Voor de aristocratie is straks geen plaats meer in het Britse parlementaire stelsel

Zijn landgoed reikt tot dáár, tot aan de glinsterende rivier in de verte, wijst Charles Courtenay. Tussen de riviermonding van de Exe en het kasteel, met klassieke torens en een symmetrische tuin met in kegelvorm geknipte heggen, graast een kudde herten in de zon. Landgoed Powderham beslaat meer dan 1.400 hectare bos en landbouwgrond.

„Hier kwamen vroeger bijna elke dag schepen uit Nederland aan”, vertelt Courtenay verder. Exeter was in de zestiende en zeventiende eeuw een belangrijke handelspartner van de lage landen, vooral voor schapenwol. „Niet voor niets dineerde William Courtenay in 1688 met Willem van Oranje.” De oorsprong van de naam Powderham heeft niets met buskruit te maken, zegt Courtenay, maar komt van het Nederlandse Polder-ham: een nederzetting op een drooggemaakt stuk land bij de rivier.

Powderham is zijn thuis. Hier is Charles Courtenay, de negentiende graaf van Devon, opgegroeid. Net als zijn voorouders, die het complex ergens tussen 1390 en 1420 lieten bouwen. Courtenay woont in een paar kamers op de begane grond van het kasteel. De rest is open voor bezoek, soms zijn hier zelfs concerten en festivals. De Geheime Balzaal en de Staatsbanketzaal zijn te huur voor bruiloften, in de boerderijwinkel is hertenvlees afkomstig van het landgoed te koop. In het trappenhuis hangen grote kroonluchters en schilderijen van de eerdere Courtenays.

Charles Courtenay in zijn kasteel. „We hebben een paar onverbiddelijke hereditary leden die eerder tot het uiterste gegaan zijn om afschaffing van hun zetels te voorkomen.”
Foto Justin Griffiths-Williams

Charles Courtenay is, zegt hij zelf, „waarschijnlijk het enige hereditaire lid van het Hogerhuis” dat in zo’n klassiek, bijna cliché kasteel woont. Het overgrote deel van de leden van het Britse Hogerhuis wordt door de premier benoemd, voor het leven. Een groep van 92 leden dankt hun zetel aan hun erfelijke adellijke titel: zij zijn hereditary peers. Courtenay: „Daar zitten leraren tussen, ingenieurs, dierenartsen. We zijn bij elkaar genomen eigenlijk nogal gemiddeld. Vrij gemiddelde personen die toevallig een titel hebben geërfd.”

Einde aan de erfelijkheid

Maar de hereditaries zijn hun lidmaatschap niet langer zeker. De nieuwe regering van Labour wil het totaal aantal leden van de Britse Eerste Kamer verlagen: het is na de Chinese Volkscongres het grootste wetgevende instituut ter wereld, met 791 leden. Labour komt met wetgeving om een einde te maken aan het lidmaatschap van de erfelijke Lords. Voor de aristocratie is straks geen plaats meer in het parlementaire stelsel.

Idee is om een constitutionele hervorming af te maken die eind jaren negentig onder toenmalig Labour-premier Tony Blair is begonnen. In 1999 maakte de regering-Blair een einde aan de meer dan zeshonderd erfelijke zetels die baronnen, markiezen en hertogen automatisch in het Hogerhuis bekleedden. De 92 hereditary peers die nu nog in het Hogerhuis zitten, vormden een compromis om die grote verandering voor elkaar te krijgen. Als iemand uit die groep van 92 overlijdt of zich terugtrekt, kiezen de hereditaries van de partij in kwestie een nieuw adellijk lid voor die zetel.

De huidige Labour-regering vindt deze gang van zaken een anachronisme en ziet het „meer als per ongeluk dan als opzet” dat die 92 nog steeds kunnen stemmen over wetgeving. „In de 21ste eeuw zouden geen bijna honderd plaatsen gereserveerd moeten zijn voor individuen die in bepaalde gezinnen zijn geboren, noch praktisch alleen voor mannen”, staat in een toelichting op hun plannen voor komend jaar. Bijna altijd zijn het mannen die hun adellijke titels doorgeven.

Het einde aan de hereditaire lidmaatschappen krijgt prioriteit en wordt waarschijnlijk dit jaar in het parlement besproken. Later zou Labour ook een pensioenleeftijd willen invoeren. Nu is een benoeming voor het leven, maar dan zouden Lords en Ladies van boven de tachtig jaar bedankt worden voor hun diensten. Als beide twee maatregelen erdoor komen, zou de omvang van het Hogerhuis met 49 procent afnemen.

Herstel van balans

Het voornemen een einde te maken aan de ‘erfelijke’ zetels vindt Philip Norton vanuit Labour bezien „begrijpelijk”, zegt hij. Norton is hoogleraar openbaar bestuur en lid van het Hogerhuis namens de Conservatieve Partij. „Deze praktische en vrij simpele maatregel helpt Labour om de zetelbalans in het Hogerhuis wat in hun voordeel te herstellen.” Labour heeft in het Hogerhuis ruim honderd zetels minder dan de Conservatieven. Meer dan de helft van de ‘hereditaire’ Lords is van de Conservatieve partij, nog eens een derde is onafhankelijk. Labour heeft er maar vier.

Over het invoeren van een pensioenleeftijd is hoogleraar Norton kritischer. „Er zijn zoveel Lords van tachtig jaar of ouder die juist vanwege hun soms heel specifieke kennis uit het verleden toegevoegde waarde hebben in debatten. Als je leeftijd als criterium hanteert voor hun lidmaatschap, gaat dat verloren.” Een betere manier zou volgens hem zijn om de regels rond aanwezigheid in het Hogerhuis aan te scherpen. Nu worden leden die gedurende één parlementsperiode niet aanwezig zijn geweest, geschorst. Het gebeurde afgelopen jaar bij zes leden. „Maar die aanwezigheidseis kun je opkrikken.” Bijvoorbeeld door Hogerhuisleden te verplichten 10, 20 of zelfs 30 procent van de tijd aanwezig te zijn, zegt Norton.

Bovendien, zegt hoogleraar Norton, zijn eerder dan het grote aantal leden vooral de omstreden benoemingen die Britse premiers in het verleden deden een probleem voor de reputatie van het Hogerhuis, omdat daar een zweem van vriendjespolitiek omheen hangt. Toen de kortst zittende premier uit de Britse geschiedenis, Liz Truss, bij haar afscheid in oktober 2022 met elf voordrachten voor het Hogerhuis kwam, ging daarover in de Londense politieke bubbel menig wenkbrauw omhoog. Norton: „Als ik studenten vraag hoeveel Hogerhuis-leden er zijn, hebben ze geen idee. Maar de verhalen over de uitwassen kennen ze wél, over Lord Lebedev en barones Mone bijvoorbeeld.”

Lord Lebedev is de Russissche Brit Evgeny Lebedev, die in 2020 op initiatief van oud-premier Boris Johnson een zetel in het Hogerhuis kreeg. Volgens Britse media vonden de veiligheidsdiensten zijn benoeming een risico, omdat zijn vader nauwe banden heeft met het regime van de Russische president Poetin. Zijn benoeming ging toch door en officieel heet hij nu Baron Lebedev van Hampton en Siberië. En barones Michelle Mone kwam in opspraak omdat het bedrijf van haar man tijdens de coronacrisis tientallen miljoenen verdiende aan een deal over beschermende kleding. Er loopt een rechtszaak tegen haar en hoewel ze zich tijdelijk afmeldde bij het Hogerhuis, is ze wel nog steeds lid.

Voorvaderen

Graaf Charles Courtenay is één van de weinige hereditaries die ervoor uitkomt dat hij de 92 erfelijke leden liever zou behouden. De honderden adellijke leden van vóór 1999 waren volgens hem inderdaad niet meer van deze tijd, maar de huidige uitzondering voor een kleinere groep „is een heerlijke Britse mengelmoes”, zegt hij, die juist past bij de manier waarop Britten politiek bedrijven. „Wij doen niet graag aan revoluties. We hebben ook niet voor niets geen geschreven grondwet. We schrijven niets op, we komen er onderling wel uit.”

Van de Conservatieve Partij is het een publiek geheim dat rijke donoren die miljoenen aan de partij geven, beloond worden met een zetel in het House of Lords

Ook Courtenay ziet in dat benoemingen op basis van erfelijke titels ouderwets zijn, achterhaald zelfs. Maar dat geldt voor zovéél dingen in de samenleving, zegt hij. „We erven ook vastgoed van onze ouders en onze monarchie is erfelijk bepaald. Voor een deel van het parlement lijkt het me ook passend.” En van de hereditaries weet je tenminste waarom hun voorvaderen ooit in het Hogerhuis terecht kwamen, zegt hij: „Ik zat laatst in de bankjes naast de hertog van Wellington. Zijn voorvader won de Slag bij Waterloo. Waarom zijn die andere leden benoemd? Vanwege een deal in achterkamertjes of omdat ze goed zijn met sommige politici.” Van de Conservatieve Partij is het een publiek geheim dat rijke donoren die miljoenen aan de partij geven, beloond worden met een zetel in het House of Lords.

Volgens Courtenay kiest Labour „de makkelijke weg” met het afschaffen van de hereditaries. „Daarmee houden we straks een Huis over vol leden die zijn aangewezen door premiers. Dat lijkt me pas bezwaarlijk.” De verkiezing van de adellijke Lords is nu de enige manier waarop nog onafhankelijk van de regering nieuwe leden in het Hogerhuis komen: alle anderen worden door de zittend premier voorgedragen. In 2018 werd Courtenay door de andere onafhankelijke hereditaries gekozen, hij won met zeven stemmen.

Volgens Courtenay kiest Labour „de makkelijke weg” met het afschaffen van de hereditaries.
Foto Justin Griffiths-Williams

Bij de samenstelling van zijn kabinet begin juli benoemde Labour-premier Keir Starmer ook enkele Lords, omdat hij hen als vakministers in zijn regering wilde hebben en in het Verenigd Koninkrijk ministers altijd in het parlement horen te zitten. Dus zijn de minister voor Gevangenissen, de minister voor Wetenschap en de openbaar aanklager nu lid van het Hogerhuis. Niets op tegen, vindt zowel Courtenay als hoogleraar Norton. Norton: „Wij waren zelfs verheugd dat de openbaar aanklager nu weer onder ons is. We hadden een tekort aan goede advocaten.”

Politiek wordt het een uitdaging voor Labour om het voorstel over de erfelijke Lords erdoor te krijgen. Al helemaal omdat de partij de steun van het Hogerhuis de komende maanden juist hard nodig heeft, voor alle andere nieuwe wetten die ze wil doorvoeren. Koning Charles kondigde onlangs in zijn troonrede – in de zaal van het Hogerhuis – meer dan dertig wetsvoorstellen aan voor komend jaar. Courtenay denkt dat het spannend gaat worden: „We hebben een paar onverbiddelijke hereditary leden die bij eerdere pogingen tot het uiterste gegaan zijn om afschaffing van hun zetels te voorkomen.”


