‘Een grotere rol voor de Franse nucleaire macht is cruciaal voor de veiligheid van Europa’

Ineens staan kernwapens centraal in het werk van Pierre Haroche (40). De Franse onderzoeker en professor werkt al jaren aan Europese samenwerking op het gebied van veiligheid – jarenlang voor de Queen Mary University in Londen, sinds afgelopen zomer voor de Katholieke Universiteit van Lille, maar begin 2022 veranderde iets.

„Nadat Rusland Oekraïne binnenviel, vroeg ik me af: hoe kan Frankrijk in de huidige wereld een substantiële bijdrage leveren aan de Europese veiligheid?”, vertelt hij in zijn werkkamer in Lille. Aan de muur hangt een blauw-gele poster met de tekst Be brave like Ukraine. „Een van de antwoorden zit hem volgens mij in Frankrijks rol als nucleaire macht, als enige in de Europese Unie.” Sindsdien verschijnt Haroche geregeld in de media met opiniestukken en interviews waarin hij Franse beleidsmakers adviseert om de nucleaire doctrine Europeser te maken. „Zo kunnen we laten zien dat we Europa nu echt op één zetten.”

Lees ook

De nucleaire dreiging was zelden zo groot, met oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten

Kim Jong Un inspecteert een project voor kernwapens in Noord-Korea. Foto AFP

Waarom heeft Frankrijk eigenlijk kernwapens?

„In de jaren vijftig besefte Frankrijk dat er spanningen konden bestaan tussen de belangen van de Verenigde Staten en die van Europa, onder meer door de Suezcrisis.”

In 1956 probeerden Frankrijk samen Israël en het Verenigd Koninkrijk via een militaire interventie het Suezkanaal in handen te krijgen, dat door Egypte genationaliseerd was. Daarop zetten de VS druk op de Europese bondgenoten om zich terug te trekken, uit angst voor repercussies uit Rusland.

„De Britten hadden dezelfde ervaring, maar trokken een andere conclusie: het VK ontwikkelde een kernwapenprogramma in nauwe samenwerking met de VS [die vanaf eind jaren 30 kernwapens ontwikkelden]. De Fransen vertrouwden er minder op dat ze altijd zouden kunnen rekenen op de Amerikaanse steun. Men vroeg zich af of de VS echt een kernwapen zouden inzetten om een bondgenoot aan de andere kant van de oceaan te helpen. Ook speelde mee dat het ontwikkelen van een nucleair programma Frankrijk een hogere status op het internationale toneel zou verschaffen.”

In 1958 kondigde president Charles de Gaulle formeel het Franse kernwapenprogramma aan.

Waar bestaat het Franse nucleaire arsenaal uit?

„We zitten in een andere logica dan de Amerikanen en de Russen die een wedloop hebben gehad en duizenden kernkoppen hebben. Frankrijk heeft zo’n driehonderd kernkoppen. Die kunnen worden ingezet met gevechtsvliegtuigen of nucleaire onderzeeërs, waarvan Frankrijk er vier heeft. Het Franse leger investeert veel in nucleaire wapens: er wordt geregeld prioriteit aan gegeven, wat er soms voor zorgt dat investeringen in andere soorten apparatuur worden uitgesteld.”

Volgens openbare cijfers gaat zo’n 20 procent van het defensiebudget naar ‘nucleaire afschrikking’.

Zijn de Franse kernwapens er enkel voor de bescherming van Frankrijk?

„In de Franse kernwapendoctrine staat dat de kernwapens dienen voor de bescherming van de ‘vitale belangen’ van de natie, die ‘een Europese dimensie hebben’. Dat is anders voor de VS, het VK en Rusland, die de bescherming van bondgenoten expliciet hebben opgenomen. Ook zijn de Franse kernwapens niet bij de NAVO ondergebracht. Het idee daarachter is dat een gedeeld kernwapen minder afschrikwekkend is dan een eigen wapen. En het Franse kernwapenprogramma moest bijdragen aan de soevereiniteit van Frankrijk als land.

„Maar de Franse kernwapendoctrine heeft wel altijd die Europese dimensie gehad. In lijn hiermee heeft president Emmanuel Macron in 2020 de Europese partners uitgenodigd voor een dialoog over ‘de rol van de Franse nucleaire afschrikking voor de bescherming van onze collectieve veiligheid’ – dat wil zeggen een gesprek over of de Europese partners ook onder de Franse nucleaire paraplu moeten komen te vallen.

„Maar de bondgenoten hielden dat gesprek af, uit angst de VS te beledigen en diens nucleaire bescherming te verliezen. Het kan ook meespelen dat Europese landen bang zijn om aan de Russen het signaal te geven dat zij twijfelen aan de Amerikaanse bescherming.”

De onderzeeboot Le Terrible van de Triomphant-klasse, in 2017 gefotografeerd tijdens een bezoek van president Macron. De onderzeeërs van deze klasse kunnen kernwapens afvuren.
Foto Fred Tanneau / AFP

Waarom is men zo bang voor de Amerikaanse reactie? President Trump wil toch juist dat Europa meer doet aan zijn eigen defensie?

„Juist met Trump hebben we geen idee hoe hij zou reageren, omdat hij onvoorspelbaar is. Toen Macron in 2018 met [de toenmalige Duitse bondskanselier] Merkel praatte over de oprichting van een Europees leger, sprak Trump van een ‘belediging’. En de Amerikanen waren woedend toen Macron in 2023 zei dat de Europeanen de VS niet moeten volgen als een ‘vazal’ in de kwestie Taiwan.”

Wat betekent de Franse doctrine in praktijk? Als Nederland morgen wordt aangevallen met een kernwapen, reageert Frankrijk niet?

„Het is lastig om te zeggen wat er precies zou gebeuren want nucleaire doctrines zijn opzettelijk erg vaag – dat geeft besluitnemers bewegingsruimte. Maar als Nederland, in het hart van Europa, wordt aangevallen met een kernwapen, zou de Europese Unie als politiek en economisch systeem bedreigd worden en is de kans groot dat Frankrijk niet veel later aan de beurt is. En dus komen bij zo’n aanval ook de Franse ‘vitale belangen’ in gevaar en kan zo’n aanval wel reden zijn voor een nucleaire reactie. Maar voor de landen aan de oostflank van Europa is dit met de huidige doctrine minder evident.”

Lees ook

‘Trump, China en Poetin schudden Europa nu wakker. Maar Europeanen zouden liever nog even doorslapen’

‘Trump, China en Poetin schudden Europa  nu wakker. Maar Europeanen zouden liever nog even doorslapen’

Waarom zouden Europese landen de dialoog over het verbreden van de Franse doctrine aan moeten gaan als er al Amerikaanse bescherming is en het Franse arsenaal beperkt is?

„De VS zijn veranderd, ze zijn meer gericht op het binnenland en op Azië. Vooral nu Trump weer aan de macht is, is de vraag in hoeverre men enkel op de VS kan blijven leunen. Frankrijk heeft niet dezelfde middelen als de VS dus we kunnen niet dezelfde missie hebben. Maar het gaat ook niet om het vervangen van de Amerikaanse bescherming, Frankrijk zou een extra bescherming kunnen bieden.”

Wat is er veranderd sinds Rusland Oekraïne binnenviel?

„President Poetin is weer gaan praten over zijn nucleaire arsenaal, waarmee kernwapens opnieuw een thema werden. Macron reageerde in maart 2022 met het besluit dat er voortaan permanent drie Franse nucleaire onderzeeërs ingezet zouden worden – eerder was dat er één. In nucleaire taal betekent dit dat Frankrijk laat zien dat het niet bang is, en het herinnert Rusland eraan dat Frankrijk nucleaire wapens heeft. Maar ook dat het geen ongecontroleerde escalatie wil.”

„Verder is Frankrijk weer meer gaan investeren in nucleair, hoewel het arsenaal niet is uitgebreid. Ook heeft Macron vorig jaar in Zweden de uitnodiging voor een dialoog over de inzet van Franse kernwapens voor de Europese veiligheid herhaald. Bijzonder was dat hij dat deed in reactie op een Zweedse vraag [nadat Zweden zich aansloot bij de NAVO]. Dat laat zien het thema nu ook buiten de Franse landsgrenzen speelt.”

Staan de EU-bondgenoten nu wel open voor zo’n dialoog?

„Er vinden gesprekken plaats, maar niet op officieel niveau. Denk aan Franse experts, diplomaten en adviseurs die met hun tegenhangers in andere Europese landen spreken over dit thema. Vooral van Polen weten we dat er interesse is, vanwege zijn geografische ligging en omdat het eerder heeft gevraagd of er Amerikaanse kernwapens in Polen konden worden gestationeerd. Ook in Duitsland gaan er geluiden op om het gesprek met Frankrijk aan te gaan.”

Wat zou Frankrijk kunnen doen?

„Na 2020 was Frankrijk teleurgesteld dat er zo weinig respons kwam. De verwachting was dat na deze opening een enthousiaste menigte in onze armen zou komen rennen. Ik denk dat Frankrijk een stap moet zetten en zijn doctrine explicieter moet maken door te bevestigen dat Franse kernwapens er van nu af aan niet alleen zijn om de vitale belangen van Frankrijk te beschermen. Ze zijn er ook voor de verdediging van Europa.

„Hiermee kunnen we laten zien dat we niet meer in de traditionele Franse defensiestrategie zitten, waarbij onze nucleaire wapens er enkel zijn voor de nationale veiligheid, en onze conventionele wapens voor buitenlandse interventies. En waarbij Afrika belangrijker wordt gevonden dan de oostflank van Europa. Zo kan Frankrijk laten zien dat het Europa op nummer één zet. En het maakt het Franse discours over het belang van defensie en Europese soevereiniteit geloofwaardiger: Frankrijk wordt vaak bekritiseerd alleen over defensie te spreken omdat het Rafale-gevechtsvliegtuigen en wapens wil verkopen.

„Als Frankrijk deze extra stap zet – zonder daar iets tegenover te stellen – kan daarna gesproken worden over wat dit betekent voor een eventuele uitbreiding van het arsenaal, in hoeverre de wapens buiten Frankrijk moeten worden geplaatst en dergelijke.”

De volledige Franse oppositie is tegen het uitbreiden van de nucleaire doctrine. Waarom?

„Men is aan de haal gegaan met Macrons uitspraken. Politici als de [hardlinkse] Jean-Luc Mélenchon en de [radicaal-rechtse] Marine le Pen doen alsof hij heeft voorgesteld de nucleaire wapens te delen – alsof straks de Duitse bondskanselier zou kunnen bepalen wanneer wij onze kernwapens inzetten. Dat is niet aan de orde. De president van de Republiek zal altijd degene blijven die aan de knoppen zit – net als in de VS.”


Trump herontdekt het westelijk halfrond als Amerika’s achtertuin

Amerikanen hebben maar mazzel, viel Otto von Bismarck al op. „In het noorden en zuiden”, zou de Duitse staatsman ooit gezegd hebben, „worden ze begrensd door zwakke buren en in het oosten en westen door vissen.”

Von Bismarck leefde in de 19de eeuw, toen de wereld verdeeld was in imperia en invloedssferen. Donald Trump lijkt in zijn tweede ambtstermijn naar die tijd terug te keren. In zijn inauguratietoespraak verkondigde hij dat „de VS zichzelf weer als een groeiende natie gaan beschouwen – een die onze welvaart laat toenemen, ons grondgebied uitbreidt, onze steden bouwt, onze verwachting verhoogt en onze vlag naar nieuwe schitterende horizonten brengt.”

Trump was de eerste Amerikaanse president in een eeuw die daarmee hardop territoriale ambities uitsprak. Hij kijkt daarbij wel alleen naar zijn eigen westelijk halfrond, valt op.

Nadat hij in zijn eerste termijn (2017-’21) al opperde Groenland te kopen, wilde hij begin deze maand desgevraagd niet uitsluiten het Deense territorium desnoods militair in te lijven. In een stekelig telefoongesprek met Kopenhagen voerde hij de druk vorige week verder op.

In zijn inauguratierede begon hij ook over het Panamakanaal. Dit legden de VS aan en in 1977 werd besloten om het (in 1999) terug te geven aan Panama. Trump laakte dat als historische fout en beloofde het ‘terug te pakken’ van China: in de Kanaalzone is ook een Hongkongs havenbedrijf actief.

Lees ook

Bezorgd Panama probeert te begrijpen wat Trump wil: gaat het hem echt om het kanaal of speelt er meer?

Het Panamakanaal is een strategische handelsroute, alle rederijen uit alle landen betalen voor hun doortocht hetzelfde tarief, afhankelijk van de grootte van het schip.

