Israël zal zijn troepen zondag niet terugtrekken uit Zuid-Libanon. Dat maakte de Israëlische premier Netanyahu vrijdag bekend in een verklaring. Daarmee wijkt Israël af van het staakt-het-vuren dat het afgelopen november sloot met de Libanese strijdgroep Hezbollah. Volgens Netanyahu is Libanon zijn verplichtingen onder het bestand niet nagekomen.
Afgesproken was dat Hezbollah zich zou terugtrekken ten noorden van de Litani rivier, waarop het Libanese staatsleger diens aanwezigheid in Zuid-Libanon zou versterken om samen met de vredesmacht van de Verenigde Naties (UNIFIL) een terugkeer van Hezbollah te voorkomen. Ook moeten wapens en militaire infrastructuur van Hezbollah uit het gebied worden verwijderd.
Hezbollah heeft nog niet officieel gereageerd op de aankondiging van Netanyahu. Eerder noemde de strijdgroep geruchten over het overschrijden van de deadline door Israël „een flagrante schending van de overeenkomst” en onacceptabel. Het zou het einde betekenen van het staakt-het-vuren, dreigde Ali Fayyad, een parlementslid van Hezbollah maandag. Het is echter nog de vraag of de groep het daadwerkelijk aandurft de oorlog te hervatten. Ze zijn ernstig verzwakt door hun strijd met Israël, waarin ze hun leider Hassan Nasrallah en enkele duizenden strijders verloren.
Liveblog crisis in het midden-oosten
Israël trekt troepen zondag niet terug uit Libanon, wijkt af van staakt-het-vuren-afspraak
Wie in Kiryat Moshe, een wijk in het westen van Jeruzalem met veel orthodoxe joden, zoekt naar het kantoor van HaTzionut HaDatit, de Religieus Zionistische Partij van de extreemrechtse minister van Financiën Bezalel Smotrich, komt voor verrassingen te staan. De partij meldt op internet dat ze hier in een kantoorgebouw is gevestigd en een portier bevestigt dat: „Ze zitten op de vierde verdieping in de vleugel hiernaast.” Daar is echter niets te vinden.
Een passerende man op de gang zegt het te weten: „O, je zoekt die fascisten”, roept hij, „die mensen die ik verafschuw, die zitten op de vijfde etage.” Daar is inderdaad een bordje, dat op hun aanwezigheid duidt. Maar een dame die de deur na aanbellen opent ontkent stellig dat dit een partijkantoor is. „De partij is onlangs verhuisd naar de vierde etage.”
Het kantoor van de partij mag moeilijk te traceren zijn, voor premier Benjamin Netanyahu is zij van levensbelang. Zonder haar steun kan zijn regering makkelijk ten val komen. En het probleem voor Netanyahu is dat Smotrich fel tegen de huidige wapenstilstand met Hamas in de Gaza-oorlog is gekant. Smotrich staat erop dat Israël na de eerste fase van het bestand, waarbij 33 Israëlische gijzelaars moeten vrijkomen in ruil voor enige honderden Palestijnse gevangenen, de strijd hervat. Zo niet, dreigt hij, dan stapt hij uit de regering.
Stoppelbaard
Smotrich staat niet alleen in zijn verzet tegen de wapenstilstand. „Ik schat dat 70 tot 80 procent van de Israëlische bevolking het onaanvaardbaar vindt dat Hamas in de Gazastrook kan blijven zitten”, zegt de zestigjarige Aron Lasry, een man met een stoppelbaard en een keppeltje die net inkopen bij een supermarkt in Kiryat Moshe heeft gedaan. „Ik wil dat ook niet. Hopelijk ziet Hamas dat in bij de onderhandelingen over de tweede fase van het bestand, maar anders moet er maar worden doorgevochten.”
Netanyahu zelf heeft ook altijd gezegd dat voortzetting van het Hamasbestuur in Gaza voor hem onaanvaardbaar is. Of 70 procent van de Israëliërs er zo over denkt, is overigens de vraag: velen menen dat na ruim een jaar oorlog is aangetoond dat Hamas zich niet met geweld laat verdrijven.
„Smotrich wekt de indruk dat hij garanties van Netanyahu heeft gekregen dat het leger het karwei in Gaza mag afmaken”, zegt Mairav Zonszein, Israël-analist van de International Crisis Group, een vooraanstaande denktank. Daarnaast heeft Smotrich waarschijnlijk in ruil voor zijn aanblijven in de regering extra concessies bedongen voor kolonisten op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. „Het is daar nu zelfs nog gespannener dan gewoonlijk. Ik ben ervan overtuigd dat dit met de onderhandelingen over het Gaza-bestand heeft te maken”, aldus Zonszein telefonisch.
Smotrich, die zich opwerpt als beschermheer van de kolonisten en daartoe naast zijn financiële portefeuille ook formeel bevoegdheden heeft, moet intussen behoedzaam opereren. Hij heeft veel te verliezen. In opiniepeilingen staat zijn partij op verlies. Hij zou mogelijk zelfs de kiesdrempel bij volgende verkiezingen niet halen. Samen met Otzma Yehudit (Joodse Kracht), de partij van de zo mogelijk nog rechtsere Itamar Ben-Gvir, wist hij eind 2022 veertien zetels in het parlement te winnen. Maar de vraag is of Ben-Gvir, die wegens het bestand wél uit de regering is getreden, bereid is weer de krachten te bundelen in een lijstverbinding met Smotrich.
Superioriteit van de Joden
„Ben-Gvir kan het zich permitteren de regering ten val te brengen”, zegt Zonszein. „Zijn partij overleeft dat wel. Hij is veel populairder dan Smotrich, wiens aanhang minder stabiel is. Ben-Gvir is niet alleen overtuigd van de superioriteit van de Joden, maar hij is ook in veel opzichten een anarchist die het bestaande systeem het liefst op zijn kop zet.”
Ook in de Jeruzalemse wijk Kiryat Moshe geniet Ben-Gvir veel aanhang. Zijn aanhangers prijzen zijn consequente standpunten. „Hij is tegen de wapenstilstand omdat hij principieel vindt dat gijzelaars niet moeten worden geruild tegen Palestijnse terroristen”, legt Aron Lasry uit. „Dat heeft hij in het verleden ook al dikwijls betoogd.”
Intussen geniet niet de Gazastrook maar de Westelijke Jordaanoever prioriteit voor Smotrich en Ben-Gvir. Beiden wonen daar in volgens internationaal recht illegale nederzettingen. Annexatie van het gebied is hun hartewens. „Een religieuze fundamentalist als Smotrich is bereid daarvoor alles op te offeren, ook de wapenstilstand en de gijzelaars”, zegt Dahlia Scheindlin, een andere bekende analist. „En hij is ervan overtuigd dat hij daarmee het juiste doet. Zijn religieuze ideologie is het enige wat voor hem telt.”
Afhankelijk van Trump
Paradoxaal genoeg lijkt het lot van het bestand nu mede afhankelijk van de Amerikaanse president Donald Trump, die zelf de afgelopen weken meehielp Hamas en vooral Israël over de streep te trekken. Tot teleurstelling van de extreemrechtse partijen, die in Trump juist een bondgenoot meenden te zien voor annexatie van de Westoever. De door Trump voorgedragen ambassadeur in Israël, Mike Huckabee, is daarvan bijvoorbeeld een verklaard voorstander. Annexatie zou echter de door Trump vurig gewenste normalisering van de relatie tussen Israël en Saoedi-Arabië doorkruisen.
Het blijft afwachten hoe Smotrich, Ben-Gvir en de anderen hun kaarten spelen de komende weken, wanneer het bestand met Hamas een vastere vorm zou moeten krijgen. Ze staan daarbij tegenover een geduchte tegenstander. „Netanyahu is zeker een van de meest veerkrachtige politici van zijn generatie”, zegt Zonszein. „Waarschijnlijk heeft hij alweer een plan klaarliggen om de interne crisis waarop het kabinet afstevent de komende weken aan te pakken.”