Toeristen zien graag grazende koeien op de Beierse bergweides

Boer Richard Wiedemann lijkt er geenszins wroeging over te hebben dat hij, zijn acht melkkoeien, zijn kippen en schapen tot museumstukken zijn verworden. De boerderij van Wiedemann is al generaties in de familie, het woonhuis annex stal is bijna 250 jaar oud, de buitenmuren zijn van typische Allgäuer ‘Schindeln’, een soort houten visschubben. Sinds twintig jaar is zestiger Wiedemann hoofdzakelijk een soort modelboer. Zijn boerderij is het hart van het Bergboerenmuseum in het Beierse Diepolz.

In het museum leren met name gezinnen met kinderen hoe het is om boer te zijn in de bergen, met koeien op groene weides tussen besneeuwde bergtoppen. Voor Wiedemann, die binnenkort met pensioen gaat, is die opgave bijna geschiedenis, net als voor veel andere Beierse boeren die geen toekomstbestendig bedrijf hebben. Voor een aantal van Wiedemanns buren daarentegen is het hooien op steile hellingen en kuddes die op grote hoogte van water moeten worden voorzien nog dagelijkse kost.

Diepolz ligt 1.038 meter hoog in de Allgäu in het zuidelijkste puntje van Duitsland. In het dorp – een doorgaande weg hoog boven het dal, uitzicht op zuidelijker Alpen, een kerk, een kaasmakerij en het museum – wonen zo’n zestig mensen. Op deze julidag in vakantietijd is er niettemin veel rumoer in het plaatsje. Op de parkeerplaats van het museum ruziën kinderen met elkaar en ouders met hun kinderen, in de ontvangstruimte van het museum staat een groep volwassenen met een verstandelijke beperking. Ongeveer zeventigduizend bezoekers per jaar komen naar het museum, zegt museumdirecteur Thilo Kreier.

Het dorp Diepolz in Beieren in 1989 en in 2024. Museumdirecteur Thilo Kreier: „In de Allgäu lijkt veel nog net als vroeger.”

Foto’s: Rob Meines, Louisa Marie Summer

Nieuw dorpscentrum

„Hier in de Allgäu hebben we het probleem dat in de kleine dorpjes steeds minder leven is”, zegt Kreier. „Dat was hier in Diepolz ook zo, en daarom werd een jaar of 25 geleden besloten om het dorp nieuw leven in te blazen door een bergboerenmuseum te openen. De school was al opgedoekt, de kaasmakerij stond op het randje van faillissement. Het museum is er gekomen bij wijze van nieuw dorpscentrum, voor werkgelegenheid en natuurlijk in het kader van ‘regiomarketing’.” Zuivel en met name kaas uit de Allgäu wordt in Duitsland geassocieerd met hoge kwaliteit, en de regio is geliefd bij vakantiegangers om te wandelen, te zwemmen en te mountainbiken.

Bovendien, zegt Kreier, wordt de regio door toeristen aantrekkelijk gevonden omdat die nog zo’n oorspronkelijke indruk maakt. „Bergboeren zijn over het algemeen nogal conservatieve mensen. Ze zijn behoudend als het om hun land gaat en ze willen geen verandering. Dat zorgt ervoor dat de dorpjes en het landschap er vandaag de dag nog heel traditioneel uitzien. In de Allgäu lijkt veel nog net als vroeger.”

Bergboeren zijn conservatief, in de Allgäu lijkt veel nog net als vroeger

Thilo Kreier
museumdirecteur

Die authentieke indruk is misleidend. In de dorpen is niet veel meer zoals veertig jaar geleden. Het boerenleven, zegt chroniqueur van het boerenbestaan Kreier, was in de jaren zestig of zeventig nog ongeveer hetzelfde als twee eeuwen daarvoor. „Het leven was een stuk eenvoudiger. Een Allgäuer boer ging bijna nooit met vakantie. Hooguit maakte ’ie eens een uitje naar Zuid-Tirol met de blaaskapel. Met twintig koeien en een paar kippen was je min of meer zelfvoorzienend.”

Nu wordt er steeds minder aan de landbouw verdiend en er zijn steeds minder boerenbedrijven. In Diepolz zijn er nog vier, in de jaren tachtig waren er ongeveer vier keer zoveel. „De mensen die hier wonen rijden liever naar het dal, om bijvoorbeeld te werken in de Bosch-fabriek in Immenstadt. Of ze werken op afstand voor een of ander bedrijf in München.”

Martin Ritter, die binnenkort het melkveebedrijf van zijn vader overneemt, met een van zijn koeien.

Foto’s: Louisa Marie Summer

Zwitsers bruinvee

De buurman van boer Wiedemann is boer Hubert Ritter. Anders dan Wiedemann heeft Ritter een opvolger, zijn zoon is begin twintig, en Ritters bedrijf heeft toekomst. Zijn melkveebedrijf is het grootste in Diepolz en in de directe omgeving; Ritter heeft 38 melkkoeien, een derde van het gemiddelde aantal koeien bij Nederlandse melkveebedrijven.

Hubert Ritter, een zachtmoedige vijftiger, kent al zijn dieren bij naam. De koeien in de stal, Zwitsers bruinvee, hebben net een lading vers gemaaid gras voor hun neus gekregen, nog verfraaid door gele en paarse bloemetjes. Als het warm is, vertelt een andere buurman, gaat Ritter de berg op om het jongvee dat daar de zomer doorbrengt met antimuggenspul in te smeren.

Als het ’s zomers warm is gaat Hubert Ritter de berg op om het jongvee met antimuggenspul in te smeren

Ritters bedrijf is onder meer toekomstbestendig omdat hij vroeg investeerde in een nieuwe stal. „Mijn vader had twintig koeien toen ik het bedrijf in 1998 overnam. Destijds stonden die nog in een Anbindestall”. Een ‘Anbindestall’ is een stal waarin het vee met kettingen en riemen vaststaat, vaak zowel aan de nek als aan de staart, zodat het dier zijn kont niet kan keren en alleen kan wisselen tussen staan en liggen. „Toen ik het bedrijf overnam plande ik meteen de nieuwe stal.”

Ongeveer de helft van de melkveeboeren in Beieren investeerde niet in nieuwe stallen, en bij die boeren – naar schatting dertienduizend bedrijven – staan de dieren nog in die traditionele Anbindestall. Een deel daarvan heeft de dieren het hele jaar door vastgebonden in de stal staan; bij een groot deel van de boeren staan de koeien ’s winters vast en lopen ze ’s zomers buiten. Dierenbeschermingsorganisaties noemen het vastbinden van de koeien een „dagelijkse kwelling”.

Het bergboerenmuseum laat zien hoe boeren in Beieren door de eeuwen heen hun werk deden. Het trekt jaarlijks zo’n 70.000 bezoekers, en is met een horecagelegenheid en een museumwinkel een nieuw dorpscentrum.

Foto’s Louisa Marie Summer

Compromis over vastbinden

De regering in Berlijn wilde aanvankelijk alle ‘vastbindstallen’ verbieden, maar door succesvol verweer van landbouworganisaties worden binnen een aantal jaar voorlopig alleen die stallen verboden waar de dieren minder dan honderdtwintig dagen per jaar naar buiten kunnen. De melkveebedrijven die hun koeien maximaal 245 dagen per jaar binnen hebben staan mogen voorlopig hun ‘vastbindstal’ houden.

Opmerkelijk genoeg zijn de Groenen in Beieren blij met het compromis: volgens de Groenen zouden anders te veel melkveehouders hun bedrijf moeten opgeven, en kunnen nu ook kleine bergboeren overleven en hun koeien ook in de toekomst laten grazen op de bergweides. Zonder de grazende koeien, zo wordt alom benadrukt, zouden de Alpen er heel anders uitzien en het berglandschap zou binnen een mum van tijd overwoekerd raken. Daarmee is ook het toerisme een argument voor het voortbestaan van de traditionele melkveehouderij.

Volgens Bernd Mack, die leiding geeft aan de kaasmakerij van Diepolz, houden drie van de acht van zijn melkleveranciers er mee op zodra de wet in 2029 in kracht treedt. De steeds weer nieuwe en volgens hem willekeurige regels voor dierenwelzijn, vindt Mack, worden gedicteerd door de consument, zodat die rustig kan slapen.

Van de melk van de koeien van boer Hubert Ritter wordt in de naburige kaasmakerij ‘Allgäuer’ bergkaas gemaakt. Ritter: „Qua vet en eiwit is de melk van het bruinvee ongeëvenaard.”

Foto’s Louisa Marie Summer

Maar als boeren in Beieren ermee ophouden, redeneert Mack, dan wordt de melk uit Polen en Tsjechië geïmporteerd en daar geldt nog een hele andere standaard voor dierenwelzijn. „En de consument vergeet ook graag dat een koe kalfjes moet krijgen om melk te geven, en dat de stierkalfjes naar de slacht gaan. Strikt genomen is een stierkalf een bijproduct van de melkproductie.”

Ritter, die dus al een moderne stal heeft, maakt zich het meest zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor de bedrijfsvoering van zijn zoon. „Vorig jaar was het extreem droog en dor. Dit jaar hebben we sinds oktober ontzettend veel regen. Wij produceren hooimelk, dus de koeien krijgen uitsluitend gras en hooi van eigen bodem. Om het hooi droog binnen te krijgen is onder deze omstandigheden een zenuwslopende opgave”, aldus Ritter. Een bijkomstigheid is dat de koeien door de opwarming steeds langer buiten kunnen staan: „Dit jaar konden ze op 12 april naar buiten, vroeger lag er toen nog sneeuw.”

Martin Ritter draagt een kleine koe aan zijn riem.
Foto Louisa Marie Summer

Berg voorschriften

Een andere horde ziet Ritter in de bureaucratie waarmee een boer geconfronteerd wordt. „Die heeft zich vertienvoudigd sinds ik het bedrijf overnam.” Er zijn steeds weer nieuwe wetten en maatregelen, zegt Ritter. „Ik was drie jaar in de leer en daarna nog tweeëneenhalf jaar aan de landbouwhogeschool. Dan heb je als boer dus al gauw vijfeneenhalf jaar opleiding erop zitten. Desalniettemin krijg je als boer een berg voorschriften en regeltjes voor de kiezen alsof je de grootste idioot bent.”

Ritters zoon heeft er ook al een lange opleiding opzitten. Hij werkt nu nog parttime elders, voordat hij het bedrijf van zijn vader overneemt. Een tijdje zullen ze het dan nog met z’n tweeën doen, dan zal Ritter junior het een tijdje alleen moeten rooien, totdat zijn kinderen weer oud genoeg zijn om te helpen.

