In onzekere tijden moet de bevolking van Taiwan weerbaarder worden – bijvoorbeeld met een cursus

Het is pikdonker in deze hoek van het park in Taichung, waar het pad doodloopt na een plek met deelfietsen. Maar volgens Wu Chung-yi, de oprichter van het Self-Training Corps dat hier elke vrijdagavond samenkomt, is dat juist goed. „Als je in een noodsituatie terechtkomt heb je ook niet per se elektriciteit. Voor een ramp is dit nog licht.”

Ook in het tropische Taiwan is het koud op een winteravond, en de groep die zich voor de avondtraining verzamelt draagt mutsen en truien. De trainingen bestaan sinds 2022, maar zijn sinds kort ondergebracht in een stichting met een klein eigen budget. Daarmee hebben ze ‘Charlie’ gekocht, een rode ehbo-oefenpop van 65 kilo, om te gebruiken bij oefeningen. De deelnamers hebben hun eigen walkie talkies meegenomen, de focus van de training van vanavond.

De dertigjarige Wu, die in zijn dagelijks leven in een drukkerij werkt, vertelt over de training op het gebied van eerste hulp en zelfverdediging. Hij doet denken aan een enthousiaste padvinder, maar wordt serieus als hij het over zijn motivatie heeft. „Deze vaardigheden komen van pas bij een aardbeving of tyfoon, natuurrampen die in Taiwan bovengemiddeld vaak voorkomen. Maar we hebben ook te maken met militaire dreiging vanuit China, en de oorlog in Oekraïne gaf ons een duidelijke waarschuwing. Het beste wat je kunt doen is je voorbereiden.”

De trainingsgroep is een voorbeeld van een klein, maar groeiend aantal organisaties in Taiwan waarbij burgers zich op eigen initiatief voorbereiden op een mogelijk conflict met China, dat het eiland claimt en zegt geweld niet uit te sluiten bij een toekomstige ‘hereniging’.

Volgens experts is de Taiwanese samenleving onvoldoende voorbereid op zo’n scenario. President Lai Ching-te zei in december dat het opbouwen van „de weerbaarheid van de bevolking” via onder andere trainingen in 2025 een prioriteit moet zijn.

Chinese oefeningen

Het opbouwen van defensiecapaciteit – zowel militair als binnen de samenleving – is urgent voor Taiwan. De afgelopen jaren heeft het democratisch bestuurde eiland te maken met agressieve militaire acties vanuit China, waarbij Chinese vliegtuigen en schepen steeds vaker en steeds dichter bij het eiland militaire oefeningen uitvoeren. Tegelijk willen de Verenigde Staten, die net als de meeste andere landen Taiwan niet erkennen als staat, maar wel militaire steun toezeggen aan het strategisch gelegen eiland, dat Taiwan meer investeert in zijn eigen leger. Ook het aantreden van Donald Trump, die herhaaldelijk heeft gezegd dat Taiwan meer moet gaan betalen voor Amerika’s bescherming, levert onzekerheid op voor het eiland.

Volgens defensie-analist Chung-Ting Huang kwam de militaire situatie rond Taiwan in 2024 in een nieuwe fase. Sinds het aantreden van president Lai, in mei van vorig jaar, voerde China het aantal dagelijkse patrouilles van straaljagers en marineschepen rond het eiland op. In totaal werden vorig jaar ruim drieduizend Chinese straaljagers geteld in Taiwans luchtruim, fors meer dan de 1.703 van het jaar ervoor.

Naast deze tactieken om het Taiwanese leger onder druk te zetten, vaak aangeduid als activiteiten in de ‘grijze zone’, voerde China drie grootschalige militaire oefeningen uit. Vooral de oefening in december, toen China meer dan negentig boten van zijn marine en kustwacht inzette, maakte indruk op Huang. Hij werkt op het door de Taiwanese overheid gefinancierde Institute for National Defense and Security Research. De Chinese boten, zegt hij, vormden twee ‘muren’ die Taiwan inkapselden en een uitzonderlijk groot gebied bestreken – van de zuidelijke eilanden van Japan tot in de Zuid-Chinese zee.

Voor dit soort manoeuvres, en het meermalig oefenen van een blokkade van het eiland, is ‘grijze zone’ „een te zwakke en neutrale term”, volgens Huang. Als China de oostkant van het eiland zou afsluiten, zou Taiwan zich niet kunnen bevoorraden of buitenlandse steun kunnen ontvangen. „Dit gaat om ons recht om te overleven.”

Wat het afgelopen jaar ook opviel, is dat de Chinese autoriteiten de grootschalige acties niet van tevoren aankondigden. In eerdere jaren gebeurde dat wel. Huang: „Ze behandelen dit gebied steeds meer als een binnenlandse zee. Dan hoef je ook niets aan te kondigen.”

Over de timing van de oefeningen is de analist stellig. Dit is een Chinese reactie op de Amerikaanse militaire samenwerking met bondgenoten in de Stille Oceaan. Onder president Biden heeft de Amerikaanse marine die banden aangehaald, onder andere door gezamenlijke oefeningen te houden met Japan, de Filippijnen en Australië. Ook Europese schepen werden actiever in het gebied. „Dit is precies wat China niet wilde. De kwestie-Taiwanlijkt door deze internationalisering steeds meer uit zijn controle te glippen.”

Ook Li Ting-sheng, een voormalig luitenant-generaal die nu als diplomaat werkt, ziet de Chinese oefening van december als een waarschuwing aan Amerika, en aan de terugkerende president Trump. „China zou willen dat het de invloedssfeer in het Pacifische gebied met Amerika kon verdelen, maar als de rest van de regio zo hecht begint samen te werken lukt dat niet.”

Budget onder druk

Hoe de nieuwe regering-TrumpTaiwan zal benaderen, blijft onzeker. Trump zelf benadrukt dat Taiwan meer aan defensie moet uitgeven – liefst 10 procent van Taiwans bnp. En de formeel functieloze maar bij Trump invloedrijke Elon Musk heeft grote zakelijke belangen in China. Hij toonde meermaals begrip voor het standpunt van Beijing over het eiland. Andere leden in Trumps entourage, zoals minister vanZaken Marco Rubio, staan juist bekend om hun steun aan Taiwan.

Taiwan heeft voor 2025 een flink verhoogd defensiebudget aangekondigd van omgerekend 19 miljard euro, een recordbedrag dat 7,7 procent hoger ligt dan het jaar daarvoor en goed is voor 2,45 procent van het bnp. Een flinke hap daarvan wordt besteed aan Amerikaanse wapens.

Volgens president Lai Ching-te is het opbouwen van „de weerbaarheid van de bevolking” via onder andere simulatietrainingen een prioriteit.
Foto Annabelle Chih

Maar door verdeeldheid binnen de Taiwanese politiek staat zelfs dat bedrag nog wel onder druk. Op de dag dat NRC de burgertraining in Taichung bezocht, stemde het Taiwanese parlement in met drie controversiële wetten, waar parlementsleden eerder die week slaags over waren geraakt en die leidden tot protesten.

Die avond ging het debat in het parlement tot laat door. Deelnemer aan de training Li Yie-jie, een administratief medewerker uit Taichung, checkt tijdens de training regelmatig bezorgd haar telefoon. Eén van de wetten die de oppositie met een krappe meerderheid in het parlement aannam, kan ertoe leiden dat de centrale overheid fors minder budget tot haar beschikking krijgt – met impact op de defensie-uitgaven. Een andere wet kan het constitioneel gerechtshof verlammen, en daarmee de controle op de macht verzwakken.

Zoals veel Taiwanezen die de regeringspartij DPP steunen denkt Li dat de oppositie beïnvloed wordt door Chinese belangen. „Eigenlijk maak ik me hier nog meer zorgen over dan om de militaire dreiging. Ik vraag me af of de oppositie China een handje wil helpen door onze democratie kapot te maken. Dan hoeft China niet eens meer oorlog te voeren.”

Lees ook

‘Moet ik dan met een pistool op het strand gaan wachten op Chinese soldaten?’

In een toespraak op de nationale feestdag 10 oktober noemde de Taiwanese president Tsai Ing-wen een gewapende confrontatie met China „absoluut geen optie”.

Analist Huang ziet ook een probleem. Op één kleine pro-Chinese partij na zegt geen van Taiwans nationale politieke partijen dat het eiland samengevoegd zou moeten worden met China. Maar verschillende partijen schatten de dreiging vanuit China verschillend in. Uit opiniepeilingen blijkt dat 96 procent van DPP-stemmers vinden dat de Taiwanese samenleving weerbaarder moet worden voor oorlog, maar onder mensen die de nationalistische KMT, de grootste oppositiepartijsteunen, is dat maar 42 procent.

