Een grootse carrière als toneelspeler lag voor Hans Kemna niet in het verschiet. Hij was zelf de eerste om toe te geven dat hij nooit een Hamlet of een King Lear zou zijn geworden. Een bruikbaar acteur, méér was hij naar eigen zeggen nooit geweest. En dat vond hij niet voldoende.
Hans Kemna, die afgelopen zondag na een kort ziekbed op 84-jarige leeftijd is overleden, zo werd op Facebook bekendgemaakt, werd dan ook vooral bekend in een andere functie: hij was de man die als casting-agent een belangrijke rol speelde bij het vinden van de juiste acteurs in de juiste rollen, in films, toneelstukken en zelfs reclamespots. Met zijn bureau Kemna Casting bestreek hij het breedst mogelijke terrein, zei hij eens – van Euripides tot en met een nieuwe commercial voor Chefarine.
Avond aan avond zat hij in de grootste – en vaak ook de kleinste – theaters van het land om nieuwe talenten te ontdekken en te bespeuren of allang gevestigde acteurs wellicht een onvermoede kant van hun talent lieten zien.
Roofridder Govert
Als acteur werkte Hans Kemna tien jaar lang bij gezelschappen als de Nieuwe Komedie en Globe. Ook was hij halverwege de jaren zestig presentator van popprogramma’s op radio en televisie.
Een kleine rol als roofridder Govert in de populaire tv-serie Floris (1969) bracht hem in contact met de beginnende regisseur Paul Verhoeven. Hij speelde een rolletje in Verhoevens eerste bioscoopfilm (Wat zien ik?) en daarna, in 1973, in diens tweede (Turks Fruit).
De hoofdrollen in deze Wolkers-verfilming waren toebedeeld aan Hugo Metsers en Willeke van Ammelrooy. Bij toeval zag Kemna in die dagen een voorstelling van de Maastrichtse toneelschool waarin de 19-jarige Monique van de Ven meespeelde. Hij tipte Verhoeven: zij zou weleens geschikt kunnen zijn om een van de vriendinnetjes van de hoofdpersoon te spelen. In een ommezien maakte ze zo veel indruk dat ze de vrouwelijke hoofdrol kreeg. Op de publiciteit die daarover losbrak, liftte Kemna graag mee.
Macht
Een ander succes uit die begintijd was zijn suggestie Peter Faber de hoofdrol in de film Max Havelaar te geven – toen menigeen nog meende dat zo’n rol te zwaar voor Faber zou zijn.
Allengs groeide de casting uit tot zijn voornaamste werkterrein. Naast de film en de reclame kreeg hij er in 1987 zelfs Toneelgroep Amsterdam als klant bij. Maar als hem veel macht werd toegeschreven, sputterde hij tegen. „Ik kan casten tot ik een ons weeg”, zei hij in de Volkskrant, „maar de regisseur heeft de eindbeslissing.”
In de film- en de toneelwereld werd Kemna in elk geval een spin in het web. En dat bleef hij, ook nadat hij in 2000 zijn bureau overdroeg aan Job Gosschalk, zijn adjunct. Gosschalk vertrok in 2017 na verhalen over seksueel grensoverschrijdend gedrag, een zaak die werd geseponeerd. Zelf ging Kemna zich na zijn vertrek meer met zijn fotoverzameling bezighouden. Maar nog menigmaal werd hij geraadpleegd en veelvuldig bleef hij voorstellingen bezoeken.
Zijn vak was kijken – en dat kon hij als de beste.