Kwetsbaar Bosnië wordt op de proef gesteld door arrestatiebevel tegen Servische leider

Wordt Milorad Dodik gearresteerd of niet? Woensdag vaardigde het openbaar ministerie van Bosnië en Herzegovina een arrestatiebevel uit tegen de leider van de Servische bevolkingsgroep in het verdeelde Balkanland. Dodik, president van de Servische Republiek (Republika Srpska), zorgt met zijn nationalistische retoriek al jaren voor spanningen. Zijn terugkerende dreigementen om de onafhankelijkheid van de Servische Republiek uit te roepen maken internationaal niet veel indruk meer.

Met het arrestatiebevel, ook tegen de regionale premier en parlementsvoorzitter, bereikt de strijd tussen de Bosnisch-Servische agitator en het centrale gezag in Sarajevo echter een nieuw hoogtepunt. NAVO-chef Mark Rutte sprak maandag in Sarajevo zijn steun uit voor het centrale gezag: „We zullen geen veiligheidsvacuüm laten ontstaan.” Woensdag arriveerden de eerste extra militairen uit Italië en Tsjechië voor vredesmacht EUFOR Althea. De vredesmacht van de Europese Unie wordt naar verwachting uitgebreid van elfhonderd naar zestienhonderd militairen.

Het arrestatiebevel volgt op de veroordeling van Dodik vanwege het ondermijnen van het staatsgezag, op 26 februari. Volgens het vonnis saboteert de Bosnisch-Servische leider de afspraken uit het Verdrag van Dayton uit 1995, dat een einde maakte aan de Bosnische burgeroorlog van begin jaren negentig. De Hoge Vertegenwoordiger, die namens de internationale gemeenschap toezicht houdt op naleving van ‘Dayton’, heeft volgens Dodik niets te zeggen in de Servische Republiek. Dodik werd veroordeeld tot een jaar celstraf en hij mag zes jaar geen politieke functies bekleden. De celstraf laat zich omzetten naar een boete, het politieke verbod is ingrijpender voor iemand die al decennia vergroeid is met de politiek.

Milorad Dodik, president van de Servische Republiek, woensdag tijdens een persconferentie over het arrestatiebevel dat justitie tegen hem uitvaardigde.
Foto Dejan Rakita/Pixsell/Sipa USA

Zoals verwacht legde Dodik het vonnis naast zich neer. Hij erkent de centrale autoriteiten in Sarajevo niet. Voor hem telt alleen zijn eigen deelrepubliek, met Banja Luka als bestuurscentrum. Sterker nog, het parlement van de deelrepubliek nam vorige week wetten aan die de bevoegdheden van de nationale juridische instanties en de nationale politie intrekt. Vorige week vrijdag moesten werknemers van SIPA, de nationale politie, hun kantoor in Banja Luka verlaten.

Arrestatiebevel is test

Het arrestatiebevel is een test: wie komt als winnaar uit de strijd? Het centrale gezag neemt een risico, zegt Florian Bieber, directeur van het Centre for Southeast European Studies van de Universiteit van Graz in Oostenrijk. „Het is moeilijk voor te stellen dat Dodik daadwerkelijk wordt gearresteerd. Hij heeft zich hier op voorbereid. Als de arrestatie faalt boekt hij een dubbele overwinning: hij blijft vrij en hij heeft Sarajevo getrotseerd.”

Behalve wel of niet arresteren is er nog een derde optie, aldus Bieber. „Hij kan vluchten naar Hongarije, met hulp van zijn vriend Viktor Orbán. Dat is eerder gebeurd, met Nikola Gruevski, oud-premier van Noord-Macedonië.” Onderzoeksplatform VSquare onthulde dat Hongaarse commando’s eind februari in Banja Luka aanwezig waren om Dodik eventueel naar Boedapest te laten ontsnappen. Op 17 februari waren Dodik en de Servische president Aleksandar Vucic op bezoek bij Orbán in Boedapest.

Aanhangers van Milorad Dodik op 26 februari tijdens een betoging in Banja Luka.
Foto Nidal Saljic/EPA

Het nieuwe conflict bevestigt de kwetsbaarheid van Bosnië en Herzegovina als land. Sinds het Verdrag van Dayton bestaat het land uit twee ‘entiteiten’: de Federatie van Bosnië en Herzegovina en de Servische Republiek. In de federatie wonen islamitische Bosniakken en katholieke Kroaten, in de republiek orthodoxe Serven. Het staatshoofd wisselt om de acht maanden; een ander lid van het driehoofdige presidentschap wordt dan tijdelijk voorzitter. De Hoge Vertegenwoordiger is de bovenbaas.

Als de arrestatie faalt boekt Dodik een dubbele overwinning: hij blijft vrij en hij heeft Sarajevo getrotseerd

Florian Bieber
directeur Centre for Southeast European Studies

Dertig jaar na het einde van de burgeroorlog (1992-1995), waarbij circa honderdduizend doden vielen, is de etnische verdeeldheid niet verdwenen. Verzoening verloopt moeizaam. Politiek en economisch is er sprake van stagnatie en corruptie. Conflicten liggen steeds te sluimeren. Tekenend voor de huidige spanningen is dat het Srebrenica Memorial Center sinds vrijdag tijdelijk is gesloten omdat medewerkers en bezoekers niet veilig zouden zijn.

Is vasthouden aan ‘Dayton’ wel zinvol? Moet er niet een andere oplossing komen? Wetenschapper Bieber beantwoordt de vraag met een wedervraag: wat is het alternatief? „In de huidige situatie is een andere constructie, met meer integratie en minder autonomie voor de twee entiteiten, moeilijk voorstelbaar. Niemand wil de relatieve autonomie inleveren. Eerdere pogingen om de grondwet te wijzigen zijn mislukt.” De EU lijkt Bosnië te hebben opgegeven, zegt Bieber. „Ik zie geen strategie voor verandering of verbetering.”

Lees ook

deze reportage over de Ruslandliefde in Republika Srpska

Demonstratie van Bosnische Serviërs bij rechtbank in Sarajevo

Een lichtpuntje is dat de steun voor Dodik lijkt af te nemen. De opkomst bij een bijeenkomst om hem na zijn veroordeling te steunen was bescheiden, grootschalig protest bleef uit. Vertrek van de autocraat Dodik, naar een cel in Sarajevo of ballingschap in Boedapest, kan zorgen voor ontspanning. Bieber: „Andere politici in Republika Srpska zijn ideologisch niet heel anders, maar stellen zich waarschijnlijk pragmatischer op. Ze zullen meer bereid zijn tot compromissen met Sarajevo.”

Servische inmenging

De Bosnische spanningen reiken verder dan het land zelf. Dodik onderhoudt warme banden met de Russische president Vladimir Poetin en de Servische president Vucic. In Brussel en Washington vreest men Servische inmenging als het werkelijk tot een conflict komt. Vucic, grillig en autoritair, is de onzekere factor, zegt Bieber. „Zijn positie is verzwakt door de aanhoudende protesten in Servië, maar dat kan juist ook een reden zijn om Bosnië te gebruiken als afleiding en daar wel in te grijpen.”

Bijzonder is de opstelling van de regering-Trump. Dodik voelde zich door Trump gesteund tijdens diens eerste termijn. De liefde uit de VS is voorbij, bleek afgelopen weekend uit een tweet van buitenlandminister Marco Rubio: „De acties van Republika Srpska-president Milorad Dodik ondermijnen de instellingen van Bosnië en Herzegovina en bedreigen zijn veiligheid en stabiliteit.” Rubio beticht Dodik van „gevaarlijk en destabiliserend gedrag”. Washington en Brussel zijn het over veel zaken oneens, maar wat betreft Milorad Dodik zitten ze op één lijn.

Lees ook

over het wissen van het Bosnische verleden

Fotograaf Nidal Saljic reisde de afgelopen jaren heel Bosnië door om de voormalige kampen vast te leggen. In 2022 maakte hij deze foto van kamp Susica aan de rand van het stadje Vlasenica.


