bewust heeft aangepast.”

Dat hebben we vaker gehoord, zeggen tal van andere activisten en intellectuelen in Iran die ook deze verkiezingen oproepen tot een boycot. Onder hen zijn onder meer Narges Mohammadi, Nobelprijswinnaar en mensenrechtenactivist die gevangenzit in de beruchte Evin gevangenis, en Sedigheh Vasmaghi, een theologe die tot voor kort vastzat in dezelfde gevangenis, onder meer omdat ze stelde dat de hoofddoekplicht in strijd is met de Koran.

De 69-jarige hartchirurg en voormalig gezondheidsminister Pezeshkian pleit voor toenadering tot het Westen wil de nucleaire deal nieuw leven inblazen om sancties opgeheven te krijgen en zo de economische malaise in Iran te verlichten.
Foto Vahid Salemi/AP

„Hoeveel moeten we nog meemaken?”, zegt Vasmaghi in een interview op een Iraans YouTube-kanaal, waarin ze alle keren afloopt dat ‘hervormers’ op een zijspoor werden gezet door het regime zodra ze buiten de lijntjes tekenden. „Ik heb ook liever Pezeshkian dan één van de vijf anderen als president, maar die voorkeur is niet genoeg om deel te nemen aan een politiek spel dat de hogere gelederen van de regering dient. Waarom zou je dit corrupte systeem legitimeren?”

Massaal boycotten

De veelal jonge Iraniërs die deelnamen aan de zogeheten ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’-demonstraties van 2022 zullen de verkiezingen eveneens massaal boycotten, stelt Arash Azizi, een Iraanse historicus die een boek schreef over de protestbeweging. Overigens niet alleen omdat ze de Islamitische Republiek in zijn geheel afwijzen, vertelt hij telefonisch, maar ook omdat Pezeshkian te voorzichtig is en niet overtuigend overkomt op de jongere generatie. „Het helpt niet bepaald dat hij voortdurend zijn loyaliteit aan de opperste leider onderstreept.”

Azizi verwijst onder meer naar een campagnebijeenkomst aan de Universiteit van Teheran, waar Pezeshkian studenten vertelde dat ze Khamenei niet mogen beledigen en zeidat hij „smelt voor de leider.” Gevraagd wat hij als president zou kunnen betekenen voor politieke gevangenen, antwoordde de 69-jarige realistisch, maar weinig inspirerend: „Gevangenen vallen niet onder mijn verantwoordelijkheid, dat is een andere tak van de regering.”

Maar de boycotters weten ook dat als zij niet stemmen, dit ten goede komt aan de conservatieve hardline-kandidaten. De twee koplopers onder hen zijn de voormalige burgemeester van Teheran en parlementsvoorzitter Mohammad Bagher Ghalibaf (62), die als oud-generaal van de Revolutionaire Garde de studentenprotesten van 1999 neersloeg, en Saeed Jalili (58), een conservatieve hardliner die bekend staat als een felle tegenstander van een nieuwe nucleaire deal en toenadering tot het Westen.

Aanhangers van parlementsvoorzitter Mohammad Bagher Ghalibaf bij een campagnebijeenkomst. De voormalige burgemeester van Teheran geldt als een van de favorieten binnen de conservatieve hardline kandidaten voor het Iraanse presidentschap.
Foto Vahid Salemi/AP

Welke kandidaat Khamenei het liefst als president ziet? Dat valt volgens Azizi niet zonder meer te zeggen. Jalili geldt dan wel als Khamenei’s vertrouweling, maar kan als radicale hardliner erg koppig zijn. Ghalibaf is een ervaren technocraat, maar heeft tal van corruptieschandalen aan zijn broek hangen, kwam in opspraak omdat zijn dochter decadent veel shopt in Turkije en staat niet bekend om religieuze zuiverheid. Bovendien is zijn militaire achtergrond en sterke positie binnen de Revolutionaire Garde niet geheel zonder risico’s. „Hij heeft veel weg van een militaire dictator in spe die veel om macht en weinig om ideologie geeft”, zegt Azizi. „Niet bepaald het type naast wie Khamenei rustig kan sterven.”

Er kan best een dynamiek ontstaan waar het regime geen grip op heeft. Khamenei is weliswaar zeer machtig, hij heeft niet iedereen aan een touwtje

Peyman Jafari
historicus

Pezeshkian daarentegen is voorzichtig, niet corrupt en heeft geen sterke eigen machtsbasis. „Op zo iemand kan Khamenei gemakkelijker invloed uitoefenen”, zegt Azizi. „Je zou zelfs provocatief kunnen stellen dat Pezeshkian eigenlijk de beste optie voor Khamenei is.”

Maar voor het regime kleven er zeker ook risico’s aan Pezeshkian. „Nu al worden bij zijn campagnebijeenkomsten liedjes gespeeld uit de tijd van de Groene Beweging [massale anti-regime protesten in 2009]”, zegt de Nederlands-Iraanse historicus Peyman Jafari. „Er kan best een dynamiek ontstaan waar het regime geen grip op heeft. Khamenei is weliswaar zeer machtig, hij heeft niet iedereen aan een touwtje.”

‘Onstuimige’ verkiezingen

Ondanks hun strikt gecontroleerde aard verlopen verkiezingen in Iran dan ook niet zoals in landen als Egypte of Syrië, waar een zittend president steevast ergens tussen de 90 en 99 procent van de stemmen claimt en vervolgens weer door kan. „Iran heeft een hybride autoritair systeem, en daarin kunnen verkiezingen best onstuimig zijn”, zegt Mehran Kamrava, Iran-expert aan de Georgetown Universiteit in Qatar. „Het systeem wil dat mensen meedoen en opgewonden raken. Dat creëert een opening in het systeem waarbinnen meer mogelijk is dan normaal.”

Lees ook

Lage opkomst bij verkiezingen ondermijnt draagvlak van het Iraanse islamitische regime

Een kiezer brengt vrijdag haar stem uit in Teheran.

Bij een relatief hoge opkomst – bijvoorbeeld richting de 60 procent – achten zowel Kamrava als Jafari de kans reëel dat Pezeshkian wint. Dat geldt volgens hen des te meer als deze vrijdag geen van de kandidaten een absolute meerderheid behaalt en Pezeshkian door kan naar een tweede ronde tegen één tegenstander. Dat veroorzaakt polarisering, wat momentum kan genereren.

Maar wie er ook wint, de invloed van Irans president blijft beperkt ten aanzien van Khamenei, de Revolutionaire Garde en de rest van het staatsapparaat, benadrukt Jafari. Over Irans buitenlands beleid bijvoorbeeld heeft de president weinig te zeggen. „En ook de vraag wie Khamenei zal opvolgen, moet je los zien van deze verkiezingen”, zegt de academicus. „Geen van de kandidaten is gekwalificeerd voor de rol van opperste leider [die een geestelijke moet zijn] en de opvolgingskwestie wordt waarschijnlijk buiten de president om besloten.”