Hubert Ritter: „Vroeger hadden alle boeren er nog een tweede baan naast, en werkten ze in de winter als metselaar of in de zagerij.” Dankzij subsidies en een goede melkprijs is dat voor Huber Ritter niet nodig – Ritter levert direct aan de naburige kaasmakerij, een coöperatie waarvan hij ook voorzitter is.

De Diepolzer kaasmakerij produceert ongeveer honderddertig ton bergkaas per jaar, die voor een groot deel verkocht wordt aan de toeristen die naar het dorp komen om het bergboerenmuseum te bezoeken. In Diepolz is de musealisering van de ene boer het gelukje van de andere boer.

De weg naar Diepolz.
Foto Louisa Marie Summer


Iran en Hezbollah laten Israël en rest van de wereld gissen naar hun vergeldingsacties

Twee weken na de liquidatie door Israël van leiders van Hamas en Hezbollah in Teheran en Beiroet houden Iran en Hezbollah Israël en de rest van de wereld nog altijd in spanning over hun aangekondigde vergeldingsacties. Het Witte Huis zei maandag rekening te houden met zulke acties deze week, terwijl het Israëlische leger verklaarde in uiterste staat van paraatheid te verkeren. Maar zekerheid omtrent de plannen van Iran en Hezbollah is er nog allerminst. Onduidelijk is ook of Iran en Hezbollah hun acties op elkaar afstemmen.

De Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin maakte eerder al bekend dat de Verenigde Staten het vliegdekschip Abraham Lincoln versneld naar het Midden-Oosten sturen. Ook is een nucleaire onderzeeër, die is uitgerust met geleide raketten die ook doelen op het land kunnen raken, naar de regio onderweg. Austin beloofde dat Washington „elke mogelijke stap” ter verdediging van Israël zal nemen.

Meningsverschillen in Teheran

Of zulke Amerikaanse garanties aan Israël de Iraniërs afschrikken is de vraag. Wel lijken er meningsverschillen te bestaan in Teheran over de manier waarop Iran moet reageren op de liquidatie van Hamas-leider Ismail Haniyeh op een door de Revolutionaire Garde bewaakt terrein in Teheran. De nieuwe president Masoud Pezeshkian, die heeft beloofd te streven naar betere relaties met het Westen, zou tegen een grootscheepse wraakactie zijn.

De Revolutionaire Garde daarentegen wil volgens diverse bronnen wel hard terugslaan. Ook Ali Shamkhani, een militair adviseur van opperste leider Ali Khamenei, pleitte de laatste dagen herhaaldelijk voor een harde tegenaanval tegen Israël om de dood van Haniyeh te wreken. Weliswaar heeft Israël tot dusverre niet bevestigd achter de liquidatie van Haniyeh, politiek leider van Hamas, te zitten maar algemeen wordt aangenomen dat het hier wel degelijk achter zit.

Pezeshkian is nog maar twee weken in functie maar in zijn kabinet is meteen al een conflict tussen meer gematigden en conservatieve haviken ontbrand. Oud-minister van Buitenlandse Zaken Javad Zarif, die de rol van vicepresident voor strategische zaken zou bekleden, trok zich alsnog terug omdat Pezeshkian naar zijn smaak onder druk te veel conservatieven op sleutelposten in zijn kabinet wilde opnemen. Het ging daarbij vooral om twee aanhangers van de harde lijn, die betrokken waren bij de bloedige onderdrukking van de protesten voor meer vrijheid en rechten voor de vrouw in 2022.

Psychologische oorlogsvoering

De Britse Financial Times citeerde intussen op basis van anonimiteit een Iraanse functionaris, die betoogde dat de Iraniërs hun vergeldingsactie doelbewust hadden uitgesteld. „Iran heeft een campagne van psychologische oorlogsvoering gestart om Israëls militairen en zijn veiligheids- en logistieke apparaat in spanning te houden.”

De Britse premier Keir Starmer, de Duitse bondskanselier Olaf Scholz en de Franse president Emmanuel Macron deden een gezamenlijke oproep aan Teheran, waarin ze de Iraniërs opriepen af te zien van aanvallen die de stabiliteit van de regio kunnen ondermijnen. In plaats daarvan zou Iran volgens hen beter een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas kunnen bevorderen. Daarover zouden komende donderdag nieuwe onderhandelingen van start moeten gaan.

Iran wees de Europese oproep direct af. Volgens een woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Iran het volste recht om hard terug te slaan tegen Israël. Of de onderhandelingen donderdag doorgaan, is ook nog niet zeker. Hamas zou daaraan ditmaal niet willen deelnemen. Het persbureau Reuters meldde dinsdagmiddag dat Iraanse functionarissen hadden verklaard dat alleen een bestand tussen Israël en Hamas Iran zou kunnen afhouden van zijn vergeldingsacties.

Lees ook

Israël en Iran zitten vast in cyclus van wraak

Billboard in Teheran waarop de Iraanse president Pezeshkian (rechts) te zien is met de deze week omgebrachte politiek leider van Hamas,  Ismail Haniyeh.


Alcoholvrije aperitiefje Crodino krijgt zure nasmaak in zijn geboorteplaats

Als je vanuit Milaan naar Crodo rijdt, beland je bijna in Zwitserland. Het kleine Alpendorp met 1.456 inwoners ligt in het noorden van de landstreek Piëmont, wat letterlijk ‘aan de voet van de bergen’ betekent. Al klinkt de naam van het dorp niet bekend in de oren, het aperitief dat hier tijdens de gouden jaren zestig werd uitgevonden, is nog altijd populair. Crodo is de geboorteplaats van Crodino, het oranje drankje met prik, geproduceerd met kruiden, specerijen én bronwater uit dit dorp.

Het water, dat heilzame krachten zou hebben, trok jarenlang maag- en darmpatiënten naar Crodo. De eigenaar van de kleine thermen die de medische toeristen dan bezochten, was Piero Ginocchi, een ondernemer uit Parma. Midden jaren zestig kwam Ginocchi met het plan om met het mineraalwater uit de streek een nieuw en alcoholvrij aperitiefje te maken.

In Crodo, waar een heus studiecentrum naar hem is genoemd, wordt de industrieel Ginocchi nog steeds als een lokale beroemdheid geëerd. „Ginocchi vroeg aan ene Maurizio Gozzelino om een drankje te bedenken”, vertelt Diovuole Proletti, 90 jaar oud, die nog met Gozzelino tijdens de onderzoeksfase heeft samengewerkt. Maandenlang zochten ze naar de juiste formule voor het recept.

Thermen in Crodo, in de Italiaanse regio Piëmont.
Foto Giovanni Mereghetti

Gozzelino had wijnbouwtechniek gestudeerd, maar het nieuwe drankje mocht juist géén alcohol bevatten. „Het moest ook een andere kleur hebben dan Bitter Sanpellegrino, het rode, alcoholvrije drankje dat al bestond”, vertelt Proletti. Dus werd het nieuwe aperitief niet rood, maar ‘blond’ (in feite is het oranje). Eerst werden nog de namen ‘biondo’ en ‘biondino’ (blond en blondje) en ‘Picador’ bedacht, maar het drankje zou al vlug ‘Crodino’ heten, als eerbetoon aan zijn geboorteplek.

Brigitte Bardot

In 1965 werd het op de markt gebracht, en dankzij een slimme marketingcampagne met Brigitte Bardot raakte Crodino ook buiten Italië bekend. Zestig jaar later blijft het drankje een populair aperitief, mogelijk omdat het ook aansluit bij een gezondheidstrend om alcohol te schrappen, of het gebruik ervan in elk geval flink te matigen. Italianen zijn bovenal wijndrinkers. Volgens onderzoek is alcoholgebruik in Italië, en in de rest van Zuid-Europa, in elk geval meer gematigd dan elders.

Crodino, het Italiaanse non-alcoholische aperitief.
Foto Maddie Red Photography / Imageselect

Het precieze recept is al tientallen jaren een goed bewaard geheim, maar in Crodino zitten onder meer kruidnagel, kardemomzaadjes, essentiële oliën van koriander en nootmuskaat. Jarenlang werd die mix van kruiden en specerijen aangevuld met het natuurlijke bronwater uit Crodo. Dat is volgens de inwoners van de Alpengemeente het écht noodzakelijke ingrediënt.

Het drankje is bitterzoet, maar voor de inwoners van Crodo heeft het de laatste tijd vooral een zure nasmaak. In Crodo zal nooit meer Crodino worden gebotteld. In 2017 verkocht Campari, een grote speler in de dranksector, de fabriek aan de Deense multinational Royal Unibrew, die er nu enkele limonades maakt. Tegelijk behield Campari het iconische merk Crodino, dat sinds 1995 tot de Campari Group behoort, wél voor zichzelf. Een klein deel van de Crodino-productie bleef ook in Crodo, tot eind vorig jaar.

Daarna besloot Campari ook de restproductie over te brengen naar zijn productielocatie in Novi Ligure, boven Genua. De banen in de fabriek, een zestigtal, blijven door de limonadeproductie wel behouden. „Maar in Crodo helemaal geen Crodino meer produceren, stemt toch bitter”, zegt Marco Mantovani (70), een ex-werknemer die nu voorzitter is van het studiecentrum opgedragen aan Piero Ginocchi. De vorige burgemeester liet advocaten nog onderzoeken of Crodino wel gemaakt mocht worden zonder water uit Crodo. Het mocht, en dus staakte het Alpendorp noodgedwongen zijn verzet.

Mineraalwatermuseum

In Crodo zijn ze duidelijk apetrots op hun water. Het plaatsje heeft een mineraalwatermuseum, dat een wat amateuristische indruk maakt. Het museum bevat weliswaar een collectie fraaie antieken machines die koolzuur toevoegden, maar die is aangevuld met meer dan 15.000 flessen mineraalwater en 80.000 waterflesetiketten die minder bijzonder lijken.

Terwijl Crodino dit dorpje op de kaart heeft gezet, overheersen nu gevoelens van verlies en heimwee naar de tijd van toen. „Dankzij Crodino kwam er in de loop der jaren bij honderden inwoners brood op de plank en konden onze kinderen studeren”, zeggen een vijftal oud-werknemers. Sergio Restelli, intussen 81, verhuisde in 1980 met vrouw en dochters vanuit Milaan naar Crodo, voor een baan als onderhoudsman bij Crodino. Hij is nog altijd dol op de rust en de natuur, en woont vlak naast de rivier en niet ver van de bron, „zodat ik met het raam open kan slapen en het water hoor stromen”.