Scheindlin sluit niet uit dat de Saoediërs een kat in de zak krijgen aangeboden. „Dat Trump en Netanyahu bijvoorbeeld zeggen: als je nu normaliseert, zullen we de annexatie nog een tijdje uitstellen. In veel opzichten is die annexatie er feitelijk toch al, hij is alleen nog niet officieel uitgeroepen.”
Lees ook
Op de Westelijke Jordaanoever is er geen staakt-het-vuren: kolonisten trokken brandstichtend door Palestijns dorp
De samenwerking tussen Google en de Israëlische strijdkrachten gaat verder dan tot nu toe bekend was. Kort na de Hamas-aanvallen van 7 oktober 2023 blijkt Google technologie op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) te hebben gedeeld met het leger, de Israel Defense Forces (IDF), onthulde The Washington Post deze week.
Het was al bekend dat Google clouddiensten levert aan het leger. Die samenwerking zorgde vorig jaar voor grote onrust binnen het bedrijf. In totaal 50 werknemers die protest aantekenden werden ontslagen, met het argument dat persoonlijke politieke opvattingen de bedrijfsvoering niet in de weg mogen zitten.
Het leger en de overheid in Israël kozen Google en Amazon in 2021 uit als partners in Nimbus, een project dat draait om cloud-infrastructuur, een aanbesteding ter waarde van 1,2 miljard dollar. Microsoft verloor hierdoor zijn positie als Israëls hofleverancier voor clouddiensten. In de aanbesteding werd ook verwezen naar de levering van niet nader omschreven „geavanceerde diensten”; onder meer, zo bleek al snel, de levering van AI-diensten aan de Israëlische overheid. Dat de samenwerking op dit vlak zich ook uitstrekt tot het leger was nog niet eerder bekend.
Petities en protesten
Nimbus was onder werknemers van Google en Amazon al snel omstreden. Zij maakten bezwaar in petities en protesteerden meermaals, omdat ze vreesden dat het project zou bijdragen aan mensenrechtenschendingen in Israël. In een in 2022 uitgelekte presentatie stond al dat Google ook AI-programma’s aanbiedt voor het op grote schaal verzamelen van data, gezichtsherkenning en het automatisch volgen van mensen of objecten. Google en Amazon bouwden in 2022 en 2023 datacentra in Israël zelf, zodat data niet in andere landen opgeslagen hoeft te worden en daar dus ook niet kan worden opgevraagd.
Eerder wist Time Magazine al te melden dat het Israëlische ministerie van Defensie gebruik maakt van de clouddiensten van Google. The Washington Post schrijft nu, op basis van interne documenten van Google, dat er behalve clouddiensten ook AI-technologie wordt geleverd. Zulke programma’s zouden belangrijk kunnen zijn voor het automatisch sorteren en analyseren van data op grote schaal in gevechtssituaties.
Israël doodde een van Irans belangrijkste nucleaire wetenschappers met de hulp van een met AI uitgerust machinegeweer
De IDF lijkt met name geïnteresseerd te zijn geweest in Vertex, een programma waarmee je zelf AI-algoritmes kunt bouwen. Een werknemer van Google waarschuwt in een document dat het leger naar concurrent Amazon zal gaan, als Google niet meer toegang geeft tot deze technologie. Google en Israël ontkennen dat Nimbus wordt toegepast in gevechtssituaties. Wel zei een Israëlische functionaris op een conferentie in 2024 dat er dankzij de Nimbus-cloud „fenomenale dingen gebeuren tijdens het vechten die een belangrijk deel van de overwinning zijn”.
Datzelfde jaar ontdekte online nieuwsmedium The Intercept dat twee Israëlische wapenfabrikanten, die onder meer drones en raketten produceren, gebruik maken van de clouddiensten van Google en Amazon.
Lees ook
Protesterende werknemers bij Google door project Nimbus
Hoewel het onduidelijk is hoe de AI-diensten van Google en Amazon precies toegepast worden, zet de IDF al zeker sinds 2021 artificiële intelligentie in bij geweldsoperaties: dat jaar doodde Israël een van Irans belangrijkste nucleaire wetenschappers met de hulp van een met AI uitgerust machinegeweer. In Gaza gebruikte de IDF afgelopen jaren AI-technologiën op grote schaal, blijkt uit onderzoek en getuigenissen van leger- en veiligheidsbronnen in verschillende media.
AI-defensiestrategie
Israël heeft sinds Nimbus een eigen AI-defensiestrategie ontwikkeld, waarin big data een grote rol spelen. Eind 2023 schreven de Israëlische journalist Yuval Abraham, en The Washington Post en The Guardian dat de IDF gebruikt maakt van verschillende AI-systemen bij bombardementen in Gaza. Vooral de programma’s ‘The Gospel’ en ‘Lavender’ zijn gericht op automatisering bij surveillance en het selecteren van aanvalsdoelen, en leunen daarbij op het gebruik van grote hoeveelheden data. Zo zei een militair in The Guardian dat hij „twintig seconden voor elk doel investeerde” en „als mens nul toegevoegde waarde had, behalve als stempel van goedkeuring”.
Israël ontkende dat het deze programma’s bij het bepalen van aanvalsdoelen gebruikt, maar zei dat het een „database” heeft om „om inlichtingenbronnen met elkaar te vergelijken”.
Het is de vraag hoe lang de IDF grote techbedrijven nog nodig heeft voor zijn militaire AI-ambities. Begin januari zette het een eigen AI-divisie op, en bij de aankondiging maakte het duidelijk dat het daarbij vooral een beroep wil gaan doen op binnenlandse bedrijven. Het heeft al een sterke wapen- en cybersurveillance-industrie.
De Amerikaanse president Donald Trump stuurt een man naar Brussel als nieuwe ambassadeur bij de Europese Unie die in 2017 als beoogd minister nog het veld moest ruimen vanwege huiselijk geweld en het jarenlang in dienst hebben van een illegale immigrant als huishoudster.
De 74-jarige Andrew Puzder wordt de vooruitgeschoven post van Trump bij de EU, waar hij de Amerikaanse belangen gaat verdedigen en de diplomatieke relatie moet onderhouden. Die relatie staat met het aantreden van Trump onder druk. De president zei maandag in zijn inauguratiespeech nog weinig over Europa, maar een dag later haalde hij hard uit vanwege het feit dat de Europese Unie veel meer uitvoert naar de VS dan andersom. „De EU is heel slecht voor ons. Ze behandelen ons heel slecht. Ze nemen onze auto’s niet. Ze nemen onze landbouwproducten niet.” Hij dreigde dat naast Mexico en Canada ook de EU zich op hoge invoertarieven kan voorbereiden.
High Class Battered Women
Andrew Puzder wordt dus een belangrijke persoon voor de Europese Commissie. Hij was vooral bekend als ceo van CKE Restaurants, in de VS bekend door de fastfoodketens Carl’s Jr en Hardee’s. Hij hielp deze bedrijven, zo schrijft hij op zijn eigen website, tussen 2000 en 2017 om te vormen tot wereldwijd bekende fastfoodketens.
De benoeming van Puzder moet nog worden goedgekeurd door de Amerikaanse Senaat. Dat kan nog een kwestie worden, want in 2017 was Puzder genoodzaakt zich terug te trekken omdat hij niet genoeg steun zou krijgen om minister van Werkgelegenheid te worden. Nadat Trump hem had voorgedragen, kwam hij in opspraak door onthullingen van Politico. De nieuwssite ontdekte dat zijn ex-vrouw in 1990 in The Oprah Winfrey Show vermomd was verschenen in de aflevering ‘High Class Battered Women’, over mishandelde vrouwen. Zijn ex beschuldigde hem van huiselijk geweld. Hij zou na hun scheiding gezworen hebben wraak te nemen. Puzder heeft dit altijd ontkend. Zijn ex-vrouw trok na de uitzending de beschuldigingen in, als onderdeel van een regeling voor de voogdij over hun kinderen.