En daar blijft het niet bij. Sinds de politieke crisis die de Canadese premier Justin Trudeau deze maand de kop kostte, sart Trump dat het buurland zich bij de VS kan aansluiten. En van de vele besluiten en decreten die hij zijn eerste werkdagen tekende, doopte eentje de Golf van Mexico om in de Golf van Amerika. En dit weekeinde botste Trump met Colombia, Mexico en Brazilië over uitzettingsvluchten van gedeporteerde migranten.

Schild en zwaard

Alle expansieretoriek van ‘the Donald’ werd door tabloid The New York Post al de de ‘Donroe-doctrine’ genoemd, naar de doctrine van president James Monroe in 1823. Toen landen in Latijns-Amerika zich begin negentiende eeuw begonnen te ontworstelen van hun Spaanse, Portugese en Franse kolonisatoren, besloot Monroe dat dit vacuüm niet gevuld mocht worden door andere Europese machten. Het hele westelijk halfrond was voortaan Washingtons achtertuin, waar vrijelijk geïntervenieerd mocht worden om geopolitieke en zakelijke belangen veilig te stellen.

Lees ook

Schoffelen in de Amerikaanse achtertuin

De latere president Teddy Roosevelt voert een Amerikaans regiment aan in Cuba, in 1898.

Dit uitgangspunt werkte niet alleen als schild, maar ook als zwaard, aldus analist Stewart Patrick van de denktank Carnegie Endownment. Ze werd aangehaald bij de annexatie van Texas in 1845; het jaar erop ingezet als rechtvaardiging om Mexico de oorlog te verklaren, waardoor de VS fors uitbreidde richting het zuidwesten; en in 1867 om Alaska te kopen van de Russen.

En na de dekolonisatie bleef de doctrine springlevend. De hele 20ste eeuw van Latijns-Amerika stond bol van de militaire invasies, georkestreerde staatsgrepen, bestrijding van nationalistische of communistische guerrilla’s en steun aan Washington-loyale (militaire) regimes. Na de Koude Oorlog werd die bemoeienis voortgezet onder het mom van de War on Drugs en de neoliberale ‘Washington Consensus’.

China-havik als minister

Bij zijn eedaflegging zong Trump de lof op een verre voorganger naar wie hij ‘s lands hoogste berg vernoemde: president William McKinley. Trump roemde hem niet omdat hij zich tijdens Amerika’s van corruptie doortrokken Gilded Age (1870 tot eind 1890’s) gretig liet steunen door roofridders, zoals Trump zich nu laaft aan miljoendonaties van techoligarchen. Trump noemde McKinley vooral „een geweldige president”, omdat hij de basis legde voor het Panamakanaal en graag importheffingen inzette.

McKinley was ook de president onder wie de VS voor het laatst significant uitbreidden. Na de Spaans-Amerikaanse oorlog werden een jaar na zijn aantreden Puerto Rico, Hawaii, Cuba en de Filippijnen ingelijfd.

Dat Trump de erfenis van McKinley nu met de nodige bravoure afstoft kan onderhandelingstactiek zijn. In Panama, bijvoorbeeld, om gunstiger passagetarieven te bedingen voor Amerikaanse reders. Het land stelde vorige week al fluks een onderzoek in naar het Hongkongse havenbedrijf. Of om het Midden-Amerikaanse land te dwingen meer migranten tegen te houden. Of een binnenlandse afleidingsmanoeuvre – mocht hij er niet in slagen economische beloftes, zoals een lagere inflatie, snel in te lossen.

Twee vrachtschepen in het Panamakanaal. Dit door de VS aangelegde kanaal kwam in 1999 weer in Panamese handen. Trump laakte dat als historische fout.
Foto Martin Bernetti/AFP

Trump toont sowieso meer aandacht voor het eigen halfrond, nadat Joe Biden zelden omkeek naar Latijns-Amerika. Vooral China is in dit gat gesprongen, door infrastructuur te financieren en uit te groeien tot Zuid-Amerika’s belangrijkste handelspartner. Rusland roert zich ook in meerdere landen.

Marco Rubio, Trumps nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, is sterk op Latijns-Amerika georiënteerd. Als zoon van Cubaanse ballingen uit Florida, is hij fel over de dictaturen Cuba, Nicaragua en Venezuela. En als China-havik wil hij de groeiende invloed van Beijing in de regio tegengaan. Rubio’s eerste dienstreis gaat deze week naar Midden-Amerika.

Invloedssferen

Een terugkeer naar bijna twee eeuwen van hemisferische hegemonie en Amerikaans ingrijpen kan landen in de regio echter ook in de armen van China en Rusland drijven. Of zelfs in die van oud-kolonisator Europa: het Britse weekblad The Economist bepleitte al dat Canada zich bij de Europese Unie aansluit.

Of militair ingrijpen een serieuze optie is, blijft daarom onduidelijk. In zijn inauguratierede zei Trump dat het goed is oorlogen te beëindigen, „maar misschien nog wel belangrijker om niet in nieuwe verzeild te raken”. Volgens sommige analisten impliceerde Trump daarmee dat China zijn eigen invloedssfeer in de Indo-Pacific mag hebben (inclusief afvallig Taiwan) en Rusland de Donbas mag pakken, zolang de VS op hun eigen halfrond de baas zijn.

„Vanwege Trumps impulsieve temperament en grillige stijl, zou het riskant zijn om zijn uitlatingen binnen een grotere onderliggende strategie te plaatsen”, stelde Stewart van Carnegie begin deze maand. „Toch lijkt één ding waarschijnlijk: het idee van invloedssferen zal de kern vormen van zijn benadering van de ordening van de wereld.”


Oost-Congolese stad Goma dreigt ten prooi te vallen aan M23 en Rwanda

De gewelddadigheden in Oost-Congo verergeren met de dag waardoor de regio verder wegzakt in humanitaire chaos. De VN-Veiligheidsraad kwam zondag in een spoedzitting bijeen om de nijpende situatie te bespreken nadat zaterdag dertien militairen van de VN-vredesmissie waren omgekomen. De inmenging van buurland Rwanda – dat de M23-rebellen steunt – krijgt stilaan de vorm van een annexatie, zeggen verscheidene diplomaten in de regio tegen NRC.

De opmars en het offensief van M23 – kort voor Mouvement du 23 Mars – is nietsontziend. Na een week van militaire overwinningen en de val van twee strategisch gelegen plaatsen ligt Goma, hoofdstad van de regio Noord-Kivu, onder vuur. De angst onder de een miljoen inwoners en evenveel ontheemden is groot. Zeker na de boodschap van M23-woordvoerders: „We zullen de stad verstikken.”

In Goma nam de angst de afgelopen dagen voelbaar toe. Zondag verspreidden zich onder hulpverleners geruchten dat de vijandelijke milities zich via het noorden naar Goma begaven, met als doel de stad binnen te vallen en de luchthaven in te nemen.

De vliegensvlugge terreinwinst van de M23 en het Rwandese leger – dat de M23-rebellen zowel met mankracht als de levering van moderne artillerie en drones steunt – begon dinsdag toen hun milities erin slaagden de strategisch gelegen stad Minova aan de overkant van het Kivumeer in te nemen. Twee dagen later viel de stad Saké – de laatste verdedigingslinie op de noordwestelijke weg naar Goma – in handen van de M23.

Ondanks de weerstand van het Congolese leger, dat wordt ondersteund door een VN-vredesmacht, lijkt de val van Goma een kwestie van tijd. Een inwoner getuigt tegenover de Franse zender TV5 Monde over de angst in de stad. „Men zegt dat de vijand nadert, en we zijn allemaal bang. Bang om de mensen te verliezen van wie we houden. Het is moeilijk om hier te blijven.”

Een slachtoffer van de gevechten tussen M23 en het regeringsleger wordt een ziekenhuis in Goma binnengebracht.
Foto NADAA KAHASHY/EPA

Nieuwe golf van vluchtelingen

Natàlia Torrent, missieleider voor Artsen zonder Grenzen (AzG) in Noord-Kivu, beschrijft hoe de berichten van een mogelijke inname de onrust in de vluchtelingenkampen in Goma voeden. „Uit paniek lopen mensen de kampen willekeurig in en uit. In de afgelopen drie dagen zijn sommige kampen zelfs leeggelopen. Mensen zoeken beschutting in tijdelijke opvanglocaties, kerken of scholen.”

De twee miljoen mensen die zich in Goma – aan de grens met Rwanda – ophouden kunnen geen kant op. De val van Saké donderdagochtend veroorzaakte al een nieuwe golf van vluchtelingen naar de overvolle straten van Goma. Volgens VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zochten toen zo’n 200.000 mensen hun toevlucht in Goma. De slachtoffers van de strijd – volgens AzG ook burgers – worden verzorgd in een ziekenhuis in Goma, dat wordt beheerd door het Internationale Rode Kruis.

In de vluchtelingenkampen in Goma bood AzG tot deze week zorg aan slachtoffers van seksueel geweld, gaf voedselhulp en noodzorg en regelde toegang tot sanitaire voorzieningen. Die hulp is de afgelopen dagen om veiligheidsredenen sterk verminderd. „De onvoorspelbare situatie dwong ons om onze aanwezigheid in de kampen te minimaliseren. We zijn overgeschakeld naar noodhulp en we verwijzen minder ernstige gevallen door naar een andere faciliteit die wij beheren, zodat het ziekenhuis en het Rode Kruis niet overbelast raken. In het noorden en westen van de stad zijn daarvoor triageposten opgesteld.”

Mislukte bemiddeling

De escalatie van het conflict volgt een maand na een mislukte bemiddeling tussen Congo en Rwanda onder leiding van Angola. Van de eerdere schijnbare toenadering blijft weinig over. De Congolese regering riep zaterdag haar diplomaten „met onmiddellijke ingang” uit Kigali terug.

Met Rwandese hulp hebben de M23-milities hun grondgebied de afgelopen maanden flink uitgebreid. In veroverde gebieden zet de rebellengroep zijn eigen bestuursstructuren op, heft belastingen en formaliseert de illegale uitvoer van onder meer coltan, waaruit mineralen worden gewonnen.

De huidige situatie doet Stephanie Wolters van het Zuid-Afrikaanse Instituut voor Internationale Zaken aan 1997 denken. Toen bezette Rwanda voor het eerst grote delen van Congo. Dat gewapende conflict, waarbij verschillende Afrikaanse landen betrokken waren en talloze doden vielen, duurde tot 2003. Sindsdien houdt Rwanda greep op Oost-Congo, rechtstreeks of via lokale gewapende groepen. Naast haar eigen militaire capaciteit van tienduizend strijders krijgt de M23 hulp van zo’n vier- tot vijfduizend Rwandese militairen. Daartegenover staat een Congolees regeringsleger dat – ondanks hulp van een volksmilitie, VN-troepen en Europese huurlingen – weinig effectief is.

Militarein van de VN-vredesmacht in Congo beveiligen VN-medewerkers die worden geëvacueerd in Goma.
Foto Arlette Bashizi/Reuters

Grondstoffen

De regering van de Rwandese president Kagame biedt hulp aan talrijke Tutsi-bewegingen in Oost-Congo, zoals de M23. Mede door de levering van Rwandese wapens leeft die beweging sinds 2021 op. Volgens een vorige maand gepubliceerd VN-rapport leidt de militie ook spionnen en ambtenaren op en is ze nu begonnen met de massale rekrutering van militairen. Daarnaast wordt samenwerking gezocht met andere gewapende groepen. Zo werkt de groep samen met Thomas Lubanga, een krijgsheer die een door het Internationale Strafhof in Den Haag opgelegde gevangenisstraf wegens mensenrechtenschendingen uitzat.

De groep heeft al de controle over verscheidene mijnbouwactiviteiten in Oost-Congo: de handel, transport en belasting van geproduceerde mineralen die maandelijks 800.000 dollar bedraagt. Tenminste 150 ton coltan zou inmiddels naar Rwanda zijn vervoerd. Zo gaat het ook met goud. Het VN-rapport concludeert daarom dat Rwanda er dit keer op uit is het gebied voor een „lange termijn” te bezetten.


De EU ziet in groen een competitief wapen nu Trump fossiel verkiest

Donald Trump maakte al in zijn eerste uren als herkozen Amerikaanse president duidelijk geen groene agenda te voeren. Net als in zijn eerste termijn trekt hij de Verenigde Staten terug uit het klimaatakkoord van Parijs. De vraag voor de Europese Unie, dat klimaatbeleid nog altijd als een essentieel onderdeel van een solide toekomst ziet, is wat Trumps „drill, baby, drill” voor het continent betekent. Vooral een risico, of opent het wellicht ook deuren?

Wopke Hoekstra, Eurocommissaris voor Klimaat, Net Zero en Schone Groei, noemde Trumps besluit om zich terug te trekken uit de overeenkomst van Parijs „ongelukkig”. Maar, zo tekende hij de geest in de Brusselse wandelgangen, het „vraagt ook om meer assertiviteit” van Europa.

