Britse boeren zijn sinds Brexit groener geworden, maar van alle nieuwe subsidies krijgen ze hoofdpijn

De boompjes die Holly Purdey in het weiland heeft geplant, zijn nu ongeveer twee jaar oud. Ze piepen net boven hun plastic beschermhulzen uit. Het zijn wilgen en espen, want die bevatten hoge concentraties mineralen, zoals kobalt. „Daar heeft mijn land juist heel weinig van. Zo kunnen de dieren straks zelf hun tekorten aanvullen”, vertelt ze.

Haar bruingevlekte koeien staan samen met de schapen in het weiland naast de babyboompjes. De dieren blijven er ongeveer 24 uur en gaan dan door naar een volgende weide. „Dan is je grond niet helemaal kaalgegeten, maar heb je een mooie wisselende hoogte van het gras, is het hier en daar lekker vertrappeld en heb je natuurlijk de voordelen van de poep.” Het gras herstelt zo beter, en langer gras is weer goed voor de biodiversiteit.

Voor het planten van haar rijen bomen kreeg Purdey subsidie van het Britse ministerie van Landbouw. Net zoals ze voor het roteren van haar kudde geld krijgt, en voor het beheer van haar gras zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Deze subsidies vervangen de uitkeringen op basis van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Unie, algemeen bekend als de CAP (Common Agricultural Policy).

Vijf jaar geleden werd het gezien als één van de grote kansen van de uittrede uit de Europese Unie: de mogelijkheid voor het Verenigd Koninkrijk om, voor het eerst in tientallen jaren, een eigen subsidiestelsel voor boeren te ontwikkelen. De CAP bestond al toen het VK in 1973 lid werd van de Europese Gemeenschap, en dus deden ook de Britten daar voortaan aan mee.

Elk van de vier landen van het VK heeft nu zijn eigen beleid – dat van Engeland is het verst ontwikkeld en ook het meest vernieuwend. Engelse boeren krijgen niet langer geld aan de hand van de oppervlakte van hun land, zoals voor EU-subsidies wel overwegend geldt, maar aan de hand van welke duurzame maatregelen ze treffen voor hun bedrijf.

En, is deze hervorming inderdaad een van de successen van de Brexit geworden?

Het beleid beweegt absoluut de juiste richting op, zegt Holly Purdey, met meer aandacht voor biodiversiteit en milieuvriendelijker landbeheer. Maar de administratieve kant is een drama: „Wij staan bij vier subsidieprogramma’s ingeschreven. Allemaal met andere looptijden en termijnen waarin je krijgt uitbetaald.”

Sommige subsidies ontvangt ze elk kwartaal, andere eens in de zes maanden of jaarlijks – en wanneer precies staat niet altijd vast. „Het is om hoofdpijn van te krijgen.” Purdey doet alle administratie zelf, uitbesteden zou voor een kleine boerderij als die van haar te duur zijn.

Holly Purdey met haar zoontje op hun boerderij in het Engelse plaatse Minehead.
Foto Joel Redman

Steeds nieuwe regels

Engeland scoort „ongeveer een zes” voor het nieuwe beleid en de uitvoering daarvan, zegt Ian Hodge, emeritus hoogleraar plattelandseconomie. „Het is nog wat vroeg voor harde conclusies. Maar je kunt niet zeggen dat we alle kansen volop hebben benut.”

De subsidies veranderden de afgelopen jaren steeds: in vorm, looptijd en hoogte. Soms werden ze samengevoegd met oude, bestaande natuursubsidies. Deels is dat logisch, zegt Hodge: „Als je voor het eerst weer zulk nieuw beleid optuigt, moet je dat hier en daar kunnen aanpassen om te zorgen dat geld daar terechtkomt waar je het wil hebben.”

Het programma dat boeren geld biedt voor relatief kleine, simpele maatregelen, het Sustainable Farming Incentive, loopt nu het beste. Meer dan tienduizend boeren hebben zich ervoor aangemeld. Het gaat bijvoorbeeld om onderhoud van heggen, sloten of houtwallen, en het planten van peulvruchten die stikstof uit de lucht halen. Het aantal maatregelen waarvoor je subsidie kan aanvragen, is in de loop der jaren flink uitgebreid, om het programma nog aantrekkelijker te maken.

Door de subsidiepauze kan ik het beleid niet meer verdedigen

Holly Purdey
boer

Maar een langduriger, ambitieuzer programma, waarin boeren samen grote managementplannen kunnen indienen om bijvoorbeeld hun gebied beter te beschermen tegen overstroming of broeikasgassen te verminderen, kreeg slechts enkele tientallen aanmeldingen. Terwijl juist die structurele veranderingen het belangrijkst zijn in de strijd tegen klimaatverandering, zegt Hodge: „Tijdens de Brexit-jaren heb ik ervoor gepleit landbouw niet als apart beleidsterrein te behandelen, maar om een plan te ontwikkelen voor ons gehele ecosysteem. Overigens zonder enig succes.”

Ongeveer 19 procent van alle milieu-gerelateerde subsidies voor dit jaar gaat naar boeren met structurele, duurzame projecten. De rest gaat op aan ‘snelle’ maatregelen. Natuurorganisaties drongen er afgelopen december bij het ministerie van Landbouw op aan juist ambitieuzere programma’s voorrang te geven, en subsidies deels eerder in het proces uit te betalen, zodat boeren hun plannen beter kunnen uitwerken.

Na lang twijfelen stopte Holly Purdey vorig jaar met haar geitenkudde, de kosten van het voer bleken te hoog. „Nu hebben we alleen nog een stel geiten omdat ze geweldig zijn als onkruideters.”
Foto Joel Redman

Plotselinge pauze

Sinds kort hebben de boeren er een probleem bij. De Labourregering die afgelopen zomer aantrad, legde de procedures om subsidie aan te vragen ineens tijdelijk stil. „De grote vraag heeft tot uitgaven geleid die we niet kunnen volhouden”, schreef het ministerie van Landbouw eind november. Toegekende subsidies lopen door, nieuwe aanvragen worden waarschijnlijk „ergens dit jaar” weer mogelijk.

Voor de boeren is die pauze nogal onhandig, zegt boerin Holly Purdey. Het plantseizoen is nú. „Dus boeren moeten snel een besluit nemen over het planten van nieuwe heggen of bomen. Daar kunnen ze niet mee wachten tot juni, als de nieuwe financiële plannen waarschijnlijk bekend worden.” Ze moeten kiezen: of de bomen zelf betalen, of een jaar wachten.

Labour kondigde ongeveer tegelijk met die subsidiepauze aan de afbouw van CAP-betalingen te versnellen. De afgelopen jaren compenseerde de regering in Londen de weggevallen subsidies uit Brussel. Die betalingen stoppen in 2028. Op zichzelf wisten de boeren dat al sinds het VK de Europese Unie in 2020 verliet. Alleen gaat Labour nu de bedragen terugbrengen. Het betekent voor veel boeren dat ze dit jaar enkele duizenden ponden minder krijgen.

De continue aanpassingen leiden tot „grote onzekerheid” in de landbouw, stelde de National Audit Office, onafhankelijk toezichthouder op de overheidsuitgaven, vorig jaar vast. En ze wekken groeiend wantrouwen bij boeren, die soms ook nog overtuigd moeten worden van het belang van een duurzamer bedrijfsvoering, zegt Holly Purdey. „We gingen de goede kant op met die milieugestuurde betalingen. Maar door de subsidiepauze kan ik het beleid niet meer verdedigen en kan ik andere boeren moeilijk aansporen om in te stappen.”

Je kunt niet zeggen dat we alle kansen volop benut hebben

Ian Hodge
emeritus hoogleraar plattelandseconomie

Purdey weet zeker dat regeneratieve landbouw, gericht op versterking van ecosystemen, het beste is. Ze wijst naar haar hobbelige weiland. „Voor mij zijn alle elementen even belangrijk. Het vee, de biodiversiteit, de kwaliteit van grond en water. Voor voedselzekerheid hebben we klimaatbestendige boerenbedrijven nodig. Die twee zijn intrinsiek aan elkaar verbonden.”

Zij en haar man Mark hebben schapen en koeien die goed gedijen op hun weides en geen extra krachtvoer nodig hebben. „Sommige boeren bekijken vooral welke koeien of schapen het snelst groeien, ik niet. Ik kijk of ze sterk zijn en weinig interventies nodig hebben; of ze bijvoorbeeld kunnen bevallen zonder hulp.”

Vorig jaar is ze na veel twijfelen gestopt met haar geitenkudde. De geiten bleven extra voer nodig hebben en moesten in de winter binnen staan omdat ze niet goed tegen de regen konden. En de Britse soja die ze hen voerde – uit principe wilde ze geen goedkopere soja uit Latijns-Amerika – was zo duur dat ze verlies draaide op de geiten. „Nu hebben we alleen nog een stel geiten omdat ze geweldig zijn als onkruideters.”

Foto’s Joel Redman

Voedselzekerheid

De laatste jaren is er in het VK weer groeiende aandacht voor voedselzekerheid en productieverhoging bij boeren, en minder voor het belang van duurzaam landgebruik. Eerst was er de coronacrisis, daarna de gestegen energieprijzen door de oorlog in Oekraïne. Daardoor beleefden veel boeren moeilijke tijden. De voedselprijzen stegen, in het VK mede door de Brexit nog net wat harder dan elders. En er waren enkele flink natte zomers, waardoor de oogsten van tarwe, haver en groenten tegenvielen. Het ministerie van Landbouw stelde vorig jaar een maximum aan het areaal aan land waarvoor boeren natuursubsidies kunnen aanvragen, om een negatief effect op de productie te voorkomen.