Wanneer de nacht valt, wordt Gaza een gebied zonder licht

Wanneer de zon ondergaat in Gaza, worden meer dan twee miljoen mensen in volledige duisternis gedompeld. Sinds het begin van de Gaza-oorlog heeft Israël voortdurend de beperkingen voor de inwoners van Gaza aangescherpt en sinds deze week levert het ook geen elektriciteit meer aan de kuststrook. Dit vergroot de druk op burgers, temidden van aanhoudende onzekerheid over verlenging van het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas.

Anderhalve week geleden heeft Israël ook alle grensovergangen volledig afgesloten, waardoor de toegang van humanitaire hulp en brandstof is geblokkeerd. Het gevolg is een totale verlamming van essentiële diensten, zoals ziekenhuizen en andere zorginstellingen, waterontziltingsinstallaties en rioleringssystemen.

De speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Palestina, Francesca Albanese, waarschuwde: „Israëls besluit om de elektriciteitsvoorziening af te sluiten betekent geen toegang tot schoon water, wat in feite een waarschuwing is voor genocide.”

De stroomstoring heeft geleid tot de sluiting van de laatste operationele ontziltingsinstallatie in het zuiden, gelegen in Deir al-Balah. Deze installatie leverde schoon water aan meer dan 600.000 mensen.

Humanitaire ramp

Nizar Ayash, de burgemeester van Deir al-Balah, waarschuwt voor een dreigende humanitaire ramp. „De installatie voorzag de centrale gebieden van Deir al-Balah en Khan Younis dagelijks van water. Nu zijn we alleen nog afhankelijk van onze generatoren, die nauwelijks aan de dringende behoeften van de bevolking kunnen voldoen. Zelfs als we generatoren hebben, hebben ze brandstof nodig en er is al meer dan tien dagen geen brandstof Gaza binnengekomen”, zei hij.

Lees ook

Hongersnoodexpert: ‘Israël pleegt oorlogsmisdaad door hulp naar Gaza te blokkeren’

Een Palestijnse familie maakt eten klaar bij hun tent in het noorden van de Gazastrook.

Momenteel draait de installatie op noodbrandstofreserves, maar de productie is drastisch gedaald, van 18.000 kubieke meter schoon water per dag naar slechts 2.000 kubieke meter. De resterende brandstof gaat nog maar een paar dagen mee, waarna de installatie volledig zal worden stilgelegd als er geen andere oplossingen worden gevonden. UNICEF heeft bevestigd dat 90 procent van de bevolking van Gaza geen toegang meer heeft tot schoon water.

Omdat er geen andere bron van drinkwater beschikbaar is dan zoute putten en verontreinigde bronnen, neemt het risico op ziekte-uitbraken toe. Het rioolsysteem loopt ook het risico in te storten, omdat afvalwaterzuiveringsinstallaties elektriciteit nodig hebben om rioolwater te pompen en te verwerken. Als ze het begeven, kan ruw rioolwater in de straten en het grondwater lekken.

Palestijnse kinderen krijgen medische behandeling op de dialyse-afdeling van het Abdel Aziz al-Rantisi Kinderziekenhuis in Gaza-stad.
Hamza Z. H. Qraiqea/Anadolu via Getty Images

Generatoren

De ernstigste gevolgen van de elektriciteitscrisis ontvouwen zich in de gezondheidszorgsector, waar ziekenhuizen hun operationele capaciteit hebben verloren.

Sinds het begin van de oorlog draaien ziekenhuizen op hun eigen generatoren. Maar met de laatste blokkade die de brandstoftoevoer afsloot, neemt zelfs de noodstroomvoorziening af. Medische instellingen rantsoeneren nu de weinige resterende brandstof om kritieke eenheden zo lang mogelijk draaiende te houden. Intensieve zorgafdelingen en levensondersteunende machines functioneren nauwelijks, nierdialysepatiënten lopen het risico te overlijden en neonatale couveuses kunnen uitvallen, wat het leven van pasgeborenen bedreigt die afhankelijk zijn van medische apparatuur om te overleven.

Verpleegkundigen zijn gedwongen geïmproviseerde verlichting te gebruiken, zoals zaklampen en mobiele telefoons. Essentiële medische apparaten kunnen niet bediend worden, waardoor operaties steeds gevaarlijker worden en chirurgen onder onveilige omstandigheden werken. Daarnaast maakt het ernstige tekort aan medische benodigdheden het redden van levens tot een bijna onmogelijke missie.

Een Palestijnse man kookt een iftarmaaltijd tijdens de Ramadan, in het vluchtelingenkamp Bureij.
Foto Eyad Baba/AFP

Kaarsen en olielampen

Ondertussen worstelen de inwoners van Gaza met de elektriciteitscrisis in elk aspect van het dagelijks leven. Koken is een dagelijkse strijd geworden: huishoudgas is niet langer beschikbaar en door het brandstoftekort is het gebruik van traditionele fornuizen zowel duur als onpraktisch geworden. Velen zijn overgegaan op het verbranden van hout, wat scènes uit vervlogen eeuwen oproept.

Voor verlichting zijn gezinnen teruggekeerd naar kaarsen en olielampen. Zelfs het opladen van een mobiele telefoon is een complexe taak geworden, waarbij mensen zich verplaatsen tussen winkels die zijn uitgerust met zonnepanelen, hoewel deze moeite hebben om aan de overweldigende vraag te voldoen.

Veel mensen zijn voor koken overgegaan op het verbranden van hout

Generatoren, ooit een back-upoplossing voor sommigen, zijn niet langer een haalbare optie vanwege het ernstige brandstoftekort en de torenhoge kosten. Als de nacht valt, wordt Gaza een gebied zonder licht.

Nu de elektriciteitscrisis voortduurt, blijken zonnepanelen voor sommige gezinnen de enige beschikbare oplossing. De hoge kosten maken ze voor velen echter onbereikbaar. De prijs van één paneel kan het volledige maandelijkse inkomen van een gezin overschrijden en door de groeiende vraag zijn de prijzen nog verder gestegen. Ook zonne-energie is daardoor een onpraktische en ontoereikende oplossing om in de behoeften van de bevolking te voorzien.

VN-agentschappen hebben bevestigd dat 1,8 miljoen mensen dringend behoefte hebben aan water, sanitaire voorzieningen en humanitaire hulp, en waarschuwen dat de crisis aanzienlijk is verslechterd sinds het besluit om de elektriciteit naar de Gazastrook af te sluiten. Als de stroomstoring bij de waterontziltingsinstallatie aanhoudt, zal de verspreiding van ziekten onvermijdelijk worden.

Palestijnse meisjes kijken uit het raam van een beschadigd huis in Beit Lahia in het noorden van Gaza.
Foto Omar Al-Qataa/AEFP


Nieuwe Griekse president Tassoulas is een oudgediende die zijn premier moet helpen in een tijd van politieke druk

De verkiezing van de nieuwe Griekse president, een hoofdzakelijk ceremoniële functie, krijgt meestal niet veel aandacht. Op de door premier Kyriakos Mitsotakis voorgedragen kandidaat, zijn ervaren partijgenoot en jurist Konstantinos Tassoulas, kwam zowel van binnen als buiten het parlement flinke kritiek. Zijn verkiezing werd geen hamerstuk – er waren uiteindelijk vier stemrondes nodig voordat Tassoulas op 12 februari voldoende steun van het parlement had. Donderdag wordt hij officieel benoemd.

De 65-jarige Tassoulas is een partijgenoot van de conservatieve premier en was tot zijn voordracht voorzitter van het parlement. De oppositie steunde de keuze van Mitsotakis niet, omdat de premier tegen tradities in geen partij-onafhankelijke kandidaat had aangewezen. Griekse demonstranten nemen het Tassoulas kwalijk dat onder zijn leiding de volksvertegenwoordiging heeft nagelaten een onderzoek in te stellen naar de politieke verantwoordelijkheid voor een dodelijke treinramp in 2023.

Bij een botsing tussen een goederentrein en een personentrein in de Centraal-Griekse regio Tempi kwamen 57 mensen om, waarmee het de dodelijkste treinramp in de Griekse geschiedenis werd. In meerdere steden wordt al sinds 28 februari, precies twee jaar na de tragedie, massaal gedemonstreerd uit woede over de trage afhandeling en het gebrek aan transparantie. Een juridisch onderzoek is nog gaande.

