Nog geen jaar geleden twijfelde Caspar Corbeau of hij niet moest stoppen met zwemmen. Het harde trainen, alle opofferingen, het leverde hem na al die jaren niet de gewenste vooruitgang op. Voor zijn gevoel stond hij stil in zijn ontwikkeling. Plezier had hij er niet meer in.
Woensdagavond is alles anders. Met een blinkende bronzen medaille om zijn nek, de beloning na een geweldige finale op de 200 meter schoolslag, stond de 23-jarige schoolslagspecialist blij de pers te woord. „Het is allemaal nog een beetje surrealistisch. It’s awesome.”
Corbeau deed het interview in het Engels. Hij werd geboren de Verenigde Staten, waar hij opgroeide met een Amerikaanse moeder en Nederlandse vader. Die vroeg hem op zijn zestiende of hij niet voor Nederland wilde uitkomen. Zo was de weg naar internationale toernooien eenvoudiger, was de gedachte, want de concurrentie in Amerika was een stuk groter.
Oranje boven
Bij de eerste wedstrijd die hij voor Nederland zwom, bleven de fans maar zingen: ‘Oranje boven’. Corbeau vond dat zo’n mooie ervaring dat hij de leus op zijn arm liet tatoeëren. Het is niet zijn enige ‘Nederlandse’ tattoo: op zijn schouder staat een leeuw naar het embleem van de KNVB.
Maar naar Nederland verhuizen stelde hij lange tijd uit. Hij besloot in Texas te gaan studeren en zich daar verder te ontwikkelen als zwemmer in het universiteitsteam.
Corbeau onderscheidde zich daar al met zijn bijna twee meter lange lichaam en voeten met schoenmaat vijftig. Zijn lengte hielp hem als een aal door het water te glijden, met zijn voeten duwde hij zoveel water weg dat de snelheid makkelijk komt. Met het vele trainen dat hij in de Amerikaanse staat deed, kreeg hij de inhoud die hem nu in staat stelt de zware discipline van de 200 meter schoolslag zo goed vol te houden.
Overstap naar Nederland
Pas toen hij zijn diploma had gehaald in de zomer van 2023, maakte hij de transatlantische overstap van de VS naar Nederland. Daar kon hij aansluiten bij de zwemgroep van coach Mark Faber in Amsterdam. Daar trof hij in Arno Kamminga en Tess Schouten twee andere schoolslagspecialisten, aan wie hij zich in eerste instantie kon optrekken.
Van een trainingsgroep van veertig kwam hij in een groepje van vier terecht, dankzij de extra aandacht ging zijn techniek met sprongen vooruit.
Lees ook
Boegeroep blijft uit in Parijs, maar de omstreden Chinese zwemmers worden genegeerd door hun concurrenten
De resultaten volgden snel: op de EK kortebaan in het Roemeense Otopeni pakte hij de titel op de 200 meter schoolslag en versloeg hij Kamminga, die in Tokio nog twee keer olympisch zilver pakte. Op de WK langebaan in Doha in februari herhaalde hij die truc. Nu was het zilver, en opnieuw was Corbeau sneller dan Kamminga.
Geen Kamminga in olympische finale
Woensdagavond ontbrak Kamminga in de finale, omdat hij in de halve finales niet snel genoeg was geweest. Hij gaf Corbeau mee er vooral van te genieten. En ook zonder zijn Nederlandse trainingsmakker liet Corbeau zien dat hij bij de beste schoolzwemmers van de wereld hoort.
Hij mocht starten in baan zes, en zwaaide even toen hij verscheen uit de catacomben. Daarna volgden de handelingen elkaar snel op: zijn startblok goed zetten, schoenen uit, broek uit, daarna zijn jas.
Even sloeg hij zich op de benen, zijn armen, zijn borst, voor dat laatste beetje activatie van de spieren. Als eerste ging Corbeau naast zijn startblok staan, alsof hij niet kon wachten op wat er komen ging.
Goede start
Het stadion trilde toen het startschot klonk, enthousiast als ze waren over een nieuwe medaillekans voor de thuisfavoriet Léon Marchand. Met elke slag brulde het publiek achter. Achter de Fransman, die vrijwel meteen de leiding nam, had Corbeau stiekem een goede start. Na 50 meter lag hij vierde, na 100 tweede, na 150 derde.
Op de laatste meters leken anderen dichterbij te komen, op de streep was het verschil met plek vier net iets meer dan een halve seconde. En dus pakte Nederland na vier dagen olympische tegenvallers niet alleen goud en zilver bij het roeien, maar ook brons bij het zwemmen.
Corbeau nam daarmee ook zijn revanche voor zijn prestatie in de finale van de 100 meter schoolslag. Mede dankzij snelle tijden in de voorrondes en halve finale startte Corbeau daar als een van de kanshebbers voor een medaille. Maar hij „ging in gevecht met het water”, zoals hij zelf zei, en noemde dat geen slimme keus. Hij eindigde als achtste.
Woensdag was daar geen sprake van. „Ik vertrouwde op mijn sterke punten”, zei hij met een grote glimlach. Met rustige, grote slagen zwom hij naar de grootste prestatie van zijn carrière. En zei na afloop dat hij het plezier in zijn sport weer had teruggevonden.