„Deze politieke partijen vertegenwoordigen allemaal Taiwanese stemmers. Die zullen we ervan moeten overtuigen dat het versterken van Taiwans defensie noodzakelijk is. We moeten toe naar een verenigd geluid op deze kwestie.”

Spelen met vuur

Sinds Trump brak met voorgaand diplomatiek protocol door kort na zijn eerste verkiezingsoverwinning met Taiwanese president Tsai Ing-wen te bellen, is Taiwans toekomst een steeds belangrijker thema in de internationale politiek.

Het risico bestaat dat het eiland steeds meer een speelbal wordt in de onvoorspelbare relatie tussen grootmachten Amerika en China. Met meer militaire en politieke manoeuvres aan beide kanten neemt de kans op een crisis toe. Maar de wereldwijde belangstelling biedt Taiwan ook kansen – voor meer wapendeals bijvoorbeeld, of voor internationale toezeggingen van steun – en de huidige Taiwanese regering omarmt die.

„Je ziet hoe veel landen die Taiwan eerder nauwelijks op de radar hadden, waaronder Europese landen als Nederland, nu hardop nadenken over de vraag wat ze moeten doen als er oorlog uitbreekt in de straat van Taiwan”, zegt analist Huang. „We zijn niet zo naïef dat we denken dat we ook echt kunnen rekenen op die steun in het geval van oorlog, maar we zien wel hoe dit China zorgen baart.”

Over grote veranderingen in de Amerikaanse steun aan Taiwan onder Trump maakt hij zich weinig zorgen. „We moeten onderhandelen over het defensiebudget. En we gaan opletten of Trump in zijn onderhandelingen met Xi Jinping Taiwans belangen schaadt. Maar China’s positie in de wereld is al veranderd. Het is niet langer de fabriek van de wereld waar buitenlands kapitaal koste wat kost moet zijn.”

Op de training oefenen deelnemers het opzetten van schuilplaatsen.
Foto Annabelle Chih
Op de training oefenen deelnemers het opzetten van schuilplaatsen.
Foto Annabelle Chih
Op de training oefenen deelnemers het opzetten van schuilplaatsen.
Foto Annabelle Chih

De Chinese regering reageerde op een recente wapendeal tussen Taiwan en de Verenigde Staten door te zeggen dat dat land „speelde met vuur”. China is ook kritisch over de trend van civiele zelfverdediging, en plaatste vorig jaar de Kuma Academy, de bekendste ngo die zich daarmee bezig houdt, en zijn oprichter op een lijst voor ‘gezochte separatisten’. Tegelijk zijn er aanwijzingen dat er onder de Chinese bevolking weinig animo is voor een gewapend conflict met Taiwan, ondanks het officiële propaganda-standpunt dat „1,4 miljard Chinezen hereniging met Taiwan nastreven”. In een zeldzaam opinieonderzoek zegt 55 procent van de Chinese respondenten een toekomstige oorlog te steunen, maar slechts 1 procent zegt dat die oorlog zo snel mogelijk zou moeten plaatsvinden.

Straaljagers

In het park in Taichung hopen de leden van het Self-Training Corps dat meer Taiwanezen hun voorbeeld gaan volgen. Na een krachttraining („lichamen van slachtoffers ronddragen is zwaar”) volgt een intensieve walkietalkie-oefening waarbij verschillende groepjes in het park twee ‘gewonde’ deelnemers moeten lokaliseren en helpen.

Anderhalf uur later komt de groep, moe maar nog altijd energiek, bij elkaar voor een evaluatie. Duidelijkheid blijkt belangrijk bij het gebruik van walkie talkies, die essentieel kunnen zijn als telefoon-en internetnetwerken uitvallen. Altijd eerst zeggen wie je bent. Geen ‘alsjeblieft’ en ‘dankjewel’ – tijd is een schaars goed in een crisis en je bezet de lijn.

Li ziet dat, nu de dienstplicht voor jonge mannen sinds vorig jaar is verlengd van vier maanden tot een jaar, vooral vrouwen interesse hebben in het bijleren van crisisvaardigheden. „Ook tegen de dreiging van seksueel geweld in een oorlog bijvoorbeeld. Je voorbereiden kan die angst verminderen.”

Ze is verbaasd over hoe snel de situatie blijft veranderen. In sommige Taiwanese kuststeden, zoals Tainan en Hualien, hoor je vrijwel dagelijks het geluid van straaljagers, Taiwanese vliegtuigen die reageren op de Chinese patrouilles. „Maar als het elke dag is, wennen mensen juist ook weer aan de dreiging. Totdat het een keer misgaat.”


‘Nationale dialoog’ haalt Syrië nog lang niet van de reanimatiezaal

Het oogde goed: honderden Syriërs uit allerlei lagen van de bevolking die maandag en dinsdag, ruim twee maanden na de val van het wrede bewind van president Assad, in het Volkspaleis op een heuvel in Damascus met elkaar vreedzaam de toekomst van hun land bespraken. Ahmed al-Sharaa, de voorlopige president, sprak zelfs van een „nieuwe historische fase”, die met deze ‘nationale dialoog’ is begonnen.

„God zij dank, het Volkspaleis is weer terug bij het volk”, riep een deelnemer. Dat was precies wat Al-Sharaa graag hoorde. Voor hem was dit een welkome gelegenheid om critici, die hem sinds zijn machtsovername in december verdenken van autoritaire neigingen, te laten zien dat hij de Syriërs graag inspraak gunt. Was zo’n democratische exercitie onder het oude regime immers niet ondenkbaar geweest?

Niet uitgenodigd

Toch was er ook meteen kritiek. Wat was het nut van enkele uren praten in workshops met zo veel mensen over grote thema’s als een nieuwe grondwet, hervorming van staatsinstellingen, de rechtspleging, de economische wederopbouw en de rol van het maatschappelijk middenveld in het nieuwe Syrië? Temeer omdat de meeste deelnemers pas een paar dagen voor de bijeenkomst een uitnodiging hadden ontvangen en zich dus niet erg hadden kunnen voorbereiden.

Belangrijker misschien nog: de voornaamste Koerdische groepen, met name het Syrische Democratische Front (SDF) dat een groot deel van Noordoost-Syrië in handen heeft, was niet uitgenodigd voor de bijeenkomst. Het SDF liet dan ook bij voorbaat weten zich niet gebonden te achten aan uitkomsten van het beraad in Damascus.

Dit weerhield de conferentie in Damascus er niet van in een slotverklaring te stellen dat wapens uitsluitend in handen van een professioneel nationaal leger zouden moeten zijn. Elke andere gewapende groep zou moeten worden beschouwd als „buiten de wet”. Zo namen de spanningen met de SDF door de bijeenkomst eerder toe dan af.

De conferentiedeelnemers riepen verder Israël op zich van Syrisch grondgebied terug te trekken, nadat Israëlische militairen in december een deel van de gedemilitariseerde zone op de Hoogvlakte van Golan hadden bezet. In plaats daarvan voerden Israëlische vliegtuigen echter dinsdagavond bombardementen uit in Zuid-Syrië, volgens legerwoordvoerders op militaire doelen. Israël verduidelijkte naderhand dat het niet van plan is om Syrische militairen of milities te tolereren in het zuidelijke grensgebied. Bij de bombardementen zouden twee Syriërs zijn gedood.

Ahmed al-Sharaa, de voorlopige president van Syrië, sprak van een „nieuwe historische fase” die met de ‘nationale dialoog’ is begonnen.
Khalil Ashawi/Reuters

Sancties

Ook op het terrein van de economische wederopbouw blijft Syrië met enorme obstakels kampen, met name omdat de Verenigde Staten nog vasthouden aan allerlei sancties. Qatar, dat eerder had toegezegd geld beschikbaar te stellen voor de salarissen van Syrische ambtenaren, wacht daar nog mee zolang niet zeker is of het daarmee geen Amerikaanse sancties overtreedt, zo meldde het persbureau Reuters woensdag. Vooral het Amerikaanse Congres wil dat Al-Sharaa, die een jihadistisch verleden heeft, eerst bewijst dat hij Syrië echt op het democratische pad wil helpen voordat de sancties kunnen worden opgeheven.

De Europese Unie was eerder deze week toeschietelijker. De ministers van Buitenlandse Zaken besloten de EU-sancties op het gebied van energie, transport en banken op te heffen. Maar ook Europese bedrijven zullen, net als Qatar, terughoudend blijven met activiteiten in Syrië zolang de Amerikaanse sancties gelden.

Stroom en water

Intussen heeft de regering-Trump de situatie voor de Syrische machthebbers zelfs nog verder bemoeilijkt door haar plotselinge sluiting van USAID. De hulporganisatie nam ongeveer een kwart van de kosten van de distributie door diverse VN-organisaties van voedsel, water en medicijnen voor miljoenen Syriërs voor haar rekening. Hierdoor dreigen veel Syriërs daarvan nu verstoken te blijven, juist ook in het door Koerden beheerste noordoosten.