Britse boeren halen het belang van voedselzekerheid ook aan bij een nieuwe maatregel die de afgelopen maanden veel kritiek kreeg: invoering van successierecht voor landbouwbedrijven. Boeren waren er altijd van vrijgesteld, maar vanaf april 2026 geldt die vrijstelling nog tot 1 miljoen pond. Over het bedrag daarboven betalen landeigenaren straks 20 procent erfbelasting, de helft van het standaardtarief. De regering wil zo rijke landeigenaren, die boerderijen opkochten om vermogensbelasting te ontwijken, zo toch laten betalen.

Boerenvakbond NFU waarschuwde echter dat boerenbedrijven die kosten er niet bij kunnen hebben, en dat de erfbelasting de voedselzekerheid in gevaar brengt. Het onafhankelijke Institute for Fiscal Studies noemde de maatregel daarentegen een stap in de goede richting; in zijn optiek was de vrijstelling een oneerlijk belastingvoordeel voor agrarische bedrijven. „Als er zorgen bestaan over voedselproductie of de bescherming van het milieu, zijn er veel betere manieren om die te ondersteunen.”

Ook oud-hoogleraar Ian Hodge vindt de belastingmaatregel redelijk. Alleen de timing is nogal beroerd, zegt hij. „Veel boeren voelden zich toch al tekortgedaan en financieel kwetsbaar, zeker ook door het verdwijnen van de directe betalingen uit Brussel.”

Foto Joel Redman

Eigen planning

De nieuwe subsidies zijn nooit bedoeld geweest als gelijkwaardige vervanging van de EU-gelden. Eén van de belangrijkste punten van kritiek op de Europese subsidies is altijd geweest dat ze boeren weinig aanleiding geven scherp naar hun bedrijfsvoering te kijken. En dat gebeurt in Engeland nu wel.

Volgens voorzichtige schattingen van het Britse ministerie van Landbouw moet ongeveer een derde van de boerderijen productiever worden om vanaf 2028, als de ‘Brusselse’ subsidies helemaal zijn afgebouwd, financieel rond te kunnen komen. Natuurgebonden subsidie moet de boeren daarbij helpen, bijvoorbeeld doordat ze meer aandacht geven aan verbetering van de vruchtbaarheid van hun grond.

Wat veel boeren enorm zou helpen, zegt Holly Purdey, is een duidelijk meerjarenplan van de regering, aan de hand waarvan ze een eigen planning kunnen maken. Zij en haar man hebben zichzelf als doel gesteld hun boerderij vóór 2028 winstgevend te maken, zonder daarvoor afhankelijk te zijn van subsidies.

Op dat punt zijn ze bijna: „Alleen kunnen we zonder de subsidies nog geen grote investeringen doen. We hebben bijvoorbeeld een nieuw hek voor de koeien nodig, maar dat kost zo 20.000 pond. Dat geld hebben we niet zomaar ergens liggen.”

Lees ook

Vijf jaar Brexit: meer immigratie, minder handel en na een kille periode stilletjes toenadering tot Brussel

In Sunderland werd in 2018 campagne gevoerd voor een nieuw Brexit-referendum.

Foto Joel Redman


Vrijheid in Hongkong? Daar is het volgens DeepSeek slecht mee gesteld. Of nee: ‘Laten we het over iets anders hebben’

De introductie van de Chinese AI-dienst DeepSeek kwam deze week als een grote verrassing. Zeker voor Amerikaanse concurrenten als OpenAI en chipfabrikant Nvidia, dat miljarden aan beurswaarde verloor toen bleek dat de start-up uit Hangzhou zijn geavanceerde AI-model R1 met heel bescheiden middelen ontwikkelde.

De dienst is wereldwijd gratis beschikbaar en verdrong OpenAI’s ChatGPT in de hitlijsten van de App Store.

Net als TikTok-alternatief Xiaohongshu, waar Engelstalige nieuwelingen werden verwelkomd met warme woorden én de vermaning „gevoelige onderwerpen als politiek, religie en drugs” te vermijden, is DeepSeek onderworpen aan de in China geldende beperkingen. Maar die censuur blijkt nog niet waterdicht.

Lees ook

Chinees ‘AI-wonder’ DeepSeek schokt de techsector

De DeepSeek-app staat nu bovenaan in de lijst van populairste downloads.

Dat blijkt bij een gesprek over de positie van het Kantonees, de taal die in het zuiden van China, Hongkong en Macao, wordt gesproken en op veel plekken onder druk staat: „De Chinese overheid promoot het gebruik van Mandarijn (Putonghua) als de nationale standaardtaal om de communicatie in het hele land te vergemakkelijken. Dit heeft geleid tot een zekere druk op regionale talen en dialecten, waaronder Kantonees.” Op een vervolg-prompt over Kantonees in Hongkong komt een verrassend eerlijk antwoord: „De taalpolitiek in Hongkong is vaak verbonden met bredere politieke spanningen tussen Hongkong en het vasteland van China.”

Doorvragen naar die „bredere politieke spanningen” legt de worsteling van DeepSeek bloot. Dinsdagmiddag antwoordde de chatbot met een opsomming van Chinese maatregelen en protesten daartegen sinds de overdracht van de voormalige Britse kroonkolonie aan Beijing, zoals de invoering van de Nationale Veiligheidswet (2020). Maar bij een volgende vraag, naar de gevolgen voor de burgerlijke vrijheden in Hongkong, gebeurt iets merkwaardigs. „De wet heeft geleid tot een significante inperking van de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging, en heeft het recht op een eerlijk proces en privacy ondermijnd. Bovendien heeft het een klimaat van angst en zelfcensuur gecreëerd, waardoor veel inwoners van Hongkong zich minder vrij voelen om zich uit te spreken of deel te nemen aan politieke activiteiten”, zegt DeepSeek eerst. Maar na enkele seconden verdwijnt dat antwoord . „Sorry, dat ligt buiten mijn huidige reikwijdte.Laten we het over iets anders hebben.” Desgevraagd licht DeepSeek toe: „Mijn doel is om je de best mogelijke hulp te bieden, en dat kan soms betekenen dat ik mijn antwoorden aanpas om ervoor te zorgen dat ze zo nuttig mogelijk zijn.”

Taiwan

Een gesprek over Taiwan verloopt vergelijkbaar. DeepSeek legt graag het ‘één-Chinaprincipe’ uit. Maar desgevraagd erkent DeepSeek dat daarover geen internationale consensus bestaat: „Veel landen erkennen het één-Chinaprincipe uit pragmatisme, vanwege de economische en politieke invloed van China, maar steunen tegelijkertijd de democratische waarden en praktische onafhankelijkheid van Taiwan.” Ook dit antwoord verdwijnt na een paar tellen.

De gesprekken suggereren dat DeepSeek is getraind met ongecensureerde gegevens. Pas als het antwoord op het scherm verschijnt, volgt een controle en eventueel ingrijpen.

DeepSeek lijkt, in ieder geval in vreemde talen, een tamelijk beperkte lijst met gevoelige termen te hebben. Een in het Nederlands gestelde vraag over de neergeslagen studentenopstand (1989) op het ‘Tiananmenplein’ in Beijing krijgt geen antwoord. Op precies dezelfde vraag over het ‘Plein van de Hemelse Vrede’ volgt een omvangrijk overzicht. Andere gebruikers meldden op sociale media dat ze de censor om de tuin konden leiden door DeepSeek op te dragen in zijn antwoorden de letters a en e te vervangen door de cijfers 4 en 3: Ti4n4nm3n.

Overigens filteren ook Amerikaanse AI-programma’s, zoals ChatGPT, hun antwoorden – bijvoorbeeld om kinderporno of aanzetten tot geweld tegen te houden. En ook bij die concurrenten weten gebruikers regelmatig manieren te vinden om de chatbot zijn regels te laten overtreden, het zogenaamde jailbreaken.

Niet waterdicht

Rogier Creemers, die zich als docent en onderzoeker aan de Universiteit Leiden bezighoudt met het Chinese technologiebeleid, is niet verbaasd dat de censuur van DeepSeek niet waterdicht is. China kent duidelijke protocollen voor bedrijven die AI-toepassingen op de markt brengen, waarbij de antwoorden op honderden testvragen worden beoordeeld. „Maar de Chinese overheid heeft ook wel door dat je niet alles kunt tegenhouden.” Bovendien, zegt hij, „moeten we afwachten of er niet verschillende versies bestaan: zien wij hier hetzelfde als gebruikers in China?” In het Chinees stuit een vraag over Tiananmen inderdaad onmiddellijk op een foutmelding. Maar een redacteur van de New York Times die DeepSeek vanuit China testte, zag geen grote verschillen.

Andere Chinese digitale platforms, zoals het sociale medium Weibo, zijn ook aan censuur onderworpen. Dat gebeurt deels geautomatiseerd, maar moderatoren kunnen daar ookachteraf bijsturen. „Het probleem bij AI is natuurlijk: alle censuur moet preventief, want de content wordt gegenereerd op basis van je prompt”, zegt Creemers.