Lees ook

Stakingen en massale protesten in Griekenland op herdenkingsdag treinramp, in Athene breken rellen uit

Demonstranten raken slaags met agenten in Athene.

Mitsotakis koos voor de ervaren Tassoulas, omdat die volgens hem breed geaccepteerd is en een „verbindende geest” heeft. Tassoulas werd in 1959 geboren in Ioannina in het district Epirus op het Griekse vasteland en studeerde rechten aan de Universiteit van Athene. Eind jaren tachtig werkte hij op een advocatenkantoor in Londen, op een beurs van de British Council. In 2000 werd hij voor het eerst gekozen in het Griekse parlement, toen was hij al bijna twee decennia politiek actief als onder meer partijmedewerker, gemeenteraadslid en burgemeester. Ook was hij korte tijd onderminister van Defensie (2007) en minister van Cultuur en Sport (2014-2015). Tassoulas is getrouwd en heeft twee kinderen.

‘Niet luidruchtig’

Mitsotakis heeft „grote waardering voor de erudiete politicus uit Epirus”, schrijft de Albanese zender A2 News in een profiel van de nieuwe president. Tassoulas hoort volgens de zender niet tot de „luidruchtige” politici, maar „blijft ook niet onopgemerkt, vooral door zijn flegmatieke humor en grote historische en literaire kennis die hij regelmatig gebruikt in politieke interventies”. In 2019 droeg de premier Tassoulas voor als de nieuwe voorzitter van het parlement, in 2023 werd hij voor die functie herkozen.

Volgens politieke analisten probeerde Mitsotakis met zijn keuze zijn greep op de macht te versterken. Zijn partij, het centrum-rechtse Nea Dimokratia, heeft sinds de verkiezingen in juni vorig jaar een kleine meerderheid in het parlement (156 van de 300 zetels) en staat onder toenemende politieke druk.

De oppositie neemt het Mitsotakis kwalijk dat hij koos voor een partijgenoot

De Griekse oppositie neemt het de premier kwalijk dat hij koos voor een kandidaat uit zijn eigen partij. De centrum-linkse en linkse oppositiepartijen kwamen met eigen kandidaten voor het presidentschap. Leider van de sociaal-democratische partij Pasok, Kostas Tsoukalas, beschuldigde Mitsotakis ervan dat hij „eenzijdig handelde, brak met politieke tradities en daarmee zijn diepe politieke onzekerheid blootlegde”, zo schrijft het Griekse dagblad Kathimerini.

Motie van wantrouwen

Vlak nadat de formele uitslag bekend was, zei Tassoulas volgens persbureau AP dat zijn verkiezing „een enorme eer is voor mij, maar vooral een kostbare verantwoordelijkheid”. Hij zal donderdag aantreden in een onrustige sfeer, zowel politiek gezien als op straat. Vorige week diende de oppositie een motie van wantrouwen in tegen het kabinet, in een driedaags debat over de verantwoordelijkheid voor treinramp. Die kreeg zoals verwacht niet genoeg stemmen.

Lees ook

Elektronische systemen die Griekse machinisten moeten waarschuwen voor botsingen ‘werken al jaren niet’

Zeker 43 passagiers kwamen in de nacht van dinsdag op woensdag in Griekenland om het leven toen de trein waarin ze reisden frontaal op een goederentrein botste. Volgens spoorwegpersoneel zijn de elektronische beveiligingssystemen die de ramp hadden kunnen voorkomen „al jaren” buiten gebruik.

Hoewel het parlement vorige week dinsdag instemde met het aanstellen van een voorlopige onderzoekscommissie voor de afhandeling van de treinramp, waren er ook woensdag en vrijdag nog protesten. In Athene en Thessaloniki, de tweede stad van Griekenland, braken vrijdag rellen uit. Demonstranten bij het parlement gooiden volgens internationale persbureaus met brandbommen en vuurwerk naar de politie, die reageerde met traangas. Ruim zestig mensen zijn aangehouden. Ook voor deze week zijn nieuwe bijeenkomsten georganiseerd door nabestaanden van de treinramp, meldt dagblad Kathimerini.

Volgens recente opiniepeilingen is een meerderheid van de Grieken (57 procent) voor vervroegde verkiezingen, maar premier Mitsotakis heeft dat uitgesloten. Wel is hij volgens Kathimerini van plan aanstaande vrijdag of begin volgende week een herschikking van zijn kabinet aan te kondigen, na de installatie van Tassoulas als president. Daarmee hoopt Mitsotakis het vertrouwen in zijn regering te herstellen.

Tassoulas volgt Katerina Sakellaropoulou op, de eerste vrouwelijke president van Griekenland.


Overeenkomst met Koerden geeft Syrische leider Al-Sharaa zeggenschap over het noordoosten

De Koerdische strijdgroepen in Syrië (SDF) kondigden maandag aan zich te voegen bij de nieuwe regering van het land. Dat is een belangrijke doorbraak voor interim-president Ahmed al-Sharaa in zijn pogingen om een verdeeld Syrië te verenigen.

De opsteker komt voor Al-Sharaa op een precair moment. De geweldsuitbarsting van vorige week, waarbij gewapende groepen honderden burgers in de kustregio om het leven brachten, leidde internationaal en onder Syriërs zelf tot grote twijfels over zijn vermogen om de vrede te bewaren en de vele minderheden in het land te beschermen.

In zowel Damascus als Raqqa en andere plaatsen in noordoost-Syrië gingen menigtes de straat op om het sluiten van de overeenkomst tussen de regering en de Koerden te vieren.

Door de deal verkrijgt Damascus zeggenschap over het noordoosten van het land. Dat gebied – nu nog in handen van de Koerdische strijdgroepen – beslaat grofweg een kwart van het land en is rijk aan vruchtbare landbouwgrond, gasvelden en het merendeel van de Syrische olievelden. Dat zijn belangrijke bouwstenen voor het herstel van de Syrische economie, net zoals de grensovergangen met Irak en de aanwezige vliegvelden.

Lees ook

Zit achter het geweld in Syrië wraaklust? En zes andere vragen over de moordpartijen in de kustregio

Nabestaanden rouwen zondag in het Syrische Qamishli tijdens de begrafenis van Shinda Kisho, die omkwam bij geweld in Latakia.

Met het akkoord – dat voor het einde van het jaar van kracht moet zijn – lijkt ook een einde te komen aan de dreiging van een nieuw, grootschalig gewapend conflict tussen het Syrische staatsleger en de zestigduizend man tellende Koerdische troepenmacht. Eerder eiste SDF een zekere mate van autonomie binnen het nieuwe Syrië te behouden, maar dit was voor Damascus onaanvaardbaar. Militair ingrijpen door het nieuwe regime zou niet zijn uitgesloten.

Rol Turkije

Voor Turkije was het bestaan van een de facto autonome Koerdische regio aan de grens de afgelopen jaren een doorn in het oog. Turkije ziet SDF als een verlengstuk van de separatistische Koerdische PKK-beweging in eigen land, die de afgelopen vier decennia tegen de Turkse staat vocht maar recentelijk aankondigde de wapens neer te leggen. De ruime mate aan Koerdische autonomie, zo vreesde Ankara, zou daarbij op zichzelf al nationalistische aspiraties onder Turkse Koerden kunnen aanwakkeren.

Sinds 2016 voerde de Turkse krijgsmacht drie invasies uit tegen SDF en steunde ze vijandige milities met wapens en training. Eind december grepen die pro-Turkse milities de val van het Assad-regime aan om – met Turkse artillerie- en luchtsteun – hun strijd tegen de Koerdische strijdgroepen op te voeren.

Daarbij bereidde Turkije zich met troepenopbouw aan de grens voor om „een volledige oorlog te beginnen”, zei Al-Sharaa vorige maand in een interview met The Economist. De Syrische leider zou daar naar eigen zeggen een stokje voor hebben gestoken om „ruimte te creëren voor onderhandelingen” met SDF.