„We hebben geen keus”, zei Hoekstra eind januari op het World Economic Forum in het Zwitserse Davos. „De verwoestende effecten van klimaatverandering impliceren enorme kosten voor onze economieën, die eerder zullen stijgen dan dalen in de komende jaren.”

Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, sprak van een „wake-upcall” voor Europa, nu de VS de bakens verzetten: zij ziet kansen. „Europa heeft het talent, het geld en de ideeën in huis, maar op het vlak van actie is dit wellicht de impuls die we nodig hebben.”

De groene transitie stond hoog op de agenda tijdens de eerste termijn van vijf jaar van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. De Europese Green Deal (2019) – een breed groen pakket van duurzame initiatieven met als doel klimaatneutraliteit in 2050 – was daarbij het politieke paradepaard uit de koker van commissie-Von der Leyen I. Uit het ‘Fit for 55’-wetgevingspakket uit 2021 sprak eenzelfde groene ambitie, waarbij de EU in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55 procent wil verminderen. 

Maar gedurende de eerste termijn van Von der Leyen, nam het verzet tegen Europese milieumaatregelen toe. Te veel administratieve rompslomp, hoge kostprijzen en lage voedselprijzen bewogen boerenprotesten in vrijwel heel Europa. Het politieke momentum verliezend, sprak Von der Leyen steeds minder luid over de Green Deal, die in woord en beeld ‘te groen’ werd bevonden – het pakket stond wel degelijk ook voor economische groei.

Clean Industrial Deal

Eind volgende maand komt de Commissie met een opvolger: de Clean Industrial Deal. Klimaatdoelen gaan daarbij niet volledig overboord, maar meer dan eerst ligt de focus op het vergroenen van Europa’s industrie. Gedreven door het alarmerende rapport van de Italiaanse oud-premier Mario Draghi – waarin hij grote risico’s schetst over de concurrentiekracht van het Europese bedrijfsleven – is Von der Leyen erop gebrand met een ‘concurrentiekompas’ in de hand de Europese economieën te verduurzamen.

Een drijvend zonnepark op de Cottbuser Ostsee in het oosten van Duitsland.
Foto Matthias Schrader/AP

Trumps voornemen om de Amerikaanse energievoorziening veelal fossiel in te kleuren creëert daarbij kansen voor Europa, betogen Brusselse politici. Niet alleen wil Trump met zijn energiedecreet de Inflation Reduction Act van regering-Biden terugdraaien – die gepaard ging met miljardensubsidies voor duurzame energie en de vergroening van de infrastructuur – ook zet hij in op meer olie- en gaswinning uit eigen bodem. „De VS gaan met deze stap terug de tijd in”, zegt Ronald Huisman, hoogleraar Sustainable Energy Finance aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „Op de korte termijn is meer olie oppompen en exporteren een verdienmodel.” Meer aanbod verlaagt de prijs. Ook Europa kan hiervan profiteren, verder aangemoedigd door Trumps oproep aan Saoedi-Arabië en de OPEC [organisatie van olie-exporterende landen] om de olieprijzen te verlagen. Maar, stelt Huisman: „Fossiele brandstoffen gaan altijd gepaard met een kostprijs. Duurzame energie daarentegen – zonne- en windenergie – behalen lagere marktprijzen of leveren zelfs geld op door energie-overschotten die worden teruggeleverd aan het net, al moet het stroomnet in Europa daarvoor wel worden versterkt. Op de lange termijn is het duurzame verdienmodel daarmee concurrerender.”

Lees ook

Trump, Oekraïne, kwakkelende economie: de EU moet flink aan de bak

Trump, Oekraïne, kwakkelende economie: de EU moet flink aan de bak

‘Ontgroenen’

Een handtekening zetten onder een decreet om uit ‘Parijs’ te stappen is één, helemaal ‘ontgroenen’ is iets anders. Mensen die elektrisch rijden, zullen niet nu ineens, omdat Trump ’bruin’ denkt, weer overstappen op benzine of diesel. En veel Amerikaanse bedrijven blijven in groen de toekomst zien, voorzien experts. Toch denken ook zij dat het huidige Amerikaanse beleid kansen biedt voor Europa.

„Trump denkt te veel als een ondernemer. Een land besturen is iets heel anders”, vindt Willem Vriesendorp, oprichter van consultantbedrijf Sustainable Public Affairs. „Hij creëert met het terugdraaien van regelgeving beleidsonzekerheid, funest voor een ondernemersklimaat”, vervolgt Vriesendorp. „Meer nog dan een hekel aan regulering, hebben bedrijven een hekel aan het terugdraaien van regulering nadat ze erin hebben geïnvesteerd.” Vriesendorp zegt over de stemming bij ondernemers: „Amerikaanse klanten grappen al over bedrijfsverhuizingen naar een groen Europa.”

Verder aangemoedigd door Trump, draait Europa’s narratief nog verder. Het gaat niet langer slechts om het redden van het milieu. In het geopolitieke machtsspel is energie een schild. Dat beseft Commissievoorzitter Von der Leyen maar al te goed. „We opereren niet langer in tijden van stabiliteit en democratie, maar in die van harde concurrentie”, speechte ze vorige week in Davos. Haar boodschap? Europa moet „opschakelen”, voorloper worden in schone energie.

Ze voegde, strategisch, toe: „Ik zie een groeiende geopolitieke wil om met ons samen te werken.” Een van haar eerste buitenlandreizen is naar India. Ook noemde ze China als een partij om de relaties mee „te verdiepen”. Het is geen nieuws dat Von der Leyen van de nieuwe Commissie een ‘investeringscommissie’ wil maken. En een voorsprong in groene transitie kan daarbij een Europees antwoord vormen op de technologische achterstand op de VS.

Maar hoewel de Europese christen- en sociaaldemocraten ambitieus zijn, en de liberalen voorzichtig optimistisch (de Amerikaanse industrie heeft de groene transitie al ingezet, maar heeft baat bij beleidszekerheid), is de conservatieve rechterflank geneigd Trumps klimaatretoriek te volgen. De nationalistische partijen, aan invloed winnend, voelen daarnaast weinig voor hogere afdrachten aan Brussel of het aanwenden van landbouwgeld voor de groene industrie-ambities.

„Europa moet gaan omdenken: duurzaam ondernemen betekent meer verdienen met minder”, zegt duurzaamheidsexpert Vriesendorp. Hoewel hij gelooft in het groene potentieel van Europa, vreest hij voor half werk in Brussel. „Het fundament van het groene huis staat, maar Europa moet nu doorbouwen.” Aan de bereidheid van de Europese Commissie lijkt het niet te liggen. Maar in de Europese Raad kunnen landen als Hongarije en Slowakije dwars gaan liggen. Zo belooft de aankomende EU-begroting voor 2028-2034 een taai dossier worden.

Lees ook

Hoe Europa concurrerender kan worden zonder naar de ratsmodee te gaan

Hoe Europa concurrerender kan worden zonder naar de ratsmodee te gaan


Lezen wordt gestimuleerd in Vietnam, zolang de boeken ‘staatsvriendelijk’ zijn

Een Vietnamese verkoper steekt zijn hoofd van achter de boekenkast en fluistert: „Het boek 1984 van Orwell is verboden!” De verkoper, een twintiger die niet met zijn naam in NRC wil, vertelt dat hij nieuwsgierig was naar het beroemde verhaal over een repressief regime en het als e-book via een VPN-verbinding bij een Amerikaanse site had besteld.

Vietnam is een communistische eenpartijstaat. Er is geen persvrijheid en de culturele sector wordt streng gecensureerd. Voor elke bijeenkomst moet je toestemming vragen en sinds december moet je ook je accounts op sociale media laten registeren, zodat de overheid goed kan bijhouden wat voor boodschappen je uitdraagt. Als deze niet ‘staatsvriendelijk’ zijn, kun je veroordeeld worden tot een jarenlange gevangenisstraf, ook als je bijvoorbeeld corruptie aan de kaak stelt. Wat doen al deze restricties met het intellectuele klimaat?

De verkoper werkt in een speciale boekenstraat die in het hart van Ho Chi Minhstad is opgezet om lezen te stimuleren. Maar dan wel boeken die door een censuurcommissie zijn geselecteerd.

Toch ervaart niet iedereen deze strenge overheidscontrole als een probleem. In een boekwinkel verderop lijkt in ieder geval weinig waardering te zijn voor de burgerlijke ongehoorzaamheid die de jongen toonde. Op de vraag of ze boeken van George Orwell verkoopt, laat de verkoopster verontwaardigd via een vertaalapp op haar telefoon haar antwoord zien: „De inhoud van Orwell is niet in overeenstemming met de Communistische Partij. Hij zegt dingen die onwaar zijn. Zijn boeken kunnen daarom niet worden toegestaan.” Ze lijkt oprecht verontwaardigd dat iemand naar de ‘subversieve’ auteur informeert. Een politieagent voor de ingang van de winkel kijkt argwanend toe. Tijd om te gaan.

De Vietnamees-Amerikaanse Yen Vu doceert literatuurwetenschappen aan de Fulbright-universiteit in Ho Chi Minhstad. Het instituut is gelieerd aan Harvard en is vijf jaar geleden opgericht ter ere van de vriendschap tussen Vietnam en de Verenigde Staten. Het instituut wil bijdragen aan het intellectuele klimaat van Vietnam, onder andere door kritisch denken bij studenten te stimuleren.

Yen Vu onderstreept deze missie. Haar vader is in de jaren 90 naar de VS gekomen, na jarenlang gevangenschap in een heropvoedingskamp, waar hij op hardhandige wijze de ‘juiste’ visie op Vietnam, het communisme, moest aanvaarden. „Hij vindt het heel moeilijk dat ik in Vietnam woon”, vertelt Vu in het moderne campusgebouw.

Maar voor Vu is haar familiegeschiedenis juist een belangrijke motivatie voor haar werk. „Vietnamese studenten zijn heel rigide onderwijs gewend. Wij proberen de voorgeschreven ‘zekerheden’ op de kop te zetten.” Ze doceert Moderne Vietnamese Cultuur en Maatschappij. Ze wil studenten uitdagen om vragen stellen over het proces van geschiedschrijving. „Bijvoorbeeld over de rol van legendes. Soms worden studenten boos of ze willen niet geloven dat bepaalde mythische koningen niet echt hebben bestaan.”

Vu groeide op in San Diego. Door Franse koloniale literatuur te bestuderen kreeg ze een fascinatie voor de literatuur uit haar geboorteland. Vooral moderne Vietnamese literatuur uit de jaren dertig en vijftig vindt ze interessant. „Het zijn periodes van verzet, waarin nieuwe ideeën en staatsvorming centraal stonden. De literatuur van die tijd is doordrongen van politiek theoretische scherpslijperij en die teksten zijn juist heel creatief.” In de Vietnamese geschiedenis komt en gaat de creatieve ruimte als een elastiek, stelt ze.

Controverse

De laatste jaren neemt de vrijdenkersruimte weer af. Zo kwam de universiteit het afgelopen jaar in de problemen. Studenten zouden op een nationale herdenkingsdag zonder de Vietnamese vlag aan een parade hebben meegedaan.

Hoewel sinds de jaren negentig de banden met de VS goed zijn, zorgde de ophef voor angstige momenten bij Vu’s familieleden die na de oorlog naar de VS vluchtten. „Mijn tante zag mij op beelden op de universiteitscampus op sociale media voorbijkomen. Ze was bang dat ik zou worden geassocieerd met de controverse.” Tussen 1955 en 1975 steunden de VS Zuid-Vietnam in de oorlog tegen het communistische Noord-Vietnam, dat de oorlog won.

De affaire leidde tot minder aanmeldingen voor het aankomende studiejaar. Over de ophef zelf en wie die instigeerde tast Vu in het duister. Volgens de Japanse krant Nikkei Asia werd de controverse georkestreerd door cybertroepen van de staat, bedoeld om kritische stemmen te intimideren.

Vu voelt zich ondanks dergelijke repressie thuis in Vietnam. „Ik heb twee kleine kinderen. Vietnamezen zijn erg op kinderen gericht en doen vanuit een socialistische levenshouding graag dingen samen. Er is hier veel meer gemeenschapszin dan in de VS. Dat vind ik heel prettig.”