Politico bracht ook het nieuws dat Puzder jarenlang belasting had ontweken door een illegale migrant voor zijn huishouding in dienst te hebben. Daardoor verloor hij de steun van Republikeinse Senatoren. Hij trok zich nog vóór de hoorzitting terug.
Bij de nieuwe voordracht schrijft Trump op Truth Social over Puzder: „Andy is een succesvolle advocaat, zakenman, economisch commentator en auteur.” Als ceo leidde hij volgens Trump het bedrijf uit ernstige financiële moeilijkheden. „Andy zal uitstekend werk leveren om de belangen van onze natie in deze belangrijke regio te vertegenwoordigen.”
in 2017 was er in St. Louis bij fastfootketen Hardee’s protest tegen Puzder als beoogd minister van Werkgelegenheid onder meer omdat hij tegen een minimumloon was. Foto Jeff Curry / Getty Image
Mitt Romney
Puzder begon zijn carrière als advocaat en staat bekend als een uiterst rechts-conservatieve denker. Hij schreef diverse boeken. Hij was in 2011 betrokken bij de campagne van de Republikeinse presidentskandidaat Mitt Romney, die uiteindelijk verloor van Barack Obama en later, in 2019, de enige Republikeinse senator was die voor het gedwongen aftreden (impeachment) van Trump stemde. Puzder sloot zich in 2014 al bij Trump aan. Hij hielp hem in Californië geld op te halen en doneerde hem zelf ruim 300.000 dollar. Of hij aan de laatste campagne gedoneerd heeft, is niet duidelijk.
De andere, minstens zo belangrijke, Amerikaanse diplomatieke post in Brussel is die van NAVO-ambassadeur. Daar heeft Trump eind vorig jaar zijn voormalige plaatsvervangend openbaar aanklager Matthew Whitaker voor aangewezen. Whitaker was eerder openbaar aanklager in Iowa. Hij heeft, voor zover bekend, geen ervaring met de krijgsmacht of met buitenlandse betrekkingen. Belangrijk voor zijn toekomstige rol is dat bondgenoten de zekerheid hebben dat hij verwoordt wat de president vindt. Whitaker heeft de juridische onderzoeken naar Trump van de afgelopen jaren regelmatig openlijk bekritiseerd, onder meer op Fox News.
Lees ook
Schandalen geen bezwaar, ervaring geen vereiste – in de nieuwe regering van Donald Trump
De opluchting onder Aziatische beleggers duurde amper 24 uur. De nieuwe Amerikaanse president Donald Trump had niet direct na zijn aantreden op maandag de beloofde invoerheffingen (tot wel 60 procent) ingesteld op import uit China. Een dag later doken de beurzen in Shanghai en Hongkong alsnog in het rood: Trump dreigde met een belasting van 10 procent op alle invoer uit China om het land te straffen voor zijn gebrekkige aanpak van de handel in de drug fentanyl. Buurlanden Canada en Mexico hangen om diezelfde reden – en vermeend laks optreden tegen immigratie – zelfs heffingen tot 25 procent boven het hoofd. Wat is de rol van China in de productie van fentanyl en waarom is dit thema zo belangrijk in de relatie met de VS? ? Vier vragen over een dodelijke pijnstiller en de relatie tussen twee grootmachten.
1 Wat is fentanyl en wat heeft China ermee te maken?
Fentanyl is een synthetisch opiaat, vele malen sterker dan bijvoorbeeld morfine of heroïne. Het middel is goedkoop en zeer verslavend, het heeft in de Verenigde Staten miljoenen gebruikers. Door de zeer krachtige werking komen overdoses veel voor. Volgens de laatst beschikbare cijfers, uit augustus 2024, kwamen in de voorgaande twaalf maanden bijna 56.000 mensen om het leven door een overdosis met een synthetisch opiaat, meestal fentanyl.
Het middel wordt vooral gemaakt door drugskartels in Mexico, die de fentanyl vervolgens de Verenigde Staten binnensmokkelen. De productie van de drug is zo simpel „alsof je kippensoep maakt”, vertelde een cook in een Mexicaans drugslab afgelopen zomer aan persbureau Reuters. Hij demonstreerde hoe hij zonder gespecialiseerde apparatuur fentanyl kon maken door bij kamertemperatuur enkele ingrediënten te mengen.
Die ingrediënten hebben – net als fentanyl zelf – veel legitieme toepassingen, bijvoorbeeld in de medische zorg en de chemische industrie. Ze worden in China op grote schaal geproduceerd en verkocht. De Reutersjournalist kon via internet voor 3.600 dollar bij Chinese leveranciers alles bestellen wat hij nodig had om drie miljoen pillen te produceren.
Lees ook
Heroïne spuiten in de auto, met je kleinkind op de achterbank
2 Waarom vindt Trump dit zo belangrijk?
Als een totale verrassing kwam Trumps aankondiging niet. In november, kort na zijn verkiezing, dreigde hij op zijn sociale netwerk Truth Social al met deze heffingen voor de drie landen. Volgens Trump is China zijn beloften om de productie van fentanyl te bestrijden, waaronder het opleggen van de doodstraf aan drugshandelaren, niet nagekomen.
In Republikeinse kringen heeft de theorie dat China fentanyl moedwillig gebruikt om Amerika te verzwakken veel aanhang. Howard Lutnick, Trumps beoogde minister van Handel die de importheffingen moet onderzoeken en implementeren, beweerde tijdens de campagne dat „China Amerika aanvalt met fentanyl” – wat China tegenspreekt.
Tijdens zijn vorige termijn was de bestrijding van fentanyl ook een speerpunt in Trumps Chinabeleid. Op Trumps aandringen nam China in 2017 maatregelen om de handel in fentanyl en verwante stoffen aan banden te leggen. Ze plaatsten als eerste land ter wereld de productie en export van alle vormen van fentanyl permanent onder strenge controles, een stap waar de Verenigde Staten blij mee waren.
3 Wat heeft China gedaan? En werkte dat?
Op grond van hun afspraken wisselen China en de Verenigde Staten geregeld informatie met elkaar uit. China werkt mee aan het aanpakken van de illegale geldstromen die de fentanylmarkt financieren, en begon in augustus 2024 met het strenger reguleren van grondstoffen voor de fentanylproductie.
Dat het aantal doden door overdoses in de Verenigde Staten sinds eind 2023 elke maand daalt zou, naast verbeterde toegang tot medicatie die een overdosis kan terugdraaien, te maken kunnen hebben met deze Chinese maatregelen.
Daarmee is de handel niet gestopt. Volgens Yu Haibin, een inspecteur van het Chinese drugscontrolebureau, komt dat vooral doordat het merendeel van de stoffen waarmee fentanyl wordt gemaakt veel andere toepassingen hebben. China kan de handel in die legale stoffen niet aan banden leggen, vertelde hij recent aan de Chinese partijkrant Global Times.
Volgens Amerikaanse onderzoekers kan China wel meer doen, zoals het vervolgen van criminele producenten en verkopers.
Een middel dat gebruikt om het effect van overdosis te bestrijden wordt opgehangen in het metrostation van Harvard. Foto Pat Greenhouse/The Boston Globe
4 Hoe reageert China op de nieuwe dreigementen?
In China zijn sommige commentatoren verbaasd dat Trump juist over fentanyl begint, een onderwerp waarop de afgelopen jaren diplomatieke vooruitgang is geboekt.