Zo blijven Al-Sharaa en zijn mensen, die ondanks het begin van de ‘nationale dialoog’ nog altijd een democratisch mandaat ontberen, voor een gigantische uitdaging staan. Vaak slagen ze er nog niet in om essentiële diensten, zoals stroom en water, bij de burgers te krijgen. Velen moeten het met een paar uur elektriciteit per dag doen.

Ook Al-Sharaa zelf maakte daar dinsdag in het Volkspaleis geen geheim van. Zijn land, erkende hij ruiterlijk, ligt nog altijd „op de reanimatiezaal”.

Lees ook

Wederopbouw van Syrië is zeer lastig zonder opheffing van sancties door VS en EU

Mensen staan ​​in Douma, een voorstad van Damascus, in de rij om brood te kopen, nadat  Bashar al-Assad uit Syrië is verdreven.


Begrotingsplannen Trump stuiten ondanks kritiek op slechts één Republikeinse tegenstem in Huis van Afgevaardigden

Vrijwel eensgezind hebben de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden ingestemd met een begrotingsvoorstel dat president Donald Trump moet helpen zijn plannen door te voeren. Slechts één partijgenoot stemde dinsdagavond tegen de zeker vierduizend miljard dollar (3.807 miljard euro) voor het verlengen van belastingverlagingen waar vooral de rijksten van profiteren en geld voor defensie, grensbewaking en deportaties voor de komende tien jaar. De uitgaven gaan gepaard met forse beoogde bezuinigingen, waarschijnlijk vooral op gezondheidszorg voor armere Amerikanen.

Het Huis en de Senaat, die vorige week voor een iets minder ambitieus budget stemde, moeten het nu eens worden over een definitieve begroting. Bovendien moeten ze voor medio maart een nieuwe shutdown van de overheid voorkomen. Daarbij zijn in de Senaat ook stemmen van Democraten nodig.

De stemming dinsdag, 217 afgevaardigden voor en 215 tegen, was een overwinning voor Trump en Huisvoorzitter Mike Johnson. Hij kan zich vanwege de krappe meerderheid maar twee dissidenten permitteren en was nog tijdens de stemming bezig om potentiële dwarsliggers te overtuigen. Net als bij zijn eigen verkiezing in januari.

Zowel fiscale haviken die de Amerikaanse staatsschuld willen terugdringen als gematigde Republikeinen die geen impopulaire bezuinigingen willen doorvoeren, waren kritisch op de begroting. Maar, zo vatte Johnson de uiteindelijke saamhorigheid samen: „Ik denk dat iedereen liever in deze trein wil zitten dan erdoor te worden overreden.” Wie tegen Trump ingaat, lijkt binnen de Republikeinse Partij geen politieke toekomst te hebben.

Alleen Thomas Massie (Kentucky) sprong voor de trein. Volgens hem doen de beoogde uitgaven van 4.000 miljard met bezuinigingen van zeker 1.000 miljard het begrotingstekort te ver oplopen. Democraten, die collectief tegen stemden, waarschuwen voor “de grootste bezuiniging op Medicaid in de Amerikaanse geschiedenis”. Medicaid is het overheidsprogramma waarmee ruim 70 miljoen Amerikanen met een laag inkomen verzekerd zijn voor hun gezondheidszorg.

Liveblog
Amerikaanse politiek


Begrotingsplannen Trump stuiten ondanks kritiek op slechts één Republikeinse tegenstem in Huis van Afgevaardigden


Complimenten, correcties en ‘goede chemie’: Frankrijk is tevreden over bezoek van Macron aan Trump

Een evenwichtsoefening voor gevorderden, zo moet de ontmoeting met de Amerikaanse president Donald Trump hebben gevoeld voor zijn Franse evenknie Emmanuel Macron. Macron was maandag in Washington om te praten over de oorlog in Oekraïne en de vredesgesprekken die de Verenigde Staten voeren met Rusland.

Macron deed enerzijds zijn best Trump te complimenteren. Dat deed hij door tijdens twee persmomenten en in een interview met Fox News het belang van de historische banden tussen de Verenigde Staten en Frankrijk en dus Europa te onderstrepen en door waardering uit te spreken voor een aantal recente initiatieven van Trump. Het opvallendst was dat Macron zei dat Trump er goed aan heeft gedaan weer in gesprek te gaan met Moskou, terwijl de Russen voor het Westen al jaren op een diplomatieke zwarte lijst stonden.

Anderzijds weersprak Macron Trumps versie van de werkelijkheid waarin de Oekraïense president Volodymyr Zelensky een „dictator” is en Oekraïne de oorlog is begonnen. Dat deed Macron door Rusland meermaals de agressor te noemen en te spreken over de moed van Zelensky.

Macron corrigeerde Trump bovendien voor het oog van de camera’s toen hij een onwaarheid uitsprak over de Europese steun aan Oekraïne. Trump claimde dat Europa alle steun aan Oekraïne als lening heeft gegeven, waarop Macron met zijn hand op Trumps arm zei „nee, in werkelijkheid hebben we betaald. We hebben 60 procent van de totale inspanning betaald. Het was net als in de VS via leningen, garanties, subsidies.” Trump maakte hierop een wat wegwuivend gebaar en herhaalde zijn statement later, maar ging niet publiekelijk tegen zijn gast en „goede vriend” in.

Lees ook

Bij herdenking van de invasie ontbrak in Kyiv één land: de VS. ‘We zijn in Kyiv, want Oekraïne is Europa’

Bij herdenking van de invasie ontbrak in Kyiv één land: de VS. ‘We zijn in Kyiv, want Oekraïne is Europa’

Dit is op zich al winst, zegt Mujtaba Rahman, een in Europese diplomatie gespecialiseerde analist van het Britse adviesbureau Eurasia Group. „Macrons team was niet zo bezorgd over wat er achter gesloten deuren zou gebeuren, want privé kan Trump heel redelijk zijn. Maar in het openbaar kan hij ineens de meest belachelijke dingen zeggen.” Dat de persmomenten zonder grote schokken verliepen en Macron en Trump, zoals Rahman zegt, „duidelijk een goede chemie hadden”, draagt eraan bij dat de Fransen het bezoek als een succes zien.

En dat doen ze: Macron sprak achteraf van „substantiële vooruitgang”. Volgens Macron heeft Trump zich bereid getoond veiligheidsgaranties te geven als na de oorlog een Europese troepenmacht in Oekraïne gestationeerd wordt. „Solidariteit en steun van de VS zijn cruciaal op dit punt en ik bedank u dat u met ons aan de slag bent gegaan om dit probleem aan te pakken”, zei Macron op de persconferentie.

Privé kan Trump heel redelijk zijn. In het openbaar kan hij ineens de meest belachelijke dingen zeggen

Mujtaba Rahman
analist

Grondstoffen

Macron is volgens Rahman ook niet negatief over het streven van Trump een deal te sluiten over de zeldzame grondstoffen van Oekraïne. „Want als deze deal er komt, hebben de VS er economisch ook baat bij toekomstige Russische agressie in Oekraïne te voorkomen.”

Trump heeft niet publiekelijk toegezegd dat de VS een Europese troepenmacht zullen steunen. Maar hij sloot het niet uit en sprak Macron niet tegen. Bovendien zei Trump dat hij de mogelijkheid van een Europese troepenmacht in Oekraïne met Poetin heeft besproken, en die zou hebben gezegd dat hij ermee akkoord zou gaan. „Het Kremlin was altijd resoluut tegen de aanwezigheid van Europese militairen in Oekraïne”, benadrukt Rahman. „Als het klopt dat Poetin een Europese aanwezigheid in Oekraïne, ondersteund door Amerikaanse inlichtingen en technologie, zal accepteren, zou dat een belangrijke ontwikkeling zijn.”

Europese militairen zullen niet tegen de Russen vechten, benadrukte Macron maandag, maar zullen na een staakt-het-vuren Oekraïne „gerust stellen” en erop letten dat de „vrede wordt gerespecteerd”.

Starmer aan zet

„Áls Macrons inschattingen kloppen, dan was zijn bezoek productief”, oordeelt Rahman. Maar die ‘als’ geeft veel onzekerheid en het is de vraag in hoeverre de wispelturige Trump op zijn blauwe ogen te geloven is. Le Monde merkte op dat er weliswaar geen openlijke frictie was tussen Macron en Trump, maar dat de Amerikaanse president op geen enkel moment sprak over „gedeelde waarden” of het belang van de trans-Atlantische banden.