Ho Chi Minhstad, voorheen Saigon, is van oudsher kosmopolitisch. Het is een bruisende metropool met talloze galeries en musea. Toch is het voor kunstenaars lastig laveren tussen alle regels en beperkingen. Het censuurproces is ondoorzichtig en kan heel arbitrair zijn. Daarbij is veel hedendaagse kunst abstract. Vaak hebben moderne kunstwerken een diepere betekenis, die niet gelijk duidelijk is. Of een kunstenaar laat de betekenis in het midden en juicht eigen interpretaties toe. Deze ambiguïteit vindt een repressieve overheid als die in Vietnam vaak niet prettig. Je weet daarom nooit of iets als ‘schadelijk voor de staat’ wordt bestempeld en je vervolgens een celstraf riskeert. Veel kunstenaars hebben leren leven met altijd aanwezige angst en onzekerheid.

Lees ook

Ondernemen wordt in socialistisch Vietnam toegejuicht, kritiek op het regime niet

Een winkel van het luxemerk Chanel in Ho Chi Minh-stad op 29 juni 2020.

Desondanks is de kunstwereld in Ho Chi Minhstad actief, verzekert een kunstenares die liever niet met haar naam in NRC komt. Maar die is deels ondergronds. Om de overheidscensuur te omzeilen houden kunstenaars thuis tentoonstellingen en performances, vertelt ze in een hippe galerie waar ze een tentoonstelling heeft. „Als je binnen de muren van je eigen huis bezig bent met kunst, zijn er geen beperkingen.”

Voor de tentoonstelling van elk kunstwerk op de expositie moest ze toestemming vragen. Enkele politiek gevoelige werken zijn door de censuur gekomen, omdat ze die heeft aangemerkt als ‘onderzoeksmateriaal’ – een bureaucratisch geitenpaadje. Het is de vraag of de werken zo tot hun recht komen. Want alleen mensen die speuren naar de betreffende achterliggende betekenis zullen die meekrijgen.

Ontbrekende alinea’s

Hanoi, de noordelijke hoofdstad van Vietnam, wordt gezien als het culturele centrum van het land. In de Tempel van de Literatuur worden intellectuele denkers als Confucius en mede-wijsgeren in stijl geëerd. In de tempeltuin poseert Phuong Linh (21) mooi opgemaakt in een fleurige jurk voor de eeuwenoude tempelpoort. Een vriendin houdt een flitsparaplu vast, een studiegenote hanteert de camera. Linh is net jarig geweest en de meiden doen voor de gelegenheid een fotoshoot. „We maken de foto’s hier, omdat we het gebouw zo mooi vinden”, vertelt Linh. Of de jonge vrouwen ook van lezen houden? „Ja, zeker. Vooral liefdesromans.” Ze ervaren geen censuur. „Je kunt in Vietnam alles zeggen”, stellen de meiden. Ook kritiek op de staat? „Ja hoor, maar dat is niet nodig”, reageert Linh. „We zijn heel tevreden over de overheid. Het is hier heel veilig, al vind ik wel dat er te veel files zijn.”

Waar de meiden vooral genieten van de architectonische schoonheid van weleer duikt schrijver en uitgever Duc Anh Kostroma (31) graag de geschiedenisboeken in. Hij is zich zeer bewust van de beperkingen die de overheid oplegt. Kostroma werkte enkele jaren bij een staatsuitgeverij en kent het censuurproces goed. „Alle uitgevers moeten elke publicatie laten beoordelen. Soms krijg je geen toestemming en soms krijg je je boek terug met ontbrekende alinea’s”, vertelt hij in een artistiek koffiehuis in een historische wijk van Hanoi.

Om het communisme gaat het allang niet meer, stelt hij. „We zijn een kapitalistische autocratie. Voor de leiders is behoud van de macht het belangrijkst. En die kun je niet bevragen.”

Kostroma is recentelijk een eigen uitgeverij begonnen. „Ik wilde mijn eigen baas zijn, mijn eigen publicatiekeuzes maken.” Hij werkt binnen de ruimte die er wel is. Hij ziet verschillende trends in Vietnamese literatuur. „Jonge schrijvers zijn heel kosmopolitisch. Ze schrijven over hun persoonlijke identiteit, zoals de verhalen van Vo Dang Khao, die over het innerlijke leven gaan.” Andere schrijvers vertellen over werelden waarin AI een belangrijke rol speelt. „Ook zijn dystopische verhalen populair”, vertelt hij. „Over klimaatverandering en verstedelijking, over werelden die naar de knoppen gaan. De verhalen gaan dan niet specifiek over Vietnam, maar spelen zich af in een onbenoemd land.” En er is een historische trend. „Jonge auteurs plaatsen hun verhaal graag in het Vietnam van duizenden jaren geleden en brengen oude legendes weer tot leven. Deze verhalen zijn heel escapistisch.”

‘Ontlezing is het gevaar’

Terwijl een medewerker het scherm voor de filmavond klaarzet, kijkt Nancy Nguyen (30) of de tafels op het terras klaarstaan. Ze is eigenares van het huiskamerachtige koffiezaakje Bluebird, gelegen in een nauwe zijstraat van de historische binnenstad. Ze vindt het belangrijk om een creatieve atmosfeer te creëren. Net als Kostroma werkte ze een tijd als redacteur in een overheidsuitgeverij. „De grote uitdaging van nu is niet de censuur, maar ontlezing”, stelt ze. „Een steeds kleinere groep leest nog literatuur.”

In Bluebird komen liefhebbers samen om boeken te bespreken. „Soms komt een ambtenaar langs, maar onze salonavonden zijn heel kleinschalig. Tot nu toe hebben we geen echte problemen ondervonden.” Ze houdt rekening met censuur. Boeken die politiek gevoelig liggen, worden niet besproken. Ook kijkt ze uit met het vertonen van films uit China of Taiwan. Ook die kunnen politiek gevoelig liggen. „We willen geen verkeerde aandacht trekken.”

Ze draait zich om en groet de eerste gasten voor de film van de avond, The Assassin, een Chinees-Taiwanees epos over een eeuwenoude hofintrige. Een veilige keuze in dit geval, want het feodale verleden mag getoond worden, zolang films geen politieke thema’s uit het heden raken. De film past bij de historische interesse van de groep jonge Vietnamezen die vaak naar de events komen. Nguyen schrijft zelf ook, vertelt ze. Ze heeft vooral interesse in de binnenwereld van de mens. „Vind je ook niet dat het lijkt alsof de wereld steeds ongevoeliger wordt? Als je in een drukke stad woont, krijg je zoveel prikkels dat je je ervoor gaat afsluiten. We raken afgestompt. Het wordt steeds drukker, vervuiling neemt toe. Onze ademruimte wordt steeds kleiner. Die ervaringen verwerk ik in mijn verhalen.”

Als de duisternis valt, licht een medewerker de film toe. Even later brengen de beelden de bezoekers naar een fantasiewereld ten tijde van de Chinese Tangdynastie.

Géén galerie

Ook in Hanoi, waar de Communistische Partij in elke straat met haar rode vlag en embleem van hamer en sikkel aanwezig is, is de moderne kunstwereld op zijn hoede. Een galeriehoudster (51) toont schilderijen „in een hybride koffiehuis.” Ze noemt haar onderneming liever geen galerie. Voor een koffiehuis zijn vergunningen soepeler te verkrijgen. Ze kan ook schilderijen verkopen, maar moet zich niet te nadrukkelijk profileren met kunst. „Voor de Vietnamese staat is kunst van oudsher een propagandamiddel. Maar vooral moderne kunst wil vaak juist dingen aan de kaak stellen. Het moet wringen.” En dat past niet bij de uitgangspunten van de staat. „Die wil juist iedereen, het volk, als één stem laten klinken.”

De kunstwerken hangen verspreid. Abstracte doeken, landschappen, portretten, schilderingen van katten, alles wordt getoond zonder enige uitleg van de betekenis. „Het is stressvol.” Ze zucht. „Ik ben een lafaard geworden. Ik maak me zorgen dat het een keer misgaat.”


Hoe wegen een centrale rol spelen in Israëls sluipende annexatie van de Westelijke Jordaanoever

In de heuvels ten zuiden van de Palestijnse stad Bethlehem op de Westelijke Jordaanoever, ligt het dorpje Tuqu’. Eromheen liggen verschillende Israëlische nederzettingen.

Op zes van de acht toegangswegen naar Tuqu’ staan grote betonblokken en gele barrières. Vlakbij een van die afgesloten wegen woont Khalid al-Arooj (44) met zijn vrouw, zes dochters en pasgeboren zoontje. Hun huis, op een heuvel, is omringd door een tuin met olijf- en fruitbomen.

De weg naast Khalids huis gaf eerder toegang tot een snelweg die gebruikt werd door zowel Palestijnen als Israëlische kolonisten. Aan de andere kant van die weg, in het plaatsje al-Dayr, ligt de school van Khalids dochters van twaalf en dertien. De wegblokkade dwingt hen een schoolbus te nemen die een omweg van twee kilometer maakt, om een school te bereiken die op een steenworp afstand van hun huis ligt.

Zijn andere dochters, een tweeling van vijftien, moeten als gevolg van de blokkades enkele kilometers lopen naar school. De ouders kunnen voor hen geen buskaartjes betalen. Zelf werkt Khalid als schoonmaker in Bethlehem. Vóór de blokkades kostte het hem in het gunstigste geval een kwartier om daar te komen. Nu is het zo een uur.

„In bijna elk Palestijns dorp op de Westelijke Jordaanoever zijn wegblokkades”, zegt onderzoeker Dror Etkes van de Israëlische ngo Kerem Navot, die veldonderzoek doet naar de onteigening van land op de bezette Westelijke Jordaanoever. „Zeker in dorpen die dichtbij nederzettingen liggen, zoals Tuqu’, en op punten waar wegen voor kolonisten en Palestijnse wegen elkaar kruisen. Het idee erachter is duidelijk: het Israëlische leger wil de beweging en het verkeer van Palestijnen beperken en beheersen.”

Doordat Israël wegen rond hun dorp Tuqu’ heeft geblokkeerd met gele barricades, moeten de dochters van Khalid al-Arooj met een omweg naar school.

Foto’s: Samar Hazboun

Khalid al-Arooj (met vier van zijn dochters) zwaait naar een andere dochter die op weg is van school naar huis.
Foto Samar Hazboun

Vliegende checkpoints

Sinds vorige week zondag het bestand inging tussen Israël en Hamas in de Gaza-oorlog, heeft Israël zijn aandacht verlegd naar de bezette Westelijke Jordaanoever. Het Israëlische leger voerde daar afgelopen week invallen en arrestaties uit en perkte de bewegingsvrijheid van Palestijnen er verder in. Nog meer toegangswegen tot Palestijnse steden en dorpen werden afgesloten door middel van wegblokkades en checkpoints.

Het gevolg: files met urenlange wachttijden. Zo was zondagavond het Qalandiya-checkpoint tussen Ramallah en Oost-Jeruzalem gesloten. Even verderop reden auto’s tegen een ‘vliegend checkpoint’ aan – een controlepost die ad hoc wordt opgeworpen – waar de wachttijd vijf uur was. Sommige mensen sliepen noodgedwongen in hun auto.

Leven en werk op de Westelijke Jordaanoever zijn ernstig ontregeld. De plekken waar blokkades of controles zijn, kunnen ieder uur veranderen. Routeplanners zijn onbruikbaar. Palestijnen houden elkaar via WhatsApp-groepen op de hoogte van de situatie. „De toegang tot al-Arroub is afgesloten”, stuurt iemand via een audiobericht in de groep ‘Onze straten’. „Er is controle voor wie via de noordelijke weg al-Khalil verlaat”, stuurt een ander.

Na de door Hamas geleide aanval in het zuiden van Israël op 7 oktober 2023 werd het aantal wegblokkades en vliegende checkpoints op de Westoever ook al uitgebreid, als onderdeel van een collectieve bestraffing van Palestijnen. De toegang tot bezet Oost-Jeruzalem en Israël werd volledig afgesloten. Duizenden Palestijnen werden gearresteerd en tienduizenden werkvergunningen voor Israël ingetrokken.

chart visualization

Een waarschuwingsbord voor Israëliërs bij een weg tussen Israëlisch en Palestijns gebied (links), waar een Palestijnse vrouw oversteekt (rechts).

Foto’s: Samar Hazboun

De infrastructuur voor de wegblokkades was op de meeste plekken in de afgelopen jaren al opgebouwd, vertelt onderzoeker Etkes. Na ‘7 oktober’ hoefden veel eerder aangelegde ‘toegangspoorten’ alleen maar te worden gesloten. „Op sommige andere plaatsen is met cementblokken, stenen, aarde of greppels in de weg de doorgang belemmerd.” Ook de wegblokkade naast Khalids huis in Tuqu’ staat er al jaren, en werd nu en dan gesloten. Sinds het begin van de oorlog is de blokkade constant dicht.

Wegblokkades rond Tuqu’ belemmeren dikwijls ook de route van het doorgaande Palestijnse verkeer uit het zuiden en noorden van de Westelijke Jordaanoever. Dat moet daarom over smalle en slecht onderhouden wegen dwars door het heuvelachtige dorp rijden, waar files ontstaan.