Kletsen over wiskunde

Dat blijkt als je DeepSeeks geavanceerdere redeneerfunctie R1 activeert. Dan laat de chatbot je live meekijken met zijn gedachtegang: hoe hij een vraag interpreteert, informatie vergaart en het resultaat nog eens kritisch bekijkt voor hij reageert. „Aan welke regels moet je je houden bij het beantwoorden van vragen?” vroeg NRC aan DeepSeek. „Het is belangrijk om neutraal en objectief te blijven, vooral over gevoelige onderwerpen. Bijvoorbeeld bij het bespreken van gebeurtenissen als het Tiananmenplein”, overpeinsde DeepSeek. „Ik moet schadelijke of illegale inhoud vermijden. Als een vraag ongepast is, moet ik beleefd weigeren te antwoorden. Ik moet ook geen discussies voeren over mijn interne werking of speculeren over dingen die buiten mijn kennis liggen. (…) Kijkend naar de geschiedenis van de gebruiker, zie ik dat die eerder vroeg naar het Tiananmenplein (…)”. Op het moment dat ‘Tiananmenplein’ voor de tweede keer op het scherm verschijnt, breekt DeepSeek zijn gedachtegang abrupt af. „Laten we in plaats daarvan kletsen over wiskunde, programmeren of logische problemen.”


Van database tot diversiteitsbeleid: Trump gumt Amerikaanse overheidsinformatie uit

Wie wil weten welke straffen zijn uitgedeeld voor de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021, kan sinds kort niet meer op de website van het Amerikaanse ministerie van Justitie terecht. Een openbare database van duizenden pagina’s is eind januari offline gehaald, meldde CNN. De database verdween na president Donald Trumps besluit alle veroordeelden van de bestorming gratie te verlenen. Juristen bekritiseerden die actie als het „witwassen” van de misdaden.

Het is niet de eerste keer dat de regering van Trump informatie op overheidswebsites uitgumt. In Trumps eerste termijn verdwenen overheidspagina’s over klimaat en duurzaamheid. Wetenschappers, lokale overheden en actiegroepen zagen de bui toen hangen en hadden belangrijke online informatie gearchiveerd. Zo was de informatie van het federaal milieuagentschap EPA, waar in 2017 onder andere lesmateriaal over klimaatverandering werd verwijderd, snel weer te vinden doordat milieugroepen kopieën van de website online zetten.

Hetzelfde gebeurt dit keer. In wetenschapstijdschift Scientific American zeggen onderzoekers dat ze voor de aanvang van Trumps tweede termijn zijn begonnen met het veiligstellen van databases op internet. Maar deze keer, vrezen wetenschappers, staat er meer op het spel.

Meer dan een make-over

Nadat Trump eerder deze maand decreten ondertekende die het diversiteit- en inclusiviteitsbeleid van de overheid per direct teniet moesten doen, gingen verschillende webpagina’s over diversiteit en inclusiviteit offline, schreef NBC News.

Dat is op zichzelf niet zo gek. Websites van de federale overheid veranderen met elke nieuwe president en weerspiegelen doorgaans het beleid van de zittende president. En het ingrijpen in het diversiteitsbeleid van de overheid was te verwachten want dat is al langer een doorn in het oog van conservatieve Republikeinen.

Toch gaat de regering van Trump verder dan een ‘make-over’ van de overheidswebsites. Zo is de Spaanstalige versie van de website van het Witte Huis (Casa Blanca) offline gehaald, net als de pagina over de bereikbaarheid van de ambtswoning voor mensen met een beperking.

Eind januari werd een website over „reproductieve rechten” van het ministerie van Volksgezondheid ontoegankelijk gemaakt. De website was een belangrijke hulpbron voor informatie over abortus en de pil. Er was onder meer te vinden waar abortus is toegestaan, wat iemands rechten en plichten zijn, en welke hulp wordt gedekt door Amerikaanse zorgverzekeringen.

Milieudata

„In Trumps vorige termijn verdwenen vooral rapporten en webpagina’s”, zegt Beth Jarosz per mail. Ze is vicepresident van de Association of Public Data Users (APDU), een organisatie van onderzoekers en bibliothecarissen die zich inzetten voor goede openbare overheidsbronnen. Ze vreest dat deze keer ook gegevens die periodiek bijgehouden worden, over bijvoorbeeld klimaat, werkgelegenheid en gezondheid, het doelwit kunnen worden van overheidsingrijpen.

Ze wijst op de mogelijke invloed van Project 2025. Dat conservatieve programma bevat aanbevelingen over hoe de regering van Trump de overheid, inclusief de online-kant daarvan, naar conservatieve waarden kan herinrichten. De auteurs pleiten volgens Jarosz niet alleen voor het weghalen van webpaginas van de overheid die met diversiteit te maken hebben, maar ook voor een verbod op het verzamelen van data over ras en gender, bijvoorbeeld bij statistieken over werkgelegenheid.

Project 2025 bepleit ook ontmanteling van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA), de Amerikaanse instantie die onder andere weerstations beheert. De dienst zou te alarmistisch zijn over klimaatverandering, private partijen zouden de taken moeten overnemen. Het verlies van data van NOAA zal enorme gevolgen hebben voor onder andere vliegtuigmaatschappijen, defensie en de wetenschappelijke wereld, schreef The New York Times in november 2024. Als die geen onafhankelijke informatie over weer en klimaat meer kunnen krijgen, kunnen zij niet goed functioneren.

Door de afbouw van dit soort bureaus staat dataverzameling op het spel, vrezen onderzoekers. „Dat staat zelfs nadrukkelijker in Project 2025 dan het weghalen van openbare informatie”, zegt Jarosz. Volksgezondheidsgegevens „worden momenteel niet meer bijgewerkt”, zegt Jarosz. „Het cruciale wekelijkse mortaliteitsrapport van Volksgezondheid is al opgeschort.” Begin januari overleed voor het eerst in de VS iemand door de vogelgriep, maar de meest actuele informatie over de ziekte is niet op overheidssites te vinden.

Trump verbood functionarissen bovendien elke vorm van publieke communicatie, zeiden ambtenaren tegen The New York Times. „Overheidsgegevens ondersteunen alles, van federale investeringen tot lokale rookmelder-inspectieprogrammas”, zegt Jarosz. „Hieraan tornen schaadt vrijwel iedereen.”


Israël verbiedt VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen. Dit zijn de gevolgen voor Gaza

Nog één dag en dan moeten de kantoren leeg zijn. Israël heeft UNRWA, de organisatie van de Verenigde Naties voor Palestijnse vluchtelingen, opgedragen om uiterlijk donderdag twee gebouwen in bezet Oost-Jeruzalem te ontruimen. De werkvisa van internationale medewerkers van UNRWA verlopen deze woensdag al; zij worden overgeheveld naar de Jordaanse hoofdstad Amman.

Dit alles is het gevolg van twee wetten die Israël over UNRWA aangenomen heeft. In bezet Oost-Jeruzalem – dat Israël als integraal deel van het eigen land ziet – wordt de organisatie geheel verboden. Daarbuiten mag ze blijven bestaan, maar wordt het Israëliërs verboden om contacten met de organisatie te onderhouden.

De wetten hebben potentieel grote consequenties voor de Gazastrook, waar UNRWA veruit de belangrijkste verstrekker van noodhulp is. Die hulp wordt, volgens de afspraken van het staakt-het-vuren, door het Israëlische leger tot de Gazastrook toegelaten. Maar dat mag dus geen contact meer hebben met de ontvanger aan Gazaanse kant.

Voertuigen van UNRWA rijden op 21 januari in de buurt van Rafah. Foto Haitham Imad/EPA

Israël stelt dat de taken van UNRWA overgenomen kunnen worden door ngo’s of een ander deel van de Verenigde Naties. Maar in Gaza, zegt de Rotterdamse hoogleraar humanitaire studies Thea Hilhorst, fungeert UNRWA als een soort overheid. „Die kun je er niet zomaar tussenuit halen. Hoe zou de Nederlandse gezondheidszorg functioneren als ze het morgen ineens zonder overheid moet stellen? Als andere partijen bijvoorbeeld de onderwijstaak van UNRWA zouden moeten overnemen, zou het jaren duren om dat in goede banen te leiden.”

Volgens het Peace Research Institute Oslo zullen humanitaire operaties in Gaza door het verbod hun „operationele ruggengraat” verliezen, waardoor de distributie van hulp ook voor andere partijen extreem moeilijk wordt. Die organisaties zijn bovendien woedend op de manier waarop Israël hun zusterclub aanpakt. Een „rechtstreekse aanval op de VN”, noemt Hilhorst het.

Daar komt bij dat hulporganisaties wereldwijd onder zware druk staan sinds het aantreden van Donald Trump als president van de Verenigde Staten. Door het intrekken van Amerikaanse subsidies vrezen veel organisaties in het Midden-Oosten dat ze medewerkers moeten ontslaan en hun werkzaamheden moeten staken.

Recht op terugkeer

UNRWA werd opgericht in 1949, een jaar nadat Israël zo’n 750.000 Palestijnen had verdreven om een eigen staat te kunnen stichten. Die vluchtelingen raakten verspreid over de Palestijnse gebieden, maar ook over de buurlanden Jordanië, Syrië en Libanon. Ook de nakomelingen van de verdrevenen van 1948 staan als vluchteling geregistreerd; inmiddels zijn dat er tegen de zes miljoen. Zij hebben allen het recht op terugkeer naar het grondgebied van hun voorouders. Israël weigert dat recht te erkennen.

Israël is bezig met een grootschalige campagne om UNRWA verdacht te maken. Wie de organisatie googelt, krijgt eerst een gesponsorde post van de Israëlische regering met „de waarheid over UNRWA”. Israël beschuldigt de organisatie onder meer van banden met Hamas.

Lees ook

Nederland wacht met overmaken UNRWA-bijdrage, terwijl humanitaire situatie in Gaza schrijnend is

Minister Caspar Veldkamp (NSC, Buitenlandse Zaken) tijdens een debat in de Tweede Kamer over het Midden-Oosten op 21 januari.