Maar zo gek is dat niet. De bestrijding van fentanyl is al verschillende keren een symbool geworden voor de relatie tussen beide landen. China zette die in 2022 stop toen Nancy Pelosi tegen China’s zin Taiwan bezocht, in 2023 werd de samenwerking hervat en zegde de Chinese president Xi Jinping nieuwe maatregelen toe.
Lees ook
Trumps invoerheffingen: politiek pressiemiddel of opmaat naar handelsoorlog?
Trump doet nu iets vergelijkbaars als wat China eerder deed, door China’s prestaties op het gebied van de bestrijding van fentanyl te verbinden aan de discussie rond importheffingen. Hij suggereert dat als China de drugssmokkel actiever aanpakt, de economische relatie kan verbeteren.
Politicoloog Zha Daoxiong van Peking University voorspelde vorig jaar al dat fentanyl opnieuw de focus zou kunnen worden van „diplomatieke strijd” tussen de geopolitieke rivalen. Dat soort politisering van een maatschappelijke crisis is voor niemand goed, schreef hij.
Volgens Trump heeft hij het thema vorige week, nog voor zijn aantreden, besproken in een „prettig” telefoongesprek met president Xi Jinping. Wat Xi zei, blijft onbekend. Eerder benadrukten Chinese woordvoerders dat de „fundamentele oorzaken van de overdoseringen in de Verenigde Staten zelf liggen”.
Lees ook
De straten van Tijuana liggen vol met drugsverslaafden, maar de Mexicaanse regering wil niet spreken van een crisis
„Koning Willem-Alexander en zijn echtgenote moeten naar Kenia komen. Als ze maar zich ervan bewust zijn dat sommige Kenianen hun bezoek zien als een steunbetuiging aan president Ruto”. Dit zegt de prominente Keniaanse onderzoeksjournalist en opiniemaker John-Allen Namu (41), die op 16 februari in Amsterdam de Mandela-lezing houdt over de protestbewegingen in zijn land.
Een groepje Keniaanse influencers in binnen- en buitenland grijpt sinds enkele weken het aanstaande bezoek van het koninklijke echtpaar met een digitale campagne aan als politiek drukmiddel. Ze vinden het bezoek ongepast, wegens de mensenrechtenschendingen onder Ruto’s gezag. Demonstraties van jongeren tegen hogere belastingen op consumptiegoederen, brandstof en internetgebruik werden vorig jaar hardhandig neergeslagen.
De demonstranten bestormden het parlement, de politie schoot met scherp, zeker 42 mensen kwamen om. Die betoging groeide in de weken daarna uit tot de campagne „Ruto must go”, waarop de overheid reageerde met ontvoeringen van jongeren.
Sindsdien protesteren de jongeren veelal online, ook met gevaar voor eigen leven. Op de ochtend dat Namu met NRC praat, staan er verhalen in Keniaanse kranten over weer een vermoorde jonge activist. Zo gaat het al weken. Geheime agenten, veelal gemaskerd en in auto’s zonder kenteken, ontvoerden de afgelopen zes maanden op klaarlichte dag meer dan tachtig activisten, van wie enkelen dood werden teruggevonden.
Ruto is het doelwit van de activisten, het bezoek van de koninklijke familie half maart een instrument om hem te raken. Hoeveel steun de online protesten hebben, valt volgens Namu onmogelijk te zeggen. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Handel kreeg tot afgelopen vrijdag 850 mails met het verzoek het staatsbezoek af te blazen. Namu zegt: „De actie is geen veroordeling van de Nederlandse koning. Maar het bezoek vindt niet in een vacuüm plaats en bezoekers aan Kenia moeten zich tenminste daarvoor gevoelig tonen.”
‘Digitale rukkers’
De online activisten spuien hun gal niet alleen over het koninklijke bezoek, maar over alles waarmee ze Ruto kunnen ondermijnen. Ze publiceerden cartoons met Ruto in een lijkkist en vuren digitale pijlen af op de Afrikaanse Unie, die volgende maand stemt over de kandidatuur van een door Ruto gesteunde politicus als leider van de organisatie. Een lobbyorganisatie die werd ingehuurd door de regering, werd bedolven onder e-mails.
De overheid toont zich steeds geïrriteerder door de acties. Ruto’s adviseur David Ndii schold de activisten uit voor „digitale rukkers”, Ruto zelf fulmineerde dat ouders hun kinderen beter moeten opvoeden, en de regering dreigt haar greep op het internet te verstevigen. De regering ging het afgelopen weekend in de tegenaanval met een digitale campagne waarin de sterke vriendschaps- en economische banden tussen Nederland en Kenia worden bejubeld.
Grote straatprotesten zijn er niet meer. De vraagt rijst of de Gen Z-activisten zoveel aanhang hebben verloren dat ze zich beperken tot internetacties. „Zo simpel ligt het niet”, stelt journalist John-Allan Namu. „Na de ontvoeringen en de moorden zijn veel jongeren bang geworden voor de knuppels en de kogels. Hun uitlaatklep van vrije expressie werd afgesloten toen de politie vorig jaar juni buiten het parlement op hen schoot.”
Namu zegt dat het misschien lijkt alsof het protest alleen online plaatsvindt: „Maar kijk naar wat er in het land gebeurt. Omstanders grepen in en beletten geheime agenten om jongeren te ontvoeren, en het lichaam van de vandaag vermoorde opponent werd door een boze menigte uit het lijkenhuis ontvoerd. Dat betekent dat er iets onder de oppervlakte borrelt. Het valt moeilijk te kwantificeren, maar het mag niet worden genegeerd.”
Een demonstrant in Nairobi wordt aangehouden bij een protest begin januari tegen ontvoeringen van activisten Foto DANIEL IRUNGU / EPA
Gouden horloges
De campagne op sociale media is een guerrilla zonder leiders. Iedere stem wordt versterkt door de andere. Volgens Namu vertegenwoordigt Gen Z (geboren tussen 1995 en 2010) dat deel van de bevolking dat vragen stelt over welke kant het uitgaat met Kenia. De protestbeweging richt zich op de arrogantie van de macht. De repressie uit de koloniale periode is voortgezet door alle onafhankelijke regimes die daarna zijn gekomen. De jongeren zijn de gouden horloges van de politici beu, de schaamteloze corruptie, en alle andere slechte gewoontes waartegen het verzet voorheen uitbleef. Toen gold het als ongepast om ouderen te kritiseren.
„Onze politieke klasse is cynisch en verstoken van enige vorm van moraliteit”, zegt Namu, die zelf een aantal corruptieschandalen onthulde, zoals de verkoop van nepkunstmest door het ministerie van Landbouw aan Keniaanse boeren. „De boodschap rondom het Gen Z-protest is een vraag over de ziel van Kenia. Bouwen we een land op waarin de burgers het gevoel hebben dat ze in waardigheid kunnen leven? Als je ziet dat jongeren zo bezorgd zijn dat ze als groep politiek actiever worden, moet je hun vragen serieus nemen. Daarom zijn de protesten van Generatie Z belangrijk. Het is urgent en het gebeurt op het hele continent.”
Sinds begin deze week patrouilleert het Nederlandse fregat Zr.Ms. Tromp in de Oostzee, tussen Estland en Finland. Samen met Zr.Ms. Luymes, gespecialiseerd in het in kaart brengen van de zeebodem, en de Duitse mijnenjager Datteln surveilleert de Tromp namens de NAVO tot begin maart in de Finse Golf en de Oostzee. Doel van de missie: beschermen van de onderzeese infrastructuur die de omringende landen met elkaar verbindt en van belang is voor West-Europa. Denk daarbij aan leidingen en kabels voor energie, elektriciteit en dataverkeer.
