N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview Atlete Caster Semenya loopt al jaren geen wedstrijden meer, omdat de wereldatletiekbond vindt dat haar deelname de doodsteek zou zijn voor de sport.
Ze is al jaren een van de meest besproken sporters van de wereld. Haar naam zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen, maar als je erbij zegt dat het om de Zuid-Afrikaanse atlete met de hoge natuurlijke testosteronspiegel gaat, volgt meestal een blik van herkenning. O ja, díé.
In haar onlangs verschenen autobiografie The Race to be Myself vat ze dat lot met ironie samen: „Ik ben Mokgadi Caster Semenya. Ik ben een van de grootste atleten die ooit de 800 meter heeft gelopen. Ik heb twee keer olympisch goud gewonnen en drie keer WK-goud […] en was bijna vier jaar onverslaanbaar. Helaas heb ik waarschijnlijk niet jullie aandacht getrokken met mijn prestaties.”
Tijdens een gesprek in het VN-gebouw in Genève, waar ze als een ster wordt onthaald op een conferentie over sport en mensenrechten, komt die ironie geregeld om de hoek kijken. Haar jarenlange strijd tegen het testosteronbeleid van World Athletics, de wereldatletiekbond, heeft heus z’n sporen nagelaten, zegt ze. Maar ze zal blijven doorvechten zo lang ze leeft. „Ik ben die piep in je oor. Op je plafond zal mijn naam geschreven staan.”
Semenya (32) loopt al jaren geen wedstrijden meer, omdat haar deelname volgens World Athletics de doodsteek voor de sport zou betekenen. Door de spierversterkende werking van testosteron zou zij in het voordeel zijn ten opzichte van andere vrouwen, die minder testosteron aanmaken – al wordt de wetenschappelijke onderbouwing van die aanname betwist.
Semenya schrijft dat de atletiekfederatie jonge, meestal zwarte intersekse atleten uit ontwikkelingslanden toestemming gaf te blijven hardlopen als zij hun niet-ingedaalde testikels lieten verwijderen. „Die meiden zijn voorgoed veranderd. En als ze ziek worden, als ze niet langer kunnen hardlopen en medailles kunnen winnen, worden ze aan hun lot overgelaten. Er is geen ‘pensioenplan’ voor hen.”
Sinds 2009 – toen de atletiekfederatie Semenya’s vrouw-zijn voor het eerst openlijk in twijfel trok na haar aan een gendertest te hebben onderworpen – zijn de testosteronregels voor haar en vrouwen zoals zij meerdere malen veranderd. Maar de insteek is altijd dezelfde: willen zij meedoen aan bepaalde atletiekonderdelen, dan zijn zij verplicht hun testosteronwaarden omlaag te brengen met medicatie (oestrogeen) of een operatie.
Semenya heeft geen baarmoeder en geen eileiders, schrijft ze in haar bij vlagen zeer aangrijpende boek. Ze heeft een vagina en niet-ingedaalde testikels. Ze weigert die testosteron-producerende organen te laten verwijderen, maar stemde aanvankelijk wel in met het slikken van pillen. Toen ze daar in 2015 mee stopte – nadat een andere intersekse atleet een zaak had gewonnen bij sporttribunaal CAS, wat tot een tijdelijke opheffing van de regels leidde – verhardde de strijd met World Athletics.
Semenya’s zaak belandde bij het sporttribunaal en een federale rechtbank. Die stelden haar in het ongelijk. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelde echter dat World Athletics discrimineert. De Grote Kamer van het EHRM moet nog met een definitieve uitspraak komen. Tot die tijd blijven de atletiekregels voor intersekse atleten van kracht. Semenya heeft door al het getouwtrek al vierenhalf jaar geen wedstrijd gelopen.
Je schreef een heel persoonlijk boek. Vind je het goed als ik daar persoonlijke vragen over stel?
Serieuze blik. „Natuurlijk.”
Je schrijft dat je lang niet hebt gesproken over wat je is overkomen omdat je de woorden voor zoiets intiems niet kon vinden. Je doorbreekt de stilte omdat je beseft dat die je niet beschermt. Wanneer kwam dat besef?