Tijdens deze onderhandelingen hing de dreiging van een militaire confrontatie met zowel Damascus als Turkse grondtroepen de Koerden dan ook boven het hoofd. Hun positie stond verder onder druk omdat het niet duidelijk is of de VS hun steun aan de Koerdische strijdgroepen zullen voortzetten onder president Donald Trump.

Belangrijkste bondgenoot

In de strijd tegen Islamitische Staat waren de Koerdische strijdgroepen de belangrijkste bondgenoot van de Amerikanen. Nu nog bewaakt SDF de gevangenissen en kampen waar tienduizenden IS-strijders en hun families worden vastgehouden. De afgelopen jaren konden de Koerden rekenen op financiële én politieke steun in hun conflict met Turkije. Maar afgelopen februari kwam het werk in onder meer het Al-Hol gevangenkamp al gedeeltelijk stil te liggen vanwege een bevriezing van Amerikaanse ontwikkelingshulp. Hoewel de regering-Trump sindsdien de relevante betalingen heeft hervat, is het nog maar de vraag wat er gebeurt met de overige Amerikaanse steun aan de Koerdische strijdgroepen. In totaal bedroeg dat vorig jaar zo’n 186 miljoen dollar (170 miljoen euro).

Naast het akkoord met de Koerdische strijdgroepen, zal Al-Sharaa ook afspraken moeten maken met de druzische gemeenschap in het zuiden van het land, die na dertien jaar ook grotendeels buiten staatsgezag valt. Verschillende Arabische media meldden dinsdag dat er een deal op handen is met de druzen in de Sweida-provincie. Hierbij zou het Syrische leger het gebied mogen binnen trekken en zullen overheidsinstanties weer opengaan.


Japanse overheid tast in rijstreserve om prijzen te dempen

Doordat handelaren het aanbod kunstmatig laag houden, is de rijst in Japan flink duurder geworden. De Japanse regering spreekt nu haar noodreserves aan om de kostenstijging van deze eerste levensbehoefte een halt toe te roepen.

Dat er een tekort is, is op het eerste gezicht verrassend: rijstboeren produceerden afgelopen jaar juist 180.000 ton rijst meer dan het jaar ervoor. Maar vanwege tegenvallende verkoopcijfers en onverkochte voorraden kochten handelaren honderdduizenden tonnen minder rijst in, waardoor er minder beschikbaar was voor restaurants, supermarkten en consumenten.

Gevolg: de prijs van een zak rijst van vijf kilo is in het afgelopen jaar bijna verdubbeld tot omgerekend zo’n 24 euro. Voor veel Japanners is dit basisvoedsel, dat dagelijks op tafel staat, niet meer te betalen.

Hoewel de verkoop in de laatste maanden weer stabiliseerde, houden handelaren het aanbod nog altijd beperkt om de prijzen omhoog te duwen. Zo hopen ze eerdere verliezen te compenseren. Als ze hun eigen voorraden op de markt zouden brengen, levert het een plotselinge overaanbod juist weer een pijnlijke prijsdaling op.

Drie miljard porties

De overheid ziet zich nu genoodzaakt om in te grijpen. Maandag begon de regering, als laatste redmiddel om de rijstinflatie af te remmen, met de veilig van een deel van de nationale rijstvoorraad. In totaal verkoopt ze nu 210.000 ton uit eigen beheer, bijna drie miljard eenpersoonsporties rijst. Zo moeten kunstmatige tekorten worden bestreden die zijn ontstaan door de speculerende handelaren.

Landbouwminister Tetsuro Eto had de veiling van een deel van de nationale rijstvoorraad openbaar in februari al aangekondigd. „Andere opties zijn er niet, de prijzen zijn nu te hoog”, verklaarde hij tijdens een recente persconferentie.

Japan houdt al decennia een nationale rijstvoorraad aan als verzekering tegen mislukte oogsten en natuurrampen. Jaarlijks wordt tweehonderdduizend ton rijst opgeslagen, verspreid over meer dan driehonderd depots in het land. In totaal beschikt de overheid over ongeveer een miljoen ton, voldoende om de hele bevolking vijf jaar lang te voeden.

Zware aardbevingen

De laatste keren dat de regering rijst uit deze noodvoorraad vrijgaf, was na de grote aardbevingen in 2011 en 2016. Nu wordt de rijstvoorraad voor het eerst gebruikt als economisch instrument om de markt te stabiliseren.

Het is een moeizaam besluit geweest. Al in augustus riepen handelsorganisaties op om rijst vrij te geven en groothandelaren zo te dwingen hun voorraden op de markt te brengen. Het ministerie van Landbouw schoof de beslissing lang voor zich uit.

Ook rijstboeren hebben namelijk voordeel van de hoge prijzen. Loonsverhogingen, duurdere kunstmest en verhoogde transportkosten zijn slechts een paar van de financiële klappen die zij in het afgelopen jaar moesten opvangen. Zij kunnen de meevaller van de hogere rijstprijs dus goed gebruiken.

Bovendien vreesde de overheid voor onvoorspelbare prijsschommelingen. Het kwam de overheid op veel kritiek te staan. Terecht, erkende minister Eto tegenover de pers: „We hadden eerder moeten ingrijpen.”

Kunio Nishikawa, econoom en rijstmarktexpert aan de Universiteit van Ibaraki, acht de kans groot dat er een prijsdaling aankomt: „De aanwezigheid van extra rijst is een geruststellend signaal aan de markt, wat speculatie kan afremmen”, zei hij tegen publieke zender NHK.

Maar het gaat nog een maand duren voordat de eerste geveilde rijst in de supermarktschappen ligt.

Bovendien wil de overheid de vrijgegeven hoeveelheid rijst binnen een jaar weer terugkopen. En om plotselinge prijsdalingen te voorkomen, moedigt het ministerie van Landbouw boeren aan dit jaar niet méér te produceren dan de geschatte vraag, waarmee de regering de rol van de speculerende groothandelaar lijkt te hebben overgenomen.


Opinie | Meghans nieuwe serie kan op weinig ‘love’ rekenen

De ene recensent wil graag „bewijs zien” dat de kinderen van Meghan Markle inderdaad al die groente eten die ze voor hen klaar maakt. De ander vindt vooral haar „gebrek aan humor, ironie, zelfbewustzijn” storend. Weer een ander vraagt zich af waarom de serie deels als kookprogramma wordt gebracht, „terwijl ze niet bijzonder goed is in koken of het erg leuk lijkt te vinden, op wat groenten of fruit op dienbladen rangschikken na”.

Sinds afgelopen week is op Netflix With Love, Meghan te zien, de nieuwste televisieserie van de echtgenote van de Britse prins Harry. In elke aflevering ontvangt de Amerikaanse vrienden of kennissen en deelt ze intussen kook- en leefstijladviezen. Ze komt met tips voor het inpakken van cadeautjes, kinderfeestjes of bloemschikken, en doet voor hoe je een pot vers badzout voor je gasten maakt.

De serie krijgt er in de Britse pers opgewekt en vilein, maar genadeloos van langs. Van nieuwssite The Independent krijgt de „huishoudelijke godin”, een verwijzing naar de wél populaire Britse chef Nigella Lawson, één ster. Ook dagblad The Guardian geeft er één. Het koningsgezindere The Daily Telegraph is iets guller en geeft er twee, net als de krant The i Paper. Die laatste schrijft: „Het is al te makkelijk om Meghan Markle te beschimpen. Helaas is het zowel nodig als onvrijwillig bij het kijken naar With Love, Meghan.”

Meghan kan al sinds zij en prins Harry hun officiële koninklijke functies opzegden, inmiddels vijf jaar geleden, weinig goed meer doen bij de meeste Britse media. En evenmin bij de Britten zelf. In een recente populariteitsranglijst van leden van het koninklijk huis staat Meghan zelfs lager dan prins Andrew, de jongere broer van koning Charles die zijn koninklijke titels kwijtraakte door verdenkingen van seksueel misbruik. Eind vorig jaar kwam daar nog nieuwe ophef rond Andrew bij, omdat hij bevriend zou zijn geweest met een vermeende Chinese spion.