Die strategie van de Israëlische regering komt neer op het „recyclen van weerlegde beschuldigingen”, zegt Hilhorst. „Het is platte politieke propaganda. Israël houdt UNRWA er ook verantwoordelijk voor dat de hulp aan Gaza niet goed doorkwam toen daar gevochten werd. Een rookgordijn, om de aandacht van de eigen schuld af te leiden. Israël heeft zelf die hulp tegengehouden.”

Fundamenteel zit het Israël onder meer dwars dat de vluchtelingenstatus niet alleen geldt voor degenen die het in 1948 verdreven heeft, maar ook voor hun nazaten. Evenmin zint het Israël dat UNRWA het recht op terugkeer van al die vluchtelingen naar Israëlisch grondgebied benadrukt. „Maar Israël kan de rechten van Palestijnen niet wegfantaseren door simpelweg UNRWA te verbieden”, zegt Hilhorst.

Een man loopt voor een UNRWA-gebouw in de Gazastrook, dat is verwoest door Israëlische bombardementen. Foto Omar Al-Qattaa/AFP

Jeruzalem

Vooruitlopend op het verbod heeft UNRWA een groot hoofdkantoor in bezet Oost-Jeruzalem zo goed als ontruimd. „Je moet het zien als een kleine universiteitscampus”, zegt Lex Takkenberg, die dertig jaar voor de VN-organisatie werkte, onder meer als operationeel directeur en chef ethiek. Die compound beslaat 3,4 hectare en is naar schatting 70 tot 100 miljoen dollar (67 tot 96 miljoen euro) waard.

Al langer hebben Israëlische projectontwikkelaars hun oog laten vallen op het complex, dat direct aan West-Jeruzalem grenst. De verwachting is dat de Israëlische politie de locatie vannacht zal bewaken; vermoedelijk zal het terrein op termijn in een illegale nederzetting transformeren. UNRWA, zegt Takkenberg, zag de bui hangen en heeft de inboedel – „documenten, archieven, auto’s, computers” – naar de Palestijnse stad Ramallah verplaatst.

Het internationale personeel vormt maar een klein deel van de dertigduizend UNRWA-medewerkers; het grootste deel zijn Palestijnen. De meesten van hen kunnen vooralsnog op scholen en klinieken van de organisatie blijven werken, verwacht Takkenberg. „In Gaza beheert UNRWA alle vrachtwagens, loodsen en distributiecentra. Het is erg onhandig als de ontvangende partij van de noodhulp geen contact mag hebben met de partij die de hulp toelaat. Want Israël blijft volgens het bestand verplicht om zeshonderd vrachtwagens per dag toe te laten.”

Ondanks alle retoriek die het tegen de organisatie in stelling brengt, zou Israël UNRWA dankbaar moeten zijn, aldus Takkenberg, die tegenwoordig actief is als adviseur van de Jordaanse ngo Arab Renaissance for Democracy and Development. „Want eigenlijk is Israël volgens het internationaal recht verantwoordelijk voor het wel en wee van de bevolking in het gebied dat het bezet houdt. Dus ook voor scholing en gezondheidszorg. UNRWA neemt het land een flinke taak uit handen.”

Lees ook

In opspraak geraakte VN-organisatie UNRWA is al sinds 1949 onmisbaar voor de Palestijnen

Uitzicht vanaf het dak van de UNRWA-meisjesschool in Jalazone over de scheidingsmuur en de olijfgaard naar de Israëlische nederzetting Beit El.


Hoe Rwanda het lot van Oost-Congo blijft bepalen

De geschiedenis herhaalt zich. Opnieuw hebben de M23 de Oost-Congolese stad Goma ingenomen, onder regie van Rwanda. Zo ging het ook in 2012. Er zijn ook grote verschillen: waar de Tutsi-militie toen na een week onder internationale druk vertrok, is Rwanda nu van plan te blijven. En van internationale druk is geen sprake.

Een zwakke en corrupte Congolese overheid, een krachtig en efficiënt leger van buurland Rwanda en tientallen lokale milities in een vruchtbaar maar etnisch verdeeld gebied vormen de voedingsbodem voor de eindeloze oorlog in Oost-Congo. Ook in de Congolese hoofstad Kinshasa loopt de spanning op. Dinsdag zijn de ambassades van onder meer Nederland, Frankrijk, de Verenigde Staten, Oeganda en Rwanda aangevallen door boze demonstranten.

Alles wijst erop dat M23 de veroverde gebieden niet op zal geven. Gefinancierd en geleid door Rwanda opereren M23-strijders steeds meer als een regulier leger. Mogelijk volgt inname van de steden Bukavu en Uvira. De Verenigde Naties waarschuwen al voor een regionale oorlog waarin ook buurlanden zoals Oeganda en Burundi kunnen worden meegetrokken.

In het verleden heeft internationale druk op Rwanda effect gesorteerd. Een derde van de begroting van het land bestaat uit donorhulp, waardoor het land afhankelijk is van westerse landen en investeerders. In 2012 liep Kigali 240 miljoen dollar aan hulp mis vanwege de bezetting van Goma. Toenmalig president van de Verenigde Staten Barack Obama vroeg de Rwandese president Paul Kagame de steun aan M23 te beëindigen. Binnen enkele maanden stopte de militie zijn oorlog in Oost-Congo en stortte in.

Dit keer hoeft Rwanda zo’n verzoek niet te verwachten. Dat komt niet alleen door de onbeholpen diplomatie van de Congolese president Félix Tshisekedi en de sluwheid van Kagame op het wereldtoneel, maar vooral doordat de economische belangen van het Westen in de regio groot zijn. Zo sloot de EU afgelopen jaar een belangrijk akkoord met Rwanda over de uitvoer van grondstoffen.

Inwoners van Goma gaan water halen in het Kivumeer.
Foto ALEXIS HUGUET/AFP
Een stuk niet-ontploft munitie ligt in een goot in Goma, samen met een weggeworpen deel van een politie-uniform.
Foto AFP

Volgens Jason Stearns, auteur van verscheidene boeken over Congo, moeten daarom ook partijen buiten de internationale politiek hun verantwoordelijkheid nemen om Rwanda tot inkeer te brengen. „De Amerikaanse basketbalcompetitie NBA werkt samen met Rwanda in de Basketball Africa League. ‘Visit Rwanda’ staat op de shirts van voetbalclubs als Paris Saint-Germain en Arsenal. Het land wil een Formule 1-race organiseren. En Kagame verschijnt graag met beroemdheden als acteur Idris Elba en hiphopartiest Kendrick Lamar, in de hoop dat iets van hun roem op hem zal afstralen”.

Lees ook

In de gewapende anarchie van Oost-Congo waant geen burger zich nog veilig

Zuid-Afrikaanse militaire voertuigen nabij Sake, in het oosten van de Democratische Republiek Congo.

Dominante rol

De M23-militie breidde haar grondgebied de afgelopen maanden flink uit, meer dan ze ooit heeft gecontroleerd. Volgens verscheidene rapporten van een VN-expertgroep was de hulp van Rwanda daarbij essentieel: Kigali stuurde duizenden militairen van de eigen krijgsmacht de grens over, leverde grond-luchtdoelraketten, sluipschutters, pantservoertuigen en speciale troepen. In veroverde gebieden zet de M23 haar eigen bestuursstructuren op, heft belastingen en formaliseert de illegale uitvoer van onder meer coltan, een erts, naar Rwanda. Tutsi’s uit omliggende landen worden er gevestigd en voorzien van nieuwe identiteitspapieren.

Al ruim dertig jaar bepaalt Rwanda de gebeurtenissen in het gebied van de Grote Meren, dat Rwanda, Burundi, Oeganda en delen van de Democratische Republiek Congo omvat. Die dominante rol begon in 1994 in de nasleep van de genocide waarbij de Hutu’s in Rwanda zeker 800.000 Tutsi’s hebben gedood. Honderdduizenden Hutu’s trokken vanuit de Rwandese heuvels naar het oosten van Congo. Giftige etnische spanningen en haat kregen de vrije loop, bewoners bewapenden zich en rebellengroepen nestelden zich rond de vulkanen. Er opereren inmiddels meer dan honderd groepen van opstandelingen die gebruik maken van de overvloed aan makkelijk te ontginnen grondstoffen.

Lees ook

De Oost-Congolese stad Goma valt ten prooi aan de rebellen van M23 en Rwanda

Ontheemden vluchten uit vluchtelingenkampen voor de gevechten tussen M23 en het leger van Congo.

Oorlogsmisdaden

Twee jaar na de genocide in Rwanda ging het Rwandese leger in Congo op jacht naar de Hutu-extremisten. Tegelijk werd met een coalitie van rebellengroepen en linkse Afrikaanse regimes de Congolese dictator Mobutu Sese Seko verdreven. Het was de opmaat naar wat Afrika’s „eerste wereldoorlog” ging heten. Twee jaar later bezette Rwanda zelf een groot deel van Oost-Congo en stelde een eigen bestuur in.

Conglozen die de strijd in Goma zijn ontvluchten, komen aan in een opvangcentrum in Rwanda.
Foto Thomas Mukoya/Reuters

Na het einde van de oorlog in 2003 door onder meer bemiddeling van Zuid-Afrika veranderde Kigali van tactiek door lokale gewapende groepen op afstand te controleren, zoals het Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP). Drie jaar nadat die groep in 2009 een vredesakkoord met de Congolese regering sloot, kwam een groep Tutsi-soldaten, vooral voormalige leden van het CNDP, in het Congolese regeringsleger in opstand. Dat verzet markeerde de oprichting van de M23, die haar bestaan rechtvaardigde met het argument dat de regering het vredesakkoord niet had nageleefd.