„Dat besef had ik al heel lang. Maar ik zweeg omdat je daar veel van kunt leren. Met welke wapens je een strijd het beste kunt voeren, bijvoorbeeld. Hoe je jezelf in bedwang kunt houden. Die stilte hielp me het goede in mezelf te zien. Ik heb mezelf vergeven in die periode.”
Dat was nodig?
„Ik had de situatie waar ik in zit kunnen voorkomen. Maar God wist dat ik deze uitdaging aankon. Ik moest mezelf ook vergeven om anderen te kunnen vergeven. Ik wilde geen wraakzuchtig persoon worden.”
Je familie, je vrouw en twee dochters – zij hebben ook geleden onder de gevolgen van je strijd.
„In die jaren van stilte heb ik de band met mijn geliefden kunnen versterken. Ik heb me opengesteld, zodat ze beter begrijpen waarom ik doe wat ik doe. Als je dingen verbergt – als je je innerlijke stem het zwijgen oplegt – verlies je het contact met je omgeving. Ik heb mijn familie verteld dat ik besef dat het zwaar voor ze is, maar dat ik mijn best doe ze te beschermen. Zij zijn álles voor me.”
Wat is de belangrijkste les die je in die jaren van stilte hebt geleerd?
„Hoe belangrijk een goede relatie met jezelf is. Ik heb mezelf in die periode bijeen moeten rapen. Moeten leren om mij niet te laten definiëren door ruis. De kritiek, discriminatie, oordelen… je hebt er geen controle over. Ik heb mezelf leren kennen. Mensen geven mij liefde, maar geef ik mezelf ook liefde?”
En?
„Ik hou heel veel van mezelf. Daar is geen twijfel over mogelijk. Mensen kunnen me nog steeds boos maken, maar ik laat het makkelijker van me afglijden. Ik heb de macht om te beslissen wat mij gelukkig maakt. Wie ik ben. Daarom heb ik dit boek geschreven: om mensen aan het denken te zetten. Wat is zelfacceptatie? Hoe haal je het meeste uit jezelf? Mensen behandelen jou zoals je jezelf behandelt. Verberg je je kern, dan word je je eigen vijand.”
Een kwestie van input-output.
Brede grijns. „Zo is dat.”
In haar boek beschrijft ze hoe ze tweemaal aan een gendertest wordt onderworpen. De eerste keer is vlak voor de WK van 2009 in Berlijn, waar ze als 18-jarige met overmacht de 800 meter zal winnen – haar doorbraak. Ze denkt dat ze in een ziekenhuis in Pretoria bloed en urine moet afgeven voor een dopingtest, maar treft in plaats daarvan een gynaecoloog die haar geslachtsdeel wil bekijken.
„Je gaat niet vinden wat je zoekt”, bijt ze hem toe.
Als ze twee weken later in Berlijn de halve finale heeft gewonnen, krijgt ze opnieuw het verzoek zich te melden voor een medisch onderzoek. Er wordt weinig gesproken. Een arts haalt een apparaat tevoorschijn dat hij bij haar wil inbrengen, om te kijken of ze een baarmoeder, eileiders of niet-ingedaalde testikels heeft. Ze ontsteekt in woede; niemand heeft haar gezegd dat dit stond te gebeuren. Ze weigert en stelt voor dat ze het dan maar in haar anus steken. Er volgt druk overleg tussen de artsen, en dan wordt het apparaat van achteren ingebracht.
World Athletics (dan nog IAAF) stuurt ‘per ongeluk’ een faxbericht met de uitslag van haar gendertest – ze heeft drie keer zo veel testosteron als de gemiddelde vrouw – naar een journalist. Gevolg: haar concurrenten negeren haar, fluisteren achter haar rug. Niet veel later wordt het Zuid-Afrikaanse dorp waar ze vandaan komt overstelpt met journalisten vanuit de hele wereld. Daarmee komt ook de geruchtenmolen op gang. Ze zou een jongen zijn die haar penis verborgen hield bij races. Ze zou betaald zijn om haar penis te laten verwijderen voor een Zuid-Afrikaanse medaille. Haar coaches zouden haar met drugs vol hebben gepompt om een man van haar te maken.