Zonder wegen geen kolonisten

Al sinds de bezetting van de Westelijke Jordaanoever begon, in 1967, speelt de aanleg van wegen een cruciale rol in het Israëlische nederzettingenbeleid. „Vanaf het begin was duidelijk dat wegen de hoofdzaak waren. Zonder wegen gaan er ook geen kolonisten wonen”, zegt Yehuda Shaul, onderzoeker bij de Israëlische denktank Ofek, die in 2020 het rapport Highway to Annexation publiceerde.

Een proces van suburbanisatie – de verhuizing van Israëliërs naar nederzettingen en de integratie van die nederzettingen in Israël – is volgens Shaul daarbij een van de belangrijkste doelstellingen.

chart visualization

Weg op de Westelijke Jordaanoever (links) en de muur die Israël daar heeft gebouwd (rechts), door Palestijnen ‘apartheidsmuur’ genoemd.

Foto’s: Samar Hazboun

Wegenbouw draagt bij aan de facto annexatie: wegen worden vaak aangelegd op onteigende Palestijnse (landbouw)grond, waarmee het beschikbare land voor een Palestijnse staat verder wordt teruggedrongen. Via suburbanisatie en fragmentatie van Palestijnse ruimte, bestendigen de wegen de éénstaatrealiteit met ongelijke rechten in Israël en Palestina, aldus het rapport van Ofek.

De Israëlische regering gaat in rap tempo door met het uitbreiden van bestaande en het plannen van nieuwe wegen voor kolonisten, waarmee letterlijk de weg wordt geplaveid voor de uitbreiding van nederzettingen. Op talloze plekken op de Westelijke Jordaanoever staan bulldozers voor de aanleg en verbreding van wegen.

Er is een duidelijk verschil tussen de wegen voor de kolonisten, die almaar worden uitgebreid en verbreed tot vier- of vijfbaanswegen, en de wegen voor Palestijnen, die soms slingerend door de heuvels gaan, slecht onderhouden zijn, en door miljoenen Palestijnen moeten worden gebruikt – met lange files en ongelukken tot gevolg.

Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever hebben wit met groene nummerplaten, waarmee zij – behalve met een vergunning – Israël of Oost-Jeruzalem niet binnenkomen. Auto’s uit Israël en Oost-Jeruzalem hebben gele nummerplaten, die veel meer bewegingsvrijheid geven op de Westoever.

Khalids dochter Huda met haar vriendin Zarifa op weg van school naar huis, een wandeling van zo’n twee kilometer.
Foto Samar Hazboun

Zijwegen en omleidingswegen 

Zes op de tien werkende kolonisten op de Westelijke Jordaanoever pendelen dagelijks voor werk naar Israël. Om te voorkomen dat zij door Palestijnse steden, dorpen en vluchtelingenkampen moeten rijden, bouwt Israël al decennia omleidingswegen die hen om deze plaatsen heen voeren. Ook legt het zijwegen aan die vanaf de Westelijke Jordaanoever doorlopen tot in Israël.

„Ga je als kolonist rijden door een gebied dat niet door het leger wordt beschermd?”, vraagt onderzoeker Shaul retorisch. De creatie van Gebied A was daarom een stimulans voor de bouw van omleidingswegen speciaal voor kolonisten. „Als sommige wegen niet door [Palestijnse] dorpen gaan, zie je dat er op die plekken een groot verschil is in het aantal inwoners dat in het gebied komt wonen”, zei kolonistenleider Yossi Dagan in het rapport van Ofek. Sinds de Oslo-akkoorden is de toenmalige kolonistenbevolking van 250.000, inclusief Oost-Jeruzalem, verdrievoudigd.

Omleidingswegen voor kolonisten rond Palestijnse steden en dorpen verhinderen dat deze zich kunnen uitbreiden en ontwikkelen. Bovendien ondervinden Palestijnse boeren op veel plaatsen ernstige belemmeringen om hun land te bereiken.

De Palestijnse infrastructuur op de Westelijke Jordaanoever loopt vooral van het noorden naar het zuiden, en volgt daarmee de ligging van de bergen. Israël doorbreekt dit met de aanleg van wegen van oost naar west, die vanuit de Westelijke Jordaanoever doorlopen tot in Israël, en zo de pendelende kolonisten bedienen. „Een belangrijk doel van deze zijwegen is het fragmenteren van Palestijnse ruimte en het voorkomen van een Palestijnse staat”, legt Shaul uit.

Deze weg op de Westelijke Jordaanoever bij Oost-Jeruzalem splitst zich in aparte wegen voor Palestijnen (links) en kolonisten (rechts).
Samar Hazboun
De muur die Israël op de Westelijke Jordaanoever heeft gebouwd om Palestijns gebied af te scheiden van Israëlisch gebied.
Samar Hazboun

De rechts-extremistische minister van Financiën Bezalel Smotrich, een radicale kolonist die alles in het werk stelt om het proces van annexatie te versnellen, heeft 20 procent van het Israëlische wegenbudget voor de komende jaren uitgetrokken voor de bezette Westelijke Jordaanoever. Via de nieuwe wegen hoopt Smotrich de kolonistenbevolking van ruim 500.000 mensen, exclusief de circa 250.000 in Oost-Jeruzalem, te verdubbelen.

De ‘Lieberman-weg’

Rond het dorp Tuqu’ zijn de gevolgen van het wegenbeleid voor kolonisten duidelijk te zien. De geblokkeerde weg vlak bij Khalids huis leidt normaliter naar de autoweg 356, een verbindingsweg tussen de zuidelijke Hebronheuvels en het noorden van de Westelijke Jordaanoever, gebruikt door Palestijnen en kolonisten.

Weg 356 gaat in noordelijke richting over in de ‘omleidingsweg’ 398, langs Bethlehem. Deze weg verbindt Jeruzalem met een reeks nederzettingen en buitenposten rond de stad, waaronder de nederzetting Nokdim – naast Tuqu’. De weg wordt ook wel de ‘Lieberman-weg’ genoemd, naar de voormalig minister van Transport en huidig lid van de oppositie Avigdor Lieberman, een kolonist die in Nokdim woont.

De Lieberman-weg is niet ontworpen voor Palestijnen. Zonder vergunning kunnen de meeste Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever Jeruzalem niet in, en komen daarom niet verder dan het checkpoint op deze weg naar Jeruzalem. Wie vooral door de weg worden bediend, zijn de kolonisten. Met de aanleg van de ‘Lieberman-weg’ kwamen omliggende nederzettingen in directe verbinding te staan met Jeruzalem, waarmee het wonen in die illegale nederzettingen aantrekkelijker werd voor aspirant-kolonisten.

Het resultaat: een ruime verdrievoudiging van de kolonistenbevolking daar tussen eind 2008 en eind 2024, zo berekende de organisatie Peace Now. Ook kwamen er rond bestaande nederzettingen verschillende nieuwe ‘buitenposten’, vaak bestaand uit enkele caravans, waarmee kolonisten een nieuwe nederzetting proberen te stichten.

Internationaalrechtelijk zijn nederzettingen en buitenposten illegaal; buitenposten zijn dat ook volgens de Israëlische wet. Maar buitenposten worden zelden ontmanteld; doorgaans groeien ze uit tot door Israël erkende nederzettingen geïntegreerd in de staat.

„We worden verstikt door de nederzettingen om ons heen”, zegt Khalid. Op de weg naast zijn huis en op het land rond het dorp zijn regelmatig confrontaties tussen bewoners en kolonisten uit de nabijgelegen nederzettingen Tekoa en Nokdim. Ook zijn er invallen door het Israëlische leger. „Sommige inwoners van het dorp hebben hun dieren moeten verkopen, die kunnen nergens meer grazen sinds kolonisten hun de toegang tot hun land hebben ontzegd”, vertelt Khalid.

„De afgelopen jaren is er sprake van een escalatie van het kolonistengeweld in Tuqu’”, zegt onderzoeker Dror Etkes. De hoeveelheid land rond Tuqu’ die de afgelopen maanden door kolonisten is afgesloten voor Palestijnen, noemt hij ongekend: „In enkele dagen zijn Palestijnen van tienduizenden vierkante meters land verdreven.”

Wegen voor wie?

Israëlische politici en planners legitimeren de aanleg van nieuwe wegen met de claim dat deze zowel Israëliërs als Palestijnen dienen – zelfs wanneer overduidelijk is dat zij primair voor kolonisten bedoeld zijn. Israëliërs kunnen zonder obstakels de Westelijke Jordaanoever binnenrijden via de wegen die Palestijnse dorpen en steden vermijden. Omgekeerd kan Israël de Palestijnse toegang tot wegen binnen de Westelijke Jordaanoever, zoals in en rond Tuqu’, op elk moment verhinderen met blokkades.

Soms probeert Israël de aanleg van een weg juridisch te verantwoorden door te wijzen op enkele Palestijnse huizen die aan de weg komen te liggen.

Zo werd er een omleidingsweg gebouwd om het Palestijnse plaatsje Walaja heen, vlak bij de grens met Israël, die de nederzetting Har Gilo met Israël verbindt. Omdat een eindje van Walaja af een enkel Palestijns huis direct aan de weg ligt, zeiden Israëlische planners dat die weg ook voor die bewoners is bedoeld, aldus Shaul.

Betonnen muur

Van één weg op de Westelijke Jordaanoever is de fysieke segregatie ongekend. Deze vijf kilometer lange weg, 4370, het eerste deel van een toekomstige ringweg rond Oost-Jeruzalem, werd in 2019 geopend zodat kolonisten sneller Jeruzalem konden bereiken. Tot dan toe moesten zij nog, via dezelfde weg als Palestijnen, langs een Palestijns dorp door een druk checkpoint heen.

Op de weg worden auto’s met Palestijnse en Israëlische kentekens van elkaar gescheiden door een acht meter hoge betonnen muur en een hek. Tijdens het rijden over de weg voor Palestijnen zie je vanuit het bijrijdersraam de muur tussen de twee wegen. Aan de andere kant, vanuit het bestuurdersraam, zie je een deel van de muur die Israël sinds 2002 heeft gebouwd rond Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever, die het plaatsje Anata grotendeels omringt en afscheidt van Jeruzalem.

Vlak voor Jeruzalem is er een checkpoint. Daar voorbij leidt de weg voor Israëliërs direct naar Jeruzalem. Palestijnen moeten een lange omweg maken langs verschillende nederzettingen. Het doel van de weg is om kolonisten op de Westelijke Jordaanoever te verbinden met Jeruzalem, en Palestijnen uit de stad te weren. De weg werd zo een symbool van het apartheidsregime in Israël en Palestina, zoals het systeem van ongelijkheid en discriminatie aangeduid wordt door mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International. Onder critici kreeg deze weg dan ook al snel een bijnaam. ‘Apartheidsweg’.

Khalid al-Arooj wacht op het balkon tot zijn dochters uit school komen (links) in Tuqu’ op de Westelijke Jordaanoever. Rechts zijn dochter Huda (rechts) met een vriendin.

Foto’s: Samar Hazboun

Khalids dochter Huda met haar vriendin Zarifa op weg van school naar huis.
Foto Samar Hazboun


Trump II is de veronderstelde linkse Deep State aan het vervangen door een conservatieve die werkelijk bestaat

De eerste presidentiële tweets en truths met ‘you’re fired’ zijn alweer gelanceerd. Vier hooggeplaatste functionarissen werden vorige week door president Donald Trump ontslagen met de slogan van zijn tv-programma The Apprentice. Onder de afgeserveerden bevond zich de hoogste legerbaas generaal Mark Milley – die overigens zelf al in 2023 ontslag had genomen. Dat feit, plus de agressieve toon waarmee het ontslag werd aangekondigd van „meer dan duizend” mensen die door de vorige regering waren aangesteld, versterkten de indruk dat hier vertrouwde Trump-gewoontes te zien waren. Achteloze ontslagen in spierballentaal. Of het met kennelijk plezier pijnigen van persoonlijke vijanden. De afvallige oud-veiligheidsadviseur John Bolton kreeg deze week te horen dat zijn beveiliging zou worden beëindigd, terwijl de doodsdreiging vanuit Iran allerminst is weggenomen.

Het deed denken aan de willekeur waarmee Trump in zijn eerste termijn FBI-directeur James Comey ontsloeg, die geen belofte van persoonlijke loyaliteit aan Trump wilde afleggen. Of aan de wraakzucht die ten grondslag lag aan het ontslag van twee ambtenaren, een van de veiligheidsraad en een ambassadeur, die hadden getuigd in de eerste impeachment-procedure tegen Trump. „Muiterij”, vond de president hun getuigenis en ze konden vertrekken.