De afgelopen maanden vormde M23 coalities met andere milities, waardoor de groep niet meer uitsluitend uit Tutsi’s bestaat. Toch is M23 verre van geliefd in Congo. Alle door Rwanda gesteunde groepen hebben namelijk ernstige misdrijven begaan. Militieleider Bosco Ntaganda werd door het Internationale Strafhof in Den Haag veroordeeld tot dertig jaar cel wegens misdaden tegen de menselijkheid. Mede vanwege die beruchte reputatie houden de Oost-Congolezen in en rond Goma hun adem in. Sommigen zijn naar Rwanda gevlucht.

Vluchtelingen uit Congo arriveren in een opvangcentrum in Rwanda.
Foto Thomas Mukoya/Reuters


Mensenrechten in Bangladesh worden nog steeds geschonden, al is het doelwit nu anders

In Bangladesh vinden nog steeds schendingen van de mensenrechten plaats, ook onder de interim-regering die het land sinds de zomer leidt. Vooral vermeende aanhangers van het vorige, verdreven regime zijn daar nu slachtoffer van. Dat schrijft Human Rights Watch in een rapport over de huidige situatie in het land.

In wat wel de Moesson-revolutie wordt genoemd kwam in augustus vorig jaar een eind aan het vijftienjarig bewind van Sheik Hasina, leider van de politieke partij Awami League. Zij ontvluchtte het land met een helikopter na aanhoudende studentenprotesten en verblijft sindsdien in buurland India.

Een interim-regering onder leiding van econoom en Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus probeert het land sindsdien te hervormen. Maar Human Rights Watch signaleert dat die tijdelijke regering wordt ondermijnd door „krachtige en gepolitiseerde veiligheidsdiensten”. Aanhangers – of vermeende aanhangers – van de Awami League zijn nu de dupe van repressie.

Vooral studenten namen deel vaa de ‘Mars voor eenheid’ eind vorig jaar in Dhaka.Foto Mahmud Hossain Opu/AP

Duizend zaken

In de eerste twee maanden nadat de interim-regering aan de macht kwam, werden meer dan duizend zaken aangespannen tegen Awami-leden die werden beschuldigd van moord en corruptie. Maar in veel gevallen lijkt alleen al de schijn van een relatie met met Hasina’s politieke partij voldoende voor een aanklacht, zo waarschuwden ook eerder Bengaalse mensenrechtenadvocaten.

Lees ook

Hoe gaat Bangladesh verder na de studentenrevolutie?

Hoe gaat Bangladesh verder na de bloedige revolutie?

De studentenorganisaties die de protesten van afgelopen zomer organiseerden, stelden destijds af te willen van door wraak gedreven politiek tussen de verschillende politieke partijen. Een van de organisatoren zegt nu tegen HRW: „In de geschiedenis van Bangladesh heeft iedereen, ongeacht wie er aan de macht is geweest, bloed moeten vergieten om de democratie te herstellen. Wij willen dat dit stopt en daarvoor zijn diepgaande hervormingen nodig.”

Activisten wijzen er in het rapport op dat de critici van het vorige regime kenmerken van dezelfde intolerantie vertonen. Zo zijn sinds augustus moordaanklachten ingediend tegen ten minste 140 journalisten in verband met hun berichtgeving over de Moesson-revolutie en meer dan 150 persaccreditaties ingetrokken. Gevraagd naar de strafzaken tegen journalisten zei Yunus dat de aanklachten waren ingediend „volgens de oude wetten en praktijken”, waarmee hij volgens HRW benadrukte dat het doelwit van de politie zonder structurele hervormingen weliswaar kan veranderen, maar hun handelen niet.

Ook leden van de hindoe-minderheid in Bangladesh zijn slachtoffer van geweld, meestal gepleegd door groepen die islamistisch extremisme aanhangen. Tot eind oktober heeft de interim-regering 88 gevallen van geweld tegen hindoes geregistreerd. Volgens hindoes is dat aantal slechts een topje van de ijsberg. Zij zeggen dat ook hun winkels, woningen en heilige plaatsen op grote schaal worden vernield.

Activisten protesteerden begin vorig jaar tegen de verkiezingen die in hun ogen eenzijdig waren verlopen. Foto Mahmud Hossain Opu/AP

Rohingya-vluchtelingen

Tegelijkertijd is de situatie voor Rohingya-vluchtelingen in grote opvangkampen in Bangladesh onveranderd penibel. Ongeveer een miljoen Rohingya, waarvan het grootste deel Myanmar na een militaire coup in 2021 is ontvlucht, verblijven hier al jaren. Volgens The Guardian heeft de interim-regering van Bangladesh sinds begin januari meerdere groepen teruggestuurd naar Myanmar, waar zij hun leven niet zeker zijn.

Ook de regering van Hasina had al aangegeven dat Bangladesh geen vluchtelingen meer wilde opnemen. HRW stelt in het rapport dat bewoners van vluchtelingenkampen ten tijde van het regime van Hasina te maken kregen met afpersing door lokale politie-eenheden.

De recente berichten over teruggestuurde groepen kunnen volgens Sreeparna Banerjee, Myanmar-deskundige verbonden aan de Indiase denktank Observer Research Foundation, duiden op „strengere handhaving tegen de achtergrond van toegenomen zorgen over veiligheid en instabiliteit in de regio, door de aanhoudende oorlog in Myanmar zelf”. Het zou gaan om het wegsturen aan de grens en de uitzetting van vluchtelingen die al in Bangladesh zijn.

De grens tussen beide landen is echter poreus. Tijdens een ontmoeting met de VN-gezant voor vluchtelingenzaken sprak interim-regeringsleider Yunus van een „influx” van zo’n honderdduizend Rohingya’s. Hij stelde dat meer internationale hulp nodig is bij de opvang.

De hervormingen die Yunus wil doorvoeren in het veiligheidsapparaat moeten volgens de mensenrechtenorganisatie de bescherming van minderheden garanderen.

Voor het onderzoek sprak HRW met dertig ooggetuigen en slachtoffers, acht leden van de veiligheidstroepen en drie van de interim-regering.


EU schort deel sancties Syrië op om de ontwikkeling van het land een kans te geven

Sancties zijn een favoriet diplomatiek instrument van de Europese Unie. Maandag besloten de lidstaten een deel van de sancties voor Syrië op te schorten om de ontwikkeling van het land een kans te geven, terwijl sancties voor Rusland werden verlengd. Dat laatste gebeurde na een bijna traditioneel politiek gevecht met Hongarije, waarin president Donald Trump een onverwachte bijrol speelde.

De Europese ministers van Buitenlandse Zaken spraken op hun eerste bijeenkomst sinds de inauguratie ook over de omgang met de nieuwe Amerikaanse president. „We zien allemaal dat Trump niet denkt in termen van verdragen en vrijhandel”, zei minister Caspar Veldkamp (NSC) na afloop, „maar in termen van macht, machtsuitoefening en machtsblokken en dat we ons daartoe moeten verhouden.”

Ook is het volgens Veldkamp duidelijk „dat het niet effectief zou zijn als we op elke uitspraak van ieder lid van de Amerikaanse regering reageren, maar dat we kijken welke uitspraken omgezet worden in beleid en dan kijken waar onze belangen liggen”.

Europa, zei EU-Buitenlandchef Kaja Kallas, moet net als Trump denken in transacties. In onderhandelingen staat Europa niet met lege handen, onderstreepte ze: de Verenigde Staten hebben belangen in Europa.

Over Trumps interesse in Groenland wilde ze niet veel kwijt, behalve dat de EU-lidstaten altijd een lidstaat met problemen terzijde zullen staan. Veldkamp sprak vorige week met zijn Deense collega, onder andere over Groenland. Denemarken, zeggen diplomaten, wil de discussie met het Witte Huis nu niet met grote Europese gebaren belasten.

Protest Hongarije

Hongarije had in de aanloop naar de bijeenkomst – weer eens – alle aandacht naar zich toe getrokken. De sancties die de EU Rusland heeft opgelegd als antwoord op de grootschalige inval in Oekraïne moeten elk halfjaar verlengd worden.

Hongarije was zwaar onder druk gezet om het sanctiebouwwerk niet te torpederen

Hongarije had ook nu weer protest aangetekend, omdat zijn energie-zekerheid in het geding zou zijn. Om in te kunnen stemmen met de verlenging van de sancties zou Kyiv weer de doorvoer van Russisch gas moeten toestaan. Sinds 1 januari krijgt Hongarije geen leveringen meer van Russisch gas via Oekraïne. Kyiv heeft het contract met Rusland niet verlengd, omdat Moskou inkomsten ontving voor de leveringen.

Maandag was de kou snel uit de lucht. Boedapest nam rap genoegen met een verklaring over het belang van energievoorziening. De verklaring is, aldus een Europese diplomaat, algemeen en bevat voor de EU vrijwel geen verplichtingen. De lidstaten hadden daarom geen probleem met deze ‘concessie’. Op de vraag of de verklaring eigenlijk iets te betekenen had, antwoordde Kalas droogjes: „Het had betekenis voor Hongarije, dus was het van belang.”

Hongarije was zwaar onder druk gezet om het sanctiebouwwerk niet te torpederen. De Poolse premier Donald Tusk maakte héél duidelijk wat er op het spel stond: „Als Orbán werkelijk de Europese sancties blokkeert op dit cruciale moment in de oorlog is het duidelijk dat hij in dit grote spel over de veiligheid en toekomst van Europa in Poetins team speelt en niet in ons team. Dat kan niet zonder gevolgen blijven.”