Nederland neemt hiermee deel aan de NAVO-operatie Baltic Sentry. Na een aantal incidenten waarbij Chinese en Russische schepen kabels kapot trokken door hun ankers over de zeebodem te laten slepen, kiest de NAVO voor verhoogde surveillance in de Oostzee (internationaal bekend als de Baltic Sea). Samen met NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte kondigden de leiders van de acht landen rond de zee vorige week in Helsinki de nieuwe NAVO-operatie aan: schepen, vliegtuigen en drones zullen de komende tijd intensief patrouilleren in het gebied. Daar moet ook een afschrikwekkende werking van uitgaan.
Zo ontwikkelt de Oostzee zich tot strijdtoneel, een van de locaties waar het Westen de confrontatie aangaat met Rusland. Het is hybride oorlogsvoering: het Westen verdedigt zich tegen vermeende Russische acties die niet meteen leiden tot een gewapende reactie. Gevaarlijk is het wel. Naast de sabotage van onderzeese kabels neemt het verstoren van communicatie voor verkeersvliegtuigen boven Finland, Polen en de Baltische staten toe, door middel van gps-jamming. Opvallend is overigens dat de Verenigde Staten vrijwel geen rol spelen bij de NAVO-operatie. De bescherming van de Oostzee laat zien hoe Europa zich soms verdedigt zonder Amerikaanse steun.
Het Nederlandse fregat Zr.Ms. Tromp is in de Oostzee om mee te doen aan de NAVO-operatie Baltic Sentry. Met schepen, vliegtuigen en drones wordt de komende tijd intensief in het gebied gepatrouilleerd. Foto Ints Kalnins/Reuters
Tweeduizend schepen per dag
Eén van de kenmerken van hybride oorlogsvoering is dat een dader eenvoudig kan ontkennen verantwoordelijk te zijn. Dat speelt ook in de Oostzee. Dát de schepen schade hebben veroorzaakt, lijkt vast te staan. Onderzocht wordt of opzet in het spel was. En zo ja, opereerden de schepen in opdracht van Moskou en hoe bewijs je dat?
Volgens anonieme bronnen bij Amerikaanse en Europese veiligheidsdiensten is er nog geen bewijs dat opzet in het spel was, aldus The Washington Post afgelopen weekend. Het is, schrijft de krant, aannemelijk dat het ging om ongelukken, mede veroorzaakt door de slechte staat van de schepen en onkunde van de bemanning.
Een Finse parlementariër noemde de conclusie van de krant onzin. Ook de drie Baltische ministers van Defensie, vorige week op uitnodiging van hun collega Ruben Brekelmans bijeen in Den Haag, zijn overtuigd van kwade opzet.
Decennialang ging er nooit iets mis met de circa tweeduizend schepen die dagelijks over de Oostzee varen. In oktober 2023 begon het met het in Hongkong geregistreerde containerschip Newnew Polar Bear, dat de gaspijpleiding Balticconnector beschadigde.
Het jongste incident stamt van Eerste Kerstdag. Toen trok het anker van de Eagle S, onderdeel van de Russische schaduwvloot waarmee buiten sancties om olie wordt vervoerd, de elektriciteitskabel Estlink 2 en vier telecomkabels tussen Estland en Finland kapot. Finland dirigeerde het schip naar een Finse haven. De olietanker, die zich recent ook verdacht ophield bij de Nederlandse kust, zou spionage-apparatuur aan boord hebben. Het onderzoek door de Finse autoriteiten is nog gaande. Negen van de 24 bemanningsleden mogen Finland niet verlaten, de Georgische kapitein wordt verhoord.
Ideeën verzamelen
Wat zou Rusland willen bereiken met sabotage-acties? Wil Moskou testen hoe de NAVO reageert? Of is het de bedoeling Europeanen angst aan te jagen?
Hanno Pevkur, de Estse minister van Defensie, denkt dat Russische geheime diensten ideeën verzamelen, zo vertelt hij in de Estse ambassade in Den Haag. „Hoe kunnen we westerse samenlevingen raken? Inmenging in verkiezingen, aanslagen op dissidenten, infrastructuur saboteren, alles kan. Ze hebben twee doelen. Ten eerste willen ze onze aandacht weghalen van Oekraïne. Ten tweede willen ze verdeeldheid zaaien in het Westen. Daarom zijn ze zo actief met beïnvloeding in Hongarije, Slowakije, Roemenië, Moldavië, Georgië. Poetin wil aantonen dat er geen westerse eenheid is, en dat artikel 5 van de NAVO, elkaar beschermen, niet zal werken als het er echt toe doet.”
Hanno Pevkur, minister van Defensie van Estland. Foto Toms Kalnins/EPA
Een aanvullend motief voor sabotage, zegt Pevkur, is mogelijk dat de drie Baltische landen zichzelf na tien jaar voorbereiding binnenkort loskoppelen van het Russische elektriciteitsnetwerk en aan het Europese netwerk worden gekoppeld. Ook al was er voor burgers geen direct gevolg merkbaar van de uitschakeling van Estlink 2, de schade bedraagt volgens Pevkur 100 miljoen euro, wat zal leiden tot een hogere elektriciteitsprijs voor de Estse consument.
Finse assertiviteit
Zowel bij de presentatie van NAVO-operatie Baltic Sentry als bij een panelgesprek met de Baltische defensieministers in Den Haag werd met bewondering gesproken over de Finse inbeslagname van de Eagle S. Een dag na het incident riep de Finse kustwacht het verdachte schip op om vanuit de exclusieve economische zone (EEZ) van Finland, behorend tot de internationale wateren, naar de territoriale wateren van Finland te varen. Daar ging de Finse kustwacht aan boord. De tanker ligt nu aan de ketting in de haven van Porvoo, ten oosten van Helsinki.
De Eagle S is gebouwd in China, vaart onder de vlag van de Cookeilanden en is eigendom van een bedrijf uit Dubai. De Finse advocaat van de eigenaar vecht de aanhouding van het schip aan. Cruciaal daarbij is waar die precies plaatsvond, en hoeveel druk er op de bemanning is uitgeoefend.
Het assertieve Finse optreden voorkwam niet alleen schade aan de nabij gelegen kabel Estlink 1, ook schiep het een precedent voor interventies bij sabotage.
De Oostzeelanden bestuderen gezamenlijk welke acties er nu binnen het zeerecht mogelijk zijn en of er aanpassingen nodig zijn. In het VN-verdrag UNCLOS is niets vastgelegd over dergelijke situaties, omdat sabotage van onderzeese infrastructuur nooit aan de orde was. We zijn gebonden aan het internationaal recht, zegt minister Pevkur. „Anders kan Poetin makkelijk zeggen: jullie verwijten mij het internationaal recht te schenden in Oekraïne, maar wat doen jullie zelf in de Oostzee?” Zolang schepen het internationaal recht respecteren, kunnen ze niet worden geweerd uit de Oostzee, ook de Russische schaduwvloot niet.
Pevkur: „We kunnen de wetgeving wel een beetje aanpassen. Het zou makkelijker moeten worden om aan boord te gaan van schepen die cruciale infrastructuur bedreigen, ook al varen ze in internationale wateren. Nu kan dat bijvoorbeeld als er grote milieuschade dreigt. We willen het risico op sabotage daaraan toevoegen.”
Elina Valtonen, de minister van Buitenlandse Zaken van Finland. Foto Valentyn Ogirenko/Reuters
De snelle actie van de Oostzee-landen laat zien dat de NAVO steeds alerter reageert op sabotage-acties. „We hebben veel vooruitgang geboekt”, zei de Finse minister van Buitenlandse Zaken, Elina Valtonen, tijdens een kort bezoek aan Den Haag. „Twee jaar geleden werd er nog niet veel gesproken over hybride acties en beschadiging van vitale infrastructuur. Maar Rusland heeft zijn acties nogal opgevoerd. Je ziet uiteenlopende acties in de hele alliantie. Niet alleen in Europa, ook in de VS: desinformatie, cyberaanvallen. Het bondgenootschap is nu beter in staat hierop te antwoorden.”