Dat industriële keuzes de Campari-groep ertoe brachten Crodino uit zijn geboorteplek weg te halen, begrijpen deze oud-werknemers niet. In Crodo vind je niet alleen het drankje, maar zelfs snoepjes met dezelfde smaak. En elk jaar, in juli, wordt de verjaardag van Crodino gevierd. „Een kleine poging om te blijven herinneren dat Crodino hier geboren is”, zegt oud-werknemer Mantovani. Al blijft Crodino dan wel voortbestaan, „zonder bronwater uit Crodo zal de smaak niet langer dezelfde zijn”, klinkt het in koor.


Wordt Nusantara de nieuwe hoofdstad van Indonesië, of nog even niet?

Het nieuwe Indonesische regeringspaleis heeft de vorm van de legendarische vogel Garuda. Bouwkranen plaatsten afgelopen maand de laatste stalen platen van de 230 meter brede vleugels. In het hart van bosrijk Kalimantan, op het eiland Borneo, draaien bouwvakkers in dikke stofwolken overuren om in een zo hoog mogelijk tempo gebouwen van de beoogde nieuwe hoofdstad Nusantara uit de grond te stampen.

Op 17 augustus zal de huidige president Joko Widodo, ook bekend als Jokowi, de Indonesische Onafhankelijkheidsdag vieren in de nieuwe hoofdstad. Papieren liggen al maanden klaar om die dag de officiële hoofdstadsverklaring te tekenen, waarna Nusantara in gebruik zal worden genomen. Jokowi besloot in 2021 tot de bouw van een nieuwe hoofdstad, omdat de huidige hoofdstad steeds onleefbaarder wordt. Jakarta zinkt, de zee en omringende rivieren dreigen de stad te overspoelen, de lucht is vervuild en het verkeer staat dagelijks muurvast. Nusantara moet de groene, duurzame stad van de toekomst belichamen. Het was de bedoeling dat vanaf 17 augustus de eerste ambtenaren hun ministeries zouden betrekken en het land niet meer vanuit Jakarta maar vanuit Kalimantan, 1.200 kilometer van Jakarta, wordt bestuurd. Maar het is nu onduidelijk wanneer dit gaat gebeuren. Want de bouw verloopt verre van voorspoedig. Dreigt het Garuda-paleis een Icarus-onderneming te worden en zal het net als de mythische figuur vanwege te veel ambitie ter aarde storten?

In maart hadden de eerste 17.000 ambtenaren hun intrek moeten nemen in de flats rondom het regeringsgebouw, maar hun woningen zijn nog niet af. Ook zijn er amper voorzieningen. „Er is nog niks. Geen scholen, restaurants”, aldus een ambtenaar van het planningsministerie Bappenas in Jakarta, die anoniem wil blijven. Ambtenaren die al in het nieuwe hoofdstedelijke gebied werken, overnachten in het naburige Balikpapan. Aan pioniers wordt een toeslag beloofd, maar het animo is laag. „De meeste collega’s voelen er niet veel voor om, mogelijk jarenlang, in een bouwput te wonen.” De verhuizing was al een keer uitgesteld. En toen felle regenbuien begin juli modderstromen veroorzaakten en de bouw nog meer vertraging opliep, moest de president de verhuizing van de eerste bewoners opnieuw op de lange baan schuiven.

Op recente foto’s is te zien hoe onvoltooide delen van de stalen skeletten van de woonflats voor de ambtenaren schitteren in de zon. Een vierbaanssnelweg in het midden van de toekomstige stad ligt er al wel. Ook is een vijfsterrenhotel geopend. Bomen zijn gekapt voor de landingsbaan van een nieuw vliegveld, maar vooralsnog is de nieuwe stad alleen bereikbaar via de nabijgelegen stad Balikpapan, met een autorit van 2,5 uur. Wel is een dam die water uit omliggende rivieren naar de stad moet brengen voltooid en is voor het regeringspaleis een enorm grasveld gezaaid. Maar het verrijzen van een levendige, ecologische stad lijkt lichtjaren weg.

Nalatenschap veiligstellen

Om te benadrukken dat de stad er wel degelijk gaat komen, besloot president Jokowi eind juli om, vergezeld door enkele influencers, alvast twee nachten in het regeringspaleis te slapen. Hij verzekerde de aanwezige pers dat de elektriciteit en het leidingwater in het gebouw functioneerden. Nu de laatste maanden van zijn presidentschap zijn ingegaan, doet Jokowi er alles aan om de toekomst van de nieuwe hoofdstad, zijn nalatenschap, veilig te stellen.

Maar tegelijkertijd verschijnen er steeds meer berichten over landgeschillen tussen lokale dorpsbewoners en de overheid. Zo is er onvrede in dorpen die plaats moeten maken voor een luchthaven voor privévliegtuigen van rijke investeerders, een ‘VVIP’-vliegveld, vertelt een lokale journalist anoniem aan NRC. Er zijn militairen gestuurd om de orde te bewaken.

Om te benadrukken dat Nusantara er wel degelijk gaat komen, besloot president Jokowi alvast twee nachten in het regeringspaleis te slapen

Ernstige incidenten zijn tot op heden uitgebleven, maar de dorpelingen voelen de druk toenemen om te vertrekken. „Wat een sociaal, inclusief paradijs had moeten zijn, is een oorlogszone geworden”, stelt de Bappenas-ambtenaar. „Jokowi is overgegaan tot een full military approach. Het project is prachtig op de laptop en in het hoofd van de president, maar zoals het nu gaat vervliegen alle idealen.” Jokowi houdt intussen in het openbaar vol dat de stad een groen, duurzaam succes wordt.

Lees ook

Jakarta is passé: hier verrijst de hoofdstad van de toekomst

De plek waar de nieuwe hoofdstad komt, met in het midden het  nieuwe regeringspaleis.

Het grootste probleem van Nusantara is de financiering. De kosten van de bouw zijn geraamd op omgerekend zo’n 32 miljard euro. Een vijfde moet uit de Indonesische staatskas komen, de rest moet worden ingelegd door investeerders. En die blijven weg. Alles wijst erop dat de president het plan versneld uitvoert en alles op alles zet om op de valreep nog rijke investeerders aan te trekken.

Zo heeft Jokowi in juli per presidentieel decreet de overdracht van landrechten versoepeld. Als iemand investeert in de nieuwe hoofdstad, krijgt de investeerder de mogelijkheid om landrechten te kopen met bouw- en exploitatievergunningen voor een periode van 190 jaar. „Dit was zelfs niet het geval in koloniale tijden”, reageert Benny Wijaya van het Indonesisch Agrarisch Consortium in The Jakarta Post. Activisten zoals Wijaya vrezen dat armere bewoners in omringende dorpen die niet altijd hun papieren op orde hebben, zullen worden verdreven, en dat de stad in handen komt van een kleine groep rijke industriëlen en vastgoedondernemers, die winst belangrijker vinden dan het bouwen van een leefbare, groene stad.

Het sociale aspect van Nusantara

Oud-minister van Planning Andrinof Chaniago (61) is medebedenker van de nieuwe hoofdstad. Hij ziet met lede ogen aan hoe de idealen voor een ecologisch duurzame en sociaal-economisch inclusieve hoofdstad, zoals ze aan het begin van Widodo’s regeerperiode waren geformuleerd, zijn losgelaten. De oud-minister is bekend met de landconflicten tussen de overheid en omringende dorpsbewoners. „In principe zou iedereen met de juiste papieren via de rechter zijn bezit kunnen claimen en een goede relocatieregeling moeten kunnen afdwingen”, zegt hij. Maar hij geeft toe dat het in de praktijk voor vooral arme mensen in Indonesië niet gemakkelijk is om hun recht te halen.

„Het grote probleem is de haast van de president”, vervolgt Chaniago. „De planning van de nieuwe hoofdstad is bedacht als een langzaam proces, uitgesmeerd over twintig jaar, waarbij iedereen, ook de omwonenden, betrokken zijn.” Een van de belangrijkste redenen om de hoofdstad te verplaatsen was nota bene juist het creëren van economische kansen voor mensen in de armere delen van Indonesië, stelt hij. „Maar nu is het leidende motief business, winst.”

Jokowi heeft zijn eigen ideeën en ambitie voorop gesteld, ten koste van het oorspronkelijke plan voor Nusantara

Andrinof Chaniago
oud-minister van Planning

Chaniago, van oorsprong politicoloog, trad aan als minister van Planning in 2014, in het eerste kabinet van Widodo. Na een jaar werd hij voor zijn diensten bedankt. „Ik ben maar een eenvoudige academicus”, lacht hij. „Ik heb geen economische of politieke macht.” En Jokowi had juist behoefte aan het verstevigen van zijn positie in de heersende elite. „De laatste twee jaar is Jokowi veranderd. Hij wordt beïnvloed door machtige mensen in zijn omgeving. Hij heeft zijn eigen ideeën en ambitie voorop gesteld, ten koste van het oorspronkelijke plan.”

Chaniago heeft Widodo, die hij uit de beginperiode van zijn ministerschap goed kent, er al een paar keer op aangesproken. „Sinds mijn ontslag ben ik blijven hameren op het sociale aspect van Nusantara en probeer ik hem ervan te overtuigen dat hij de tijd moet nemen om een stad te bouwen die gelijkwaardige economische kansen biedt voor iedereen.” Maar al enige tijd vindt hij geen gehoor meer bij de president.

Nusantara van bovenaf, op 11 juli. De bouw van de nieuwe stad verloopt verre van voorspoedig.
Foto AFP

Chaniago protesteerde in zijn jonge jaren tegen autocraat Soeharto (1967-1998), de schoonvader van Prabowo Subianto, de huidige minister van Defensie en de toekomstige Indonesische president. Hij maakt zich zorgen over de afkalving van de democratie die in de laatste jaren van Jokowi’s regeerperiode plaatsvond en de invloed die dit heeft op projecten zoals Nusantara. De controversiële benoeming van Gibran Rakabuming, Jokowi’s zoon, als vicepresidentskandidaat van Prabowo was voor hem een omineuze voorbode voor een ondemocratisch regime vol corruptie. Het duo Prabowo-Gibran won afgelopen februari de verkiezingen. Chaniago: „Ik wil vrijuit kunnen spreken. Toen Jokowi vorig jaar zijn zoon koppelde aan Prabowo, heb ik me uit al mijn overheidsfuncties teruggetrokken.”

Chaniago ging terug naar de universiteit en doceert momenteel politicologie aan de Universiteit van Indonesië in Jakarta. „Ik ben nu onafhankelijk en zie het als mijn taak om de regering bij de les te houden.” De oud-minister wil niet stilzwijgend toekijken hoe de oorspronkelijke plannen voor een duurzame hoofdstad te grabbel gegooid worden en heeft de hoop op bijsturing nog niet losgelaten. „De nieuwe hoofdstad is hard nodig,” stelt hij. „Jakarta heeft veel problemen. De stad overstroomt en de kans op aardbevingen is groot.”

