Na eerdere flirtpogingen maakt de Turkse president Recep Tayyip Erdogan serieuze avances aan het adres van de Syrische president Bashar al-Assad. In de afgelopen weken onderstreepte Erdogan meermaals dat hij Assad wil ontmoeten om de banden tussen Ankara en Damascus te ‘normaliseren’. Als het daar echt van komt, kan dat grote gevolgen hebben voor de toekomst van Syrië en de verhoudingen in de regio.
„Onze uitnodiging kan elk moment komen”, zei Erdogan begin deze maand. Een week daarvoor zei hij net als vroeger weer „als families onder elkaar” te willen zijn met de Assads – een verwijzing naar de tijd dat Erdogan en Assad samen baantjes trokken in de Middellandse Zee tijdens hun gezamenlijke familievakantie in de Turkse kustplaats Bodrum, in 2008.
Die band raakte verbroken toen Assad de Syrische opstand van 2011 bloedig neersloeg en Erdogan zich opwierp als broodheer van de gewapende Syrische oppositie. Turkije ondernam bovendien een reeks militaire operaties tegen de Koerdische strijdgroep YPG en verwierf zo de controle over delen van Noord- en Noordwest Syrië, waar het land nog altijd een chaotisch verbond van tienduizenden Syrische rebellen op de been houdt.
Terugkeer van vluchtelingen
Ankara ziet dat deze situatie onhoudbaar is, zegt Özlem Tür, Syrië-expert en hoogleraar internationale betrekkingen aan de Technische Universiteit van het Midden-Oosten in Ankara. „De regering raakt heel veel geld kwijt aan het noorden van Syrië en staat onder grote binnenlandse druk om de banden met Damascus te normaliseren, want veel kiezers denken dat dit de terugkeer van Syrische vluchtelingen mogelijk zal maken.”
Ook de regionale context speelt een belangrijke rol, onderstreept Tür. Zo is Assad vorig jaar weer toegelaten tot de Arabische Liga, op aandringen van Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Turkije is bezig de banden met die twee landen te verbeteren en wil niet geïsoleerd raken. Ook wil Ankara voorbereid zijn op een mogelijke toekomstige Amerikaanse terugtrekking uit Noordoost-Syrië, waar nu nog zo’n negenhonderd Amerikaanse soldaten de YPG steunen. „Zodra die weg zijn, wil Ankara met Assad optrekken om de YPG te vermorzelen.”
Dat normalisering dichterbij is gekomen, komt volgens Tür vooral doordat Assads positie veranderd is. „Eerst zei hij niet te willen praten zolang er Turkse troepen in Syrië zijn. Nu staat hij open voor een gesprek over de tijdlijn voor terugtrekking.” Wel blijft Assad hard to get spelen en zinspeelt hij nog lang niet op gezamenlijke vakanties. „Een ontmoeting is het probleem niet, de inhoud ervan is het probleem”, zei Assad afgelopen maandag.
Intussen dringen regionale spelers actief aan op onderhandelingen, ziet Ömer Özkizilcik, een analist verbonden aan de Amerikaanse denktank Atlantic Council. „Irak heeft geholpen om Damascus ervan te overtuigen om hun voorwaarde van een Turkse terugtrekking te laten vallen en is bereid een Turks-Syrische top te houden in Bagdad”, zegt hij. „De Russen zijn de grote facilitator van dit alles. Zeker nu ze hun handen vol hebben in Oekraïne, willen ze Ankara en Damascus bij elkaar brengen om een nieuwe escalatie in Syrië te voorkomen.”
De Amerikanen stellen zich passief op, zegt Özkizilcik. Volgens de analist zou Ankara in principe graag met Washington samenwerken in Syrië om tegenwicht te bieden aan Assad, Iran en Rusland, maar niet zolang de VS vasthouden aan hun steun voor de YPG, de zusterorganisatie van Turkije’s aartsvijand PKK. „Ankara heeft alternatieve lokale partners aangedragen, maar Washington gaat daar niet op in en komt zelf evenmin met een langetermijnstrategie voor Syrië”, zegt Özkizilcik. „Dat creëert een patstelling, waarin Ruslands oproep tot normalisering van de banden met Assad aantrekkelijker wordt.”
Özkizilcik is sceptisch over de vooruitzichten voor normalisering. Zo heeft het duo onrealistische verwachtingen van elkaar. Turkije zal volgens hem niet akkoord gaan met de door Assad gewenste snelle Turkse terugtrekking uit Syrië en ontbinding van het door Ankara gesteunde rebellenleger, want dit kan chaos veroorzaken. Assad zal op zijn beurt niet al te hard en snel optreden tegen de YPG, want het regime ziet de YPG als tegenwicht tegen de Syrische rebellen.
Wensdenken
Ook op het vluchtelingendossier dreigt teleurstelling, zegt Özkizilcik. Volgens hem is het wensdenken dat Assad de terugkeer van de meer dan drie miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije zal bevorderen, zoals de Turkse oppositie vaak beweert. „Assad wil deze mensen niet terug en zal hun komst juist tegenwerken”, zegt Özkizilcik. „Dat zagen we al met Libanon en Jordanië, die ook deals over vluchtelingen sloten, waar Damascus zich vervolgens niet aan hield.”
Intussen komen Syriërs zelf in opstand tegen de normalisering van het gehate Assad-regime. Bij demonstraties in de door Turkije beheerste noordwestelijke Syrische provincies Azaz en Afrin zijn de afgelopen weken Turkse vlaggen verbrand en is een kantoor van de door Turkije gesteunde Syrische interim-regering aangevallen – door demonstranten én door gewapende rebellen.
Verdere escalatie ligt op de loer: hoewel sommige rebellen zich uiteindelijk zullen schikken naar de wil van Ankara, zweren anderen dat ze altijd tegen Assad zullen blijven vechten. Bovendien zijn er in de provincie Idlib nog de duizenden strijders van Hayat Tahrir al-Sham, de opvolger van de Syrische tak van al-Qaida, op wie Turkije minder invloed heeft.
Zelfs áls Ankara op een ordentelijke manier Afrin en Azaz verlaat en de rebellen daar een deal sluiten met het regime, wat zeer onwaarschijnlijk lijkt, dan nog zal Assad Idlib waarschijnlijk met grof geweld proberen te veroveren. De kans is dan ook groot dat normalisering van de banden tussen Ankara en Damascus precies teweeg zal brengen wat het moet voorkomen: meer geweld, meer instabiliteit, meer vluchtelingen.