Oekraïne was niet het enige thema op de presidentiële agenda’s. Trump en Macron spraken ook over het dreigement van Trump om handelstarieven voor de EU te verhogen. Op Fox News zei Macron dat hij Trump ervan heeft proberen te overtuigen dat een economische strijd met Europa niet in zijn belang is. „Hoe wil je dat wij de uitgaven aan veiligheid en defensie verhogen als we in een handelsoorlog zitten?”, aldus Macron, die ook zei: „kom op, je kunt niet een handelsoorlog met China en Europa tegelijk hebben”.

Emmanuel Macron met de Britse premier Keir Starmer in Parijs.
Foto Abdul Saboor/Reuters

Donderdag zal de Britse premier Keir Starmer bij Trump op de stoep staan. Rahman: „De grote vraag wordt of Starmer kan consolideren en uitbreiden wat Macron heeft opgebouwd. Starmer zal met dezelfde boodschap naar Washington gaan: onderstrepen dat de Europeanen meer verantwoordelijkheid zullen nemen , maar Amerikaanse steun nodig hebben.”

Starmer heeft niet dezelfde warme banden met Trump als Macron, die de Amerikaan nog kent uit hun beider eerste termijn en die hem meermaals paaide door hem uit te nodigen op de nationale feestdag 14 juli en de heropening van de Notre-Dame. „Maar het VK en Frankrijk hebben hun boodschap goed op elkaar afgestemd”, benadrukt Rahman. „Macron en Starmer zullen nu hun aantekeningen met elkaar aan het vergelijken zijn en dan zullen we zien of Starmer een stap verder kan komen.”

Lees ook

Verenigd Koninkrijk verhoogt defensie-uitgaven: ‘grootste stijging sinds einde Koude Oorlog’

Premier Starmer in het Lagerhuis, deze dinsdagmiddag. Donderdag bezoekt hij de Amerikaanse president Trump.


Indiase denker Pankaj Mishra: ‘De verwoesting van Gaza past in een lange geschiedenis van genocidaal racisme en geweld in Azië en Afrika’

Verrast is Pankaj Mishra niet door de weigering van Israël om ruim zeshonderd Palestijnen vrij te laten uit de gevangenis. Over het bestand waarin dat was afgesproken, had de Indiase essayist sowieso al twijfels: „Het was hoogstens een mechanisme om meer gijzelaars thuis te krijgen”, zegt hij in een videogesprek vanuit Londen.

„We moeten ons niet laten misleiden door het staakt-het-vuren. Dat is zeer fragiel, en er wordt ondertussen openlijk gesproken over de intentie om Gaza te zuiveren van Palestijnen en aan de Verenigde Staten te geven. Aan president Donald Trump, die er een ‘Rivièra’ kan ontwikkelen. Israël wordt, met de VS als belangrijkste steunpilaar, steeds extremistischer. De nieuwe president versnelt dat proces, hij realiseert het project dat extreem-rechts in Israël altijd voor ogen heeft gehad.”

Aanleiding voor het gesprek is Mishra’s deze maand verschenen boek The World After Gaza. Het gaat over de westerse volharding in de steun aan Israël en de polarisatie die dat in de afgelopen vijftien maanden wereldwijd heeft veroorzaakt. Terwijl de VS en de meeste andere westerse landen hun steun rechtvaardigen door te verwijzen naar de ontstaansgeschiedenis van de Israëlische staat, stelt Mishra, geldt de Holocaust elders in de wereld niet als de centrale gebeurtenis van de vorige eeuw. In de rest van de wereld is het wereldbeeld gevormd door de wreedheden van het imperialisme en het geweld waarmee de dekolonisatie gepaard ging.

Moet het Westen ‘na Gaza’ zijn wereldbeeld bijstellen?

Pankaj Mishra: „Ik doe geen morele claims. Het is belangrijk dat er verschillende manieren zijn om naar de wereld te kijken. Vaak is dat wereldbeeld afhankelijk van waar we ons bevinden en de geschiedenis waaraan we zijn blootgesteld. Ik denk dat het helpt als je opgroeit in een plek als India en wordt blootgesteld aan de geschiedenis van India’s bevrijding van de Britten. Dat is namelijk het verhaal van de meerderheid van de wereldbevolking.

„Er is een lange geschiedenis van genocidaal racisme en geweld in Azië en Afrika, uitgevoerd door westerse mogendheden. Dekolonisatie laat mensen de gebeurtenissen in Gaza begrijpen als onderdeel daarvan.”

Een groot deel van de niet-westerse wereld ziet Israël als kolonisator van Palestijns gebied, waarbij de Palestijnse vrijheidsstrijd in het licht van de dekolonisatie gezien wordt. In zijn boek beschrijft Mishra dat hij tijdens een bezoek aan de bezette Westelijke Jordaanoever, enkele jaren geleden, en in de afgelopen maanden als nieuwsconsument zag dat Palestijnen „een nachtmerrie doorstaan die mijn voorouders en ik achter ons hadden gelaten”.

Al in de jaren dertig wezen antikoloniale denkers erop dat de Holocaust ook in een geschiedenis van racistisch geweld paste, zegt Mishra. „Alle praktijken die de nazi’s inzetten tegen de Europese Joden waren al gebruikt in de koloniën. Maar dat perspectief hoor je amper in het Westen, waar men de Holocaust ziet als een afwijking in een anderszins glorieuze, deugdelijke geschiedenis. In dat narratief was Europa weliswaar medeplichtig aan de vernietiging van Europese Joden, maar toonde het vervolgens berouw en is het nu weer een morele actor. Vandaar de steun aan de staat Israël, die voortkwam uit de Holocaust.”

Kun je het bombarderen van Gaza zien als voortzetting van gewelddadig optreden vanuit een racistisch wereldbeeld?

„Zo ziet een aanzienlijk deel van de wereld het zeker. De Amerikaanse en de meeste Europese leiders niet, natuurlijk. Maar ik zal niet zeggen dat dat alleen komt doordat ze slecht geïnformeerd zijn over westers imperialisme en dekolonisatie. Zelfs als je ze allemaal naar een heropvoedingsschool stuurt om ze die geschiedenis bij te brengen, zouden ze zich nog steeds zo gedragen. Ik wil de onwetendheid van de Europese leiders niet overdrijven. Het is inmiddels politiek en economisch voordelig om deze positie ten faveure van Israël in te nemen.

„Ik heb het niet over schuld, maar wel over medeplichtigheid. Systemen houden monsterlijk geweld en onrecht in stand, en politici, schrijvers en journalisten werken daaraan mee.”

Vanuit het perspectief van de dekolonisatie wordt de Holocaust niet beschouwd als unieke wreedheid en is het geweld in Gaza niet zonder precedent, betoogt Mishra. Wel uniek in deze episode zijn de sociale media, die een wereldwijd publiek „hebben blootgesteld aan enkele van de afschuwelijkste beelden die ooit zijn waargenomen”.

„Die taferelen hebben een hele generatie getekend. Helaas doorzien traditionele media de impact daarvan niet. Ze schrijven en spreken nog steeds over Gaza in oude paradigma’s. Zo richten ze zich veel op geopolitiek en minder op ervaringen van mensen. Ook al kunnen verslaggevers Gaza niet in, dan nog zijn veel artikelen weinig invoelend voor de mensen daar en vooral gericht op wat Israël voor Europa betekent. En ik zie veel passief woordgebruik: mensen ‘zijn omgekomen’, zonder handelende actor.”

Zag u in de traditionele media ook die de westerse blik?

„In veel berichtgeving klinkt enige raciale minachting voor mensen met een donkere huidskleur door. Ik probeer lezers eraan te herinneren dat Europese Joden ooit eenzelfde behandeling ten deel viel.”

The World After Gaza is de uitwerking van het essay ‘The Shoah After Gaza’, dat in maart verscheen in The London Review of Books. De „ongevoeligheid” waarmee media over de kwestie schreven zat Mishra dwars, vertelt hij. Zijn essay en zijn boek schreef hij „uit wanhoop”.

„Het valt me op dat van sommige ontwikkelingen minimaal verslag wordt gedaan, zoals de strafzaken bij het Internationaal Gerechtshof, of de oproepen van Spanje en Ierland tot sancties tegen Israël. Als lezers hierover geïnformeerd zouden worden, zouden ze beter begrijpen dat er een diversiteit aan meningen is en kritiek op Israël, zelfs in Europa!”

Lees ook

‘We kunnen niet meer terug naar vroeger’

‘We kunnen niet meer terug naar vroeger’

India wil leider zijn van het ‘Mondiale Zuiden’: gedekoloniseerde landen die steeds meer meedoen in de wereldpolitiek. Is India’s positie tegenover Gaza ingegeven door dekolonisatie?