Sinds december vragen de kuststaten, waaronder Nederland, schepen naar hun verzekering, zegt Valtonen. Schepen die daar niet op reageren, worden geregistreerd. De infrastructuur wordt beter bewaakt en onderzoek naar de juridische mogelijkheden vlot volgens Valtonen gestaag. „Het is misschien nog niet genoeg om ons tot in eeuwigheid tegen alles te beschermen, maar het is heel wat.”
Bescherming van onderzeese infrastructuur is om uiteenlopende redenen gecompliceerd. „Baltic Sentry laat zien welke uitdagingen bescherming van de infrastructuur met zich mee brengt”, zei NAVO-opperbevelhebber Christopher Cavoli vorige week na een reguliere vergadering van het Militair Comité van de NAVO.
„De jurisdictie is complex”, zei Cavoli. „Sommige infrastructuur is nationaal, sommige commercieel, soms gaat het om nationale wateren, soms om internationale. Er is een ingewikkelde mix van instellingen verantwoordelijk, soms een ministerie van Binnenlandse Zaken, soms de kustwacht, de politie, een internationale organisatie, een onderneming. In elke casus werken we heel zorgvuldig samen met de relevante autoriteit. We delen informatie over wat zich op en in de zee afspeelt.”
Europese actie
De Oostzee laat ook zien dat Europeanen defensie-klussen op zich kunnen nemen zonder Amerikaanse inbreng. Tien Noord-Europese landen hebben zich aaneengesloten in de Joint Expeditionary Force (JEF), een soort coalition of the willing met een leidende rol voor het Verenigd Koninkrijk. De JEF-staten liepen voorop bij de levering van wapens aan Oekraïne en stuurden in 2023 schepen naar de Oostzee na een eerste sabotage-actie. Na de sabotage door de Eagle S activeerde JEF een AI-systeem dat de locatie-gegevens van schepen permanent analyseert.
Ook Baltic Sentry is een voorbeeld van Europese zelfstandigheid. De missie bestaat uit Europese schepen en valt deels onder verantwoordelijkheid van het regionale NAVO-hoofdkwartier in Brunssum. Er was maar één Amerikaan bij betrokken, en dat was ik, zei opperbevelhebber Cavoli, die de missie hielp organiseren.
De Eagle S. bij de kust van het schiereiland Porkkala, Finland, op 27 december. Foto Pete Aarre-Ahtio/Reuters
Cavoli: „Ik had minder dan 24 uur nodig om de situatie te analyseren en te beslissen dat we iets moesten doen. Het duurde drie dagen om de missie te plannen en de eerste bijdragen binnen te halen. En dan was er nog een dag nodig om de spullen op hun plek te varen. In minder dan een week waren we in de Oostzee operationeel.”
De operatie in de Oostzee toont volgens Cavoli aan dat de NAVO een wendbare organisatie is. „Deze alliantie is geen one trick pony. Deze organisatie is ergens toe in staat en wordt steeds beter.” Of die verbetering aanhoudt, hangt volgens Cavoli onder andere af van de toekomstige defensie-uitgaven.
Uitgaven
De Baltische landen, alle drie NAVO-lid sinds 2004, steunen voluit de oproep van de Amerikaanse president Trump en Rutte om de Europese defensie-uitgaven te verhogen. Ze hopen, zo zeiden de defensieministers vorige week, dat op de NAVO-top in Den Haag deze zomer wordt besloten om de norm te verhogen van 2 naar 3 procent van het bbp. Voor veel landen is dat een enorme opgave. Nederland deed er onder premier Rutte tien jaar over om de 2 procent-norm te halen.
Zelf geven de Baltische landen het goede voorbeeld. Estland geeft van de 32 NAVO-landen na Polen het meest uit aan defensie, met 3,43 procent van het bbp. Dat komt dit jaar neer op 1,4 miljard euro, precies 1.000 euro per inwoner. Volgend jaar gaat het naar 1,7 miljard euro, aldus Pevkur.
Het probleem is niet dat we nu te weinig investeren in defensie, zegt Pevkur. „Het probleem is dat we de laatste dertig jaar te weinig hebben geïnvesteerd. Als alle NAVO-landen sinds 1991, toen de Sovjet-Unie instortte, zich hadden gehouden aan 2 procent, dan hadden we nu niet deze situatie gehad. Ik durf niet te beweren dat we dan geen Russische agressie hadden gehad, maar wel dat we dan nu niet over 5, 4 of 3 procent zouden spreken. Dan hadden we niet zo’n enorme inhaalslag hoeven te maken.”
„We zullen Amerikaanse astronauten lanceren om de Stars and Stripes op de planeet Mars te planten”, zei president Donald Trump maandag tijdens zijn inauguratietoespraak. Zijn campagne en presidentschap zijn innig verweven met het geld en de mediamacht van ruimtevaartpionier en miljardair Elon Musk, die zijn droom om Mars te koloniseren al decennialang verkondigt. Is dat mogelijk?
Trumps aankondiging doet denken aan de beroemde belofte van president John Kennedy in 1961 om astronauten naar de maan te sturen ‘voordat het decennium om is’, maar Trump stelde geen deadline. Het einde van zijn tweede en laatste ambtstermijn, begin 2029, zou hoe dan ook te vroeg zijn. Zelfs de optimistische Musk heeft 2029 als allervroegst mogelijke Mars-landingsdatum genoemd.
Dat heeft als eerste een natuurkundige reden. Het ‘lanceervenster’ van de aarde naar Mars is maar eens in de twee jaar en twee maanden open. Alleen dan is de stand van de beide planeten ten opzichte van elkaar gunstig voor een minimale reisafstand, al is de reistijd nog altijd zo’n negen maanden. Het volgende venster opent in 2026, en dan zouden eerst voorraden en apparatuur naar Mars verscheept worden. Pas in 2028 op zijn vroegst kunnen Musks Mars-reizigers vertrekken, die dan in 2029 zouden arriveren.
Testvlucht
Toch is Musks ruimtevaartbedrijf SpaceX al aardig op streek met de eerste etappe. Op 16 januari voerde de gigantische 121 meter hoge Starship-raket zijn zevende testvlucht uit, die half slaagde: de eerste rakettrap, die de raket op gang bracht, werd na gebruik opgevangen, klaar voor hergebruik. De tweede trap, die na een baantje om de aarde rechtstandig had moeten landen, explodeerde kort na de lancering.
In eerdere testvluchten lukte het landen van die tweede Starship-trap soms wel, maar dat zal op Mars met zekerheid moeten lukken, op miljoenen kilometers van de aarde waar radiosignalen 20 minuten over reizen, in een andere, ijle atmosfeer.
De atmosfeer van Mars is honderd keer zo ijl als die van de aarde, en het vriest er meestal tientallen graden. Foto NASA
Daarvóór zou de tweede Starship-trap overigens kort na de lancering nog bij moeten tanken om de reis naar Mars vol te kunnen maken, een manoeuvre die nog niet vertoond en getest is. Ook het weer opstijgen vanaf Mars voor de terugreis is nog een onzekere factor. En dat zijn alleen nog maar de raket-technische vraagstukken.
Giftige grond
Onderweg staan astronauten maanden bloot aan kankerverwekkende kosmische straling, en eenmaal aangekomen wordt dat nauwelijks minder, tenzij ze zich zouden ingraven onder een laag beschermende Mars-grond. De atmosfeer van Mars is honderd keer zo ijl als die van de aarde, en het vriest er meestal tientallen graden, dus zijn speciale ruimtepakken nodig.
De bewoners zullen voedsel moeten kweken in giftige Mars-grond, onder een zwakke zon. Maar het grootste vraagstuk is het tanken voor de terugreis. Starship verbrandt vloeibaar zuurstof en methaan, het hoofdbestanddeel van aardgas. Die combinatie is relatief nieuw, en gekozen omdat je het in theorie kunt maken met plaatselijke ingrediënten.