Harry en Meghan wonen alweer jaren in Californië met hun twee kinderen en zijn nog maar heel af en toe in het VK. Met hun productiebedrijf Archewell Productions maken ze documentaires, podcasts en kinderprogramma’s, maar groot succes hebben ze nog niet. Zoals The Telegraph constateert: „We kunnen gerust zeggen dat de verbannen royals Hollywood niet echt hebben veroverd.” Om vervolgens al hun flops eens uitgebreid op een rij te zetten.

Slechte relatie

De kritiek op With Love, Meghan komt erop neer dat de hertogin van Sussex wereldvreemd overkomt in het speciaal voor haar serie gehuurde landhuis in Montecito, een dure buurt van Los Angeles. Ze geeft vanuit haar enorme tuin vol bramenstruiken, citroenbomen en bakken met sla de tip aan „Londenaren of anderen die klein wonen” om toch íéts van een plantenbak op hun balkon te zetten.

Maar de Britse weerzin tegen Meghan gaat dieper. Waar ze in de eerste jaren van haar relatie met Harry als verfrissend werd gezien, veranderden na verloop van tijd de verhoudingen, zowel met het koningshuis als die met de Britse pers. Prins Harry had al veel langer een slechte relatie met de tabloidpers en al snel gold dat ook voor Meghan. Harry komt overigens alleen in de laatste aflevering voor, waarin Meghan een brunch voor vrienden houdt met quiche en zelfgebakken koekjes met gedroogde bloemetjes.

„Meghan heeft het spel nooit begrepen”, schreef The London Standard deze week in een analyse over de verstoorde relatie tussen Meghan, in de meritocratische Verenigde Staten opgegroeid, en de rest van de koninklijke familie, die er juist zo van doordrongen is dat ze in een gouden kooi leven. „Van koninklijke huize zijn betekent dat je niet geliefd bent om wie je bent: in feite wordt je geen ‘zelf’ gegund.” Maar de haat tegen Meghan, stelde The London Standard ook vast, „is buiten alle proporties in vergelijking met wat ze echt heeft gedaan” en dus moeten „racisme en ouderwets snobisme” meespelen. Hoe dan ook: „Er zit iets tragisch aan Meghan die rondhangt in haar geleende keuken en doet alsof ze gelukkig is.”


De economische trekzaag van Trump begint zijn sporen na te laten

Het is inmiddels een vertrouwd beeld: de Oval Office, het kantoor in het Witte Huis van de president van de Verenigde Staten. Aan tafel de president zelf, een legertje getrouwen er omheen. Daar tegenover: ruim een dozijn journalisten. Op tafel: een berg mappen, decreten, executive orders. Al babbelend zet Donald Trump de ene na de andere handtekening onder een nieuwe maatregel.

Trump zorgde de afgelopen week eigenhandig voor schokgolven in de mondiale economie. De aankondiging van de importheffingen voor Canada, Mexico en China bracht onrust en onzekerheid bij beleggers, maar ook bij Amerikaanse bedrijven en consumenten. Als importeren duurder wordt, wordt alles duurder in de VS. En dat is slecht nieuws voor de economie.

Een dag na de invoering waren de tarieven alweer deels afgezwakt, of uitgesteld. Dat zorgt voor een dieper liggend probleem: er is simpelweg geen peil meer te trekken op het Amerikaanse economische beleid. In de Financial Times zei een ondernemer die in de Amerikaanse auto-industrie werkt: „Er waren drie veranderingen in 24 uur die ons raakten, en dat is een beetje verontrustend. We kunnen op dit moment niet raden wat, hoe of wie. Het gaat heen en weer als een trekzaag.”

Trump zelf is ervan overtuigd dat zijn beleid banen oplevert en de VS rijker maakt. Maar hij lijkt daarin de enige. In de echte economie, de werkelijkheid van alledag, begint Trumps gezigzag zijn sporen na te laten – en niet op de manier waarop de president had gehoopt. Investeerders, consumenten en bedrijven vertonen de eerste tekenen van afkeer en wantrouwen. Een week vol onrust in zeven grafieken.

Verkiezingswinst op de beurzen verdampt

Een handelsoorlog zoals Trump die lijkt te willen ontketenen met vriend en vijand, hakt er diep in bij beleggers. Alle mooie woorden ten spijt, kleuren de koersborden de laatste dagen vooral dieprood. Het aanvankelijk enthousiasme voor Trump dat na zijn verkiezing in november de aandelenkoersen opstuwde, is nagenoeg compleet verdwenen. De belangrijke S&P500-index verloor de laatste weken vele procenten.

(GRAFIEK S&P en AEX!)

En niet alleen de beurskoersen worden geraakt. Het gedreig met importheffingen schopt ook de markt voor grondstoffen en voedsel in de war. De prijzen van Amerikaans graan daalden afgelopen week sterk, uit angst voor een aanbodoverschot op de wereldmarkt. Als Amerika de import van graan duurder maakt, zal dat zijn weg vinden naar andere markten. Dat drukt de prijzen.

chart visualization

Ook de prijzen van maïs, tarwe en sojabonen zijn sinds half februari fors gedaald. Nadat Trump de importtarieven aan het eind van de week afzwakte, zou normaal gesproken enig herstel te zien moeten zijn. Dat kwam er ook, maar stond in geen verhouding tot de prijsdalingen van de weken daarvoor. Dat toont wel aan dat handelaren de onzekerheid zwaarder laten wegen dan Trumps woorden.

Vertrouwen Amerikanen lager

Koersen en voedselprijzen gaan altijd omhoog en omlaag. Maar ook Amerikaanse consumenten beginnen Trumps wispelturigheid te voelen en dat maakt ze somberder over de toekomst. Dat is al terug te zien in de maandelijkse consumentendata. Uit cijfers van de Federal Reserve van St. Louis blijkt bijvoorbeeld dat de consumentenbestedingen in januari zijn gedaald met 0,2 procent – de grootste daling sinds januari 2021.

(GRAFIEK CONSUMENTENBESTEDINGEN)

Zorgelijker is misschien nog wel dat het consumentenvertrouwen ook omlaag is gegaan, voor de tweede maand op rij. Uit het maandelijkse onderzoek naar consumentenvertrouwen van de Universiteit van Michigan blijkt dat het vertrouwen met 10 procent gedaald is ten opzichte van vorige maand. De verwachtingen voor persoonlijke financiën en de economische vooruitzichten op korte termijn daalden beide met bijna 10 procent in februari, terwijl de economische vooruitzichten op de lange termijn met ongeveer 6 procent terugvielen, naar de laagste waarde sinds november 2023. Gewone Amerikanen maken zich dus concrete zorgen over het effect dat Trumps acties op hun levensonderhoud zullen hebben. Ze beginnen hun uitgaven te beperken, wat de economische groei verder kan drukken.

chart visualization

Sombere verwachtingen

Het begint erop te lijken dat men het geloof in Trump aan het kwijtraken is als het over de economie gaat. Gevraagd naar hun verwachting over de inflatie de komende maanden, zegt inmiddels een ruime meerderheid van de Amerikanen te verwachten dat die fors zal toenemen. De Universiteit van Michigan peilde dat de verwachte inflatie inmiddels 4,3 procent bedraagt, een vol procentpunt hoger dan een maand geleden. Grappig is wel dat Democraten een stuk pessimistischer zijn over de inflatie dan Republikeinen. Ongeveer driekwart van de Democraten verwacht dat importheffingen tot hogere prijzen zullen leiden, bij de Republikeinen is dat minder dan de helft.

(GRAFIEK VOORSPELLING GDP FED ATLANTA)

Dit alles zet een rem op de zo bejubelde Amerikaanse groeicijfers. Uit zogenoemde high frequency-data van de Federal Reserve van Atlanta blijkt dat de economische groei in het eerste kwartaal van dit jaar een enorme duikvlucht neemt. De cijfers, verzameld uit economische activiteiten zoals boodschappen en andere transacties, suggereren zelfs een krimp van 2 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Sommige economen in de VS vrezen al een door heffingen veroorzaakte recessie.