„De regering zit ideologisch op een lijn met Israël. De premiers Narendra Modi en Benjamin Netanyahu hebben een vriendschappelijke relatie. Maar India kan niet op één relatie steunen. India kan zich niet veroorloven om de Arabische landen van zich te vervreemden.” Na een eerste ferme soldariteitsbetuiging voor Netanyahu kort na 7 oktober neemt New Delhi inmiddels ook in de VN weer standpunten in die de Arabische wereld graag ziet. Zo steunde India in december voor het eerst de oproep aan Israël om mee te werken aan een staakt-het-vuren.

„Door de initiële reflex ten gunste van Israël verspeelde India de kans om op te treden als morele leider van de niet-westerse wereld. Als antikoloniale leider lijkt India nu hypocriet. Zuid-Afrika is veel verder gegaan, door een zaak aan te spannen bij het Internationaal Gerechtshof.”

In ‘Tijd van Woede’ (2017) beschreef u de opkomst van reactionaire politiek – Donald Trump was voor het eerst verkozen, Modi was premier in India. Ziet u een verband tussen de twee boeken?

„In mijn werk deel ik mijn bezorgdheid over bepaalde politieke pathologieën. Juist onder de natiestaat blijken mensen in staat tot monsterlijke misdaden. Die vorming van de natiestaten, sinds de negentiende eeuw, ging blijkbaar gepaard met een dosis kapitalisme en een specifiek wereldbeeld – gebaseerd op intense concurrentie, jaloezie en hebzucht. Waarom wordt in de moderne staat niet de nadruk gelegd op menselijke waardigheid, compassie of solidariteit?

„Uiteraard werden er in een vroeger verleden gruwelijkheden begaan door psychopatische, boosaardige heersers als Dzjengis Khan en Napoleon. Alleen: er was geen democratische instemming, zoals nu het geval is. We moeten aan de kaak stellen dat juist moderne natiestaten tot moordmachines zijn verworden.”

Heeft u niet de hoop dat een democratische interventie – in de toekomst – juist gruwelijkheden kan voorkomen?

„Ik heb mijn enige hoop gevestigd op het individuele geweten. Vooral van degenen die zijn opgeschrikt door de verschrikkingen in Gaza. Dat zijn voornamelijk jonge mensen, die instinctief reageerden op de destructie. Hun educatie in de geschiedenis van het Midden-Oosten is nog maar net begonnen – vijftien maanden geleden. Ze hoeven de geschiedenis van het conflict of de Holocaust niet te kennen voor de reactie die we allemaal delen als we menselijke pijn zien: we vragen ons af hoe dat komt. Die vraag is des te urgenter als het leed mede wordt veroorzaakt door mensen om ons heen, zoals onze eigen regering.

„Ik hoop echt dat wanneer jonge mensen machtsposities krijgen in zogenaamd democratische instellingen, ze het gevoel van goed en kwaad behouden dat ze de afgelopen maanden hebben gekend. En dat ze daarnaar zullen handelen.”


Trump maakt strijd om de macht in Canada weer spannend

Jarenlang was het een vraag die de Canadese hoofdstad Ottawa bij vlagen bezighield: stapt Mark Carney, oud-president van zowel de Canadese als van de Britse centrale bank, de politiek in? Meermaals probeerde premier Justin Trudeau het economisch aanzien van zijn regering te versterken door Carney binnen te halen. De econoom die Canada door de financiële crisis hielp loodsen , en daarna het Verenigd Koninkrijk door de Brexit, geldt als een economische superster. Maar op een rol als adviseur achter de schermen na, hapte Carney nooit toe.

Dat komt hem nu goed uit. Want inmiddels is de 59-jarige Carney de favoriet om Trudeau op te volgen als leider van de Liberale Partij – en daarmee direct als premier. Trudeau kondigde op 6 januari, onder toenemende druk van partijgenoten, zijn vertrek aan na ruim negen jaar aan de macht, wegens gekelderde populariteit en een dreigende afstraffing bij de komende verkiezingen. Hij blijft aan tot zijn partij op 9 maart een nieuwe leider kiest.

Lees ook

Trudeau stapt op. Na zijn doorbraak als mondiaal progressief boegbeeld, is zijn politieke val nu net zo diep

Justin Trudeau begon vorige maand  te wankelen na het vertrek van zijn gerespecteerde minister van Financiën, Chrystia Freeland.

Deze week nemen de vier kandidaten voor de functie het tegen elkaar op bij de enige twee debatten in de leiderschapsstrijd, maandag in het Frans en dinsdag in het Engels. De race is versneld wegens de dreiging van heffingen van 25 procent op alle importen uit Canada door de Amerikaanse regering-Trump. Dat vooruitzicht vormt een potentiële economische mokerslag voor het land, dat in sterke mate afhankelijk is van vrijhandel met de VS. De heffingen, die 4 februari zouden ingaan, zijn uitgesteld tot begin maart na toezeggingen van Trudeau over meer grensbewaking.

Buitenstaander versus loyale bondgenoot

Carney werpt zich op als ervaren economisch leider die Canada door de dreigende storm kan loodsen. En bovendien als buitenstaander, ongehinderd door nauwe banden met de impopulaire Trudeau. Dit in tegenstelling tot zijn belangrijkste concurrent voor het partijleiderschap, oud-vicepremier en oud-minister van Financiën Chrystia Freeland. Haar abrupte breuk met Trudeau in december, na een onderling conflict, bezegelde het lot van de premier.

Chrystia Freeland, oud-vicepremier en oud-minister van Financiën en belangrijkste concurrent van Carney voor het partijleiderschap.
Foto Canadian Press/Shutterstock

Maar tot die tijd stond ze jarenlang trouw aan zijn zijde, als een van zijn nauwste bondgenoten – een handicap in de ogen van veel kiezers, die verandering willen. Naast Carney en Freeland doen ook parlementslid en oud-minister Karina Gould en de nagenoeg onbekende oud-parlementariër Frank Baylis een gooi naar het leiderschap, maar hun kandidatuur wordt als minder kansrijk gezien.

Evenals Carney kan de 56-jarige Freeland bogen op een aanzienlijke staat van dienst: ze leidde als minister van Buitenlandse Zaken namens Canada de onderhandelingen met de eerste regering-Trump over hervorming van het Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag Nafta. Dat verdrag uit de jaren negentig van Canada, de VS en Mexico, moest van Trump op de schop. Het werd na heronderhandeling in 2018 omgedoopt tot het USMCA-akkoord. Ondanks vrees voor economische schade kwam Canada daar zonder grote kleerscheuren vanaf.

Lees ook

Abrupte breuk met topminister verzwakt positie van Trudeau bij confrontatie met Trump

Chrystia Freeland als minister van Buitenlandse Zaken van Canada achter premier Justin Trudeau in Toronto in 2019.

Nu presenteert Freeland zich als een felle strijder voor Canada die weet hoe je met Trump moet onderhandelen. Ze bepleit ferme vergelding als de handelstarieven er inderdaad komen, en stelt onder meer een heffing van 100 procent voor op elektrische auto’s van Tesla, een van de bedrijven van Elon Musk. „We moeten heel duidelijk zijn dat als ze ons treffen, we zullen terugslaan”, aldus Freeland. Ook Carney belooft „op te staan tegen de Amerikanen” en de matige economische groei aan te pakken.

Beide kandidaten hebben veel gemeen. Ze groeiden op in de westelijke provincie Alberta en studeerden aan zowel Harvard als Oxford. Ze werkten in het internationale circuit: hij bij de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs in onder meer Londen en Tokio, zij als journalist en auteur, onder meer voor de Financial Times in Moskou. Ook werkte ze in Kyiv – haar moeder is van Oekraïense achtergrond en ze spreekt vloeiend Oekraïens. Carney is de peetvader van Freelands jongste zoon.

Peilingen in beweging

Carney lijkt in het voordeel: hij zamelde veruit de meeste donaties in en wordt gesteund door een meerderheid van Liberale parlementsleden. Uit peilingen blijkt dat hij de beste papieren zou hebben om de Liberale Partij te redden van een electorale ondergang bij de naderende verkiezingen. Die worden uiterlijk dit najaar gehouden, maar waarschijnlijk al eerder: nadat het parlement eind maart terugkeert van een verlengd reces, zal het kabinet, dat regeert met een parlementaire minderheid, waarschijnlijk snel ten val komen.

Mark Carney tijdens zijn campagne in Edmonton, op 16 januari.
Foto Jason Franson/The Canadian Press

Al anderhalf jaar genieten de Conservatieven onder leiding van de jonge populist Pierre Poilievre (45) een grote voorsprong in de peilingen. Maar sinds Trudeau zijn vertrek heeft aangekondigd, zijn de peilingen in beweging. Met Carney als leider zou een verkiezingsstrijd kunnen uitlopen op een nek-aan-nekrace tussen de twee belangrijkste partijen. Carney’s lange loopbaan contrasteert scherp met die van Poilievre, een agressieve politieke aanvaller met weinig andere ervaring dan als parlementariër.