„Ja, in theorie kan dat”, zegt Marc Heemskerk, die aan de Technische Universiteit van Tallinn promoveert op het maken van zonnecellen uit gesteente van de maan. „Je kunt met een chemisch proces methaan en zuurstof maken uit CO2 uit de atmosfeer, en waterstof. Het waterstof zul je weer met elektrolyse uit waterijs moeten halen, dat je kunt vinden bij de noord- en zuidpool van Mars.”
‘Falen is geen optie’ hoort bij het standaardvocabulaire van de ruimtevaart, maar ook de termen ‘uitstel’, ‘afstel’ en ‘in de praktijk viel het toch tegen’
Maar let vooral op dat ‘in theorie’, voegt hij toe. „Er zijn kleinschalige experimenten geweest, maar je zult dit echt op industriële schaal moeten doen. En dan moet je de stoffen nog zuiveren, afkoelen, onder druk brengen en bewaren.” Ook kost het enorme hoeveelheden energie. „Je zult echt extreem veel zonnepanelen mee moeten nemen.”
‘Falen is geen optie’ hoort bij het standaardvocabulaire van de ruimtevaart, maar ook de termen ‘uitstel’, ‘afstel’ en ‘in de praktijk viel het toch tegen’, zelfs voor Musk.
Expansiedrift
En dan is er nog de wet. Trump sprak in zijn rede van het „vervolgen van ons ‘Manifest Destiny’ tot in de sterren”, doelend op de negentiende-eeuwse expansiedrift van de VS. Ook Musk heeft het altijd heel duidelijk over het koloniseren van Mars, iets dat in strijd is met het Ruimteverdrag, dat gebiedsaanspraken verbiedt.
Al denkt Musk – optimistisch als altijd – daar al iets op gevonden te hebben: gebruiksvoorwaarden van zijn Starlink-terminals vermelden dat de gebruiker erkent dat Mars „een vrije planeet is, waar geen aardse regering zeggenschap over heeft.”
Lees ook
Agitator Elon Musk voorziet radicaal-rechts in Europa van een modern tintje
Kijk, om te beginnen, naar de kale cijfers van het dodental. Op 31 mei 2024 rapporteerde het Gazaanse ministerie van Gezondheid 36.284 doden; deze week was dat aantal opgelopen tot 46.600. Ruim tienduizend doden die wellicht niet waren gevallen als Israël en Hamas op die laatste meidag vorig jaar akkoord waren gegaan met vrijwel dezelfde overeenkomst die ze nu alsnog gesloten hebben.
Dan zijn er nog de gewonden: ruim 80.000 in mei vorig jaar, tegen 110.000 nu. De verwoestingen, van huizen, ziekenhuizen, scholen en universiteiten. En de gedode Israëlische gijzelaars.
Had al dat leed voorkomen kunnen worden? Het akkoord dat de Amerikaanse president Joe Biden vorig jaar voorstelde, vertoont in elk geval opmerkelijke overeenkomsten met de deal van deze week. Ga maar na: ook toen waren er drie fasen. Ook toen zou Hamas in eerste instantie 33 gijzelaars vrijlaten. En ook toen was er al sprake van de terugtrekking van Israëlische militairen, het vrijlaten van Palestijnse gevangenen en het toelaten van hulp tot de Gazastrook.
Er zijn maar weinig westerse onderzoekers die al jaren op de koffie komen bij Ahmed al-Sharaa. De voorman van rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en de de facto leider van het nieuwe Syrië had tot voor kort een Amerikaanse beloning van 10 miljoen dollar op zijn hoofd staan vanwege zijn eerdere banden met Al-Qaida. Maar dat weerhield de Zwitserse socioloog en islamoloog Patrick Haenni er niet van om bij hem aan te kloppen.
Haenni (1968) geldt als een van de best geïnformeerde Syrië-kenners van dit moment. Hij spreekt vloeiend Arabisch en doet al sinds het begin van de Syrische opstand in 2011 veldwerk in het land. De laatste jaren kwam hij vooral in de noordwestelijke provincie Idlib, de machtsbasis van HTS. Daar ontmoette hij in 2019 Ahmed al-Sharaa, die toen nog bekendstond onder zijn nom de guerre Abu Mohammed al-Jolani. Meer dan tien gesprekken zouden volgen.
In Idlib zag Haenni met eigen ogen hoe Sharaa zijn beweging deradicaliseerde, extremisten uit de gelederen werkte, nieuwe bestuursvormen opzette en de rechten van christenen en druzen beschermde. Dat de leider van Syrië tegenwoordig de mond vol heeft van inclusiviteit is dus niets nieuws – en meer dan alleen propagandapraat, weet Haenni. Sharaa heeft al een track record.
Toch houdt de onderzoeker een slag om de arm. Sharaa deradicaliseerde volgens hem niet omdat hij zo gematigd is, maar omdat hij een kans zag zijn achterban uit te breiden. Bovendien duldt de rebellenleider weinig interne kritiek.
Dat roept vragen op over hoe ver hij bereid is te gaan, stelt Haenni. „De echte vraag is niet zozeer of hij inclusieve uitspraken kan doen over lifestyle issues of over de rechten van vrouwen en minderheden, maar of hij bereid is overeenkomsten te sluiten om de macht te delen met de elite in de steden en het oude staatsapparaat.”
Wat voor iemand is Ahmed al-Sharaa?
„Het is iemand die volhoudt en weet wat hij wil, dat heb ik door de jaren heen wel gezien. Onze eerste ontmoeting was in 2019, toen het Assad-regime een offensief begon waarbij HTS bijna 40 procent van zijn gebied verloor. Zelfs toen hield Sharaa vast aan het idee dat hij uiteindelijk Damascus zou veroveren. Hij voelde zich nooit senang bij zijn rol als leider van een kleine rebellenprovincie. Sharaa is een revolutionair, iemand die groot droomt en bereid is risico’s te nemen. Tegelijkertijd weet hij wanneer je compromissen moet sluiten. Hij is een meester in het navigeren van machtsrelaties en kan best flexibel zijn, ook op ideologisch gebied. In tegenstelling tot velen in zijn entourage is hij net zozeer politicus als ideoloog.”
Hoe uitte zich dat in de provincie Idlib die Sharaa sinds 2017 bestuurde?
„Nadat hij in 2016 de banden met Al-Qaida verbrak en begin 2017 HTS oprichtte, begon hij gerichte zuiveringsacties tegen extremisten. Hij deradicaliseerde de beweging van bovenaf, maar leunde ook op een stille conservatieve meerderheid in de samenleving om de radicalen tot zwijgen te brengen. Je kunt het een soort ‘omgekeerd salafisme’ noemen: waar een salafist de samenleving wil veranderen, liet Sharaa zijn beweging veranderen door de samenleving. Zo liet hij imams in de 1.200 moskeeën in de provincie zelf bepalen wat ze prediken. Op die manier werd de in Idlib gangbare volkse islam – een mengelmoes van sociaal conservatisme, lokale tradities en soefisme – gaandeweg dominanter en werden jihadisten buitenspel gezet.
„Bovendien liet hij christenen en druzen hun religie beoefenen en heeft hij ervoor gezorgd dat ze terug konden naar hun afgenomen huizen en land. Daarbij was zijn beoogde publiek overigens niet het Westen, zoals nu veel gezegd wordt, maar de rest van Syrië: toen al was Sharaa bezig een imago op te bouwen als nationaal leider. Zijn deradicalisering was gelinkt aan een machtsstrategie.
„Tot slot richtte hij de zogeheten Verlossingsregering op om dienstverlening te herstellen en de economie op te krikken. Idlib bleef natuurlijk arm, maar Syriërs waren er beter af dan in regimegebied en het gewone leven keerde er sinds een staakt-het-vuren in 2020 langzaam terug. Er kwamen cafés, winkelcentra, dierentuinen en zelfs een restaurant met de naam Disneyland. Ook HTS-leden investeerden in dit soort ondernemingen.”