Schoollunchprogramma

Een nieuwe hoofdstad elders kan op Java, het eiland waar Jakarta op ligt, ruimte bieden . „Want we moeten eveneens denken aan onze toekomstige voedselvoorziening. De bodem van Java is zeer geschikt voor landbouw, maar nu al verdwijnt veertigduizend hectare per jaar door verstedelijking. We moeten zoveel mogelijk vruchtbare grond behouden voor akkerbouw.”

Momenteel is ook niet duidelijk of de ondertekening van de hoofdstadsverklaring zaterdag wel zal plaatsvinden. The Jakarta Post deed eind juli een oproep aan president Widodo om de inauguratie van de hoofdstad uit te stellen en de bouw over te dragen aan Prabowo Subianto, die hem op 20 oktober zal opvolgen. Maar Prabowo heeft al kenbaar gemaakt dat zijn prioriteit ligt bij een schoollunchprogramma, een prominente verkiezingsbelofte. Omdat de kosten hiervan een veelvoud zijn van het budget dat is vrijgemaakt voor de bouw van Nusantara, lijkt de toekomst van de nieuwe hoofdstad onzeker.

Toch is de verwachting dat de nieuwe hoofdstad er zal komen. Er spelen veel economische belangen, ook binnen Prabowo’s eigen familie. Zo is zijn broer, Hashim Djojohadikusumo, grootgrondbezitter in en rond de nieuwe hoofdstad en de voornaamste geldschieter van Prabowo’s partij.

Prabowo zelf maakte carrière als generaal in het regime van oud-dictator Soeharto, een van de meest corrupte regeringen ooit. Veel activisten vrezen een terugkeer van deze oude tijden. Jokowi heeft in juli in het kader van een soepele machtstransitie een neef van Prabowo aangesteld als viceminister van Financiën. Ook ligt er een wetsvoorstel klaar dat het leger meer rechten geeft om een rol te spelen in niet-militaire overheidssectoren. De Indonesische generaal Simanjuntak bevestigde afgelopen week dat het leger zich zakelijk wil ontwikkelen en economische taken op zich wil nemen. In het verleden hadden militairen hoge posities op het gebied van bijvoorbeeld de infrastructuur, mijnbouw en de media.

Lees ook

Achter Prabowo’s vriendelijke gezicht schuilt een geharde autocraat

Prabowo Subianto op verkiezingscampagne in Jakarta in 2009.

Critici zien deze ontwikkelingen met lede ogen aan. Zij vrezen dat de duurzame, inclusieve stad die is voorgespiegeld, zal verworden tot een winstproject voor de rijken. Chaniago wil blijven strijden voor de stad zoals die indertijd is bedacht. „De activistische en academische wereld moeten van zich blijven laten horen om iedereen te herinneren aan het oorspronkelijke ideaal. Ik weet ook wel dat geen garantie is dat we gehoord worden, maar stil blijven is geen optie. We willen geen stad waar alleen de zakenelite van profiteert.”


Waren de Spelen van Parijs de groenste ooit? ‘Het is nog niet gezegd dat die belofte wordt ingelost’

De groenste Spelen ooit: het is een van de belangrijkste beloften van de Olympische Spelen van Parijs. De organisatie heeft beloofd de broeikasgasuitstoot van ‘Londen 2012’ en ‘Rio 2016’ te halveren (omdat Tokio 2020 in coronatijd plaatsvond, wordt daar niet naar gekeken). Het is nog niet gezegd dat die belofte wordt ingelost, zegt de Georgische geograaf David Gogishvili, die aan de Universiteit van Lausanne onderzoek doet naar de duurzaamheid van sportevenementen: er zijn grote onzekere factoren. En ook als de doelstelling wel gehaald wordt, betekent dat niet dat de Spelen toekomstbestendig zijn.

Aanvankelijk zou het evenement ‘klimaatneutraal’ worden. Waarom is die belofte verdwenen?

„Klimaatneutraliteit is een mijnenveld. Dat zagen we vorig jaar toen FIFA op de vingers werd getikt vanwege de claim dat het WK Voetbal in Qatar klimaatneutraal was – volgens de Zwitserse reclametoezichthouder was het publiek misleid. Het idee dat je de schade die je aanricht kan compenseren door bijvoorbeeld bomen te planten wordt bekritiseerd omdat niet zeker is dat die projecten ook daadwerkelijk de gewenste resultaten zullen hebben. Ook leidt het ertoe dat organisatoren doorgaan met business as usual in plaats van te proberen hun broeikasuitstoot te verminderen.”

Lees ook

Niets duurzaams aan het WK in Qatar

Het Lusail Stadion in Lusail, ten noorden van Doha. Op 18 december 2022 zal hier de finale van het WK plaatsvinden.

Gaat het Parijs lukken 50 procent minder uit te stoten?

„We weten het niet. Een grote bron van onzekerheid is dat er 9,5 miljoen tickets zijn verkocht, méér dan in Londen in 2012 toen 8,2 miljoen kaartjes werden verkocht. Dat betekent dat er meer mensen naar Parijs zijn gereisd. We weten nog niet waar deze mensen vandaan komen en dus hoe ze reizen, en dus ook niet hoe dat de uitstootdoelstelling gaat beïnvloeden. Aannemelijk is dat velen zijn gevlogen.

„Naast bezoekersreizen zijn er twee grote bronnen van uitstoot: de bouw van stadions en de operations. Parijs heeft het bouwgedeelte aangepakt: 95 procent van de gebruikte locaties bestond al, er zijn er maar twee bijgebouwd: het Olympisch zwembad in Saint-Denis en de Adidas-Arena in Parijs – die bovendien in gebruik blijven na de Spelen. Eerder moest gemiddeld 50 procent opnieuw gebouwd worden, dus dat is een enorme prestatie.”

80 procent van het voedsel op de Spelen komt uit Frankrijk. De klimaatimpact hiervan is beperkt, in hoeverre zijn dit soort maatregelen toch belangrijk?

„Je geeft aan het publiek en andere organisatoren de boodschap dat het beter is om korte circuits te gebruiken. De Olympische Spelen zijn het meest bekeken evenement ter wereld en we weten dat als het IOC – of de FIFA – veranderingen doorvoeren, kleinere evenementen meestal volgen.”

Waar komen de groene beloftes vandaan?

„Een deel komt van Parijs, en een deel van het Internationaal Olympisch Comité. Het IOC ziet dat minder steden bereid zijn om de Spelen te organiseren. Als de Spelen soberder zijn, wordt het minder duur en dus aantrekkelijker. Ook ervaart het IOC druk omdat er meer aandacht is gekomen voor het thema klimaat. Dit vloeit voort uit beleid, zoals de Parijs-akkoorden en doordat een groter deel van de wereld beseft dat we in een klimaatcrisis leven.”

Er zijn 9,5 miljoen tickets verkocht, we weten nog niet waar deze mensen vandaan komen en dus hoe ze reizen

Ngo’s als Badvertising uiten kritiek dat Paris 2024 wordt gesponsord door Toyota, ArcelorMittal en Air France. Zal dat in de toekomst blijven gebeuren?

„De keuze voor deze sponsoren wordt door het publiek bekritiseerd, maar bij de organisatoren is nog geen discussie over het stoppen met de samenwerking.” Wel stopte oliebedrijf Total als sponsor na druk uit Parijs. „De Spelen hebben een exclusieve club sponsoren: bedrijven als Toyota, Visa en Coca-Cola. Die krijgen al veel langer de kritiek dat ze niet zo groen zijn als ze pretenderen en geen groene manier van leven aanmoedigen. Het is bijvoorbeeld hypocriet dat frisdrankmerken die enorm veel plastic produceren klanten oproepen om te recyclen.”

Bij de Coca-Cola-stands in Parijs worden kleine plastic flesjes leeggegooid in herbruikbare bekers.

Terrible! Sowieso kun je je afvragen of het aanbieden van drankjes met veel suiker past bij het Olympische doel van gezondheid.”

Wat is de volgende stap om de klimaatimpact van de Spelen te beperken?

„Met de huidige maatregelen wordt de kern niet aangepakt: je nodigt nog altijd fans vanuit de hele wereld uit die lange vluchten nemen. Het is de vraag is of we op weg zijn naar een bredere verandering. Ik denk niet dat het acceptabel zal blijven om miljoenen mensen naar één plek te laten komen. Maar de volgende Spelen vinden plaats in Los Angeles (2028) en Brisbane (2032) en ik kan me niet voorstellen dat fans daar op klimaatvriendelijke wijze naartoe zullen reizen: de VS hebben geen ontwikkeld treinnetwerk en Australië geeft geografisch gezien niet veel andere opties dan vliegen.”

Het zwemcomplex van de Olympische Spelen van Parijs tijdens een training op 25 juli.
Foto Leah Millis / Reuters

Hoe kunnen de Olympische Spelen van de toekomst eruit zien?

„Een optie is verkleinen, maar dat betekent minder wedstrijden, wat minder uitzendrechten en minder sponsoren betekent – de basis van het businessmodel van de Spelen. Je kunt ook wedstrijden op verschillende plekken ter wereld laten plaatsvinden waar al een cultuur is van de sport in kwestie: rugbywedstrijden in Zuid-Afrika en hockey in Nederland. Dan hoef je geen nieuwe stadions te bouwen en hoeven minder sportfans te vliegen. Of je nodigt minder fans uit en creëert fanzones over de hele wereld.”

Weten we of Los Angeles de klimaatprestaties van Parijs wil overtreffen?

„Vanaf 2030 móeten gaststeden zich houden aan sommige regels over CO2-reductie, voor LA geldt dat nog niet. Wel is bekend dat LA geen stadions bij gaat bouwen. En ook vanaf 2030 geeft het IOC geen road map en er is geen percentage vastgelegd – Parijs heeft zelf zijn doel gekozen. Hiermee legt Parijs druk op LA, maar die druk is niet bindend.”

Een IOC-woordvoerder stelt desgevraagd in een reactie dat het de Adidas-Arena in Parijs niet altijd meetelt als nieuw, omdat die al voor de Spelen in gebruik was. Ook zegt de woordvoerder dat „decentralisatie van de Spelen de verenigende kracht van de Spelen zou ondermijnen.”


AI helpt wijnbouwers in Noord-Italië omgaan met klimaatverandering

Wie het land bewerkt, staat in de vuurlinie van klimaatverandering. Waar boeren vroeger nog volgens de kalender, en op vaste tijdstippen hun land konden bewerken, krijgen ze tegenwoordig op onvoorspelbare momenten te maken met hitte en droogte, maar ook juist met hagelbuien en overstromingen.