Je komt uit een liefdevol maar conservatief gezin. Hoe is het om persoonlijke zaken met vreemden te delen?
„Biologie is niet persoonlijk.”
Biologie?
„Ik hoef de natuur niet te verbergen. Het is oké om anders te zijn. Aan mij de taak om duidelijk te maken wat intersekse precies inhoudt. Door het te bespreken stel ik anderen in staat zichzelf te omarmen, óók als ze interne testikels hebben, XY-chromosomen of als ze zonder baarmoeder door het leven gaan. Het maakt ons niet minder vrouw. Ouders moeten beseffen dat hun kind een Semenya kan zijn. Oordeel niet, zou ik hun willen zeggen, ga met je kind in gesprek. Anders word je de vijand van je kind. Jouw probleem met hun anders-zijn kan een probleem van de maatschappij worden. Hoe jij je kinderen behandelt, bepaalt hoe de maatschappij hen behandelt.”
Biologie of niet, de passages in je boek over de gendertesten zijn heel persoonlijk. Voor de lezer voelt het als een vuistslag.
„Natuurlijk, zo voelde het voor mij ook. Ik kwam met een bepaalde verwachting bij de arts en die verwachting kwam niet uit. Het was een wake-up call. Ik heb ervan geleerd niemand te vertrouwen. Ook niet als mensen pretenderen het beste met je voor te hebben.”
Voelde het alsof je in de val was gelopen?
„Ja. Ik was achttien, een kind nog. Ik was te jong om zelfstandig te beslissen of wat daar gebeurde in orde was. Waarom niet mijn ouders gebeld: dit zijn we van plan, is dat oké?”
„Voor het eerst in mijn leven spreidde ik mijn benen voor een ander mens”, schrijf je.
Bedachtzame stilte. „Ja, zoiets invasiefs kan je leven verwoesten. Vooral meisjes moeten wegblijven van situaties waarin ze zich onveilig of oncomfortabel voelen. Ze lopen de kans gepenetreerd te worden zonder toestemming. Aangetast. Om daarna nooit meer dezelfde te zijn. Die les wil ik kinderen meegeven.” Later vertelt ze dat er in mei een kinderuitgave van The Race to Be Myself verschijnt. Zo kan ze haar ideeën nóg beter overbrengen aan die doelgroep.
Hoe komt het dat jij niet geknakt bent door je ervaringen?
„Omdat ik ze niet toestond mij te beschadigen, mijn grenzen te overschrijden. In Berlijn hebben ze het wel geprobeerd.” Met dat onaangekondigde inwendige onderzoek, bedoelt ze.
„Ik ben Afrikaans, ik ben een jager. Ik vermoord je met je eigen instrumenten”, zei je.
„Ik was jong. Voelde me niet gerespecteerd. Was woedend. Dan zeg je wat er in je opkomt. Het was een vorm van zelfbescherming. Zo van: pas maar op. Als jager heb ik eerder dieren vermoord.”
Een jager tegenover jagers, zoiets?
Ze lacht. „Ja, precies. Hun instrumenten waren hun wapens. Ze realiseerden zich niet dat ik maar één doel had daar in Berlijn: twee rondes lopen en winnen. Dát zat in mijn hoofd. Ik had er alles voor over om te winnen. Ik kon mijn doel en wat daar in die kamer gebeurde heel goed scheiden. Ik denk dat ze dat hebben onderschat.”
Voor veel van haar landgenoten is wat Semenya overkomt geen genderkwestie, maar een raciale kwestie. Hoe kan het, zeggen zij, dat vooral zwárte intersekse atleten door de maatregelen getroffen worden? Dat vooral zwarte atleten aan een gendertest worden onderworpen? Semenya is voor hen het symbool van de exploitatie van zwarten door de eeuwen heen. „Zwarte mensen overal ter wereld kennen het gevoel anders te zijn, enkel vanwege het feit dat ze bestaan”, schrijft zij.