Er zijn ook valkuilen voor Carney. Als oud-bankier wordt hij afgeschilderd als elitair, met wellicht weinig voeling voor Canadezen die hun boodschappen nauwelijks kunnen betalen. Hij heeft geen politieke ervaring en heeft zich nooit eerder verkiesbaar gesteld; het is onduidelijk of hij het politieke handwerk beheerst. Bovendien spreekt hij gebrekkig Frans, goede beheersing van die taal is eigenlijk een vereiste voor een Canadese premier. Al lijken kiezers, zelfs in de overwegend Franstalige provincie Quebec, hem dat vooralsnog te vergeven, gezien de noodsituatie die Trump-II vertegenwoordigt.

De opvolger van Trudeau zal het waarschijnlijk binnen enkele weken moeten opnemen tegen Poilievre bij parlementsverkiezingen. Mogelijk wordt hij of zij de kortst zittende premier in de Canadese geschiedenis. Maar waar de Liberalen een paar maanden geleden nog een zinkend schip leken, lijkt de nieuwe leider nu toch een reële kans te maken op een langere regeerperiode.


Wordt Syrië weer een geliefde vakantiebestemming nu Assad is gevallen?

Damascus is „de stad van duizenden verhalen”, de ruïnes van Palmyra „ontnemen je de adem”, en de soek van Aleppo hangt vol met „geuren van olijvenzeep, exotische kruiden, koffiebranders en sappige gegrilde shoarma”. Een Lonely Planet-reisgids uit 2009 schetst een beeld van Syrië dat na meer dan dertien jaar burgeroorlog haast onvoorstelbaar is. De toeristische trekpleisters van toen kwamen de afgelopen jaren vrijwel uitsluitend in het nieuws als het decor van oorlogsgeweld.

Maar vóór de burgeroorlog was Syrië een geliefde – en opkomende – vakantiebestemming. Met ongeveer 15 procent van het bbp vormde toerisme een substantieel onderdeel van de Syrische economie – ver boven het regionale gemiddelde van 8,9 procent, zo becijferde de Wereldbank. In het jaar voor de burgeroorlog was zelfs sprake van een uitschieter naar 20 procent.

Mensen poseren eind december vorig jaar voor de grote ‘I love Hama’-letters, met op de achtergrond het bekende waterrad van de stad.
Foto Omar Haj Kadour/AFP

Die statistieken werpen de vraag op of toerisme in het Syrië van na Bashar al-Assad weer een belangrijke rol kan spelen. Door de toenemende bereidheid van de internationale gemeenschap om diplomatieke banden met Syrië te herstellen, durven Syriërs weer voorzichtig na te denken over economisch herstel. Maandag begon de Europese Unie met het verlichten van sancties tegen Syrië. Het gaat om versoepelingen in het Syrische bankwezen en de energie- en transportsector.

Vooralsnog blijft Syrië roodgekleurd op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken en geldt er dus een negatief reisadvies. Ook na de val van Assad blijft het „onveilig in heel Syrië en is de situatie onvoorspelbaar”, waarschuwt het ministerie: „Dagelijks zijn er aanslagen, gevechten, luchtaanvallen en bombardementen. Regelmatig vallen er burgerslachtoffers.”

Toch waren toeristen de afgelopen jaren niet geheel verdwenen uit Syrië. Naast reizen naar Syrië voor familiebezoek boden verschillende organisaties (groeps)reizen aan, waaronder de Nederlandse organisaties Midden Oosten Reizen en Culture Road Travel. Die laatste, een reisbureau voor reizigers met interesse in landen die niet zo bekend zijn bij het grote publiek, organiseerde tussen 2021 en december vorig jaar rondreizen naar onder meer Damascus, Aleppo, Bosra, Palmyra en Homs, schrijft eigenaar Rik Brinks desgevraagd aan NRC. Welke delen van het land veilig genoeg waren om te bezoeken, besloot het bureau in samenspraak met gidsen, die in contact stonden met lokale autoriteiten en het gebied goed kennen. „Zij weten precies waar we wel en niet heen kunnen en zijn op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.”

Dat mensen toch naar ‘rood gebied’ reizen, leidde afgelopen najaar tot chagrijn in politiek Den Haag. Tijdens het grondoffensief en de luchtaanvallen van Israël op Libanon zag Nederland zich gedwongen repatriëringsvluchten naar Beiroet te sturen. Ook voor Libanon gold destijds een negatief reisadvies, maar daar hadden niet alle Nederlanders naar geluisterd. In de toekomst zouden mensen misschien zelf moeten opdraaien voor de kosten van repatriëring uit gebieden met een negatief reisadvies, zei premier Dick Schoof destijds: „Reisadviezen zijn er niets voor niets.”

In Damascus komt het leven weer op gang na de val van Assad. Mensen bezoeken plaatsen die onder het Assad-regime verboden waren, zoals de Qasyoon-berg, die uitzicht biedt over de stad. En de oudste ijssalon van het Midden-Oosten, Bakdash Ice Cream in de souk van Damascus, wordt weer drukbezocht.

Foto’s Chris McGrath/Getty Images en Emin Sansar/Getty Images

Op de foto met toeristen

Bjorn Snelders reisde in mei 2023 via Culture Road Travel naar Syrië om de foto’s te maken bij een reportage voor reismagazine Columbus Travel, bedoeld om te laten zien dat reizen naar het Midden-Oosterse land goed mogelijk was. Samen met zijn collega Joost Smets en een gids – een christelijke vrouw uit Syrië – trok hij vijf dagen lang door het land. „Op eigen houtje reizen was niet mogelijk”, zegt Snelders. „Onze gids bepaalde welke plaatsen veilig waren, regelde de papieren voor alle controleposten en had contact met lokale autoriteiten.”

Onveilig heeft Snelders zich niet gevoeld. „We hebben Damascus, Bosra en Malula bezocht, we zijn niet naar delen geweest waar toen gevochten werd.” Een bezoek aan het door Islamitische Staat zwaar beschadigde Palmyra, met zijn antieke ruïnes voor de burgeroorlog de meest bezochte bezienswaardigheid van het land, stond om veiligheidsredenen ook niet op de planning.

Snelders was erg onder de indruk van de vriendelijkheid en gastvrijheid van de lokale bevolking, die regelmatig verrast reageerde bij de aanblik van twee toeristen en met hen op de foto wilde. „Ik vind een reis naar Syrië een absolute aanrader, al moet je wel een beetje avontuurlijk zijn, er open in staan en vertrouwen hebben. Ik zou heel graag nog een keer gaan, en dan langer.”

„Natuurlijk ontkwam je bij een bezoek aan het Syrië van Assad niet aan het stellen van bepaalde ethische vragen,” zegt zijn reisgenoot Joost Smets. Het voormalige regime van Assad was vanwege jarenlang geweld tegen de eigen bevolking een internationale paria. Toerisme was daarbij volgens critici een manier voor het regime om zijn reputatie op te vijzelen.

Smets en Snelders vonden een bezoek wel te rechtvaardigen omdat ze vooral contact hadden met de lokale bevolking, en bij bekenden van hun gids overnachtten. Bovendien slaagde het toenmalige regime er niet in de ervaring van toeristen in het land te regisseren, zegt Smets. „De mensen waarbij we verbleven lieten zich kritisch uit over het regime en ook onze gids liet zich ontvallen dat ze er niet aan moest denken dat haar kinderen de volgende generatie zouden zijn die onder de Assad-familie zouden moeten leven.” Tegelijkertijd hoorden Smets en Snelders van Syriërs op straat dat het ze goed deed weer toeristen te zien „nadat de wereld twaalf jaar lang had weggekeken”.

Deze foto’s tonen de souk van Aleppo, met 12 hectare de grootste ter wereld, voor en na de burgeroorlog. Na de val van Assad is de restauratie begonnen.

Foto’s Leisa Tyler/Getty Images en AFP

Reis vol uitersten

Na de val van het regime van Assad besloot Culture Road Travel de reizen naar Syrië voorlopig af te blazen, vanwege de politieke situatie. „Zodra de situatie het toelaat, zullen we weer reizen aanbieden. Veiligheid en visum-omstandigheden zijn daarbij leidend”, schrijft Brinks.

Er zijn ook reisbureaus die het nu al aandurven. Het in China gevestigde reisbureau Young Pioneer Tours, dat ook reizen naar Noord-Korea en Afghanistan organiseert, biedt op dit moment al reizen aan naar Syrië en speelt daarbij in op de recente gebeurtenissen. Hun Revolutionary Tour belooft een reis langs plekken in Syrië die vóór de val van het regime nog verboden terrein waren, zoals de beruchte martelgevangenis Saydnaya en Idlib, de stad waar rebellengroep HTS de afgelopen jaren standhield tegen Assad.