Schokgolf over de wereld

Ook beleid dat niet primair economisch lijkt, heeft grote consequenties. Sinds president Zelensky vorige week een oorwassing kreeg van Trump en zijn vice-president JD Vance, is het vraagstuk van veiligheid wereldwijd hoog op de agenda gekomen. Het leidde er deze week toe dat de notoir zuinige Duitsers hun befaamde schuldenrem op de begroting deels loslaten als het om defensie-uitgaven gaat. Duitsland gaat dus veel meer lenen dan voorheen, en dat liet beleggers niet onberoerd. De rente op de 10-jaars Duitse staatsobligaties, een van de belangrijkste benchmarks op de Europese obligatiemarkten, schoot omhoog. De Duitse regering betaalt inmiddels 2,9 procent rente over een lening. Een week geleden was dat nog 2,4 procent. Een ongekende sprong van 0,5 procentpunt. Behalve tijdens de coronaperiode kende Duitsland sinds de eurocrisis niet zo’n hoge rente op staatsleningen.

chart visualization

In de slipstream van de Duitse rente, werden ook alle andere Europese staatsobligaties mee omhoog getrokken. En dat gaan Europeanen merken. Want de rente die op de markten betaald wordt voor staatsleningen zet de toon voor leningen van bedrijven en particulieren. Zo bezien zet Trump met zijn Oekraïne-diplomatie zelfs de Nederlandse hypotheekrente in gang: banken en andere hypotheeknemers verwachten een stijging van de rente.

Gedwongen daadkracht EU

Wat Duitsland in het klein deed met de schuldenrem, gebeurde donderdag in Brussel in het groot. In reactie op het Amerikaanse isolationisme en openlijke flirts met het opgeven van de NAVO, zet de Europese Commissie grootschalig in op strategische en militaire autonomie. Primair om Oekraïne te kunnen blijven steunen, maar zeker ook om de eigen verdediging na decennia van verwaarlozing in rap tempo op te krikken.

Op advies van Ursula von der Leyen zet Brussel nu 150 miljard klaar – geld dat gezamenlijk geleend moet worden op de kapitaalmarkten – en liggen er plannen dat aan te laten vullen tot 800 miljard door de lidstaten zelf. Dat geld moet dan als het enigszins lukt ook uitgegeven worden bij Europese defensiebedrijven. Dat miste zijn uitwerking niet: aandelen in Rheinmetall, het grootste defensiebedrijf van Duitsland, sloten donderdag 15 procent hoger dan aan het begin van de week, Leonardo in Milaan zelfs 17,3 procent. Het Franse Thales pakte ook bijna 17 procent en het Zweedse Saab steeg 11,6 procent. De Europese index voor ruimtevaart en defensiebedrijven had een topweek en stond vele procenten in de plus.

chart visualization

Van de weeromstuit beleeft de euro zijn beste week sinds de financiële crisis van 2008. Ten opzichte van de dollar klom de Europese eenheidsmunt met 4,5 procent. De forse sprong is vooral te danken aan het feit dat Europa weer groeiperspectief ziet dankzij de forse investeringen (in defensie en onder meer infrastructuur) die gepland staan. En ook de afzwakkende Amerikaanse economie maakt dat Europa er relatief gezien weer beter voor staat. Het zal vast niet de bedoeling zijn van Trump, maar als hij zo doorgaat wordt MAGA vanzelf MEGA. Met de E van Europa.


China wil zich beschermen tegen geopolitieke turbulentie en economische afhankelijkheid

Tijdens China’s jaarlijkse Volkscongres ging het deze week veel over Amerika, al dan niet direct. „Het is een fantasie als een land denkt dat het China klein kan houden en tegelijk goede relaties met China kan onderhouden”, zei buitenlandminister Wang Yi vrijdag tijdens een persconferentie. Een dag eerder had minister van Handel Wang Wentao al gewaarschuwd dat China liever geen handelsoorlog met Amerika wil, maar „als de VS de verkeerde weg op willen gaan, dan loopt China mee tot het eind”.

Terwijl de VS heffingen op invoer uit Canada en Mexico de afgelopen dagen opnieuw uitstelden, ging een nieuwe Amerikaanse heffing van 10 procent op Chinese goederen dinsdag wel in. In het antwoord op Trumps handelspolitiek balanceert de Chinese overheid tussen angst voor escalatie, die slecht is voor de Chinese economie, en de noodzaak om stevig te lijken – ook voor de eigen inwoners. Relatief gematigde tegenmaatregelen worden daarom afgewisseld met felle opmerkingen.

Lees ook

Deze Chinese maatregelen doen de Verenigde Staten nog niet écht pijn

China heeft nog een hoop tegenmaatregelen in de achterzak als de handelsoorlog met de VS verder escaleert. Foto Andy Wong/AP

Tijdens het congres werden de details en de begroting van China’s binnenlandse agenda voor het komende jaar aangekondigd. Zoals verwacht wordt er flink geïnvesteerd in zaken als defensie, waarvoor het budget met 7,2 procent omhoog gaat, en wetenschap en innovatie (10 procent). Zo werd er een nieuw kapitaalfonds van 1.000 miljard yuan (127 miljard euro) aangekondigd om innovatie in „harde technologie” te financieren, met een focus op kunstmatige intelligentie, kwantumcomputers en schone energie.

Zelfvoorzienender

Analisten keken ook uit naar meer details over fiscale steun voor China’s kwakkelende economie, een topprioriteit voor het land. Een opvallende maatregel is dat China komend jaar voor het eerst een begrotingstekort van 4 procent van het bnp accepteert, 1 procent meer dan tot nu toe. Dat levert het land een financiële ruimte van omgerekend ongeveer 200 miljard euro op, om door middel van leningen economische groei te stimuleren en om de impact van de Amerikaanse importheffingen te verzachten. Lokale overheden mogen ook meer obligaties uitgeven. Slechte leningen die de economie naar beneden trokken moeten zoveel mogelijk opnieuw worden gefinancierd.

De Chinese buitenlandminister Wang Yi stond vrijdag de pers te woord. China biedt volgens hem ‘zekerheid in een onzekere wereld’.
Foto Jade Gao/AFP

Het land streeft komend jaar naar een groei van het bnp van „ongeveer 5 procent”, vergelijkbaar met vorig jaar. Volgens Lynn Song, China-econoom voor ING, laat dat doel zien dat China bereid is om „assertiever beleid” te voeren om het groeiniveau in het komende jaar zoveel mogelijk vast te houden, ondanks het lage consumentenvertrouwen in eigen land en onverwachte buitenlandse schokken, zoals die van de Amerikaanse maatregelen.

De plannen passen in China’s strategie om zelfvoorzienender te worden, en vooral de afhankelijkheid van Amerika geleidelijk te verkleinen.

Lees ook

China wil niet de leider van de nieuwe wereldorde zijn

Afgevaardigden van de strijdkrachten op weg naar een vergadering in Beijing, waar deze week het Nationaal Volkscongres bijeenkomt.

Oekraïne

De Chinese investeringen staan in flink contrast met de scherpe bezuinigingen op de overheidsuitgaven die de nieuwe Amerikaanse regering doorvoert. Ook wat betreft buitenlands beleid nam buitenlandminister Wang de gelegenheid te baat om China te presenteren als een stabiele factor in een turbulente wereld.

„Wij zullen zekerheid bieden in een onzekere wereld”, zei Wang vrijdag in een gesprek met journalisten. Hij verwees naar de oorlog in Oekraïne, waar China volgens hem „een constructieve rol” wil spelen in een vredesproces. China stelt zich officieel neutraal op in het conflict, maar heeft in de praktijk Rusland, waarmee het volgens Wang een „volwassen en veerkrachtige” band heeft, van onontbeerlijke economische steun voorzien.

Minder vredelievend klonk Wang over conflicten waarbij China zelf betrokken is

Wang zei dat hij „vertrouwen had in Europa”, maar herhaalde niet zijn eerdere uitspraak dat Europa in eventuele onderhandelingen over een wapenstilstand een rol zou moeten spelen. Dat zei hij vorige maand op de Veiligheidsconferentie in München. China’s gezant voor Europese Zaken Lu Shaye zei woensdag in de marge van een paneldiscussie met diplomaten in Beijing tegen de South China Morning Post wel dat een oplossing van de oorlog „niet alleen door de VS en Rusland besloten moet worden”. Hij noemde de Amerikaanse opstelling „vanuit Europees perspectief verschrikkelijk”.