Toch wilde de regering in Idlib eind 2023 een ‘zedenpolitie’ oprichten om islamitische leefregels op te leggen.
„Dat klopt, maar dat wetsvoorstel kwam niet uit de koker van Sharaa. Integendeel: het was juist de wens van conservatieve notabelen in Idlib, die grote moeite hadden met de nieuwe gemixte publieke ruimte in cafés, winkelcentra, parken en universiteiten, en klaagden dat HTS de zedenpolitie nooit had mogen afschaffen. Sharaa was niet enthousiast over de wet, maar wilde zijn conservatieve critici ook niet te veel tegen zich in het harnas jagen, dus hield hij zich afzijdig. Maar toen het uitlekken van de conceptwet leidde tot sociaal protest en klachten van internationale hulporganisaties, begreep hij dat de wet hem op internationaal vlak veel zou kosten en verdween het voorstel van tafel.”
Ahmed al-Sharaa.
Foto Ammar Awad/Reuters
Wat wordt de invloed van deze conservatieve krachten binnen het nieuwe Syrië?
„Sharaa moet nu het tegenovergestelde doen van de evenwichtsoefening die hij gewend is. In plaats van conservatieve critici krijgt hij te maken met een kosmopolitische middenklasse in de grote steden die een veel minder rigoureuze variant van de islam aanhangt dan de bevolking in Idlib. Vooralsnog zien we dat hij hun zorgen probeert te temperen. Zo is een voorstel van de transitieregering om het schoolcurriculum te islamiseren geschrapt en greep de HTS-leiding in Aleppo in toen bleek dat rebellen vrouwelijke rechters verboden hadden deel te nemen aan debatten binnen de orde van advocaten.
„Maar de conservatieven blijven invloedrijk en de vraag is hoeveel politiek kapitaal Sharaa wil verbranden aan het alsmaar terugfluiten van zijn eigen mensen. En hij is zelf natuurlijk ook geen liberaal. Ik denk zeker dat we een conservatievere publieke ruimte kunnen verwachten en dat islamitische referenties een belangrijkere rol gaan spelen in het nieuwe rechtssysteem.
„De echte vraag is niet of Sharaa vrouwen de hand schudt maar of hij bereid is macht uit handen te geven”
„Wat me daarnaast vooral zorgen baart, is dat Sharaa kampt met een capaciteitsprobleem. Radicalen maken gebruik van het gebrek aan controle door snel hun invloed te vergroten binnen het religieuze veld. Zo klagen mensen in Damascus dat er op het vrijdagmiddaggebed ineens veel types met een salafistisch of jihadistisch uiterlijk rondlopen. Er speelt hier overigens een dubbele angst: enerzijds voor een ideologisch project, maar anderzijds ook voor klassenwraak.”
Wat bedoelt u met dat laatste?
„Het platteland is de stad binnengevallen. Er is niet alleen angst voor een islamisering van de macht, maar ook voor een provincialisering ervan. De revolutionairen in 2011 kwamen grotendeels uit de steden en waren vaak hoogopgeleid, die van 2024 zijn veelal mannen uit de provincie die zich bij HTS hebben aangesloten. Bovendien zijn ze niet aan de macht gekomen middels een brede civiele beweging, zoals bijvoorbeeld de Moslimbroederschap in Egypte, maar door een militaire blitzkrieg. Dat zorgt voor een plotselinge onrust onder de stedelijke elite in Damascus, die in termen van klassendynamiek ironisch genoeg doet denken aan de staatsgreep van de Ba’ath Partij [de partij van de Assads, red.] in 1963, die de gemarginaliseerde Alawieten aan de macht bracht en ook voor veel klassenangst zorgde.”
Een Westerse diplomaat zei onlangs tegen me: het risico met Sharaa is eerder dat hij op Assad gaat lijken dan weer jihadist wordt.
„Assad heeft op industriële schaal zijn eigen bevolking uitgemoord. Dat zie ik Sharaa niet doen. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop hij vorig jaar omging met de tien maanden lange protestbeweging in Idlib tegen zijn bewind en zijn persoon. Demonstranten gingen ver, ze eisten Sharaa’s vertrek met dezelfde leuzen die in 2011 tegen Assad werden gebruikt. Toch viel de repressie relatief mee: er zijn enkele tientallen mensen opgepakt en voor zover ik weet is iedereen uiteindelijk weer vrijgelaten.
„Maar tegen interne dissidenten treedt hij veel harder op. In het verleden heeft zijn veiligheidsdienst veel hoge commandanten laten oppakken en laten martelen. Zijn grootste angst is factievorming of een staatsgreep, daar kan hij paranoïde van worden. Daarin schuilt zijn autoritarisme, veel meer nog dan in zijn houding naar de samenleving.”
Hij is dus niet om bereid de macht te delen?
„Revolutionairen die de macht nemen, geven die zelden weer uit handen. Psychologisch speelt bovendien mee dat Sharaa weet dat hij deze overwinning bovenal aan zichzelf te danken heeft. Terwijl de Syrische oppositie in ballingschap, de VN en de landen in de regio hem negeerden of het conflict bevroren wilden houden, heeft hij een blitzkrieg ondernomen en gewonnen.
„Vooralsnog omringt Sharaa zich met enkele mannen met wie hij jarenlang in Idlib heeft samengewerkt en die hij vertrouwt. Dat is begrijpelijk in de eerste fase van de transitie, maar om een staat te regeren moet hij meer kennis en kunde in huis halen door de macht te delen met de oude stedelijke en bestuurlijke elite. Idlib besturen is iets heel anders dan een staat regeren. En met de zevenduizend personeelsleden van de Verlossingsregering gaat hij dat niet redden.”
Kan het Westen hem bijsturen om inclusiever te worden?
„Ja, maar dat vergt strategisch nadenken over hoe je dat echt bewerkstelligt. In plaats van garanties te vragen over de rechten van vrouwen of minderheden op de lange termijn lijkt het me effectiever om het concept inclusiviteit iets minder identitair te benaderen en meer nadruk te leggen op machtsverdeling op de korte termijn. Zo is het essentieel dat oude en nieuwe elites onderhandelen over het bestuur van ministeries, de controle van territorium en de hervatting van dagelijks bestuur. Als de stedelijke elite en het maatschappelijk middenveld daarbij al vóór de verkiezingen meer concrete macht in handen krijgt, kunnen zij hun rechten later beter verdedigen.”
Hoe ziet Sharaa zijn relatie met het Westen?
„Al toen ik hem in 2019 ontmoette, had hij daar een stabiel standpunt over. Hij ziet de band als een strategische. Het Westen en hij hebben gedeelde tegenstanders – Iran en Rusland – en gedeelde belangen, van contraterrorisme tot het managen van de terugkeer van vluchtelingen. Sharaa wil niet in een bepaald regionaal kamp zitten en voert een buitenlandpolitiek gebaseerd op strategische samenwerking en het vermijden van conflict, inclusief met Israël. In het Arabisch is daar een term voor die hij graag gebruikt: tasfir al-mashakil, het naar nul brengen van problemen.”
Daarbij helpt het misschien niet dat hij de Duitse minister van Buitenlandse Zaken laatst geen hand wilde geven omdat ze een vrouw is.
„Om eerlijk te zijn vind ik het behoorlijk vermoeiend dat de media vaak op dit soort identitaire kwesties springen. Het zorgt meteen voor heel veel hype en leidt af van de belangrijke vraagstukken. De echte vraag is immers niet of Sharaa vrouwen de hand schudt – zo veel conservatieve mannen in Syrië doen dat niet – maar of hij bereid is macht uit handen te geven.”