De website belooft een reis vol uitersten: Op dag drie bezoek je een klooster waar „je misschien wel de kans krijgt om nonnen te ontmoeten die in het verleden zijn ontvoerd en jarenlang als gijzelaars werden vastgehouden”, gevolgd door „een korte stop bij onze favoriete shoarmazaak”.

Palmyra in 2007, tijdens een festival met onder meer kamelenraces, en Palmyra na de burgeroorlog. De verwoesting van de voorheen meest bezochte bezienswaardigheid van het land is gigantisch.

Foto’s Louai Beshara/AFP

Otto Warmbier

Maar de veiligheidsgaranties van Young Pioneer Tours zijn in het verleden niet altijd betrouwbaar gebleken. Zo raakte de organisatie in opspraak nadat de Amerikaanse student Otto Warmbier tijdens een reis met de organisatie werd opgepakt in Noord-Korea, volgens de website van de reisorganisatie „waarschijnlijk een van de veiligste reisbestemmingen ter wereld”. De 21-jarige Amerikaan zou een propagandabanier hebben gestolen en werd veroordeeld tot vijftien jaar dwangarbeid. Toen Noord-Korea hem in 2017 na anderhalf jaar vrijliet, bleek hij in coma te liggen. Hij werd overgebracht naar de Verenigde Staten waar hij enkele dagen later stierf.

De volgende stap voor Young Pioneer Tours is om hun reizen naar de de facto autonome Koerdische regio in het noordoosten van het land te hervatten, vertelt een woordvoerder per e-mail aan NRC. In dat gebied vochten pro-Turkse rebellen de afgelopen maanden tegen Koerdische strijdgroepen.

Momenteel onderhandelt het nieuwe regime in Damascus met de Koerden over de vreedzame integratie van hun gebied met de rest van het land. Ook willen de nieuwe gezaghebbers dat lokale strijdgroepen zich voegen bij het nationale leger. Conflict ligt daarbij op de loer. Zowel Syriërs als buitenlandse waarnemers wachten gespannen af.

Ook Young Pioneer Travels volgt de ontwikkelingen op de voet. De organisatie hoopt het gebied te bezoeken zodra „omstandigheden toelaten om er op een veilige en verantwoordelijke manier naar af te reizen”.

De Omajjadenmoskee in Damascus, vlak voor het vrijdaggebed.
Foto Ercin Erturk/Getty Image


Decennialang geweld en misbruik op school schokt Frankrijk, ook premier Bayrou onderwerp van kritiek

132 aanklachten. Talloze hartverscheurende getuigenissen in de media. Over scholieren die door klasgenoten en leraren werden geslagen en geschopt voor het minste of geringste: omdat ze een knikker lieten vallen, omdat ze fluisterden in de klas, zonder reden. Leerlingen die school verlieten met ingescheurde oorlellen omdat docenten zulke ruwe draaien om de oren gaven. Kinderen die door leraren gedwongen werden hen af te trekken, orale seks te geven, of tot penetratie.

Frankrijk is in de ban van onthullingen over wijdverspreid geweld en seksueel misbruik in de katholieke middelbare school Notre-Dame Bétharram nabij de Zuid-Franse stad Pau. De gebeurtenissen vonden plaats tussen 1957 en 2004 en kwamen begin 2024 aan het licht, toen een oud-leerling een collectief oprichtte met andere slachtoffers en een justitieel onderzoek werd geopend.

Nu is de zaak terug in de schijnwerpers. Deels vanwege de arrestatie van drie werknemers van de school, eerder deze week. Eén van hen, die tot vorig jaar op de school werkte, zit vrijdagmiddag nog vast op verdenking van seksueel misbruik van een minderjarige – de twee anderen zijn vrijgelaten omdat de aanklachten tegen hen zijn verjaard. Maar vooral trekt de zaak nu weer de aandacht omdat premier François Bayrou ervan wordt beschuldigd op de hoogte te zijn geweest van wat er speelde bij ‘Bétharram’.

Lees ook

De Franse Anne-Liz Deba werd jarenlang gepest. ‘Ik had nog nooit van dat woord gehoord’

Als minister en via familie betrokken

Bayrou is afkomstig uit de buurt van Pau – hij is sinds 2014 burgemeester van de stad, een functie die hij niet wilde neerleggen toen hij half december premier werd. Meerdere van zijn kinderen gingen naar Bétharram. Zijn vrouw gaf er les in catechismus. Én Bayrou was van 1993 tot 1997 minister van Onderwijs en in die functie uiteindelijk verantwoordelijk voor de school. In 1996 liet hij een onderzoek instellen naar de school, na een klacht over een leerling die zou zijn geslagen – maar daaruit werd niet geconcludeerd dat er een breder probleem speelde.

Er waren dus genoeg manieren waarop Bayrou op de hoogte had kunnen zijn van het wijdverspreide fysieke en seksuele geweld op de school. Bovendien zijn er getuigenissen die hierop wijzen. Zo heeft de voormalige onderzoeksrechter Christian Mirande (tevens Bayrous buurman) afgelopen tijd meermaals gesteld in 1998 met Bayrou te hebben gesproken over een priester cq schoolhoofd die vervolgd werd voor de verkrachting van een leerling – wat Bayrou ontkent.

En donderdag publiceerde onderzoekssite Médiapart de verklaring van oud-wiskundedocent Françoise Gullung die stelt dat ze Bayrou in zijn functie als onderwijsminister heeft geschreven over de problemen op de school – ze zou geen reactie hebben ontvangen. Ook zou ze hem er publiekelijk eens op hebben aangesproken, waarop hij zou hebben gezegd dat de zaken ‘gedramatiseerd’ werden. Gullung stelt er bovendien met Bayrou’s vrouw, dus haar collega, over te hebben gesproken . Ook zij zou haar hebben afgewimpeld.

Bayrou poogt sinds twee weken alle aantijgingen van zich af te slaan. Hij heeft meermaals ontkend hij dat hij en zijn vrouw wisten van de geweldscultuur op de school. Vrijdag stelt hij dat hij noch zijn vrouw de wiskundedocent kent en noemt hij het artikel van Médiapart „gevaarlijke onzin”. Eerder deze week kaatste hij de bal naar andere leden van de socialistische regering waar hij in de jaren negentig deel van uitmaakte – wat hem op een aanklacht van laster kwam te staan.

Door alle beschuldigingen en ontkenningen lijkt de zaak-Bétharram nu de zaak-Bayrou te worden. Dit tot grote onvrede van de premier die poogt de aandacht terug te krijgen naar de vreselijke gebeurtenissen zelf. „Degenen die deze schandalen creëren, interesseren zich niet voor slachtoffers en voor gerechtigheid”, zei hij vrijdag tegenover journalisten. „Waar ze in geïnteresseerd zijn (…) is het creëren van een schandaal dat politieke gevolgen zou hebben voor de regering en de premier.”


In de Berlijnse wijk Neukölln werd in alle talen gedemonstreerd tegen racisme, de politie en AfD

Ruim vijfduizend mensen kwamen woensdagavond samen in de wijk Neukölln in Berlijn voor de herdenking van ‘Hanau’, de plaats waar vijf jaar geleden een rechtsextremist negen mensen met een migratieachtergrond doodschoot. Na de herdenking volgde een protestmars tegen racisme. Met verlichte protestborden, vlaggen en banners liepen de demonstranten over de Sonnenallee, begeleid door massale politie-inzet – een helikopter vloog boven de menigte.

Op borden van verschillende demonstranten stonden slogans gericht tegen (samenwerking met) radicaalrechts en de AfD. Dergelijke protesten zijn geen uitzondering, in aanloop naar de verkiezingen van aankomend weekend, waarbij de conservatieve partij CDU/CSU in de peilingen voorop gaat en de radicaal-rechtse AfD op de tweede plaats volgt. Afgelopen zondag waren zo’n 30.000 demonstranten op de been voor een demonstratie op het Berlijnse Bebelplatz tegen rechtsextremisme. Ook in andere steden werd gedemonstreerd, in Düsseldorf kwamen 13.000 mensen samen, in Mainz 5.000. De week daarvoor voerden in München 200.000 betogers actie.

De demonstranten in Neukölln kwamen woensdagavond niet alleen in het verweer tegen AfD. Sommige van de leuzen die werden gescandeerd waren aan de politie gericht, zoals „Wo war die in Hanau?” (waar waren zij in Hanau?) en „Überall Polizei, nirgendwo gerechtigkeit” (overal politie, nergens gerechtigheid). In Duitsland treedt de politie vaak hard op bij demonstraties, met name als die pro-Palestijns zijn.