Die relatieve machteloosheid van het hoogste verkiesbare ambt in Iran is volgens theologe Vasmaghi een zoveelste reden om vrijdag gewoon thuis te blijven. „Waar lijden Iraniërs nu echt onder?”, vraagt ze. „Van een buitenlands beleid vol spanningen, […] tot mensenrechtenschendingen, de onderdrukking van protest, het doden van mensen, inflatie, werkloosheid en de verwoesting van het klimaat: dit alles gaat een nieuwe regering echt niet veranderen.”


‘Oligarchische’ verdeling EU-banen levert radicaal-rechts nog geen topbanen op – tot ongenoegen van Italië

Een politieke aardverschuiving was het niet, maar de ‘ruk naar rechts’ was niettemin duidelijk bij de recente Europese verkiezingen. Toch lijkt die geen directe weerslag in de verdeling van de Europese topposities te krijgen – met als gevolg groeiende wrevel in met name Italië.

Deze donderdag komen Europese regeringsleiders naar Brussel om de ‘topjobs’ af te hameren. Het is de laatste topontmoeting voor scheidend demissionair premier Mark Rutte, nadat hij woensdag officieel benoemd werd tot nieuwe secretaris-generaal van de NAVO.

Op welke namen de leiders gaan uitkomen staat al zo goed als vast: in Brussel circuleerden maanden geleden al lijstjes met kanshebbers. Christen-democraat Ursula von der Leyen opnieuw als voorzitter van de Commissie. De voormalige Portugese premier António Costa, een sociaal-democraat, als voorzitter van de Europese Raad. En liberaal Kaja Kallas, de premier van Estland, als nieuwe EU-buitenlandchef.

Heel Europa mocht vervolgens naar de stembus. Er werd gesondeerd en gedineerd en, grote verrassing: het lijstje namen voor topfuncties dat donderdag op een EU-top gepresenteerd wordt, is precies zoals voorspeld.

Gevoelig verlies

Dat is niet heel verwonderlijk: de centrum-coalitie van de drie middenpartijen, die ook in de vorige regeerperiode nauw samenwerkten, heeft na de verkiezingen stand gehouden en de drie hebben nog steeds een meerderheid in het Europees Parlement. Tegelijk wringt het wel, omdat het verbond van christen-democraten, sociaal-democraten en liberalen terrein heeft verloren aan radicaal-rechts.

Meloni ergerde zich er duidelijk aan dat de ‘traditionele drie partijen’ de posities als vanouds wilden verdelen

De radicaal-rechtse politieke familie van Europese Hervormers en Conservatieven (ECR) heeft de liberalen zelfs in grootte van de derde plaats verdrongen. Juist afgelopen week leek de liberale ‘Renew-fractie’ in het EP een gevoelig verlies toen de Tsjechische ANO-partij van oud-premier Andrej Babis besloot met haar zeven zetels te vertrekken. Het brengt de liberale groep op een verwacht totaal van 75 zetels – tegenover 102 in de afgelopen periode en 83 van de ECR-fractie.

Die politieke verschuiving is in de nieuwe bezetting nog niet zichtbaar. En dat zorgt voor wrevel, met name bij een van de weinige Europese regeringsleiders die wél gesterkt uit deze verkiezingen kwam: de Italiaanse premier Giorgia Meloni. Binnen de ECR-groep is haar partij Fratelli d’Italia met afstand de invloedrijkste speler.

Al tijdens een informeel overleg over de topfuncties in Brussel vorige week liet Meloni duidelijk haar ergernis merken over de manier waarop de ‘traditionele drie partijen’ ook dit keer weer de posities wilden verdelen. Tot aanpassingen heeft het niet geleid: deze dinsdag sloten die drie precies het verwachte banen-akkoord, zodat het donderdag eigenlijk alleen nog maar door de regeringsleiders bekrachtigd hoeft te worden.

In het Italiaanse parlement hekelde Meloni woensdag de „oligarchie” en de „conventio ad excludendum”, die volgens haar plaatsvond: een „overeenkomst tot uitsluiten” van „bepaalde politieke krachten”. „Geen enkele authentieke democraat die in volkssoevereiniteit gelooft, kan het aanvaardbaar vinden dat er in Europa pogingen zijn ondernomen om over topposities te onderhandelen nog vóórdat Europa naar de stembus ging.”

Krappe meerderheid

Meloni waarschuwde ook voor de „kwetsbare” meerderheid die aan het akkoord ten grondslag ligt. Dat raakt aan een gevoelig punt: Von der Leyen moet als Comissievoorzitter nog de steun krijgen van een meerderheid van het Europarlement. Zonder de steun van partijen die niet in de coalitie zitten, is die zeer krap. Volgens de Italiaanse premier zouden de nieuwe EU-leiders later in hun termijn zeker op moeilijkheden gaan stuiten.

De irritatie van Meloni doet ertoe: naar verwachting blijft zij de komende jaren een Europese speler van belang, met wie niet alleen Von der Leyen als terugkerend Commissievoorzitter, maar ook Europese regeringsleiders moeten samenwerken.

Het Italiaanse ongenoegen over de ‘banendeal’ is te zien als signaal van hoe de EU worstelt in de omgang met de nieuwe radicaal-rechtse politieke realiteit. Maar de getoonde ergernis is óók strategisch: Rome aast ook op een eigen invloedrijke functie. Ter compensatie krijgt ze die naar verwachting ook, in de vorm van een hoge Eurocommissaris die over industrie, handel of mededinging gaat – mogelijk in een combinatie daarvan. Maar ook Frankrijk eist die plek op.

Of het lukt Meloni donderdag al tevreden te stellen is onzeker. In theorie is de vereiste ‘ruime meerderheid’ van regeringsleiders vóór het banenakkoord zonder de Italiaanse mogelijk. Maar of regeringsleiders het aandurven voorbij te gaan aan zo’n groot EU-land met zo’n uitgesproken premier is ongewis: het kan de verhoudingen flink verzuren.

Formeel gaat Von der Leyen straks over de samenstelling van de Commissie, maar op dat spel nemen landen nu al een voorschot. Deze samenstelling is een complexe puzzel, omdat er gezocht wordt naar een goede man-vrouw-balans, elk land een zo zwaar mogelijke portefeuille probeert te krijgen én de machtsverhoudingen in Europa dus nog een rol spelen.

Ook al stuurt elk land een commissaris naar Brussel, het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat deze de expliciete opdracht meekrijgt de nationale belangen te behartigen. Dat leidde in Nederland dinsdag tot frictie tussen de partijen van het nieuwe kabinet en de demissionaire premier die nog één keer op een top in Brussel moet optreden.

NSC en BBB vroegen in de Tweede Kamer om een Eurocommissaris die Nederlandse belangen zal behartigen. Rutte legde dat verzoek naast zich neer en gaf er meteen een lesje Europese regelgeving bij: ,,Het is niet dé Nederlandse Commissaris, het is de Commissaris die door Nederland is voorgedragen. Ik moet opmerken dat de Commissie haar verantwoordelijkheden onafhankelijk uitvoert, conform artikel 17, lid 3 van het verdrag, maar dat hoef ik de heer Omtzigt niet uit te leggen. Want die hecht zeer aan dit soort afspraken.”