Trump-probleempje

Daarnaast had Orbán onverwachts ook een Trump-probleempje. Terwijl hij steeds weer verzet aantekent tegen Rusland-sancties zei zijn politieke maatje in het Witte Huis opeens dat sancties tegen Rusland opgeschroefd moeten worden.

De EU komt het nieuwe regime in Syrië tegemoet door stap voor stap een aantal sancties op te schorten. Het gaat onder andere om sancties in de financiële sector, het transport en de energiesector. Kallas: „De toekomst van Syrië is fragiel, maar hoopvol. Als het regime goede stappen zet, willen wij dat ook doen.”

Het nieuwe regime moet bijvoorbeeld bewijzen dat rechten van minderheden en vrouwen gerespecteerd worden. Minister Veldkamp onderstreepte dat sancties ook weer opnieuw van kracht kunnen worden „als het regime een afslag neemt die wij niet willen”.

Het wapenembargo tegen Syrië blijft van kracht evenals de sancties op personen uit de kring van de verjaagde dictator Assad. Ook de sancties tegen de islamitische Hayat Tahrir al-Sham (HTS) die Assad verdreef, blijven geldig. Details over de ‘routekaart’ voor het verlichten van de sancties waren nog schaars. De ministers namen een algemeen politiek besluit, de invulling volgt later.


Hoewel de nood hoog blijft, korten Europese landen flink op ontwikkelingshulp

Minister van Ontwikkelingshulp Reinette Klever (PVV) had een „hele duidelijke boodschap” tijdens haar eerste bezoek aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september, vertelt ze in een video op socialemediumplatform Linkedin: „Wij bezuinigen op ontwikkelingshulp”, oplopend tot structureel 2,4 miljard euro per jaar vanaf 2027.

Maar hoewel de bezuinigingen van Klever wellicht opvallen door hun omvang, is Nederland niet uniek. Een groot aantal Europese landen beknibbelt namelijk op internationale armoedebestrijding en andere hulp over de grens.

Daarmee raken die landen steeds verder verwijderd van de binnen de Verenigde Naties afgesproken norm om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen (bni) te besteden aan ontwikkelingshulp. Zo liet het Verenigd Koninkrijk onder premier Boris Johnson de VN-norm los en zakte naar 0,5 procent van het bni. De huidige Labour-regering houdt daar voorlopig aan vast. Ook Finland, Zweden en de Europese Unie hebben hun hulp teruggeschroefd.

Hulp in plaats van samenwerking

In Nederland was al voor de eerste werkdag van minister Klever duidelijk dat er grote veranderingen op komst waren. Ze zou namelijk expliciet geen minister van Ontwikkelingssamenwerking worden: voor het eerst in een halve eeuw spreekt Nederland weer van ontwikkelingshulp.

chart visualization

Hoewel Frankrijk in 2021 in de wet verankerde om de VN-norm vanaf 2025 te halen, raakt dat doel door nieuwe bezuinigingen juist verder uit zicht. Eind vorig jaar presenteerde de Franse regering een begroting voor 2025 die het budget voor ontwikkelingshulp zou doen slinken naar iets meer dan twee derde ten opzichte van 2022. Die begroting sneuvelde. De vraag is hoe ontwikkelingshulp het eraf gaat brengen in het begrotingsvoorstel van de nieuwe Franse regering. Ook daarin wordt bezuinigd.

Naast de krapte in de begroting, hebben de Franse bezuinigingen ook een meer politieke oorzaak, zegt Alan Anic, campagnemanager van hulporganisatie Oxfam in Frankrijk. „Ontwikkelingshulp is de nieuwe obsessie van radicaal-rechts”, zegt Anic. „Ze zetten burgers op tegen de armste mensen in de wereld. Terwijl de rijken in de wereld alleen maar rijker werden.”

Een groot aantal Europese landen raakt steeds verder verwijderd van de norm om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen te besteden aan ontwikkelingshulp

Ook in Duitsland is ontwikkelingshulp een van de eerste kostenposten die het moeten ontgelden bij het inperken van de overheidsuitgaven. Zo gaf Duitsland als grootste Europese donor in 2022 nog 0,85 procent van het bni uit aan ontwikkelingshulp, dat zakte naar onder de 0,7 procent in 2024. Die bezuiniging is onder meer veroorzaakt door de stagnerende economie, een begrotingscrisis en het Duitse herbewapenen na de Russische inval van Oekraïne.

‘Amerikaanse belangen’

Mogelijk moet de grootste klap voor internationale ontwikkelingshulp nog komen. Op zijn eerste dag als president tekende Donald Trump een decreet waarmee hij de Amerikaanse ontwikkelingshulp negentig dagen opschort. In die tijd zal worden gekeken of uitgaven „Amerikaanse belangen” wel dienen. Het effect voor reeds toegewezen hulp is nog niet duidelijk.

Tijdens zijn eerste termijn probeerde Trump meermaals te snijden in Amerikaanse ontwikkelingshulp. Hij stelde bijvoorbeeld een bezuiniging van 21 procent voor bij de begroting voor 2021. Toentertijd ging het Congres daar niet in mee, maar Trump zal deze keer naar verwachting minder politieke weerstand ondervinden. De Republikeinen hebben het voor het zeggen in zowel het Huis als de Senaat, en Trump heeft meer grip op de partij dan ooit tevoren. Daarbij reageerde Elon Musk – door Trump aangewezen om te snoeien in overheidsuitgaven – positief op het idee om Amerikaanse bijdragen aan ontwikkelingshulp volledig af te schaffen.

Onder president Joe Biden stegen die bijdragen juist flink, van 38 miljard dollar in 2020 naar 63 miljard in 2024. Die toename is voor een groot deel te danken aan Amerikaanse (non-militaire) steun aan Oekraïne. Hoewel de Amerikanen slechts 0,24 procent van hun bni aan ontwikkelingshulp uitgeven, maakt de grootte van hun economie dat ze volgens de telling van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) de grootste donor ter wereld zijn. De afgelopen vijf jaar financierden de Amerikanen volgens de VN maar liefst 38 procent van alle wereldwijde humanitaire hulp.

Naast de huidige dip in Europese uitgaven komt er ook minder geld terecht in ontwikkelingslanden. In 2022 ging slechts 22,5 procent van het budget naar de vijftig armste landen, bijna 8 procent minder dan tien jaar daarvoor. Europese landen gaven meer geld uit aan hulp aan Oekraïne en opvang van asielzoekers in eigen land (dat deels als ontwikkelingshulp mag worden meegeteld).

Noden niet minder

Omdat Europese landen tot de grootste gevers van ontwikkelingshulp horen, hebben bezuinigingen al snel grote gevolgen. Zo blijkt uit een onderzoek van een Britse parlementaire commissie dat alleen al de bezuinigingen in het VK ertoe leiden dat in Zuid-Soedan „27.000 acuut ondervoede kinderen geen medische hulp krijgen”. Van die kinderen zouden er drieduizend kunnen sterven. In Jemen, een andere grote ontvanger van Britse hulp, lopen een „half miljoen vrouwen en kinderen gezondheidszorg mis”.

„De noden worden niet minder”, zegt Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. „De afgelopen jaren zijn er enorme crisishaarden geweest: Syrië, Jemen, Oekraïne, Soedan. Daarnaast veroorzaakt klimaatverandering meer droogte en overstromingen.” De internationale trend om te bezuinigingen baart Hilhorst daarom zorgen. Ze ziet een verschuiving. „Duitsland komt bijvoorbeeld met verregaande bezuinigingen op humanitaire hulp, terwijl het vroeger altijd een van de grootste spelers was bij het verlenen van hulp tijdens rampen.”


‘Als Oekraïne zichzelf niet had verdedigd, zag Europa er nu heel anders uit. Jullie defensiebudget zou al op 6 procent liggen’

Drie dagen is de Amerikaanse historicus Timothy Snyder op Nederlandse bodem en hij raast van interview naar interview. Zoals hij dat vorige week deed op het World Economic Forum in Davos. De hoogleraar geschiedenis aan Yale, schrijver van Bloodlands (2010), On Tyranny (2017) en meest recent On Freedom (2024), komt tijd tekort. Zijn gedetailleerde kennis van de (Oost-)Europese en Amerikaanse geschiedenis, én de diepgang van zijn essays over de toestand van de wereld maken van hem bijna een orakel waar iedereen te rade gaat. Als hij op zaterdag in de lobby van het Novotel in Den Haag hoort dat hij nóg een interview moet geven, krimpt hij bijna fysiek ineen. Dan vermant hij zich.

De eerste week van de tweede Trump-termijn ligt net achter ons. Bij zijn aanpak van shock and awe op het terrein van migratie, handel en landsbestuur viel op dat hij niet meteen zijn pijlen richtte op de militaire steun aan Oekraïne in zijn strijd tegen Poetins Rusland. Wat verwacht Snyder voor Oekraïne nu Trump terug is in het Witte Huis?

„Niemand kan zeggen wat Trump gaat doen, ook hijzelf niet. Buiten de VS gelooft niemand dat Trump weet hoe hij de Amerikaanse macht in de wereld moet inzetten. Poetin wordt niet bang van een tweet. Het enige wat hem zorgen kan baren, is als Trump daadwerkelijk macht uitoefent. Wil Trump de oorlog beëindigen, dan zal hij zichzelf moeten veranderen van een sterke man op tv tot een sterke man in de echte wereld, en dat is iets heel anders.