Neem je de ervaringen van andere zwarte mensen mee in je strijd?
„Natuurlijk. Als ik slecht word behandeld, word ik teruggezogen naar waar ik vandaan kom. De manier waarop ik behandeld word is niet anders dan de manier waarop mijn voorouders behandeld werden. We dénken dat we vrij zijn, maar we zijn niet vrij. Ik heb het gevoel dat mensen dénken dat ze mij een gunst bewijzen door mij toegang te verschaffen tot de sportwereld.”
World Athletics zal dat anders zien. Ze zeggen: in deze sport is niets zo belangrijk als de scheidslijn tussen man en vrouw.
„Door de verschillen tussen mannen en vrouwen te onderstrepen zet je vrouwen tegen elkaar op. Je maakt ze monddood. Ze hebben een lange weg afgelegd om te mogen sporten. Maatschappelijke posities te bekleden.”
Zonder die duidelijke scheidslijn wordt de sport kapot gemaakt, zegt World Athletics.
Ze veert op. „Zij zijn degenen die de sport kapot maken! Als ik nou mannentijden zou lopen… maar nee, dat gat is niet te dichten. Mijn tijden zijn vergelijkbaar met die van andere vrouwen. Als mijn genetische gestel een voordeel is, waarom ben ik dan niet sneller dan álle vrouwen? Ik ben geboren met een afwijking, maar die afwijking heeft geen effect op wat dan ook.”
De 800 meter van Parijs zal ik niet lopen. Ik word te oud. Ik heb vijf jaar verloren door deze strijd
Heb je overwogen World Athletics aan te klagen?
„Nee, maar als mijn advocaten vinden dat dat nodig is, dan doe ik dat.”
Wat zou daarvoor nodig zijn?
„Daar heb ik nooit met hen over gesproken. Ik wil me eerst richten op de reparatie van de huidige regelgeving. Ik denk en geloof dat World Athletics op zijn schreden zal terugkeren en het juiste zal doen.”
Vanwaar dat optimisme?
„Er is onvoldoende bewijs voor de stelling dat vrouwen als ik een bedreiging voor de sport vormen. Was dat het geval geweest, dan was de sport al lang geleden kapot gemaakt.”
Heeft World Athletics al gereageerd op je boek?
„Bij de verschijning zei voorzitter Sebastian Coe dat er veel research is gedaan de afgelopen tien jaar [naar testosteronwaarden]. Maar ik heb het boek niet voor World Athletics geschreven. Ik wil mensen bewust maken van waar wij vrouwen in de sport doorheen moeten. We worden klein gemaakt, ontmenselijkt. Alsof we moeten smeken om mee te mogen doen. Alsjeblieft, alsjeblieft… vrouwen verheffen hun stem niet omdat ze bang zijn te worden buitengesloten. Bange vrouwen geven mannen macht.”
Heb je wel eens overwogen de politiek in de gaan?
„Misschien ergens in de komende tien jaar, maar nu nog niet. Ik zal eerst moeten leren wat goed bestuur inhoudt. Hoe je beleid ontwikkelt waar iedereen beter van wordt. Praatjes vullen geen gaatjes.”
Maar eerst de EHRM-uitspraak. Stel dat World Athletics de huidige regels schrapt, zien we je dan op de Spelen van volgend jaar in Parijs?
„Nee. Die 800 meter zal ik niet meer lopen. Ik word te oud. Heb vijf jaar verloren door deze strijd. Ik wil atleten dienen en beschermen nu. Hun leren hoe ze in zichzelf kunnen investeren en autoriteiten kunnen uitdagen als ze ongelukkig zijn. Als ik mijn rentree maak, zal dat bij een wegwedstrijd zijn [die niet altijd onder World Athletics vallen, red.] Niets weerhoudt mij ervan een marathon te lopen.”
Lees ook: Atlete Caster Semenya is ‘cynischer dan ooit’ over de motieven van World Athletics