Inhoud en oneliners doen er niet toe bij eerste debat tussen Biden en Trump

President Joe Biden heeft de vlucht naar voren genomen. Hij is ongekend impopulair, scoort lager in peilingen dan een veroordeelde crimineel en sociale media staan vol met filmpjes waarop hij de weg kwijt lijkt. Zijn uitdager, Donald Trump (78), eiste al sinds begin dit jaar een één-op-één debat „wanneer dan ook, waar dan ook”. De Republikein legde Bidens afwimpeling daarvan uit als zwakte – een heel gevoelig punt voor de 81-jarige Democraat.

Het is sinds de jaren zestig gebruikelijk dat presidentskandidaten ná de zomer met elkaar in debat gaan, wanneer zij formeel gekroond zijn op hun partijconventies.

Tot veler verrassing was het recent Biden die Trump, in een pesterig filmpje, twee concrete data en locaties bood. Trump stemde onmiddellijk in. Deze donderdag debatteren voor het eerst een zittende en een ex-president voor tientallen miljoenen televisiekijkers met elkaar. Op Bidens voorwaarden: bij CNN, zonder publiek in de studio en met uitgeschakelde microfoon tijdens de spreektijd van de ander.

Na de Superbowl, de jaarlijkse apotheose van het American football, zijn presidentiële debatten terugkerende evenementen die de meeste Amerikaanse kijkers trekken. Toen Trump in 2016 voor het eerst tegenover Hillary Clinton stond, trok dat live 84 miljoen kijkers – mensen die het terugkeken of een samenvatting zagen niet meegerekend.

Het lijkt onwaarschijnlijk dat een herhaling van de confrontatie tussen Trump en Biden , zo vroeg in de campagne, dezelfde nieuwsgierigheid oproept, maar de impact van dit debat kan enorm zijn. Zeker als één van de twee het beeld bevestigt dat hij, gezien zijn leeftijd, het niet meer helemaal op een rijtje heeft.

Theater en sport

Presidentsdebatten zijn altijd een combinatie van theater en sport. Wie presenteert zich het beste? Wie scoort? Wie wint? Politieke discussies en beleidsambities doen er nauwelijks toe. Memorabele oneliners zijn schaars. En de kans dat Biden en Trump inhoudelijk verrassen, lijkt nihil. Kiezers kennen hun standpunten over immigratie, abortus en belastingen. Sterker nog, ze hebben onder het bewind van beide presidenten geleefd. Het gaat om welk beeld blijft hangen.

Politieke discussies en beleidsambities doen er nauwelijks toe bij presidentsdebatten.

Debatten werden legendarisch verloren door Richard Nixon, die zwetend tegenover John Kennedy stond, en George Bush senior, die opzichtig op zijn horloge keek in debat met Bill Clinton. Trump die als een stier in Hillary Clintons nek stond te hijgen, was in 2016 beeldbepalend. Vier jaar later was de consensus dat Biden een – ondragelijk – debat won van Trump, die toen als president alleen maar door Biden heen stond te tetteren. „Houd eens je smoel, man”, beet Biden hem op een gegeven moment toe en maakte met zijn hand een gebaar van een kwekkende snavel.

Voor Biden staat er dit keer meer op het spel. De zittende, verdedigende president heeft het over het algemeen zwaar in een eerste debat, zeker tegen een onberekenbare tegenstander. Biden moet minstens zo scherp en energiek zijn als in 2020 – en niet stotteren of wereldleiders met elkaar verwarren. Anderzijds liggen de verwachtingen van hem, net als bij de jaarlijkse State of the Union-toespraak in maart, bij een deel van de bevolking dusdanig laag dat het niet moeilijk lijkt die te overtreffen.

Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor Trump. Zijn kiezers hebben een hoge tolerantie voor zijn agressie en vaak incoherente argumenten, waarbij hij zelden een zin afmaakt. Maar voor wie niet alle persmomentjes rond zijn strafproces in New York en zijn verkiezingsbijeenkomsten heeft gevolgd, kan het verrassend zijn hoeveel ouder ook Trump geworden is.

Dat blootleggen is de wens in het kamp van Biden, waar wordt geredeneerd dat er „kiezersgeheugenverlies” heerst en dat als mensen Trump langer zien en horen, zij eraan herinnerd worden wat een vreselijke president hij was. En inmiddels is hij nog veroordeeld ook. Debatten schijnen juist twijfelende kiezers en mensen die de politiek niet op de voet volgen te trekken.

Lees ook

Trump schuldig: een historisch vonnis met ongewisse gevolgen

Oud-president Donald Trump verlaat de rechtszaal na zijn veroordeling in de zwijggeldzaak.  

Debatschade

Het indekken voor eventuele debatschade is bij beide partijen al begonnen. Hillary Clinton schreef maandag een opiniestuk in The New York Times om zichzelf nog eens te verdedigen en het alvast voor Biden op te nemen. „Het is tijdverspilling om te proberen de argumenten van Trump te weerleggen, zoals in een normaal debat.”

Aan de Republikeinse kant bestaat verbijstering over hoe snel Trump akkoord ging met al Bidens voorwaarden. Vooral dat er geen joelend publiek of vermeende slachtoffers van Bidens migratiebeleid in de studio in Atlanta mogen, zal de sfeer van het debat beïnvloeden. De Republikein Frank Fahrenkopf, hoofd van de Commission on Presidential Debates, noemde Trumps gebrek aan onderhandeling daarover „politieke nalatigheid”. Fahrenkopfs commissie is overigens voor het eerst sinds 1987 buitenspel gezet als organisator van de presidentiële debatten.

Biden speelt de laatste dagen op Camp David rollenspellen met medewerkers die Trump nadoen en oefent zijn slogans over democratie, abortus en de economie. Trump doet alsof hij het debat niet hoeft te oefenen en beperkt zich tot „beleidsdiscussies” met adviseurs. Na Biden jarenlang weggezet te hebben als een seniele gek, noemt hij hem nu „een waardig debater”. Ook heeft Trump zich wederom in de slachtofferrol gemanoeuvreerd, vanwege die voorwaarden die hij zelf klakkeloos accepteerde.

Beiden moeten ze in hun voorbereidingen in ieder geval rekening houden met hoe hun woorden en lichaamstaal achteraf kunnen worden verknipt in korte filmpjes die viraal kunnen gaan. Niet Chinese invloed op TikTok of met kunstmatige intelligentie geschapen deep fake beelden bepalen tot nu toe de campagne, maar zogeheten cheap fakes: echte videobeelden die zonder ingewikkelde bewerking bewust vertraagd of selectief uitgesneden zijn. Het kan zo zijn dat straks niet een gebeurtenis uit het debat zelf bepalend is, maar de gemanipuleerde versie daarvan.


Het programma van ‘premier Bardella’ staat vol onbetaalbare en onhaalbare beloftes

Weinigzeggende slogans. Ambitieuze plannen en tijdlijnen. Een toegankelijke doch serieuze partijleider. Het verkiezingsprogramma van de Franse radicaal-rechtse partij Rassemblement National lijkt op het eerste oog dat van een gemiddelde partij. Het document is getiteld ‘Bardella, premier. Een project, een methode’, naar de 28-jarige partijvoorzitter Jordan Bardella die premier wordt als het RN een absolute meerderheid haalt bij de parlementsverkiezingen die deze en volgende zondag in twee rondes plaatsvinden.