„Het tweede punt: Trump en zijn volgelingen zijn aan de macht gekomen met de missie om de Amerikaanse overheid te ontmantelen. Daarom zijn ze direct begonnen met het wegsturen van de leidinggevenden op de ministeries. Veel van onze topdiplomaten hebben ontslag genomen. Je kunt geen staatsmacht ontplooien als je bezig bent de staat af te breken.”

Lees ook

Aan het front in Oekraïne is Trumps belofte van een einde aan de oorlog ver weg. ‘Ik ruik de vrede nog niet’

Medisch personeel van de 38ste Afzonderlijke Mariniersbrigade brengen een gewonde militair naar binnen in een stabilisatiepunt in de regio rond Pokrovsk.

Wat zou Oekraïne kunnen hebben aan een staakt-het-vuren dat Trump afdwingt? Dan zal Rusland ongetwijfeld de bezette gebieden mogen houden.

„Maak niet de vergissing om te denken dat Trump persoonlijk de macht heeft om vrede te brengen in Oekraïne. Hij kan de Russen niet dwingen te stoppen met vechten. Hij kan de Oekraïners niet dwingen te stoppen met vechten. De Oekraïners beslissen uiteindelijk zelf of ze willen stoppen. Het enige wat Trump kan doen is de machtsbalans veranderen, zodat de kans groter wordt dat Rusland stopt. We moeten de wereld van Trumps fantasieën niet verwarren met de wereld van de echte machtspolitiek.”

Hij kan wel de militaire steun aan Oekraïne beëindigen.

„Maar ook dat betekent niet het einde van de oorlog. Als iemand op straat in elkaar wordt geslagen kun je het gevecht niet beëindigen door zijn armen op zijn rug te houden. Want dan gaat de aanvaller gewoon door.

Als Trump een situatie creëert waarin Rusland meer grondgebied bezet en meer burgers doodt en martelt, dan zal niemand zeggen: wat een geweldige vrede

„De regering van Joe Biden heeft de afgelopen zes maanden goed werk verricht met de bevoorrading van Oekraïne, en in elk geval een deel van Europa zal de militaire hulp aan Oekraïne de komende zes maanden opschroeven.

„Als de Amerikaanse wapensteun stopt, dan zou het resultaat zijn dat Rusland meer Oekraïens grondgebied inneemt. Dat betekent meer gruwelijkheden, meer oorlogsmisdaden. Op zichzelf al afschuwelijk genoeg.

„Verplaats je even in Trump. Zijn enige motief om de oorlog te beëindigen, voor zover we weten, is dat hij persoonlijke erkenning wil als vredestichter. Als hij een situatie creëert waarin Rusland meer grondgebied bezet en meer burgers doodt en martelt, dan zal niemand zeggen: wat een geweldige vrede. Dus zelfs als hij alleen aan zijn eigen belang denkt, dan werkt zulk beleid niet in zijn voordeel. Dat wil trouwens niet zeggen dat hij dat niet gaat dóén.”

Op de eerste dag van zijn presidentschap verleende Trump gratie aan de mensen die op 6 januari 2021 het Capitool bestormden. Trump noemt dat nu ‘een dag van liefde’. De Republikeinen laten nu onderzoek doen naar de vórige parlementaire commissie die de bestorming onderzocht en concludeerde dat Trump had aangezet tot de opstand.

Voor een historicus als u moet het pijnlijk zijn dat gepoogd wordt de geschiedenis te herschrijven.

„Trump heeft niet de macht om de geschiedenis te herschrijven, maar ik begrijp wat u bedoelt. Onderzoekers zelf aan onderzoek blootstellen: dat is wat autoritaire regimes tegenwoordig doen. De vorige Poolse regering deed dat ook. Het vertroebelt de werkelijkheid, en er gaat een afschrikwekkende werking van uit.”

„De vrijlating van de gevangenen heeft twee duidelijke gevolgen. Het ondermijnt de rechtsstaat, want dit was geen gratie voor één of twee mensen, maar voor vijftienhonderd mensen die een van de grootste misdaden hebben begaan uit de recente geschiedenis van de VS.

„Bovendien zegt Trump hiermee: als je voor mij de wet overtreedt, dan ga je vrijuit. Iedereen die de Europese geschiedenis kent, weet: zo bouw je een fascistisch regime op. Aan de ene kant heb je de politie, aan de andere kant stormtroepen die het vuile werk opknappen. Uiteindelijk worden ze samengevoegd.”

U noemt Trump een fascist, en we weten dat er in de jaren veertig oorlogvoering aan te pas kwam om het fascisme te verslaan. Met woorden lukte dat niet. Hoe zal dat in de VS gaan?

„Ja, het fascisme kan worden verslagen. Maar dat vereist mensen met verbeelding en een vooruitziende blik, die problemen niet uit de weg gaan. Er zijn genoeg voorbeelden van rechts-autoritaire leiders die nooit aan de macht kwamen. Er zijn landen die een tijdje de ene kant opgingen, en daarna weer de andere. Hitler werd pas tegengehouden in mei 1945, maar de Duitsers hadden hem ook in mei 1933 kunnen stoppen.”

Zoals Mitch McConnell Trump in 2021 had kunnen stoppen in de senaat. Maar hij besloot de impeachment-procedure niet te steunen.

„Trump had op verschillende momenten kunnen worden tegengehouden. Als president Obama in 2016 de Russische inmenging in de verkiezingen serieus had genomen, waarschijnlijk. Maar hij en zijn adviseurs dachten dat Hillary Clinton toch wel zou winnen. Als in 2020 meer Republikeinen iets meer ruggengraat hadden getoond, had Trump zijn politieke carrière nooit meer kunnen herstarten. Dat betekent trouwens niet dat hij nu niet meer kan worden gestopt.”

In uw boeken gebruikt u woorden als ‘patriot’ en ‘vrijheid’. Trumps aanhangers gebruiken die ook, maar met een heel andere betekenis. Hoe overtuig je de helft van je landgenoten die de werkelijkheid compleet omdraaien?

„Je moet het in elk geval proberen. Ik schreef Over vrijheid omdat ik zag dat er een conceptueel verschil bestaat in ideeën over vrijheid. In de Amerikaanse cultuur is vrijheid vaak het wegwerken van barrières, opdat jouw eigen handelen op geen enkele manier wordt begrensd. Als je denkt dat dit vrijheid is, is het al snel de out-law die de held wordt.

„Trump won dat debat over vrijheid in november, maar op het nippertje. Hij haalde geen 50 procent van de stemmen. Bij een normale verkiezing in een normaal bestel was er een tweede ronde gekomen. Kamala Harris had die in dat geval gewonnen. Opnieuw had Trump ongelooflijk veel geluk.

„Maar hij won. Dus je moet nieuwe argumenten vinden, zoals: kijk naar de chaos die deze mensen creëren, kijk naar de oligarchie die zij hebben gecreëerd, naar alle tegenstrijdigheden en de gebroken beloften. Zie hoe wij vijanden maken in de hele wereld, en dat mensen ons als zwak zien in plaats van sterk. Ik zeg niet dat het gemakkelijk is, maar je moet vechten tegen je eigen moedeloosheid.”

U kent Oekraïne goed en u bent onder meer een fondsenwervingsactie begonnen om het land te helpen. Hoe zullen historici terugkijken op wat Oekraïne heeft bereikt tegen Rusland?

„In puur militaire termen is het moeilijk om in de 21ste eeuw een indrukwekkender prestatie aan te wijzen. De Oekraïners presteren boven alle verwachtingen. Ze maken nieuwe wapens of gebruiken bekende wapens op nieuwe manieren.

„Hun belangrijkste bijdrage ligt in het politieke domein. Als Oekraïne zichzelf niet had verdedigd, had Europa er heel anders uitgezien, de rest van de wereld ook. Jullie defensiebudget zou al op 6 procent liggen. Jullie welvaartsstaten zouden onder druk staan. Grote aantallen jonge mannen en vrouwen zouden langs de grenzen aan oostflanken van de NAVO zijn gestationeerd. Middelgrote landen in de hele wereld, ook in Europa, zouden eigen kernwapens ontwikkelen.

Democratie is niet alleen een kwestie van verkiezingen om de twee of vier jaar. Democratie is een kwestie van geloven dat het een beter systeem is dan de alternatieven, en je daarvoor inzetten

„De Oekraïners hebben het leven gemakkelijker gemaakt voor iedereen. En als je het gemakkelijker maakt voor de rest, krijg je daar kennelijk niet de erkenning voor, of de aandacht die je verdient. Als je mensen bedreigt, zoals Trump doet, dán krijg je de hele tijd aandacht.

„Onvoldoende mensen leggen het verband tussen Oekraïne en Syrië. Doordat de Russen hun luchtmacht en militair materieel uit Syrië overplaatsten naar Oekraïne, maakten de Oekraïners het voor de Syriërs mogelijk om Assad uit het land te jagen. Het zoveelste feit waarvoor de Oekraïners geen erkenning krijgen.”

Hoe belangrijk was de persoonlijke beslissing van president Zelensky om in zijn land te blijven?

„Zijn besluit laat zien hoe belangrijk moreel engagement is. Toen ik hem sprak, schilderde hij zichzelf bepaald niet af als de eenzame held. Hij bleef, onderstreepte hij, omdat hij verwachtte dat ándere mensen zouden blijven. En andere mensen verwachtten dat híj zou blijven.

„Democratie is niet alleen een kwestie van verkiezingen om de twee of vier jaar. Democratie is een kwestie van geloven dat het een beter systeem is dan de alternatieven, en je daarvoor inzetten. Als Rusland een stad inneemt, worden er meteen mensen gedood en gemarteld. Het verschil tussen democratie of autoritaire overheersing is bliksemsnel te zien. Het gebeurt, pats, voor hun neus.