„Het veranderende weer is een ware beproeving, en een bron van zorgen en stress”, zegt wijnbouwer Antonio Stelzer (58) tijdens een inspectieronde langs zijn wijnranken, die tegen de zonovergoten bergflanken rijpen. In 1990 richtte Stelzer met zijn vrouw Roberta (57) in de Noord-Italiaanse vallei van de Adige-rivier het wijnbedrijf Maso Martis op. Het staat bekend om zijn mousserende wijn Trento DOC, geproduceerd volgens de metodo classico, dezelfde productiewijze als champagne. In het aanbod zitten ook drie wijnen zonder bubbels.

‘Maso’ verwijst naar een oude, traditionele bergwoning, en Martis is de Latijnse naam voor Martignano, de deelgemeente van Trente waar de Stelzers hun wijn verbouwen. Dochters Alessandra (31) en Maddalena (28), die ook in het bedrijf zijn gestapt, beseffen dat ze in de toekomst steeds vaker moeten afrekenen met extreem weer. „Vorige week nog vielen de hagelbollen en de regen met bakken uit de lucht”, zegt Alessandra. „Het werd overdag zo donker dat de nachtverlichting aansprong.”

Maddalena en Alessandra Stelzer tussen de wijnranken. Netten moeten de druiven beschermen tegen hagelbuien.
Foto Piero Cruciatti

Om de druiven enigszins tegen de hagelbuien te beschermen, hebben de Stelzers de wijnranken met speciale netten ingepakt. Italië, en dan vooral het centrum en het zuiden, kampt met alweer een extreem hete en droge zomer. Ook in Trente, in het uiterste noorden van Italië, is het zeer warm, al is de hitte voor wijnbouwers niet het grootste probleem. „Is het echt te droog, dan kunnen we gericht ingrijpen met druppelirrigatie”, zegt vader Antonio. Vochtige warmte is veel gevaarlijker, want daarin kunnen schimmels zeer goed gedijen.

Digitale bladmeter

Schimmelgroei vermijden is nog lastiger voor wie volledig biologisch produceert, zoals de Stelzers. In de biologische wijnbouw zijn chemische bestrijdingsmiddelen verboden, en is enkel het gebruik van koper en zwavel toegestaan. Omdat mei, juni en juli in de regio erg vochtig waren, heeft Maso Martis tegenover vorig jaar al 30 procent meer behandelingen uitgevoerd, met een extra kostenpost van 10.000 euro. Maar de plant moet droog zijn om effectief tegen schimmel te worden behandeld. Hoe weten de Stelzers wat het juiste moment is om op hun domein van tien hectare in te grijpen en zo overbodige behandelingen en onnodige kosten te vermijden?

Sinds drie jaar doen ze hiervoor een beroep op een technologisch hulpmiddel. De Stelzers gebruiken een digitale bladmeter die signaleert wanneer de wijnranken droog zijn, klaar om tegen schimmels te worden behandeld. De bladmeter ziet eruit als een groen, digitaal blad, en geeft het meteen aan als het droog is.

Op zijn telefoon ontvangt Antonio Stelzer waarschuwingen voor mogelijke parasietenplagen.
Foto Piero Cruciatti

„Precies weten wanneer we een behandeling tegen schimmels kunnen beginnen, staat ons toe om ons werk efficiënt te organiseren”, zegt Stelzer. De arbeiders werken vaak ’s nachts, omdat het dan koeler is, het wijndomein dicht bij de stad ligt en dit de overlast beperkt, en een aantal behandelingen pas na 21 uur is toegestaan. „Dankzij de precieze digitale informatie vermijd ik dat ik de arbeiders ’s avonds laat optrommel, terwijl het mogelijk nog niet het juiste moment is.”

xFarm Technologies, het Zwitserse bedrijf achter de digitale bladmeter van de Stelzers, is een techspeler met het operationeel hoofdkwartier in Milaan, die de agro-voedingssector met technologische hulpmiddelen en kunstmatige intelligentie (AI) ondersteunt. De bladmeter die aangeeft wanneer de wijnranken droog zijn, bijvoorbeeld, verzamelt die gegevens op basis van een sensor. Maar daarnaast zijn er op de markt ook al ‘slimme’ tractoren met ingebouwde sensoren, een belangrijke bron van dataverzameling.

Samen met informatie van andere meetinstrumenten en satellietinformatie verzamelt xFarm Technologies alle beschikbare informatie gebundeld in één app, die de boer kan consulteren van op zijn computer of smartphone. „Ik krijg voortdurend een actueel satellietoverzicht van mijn wijngaard”, zegt Stelzer, die de app toont. Hij voert zelf informatie in over de behandelingen die hij heeft uitgevoerd, en die digitale ondersteuning helpt hem naar eigen zeggen erg om het werk te monitoren.

„Het meer geavanceerde deel van de app werkt echter met AI”, zegt Riccardo De Nadai van xFarm Technologies. „Met behulp van agronomische algoritmes is het mogelijk om schimmelziektes in de gewassen te voorspellen, en dat is maar één voorbeeld”, zegt de communicatieverantwoordelijke tijdens een gesprek in Milaan. Het kantoor van xFarm, dat in totaal 160 medewerkers telt, ziet eruit als een start-up in Silicon Valley, met vooral jong personeel in een bedrijfsruimte met industriële look en een ontspanningsruimte met luie plofbanken en een voetbaltafel.

De familie Stelzer boert biologisch. De gevolgen van klimaatverandering dwingen de Stelzers op snel in te spelen op wisselende omstandigheden.
Foto Piero Cruciatti

De bal ging aan het rollen toen Matteo Vanotti, landbouwer en ingenieur, in 2017 behoefte had aan technologische ondersteuning voor zijn familieboerderij, en die op de schaal van kleinere Europese boerderijen niet vond. Intussen worden de digitale hulpinstrumenten van xFarm gebruikt door 410.000 landbouwbedrijven in meer dan honderd landen. In 2022 haalde het bedrijf in een investeringsronde 17 miljoen euro op. Meer bedrijfscijfers wil xFarm niet delen.

AI kan schimmelziektes en insectenplagen voorspellen

Op een lange tafel heeft Riccardo De Nadai de populairste digitale instrumenten uitgestald. Hij toont onder meer het digitale weerstation en de door de EU mede gefinancierde ‘slimme’ insectenval, twee hulpmiddelen waarmee ook de wijnboeren bij Maso Martis werken. „De val lokt het insect met deze felle, gele kleur, vangt het tegen een kleverig blad, en maakt dan een foto”, zegt De Nadai. „Zo weet de landbouwer snel om welk soort insect het gaat, en hoe te handelen.”

Insectenplagen voorspellen

Het trechterachtige weerstation meet dan weer de temperatuur, de hoeveelheid regen, de windrichting en de windsnelheid. „Deze meetinstrumenten bestonden al, maar niet in digitale vorm”, zegt De Nadai. Steeds grilliger, onvoorspelbaar weer maakt het voor boeren almaar moeilijker om zoals vroeger op vooraf bepaalde tijdstippen behandelingen uit te voeren op hun land. „Deze digitale meetinstrumenten maken het mogelijk om steeds meer kennis te verzamelen”, zegt de medewerker van xFarm, „waardoor boeren precies en op het juiste moment kunnen ingrijpen, het aantal behandelingen kunnen beperken, en zo kosten besparen en hun productie zelfs verhogen.”

De digitale insectenval, bijvoorbeeld, helpt de boer niet alleen een insect te herkennen, maar maakt op basis van het weer ook een projectie van de insectenpopulatie van de volgende dagen. Kunstmatige intelligentie kan zo ook insectenplagen voorspellen. Dat wordt steeds belangrijker informatie, nu de zomers langer duren en de winters almaar zachter worden, en de insectenpopulatie makkelijker overleeft en groeit.

Een ‘slimme val’ helpt Stelzer om snel te weten te komen welke insectensoort zijn oogst bedreigt.
Foto Piero Cruciatti

Door klimaatverandering krijgen boeren ook te maken met jaren met veel regen of zelfs overstromingen, of juist met grote droogte. Kennis van de waterstand is dus cruciaal. Sensoren die de bodemvochtigheid meten, stellen de landbouwer in staat om de irrigatie gericht op die informatie af te stemmen.

Bij heel wat andere zaken is bodemonderzoek niet eens meer nodig, zegt Abel Paz, computeringenieur bij xFarm Technologies. „Waar ook ter wereld kunnen wij op basis van satellietbeelden en georuimtelijke kunstmatige intelligentie [AI die wordt toegepast op grote volumes geografische data] nagaan hoe het met de bodem, en de gewassen erop, is gesteld.”

Op basis van die berekeningen kan AI de productie van maïs, olijven en tomaten voorspellen. De door kunstmatige intelligentie verzamelde digitale gegevens worden ook al gebruikt om verzekeringsclaims te documenteren bij verzekeraars die droogteschade van boeren vergoeden.

Maddalena Stelzer bekijkt een beschadigd druiventrosje.
Foto Piero Cruciatti

xFarm gebruikt gratis satellietbeelden van het Europese ruimteagentschap ESA, dat om de vijf dagen de beelden ververst, in combinatie met nog frequenter beeld van private satellieten. „We passen kunstmatige intelligentie op die beelden toe, en maken zo een gezondheidskaart van de gewassen”, zegt Paz. De landbouwer krijgt een kleurencode aangereikt, die als een verkeerslicht werkt. „Geel, oranje tot rood waarschuwt voor een eventueel probleem met de groei, en donkergroen signaleert dat de gewassen heel goed groeien of misschien zelfs doorschieten.”

Lees ook

De Spaanse boer die nog bloemkolen kan leveren, heeft goud in handen

De boerderij van de gebroeders Gordo Ariza in Mont-roig del Camp.

Terug bij de Stelzers in Trente zegt wijnbouwer Antonio dat het „moeilijke tijden zijn voor wie aan biologische wijnbouw doet”. Naar een variëteit van hun druiven die resistent is voor ziektes, wordt in laboratoria nog druk gezocht, maar de Stelzers hebben al wel een ent van de druif pinot nero geplant, die beter tegen de droogte kan. „Volgend jaar hebben we hiervan onze eerste oogst”, zegt Antonio. „We zijn benieuwd, want de zuurtegraad en het aroma zouden nog iets beter zijn dan onze huidige wijn. Het belang van technologie en wetenschap in de landbouw zal hoe dan ook alleen maar groeien.”


Desinformatie over steekpartij Southport leidt tot grof geweld tegen Britse moslims

Bebe King (6), Elsie Dot Stancombe (7) en Alice Dasilva Aguiar (9) waren bij een Taylor Swift- dansworkshop in Southport, een kuststad in het noorden van Engeland, toen een zeventienjarige jongen het buurtcentrum binnenliep en de meisjes doodstak. Negen andere kinderen en twee volwassenen – die de kinderen probeerden te beschermen – raakten zwaargewond en liggen in het ziekenhuis.