In de recentste peiling gaat het Rassemblement National en partners aan kop met 220 tot 260 zetels. Dat is net niet genoeg voor een absolute meerderheid (289 van de 577 zetels). Maar peilingen voor de parlementsverkiezingen zaten er vaker naast, dus het is niet uitgesloten dat Frankrijk een radicaal-rechtse regering krijgt. „We zijn er klaar voor”, zei Bardella eerder deze week.

Wat zou premier Bardella willen veranderen? Zijn ambities zijn groot, duur en draaien om het verbeteren van de koopkracht, de strijd tegen illegale immigratie en criminaliteit en het beschermen van de ‘Franse identiteit’. Een overzicht.

Lees ook

Marine Le Pen rukt op met radicaal-rechts programma onder ‘mantel van alledaagsheid’

Verkiezingsposter in Bretagne van de Franse   presidentskandidaat Marine Le Pen.

Koopkracht

Om de koopkracht van Fransen te vergroten – een belangrijk verkiezingsthema – wil Bardella de btw op energie, gas en brandstof fors verlagen. Dit laatste zou indruisen tegen EU-regels, maar Bardella denkt vrijstelling te kunnen krijgen. Als er sprake is van „forse inflatie”, wil hij ook de btw op „honderd producten van eerste levensbehoeften” verlagen. Eerder beloofde het RN deze belasting helemaal te schrappen, maar dat dure plan is in de ijskast beland.

RN-partijleider Jordan Bardella bij het tv-debat afgelopen dinsdag.
Foto Dimitar Dilkoff/AFP

Het RN wil op termijn ook de Europese energiemarkt verlaten omdat Frankrijk, dat zelf veel goedkope energie opwekt met zijn kerncentrales, onevenredig veel zou betalen – iets waar andere lidstaten niet happig op zullen zijn. En Bardella wil meer belastingen verlagen: zo moet er een streep door de inkomstenbelasting voor jongeren tot dertig jaar en de erfbelasting voor arme gezinnen. Omdat het RN liever Fransen aan het werk heeft dan arbeidsmigranten, wil Bardella het geboortecijfer opkrikken met belastingvoordelen voor ouders.

Lees ook

Macron wil meer Franse baby’s. ‘De vanzelfsprekendheid van het krijgen van kinderen wankelt’

Speelplaats in de Jardin du Luxembourg in Parijs.

Immigratie

Op het gebied van immigratie, het kernthema van de partij, heeft Bardella een aantal vergaande voorstellen. Hij wil medische hulp voor buitenlanders zonder verblijfspapieren schrappen zodat zij alleen nog in noodgevallen geholpen zullen worden. Het RN stelt al jaren dat de regeling te duur is en migranten aantrekt. Dit terwijl uit onderzoek blijkt dat het schrappen ervan kan leiden tot meer ernstige gezondheidsklachten, wat extra druk zou zetten op de al overvolle spoeddiensten. Ook is de regeling volgens onderzoekers geen factor die Frankrijk voor migranten aantrekkelijker maakt.

Het RN wil het verder makkelijker maken om mensen uit te zetten en familiehereniging juist moeilijker maken. Het droit du sol (waarbij in Frankrijk geboren kinderen op hun achttiende automatisch Frans worden), wil de partij schrappen. Dit alles is nodig volgens Bardella omdat „door het gebrek aan grip op migratie de afgelopen decennia, de assimilatie van buitenlanders (…) onmogelijk is geworden”.

Bij een tv-debat dinsdagavond onderstreepte de radicaal-linkse politicus Manuel Bompard (La France Insoumise) de Italiaanse achtergrond van Bardella’s eigen familie. „Toen uw voorouderen naar Frankrijk kwamen, zeiden uw politieke voorgangers hetzelfde als u nu. Zij zeiden (…) dat de Italianen en de Spanjaarden niet zouden kunnen integreren in Frankrijk.”

Lees ook

Jordan Bardella: de beoogd opvolger van Marine Le Pen wordt achter de schermen een ‘cyborg’ genoemd

Jordan Bardella: de beoogd opvolger van Marine Le Pen wordt achter de schermen een ‘cyborg’ genoemd

Verder wil RN optreden tegen „islamistische ideologieën”. Opvallend is dat het jarenlang uitgedragen idee om hoofddoeken in de openbare ruimte te verbieden, is verdwenen. Het RN beseft dat die maatregel waarschijnlijk onuitvoerbaar is en door dit soort scherpe randjes weg te halen, hoopt het op stemmen van gematigdere kiezers. Ook het plan om mensen met een dubbel paspoort rechten te ontnemen, is geschrapt. Wel wil het RN mensen met twee paspoorten uit een aantal „strategische” posities, zoals bij defensie, in het overheidsapparaat weren.

Op de langere termijn wil Bardella ook dat het vrije verkeer van mensen binnen Schengen beperkt wordt tot EU-burgers en wil hij werkgevers straffen als zij migranten zonder papieren in dienst hebben. In Frankrijk werken naar schatting zo’n 400.000 tot een miljoen migranten zonder papieren – veelal in laagbetaalde sectoren als de horeca en de schoonmaak, waarvoor Fransen zelf weinig interesse in tonen.

Het bekende RN-voorstel van priorité nationale is niet verdwenen: de partij wil dat Fransen voorrang krijgen bij bijvoorbeeld het toewijzen van sociale huurwoningen. Maar Bardella belooft niet dat dit de komende jaren echt zal gebeuren. Hij weet dat dit indruist tegen de grondwet en dat Emmanuel Macron dit niet zal laten gebeuren zolang hij president is.

Zwaarder straffen, minder klimaatregels

Andere voorstellen gaan over orde en veiligheid: straffen voor drugsdelicten moeten worden verzwaard, minderjarige misdadigers moeten harder bestraft kunnen worden. Ook wil het RN meer gevangenisplekken creëren en moeten alle plaatsen met minstens 10.000 inwoners een lokale politiemacht krijgen. Waar deze mensen vandaan moeten komen in een tijd van grote tekorten aan agenten, is onduidelijk.

Op het gebied van klimaat wil het RN „afstraffende” klimaatmaatregelen van Parijs en Brussel terugdraaien (hoe precies, is onduidelijk). De partij, die niet gelooft in zonne- en windenergie, wil inzetten op andere moderne technologieën om de klimaatcrisis het hoofd te bieden. RN-voorvrouw Marine Le Pen wilde aanvankelijk bestaande windparken ontmantelen, maar ook daar is Bardella op teruggekomen.

Lees ook

Frankrijk heeft zijn kerncentrales jarenlang verwaarloosd

De nucleaire centrale Tricastin. Deze centrale heeft een’open’ circuit en is daarmee gevoeliger voor droogte.

