Caribisch Nederland kijkt naar ‘Amaliaatje’ en ziet symbool van integriteit en stabiliteit

Reportage

Koninklijk bezoek De afgelopen twee weken maakte prinses Amalia kennis met het Caribische deel van het Koninkrijk, en de eilanden met haar. Hoe ging dat?

Prinses Amalia praat met kinderen op Sint Maarten.
Prinses Amalia praat met kinderen op Sint Maarten.

Foto Remko de Waal/ANP

Op het dorpsplein van Windwardside op Saba wordt een baby in de armen van Amalia geduwd. Het is haar al vaker overkomen de afgelopen dagen. De prinses lacht, laat de omstanders foto’s maken. Laat zich omhelzen door peuters. Geeft high fives, schudt handen. Kijkt naar voorstellingen, luistert naar presentaties over natuur, cultuur, geschiedenis. En overal klinkt: „Amalia. Amalia. Amalia!”

Het kan snel misgaan, een eerste bezoek aan overzeese delen van een koninkrijk. De Britse William en Catherine werden vorig jaar in de Gemenebestlanden Belize, Jamaica en de Bahamas verwelkomd met demonstraties, eisen voor herstelbetalingen voor de slavernij, en een roep om de monarchie af te schaffen.

Niet in het Caribische deel van het koninkrijk der Nederlanden. Daar valt op straat op dat de frustraties van de bewoners vooral gericht zijn tegen de eigen politici en die van Nederland. Niet tegen de koning. Laat staan tegen zijn dochter.

We zijn één, ongeacht kleur of woonplaats. De koning is het symbool daarvan

Gilda Zalm Scoutingleider

Waar in Nederland de monarchie als staatsvorm onder druk staat, en de populariteit van koning Willem-Alexander daalt, lijkt het niet-Europese deel van het koninkrijk hem juist te zien als stabiele factor in een onrustig politiek klimaat. En de monarchie te zien als datgene wat de vier landen en drie bijzondere gemeenten verenigt.

In Sint Maarten zegt de gepensioneerde Arindell Elvina (69) bijvoorbeeld: „Ik zou willen dat hij ze een schop onder de kont geeft.” Naaister Cornelia McCleary, die in elke zin het trots over „mijn koning” heeft, zegt: „Ik waardeer zijn bezoek echt enorm.”

Of neem in Oranjestad (Aruba) Gregory Falkoni (61) en zijn dochter Carla (29). Op het Plaza Padu mogen alleen genodigden komen – scouts en basebalspelertjes staan met naambordjes van hun verenigingen langs de hekken. Maar Falkoni wilde de koning tóch zien. Hij zegt: „Hun komst laat ons voelen dat we 100 procent onderdeel zijn van het koninkrijk.” En hij zegt: „De koning staat voor integriteit.” Meer dan politici? Hij knikt kort.

Op Saba lijkt bijna iedereen uitgelopen. In de enige bibliotheek liggen prominent de koningshuisspecials van de tijdschriften Libelle en Margriet op tafel. Miss Henriëtta, de assistent-bibliothecaris zegt dat het hele eiland opgewonden is: „Het laat zien dat ze om ons geven.”

Ook in Willemstad (Curaçao) noemt scoutingleider Gilda Zalm het bezoek belangrijk: „We zijn één, ongeacht kleur of woonplaats. De koning is het symbool daarvan.” Als het marineschip met het koninkrijk drietal de Sint Anna-baai invaart en kanonschoten afgaan, klinkt er vanaf beide kades gejuich.

De prinses gooit tijdens het bezoek steeds meer de heupen los. Foto Remko de Waal/ANP

Witte jurk met sjerp

Langs de route van de stoet is het, net zoals in Nederland, altijd makkelijk koningsgezinden te vinden. „Zo lang ik me kan herinneren, weten we niet beter dan dat we komen kijken. Toen Juliana kwam hadden we een witte jurk aan met oranje sjerp”, zegt Sylvia Lewis (72). „Nu zien we Amaliaatje”.

Ze staat met een vriendin in San Nicolas in Aruba, waar mensen klapstoeltjes hebben uitgevouwen om een glimp van het bezoek op te vangen. Het is een van weinige plekken waar ook demonstranten staan. Drie van hen vragen aandacht voor de rechten van de inheemse Caquetio-stam. De meegereisde staatssecretaris van Koninkrijksrelaties, Alexandra van Huffelen (D66) neemt hun petitie aan.

De vierde, Anouk Balentina, wijst op de giftige stoffen die vrijkomen van de vuilnisbelt, en waarvoor ze geen gehoor vindt bij het Arubaanse kabinet. Ze is blij dat die in brand stond toen het regeringsvliegtuig landde. „Zo zien ze waar wij elke dag mee te maken hebben.” Aan het einde van de twee weken verwijst de koning naar die vuilnisbelt.