Afgevaardigden van de strijdkrachten arriveerden woensdag bij de openingsceremonie van het Nationaal Volkscongres in Beijing.
Foto Wang Zhao/AFP

Taiwan

Minder vredelievend klonk Wang over conflicten waarbij China zelf betrokken is. Over spanningen in de Zuid-Chinese Zee, waar China en onder meer de Filippijnen voortdurend – soms letterlijk – strijden om het gezag om eilandjes en de wateren daaromheen, waarschuwde Wang dat „provocaties averechts werken” en dat het conflict wordt aangewakkerd door „externe krachten”.

Ook voor Taiwan, het democratisch bestuurde eiland dat China als afvallige provincie beschouwt, had Wang ferme woorden: „Taiwan is nooit een land geweest, niet in het verleden en niet in de toekomst.” Steun voor Taiwans onafhankelijkheid is „spelen met vuur”, waarschuwde Wang.


Brussels auto-actieplan is balanceeract tussen concurrentie en groene doelen

Officieel heet het een ‘industrieel actieplan’ voor de autosector. Een betere titel zou misschien zijn: hoe krijgt Europa de Chinezen eronder? Het antwoord: met subsidies, een beetje dwang en wat minder strenge uitstootnormen.

Woensdag presenteerde de Europese Commissie de langverwachte plannen voor de Europese autosector. Het is de eerste in een strategieënregen voor uiteenlopende industriesectoren; later dit jaar volgen bijvoorbeeld nog staal en chemie. De bedoeling: de geplaagde industrie van het continent weer concurrerend maken.

Met de autosector gaat het niet best. Europese fabrikanten krijgen hun elektrische modellen niet verkocht en slagen er niet in goede software te schrijven. Grote fabrikanten als Volkswagen schrappen banen, net als minder bekende toeleveranciers. Pogingen om een eigen batterijketen op te zetten, haperen ook.

Dit alles bedreigt de welvaart van Europa, volgens de Commissie (en trouwens ook de „identiteit”, aldus het actieplan). Cijfers over het belang van de sector lopen uiteen, maar Eurocommissaris Apostolos Tzitzikostas (Duurzam Transport) hield het woensdag bij de presentatie op meer dan 13 miljoen directe en indirecte banen, en 7 procent van het bbp.

Met zoveel woorden zegt de Commissie het niet, maar ze ziet duidelijk Chinese auto- en batterijbedrijven als grote bedreiging. Door „overzeese concurrenten” die staatssteun ontvangen, dreigen Europese bedrijven achterop te raken bij batterijproductie (niet in de laatste plaats vanwege slechtere toegang tot grondstoffen) en bij goedkope – en in de toekomst wellicht zelfrijdende – elektrische auto’s.

Een van de grootste angstgegners is het Chinese BYD, dat allerlei technische snufjes aanbiedt – van karaoke tot rij-assistentie – voor een fractie van de prijs van Europese elektrische modellen. Vorig jaar introduceerde de EU al importheffingen op batterij-automerken uit China, met een beroep op de staatssteun uit Beijing. Het actieplan van woensdag is de positieve tegenhanger van deze aanpak: met alleen het weren van je concurrent kom je er niet, je moet ook zelf verbeteren.

De Commissie doet een aantal voorzetten, die uiteenlopen van voorspelbaar tot opmerkelijk. Zo moet Europa aantrekkelijker worden als testlocatie voor zelfrijdende voertuigen – iets waar China en de VS nu ver in voorlopen. Er komen drie landsgrensoverschrijdende gebieden waar autofabrikanten hiermee aan de slag kunnen („middelgrote steden” kunnen zich melden). De Commissie wil ook een programma opzetten om fabrikanten meer te laten samenwerken bij het ontwikkelen van autosoftware.

Verder wil Brussel op nieuwe manieren de vraag stimuleren naar elektro-auto’s. Mensen met lagere inkomens moeten stekkerauto’s kunnen leasen tegen een laag tarief, geholpen door subsidies. De Commissie wil ook bedrijven dwingen tot versnelde elektrificatie van wagenparken, middels een nieuw in te voeren wet.

Batterijen zijn een cruciaal ‘strijdperk voor toekomstige werkgelegenheid en waardecreatie’

Europese Commissie

Respijt van uitstootnormen

Een van de belangrijkste delen van het plan bracht Commissievoorzitter Ursula von der Leyen maandag al naar buiten. Automakers krijgen voorlopig respijt van nieuwe CO2-uitstootnormen die in 2025 al zouden ingaan. Fabrikanten als Volkswagen dreigden naar eigen zeggen forse boetes te krijgen aan het einde van dit jaar omdat ze niet genoeg elektrische auto’s verkochten en daardoor de normen niet zouden halen.

Dat gebeurt voorlopig niet. Volgens de Commissie kunnen de fabrikanten dit geld beter in innovatie steken. „We moeten pragmatisch zijn”, zei Tzitzikostas woensdag. De autobouwers kunnen hun prestaties voor dit jaar verrekenen met de komende twee jaar: als ze in de volgende jaren juist extra goed presteren, wordt een eventuele boete kwijtgescholden.

Vanuit milieugroeperingen kwam hier eerder in de week felle kritiek op. De Europese ngo Transport & Environment sprak van een ongekend „cadeau” aan de sector, dat Europese fabrikanten juist op achterstand zal zetten bij hun Chinese concurrenten. Ook koplopers in de elektrische markt (zoals Volvo), die wel aan de normen voldoen, hadden liever gezien dat hun investeringen waren beloond door de boetes in stand te houden.

Opvallend is verder dat de Europese Commissie van geen afstel wil weten bij het opzetten van een Europese batterijketen. In 2024 bleek hoe moeilijk dit is, toen Europa’s grote batterijbelofte Northvolt in zware problemen kwam. Het bedrijf werkt aan een financiële herstructurering, maar een faillissement hangt nog altijd in de lucht. Ondertussen winnen Aziatische fabrikanten terrein, waaronder het Chinese CATL, dat in de EU fabrieken bouwt.

Toch mag dit Europa echt niet ontglippen, aldus de Commissie. Batterijen zijn een cruciaal „strijdperk voor toekomstige werkgelegenheid en waardecreatie”. De Commissie trekt er 1,8 miljard euro voor uit, bovenop bestaande bedragen, met name voor onderzoek, en „gaat kijken” naar directe financiële steun voor fabrikanten die in Europa batterijen willen maken.

Ook partijen van buiten de EU kunnen daarvoor in aanmerking komen – als ze maar samenwerken met Europese partijen en kennis delen. Dat is een omkering van hoe China westerse bedrijven jarenlang dwong tot kennisdeling.

Verbrandingsmotor

In de formulering ‘gaat kijken’ zit ook direct een van de problemen met het actieplan. Veel is nog vaag. Van de wet die bedrijfswagenparken moet elektrificeren is nog geen letter bekend. De Commissie gaat lidstaten „aansporen” om de leaseplannen voor lagere inkomens uit te voeren. Maar willen alle landen hiervoor betalen?

Het actieplan biedt ook nog geen volledige duidelijkheid over hoe hard het verbod op de brandstofmotor per 2035 blijft. Vanuit de auto-industrie was de laatste maanden een stevige lobby op gang gekomen om aan deze datum te morrelen. Door de hernieuwde aandacht voor Europese concurrentiekracht en de zorgen over de auto-industrie leek dit opeens mogelijk, soms tot verbazing van lobbyisten zelf.

Lees ook

De Friese boer die de brandstofmotor uit Europa verdreef – of toch niet?

Een benzinemotor begin jaren tachtig. Foto ANP/Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Woensdag benadrukte Eurocommissaris Tzitzikostas herhaaldelijk dat de datum staat. Wel komt er een versnelde ‘review’ van het voorstel. Daarmee staat de deur op een kier voor controversiële ‘e-fuels’ als methode om het doel te halen. E-fuels maak je met elektriciteit uit bijvoorbeeld CO2 en zijn in theorie relatief schoon. Experts zijn echter overwegend kritisch; ze zijn duur en het kost erg veel stroom om ze op te wekken. Voor fabrikanten zijn e-fuels juist aantrekkelijk: ze bieden hoop voor de brandstofmotor.