Afgezwakt maar onbetaalbaar

Al met al is het programma een iets afgezwakte versie van wat we kennen van Bardella en Le Pen. En er zijn niet alleen zorgen over de juridische en praktische haalbaarheid van veel voorstellen. Ook zetten experts grote vraagtekens bij de financiële haalbaarheid van de plannen, die honderden miljarden zouden kosten. Dit geldt overigens ook voor het programma van het Nouveau Front Populair, waarin de linkse partijen zijn verenigd.

Het RN wil onder meer geld besparen door publieke televisie- en radiozenders te privatiseren, fraude te bestrijden en dus steun aan buitenlanders zonder papieren te schrappen. Maar die nieuwe inkomsten wegen niet op tegen de voorgestelde belastingverlagingen en andere dure initiatieven. De plannen leiden tot zorgen bij het bedrijfsleven en in andere landen, maar deze kritiek kaatst het RN graag terug naar de zittende macht: zíj hebben de staatsschuld toch zo laten oplopen?


Islamitische uitdager van AKP in Turkije in opkomst. ‘Erdogan is helemaal geen echte islamist’

Mehmet en Veysi zitten verslagen op een kleedje langs de weg naast hun kudde schapen. De twee neven zijn ’s ochtends vanuit hun dorp naar de zuid-Turkse stad Urfa afgereisd in de hoop de beesten te verkopen voor het Offerfeest, maar het loopt niet bepaald storm.

„Schaap kopen?”, vraagt Veysi aan de verslaggever. „Je hoeft hem heus niet mee te nemen naar Istanbul, slacht hem gewoon hier en verdeel het vlees onder de armen!”

Vrijwel niemand kan zich nog een schaap veroorloven, verzucht Mehmet. „Vorig jaar kostte een schaap 5.000 lira, dit jaar al 17.000 lira (480 euro), net zoveel als het minimumloon”, zegt hij. Gevraagd waarom het zo slecht gaat met de economie, is Mehmet op zijn hoede. „Laten we zeggen dat het volk bij de vorige verkiezingen een gepaste reactie heeft gegeven”, zegt hij. Bij die stemgang leed de AKP van president Erdogan een historische nederlaag.

Een schapenverkoper een straat verderop windt er minder doekjes om. Dat de mensen zo verarmd zijn, legt Kemal Puse (42) rustig uit, komt door de regering van president Erdogan. „De AKP heeft zichzelf zo erg verrijkt dat ze het contact met het volk is verloren”, zegt hij. „Daardoor kennen ze onze problemen niet en zijn ze vervreemd geraakt van onze waarden. De gedachte achter het Offerfeest is bijvoorbeeld dat de rijken delen met de armen. Maar dat doet deze regering allang niet meer.”

Toch presenteert Erdogan zich nog altijd als ‘de man van het volk’ die het opneemt tegen ‘de elite’. Zoals wel meer rechtse populisten voedt hij dit imago niet met progressief economisch beleid, maar met polariserende identiteitspolitiek. Terwijl de ongelijkheid in Turkije juist toeneemt, werpt Erdogan zich vanuit zijn paleis op als verdediger van ‘vaderlandslievende moslims’ door zijn islamitische identiteit te contrasteren met de ‘ontwortelde’ en ‘verwesterde’ levensstijl van de seculiere oppositie. Die truc werkt des te beter doordat een groot deel van die oppositie Erdogans kiezers wegzet als religieuze boerenpummels. Daardoor blijft de Turkse politiek verlamd door polarisatie en wisselen zelfs AKP-stemmers die diep ontevreden zijn niet snel van kamp.

Opponent uit eigen nest

Maar daar komt langzaam verandering in. Dat komt niet alleen doordat de seculiere oppositiepartij CHP zich steeds meer openstelt voor religieuze kiezers, maar ook doordat er islamitische alternatieven voor de AKP zijn opgestaan. Momenteel is de belangrijkste daarvan de in 2018 opgerichte Yeniden Refah Partisi (YRP, Opnieuw Welvaart Partij). Deze partij is vernoemd naar de Refah Partisi (Welvaartspartij), waar Erdogan in de jaren tachtig en negentig lid van was, en wordt geleid door Fatih Erbakan, de zoon van de zeer invloedrijke islamitische politicus Necmettin Erbakan.

YRP-leider Fatih Erbakan stemt bij de lokale verkiezingen in maart. Zijn partij won landelijk 6,2 procent van de stemmen en werd de derde partij van Turkije.
Foto Tunahan Turhan/SOPA Images/LightRocket via Getty Images

Hoewel de YRP bij de presidentsverkiezingen van 2023 na veel gesteggel besloot Erdogan te steunen, keerde de partij zich bij de lokale verkiezingen van afgelopen maart tegen de president. Dat was erg slecht nieuws voor Erdogan, want tegen deze opponent uit eigen nest haalt zijn islamitische identiteitspolitiek weinig uit. De YRP won landelijk 6,2 procent van de stemmen, werd de derde partij van Turkije en wist één miljoen stemmen van de AKP weg te snoepen. In de provincies Urfa en Yozgat, AKP-bolwerken waar de CHP nooit voet aan de grond zou krijgen, werd de YRP in één klap de grootste.

Lees ook

Stemming laat zien: als de Turkse oppositie verandert, kan Turkije veranderen

Duizenden aanhangers van burgemeester Imamoglu vierden zondagavond de overwinning van deze oppositieleider in lokale verkiezingen in Istanbul. Ook elders versloeg de oppositie in veel plaatsen de APK van president Erdogan.

In Urfa dankt de YRP die overwinning vooral aan de populariteit van haar burgemeesterskandidaat Mehmet Kasim Gülpinar. Deze voormalige AKP’er staat bekend als oncorrumpeerbaar en geniet veel status in Urfa, niet in het minst omdat zijn vader en grootvader ook al belangrijke lokale politici waren. In de Turkse politiek kan zo’n familiereputatie voor kiezers zwaarder wegen dan partijkleur, zeker in de provincies.

Het is niet zonder reden dat Gülpinar (54) uitgerekend voor de YRP koos toen de AKP hem geen kandidaat maakte, vertelt de kersverse burgemeester vanuit zijn kantoor. „De YRP past het best bij de conservatieve aard van Urfa. Iedereen hier identificeert zich met hoca Erbakan (‘leermeester’ Erbakan).”

In Urfa bijvoorbeeld wist iedereen dat het volk mij wilde, maar de AKP dacht: Urfa winnen we toch wel

Mehmet Kasim Gülpinar
YRP-burgemeester

Volgens Gülpinar koos de AKP in Urfa en ook elders ongeschikte kandidaten. „Dat laat zien dat ze zijn losgezongen van de samenleving”, zegt hij. „In Urfa bijvoorbeeld wist iedereen dat het volk mij wilde, maar de AKP dacht: Urfa winnen we toch wel.” Gevraagd waarom de regeringspartij hem dan niet op het stembiljet in Urfa zette, glimlacht de burgemeester. „Ik vermoed dat sommige figuren tegen mijn kandidatuur waren”, zegt hij cryptisch. „Als iets tegen de wet is, verzet ik me daartegen.”