Wegen gerepareerd

Amalia zou kunnen denken dat het koninkrijk er best aangeharkt bij ligt. Op alle eilanden klagen de inwoners dat de lokale overheden nu opeens wel wegen repareren. Op Bonaire zijn alle kuilen gedicht op de route. Sixto Martina, die een winkeltje met smoothies runt, zegt: „Dat zou toch het hele jaar zo moeten zijn?”

In Aruba reikt het versgestorte asfalt in Oranjestad precies tot waar het laatste dranghek staat, net voorbij het parlement. Urenlang staan schoolkinderen daar in de zon, enigszins opgezweept met Kinderen voor Kinderen. Uit de luidsprekers schalt ‘Op een onbewoond eiland’.

Vaker staan er toeristen naar het koninklijke drietal te kijken, al dan niet in bikini en zwembroek. Al is er beveiliging aanwezig – Amalia wordt al enige maanden bedreigd – op de eilanden is het makkelijker een glimp op te vangen en vooral een selfie te maken voor thuis.

„Hi juffie, ik zag maar één dochter, niet drie.” De tieners hebben geen idee dat er een koning of kroonprinses is…

Op Bonaire valt op dat er juist weinig belangstellenden zijn op die ene dag van het bezoek. „De meeste lokalen moeten werken. Zaterdag is een drukke dag voor het toerisme en de horeca”, zegt Sheila Morgan (33), werkzaam bij een pensioenfonds. „Voor de rest van ons is dit de enige vrije dag. Ik was boodschappen aan het doen, koken en de was.” Maar dat moet niet gezien worden als teken dat de koning haar niet interesseert, zegt ze.

Schrijver Boì Antoine herinnert zich hoe het vroeger een vrije dag was als Juliana of Beatrix kwamen. Hij zegt: „Het bezoek leeft onder Europese Nederlanders en Bonairianen boven de zestig.”

’s Avonds op het Bon Bini-festival zegt onderwijzeres Roslyn Josepha (51): „Moet je even kijken hoeveel witte koppen er vanavond zijn. Het valt echt op.” De sfeer op het festival is „zoals altijd”, zegt ze, zeker bij de kraampjes met snacks rondom. En bij de bonkuné, een soort bingo. Henna Winklaar zou hier ook zitten als de koning niet zou komen. Maar nu hij wel komt, heeft ze haar ridderorde opgespeld.

In gesprek met studenten van de Universiteit van Aruba. Foto Mischa Schoemaker/ANP

Onverschilligheid

In Curaçao is het bij het Tumba-festival aanzienlijk leger. Eén tribune op het Brionplein zit echt vol, hoe verder je naar achteren loopt hoe leger. Een pindaverkoper heeft moeite om zijn waar te verkopen. Shaneska (49), die haar achternaam niet wil geven, antwoordt als eerste op de vraag waarom ze hier is: „Voor het concert.” Dan: „De koning is wel een belangrijk persoon.” En: „Als je op Koningsdag komt, is het hier echt wel vol.”

Niet iedereen wist van het bezoek. In de wijk Otrabanda leunt Nelson Urutaal in zijn blauwe T-shirt over een muurtje van zijn huis. Op de veranda hangt ondergoed te drogen. Hij videobelt met zijn zus in Nederland om haar te laten zien dat de koning er echt is.

Alleen in Sint Maarten heerst er onverschilligheid. Radiopresentator Gary Euton, als MrGeeMoney bekend als dé stem van het eiland, vertelt dat er „weinig opwinding is”: „Maar je moet je realiseren dat Sint Maarten een melting pot is, er zijn weinig echte Sint Maartenaren en er is weinig patriottisme.” Bijna de helft van de 43.000 inwoners komt ergens anders vandaan.

Op de Boardwalk langs het strand staat het bij de culturele manifestatie vol. „Waar komen al die Nederlanders vandaan?”, zeggen leraressen Marit Zweekhorst (26) en Emma Rietdijk (23) tegen elkaar. Zij wonen hier. Ze merken dat hun leerlingen „geen idee” hebben dat er een koning is, laat staan een kroonprinses. „Hi juffie”, zegt een groepje tieners tegen Zweekhorst. „Ik zag maar één dochter, niet drie.” Ze legt geduldig uit dat dit een bezoek is voor alleen de oudste prinses.