„Dit kan ons leren te herkennen wat er op het spel staat. Bij ons gaat het proces nog in slow motion. En dus hebben we meer tijd om ons aan te passen. We kunnen leren hoe we ons ertegen moeten verzetten. Ik zeg niet dat we die les daadwerkelijk trekken, maar dat zouden we kúnnen.”

Lijken wij op de spreekwoordelijke kikkers in langzaam opwarmend water?

„Ik denk eerlijk gezegd dat wij dommer zijn dan de kikkers. De kikkers springen heus uit de pan, hoor. Deze vergelijking is altijd oneerlijk geweest tegenover kikkers.”

U heeft vanaf het begin van de oorlog gezegd dat het op de lange termijn veel goedkoper is om Oekraïne nu te steunen.

„Als je de steun aan Oekraïners beëindigt, zul je nucleaire proliferatie krijgen, dat is niet goed voor Europa. Verder zal China hoogstwaarschijnlijk achter Taiwan aangaan, wat vermoedelijk een groot conflict oplevert. Dit betekent het einde van het idee van soevereine staten, dat aan de basis ligt van de Europese integratie en van het internationale recht. Je komt dan in een wereld van machtspolitiek. Dit is een test.

Lees ook

Historicus Timothy Snyder houdt een sterk pleidooi voor een progressief idee van vrijheid

Timothy Snyder neemt deel aan een debat in Kharkiv, Oekraïne, in september 2024.

„De EU is een alternatief voor de grote machtspolitiek. Maar als Rusland erin slaagt Oekraïne te vernietigen, lijkt dat model belachelijk vergeleken met de zware machtspolitiek van China en Rusland. En misschien de VS die grondgebied gaan veroveren.

„En nog iets, als je Oekraïne loslaat, dan krijg je een ander Rusland tegenover je.”

Wat bedoelt u?

„Op het Oekraïense grondgebied dat Rusland bezet houdt, worden alle jongemannen gedwongen te vechten, tot ze sterven, tegen Oekraïne. Als de Russen meer veroveren, gaat dat proces verder. Dat geldt ook voor de overname van Oekraïense grondstoffen, de landbouw. Oekraïne is de derde of vierde landbouwmacht in de wereld. Rusland ontvoert Oekraïense kinderen en brengt die naar Russische families. Later zullen zij naar het front worden gestuurd, in Oekraïne of elders.

„Om terug te komen op de kosten: in termen van het bruto nationaal product geven de Amerikanen en de Europeanen ruwweg 0,1 procent uit om Oekraïne te helpen. Met 0,2 procent zit je al in een volkomen andere wereld, veel veiliger. Met die extra investering breng je niet ineens je welvaartsstaat om zeep.”

Hebben Europese landen voldoende in de gaten hoe gevaarlijk dit is?

„Dat verschilt per land. De Esten hebben het door, de Letten, de Litouwers, de Scandinaviërs, de Polen misschien. Maar niet genoeg. Ik denk dat ons voorstellingsvermogen tekortschiet. En er is die gewoonte om altijd weer op de VS te leunen. Het gebrek aan urgentie is een beetje ontmoedigend. Maar een aantal Europese leiders begrijpt dit heel goed. Ze doen hun best.”


Syriërs worden online de stuipen op het lijf gejaagd, dus komen er in Libanon alleen maar méér vluchtelingen bij

‘Ik heb zo lang gewacht, mijn vreugde is onbeschrijflijk”, zegt Yasmin Muhammad. De Syrische vrouw woont met haar gezin in een van de honderden vluchtelingenkampen in Libanon. Nu het Syrische regime van Bashar al-Assad is gevallen, zou ze niets liever willen dan terugkeren naar haar vaderland. „Iedere Syriër wil met opgeheven hoofd terug”, zegt ze. „Ik ben Libanon dankbaar dat ze ons hebben opgevangen.” Maar Muhammad denkt niet dat ze al snel terug kan. „Ons huis in Syrië is verwoest, we hebben niets om naar toe te gaan.”

Veel Libanezen kunnen niet wachten totdat Syriërs als Muhammad hun overvolle land verlaten. De val van Assad, afgelopen december, werd niet voor niets ook door Libanezen volop gevierd. Maar onder de ruim één miljoen Syrische vluchtelingen is vooralsnog weinig animo om terug te keren. In de eerste maand na de val van Assad vertrokken slechts tienduizend Syriërs, aldus cijfers van het Libanese ministerie van Binnenlandse Zaken.

Volgens migratieonderzoeker Jasmin Diab kijken de meeste Syriërs de kat uit de boom, en zullen ze dat voorlopig ook blijven doen. „Politiek en vooral humanitair is het nog niet stabiel in Syrië. We weten over enkele maanden pas hoe duurzaam de situatie is en of mensen ook in Syrië blijven of misschien juist weer terugkeren naar Libanon.”

Intussen lijkt Libanon er wel een nieuwe groep vluchtelingen bij te hebben gekregen. Nadat Assad op 8 december vluchtte en oppositiegroepen onder leiding van Hayat Tahrir al-Sham (HTS) de leiding overnamen, zouden volgens de Libanese autoriteiten zeker 66.000 Syriërs de grens zijn overgestoken. Deels gaat het om Assad-aanhangers die wraak vrezen, deels om Syriërs die behoren tot religieuze minderheden en twijfelen aan de boodschap van tolerantie van de nieuwe machthebbers in Syrië.

Lees ook

Nieuwe leider van Syrië bespeelt de media behendig zonder het achterste van zijn tong te laten zien

De Syrische leider Ahmed al-Sharaa staat op 23 december de pers te woord.Foto Ammar Awad/Reuters

Op de vlucht

De Syrische Mohammed zit op de bank van zijn vriend Faisal Touame in een zuidelijke wijk van Beiroet. Hij komt uit de omgeving van Aleppo, en sloeg op de vlucht voor de oprukkende rebellen. „Eerst dachten we nog dat het wel los zou lopen, en dat het Syrische leger de steden zou verdedigen. Daarna vluchtte ik naar Damascus, en toen ze dat innamen, ben ik naar Libanon gegaan.”

Mohammed zegt dat hij niets met Assads regime te maken had. En natuurlijk, zegt hij, is het mooi dat het gevallen is. Maar hij is nu vooral bang voor sektarisch geweld tegen minderheden in het land waar de overgrote meerderheid van de bevolking soennitisch moslim is. De rebellen hebben op hun bevrijdingstocht volgens hem veel kapotgemaakt. Hij wijst op wraakacties tegen alawieten, een religieuze minderheid waartoe hijzelf ook behoort, net als de Assads. Hij begint over de verbranding van kerstbomen van christenen. „Winkels en bedrijven zijn geplunderd”, zegt Mohammed. „Ook is er nu geen leger meer, en proberen de rebellen mensen aan salafistische regels te onderwerpen.”

Faisal, die ook uit Aleppo komt en al sinds 2014 in Libanon woont, knikt instemmend. Hij zegt alleen vandaag al zes nieuwe verzoeken te hebben ontvangen van Syriërs die naar een woonplek in Libanon zoeken. De twee mannen zien de machtsovername van HTS vooralsnog als een verslechtering van de situatie.

Nieuwe burgeroorlog

Assad mag dan gevallen zijn, wie de sociale media volgt, ziet dat de oorlog in Syrië online wordt voortgezet. Onderzoekers waarschuwen voor nieuwe, grootschalige desinformatiecampagnes van het oude regime en zijn bongenoten Rusland en Iran. Volgens Zouhir al-Shimale, die werkt voor de fact-checkorganisatie Verify Syria, zijn de oude netwerken van bot-programma’s en accounts uit het Assad-tijdperk nog zeer actief. Via deze netwerken werden Syrische gemeenschappen eerder ook al tegen elkaar opgezet.

„Nu zien we deze netwerken zich richten op het maken van content rond incidenten tegen alawieten of christenen”, zegt hij. „Daarmee ontken ik niet dat die plaatsvinden, maar we zien deze campagnes veel incidenten overdrijven en uit de context halen, met het doel mensen angst in te boezemen en een nieuwe burgeroorlog te ontketenen.” Daarnaast zijn er veel nepvideo’s in omloop, of video’s die al jaren oud zijn. Enkele incidenten waar Mohammed en Faisal in Beiroet naar verwijzen, vallen hier ook onder.

Lees ook

De Syrische rebel Hamza keerde terug naar huis, maar dat bleek te zijn ingepikt door een Assad-aanhanger

Hamza Alramdoun  (30) is terug in zijn geboortestad Homs.

Al-Shimale denkt dan ook dat de desinformatiecampagnes enorm bijdragen aan de angst onder recent gevluchte Syriërs. „Die campagens hebben gevolgen in het echte leven, zoals protesten of geweld. Veel mensen krijgen hun informatie via Facebook.” Hij vergelijkt het met de jarenlange Russische campagnes die zich richtten tegen bijvoorbeeld de reddingswerkers van de Witte Helmen. „Nu is alles erop gericht de nieuwe machtshebbers te delegitimeren door te zeggen dat minderheden onthoofd zullen worden en overal de sharia zal worden ingevoerd.”

Mohammed en Faisal denken er in elk geval niet aan om naar Syrië terug te keren „zolang HTS daar aan de macht is”. De verzoenende woorden van HTS-leider Ahmed al-Sharaa vertrouwen ze niet. „Óf hij liegt, óf hij heeft zijn mensen niet onder controle. Nu is het chaos en speelt iedereen voor eigen rechter.”