Sinds zijn aantreden is Gülpinar direct begonnen met een campagne tegen zelfverrijking binnen het gemeenteapparaat. Zo verbood hij het privégebruik van dienstauto’s en opende hij een Whatsapp-hotline tegen „verspilling en corruptie.” „Mensen gaan te nonchalant met staatsgelden om”, zegt de burgemeester streng. „Dat kan niet, zeker niet nu het volk verpletterd wordt door inflatie.”

„De YRP past het best bij de conservatieve aard van Urfa”, verklaart Mehmet Kasim Gülpinar (54) zijn keuze voor de partij. De populaire kandidaat werd bij de lokale verkiezingen in maart gekozen als burgemeester van Urfa.
Foto Melvyn Ingleby

Ondanks die principiële taal gaat Gülpinar liever niet in op vragen over corruptie binnen de regering. „Corruptie is helaas iets van alle partijen”, zegt hij ontwijkend.

Bescheiden decor

Op het hoofdkantoor van de YRP in Ankara zijn ze een stuk feller op de AKP. „Weet je waarom de mensen op ons stemmen?” vraagt mede-partijoprichter Mehmet Altinöz (51) opgewonden. „Omdat die AKP’ers kreeft eten terwijl burgers in de rij staan voor brood. Omdat ze naar de Malediven op vakantie gaan terwijl burgers niet eens familie in hun geboortedorp kunnen opzoeken. Daarom!”

Altinöz – perfect geknipte grijze baard, overhemd en stropdas – zit in zijn werkkamer met twee partijgenoten die uit de provincie naar Ankara zijn gekomen. „Gewoon met de bus, niet met Turkish Airlines businessclass”, benadrukt de politicus. Het decor is al even bescheiden en ook daar maakt hij graag een punt van. „Deze tv heb ik van een collega. Die deuren zijn veertig jaar oud. Uit de tijd dat hoca Erbakan dit kantoor oprichtte.”

Necmettin Erbakan (1926-2011) was de grondlegger van islamitische politieke bewegingen in het moderne Turkije. In 1969 richtte hij Milli Görüs (‘nationale visie’) op, een brede beweging die zich afzette tegen de strikt seculiere staatsideologie en vijf politieke partijen voortbracht, waarvan er vier werden gesloten door de overheid.

Erdogan ziet er van buiten misschien uit als een vrome moslim, maar zijn beleid is absoluut niet islamitisch

Mehmet Altinöz
mede-partijoprichter YRP

Erdogan was dan wel Erbakans leerling, vertelt Altinöz, maar brak juist met zijn leermeester door in 2001 de AKP op te richten. Waar Erbakans partijen fel anti-imperialistisch waren, zocht de AKP zeker in haar beginjaren juist toenadering tot het Westen. En waar Erbakans economisch beleid linkse trekjes had, omarmde Erdogan het neoliberalisme. „Erdogan zag dat je met Erbakans principes niet aan de macht kon komen”, zegt Altinöz. „Dus deed hij die principes de deur uit.”

Dat Erdogan in het Westen vaak wordt neergezet als ‘islamist’, vindt Altinöz dan ook ronduit lachwekkend. „Erdogan ziet er van buiten misschien uit als een vrome moslim, maar zijn beleid is absoluut niet islamitisch”, zegt hij met een brede grijns. „Hij omarmt juist het kapitalistisch systeem en is helaas verantwoordelijk voor het morele en spirituele verval van Turkije.”

Ook op het dossier Israël schiet Erdogan wat Altinöz betreft ernstig tekort. Dat zijn regering begin mei aankondigde de handel met Israël stop te zetten, komt volgens Altinöz alleen maar doordat YRP daar eindeloos op aandrong. „En het is niet genoeg”, zegt de politicus, die onder meer pleit voor de sluiting van de NAVO-basis in Kürecik in Oost-Turkije.

Lees ook

Turks handelsembargo tegen Israël is mede een gevolg van Erdogans slechte verkiezingsresultaten

Een Turkse vrouw zwaait met Palestijnse vlaggen tijdens een demonstratie in Istanbul, in april.

Het onderwerp Israël daargelaten vertoont de YRP de nodige gelijkenissen met sommige extreemrechtse partijen in het Westen die – ironisch genoeg – fel anti-islam zijn. Zo benadrukt Altinöz dat „het gezin de bouwsteen van de natie is”, pleit hij voor traditionele man-vrouw-verhoudingen en wil hij een verbod op organisaties die „lhbti-propaganda verspreiden”. Bovendien is de YRP ‘antivax’ en verspreidt de partij complottheorieën.

Op economisch vlak doet de retoriek van de YRP juist weer erg links aan. Altinöz wil meer staatsinterventie in de economie en hekelt de bezuinigingsplannen van financiënminister Mehmet Simsek, die de markten de laatste tijd juist enigszins geruststelde door de rentes te verhogen. „Daarmee pers je al het sap uit de gewone man om het kapitalistische systeem te besproeien”, zegt Altinöz. „Geen wonder dat het Westen zo blij is met Simsek.”

‘Realistisch blijven’

Burgemeester Gülpinar, zelf een zeer vermogend zakenman, lijkt deze standpunten wat extreem te vinden. Rentes zijn dan wel verboden in de islam, erkent hij, „maar we moeten wel een beetje realistisch blijven.” De Turkse economie is nu eenmaal vervlochten met de wereldmarkten, daar ontkom je niet aan. En ten aanzien van het Westen is Gülpinar eveneens een stuk milder. Hij genoot dan ook Frans onderwijs en ontving nota bene een Légion d’Honneur, Frankrijks hoogste onderscheiding, voor het bevorderen van de Frans-Turkse betrekkingen.

Wat de burgemeester dan eigenlijk bij de YRP doet? „Deze partij past goed bij Urfa, dat zei ik toch”, zegt Gülpinar wat ongeduldig. „Ikzelf ken de partij verder nog niet zo goed, ik zit er pas vier maanden bij. We hebben het nooit gehad over hun denkbeelden.”

Dat de YRP desondanks Gülpinar maar al te graag op het stembiljet zette om zo Urfa te kunnen veroveren, laat zien dat de zelfverklaarde puriteinen misschien meer op Erdogan lijken dan ze zelf zouden erkennen. Ze lijken in ieder geval tot hetzelfde inzicht te zijn gekomen dat Erdogan had toen hij Erbakan onttroonde: ideologische zuiverheid doet er minder toe zodra de macht lonkt.


Orbán kan de EU-toetreding van Oekraïne nog op heel veel momenten blokkeren

De Russische invasie in Oekraïne is óók een strafexpeditie voor de Oekraïense wens om onomkeerbaar deel te worden van het Westen. In zekere zin moet Oekraïne al tien jaar oorlog voeren omdat het lid wil worden van de NAVO en EU.

De NAVO heeft Oekraïne aan de borst gedrukt en stelt lidmaatschap in het vooruitzicht – ooit. De Europese Unie heeft dinsdag formeel toetredingsonderhandelingen geopend met Oekraïne én met het kleine buurland Moldavië, waar Rusland permanent onrust stookt.