Choreografie

Haar kennismakingsprogramma is overvol. Alle (ei)landen hebben zélf bedacht wat Amalia volgens hen moet weten. De choreografie is overal iets anders – het ene land heeft het wat strakker georganiseerd dan het andere, zo delen Saba en Aruba langs de route vlaggetjes uit – maar overal zijn er dezelfde elementen: ontvangst door de autoriteiten, iets met het slavernijverleden, iets cultureels, iets met vrijwilligers, iets met natuurbehoud.

Echt precaire momenten zijn er nauwelijks, of het moet het beschilderen van het beeld van een wulpse zwarte vrouw zijn in Curaçao. Maar dat wordt op het laatste moment, na lokale kritiek, afgewend.

Wat politici meestal proberen te vermijden – eten en dansen – doen de Oranjes wél. Als Máxima als eerste met een lepel proeft van een soep van cactus en geitenvlees, zegt de gastheer gehaast: „Dit gaan we netjes op borden uitzetten.” Dansen, heel veel dansen, lijkt bijna verplicht voor de familie. Dié beelden gaan de wereld over.

Amalia kiest aan het begin van de reis voor voorzichtig meewiegen. In San Nicolas in Aruba, waar ze op een stoel zit bij een dansvoorstelling, zegt de presentator: „Ik heb het wel gemerkt koninklijke hoogheid, u heeft zin om te dansen.” Ze lacht. Aan het einde van de twee weken danst ze wel mee.

Koningin Máxima heeft voor elke situatie een gezichtsuitdrukking klaar, Amalia observeert en leert. Foto Remko de Waal/ANP

Schuchter

Naast een extroverte moeder die voor alle gelegenheden een passende gezichtsuitdrukking heeft, en een vader die door jarenlange training precies weet wat hij moet zeggen, lijkt Amalia in eerste instantie afwachtend. Maar op zijn eerste reis in 1987, naar wat toen nog de Nederlandse Antillen heette, zie je op beelden dat Willem-Alexander ook schuchter was op zijn negentiende. Aan het einde van deze reis, donderdagavond, zegt hij dat hij door met zijn ouders mee te gaan, leerde hoe het is om koning te zijn.

Aandachtig luisteren

Amalia lijkt het meest op haar gemak in kleine groepjes mensen, zonder al te veel fotografen en cameraploegen die al haar bewegingen registreren. Aandachtig luistert ze dan. Stelt niet heel veel vragen, maar wel gericht.

Bij Royal Aloe Aruba, het eerste bedrijf buiten Europees Nederland dat zich koninklijk mag noemen, vraagt ze de oprichters bijvoorbeeld of zij patenten hebben aangevraagd voor de machines die ze zelf ontwierpen. „Nee, dat hadden we misschien moeten doen”, zegt een van hen. De productie van aloëzeepjes in ijsblokjesbakjes moest door populariteit in de VS worden opgeschroefd met een apparaat dat er 22 miljoen per jaar kan maken.

Amalia lijkt ook rustig af te wachten wat er komt. Als in Curaçao een kunstenaar een cadeau wil aanbieden, strekt haar moeder handen al uit. Maar het cadeau is niet voor haar bedoeld. Amalia pakt het portret eerst uit voor ze iets zegt. Dan vertelt ze dat ze zelf totaal niet kan schilderen, dus het heel knap vindt als iemand dat kan. Ze herhaalt het in vloeiend Spaans.

Af en toe zie je haar gezicht écht oplichten. Als ze praat met studenten bijvoorbeeld, aan de Universiteit van Aruba. Een van hen vraag haar hoe zij het vindt om te studeren. In vloeiend Engels en met veel handgebaren, ontstaat een echt gesprek.

Of wanneer ze met kleuters praat, in een schooltuin in Sint Maarten. De tuin is bedoeld om kansarme kinderen naschoolse activiteiten te bieden en het eiland te leren om meer zelfvoorzienend te zijn. Geanimeerd houdt de vijfjarige Kaiko-Lynn Daal een gesprek met Amalia over groente en fruit. En of een prinses ook een kroon draagt.

Dan kijkt ze om. „Wat veel mensen”, zegt de kleuter over de vijf aanwezige verslaggevers. Een van hen zegt: „Maar we vinden je heel schattig.” Amalia draait zich ook om en zegt geluidloos tegen de verslaggevers dat ze het daar helemaal mee eens is.

Haar gezicht licht net zo op als ze een schildpad, verwond en weer hersteld, uitzet in de zee bij Cas Abao in Curaçao. Haar jurk wordt tot de heupen nat. Ze kijkt de schildpad na, draait zich om naar haar moeder en roept spontaan: „Wat super!” Dan wordt haar naam vanuit het persvak geroepen, en komt haar professionele glimlach weer tevoorschijn.