Ooggetuigen zeiden tegen The Guardian dat de aanval plaatsvond op het moment dat ouders hun kinderen kwamen ophalen, en zagen wanhopige ouders met bebloede kinderen in hun armen het gebouw uitrennen op zoek naar hulp. Sommigen probeerden hun kinderen op straat zelf te reanimeren.

De verdachte werd een paar uur na de aanval opgepakt. Het ging om een jongen uit Lancashire. Maar online gingen hele andere verhalen rond; nepnieuws over de afkomst en religie van de dader. De desinformatie leidde dinsdag tot hevige rellen.

Russische bron

De eerste bron van het nepnieuws was mogelijk de website Channel3Now, dat zichzelf een ‘nieuwsmedium’ noemt maar veelal AI-berichten publiceert op basis van onjuiste informatie. Het kanaal plaatste enkele uren na de aanval een artikel waarin staat dat de verdachte een asielzoeker is met de naam Ali Al-Shakati. Ook werd er in dit bericht gesteld dat hij vorig jaar per boot in het Verenigd Koninkrijk was gearriveerd. Hier klopte niks van, zo maakte de politie van Southport in een verklaring bekend; de verdachte is geboren in Cardiff, de hoofdstad van Wales, en heeft geen link met de islam.

Channel3Now beweert in de Verenigde Staten gevestigd te zijn, maar in de algemene voorwaarden op hun website is nergens een rechtsgebied te vinden; wat ongebruikelijk is voor Amerikaanse bedrijven. Het IP-adres lijkt afkomstig uit India. Op het YouTube-kanaal van de website is te zien dat de eerste video’s die zijn geplaatst – zo’n twaalf jaar geleden – in het Russisch zijn, beelden van racende auto’s in de sneeuw voorzien van Russisch commentaar. In de jaren daarop verandert dat en verschijnen er steeds vaker Engelstalige ‘nieuwsvideo’s’.

Andere nieuwsmedia namen de onjuiste beweringen van Channel3Now over, waaronder de Russische staatsomroep RT (een door het Kremlin gesteunde nieuwszender die in Europa is verbannen).

Ook influencer Andrew Tate, die eerder werd opgepakt voor mensenhandel, verkrachting en het opzetten van een criminele bende om vrouwen seksueel uit te buiten, beweerde op X dat de dader een „illegale vluchteling” is. Toen de politie bekendmaakte dat dit niet het geval was, schreef Tate: „Dit is De Matrix die niet wil dat je de waarheid weet over illegale migranten die worden binnengelaten.”

Valse claims ontkracht

Alle valse claims werden door de politie ontkracht, maar het kwaad was al geschied. Honderden relschoppers trokken dinsdag naar Southport om hun woede te koelen op de islamitische gemeenschap van de stad.

Tegen The Times zei de politie dat een groot deel van de relschoppers aanhangers zijn van de English Defence League; een Britse extreemrechtse, anti-islamitische organisatie. Soyful Alam, de imam van de moskee, zei dat veel moslims in de stad na de steekpartij een reactie hadden verwacht. Zij hadden besloten hun huizen niet te verlaten, maar anderen verbleven nog in de moskee en moesten door de politie worden ontzet.

Door desinformatie opgehitste relschoppers in het Britse Southport.
Foto Richard McCarthy/PA via AP

Ruim vijftig agenten raakten gewond, 27 van hen moesten naar het ziekenhuis. Acht agenten hebben ernstige verwondingen opgelopen, aldus de politie, waaronder botbreuken, een vermoedelijk gebroken neus en een hersenschudding. Ook drie politiehonden die met stenen werden bekogeld raakten gewond.

Woensdagmiddag publiceerde Channel3Now een verklaring met excuses voor het publiceren van „onjuiste informatie”.

Harmonie

Ruim honderd inwoners van Southport hielpen woensdag met het schoonvegen van de straten en het repareren van de beschadigde moskee, zo melden lokale media. Buurtbewoners hebben hun steun aan de moskee betuigd door bloemen, kaarsen en lekkernijen mee te nemen.

„De relschoppers komen niet uit Southport, dat zit niet in ons karakter”, aldus de voorzitter van de moskee, Ibrahim Hussein, tegen The Guardian. „De inwoners van Southport zijn prachtige mensen. Zij steunen ons en wij steunen hen, we houden van elkaar en leven al dertig jaar in harmonie. Dat gaat niet veranderen omdat een paar idioten iets op sociale media hebben geplaatst.”


Gratiebesluit toont opnieuw dubbelhartigheid Mohammed VI

De Marokkaanse journalisten Omar Radi, Taoufik Bouachrine en Souleimane Raissouni kunnen het nog steeds niet geloven. „Ik was in mijn cel televisie aan het kijken toen ze me vertelden dat ik weg kon”, vertelt Omar Radi lachend in een video . „Ik ben de koning dankbaar en ik ben ook blij dat andere soortgelijke gevangenen ook zijn vrijgelaten.”

Ter gelegenheid van het Troonfeest, waarbij koning Mohammed VI zijn kroning viert, verleent hij elke zomer gratie aan honderden gevangenen. Bij zijn 25ste jubileum als koning liet hij afgelopen maandag tot ieders verrassing ook prominente gevangenen vrij.

Onderzoeksjournalist Radi schreef over mensenrechtenschendingen en protesten in het land. Hij werd in 2020 opgepakt, omdat hij zou hebben gespioneerd voor de Nederlandse ambassade in Rabat tijdens protesten in het Rif-gebergte in 2016 en 2017. Zowel Nederland als Radi ontkennen enige samenwerking. In 2022 werd hij in hoger beroep veroordeeld tot zes jaar cel voor verkrachting en spionage. Bouachrine, oprichter van de inmiddels verboden krant Al jarida al Oukra (‘Het andere nieuws’) kreeg in 2019 vijftien jaar cel voor mensensmokkel en verkrachting. Raissouni, hoofdredacteur van oppositiekrant Akhbar al Yaoum, werd in 2021 veroordeeld tot vijf jaar voor verkrachting.

Schijnprocessen

Amnesty International spreekt van schijnprocessen, omdat de journalisten in hun werk kritiek uitten op de regering. Human Rights Watch beschreef in 2022 in een kritisch rapport hoe de overheid activisten en journalisten het zwijgen oplegt via intimidatie en lastercampagnes.

Toch is de 60-jarige ‘M6’, zoals de koning door iedereen wordt genoemd, ongekend populair bij jong en oud. Na een jarenlange dictatuur onder zijn vader Hassan II, bracht het aantreden van Mohammed VI in 1999 hoop op verandering met zich mee. De toen 35-jarige monarch brak met het angstregime van zijn vader en opende de deuren naar dialoog. „Hij richtte een verzoeningscomité op dat de getuigenissen aanhoorde van slachtoffers van de dictatoriale ‘Jaren van Lood’, die samenvielen met zijn vaders regime”, vertelt Nadia Bouras, historicus gespecialiseerd in Marokkaanse geschiedenis aan de Universiteit Leiden.

Tijdens het regime van Hassan II werden duizenden dissidenten vermoord of gevangen genomen zonder proces of ze verdwenen simpelweg van de aardbodem. „De zittingen werden live op nationale televisie uitgezonden, zodat heel Marokko kon luisteren naar de huiveringwekkende verhalen over martelingen en verdwijningen. De meeste slachtoffers kregen een financiële compensatie, maar excuses blijven uit en de verantwoordelijken werden niet berecht.” Ook kwam er geen aandacht voor de ‘Jaren van lood’ in de schoolboeken, voegt Bouras toe

De Marokkaanse journalist Omar Radi omhelst zijn vriend nadat hij op 29 juli 2024 de gevangenis in Rabat had verlaten.
Foto Fadel Senna / AFP

Toenadering tot de Rif

In de eerste vijf jaar onder de nieuwe koning maakte Marokko cruciale sociale veranderingen door. De familiewet, moudawana, werd in 2004 drastisch veranderd en losgekoppeld van de shariawetgeving. Vrouwen kunnen nu bijvoorbeeld zelf een scheiding aanvragen, hebben recht op alimentatie en polygamie is aan strengere regels gebonden. Volgens Bouras was deze stap mede een verdienste van vrouwenbewegingen, die in M6 een bondgenoot hebben gevonden.

Na zijn kroning zocht Mohammed VI direct toenadering tot de Rif, een onderdrukte regio in het noorden van Marokko waar veel Marokkaanse Nederlanders vandaan komen. Koning Hassan II moest niets weten van de Riffijnen en liet protesten voor betere leefomstandigheden met geweld neerslaan. „Dat de nieuwe koning de Rif de hand reikte en daar ook vaak op vakantie ging, was een groot symbolisch gebaar”, zegt Bouras. De relatie met Rabat herstelde voorzichtig, wat leidde tot verschillende investeringen. In 2011 zijn de talen die in het gebied worden gesproken officieel erkend in de grondwet en zichtbaar in het straatbeeld, bij instituten en op scholen.

Deze ontwikkelingen zorgen voor optimisme, maar als Mohammed VI ruim tien jaar aan de macht is, rond de Arabische Lente in 2011, wordt hij geconfronteerd met de eerste uitdagingen. De economie groeit, maar dat vergroot ook de kloof tussen rijk en arm. Bouras: „Marokko heeft grote economische projecten gerealiseerd – zoals de aanleg van de hogesnelheidstrein, de haven in Tanger die een belangrijke knooppunt vormt voor internationale vracht en de auto-industrie die van Marokko een belangrijke exporteur maakt ”, somt Bouras op. „Het is duidelijk dat het economisch goed gaat, maar wie profiteert daarvan? Vooral een kleine bovenlaag, waaronder de koning die ook een invloedrijke zakenman is.”

De jeugdwerkloosheid is in 2023 met 36 procent gestegen. Door de aanhoudende droogte gaan in de landbouwsector steeds meer banen verloren; ruim 150.000 in het eerste kwartaal van 2024. En projecten om analfabetisme tegen te gaan, lijken vooralsnog mislukt. Volgens de Humanity Index van de VN is nog altijd ruim een kwart van de bevolking analfabeet en blijft arbeidsparticipatie onder vrouwen achter.

De werkloosheid leidde tijdens de Arabische Lente in 2011 ook in Marokko tot demonstraties, vooral van jongeren die hervormingen eisten en betere toegang tot de woning- en arbeidsmarkt. De protesten keerden zich tegen de regering en niet tegen de koning. „Maar in Marokko is de koning de regering”, legt Bouras uit. „De koning kwam met politieke hervormingen om massale protesten te voorkomen. De grondwet werd aangepast, waarin nu staat dat de grootste partij de premier mag leveren. Achter de schermen blijft het echter Mohammed VI die beslissingen neemt en de regering aanstuurt.”

Lees ook

Marokkanen mogen naar de stembus, maar de koning bepaalt

Premier Saadeddine Othmani (rechts) tijdens een campagnebijeenkomst in Marrakesh op 3 september.