Van alle maatregelen die de EU kan nemen om de zelfstandigheid van Oekraïne veilig te stellen en Kyiv te steunen in zijn gevecht tegen Rusland, is lidmaatschap waarschijnlijk het belangrijkste. Wapens en geld zullen broodnodig blijven, maar lidmaatschap biedt houvast op termijn. Het is een geweldige kans voor de Oekraïense economie, voor de versteviging van de rechtsstaat, voor de strijd tegen corruptie. En het is een geweldige opkikker voor het moreel van het land, in het bijzonder voor de militairen aan het front.

Het is natuurlijk ook een niet mis verstaan signaal aan het Kremlin: Poetin, bekijk het maar met je Groot-Rusland-koorts.

Dinsdag werd in Luxemburg de formele aftrap van de onderhandelingen gegeven tijdens een intergouvernementele conferentie, een vergadering van EU-lidstaten die alleen nodig is bij verdragswijzigingen en uitbreidingsonderhandelingen. De Oekraïense premier Denys Sjmyhal zei per videoverbinding tegen de vergadering: „Voor onze natie symboliseert de Europese Unie meer dan een fysieke ruimte. Ze staat voor waarden en thuis.” De opening van de onderhandelingen is voor Oekraïne en de EU een belangrijke stap op weg naar „onze gezamenlijke grootse overwinning.”

Lees ook

EU omzeilt Hongaars veto over wapenleveranties aan Oekraïne

EU-buitenlandchef Josep Borrell legde de juridische constructie maandag voor aan de ministers van Buitenlandse Zaken, die geen protest aantekenden.

Het is hoe dan ook een bijzondere week voor de relatie tussen Brussel en Kyiv. Maandag werd al 1,4 miljard aan in de EU bevroren Russische tegoeden vrijgemaakt om wapens voor Oekraïne te kopen, en werd een veertiende sanctiepakket tegen Rusland afgekondigd. Donderdag tekenen de EU en Kyiv in de marge van een EU-top en mogelijk in aanwezigheid van president Volodymyr Zelensky een meerjarige veiligheidsgarantie, vergelijkbaar met de verdragen die de VS en Nederland eerder met Kyiv sloten.

Jarenlange marathon

De vergadering in Luxemburg was een bijzonder politiek moment, maar tegelijk niet meer dan het begin van een wel héél lange weg. „Dit is de start van een marathon”, zei demissionair minister Hanke Bruins Slot (Buitenlandse Zaken, CDA) dinsdag. De voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, heeft wel eens gezegd dat het proces eigenlijk in 2030 afgerond zou moeten zijn. Dergelijke doelstellingen zijn zinloos, vindt Bruins Slot. Een land kan pas toetreden als het aan alle voorwaarden heeft voldaan, niet eerder. „Het gaat voor Nederland om harde eisen. Je finisht de marathon pas na 42 kilometer. Je finisht niet na drie uur als je pas op 30 kilometer staat.”

De Oekraïense plaatsvervangend premier Olha Stefanisjyna zei dinsdagavond dat ze liever zag dat Oekraïne eerder dan 2030 kan toetreden en onderstreepte dat het land al veel vooruitgang heeft geboekt. Maar ze zei zich ook te realiseren dat ze aan de vooravond van een dynamisch en omvangrijk proces staat.

Toetredingsonderhandelingen duren doorgaans jaren. De nieuwkomer moet zich omvormen tot een kloon van een EU-staat en daartoe tienduizenden pagina’s aan wetgeving overnemen. Regelgeving die EU-lidstaten in decennia stapje voor stapje hebben ingevoerd, moeten kandidaat-landen in een paar jaar zien te verwerken. Dat varieert van hygiëne-eisen in slachthuizen tot controle op veiligheidsvoorschriften voor kinderspeelgoed – de EU wil zeker weten dat producten uit het kandidaat-land aan Europese normen voldoen. Het overnemen van nieuwe wetten is niet genoeg, ze moeten ook uitgevoerd worden.

Toetredingsonderhandelingen duren jaren. De nieuwkomer moet zich omvormen tot een kloon van een EU-staat en tienduizenden pagina’s aan wetgeving overnemen

De jarenlange toetredingsprocedure wordt opgeknipt in blokken. Het proces begint met belangrijke afspraken over de rechtsstaat, in jargon de hoofdstukken 23 en 24. Dan gaat het bijvoorbeeld om een onafhankelijke rechtspraak. Als een lidstaat aan alle criteria in een hoofdstuk voldoet, kan het gesloten worden. De rechtsstaathoofdstukken blijven daarentegen gedurende het hele proces openstaan om landen bij de les te houden.

Elke keer als er een hoofdstuk geopend en gesloten wordt en als de bijbehorende criteria worden vastgesteld, is daar de unanieme goedkeuring van alle EU-lidstaten voor nodig. Er zijn dus de komende jaren legio momenten om het proces te onderbreken of te vertragen of te staken.

Hongaars voorzitterschap

Het is niet toevallig dat de onderhandelingen juist deze week van start gaan. Volgende week neemt Hongarije het roulerend voorzitterschap van de Unie over. Hongarije ziet niets in de uitbreiding. Toen de regeringsleiders in december een principebesluit over de onderhandelingen namen, ging de Hongaarse premier Viktor Orbán even koffiedrinken. Zo konden zijn collega’s een unaniem besluit nemen. Orbán heeft de praktische opening van onderhandelingen niet geblokkeerd – maar hij heeft dus nog talrijke momenten om in te grijpen.

Lees ook

Euforie en teleurstelling op de Europese top over Oekraïne

De Duitse bondskanselier Olaf Scholz (links) op de EU-top in Brussel. Achter hem de Hongaarse premier Viktor Orbán.

De onderhandelingen gaan doorgaans van start met een inventarisatie van de stand van zaken in het kandidaat-land door de Europese Commissie. In het verleden duurde die fase langer dan een jaar. Diplomaten gaan ervan uit dat het nu veel sneller kan. Oekraïne en de EU tekenden tien jaar geleden een vergaand associatieverdrag, waardoor Kyiv al veel EU-regelgeving moest overnemen. Het ligt wel voor de hand dat de screening langer dan zes maanden gaat duren – want dan is Hongarije weer voorzitter af.

Orbán blijft intussen tegen uitbreiding ageren. „Hongarije is het met deze toetredingsprocedure niet eens, maar we blokkeren het niet”, zei hij in een vraaggesprek met Duitse kranten. Hij noemde het een „zuiver politiek gemotiveerd proces”. Ook heeft toetreding van de immense landbouwstaat Oekraïne grote gevolgen voor de agrarische sector van de Europese Unie. Orbán: „Nu openen we onderhandelingen zonder dat we daar kijk op hebben en dat is niet goed.”

De bezwaren van Orbán snijden hout. Een land in oorlog kan geen lid worden, omdat de EU dan een betwiste buitengrens krijgt en Oekraïne bovendien een beroep op andere lidstaten zou kunnen doen om te hulp te schieten in de strijd tegen Rusland. En ook de gevolgen voor het landbouwbeleid zijn groot. Maar, zegt een diplomaat: Hongarije komt wel meteen met die bezwaren als het om Oekraïne gaat, maar niet bij het bevriende kandidaat-lid Servië.