Bij deze actie waren vooral aan de achterkant van de stoet veel Palestijnse vlaggen te zien. Op een later moment bleken die allemaal verdwenen. Of dat op aanwijzen van de politie was, is onduidelijk. Het kwam tot verschillende opstootjes tussen de oproerpolitie en demonstranten, waarbij meermaals kortstondig mensen werden gearresteerd.

Arabische leuzen

Vrijwel constant klonk geluid van trommels en leuzen in alle talen. Eerder deze maand werden bij verschillende pro-Palestinademonstraties leuzen en posters in andere talen dan Duits en Engels verboden. Dat was vooral gericht op het Arabisch: tijdens die demonstraties klinken vaak Arabische leuzen. De Duitse politie stelt dat ze niet kan beoordelen of die antisemitisch zouden zijn, vanwege een gebrek aan vertalers en agenten die Arabisch spreken. Verschillende demonstraties werden gewelddadig beëindigd door de politie omdat er toch Arabisch klonk. Ook trommels waren verboden, omdat de politie vanwege luide trommelgeluiden niet zou kunnen volgen wat de demonstranten riepen.

De politie zei in eerste instantie dat de maatregelen voor alle toekomstige pro-Palestinademonstraties zou gelden, tot anderszins besloten wordt. Maar de gemeente Berlijn liet later weten dat het niet om een algemeen verbod gaat, maar dat per demonstratie besloten zal worden of het verbod geldt. Organisaties als Amnesty International hebben de maatregelen veroordeeld en zien het als een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht.

Liveblog
Duitse verkiezingen


In laatste debat tussen Scholz en Merz sluit CDU ‘duidelijk en definitief’  AfD uit


Eieren zijn in de VS nu een luxeproduct – maar Trumps kiezers rekenen het hem niet aan

Het is kijken, kijken, niet kopen bij het schap met eieren in de supermarkt in Greencastle, Pennsylvania. Het vak met de goedkoopste dozen, twaalf kleine scharreleieren voor 7,49 dollar (plus btw: 7,60 euro) is leeg. Daarnaast, ietsje duurder voor 8,19 dollar, is een dozijn grote, witte eieren nog wel te krijgen. Maar niemand raakt ze aan. Een oudere vrouw zet haar winkelwagentje stil en buigt voorover naar de prijslabels op de rand van het koelvak. „Mijn hemel, sticker shock”, zegt ze, voordat ze snel doorloopt.

Ook Ben Kennedy (67) spiekt alleen. „Even vergelijken. Ik ben gisteren een paar mijl naar een kippenboer gereden en heb daar vijftien dozen gekocht voor de helft van deze prijs. Dat was het ritje dus wel waard”, zegt hij, met een ondeugende blik in zijn lichtbruine ogen. „Dit is voor heel veel mensen toch niet meer te betalen? Vlees is ook vreselijk duur. De benzineprijs blijft maar stijgen.”

Tot een maand geleden kon hij president Joe Biden daar de schuld van geven, zoals hij vaak en graag deed. Maar nu zit Donald Trump, de man op wie Ben Kennedy en 71 procent van Greencastle stemde, weer in het Witte Huis. „Een maand is nog erg kort, natuurlijk, maar de economische onzekerheid blijft voorlopig, zoveel is duidelijk”, zegt hij. „En dan moeten de importheffingen nog komen.”

Kosten voor levensonderhoud speelden een grote rol in de presidentsverkiezingen afgelopen jaar. Uit een exit-poll bleek dat 96 procent van de stemmers „hoge prijzen voor benzine, boodschappen en andere goederen” meewoog in hun politieke keuze in november. Voor 40 procent was dat het allerbelangrijkste thema. Volgens Trump zelf was het niet immigratie, Bidens aftakeling of het geld van Elon Musk waardoor hij zegevierde. „De prijzen van appels, spek, eieren, gingen in korte tijd twee, drie keer over de kop, daarom heb ik de verkiezingen gewonnen”, zei hij in december in een interview. „We gaan die prijzen ver verlagen.”

Een klant bestudeert het aanbod aan eieren, in een winkel in Seattle.
Foto Lindsey Wasson/AP

Geen van zijn vele decreten die hij in de eerste vier weken uitgevaardigd heeft, lijkt daar aan bij te dragen. Zijn beleid is tot nu toe vooral gericht tegen migranten, transgender personen, diversiteitsbeleid, Oekraïne en ambtenaren. „Per ongeluk” ontsloeg het ministerie van Landbouw ook de medewerkers die zich bezig houden met de landelijke bestrijding van de vogelgriep – de voornaamste reden voor de almaar stijgende eierprijzen.

Lading ontvreemd

Eieren zijn zó waardevol dat in Greencastle begin deze maand honderdduizend stuks werden gestolen. Bij een distributiecentrum voor biologische eieren werd ’s nachts een lading ter waarde van 40.000 dollar uit een koeltruck ontvreemd.

Personeel op het parkeerterrein bij de witte blokkendoos aan de stadsrand heeft de opdracht gekregen niks te zeggen en verwijst naar het hoofdkantoor in de staat New Hampshire.

Een maand is nog erg kort, natuurlijk, maar de economische onzekerheid blijft voorlopig, zoveel is duidelijk

Ben Kennedy
klant supermarkt

Van de eieren en de dader ontbreekt ieder spoor. Het voornaamste gerucht in het plaatsje van ruim vierduizend inwoners luidt dat het een oud-medewerker moet zijn geweest die precies wist welke vrachtwagen buiten het zicht van de beveiligheidscamera’s stond. Wellicht kende de dief ook een zwarte markt voor eieren.

De vermiste eieren zorgen voor lege schappen in biologische winkels in de verre omtrek. In het hele land hebben supermarkten soms dagenlang geen eieren, of zijn die ’s ochtends vroeg al uitverkocht. Sommige winkels zetten ze op rantsoen: maximaal een doos per klant. De restaurantketen Waffle House, bekend van 24 uur per dag goedkoop ontbijt, rekent sinds deze maand een eiertoeslag van 50 cent. Ook in de lokale diner van Greencastle wordt gasten die een ontbijt met ei bestellen verteld dat ze een halve dollar meer op hun rekening zullen zien dan op de menukaart staat.

In een Waffle House in New Orleans wordt tijdelijk extra geld gevraagd voor elk ei dat wordt besteld.
Foto Erik S. Lesser/EPA

Minder gerechten met eieren

Verder is de schaarste in Greencastle te overzien. In het historische centrum, met een opgeknapt stationnetje en een gerestaureerde klokkentoren, zeggen horeca-ondernemers dat ze de prijsstijgingen van de laatste weken nog niet hebben doorberekend. „Maar we maken wel veel minder gerechten, minder baksels met eieren”, zegt Kim Young (65) die een supplementenwinkel en een koffie- en ijszaak runt. „Ik at zelf ook wel twaalf eieren per week, maar dat heb ik gehalveerd.”

Ze gelooft niet dat Trump – op wie ze „hell yeah” gestemd heeft – de prijzen kan doen dalen. „Maar als hij nou flink bezuinigt in Washington en zorgt dat we geen belasting meer hoeven te betalen, hebben we wel meer te besteden.”

De reden dat eieren in Greencastle, centraal in het zuiden van Pennsylvania, nog relatief makkelijk te krijgen zijn, is de nabijgelegen kippenboerderij van de familie Lesher. Daar zijn ze wel „geschrokken van de diefstal”, zegt Donald Lesher (41) in een strak kantoor waar geen kip te zien is. „Maar de vogelgriep is een veel grotere zorg. Als die je boerderij binnenkomt, moeten alle hennen gedood worden.” Sinds 2022 zijn in de VS naar schatting 130 miljoen vogels overleden of geruimd. De Leshers houden er hier tussen de glooiende akkers ruim een half miljoen.

Zonder de kippenboerderij van Donald (links) en Melvin Lesher zou het tekort aan eieren in Greencastle, Pennsylvania, groter zijn geweest.
Foto Emilie van Outeren

„Er zijn na de ruimingen simpelweg niet genoeg leghennen om aan de vraag te voldoen”, zegt zijn vader Melvin (78). Donald: „Dat kan geen president oplossen. Ook niet een die zo agressief te werk gaat als de huidige.”

Ben Kennedy, die zelf een kleine boerderij met geiten heeft, eet er geen ei minder om en zal zijn president de kosten niet verwijten. „Het was natuurlijk altijd onrealistisch dat prijzen zouden worden verlaagd. Hooguit schieten ze niet verder omhoog. Ik vind het veel belangrijker dat hij iets doet aan al die transgenders en de oorlog in Oekraïne”, zegt hij in de supermarkt met een doos ontbijtgranen in zijn hand. „Ik zou willen dat hij ook iets doet aan al die pakhuizen die hier zijn neergezet. Ik stemde niet op Trump om de economie, maar omdat ik mijn eigen land niet meer herken.”