Het actieplan is zo een product van de huidige tijdgeest in Brussel. De Europese Commissie wil zijn groene doelen niet van tafel vegen, maar probeert tegelijkertijd meer ruimte te geven aan de wensen van het bedrijfsleven. Die balanceeract zal de komende jaren vaak terugkeren, ook bij andere industrieën.


Dwarsligger Orbán moet als ‘stem van Trump en Poetin’ op Europese top weer effectief onklaar worden gemaakt

De Hongaarse premier Viktor Orbán staat niet bepaald bekend als smid van de Europese eenheid. Al jaren is hij een dwarsligger in Brussel, vaak met een veto-dreiging in de Europese Raad op zoek naar wisselgeld. In aanloop naar de EU-top donderdag zet hij de Europese verhoudingen weer op scherp, al verbaast het vriend noch vijand.

Orbán kiest openlijk de kant van de Verenigde Staten. „Hij is de stem van Trump en Poetin”, aldus András Bozóki, hoogleraar politicologie aan de Central European University (CEU) in Wenen. Dat is „zorgelijk”, juist nu het zo belangrijk is dat Europa met één stem spreekt. Orbán spoort Europa aan om „het voorbeeld van de VS” te volgen.

In een brief die Orbán verstuurde aan de Europese Raad zinspeelt hij op een „verdeeld Europa” als Brussel niet met Rusland om de tafel gaat met als inzet een „staakt-het-vuren en duurzame vrede”. Over het topoverleg in Londen, waar afgelopen zondag de regeringsleiders van negentien landen zonder hem de steun aan Oekraïne bespraken, schreef Orbán na afloop op X dat de Europese leiders „besloten hebben door te willen gaan met oorlog, in plaats van te kiezen voor vrede”.

Kan Orbán donderdag bij de speciaal ingelaste Europese top over de nieuwe wereldoorlog en veiligheid de plannen van de Commissie dwarsbomen, na dreiging met zijn vetorecht? Volgens een EU-diplomaat wordt in Brussel momenteel „voortdurend over Orbán gesproken”. De Franse president Emmanuel Macron dineert woensdag met de Hongaarse leider in Parijs, in de hoop de plooien in de aanloop naar de top glad te strijken. Een omgang met Orbán die wel vaker voorkomt vlak voor een EU-top.

António Costa – voorzitter van de Europese Raad, aan wie Orbáns gelekte brief was gericht – reageerde maandag nuchter. In zijn antwoord aan Orbán schreef hij: „Er bestaat een brede consensus dat Europa meer soeverein moet worden.” En: „We willen allemaal een staakt-het-vuren en duurzame vrede.” Maar, zo voegde hij toe tijdens een bezoek aan Moldavië deze week: „Vrede is niet slechts een staakt-het-vuren dat Rusland de tijd gunt om sterker te worden.” Zonder defensie is vrede „een illusie”, aldus de voorzitter van de Raad, die inzet op meer militaire en financiële steun aan Kyiv.

Antonio Costa, voorzitter van de Europese Raad, op een persconferentie maandag in Moldavië. Zonder betere defensie van de EU-landen is vrede een illusie, zei hij daar. Foto Vladislav Culiomza / Reuters

Orbán werd door Steve Bannon, Trumps voormalig adviseur, ‘Trump before Trump’ genoemd. Maar terwijl president Trump Europa op zijn grondvesten doet schudden, is Orbáns grip op Europa „gering”, volgens de Hongaarse hoogleraar Bozóki. „Hij kan er wel voor zorgen dat de EU geen unanieme keuze maakt. De EU moet het dan doen met een coalition of the willing.”

Orbáns tegensputteren zit hem vooral in het geopolitieke signaal dat de EU af wil geven omtrent Oekraïne, waarbij de EU Oekraïne ‘onvoorwaardelijk steunt’. Mocht Orbán dwars blijven liggen, dan is het denkbaar dat de overige 26 landen een verklaring uitgeven. „In het verleden zijn we er altijd wel weer uitgekomen”, aldus een diplomaat. Aangezien er donderdag geen directe beleidsmaatregelen gekoppeld zijn aan de meerderheidssteun, levert dit geen praktische problemen.

Verdedigingsplan

Dinsdag presenteerde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen alvast het defensieplan ReArm Europe, waarbij de verdediging van Europa met 800 miljard euro moet worden opgekrikt in de komende jaren. Zo’n 150 miljard euro moet via een nieuw leningenfonds lopen. Maar zowel het aangaan van gezamenlijke leningen als een gedeelde defensiestrategie voor de Russische oorlog in Oekraïne liggen politiek gevoelig op nationaal niveau. De regeringsleiders die elkaar donderdag treffen, moeten instemmen met het miljardenplan, dat qua grootte en urgentie doet denken aan het coronaherstelfonds na de pandemie.

Hongarije lijkt de verdere opbouw van een Europese defensie-industrie te steunen. Al heeft Brussel Orbán – en het gelijkgestemde Slowakije, onder aanvoering van premier Robert Fico –  hierbij niet per se nodig. Het defensieplan van de Commissie vereist geen unanimiteit, slechts een meerderheidsbesluit. Om het Europese handelen te versnellen, wordt daarbij een beroep gedaan op Artikel 122 uit het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat kan worden ingezet bij noodsituaties. Ook het Europees Parlement kan daarmee worden omzeild.

Dat is „een verontrustende ontwikkeling”, zegt Sophie in ’t Veld, Volt-politica en twintig jaar lang Europarlementariër (2004-2024). „De macht komt steeds meer te liggen bij de Europese Raad en de regeringsleiders. Al is snelheid geboden, dit mag niet leiden tot zwakkere democratische normen. Mogelijke verspilling, fraude en corruptie liggen hierbij op de loer.”

‘Outsider’ Hongarije, dat steeds dreigt met een tegenstem, laat volgens In ’t Veld „zien dat het huidige Europese vetosysteem niet werkt”. „Orbán is het probleem niet, hij legt slechts een zwakte bloot door luid te zijn. Dat wil niet zeggen dat de andere lidstaten geen druk uitoefenen of een ruilmiddel inzetten als het gaat om hun stem, Nederland net zo goed.”

Orbán speelt met zijn gedrag Poetin en Trump in de kaart, vindt politicoloog Bozóki. Die zijn gebaat bij Europese verdeeldheid. De Hongaarse leider – sinds 2010 premier, en daarmee de langstzittende regeringsleider van Europa – wordt gezien als een autocraat aan het hoofd van een zelfverkondigde ‘illiberale democratie’, die floreert bij de gratie van een vijandbeeld. Maar ondanks het Brusselse lidmaatschap maakt de Hongaarse premier van de ‘Europese elite’ graag zijn vijand.

Volgens Bozóki probeert Orbán met zijn Oekraïne-standpunten – hij riep al eerder op tot een staakt-het-vuren en is kritisch over wapensteun aan Kyiv, sancties van EU-landen tegen Rusland en een mogelijk NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne – vooral zijn nationale agenda te redden. Hongarije gaat in 2026 opnieuw naar de stembus – en Orbán zijn populariteit begint af te nemen. Volgens het laatste onderzoek van het Hongaarse peilinginstituut Medián staat de centrumrechtse Tisza-partij van oud-partijgenoot Peter Magyar op 47 procent van de stemmen, tegen Orbáns Fidesz-partij op 36 procent. Bozóki: „Hij is een doodlopende weg ingeslagen. Dit is zijn laatste kans: met Rusland aan zijn zijde zet hij in op technologische hulp om zijn bereik online te vergroten en de narratief te beïnvloeden, met de VS hoopt hij op geld om de bevolking om te kunnen kopen.”

Hij besluit: „Orbán staat niet voor Europa of voor wie dan ook, hij vertegenwoordigt slechts zichzelf”. Met een groeiend gevoel van urgentie onder de Europese bevolking om verenigd actie te ondernemen op defensievlak kiest de Hongaarse premier daarmee een minderheidsstrategie.