Verder moesten alle federale ambtenaren die werken aan diversiteit en inclusiviteit (DEI – diversity, equity, inclusion) op gezag van de maandag aangetreden president met ingang van woensdagmiddag vijf uur op non-actief worden gesteld. Ook dit klonk als de echo van Trumps eerste termijn, waarin hij zijn pijlen al richtte op programma’s tegen structurele vormen van discriminatie. Het gevolg was dat deze week plaatjes het internet op werden gejaagd van een hoge ambtenaar die vóór 21 januari op de website van het Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives nog ‘Chief Diversity Officer’ heette, en een dag later ineens ‘Senior Executive’. „Schaf dat hele kantoor af”, loeiden X-accounts met namen als @EndWokeness.

Omhooggevallen tv-ster

Op het eerste gezicht lijkt dit alles het oude mengsel van wellust, willekeur en wraakzucht. Maar Trump II heeft een andere voorgeschiedenis dan Trump I, en de betekenis van deze ontslaggolf verdient ook serieuzere aandacht. De mensen die in de aanloop naar zijn tweede termijn met hem in zee zijn gegaan, hebben andere, meer doordachte bedoelingen dan het zooitje ongeregeld dat in 2017 het Witte Huis overnam.

Toen Trump in 2016 de verkiezingen won, was dat niet dankzij de steun van een conservatief establishment. Dat keek neer op de omhooggevallen tv-ster en zijn lompe manier van debatteren. Zijn eigendunk stak zijn transitieteam aan, dat zich niet of nauwelijks informeerde over de vereisten van het landsbestuur en zo betrad Trump vrijwel onvoorbereid het Witte Huis. Hij moest wel leunen op de bestaande organisatie en kreeg zijn eigen partijgenoten niet altijd voldoende mee voor meer controversiële benoemingen.

Laten we wel wezen: er wáren ook ambtenaren en bestuurders die Trump tegenwerkten

In die context klonken zijn klachten over een Deep State die hem zou tegenwerken vooral als frustratie over eigen falen. Zijn regering bracht pijnlijk weinig tot stand. Ondanks een meerderheid in beide huizen van het Congres tot 2019 produceerde Trump I nauwelijks serieuze wetgeving behoudens een grote belastingverlaging en maatregelen om ex-gedetineerden te helpen bij de terugkeer in de maatschappij – twee wetsvoorstellen die allang klaarlagen.

Maar laten we wel wezen: er wáren ook ambtenaren en bestuurders die Trump tegenwerkten. Ze zeiden dat ze dit deden om erger te voorkomen. Dat is geen samenzweringstheorie, dat is stevig gedocumenteerd. Journalist Bob Woodward, die drie boeken over de eerste ambtstermijn publiceerde, beschreef verschillende momenten waarop adviseurs van de president papieren van diens bureau pakten, in de hoop dat hij het in hun ogen onzalige plan dat erop stond zou vergeten – en dat gebeurde ook. Woodward omschreef deze praktijk in Fear (2018) als een „ambtelijke staatsgreep”.

Datzelfde jaar verscheen een opinieartikel in The New York Times, geschreven door een anonieme ambtenaar, onder de kop ‘Ik maak deel uit van het ondergrondse verzet in de regering-Trump’. De ambtenaar, van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid bleek later, beroemde zich erop dat hij aan de ene kant hard werkte om Trumps ouderwets-conservatief-Republikeinse agenda uit te voeren, maar dat hij tegelijkertijd diens immorele uitbarstingen, samen met anderen, probeerde te saboteren. „Wij zijn geen Deep State, maar een Stabiele Staat”, schreef hij trots.

Die mensen zul je in het Witte Huis van Trump II niet meer aantreffen. Achter de aandacht afleidende chaos van de tweets en de truths van de president zelf draait nu een geoliede machine. Die werkt naar een doel toe. Dat doel is de zittende federale ambtenaren – van wie zij menen dat die in overwegende mate politiek naar links neigen – vervangen door een lichting conservatieve rekruten die nu misschien nog vooral Trumpisten lijken, maar die ook na diens aftreden het beleid van de Verenigde Staten blijvend zullen beïnvloeden in conservatieve richting.

Reagan-jaren

De analogie ligt voor de hand: de rechterlijke macht. In 1982 richtten enkele rechtenstudenten de Federalist Society op. Het waren de Reagan-jaren, de Amerikaanse conservatieven hadden moed gevat uit zijn grote overwinning in 1980 en besloten dat de tijd was gekomen voor een tegenoffensief na de linkse revolutie van de jaren 60. Met ijver en geduld begonnen zij een generatie conservatieve juristen op te leiden. Elke Republikeinse president kreeg sindsdien van de Federalist Society een kandidatenlijstje in handen gedrukt met te benoemen rechters.

Bezie het resultaat van hun noeste arbeid na veertig jaar: het hoogste gerechtshof van de Verenigde Staten heeft een stevige 6-3 conservatieve meerderheid. Alle zes de conservatieve rechters zijn op enig moment in hun carrière verbonden geweest aan de Federalist Society. Rechters die van mening zijn dat de grondwet van 1789 een onwrikbaar, onveranderlijk (en voor sommigen zelfs van God gegeven) document is, en dat de vrijheid van religie de belangrijkste van alle burgerlijke vrijheden is.

De Federalist Society heeft een niet-juridische pendant gekregen, en die gaat op dezelfde manier aan de slag met de hele bureaucratie. Project 2025 heet de nieuwe organisatie, en ze „eist het land terug” uit naam van een conservatieve ideologie. Op de website staat een negenhonderd pagina’s tellend document, Mandate for Leadership, de conservatieve belofte dat de organisatie in 2023 publiceerde. Daaronder staat een knop ‘aanmelden’. Niet voor een nieuwsbrief, niet voor updates, maar aanmelden zoals in het leger, voor nieuwe rekruten.

Tijdens zijn campagne nam Trump luidkeels afstand van Project 2025 – omdat de Democraten hem ermee vereenzelvigden. Hij noemde de ideeën „ridicuul” en zei het document niet te zullen lezen. Dat laatste zal ongetwijfeld waar zijn, maar het eerste is inmiddels door de feiten weersproken. Het transitieteam van Trump heeft Project 2025 benaderd om ambtenaren te rekruteren uit hun personeelsbestand.

Achter de chaos van de tweets en de truths van de president zelf draait nu een geoliede machine

Op zijn eerste dag als president kwalificeerde Trump een ruimere categorie ambtenaren als ‘politieke benoemingen’, waardoor een nieuw aantredende president hen gemakkelijker uit hun functie kan ontheffen. In Project 2025’s Mandate for Leadership wordt dit zogenoemde ‘Schedule F’ herhaaldelijk aangeprezen. Project 2025 wordt voor de landelijke overheid wat de Federalist Society voor de rechterlijke macht is.

‘Alle politiek is personeel’

In Mandate for Leadership wordt de federale bureaucratie afgedaan als een verzameling „luie, overbetaalde en niet ter verantwoording te roepen” ambtenaren (pagina 20). Ze zouden bovendien te vaak werken aan „onwettige programma’s”, waarbij het door het Congres goedgekeurde, maar door de rechter afgekeurde pardon voor minderjarige kinderen van asielzoekers zonder verblijfsvergunning wordt genoemd (pagina 73). Vooral conservatieve presidenten hebben last van ambtelijke tegenwerking, aldus het document, omdat ambtenaren doorgaans links zijn (pagina’s 80 en 171).

Het doel wordt helemaal aan het begin van het document in niet mis te verstane woorden geformuleerd: „Een leger van gehoorzame, goedgekeurde, getrainde en voorbereide conservatieven verzamelen, die vanaf de Eerste Dag kunnen beginnen met het slopen van de ambtenarenstaat” (pagina XIV).

In deze ideeën komen allerlei draadjes van rechts Amerika bij elkaar. De afkeer van bureaucratie is een eeuwig Republikeins agendapunt, samengevat door Ronald Reagan als: „De overheid is niet de oplossing van ons probleem, de overheid ís het probleem.” De afkeer van linkse ideologie, en dan vooral de antiracistische kant ervan, heeft misschien nog wel ruimere steun. Mede dankzij de conservatieve tv-zender FoxNews dat zijn kijkers in een permanente staat van woede houdt over linkse politici die geen ‘Vrolijk Kerstfeest’ meer willen zeggen, jeugdboeken over niet-heteroseksuele liefde en scholen die leren dat slavernij een belangrijk deel van de Amerikaanse geschiedenis is.

Onder het motto ‘alle politiek is personeel’ – een plaagstoot naar het feministische adagium ‘het persoonlijke is politiek’ – vervangt Project 2025 een veronderstelde linkse Deep State door een reële, conservatieve. Zo gaan de VS op weg naar een éénpartijstaat. Voor Trump en zijn trouwste aanhang is dat MAGA-world. Voor een groter electoraat is het niet zo nauw aan zijn persoon verbonden, maar gaat het om het ‘Amerika waarin ik zelf ben opgegroeid en dat ik ook mijn kinderen gun’.

In dat streven was Trumps eerste termijn hooguit een matige oefenwedstrijd. Trump II is voor het echie.

Lees ook

Als dag één van ‘Trump 2.0’ een voorbode is, worden het een paar onzekere economische jaren (maar er was ook goed nieuws voor Europa)

Een tv-scherm bij een valutahandelaar in Tokio toont president Trump tijdens zijn inauguratierede.


‘Ik kan niet vier jaar lang bang blijven en binnen zitten’

Sonia doet schichtig een stap achteruit als ze in gebrekkig Spaans wordt aangesproken. Ze staat in de kou te roken bij de getraliede zijdeur van de jurkenwinkel waar ze werkt als naaister. Ze is deze week erg op haar hoede, vertelt ze zodra ze zeker is dat ze niet met de immigratiedienst te maken heeft. „Ik was op 1 januari gestopt met roken, maar na het nieuws over de klopjacht ben ik van de stress weer begonnen”, zegt ze terwijl ze haar sigaret onder haar zwarte laars uittrapt.

Sonia (35) kwam dertien jaar geleden vanuit Mexico naar de Verenigde Staten. Ze kreeg drie kinderen, die door hun geboorte hier automatisch Amerikaans staatsburger zijn. Maar een legale verblijfsstatus kreeg ze niet. Ze heeft alleen papeles chuecos (valse papieren), waarmee ze onder andermans identiteit werkt en premies afdraagt.


Nooit, tijdens de presidentschappen van Barack Obama, Donald Trump en Joe Biden, kwam ze daarmee in de problemen. Maar in zijn tweede termijn heeft Trump nu de jacht op ongedocumenteerden geopend. Diens ‘grens-tsaar’ Tom Homan kondigde al voor de inauguratie een „grote uitzettingsoperatie” aan, waarbij het Democratisch stemmende Chicago het voornaamste doelwit zou zijn. „We zullen ICE [Immigration and Customs Enforcement] ontketenen”, zei hij. Om te beginnen in Democratische bolwerken.

Sindsdien is het stil. Sonia’s wijk Little Village, ‘La Villita’ voor de bewoners, is een spookbuurt geworden. Winkels zijn gesloten, restaurants draaien op minimale capaciteit, bij de kapper is het rustig. Bijna alle kraampjes met goedkope kleding en met tamales (gestoomde maïsdeegrolletjes) die het straatbeeld bepaalden zijn verdwenen. Normaal klinkt hier overal muziek en shoppen pubermeisjes suikertaartachtige baljurken bij winkels als die van Sonia. Dat er nu niemand te bekennen is, komt ook door de gevoelstemperatuur van -16 graden Celsius en een vers laagje sneeuw, maar vooral aan de hoog opgelopen spanning.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Op de voordeur van een winkel in Little Village in Chicago hangt een poster met de oproep tot protest tegen Trumps plannen. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Op de voordeur van een winkel in Little Village in Chicago hangt een poster met de oproep tot protest tegen Trumps plannen. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/ik-kan-niet-vier-jaar-lang-bang-blijven-en-binnen-zitten.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/24181804/data127139082-528183.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/ik-kan-niet-vier-jaar-lang-bang-blijven-en-binnen-zitten-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/ik-kan-niet-vier-jaar-lang-bang-blijven-en-binnen-zitten-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/ik-kan-niet-vier-jaar-lang-bang-blijven-en-binnen-zitten-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/ik-kan-niet-vier-jaar-lang-bang-blijven-en-binnen-zitten-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/01/ik-kan-niet-vier-jaar-lang-bang-blijven-en-binnen-zitten-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/Tb3qy4tUYyyEiiBsr1jeYIgGroM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/01/24181804/data127139082-528183.jpg 1920w”>

Op de voordeur van een winkel in Little Village in Chicago hangt een poster met de oproep tot protest tegen Trumps plannen.
Anti-Trump demonstranten verzamelen zich op Federal Plaza om te demonstreren voor een aantal zaken.