Kritiek mensenrechtenorganisaties

Ondertussen groeit de kritiek vanuit mensenrechtenorganisaties. Onder het regime van de huidige koning zijn verschillende journalisten en activisten opgepakt en veroordeeld tot jarenlange celstraffen. Een dieptepunt waren de Rifprotesten in 2016, toen Riffijnen massaal de straat op gingen. Aanleiding was de dood van visverkoper Mohsin Fikri. Zijn vis werd door corrupte agenten in beslag genomen en weggegooid, waarop hij in de vuilniswagen sprong om zijn vis – zijn enige vorm van inkomsten – te redden. Toen het mechanisme van de wagen werd aangezet, overleefde Fikri dat niet.

De protesten die daarop volgden werden hardhandig neergeslagen en tientallen mensen werden opgepakt, waaronder protestleider Nasser Zafzafi die werd veroordeeld tot twintig jaar cel. Een unieke aanpak, want in tegenstelling tot zijn vader, schuwt M6 geweld. „Hij heeft andere manieren om bijvoorbeeld de oppositie buitenspel te zetten. Hij gebruikt de juridische weg: je wordt voor de rechter gebracht, financieel uitgekleed en op die manier dus monddood gemaakt”, legt Bouras uit.

We zijn nu in een periode van voorzichtig optimisme, maar wel kwetsbaar

Nadia Bouras
historicus

Koning Mohammed VI verblijft sinds enkele jaren vaker in het buitenland dan in zijn eigen paleizen in Marokko. Maar het land is niet stuurloos. Hij bestuurt het land van een afstand en duikt op als het nodig is, zoals bij de zware aardbeving van vorig jaar, toen mensen hem juichend stonden op te wachten. Ook binnen de diaspora is hij enorm geliefd. Hij wordt gezien als jonge hippe koning, die er altijd voor het volk is. „Hij speelt met zijn rol. Hij is zowel een moderne als traditionele leider”, zegt Bouras. Vanuit zijn luxe auto, gekleed in een shirt van het Marokkaanse elftal en zwaaiend met een Marokkaans vlaggetje, vierde hij op straat, omringd door uitzinnige fans, de plaatsing van Marokko voor de halve finale. „De koning staat boven alles en iedereen. Normaal wordt hij gevierd, maar nu was hij zelf onderdeel van de festiviteiten. Hij nodigde de spelers en hun moeders uit in het paleis en toonde de sterke band van de spelers met hun vaderland, ook al zijn ze geboren in Dronten, Parijs en Madrid.” De economie draait en de vrijlating van de journalisten is een positief signaal. „We bevinden ons in een periode van voorzichtig optimisme”, besluit Bouras. „Maar de situatie blijft kwetsbaar, vooral door de cosmetische ingrepen van de afgelopen jaren. Hoewel de economische vooruitgang evident is, moet nu ook de rest van de bevolking profiteren van deze verbeteringen.”

Er zijn volgens Bouras „drie belangrijke taboeonderwerpen in Marokko” die tezamen wel de „gevarendriehoek” worden genoemd. „De positie van de koning en zijn onschendbaarheid, de nationale soevereiniteit inclusief de Westelijke Sahara, en de islam. Zolang je geen kritiek uit op Allah, Al Watan (de natie) of Al Malik (de koning), de heilige pilaren van Marokko, blijf je veilig.”


President van Niger is een jaar na de coup nog steeds een gevangene in zijn paleis

Nabij de oevers van de rivier de Niger, in de hoofdstad Niamey, staat een hagelwit paleis met rijen zuilen en tegels in blauw mozaïek. In een aparte ruimte binnen, met een slaapkamer en een keuken, leeft Mohamed Bazoum met zijn vrouw al twaalf maanden als gevangene van de militairen die hem na een staatsgreep hebben afgezet. De 64-jarige Bazoum houdt vol dat hij nog steeds de legitieme president van Niger is.

Lees ook

De democratie in de Sahel was flinterdun

Voorstanders van Nigers junta in de hoofdstad Niamey met de Russische vlag, (linksachter) donderdag, tijdens Onafhankelijkheidsdag.

Een jaar na de coup hangt hem vervolging boven het hoofd, wegens hoogverraad. De Cour d’État, het nieuwe hoogste rechtsorgaan dat de militaire junta na de staatsgreep oprichtte, hief vorige maand Bazoums immuniteit op. In het uiterste geval kan hij de doodstraf krijgen – al is die sinds 1976 niet meer uitgevoerd in Niger.

De junta beschuldigt Bazoum niet alleen van hoogverraad, maar ook van het „beramen van een aanval op het gezag en de veiligheid van de staat” en „het verontschuldigen voor en financieren van terrorisme”.

Het internationale team van advocaten dat Bazoum sinds de coup bijstaat, verwacht dat de in 2021 verkozen president snel voor een militair tribunaal zal moeten verschijnen. Van het presidentiële paleis wordt hij dan waarschijnlijk overgebracht naar een huis van bewaring. „Het is de ultieme paradox”, zegt Moussa Coulibaly, voormalig voorzitter van Nigers Orde van Advocaten en de enige Nigerees in het advocatenteam. „Een president die heeft gezworen de democratie en de grondwet te beschermen, wordt nu vervolgd als crimineel door de mensen die met de coup diezelfde grondwet schonden.”

Lees ook

Niger breekt met het Europese geld en legaliseert vervoer van migranten.

De sjoemelaars, fixers,  chauffeurs en de bazen van de mensensmokkelaars van Agadez, luid toeterend in een konvooi van Toyota-terreinwagens.

Verzoek om interventie

De beschuldigingen zijn deels terug te leiden naar de telefoongesprekken die Bazoum in de begindagen van de coup voerde met westerse en regionale staatshoofden, onder wie de Franse president Macron. Daarin zou hij hun hebben gevraagd in te grijpen. Iets wat de leiders van Ecowas, het regionale samenwerkingsverband, met een militaire interventie dreigden te doen.

Een interventie kwam er niet. Maar tussen de door generaal Abdourahamane Tiani geleide militairen en het regionale blok, dat Niger wel zware sancties oplegde, kwam het nooit meer goed. Een vonnis in december van een Ecowas-rechtbank dat stelde dat Bazoum „arbitrair” werd vastgehouden, werd genegeerd. Een maand later kondigde Tiani aan uit Ecowas te stappen. Samen met de junta’s van Mali en Burkina Faso, die zijn kant kozen.

Lees ook

‘Brexit in de Sahel’: Mali, Burkina Faso en Niger wijzen Ecowas de deur

In de Nigerese hoofdstad Niamey gingen verheugde bewoners de straat op nadat het land, net als Mali en Burkina Faso, had aangekondigd het regionale samenwerkingsverband  Ecowas de wacht aan te zeggen.

De militaire leiders van deze twee landen, ieder met hun eigen coups sinds 2020, werden deze maand in Niamey onthaald op een top. Onder luid applaus zetten de drie mannen in camouflagepakken er hun handtekening onder een document dat hun nieuwe blok, de ‘Alliantie van Sahelstaten’ tot officiële confederatie beklonk.

Mohamed Bazoum in 2022.
Foto Sia Kambou/AFP

Een dag later kwamen in Nigeria de overgebleven West-Afrikaanse staatshoofden bijeen. In hun zaal klonk geen gejuich, maar gesomber. Over een dreigende uiteenvalling van hun blok en daarmee de regio als de drie hun vertrek doorzetten.

Het lot van Bazoum, tot een paar maanden geleden nog het hoofdonderwerp op toppen, was in deze slotverklaring nog slechts een zinnetje bij punt 41: „De conferentie betreurt de aanhoudende detentie en het opheffen van de immuniteit van de voormalig president van Niger, Mohamed Bazoum, en eist zijn onvoorwaardelijke vrijlating.”

Rusland, Iran en Turkije

„Het is teleurstellend”, zegt Reed Brody, een bekende mensenrechtenadvocaat en deel van het team dat Bazoum bijstaat. „Iedereen is met geopolitiek bezig, ook het Westen. Niemand die zich nu nog echt uitspreekt voor de rechten van president Bazoum. Iedereen is weer overgegaan tot de orde van de dag.”

Lees ook

Met coup in Niger houdt Europa bijna geen bondgenoot over in West-Afrika

Nigerezen gingen donderdag, de dag na de staatsgreep de straat op in de Nigerese hoofdstad Niamey.

Juist voor het Westen, en vooral oud-kolonisator Frankrijk, was Bazoum een belangrijke bondgenoot. Hij peinsde er niet over de militaire bases te sluiten die zij in Niger bouwden om jihadisten te bestrijden, noch om afspraken over bijvoorbeeld het indammen van migratie op te zeggen. Alles wat de militairen wel deden. Na eerst de Fransen wezen zij onlangs de Amerikanen de deur. Vorige week kondigden de Duitsers aan dat ook zij vertrekken. Alleen de Italianen blijven. Intussen worden Tiani’s nieuwe partners – Rusland, Iran en Turkije – met alle egards onthaald.

Op Bazoums aanhangers na blijft het in Niger stil, vertelt een politiek analist vanuit Niamey. Terwijl Bazoum niet eens zo impopulair was. „De meeste mensen zien liever dat zijn voorganger wordt vervolgd.” De analist, die vanwege de gevoeligheid van de kwestie vraagt anoniem te blijven (zijn naam is bij de redactie bekend), verwijst naar oud-president – en Bazoums partijgenoot – Mahamadou Issoufou, van wie het hardnekkige gerucht gaat dat hij de coup goedkeurde.

Bliksemafleider

Ook zijn er andere zaken die beginnen te wringen, ziet hij. De prijzen voor voedsel en allerhande producten zijn omhooggeschoten, mede door aanhoudende ruzie met buurland Benin. Jihadisten winnen terrein. Voor de junta is Bazoums vervolging een welkome bliksemafleider, denkt de analist.

Bazoums advocaten hebben ondertussen al maanden geen contact met hem. Zijn telefoon werd in oktober afgepakt, na een „mislukte ontsnappingspoging” – aldus de junta – van Bazoum, diens vrouw en zoon evenals de twee koks die uit loyaliteit bij hem bleven. Hun nieuws komt sindsdien uit de derde hand, zegt advocaat Coulibaly. Een arts mag Bazoum twee keer per week bezoeken. Die belt met de familie. „Zij praten weer met ons.”

Wat ze horen: naar omstandigheden gaat het goed. „De president leest veel, fietst op een hometrainer.” Bazoums zoon Salem (22) werd in januari vrijgelaten. Voor zijn cliënt verwacht Coulibaly „sowieso geen eerlijk proces”. „Het is een militair tribunaal”, schampert hij. „Bazoum wordt berecht door de mensen die hem ten val brachten.”