Voor de overige 26 landen wegen de voordelen van opening van onderhandelingen op tegen de problemen die zich aan het einde van het proces zullen voordoen. Daarnaast nemen de regeringsleiders zich vaak voor om de EU te hervormen zodat ze de instroom van nieuwe leden ook kan verwerken, maar daar komt nog niet veel van terecht.


Duitse minister wilde academici subsidie afpakken om brief over Gaza-protesten

Een miskleun op het Duitse ministerie van Onderwijs en Wetenschap laat goed zien hoe smal de bandbreedte van politiek geaccepteerde opvattingen over Israël en Gaza in Duitsland is geworden. Het ministerie onder leiding van Bettina Stark-Watzinger (FDP) liet onderzoeken of de overheidssubsidie van een groep academici zou kunnen worden ingetrokken. De wetenschappers ondertekenden eerder een open brief die universiteitsbestuurders opriep de dialoog te zoeken met pro-Palestijnse demonstranten.

Minister Stark-Watzinger ontsloeg vorige week haar staatssecretaris, die ze voor het onderzoek verantwoordelijk hield. Maar de roep om het aftreden van de minister zelf klinkt steeds luider uit de oppositie en van academici. Een tweede open brief, die de minister oproept om haar post op te geven, werd door ruim drieduizend academici ondertekend. Woensdag moet de minister zich verantwoorden in de Bondsdag.

Begin mei bezetten ongeveer tachtig demonstranten en studenten van de Freie Universität de campus in het zuidwesten van Berlijn. Het protest was maar van korte duur: het universiteitsbestuur belde de politie en na een aantal uur werden de demonstranten door agenten van het terrein gezet. Een dag later publiceerden ruim honderd academici van verschillende Berlijnse universiteiten een open brief waarin ze de snelle inzet van de politie bekritiseerden. De docenten en hoogleraren zagen het als hun opdracht „de studenten te beschermen” en niet „aan politiegeweld over te leveren”.

Bovendien, schreven de medewerkers, zou de universiteit een dialoog en een geweldloze oplossing moeten nastreven. Over de inhoud van het protest ging het in de brief maar zijdelings. De ondertekenaars stelden dat de studenten het recht hebben vreedzaam te demonstreren, „onafhankelijk” van de „concrete eisen”. Maar met oog op de „verscherping van de humanitaire situatie in Gaza” zouden ook tegenstanders van de protestvorm de „urgentie” die de studenten voelen, moeten kunnen begrijpen.

Lees ook

Van Brazilië tot China: overal een andere blik op de Gaza-oorlog

Al Jazeera-verslaggever Wael Dahdouh bij zijn gewonde zoon in een ziekenhuis in Gaza op 25 oktober. Twee andere kinderen van hem, en zijn vrouw, en een kleinkind, kwamen om bij een Israëlische luchtaanval.

Gestrekt been

Minister Stark-Watzinger ging er direct met gestrekt been in. De brief maakte haar „sprakeloos”, zei ze tegen de rechtse tabloid Bild. „In plaats van zich tegen Israël- en Jodenhaat te positioneren, worden de universiteitsbezetters tot slachtoffer gemaakt en wordt geweld vergoelijkt.” Ook zei de minister dat ze juist van hoogleraren en docenten verwacht dat ze zich aan de grondwet houden.

Kort daarna werden op het ministerie twee onderzoeken in gang gezet: één om te bekijken of de ondertekenaars zich met de brief strafbaar hadden gemaakt, een tweede om helder te krijgen wie van de ondertekenaars subsidie van het ministerie kregen – en of die ook kon worden stopgezet. Stark-Watzinger zegt van beide onderzoeken pas te hebben geweten toen de publieke omroep ARD op 10 juni erover berichtte. Duitse onderzoeksjournalisten twijfelen daaraan. Bovendien is het onwaarschijnlijk dat de minister over dergelijk gevoelige onderzoeken niet zou zijn geraadpleegd.

Minister Bettina Stark-Watzinger moet zich komende woensdag in de Bondsdag verantwoorden.
Foto Hannibal Hanschke/EPA

Zo schrijft weekblad Der Spiegel dat ook een woordvoerder van de minister de namenlijst wilde hebben van ondertekenaars die subsidie ontvangen. Dat maakt het verweer van de minister, dat het onderzoek op eigen houtje door een afdelingshoofd werd doorgevoerd, ongeloofwaardiger. Volgens Der Spiegel wordt de woordvoerder in kwestie eind deze maand „overgeplaatst”.

De Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) schetst op basis van interne communicatie op het ministerie hoe gealarmeerd sommige ambtenaren waren over de opdracht. Een medewerker die de opdracht kreeg een namenlijst op te stellen, schreef dat daarover „groot ongemak” was bij hem en zijn collega’s. Bovendien, aldus de medewerker, zou de inhoud van de open brief gedekt zijn door de vrijheid van meningsuiting en zouden er dus geen consequenties kunnen zijn voor de academici die subsidie ontvangen. Daarop kreeg hij volgens FAZ het antwoord dat hij „informatie, die wij met recht bij u opvragen, niet zomaar kunt achterhouden”, waarop het ministerie vervolgens alsnog de namenlijst kreeg.

‘Mening zonder applaus’

In de tweede open brief, waarin minister Stark-Watzinger tot aftreden wordt opgeroepen, noemen de ondertekenaars de gang van zaken op het ministerie een „ongekende aanval op de grondrechten van academici”. Het afnemen van beurzen van onderzoekers vanwege hun politieke opvattingen noemen de briefschrijvers „ongrondwettig”. Alleen al de „intimiderende werking” van het onderzoek kan de „hard bevochten […] vrijheid van de wetenschap” in het geding brengen.

Een medewerker die de opdracht kreeg een namenlijst op te stellen, schreef dat daarover „groot ongemak” was bij hem en zijn collega’s

In een interview met de FAZ deze dinsdag zei Stark-Watzinger dat de open brief van de Berlijnse academici een „mening” is, maar wel een mening die „geen applaus” verdient. De minister zegt ook dat „academische vrijheid een groot goed” is. En dat subsidies ongeacht politieke overtuigingen en uitsluitend op wetenschappelijke gronden worden toegekend.

Of Stark-Watzinger en haar ministerie ook naar die mooie woorden hebben gehandeld, onderzoekt een parlementaire commissie op woensdag in een vragenuur met de minister.

In de Duitse cultuursector worden subsidies overigens niet uitsluitend op de merites van de kunstenaar toegekend en spelen politieke overtuigingen wel degelijk een rol. Aanhangers van de BDS-beweging, die boycot, sancties en desinvestering voor Israëlische bedrijven maar ook bijvoorbeeld Israëlische kunstenaars wil, zijn uitgesloten van subsidies.

Lees ook

Internationale kunstenaars roepen op tot boycot Duitse cultuursector vanwege kwestie Israël-Palestina

Joe Chialo (CDU), de  Berlijnse cultuursenator die begin januari het plan lanceerde voor de ‘antidiscriminatie-clausule’.