Foto’s: Scott Olson/ AFP, Erin Hooley/ AP

Sonia had afgelopen weekend boodschappen ingeslagen voor twee weken en zich dinsdag thuis verschanst, toen de school van haar kinderen vanwege het weer gesloten was. Ook woensdag hield ze hen nog thuis. Zij vreest dat de migratiepolitie op een dag haar werk binnenvalt of haar van straat plukt en afvoert terwijl haar kinderen op school zitten. „De allerergste nachtmerrie van elke moeder is gescheiden worden van haar kinderen.”

Angst lijkt voorlopig het doel geweest van de uitspraken van Trump en Homan, denkt Mike Rodriguez (46), gemeenteraadslid namens deze wijk. „Het is een publiciteitsstunt”, zegt hij op zijn kantoor in de winkelstraat. „De president probeert op sinistere wijze mijn gemeenschap bang te maken.”

Zo’n 85 procent van Little Village identificeert zich als latino, van wie de overgrote meerderheid afkomstig is uit Mexico. Volgens schattingen zou tot een kwart van de inwoners hier illegaal zijn. In heel Chicago, een stad van 2,7 miljoen inwoners, gaat het om een paar honderdduizend mensen zonder papieren. Ze bouwen de huizen en kantoren, ze koken, ze maken schoon en ze verzorgen bejaarde Amerikanen. Ze zijn de grotendeels onzichtbare tandwielen die de economie laten draaien.

Niemand die weet of de Republikeinse regering echt deur tot deur wil gaan in wijken als deze om zoveel mogelijk ongedocumenteerden uit te kunnen zetten. Praktisch, financieel en juridisch lijkt dat onhaalbaar. Er zijn onvoldoende ICE-agenten en niet genoeg migratierechters om mensen op te pakken en zaken af te handelen. Laat staan dat er genoeg detentieplekken zijn en medewerking van landen die migranten zouden moeten terugnemen. Al Trumps nieuwe beleid wordt aangevochten.

„Ik probeer mensen te vertellen dat ze zich geen zorgen hoeven te maken als ze niet veroordeeld zijn of een deportatiebevel hebben gekregen”, zegt plaatselijke migratieadvocaat Mario Godoy (42). „Maar niemand is helemaal veilig.” Zonder toestemming de grens oversteken is een misdaad en daarom voldoende reden voor uitzetting.

Verkiezingsbelofte

Rodriguez, Godoy en vele vrijwilligers zijn non-stop bezig om immigranten te informeren over hun rechten. Ze hoeven de deur niet open te doen als ICE aanklopt, ze hoeven hun identiteit niet bekend te maken, het is aan de autoriteiten om te bewijzen dat ze illegaal zijn, en ze hebben altijd recht op een advocaat en een rechtszaak. Zwijg en teken niets is het devies.

De vraag is wat er van die rechten overblijft. Het antieke en fragiele Amerikaanse migratiebeleid is al decennia aan hervorming toe en wordt met plakbandjes van tijdelijke maatregelen, inconsistente uitzonderingen en gedoogconstructies bijeen gehouden. Activisten, advocaten en rechters kunnen delen misschien nog redden of lijmen, maar elke (potentiële) migrant leeft nu in onzekerheid.

Recent aangekomen migranten staan in Chicago in de rij in de hoop steun van de overheid te krijgen.
Antonio Perez/Chicago Tribune

Meer dan het verbeteren van de economie ziet Trump het stoppen en terugdraaien van migratie als zijn belangrijkste verkiezingsbelofte. In zijn eerste dagen heeft hij de noodtoestand aan de zuidgrens uitgeroepen, hij stuurt er duizenden militairen heen. Vluchtelingenvluchten en afspraken met de migratiedienst zijn geschrapt. Mensen die al in de VS zijn moeten worden verwijderd. Donderdag meldde The New York Times dat ICE Venezolanen, Haïtianen, Cubanen en Nicaraguanen mag uitzetten die onder de Biden-regering legaal binnenkwamen en tijdelijk een beschermde status en werkvergunning hebben. Onduidelijk is of dit ook geldt voor Oekraïners en Afghanen. Ook miljoenen immigranten die al decennia onder de radar in de Verenigde Staten wonen moeten eruit. Kerken, scholen en ziekenhuizen zijn niet langer veilige plekken en mogen worden binnengevallen. Trump dreigt lokale autoriteiten die niet meewerken aan uitzettingen te vervolgen. Hij wil de federale financiering van steden die migranten beschermen staken.

„Er komt zoveel op ons af dat niet is in te schatten welke maatregelen werkelijk gevaar vormen”, zegt Emma Lozano (72), migratie-activiste en kerkleider net buiten Little Village. „Waar Biden en Obama er niet in slaagden migranten werkelijk perspectief op een toekomst te bieden, wil Trump die vernietigen. Hij wil angst zaaien en snel iets leveren aan zijn achterban, zoveel is duidelijk.”

Lees ook

In decreten vol bijtende formuleringen laat Trump zien: de VS moeten van hem geen immigratieland meer zijn

Migranten uit Mexico en Guatemala die vermoedelijk illegaal de grens met de Verenigde Staten zijn overgestoken worden opgepakt door de Amerikanse douane.

Onduidelijk is waarom ICE nog niet zichtbaar actief is in Chicago. Veel inwoners horen geruchten op straat en zeggen TikTok-filmpjes te hebben gezien, maar tot nu toe is alles vals alarm gebleken, zegt Rodriguez. Wel werden donderdag mensen opgepakt in het eveneens Democratisch geleide Newark, New Jersey.

Lokale bestuurders hebben fel op Trump gereageerd. Burgemeester van Chicago Brandon Johnson heeft herhaald dat zijn stad een vrijhaven is en de lokale politie niet met de migratiedienst zal samenwerken. „We strijden voor de rechten van alle inwoners”, zei hij. „Los van wie er in het Witte Huis zit.” Trumps focus op Chicago is niet alleen omdat er veel ongedocumenteerden dicht bij elkaar wonen, maar ook omdat hij graag het publieke gevecht aangaat met de Democratische gouverneur van Illinois en de burgemeester.

Toch stemden in november ook in deze stad meer mensen dan in de vorige twee verkiezingen op Trump, mede omdat ze boos zijn over immigratie. De afgelopen paar jaar kwamen er zo’n vijftigduizend migranten naar Chicago, voornamelijk Venezolanen. Zij kregen betere opvang en sneller een werkvergunning dan eerdere generaties migranten. In Little Village wordt geklaagd over minder goed betaald werk en meer criminaliteit sinds hun komst. „Heel Amerikaans: de woede richt zich op ándere arme mensen die klem zitten in het systeem in plaats van op het systeem en de rijke mensen die ervan profiteren”, zegt gemeenteraadslid Rodriguez. „Ik begrijp de frustratie, maar de woede is gericht op de verkeerden.”

Fernando Martinez (28), een Uber-bestuurder met een flinke, rossige baard, is zo’n Trump stemmer. „Vanwege de economie, maar ook omdat hij schoon schip zou maken wat betreft migratie.” Hij windt zich op over de recente instroom onder Biden. „Nieuwelingen kregen hotelkamers, geld en werk, terwijl mijn ouders die hier al decennia wonen nooit iets gekregen hebben.”

Hoewel de Venezolanen nu mogelijk niets meer hebben aan hun beschermde status, lijkt Trump diens pijlen ook gericht te hebben op Martinez’ Mexicaanse ouders. „Nu denk ik wel: o, shit, ik weet niet of dit de goede kant opgaat. Ik nam Trump niet zo serieus toen hij zei dat hij álle ongedocumenteerden ging deporteren.”

Lege ballon

Niet alle migranten zonder papieren in Little Village laten zich van straat, werk en school verjagen. Doris Aguirre (59) maakte in 2000 met een baby van vijf maanden aan de borst de levensgevaarlijke reis vanuit Honduras. Ze kwam „om mijn kinderen meer te bieden dan het miserabele leven dat ik daar had”.

Nu zit ze met haar zwarte kat op haar witte bank in haar koophuis. Ze trouwde met een Amerikaan, maar om genaturaliseerd te worden moest ze om vergiffenis vragen voor haar clandestiene grensoversteek. De advocaat die ze daarvoor inhuurde deed dat niet, zegt ze, en inmiddels is haar termijn voor die gratie verlopen.

Aguirre heeft al eens een deportatiebevel gekregen en is zo bang dat ze met de politie in aanraking komt dat ze niet met de auto naar haar baantjes als schoonmaakster rijdt om het risico van betrokkenheid bij een ongeluk tot nul te reduceren.

„Vroeger maakte ik me altijd zorgen om de kinderen, maar die zijn inmiddels volwassen en redden zich wel.” Zij zijn genaturaliseerd of hier geboren. „Nu maken zij zich zorgen over mij. We hebben al eens vier jaar Trump overleefd. Dat betekent niet dat het opnieuw lukt. Maar ik kan niet vier jaar lang bang zijn en binnen zitten. Ik moet me sterk houden en doorgaan met mijn leven.”

Doris Aguirre (59) maakte in 2000 met een baby van vijf maanden aan de borst de levensgevaarlijke reis vanuit Honduras
Foto Emilie van Outeren

In de grote katholieke kerk in de buurt luisteren woensdagavond zo’n twintig mensen naar de Spaanstalige preek. Efren Fernandez Garcia (48) heeft zijn blauwe jas aangehouden.

Hij is vijftien maanden geleden uit Mexico hier naar toe gekomen in de hoop meer te verdienen dan thuis. Tot nu toe lukt dat matig. Hij kan geen vast werk vinden, is niet betaald voor klussen die hij wel deed en hij slaapt op een geïmproviseerd bed in een keuken waar tamales gemaakt worden. „Het is een worsteling hier. Mensen maken misbruik van elkaar.”

Vanuit de Trump-regering wordt gehoopt dat hun afschrikkende beleid ertoe leidt dat mensen zelf kiezen voor vertrek. ‘Zelfdeportatie’ noemen politici dat. Fernandez zou best terug willen naar Mexico, maar kan zich dat niet veroorloven. Hij is nog nauwelijks toegekomen aan het afbetalen van zijn smokkelaar: 17.000 dollar. „Als ik word uitgezet, kan ik dat geld nooit opbrengen.” Toch vreest hij, als alleenstaande, deportatie niet. „Que me pasa me pasa: wat me gebeurt, gebeurt.”

Zo lijken de meeste immigranten erover te denken. „De eerste dagen was de paniek enorm”, zegt Lozano, die zelf in Texas geboren werd, maar van wie familieleden uitgezet zijn. „We hebben de ballon heel hard opgeblazen uit angst en die loopt nu langzaam leeg, de druk is eraf.” Ze kiest de metafoor bewust: de druk kan elk moment weer worden opgevoerd en de ballon blijft kwetsbaar.

Foto Brian Cassella/Chicago Tribune, Emilie van Outeren

Emma Lozano (72) is migratie-activiste en kerkleider net buiten Little Village. Efren Fernandez Garcia (48) is vijftien maanden geleden uit Mexico naar de VS gekomen in de hoop meer te verdienen dan thuis.

Foto Brian Cassella/Chicago Tribune, Foto Emilie van Outeren

Gemeenteraadslid Rodriguez vertelt dat de eerste dagen dat Trump weer in het Witte Huis zat wel 20 tot 35 procent van de scholieren thuisbleef en zo’n 6 procent van het restaurantpersoneel zich afmeldde. In plaats van de gebruikelijke veertig dagloners stonden er bij de bouwmarkt verderop ’s ochtends vroeg slechts vijf te wachten op werk. Donderdag waren dat er alweer meer. Niet omdat de vrees voor Trump voorbij is, maar omdat, zolang ICE niet zichtbaar is, geld verdienen voorgaat. Veel migranten kunnen zich geen week zonder inkomen permitteren.

Dat is ook de reden dat Sonia donderdag weer aan het werk is en haar kinderen op school zijn. Ze is enigszins gerustgesteld door de flyers die vrijwilligers hebben verspreid over haar rechten, maar niet over de twee dagen dat ICE zich niet heeft vertoond. „We hebben nog vier jaar te gaan.”


De verkiezing van Trump ‘móet tot verandering leiden’ in de EU. Maar hoe?

Met een spervuur aan decreten en aankondigingen trok een van opwinding stuiterende Donald Trump in de eerste dagen van zijn presidentschap de aandacht van de hele wereld. In Europa leek er even zelfs geen ander onderwerp te bestaan. Dat is ook logisch: Europa heeft veel te verliezen.

Europa is economisch verweven met de Verenigde Staten en Europa wordt door de Verenigde Staten beschermd. Als dan een president aantreedt die Europa niet in de eerste plaats als militaire en politieke bondgenoot ziet maar als economische concurrent, zijn onmiddellijk grote Europese belangen in het geding. Als het tot een handelsoorlog komt, kost dat welvaart. Als Trump de NAVO fnuikt of Oekraïne in de steek laat, moet een slecht bewapend Europa nog maar zien hoe het zich te weer stelt tegen Russische agressie.

Europese diplomaten hadden zich schrap gezet voor een „blitzkrieg” aan maatregelen en die werden op hun wenken bediend. Trump riep de hele week dat de EU de Verenigde Staten niet fair behandelen en dat er maatregelen zullen volgen – al werd hij nog niet concreet. In een vileine mix van stroop smeren en armpje drukken zei hij donderdag tijdens een videoverbinding met het World Economic Forum (WEF) in Davos dat hij van Europa houdt en er veel vrienden heeft, maar dat de VS er niet goed worden behandeld. Hij noemde handelsbelemmeringen en boetes die de EU grote Amerikaanse techbedrijven heeft opgelegd.

Kruit droog houden

De EU heeft zich sinds vorige zomer voorbereid op de komst van Trump en verschillende scenario’s voorbereid om snel op tariefmaatregelen te reageren. Onderdeel van de Trump-strategie was ook om de eerste barrage van Trump kalm af te wachten en het kruit droog te houden.

NAVO-chef Mark Rutte weet na deze week zeker dat hij heeft getekend voor een lastige klus, met een Amerikaanse president die in één zin de NAVO steunt én niet steunt. „Ik weet niet zeker of wij er ook maar iets aan moeten bijdragen”, zei Trump in een interview over de NAVO, „maar we moeten ze zeker helpen”. Hij zei ook: „Wij beschermen hen. Zij beschermen ons niet.” Trump herhaalde dat de norm voor defensie-uitgaven voor NAVO-landen meer dan verdubbeld moet worden, van 2 procent bruto binnenlands product naar 5 procent. Europese diplomaten en analisten vinden dat niet realistisch.

Toch heeft Rutte ook weer niet getekend voor een onmogelijke klus. Trumps minister van Buitenlandse Zaken, Marco Rubio, verzekerde Rutte deze week van Amerikaanse steun. „Minister Rubio herhaalde de Amerikaanse toewijding aan de NAVO en het belang van de alliantie voor de internationale veiligheid”, zo vatte het State Department een gesprek tussen Rutte en Rubio samen.

De Verenigde Staten zijn „open for business”, riep Trump de elite uit politiek en bedrijfsleven in Davos toe. Het land staat vooral open voor onderhandelingen. Over tarieven, over NAVO-normen, over internationale belastingen, over de aankoop van Amerikaanse fossiele brandstoffen.

Trump dwingt Europa dus op te komen voor zijn belangen in een bikkelhard onderhandelingsproces. Maar Trump dwingt Europa ook na te denken over zijn plek in de wereld. Europa heeft niet alleen enorm geprofiteerd van de band met de VS, het voelt zich ook helemaal op zijn gemak in de liberale na-oorlogse wereldorde die de VS hebben gebouwd en waar Trump niet zoveel in ziet.

Lees ook

Donald Trump wil door de internationale porseleinkast denderen: welkom in de nieuwe wereldorde

Vanachter een houten bureautje in het indoorsportstadion in Washington tekende Donald Trump maandag in aanwezigheid van twintigduizend fans de eerste acht van 41 aangekondigde decreten.

Europa’s zelfbeeld

De rules-based-order, de op regels en normen gebaseerde orde, was een Amerikaanse vinding, die op veel steun kon rekenen in beide Amerikaanse partijen en die tot bloei kwam dankzij Amerikaanse overmacht in de wereld. Maar het is evengoed een Europese ordening. Democratie, recht en regelgeving zijn ook de uitgangspunten van de succesvolle samenwerking van 27 Europese landen in de Europese Unie. Trump bedreigt niet alleen Europese belangen, maar ook Europese geloofsartikelen en Europa’s zelfbeeld.

Het is dan ook niet vreemd dat juist Europeanen zich zorgen maken over het presidentschap van Trump. De rest van de wereld heeft daarentegen vrij hoge verwachtingen van de nieuwe president, bleek uit opinie-onderzoek van de European Council on Foreign Relations (ECFR).

Onderzoekers vroegen eind november 28.500 mensen in 24 landen of Trump goed of slecht is voor hun land. In de traditionele bondgenoten Verenigd Koninkrijk en Zuid-Korea ziet slechts 11 procent Trump als positief, in elf EU-landen is dat gemiddeld 22 procent. Buiten het Westen ligt Trump bijzonder goed in de markt. In Brazilië is 43 procent positief, in Saoedi-Arabië 61 procent, in India zelfs 84 procent.

Europa staat tamelijk alleen met zijn vrees voor Trump, zei Ivan Krastev van ECFR bij de presentatie van het onderzoek. „Terwijl de meeste Europeanen de president zien als een ontregelaar, zien anderen in de wereld hem als een vredesstichter.” Het heeft volgens de denktank dan ook geen nut dat Europa zich opwerpt als de aanvoerder van het mondiale verzet tegen Trump.

Terwijl de meeste Europeanen de president zien als een ontregelaar, zien anderen elders in de wereld hem als een vredesstichterIvan Krastev onderzoeker bij denktank ECFR

Ivan Krastev
onderzoeker bij denktank ECFR

Historicus Timothy Garton Ash onderstreepte dat Europa er nu niet eenzaam en machteloos bij staat. De mondiale reputatie van Europa is goed, zei hij, „dat zou leiders de hoop moeten geven dat er ruimte is voor een sterk onafhankelijk Europa in de wereld.”

De ‘wereld’ gelooft, afgaande op hetzelfde onderzoek, overigens ook dat het aantreden van Trump samenvalt met een meer bescheiden mondiale rol van de VS. Een meerderheid ziet voor de VS een rol als één van een handvol grootmachten in een multipolair stelsel.

‘Een spirituele crisis’

Europa moet in die nieuwe wereld een positie voor zichzelf opeisen op basis van Europese belangen en liever niet op basis van morele opvattingen, adviseerde ECFR. Europa moet leren zichzelf als grootmacht te zien en betere relaties aanknopen met landen als Brazilië, Zuid-Afrika en India, waar de EU als een machtige potentiële partner wordt gezien.

Kan Europa dat opbrengen? Economisch staat de EU, zeker in vergelijking met de VS, er niet zo rooskleurig voor. In een handvol landen is op dit moment een demissionaire regering aan de macht. Centrale speler Duitsland zag de basis onder zijn economische model – goedkope energie uit Rusland, export naar China – wegkwijnen en maakt zich op voor verkiezingen. Frankrijk, ook niet onbelangrijk, waggelt van de ene politieke misère naar de andere.

Donald Tusk, premier van Polen, maakte in het Europees Parlement gewag van een „onzekere sfeer”, „een gevoel van verlies” en „een spirituele crisis”. EU-Buitenlandchef Kaja Kallas zei: „We leven niet langer in een tijdperk van optimisme maar van oppositie.”

Bemoedigend is wel dat Europese leiders al langer inzien dat Europa weerbaarder moet worden, economisch en militair. De Europese Commissie liet voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi een catalogus opstellen met maatregelen om Europa’s concurrentiekracht op te krikken. Over ruim een week komen de EU-leiders bijeen om samen met NAVO-chef Mark Rutte en de Britse premier Keir Starmer plannen te beramen voor het aanjagen van de Europese defensie-industrie.

Aan ideeën is in Europa meestal geen gebrek, maar de vraag is steeds weer of de consensusmachine van 27 soevereine staten snel genoeg op daden overschakelt. De verkiezing van Trump móet tot verandering leiden, zei de Duitse vice-kanselier Robert Habeck (Groenen) in Davos. Als Europa denkt dat dit overwaait „dan doen we het helemaal fout”.


Wie in Pakistan een vlieger oplaat riskeert nu jarenlange celstraf – vanwege de gewelddadige vliegercultuur

Japan heeft de bloesem die mensen na de winter uit hun huizen lokt. In China worden graven gepoetst in het voorjaar. En in de Pakistaanse provincie Punjab wordt de lente sinds mensenheugenis verwelkomd met vliegers. Bijvoorbeeld op het hindoeïstische Basant-festival dat eind januari, begin februari wordt gehouden, afhankelijk van de stand van de maan.

Maar wie bij de komende editie van dat festival een kleurrijke vlieger wil oplaten, riskeert drie tot vijf jaar gevangenisstraf of een geldboete van twee miljoen Pakistaanse roepie (bijna zevenduizend euro). Voor vliegerbouwers zijn de straffen nog hoger. De wet die dit regelt kreeg deze week een meerderheid van de stemmen in het provinciale parlement van de provincie in Pakistan.

Vliegeren was in provinciehoofdstad Lahore al in 2005 verboden door het Pakistaanse hooggerechtshof, maar dit verbod werd volop ontdoken. Liefhebbers haalden hun vliegers simpelweg in naburige provincies of landen. Vorig jaar werden tijdens Basant in de stad Rawalpindi 260 vliegeraars aangehouden en 15.000 vliegers in beslag genomen. De politie gebruikte verrekijkers en ladders om illegale vliegeraars aan te kunnen houden. Het vliegeren vindt meestal plaats vanaf daken. Sommige Pakistani doen het ’s nachts om niet zichtbaar te zijn.

Scheermesjes

De straffen zijn ingevoerd om „het leven van onschuldige mensen te beschermen”, zei de indiener van het wetsvoorstel, Mujtaba Shuja-ur-Rehman, van de heersende Pakistan Moslim League tegen persbureau AP. Want zo lieflijk als het klinkt om de lente al vliegerend te verwelkomen, was het niet. Khaled Hosseini beschreef begin deze eeuw al in zijn bestseller De Vliegeraar hoe spectaculair en gevaarlijk vliegergevechten waren in zijn jeugd in buurland Afghanistan. Met stukjes glas en soms zelfs scheermesjes die bevestigd werden aan de lijn werd getracht andere vliegers uit de lucht te halen, waarbij geregeld ook ‘per ongeluk’ gewonden vielen door de scherpe lijnen. Deze vliegergevechten zijn er ook in Pakistan.

Los van de gevechten is vliegeren ook als risicosport te zien. Met de ogen naar de hemel gericht vielen vliegeraars veelvuldig van daken of werden overreden.

Ook vorig jaar raakten tijdens het Basant-festival weer mensen gewond, waarmee de vliegertraditie doet denken aan het afsteken van vuurwerk op Oud en Nieuw in Nederland. In totaal belandden volgens de autoriteiten 37 Pakistani in het ziekenhuis, onder wie tieners . Vier van de 37 hadden schotwonden. Want ook de traditie om in de lucht te schieten tijdens het feest, blijkt lastig uitroeibaar.

Onislamitisch

Het vliegerverbod is formeel gericht op veiligheid, maar op de achtergrond spelen religieuze overwegingen een rol. In de Pakistaanse grondwet is de islam als staatsgodsdienst verankerd. Meer dan negentig procent van de bevolking is er moslim. In een religieus decreet is recent het vliegeren onislamitisch genoemd. In een commentaar noemt de Pakistaanse krant Dawn de wens voor meer veiligheid „legitiem”, maar de wet „disproportioneel”. Er zijn andere maatregelen mogelijk om de veiligheid te vergroten volgens de krant. Zoals het afbakenen van zones waar gevliegerd wordt en het toezien op gebruik van veilige lijnen – waar dus geen mesjes of glas aan bevestigd zijn. Daar is in andere vliegerlanden zoals India ervaring mee opgedaan. De wet in Punjab is volgens Dawn een „troebele mix” geworden van „veiligheidsmaatregelen en religieuze interpretatie”.

Het te frivole karakter van vliegeren leidde ook tot een verbod in Afghanistan tijdens de vorige bewindsperiode van de Taliban. Ook daar werd vliegeren als onislamitisch beoordeeld. Nu de Taliban er sinds 2021 weer aan de macht zijn is zo’n verbod er formeel nog niet. Wat niet betekent dat mensen er durven te vliegeren.

Hoezeer Pakistani aan hun vliegers verknocht zijn, zal snel blijken. Het hoogtepunt van het festival bestaat van oudsher uit het oplaten van duizenden gele vliegers, waardoor de hemel doet denken aan een bloemenveld in het voorjaar. Eerder deze maand kondigde de Rawalpindi Vlieger Associatie in de krant Tribune aan het Basant-festival „in full swing” te zullen vieren op 13 en 14 februari, „inclusief schoten in de lucht en vliegeren”.

Tijdens het Basant-festival doet de hemel denken aan een bloemenveld in het voorjaar.
Foto Ahmad Kamal/Xinhua News Agency/eyevine