Calixto Bieito’s opera ‘Die ersten Menschen’ is een duistere orgie van geweld en seksuele hartstocht

De vier hoofdpersonages in Rudi Stephans opera Die ersten Menschen koesteren ieder zo hun eigen obsessies, nadat God de mens heeft verbannen uit de Hof van Eden. Adam overpeinst achter zijn laptop een nieuw beeld van de wereld. Waar hij zich opsluit in zijn denkbeelden, zit Eva gevangen in onbevredigde fysieke verlangens. Zij hunkert naar de onbevangen en viriele Adam uit het paradijs, maar wordt opgescheept met een tobberige huisvader.

Tussen beide zonen bestaat een soortgelijke tegenstelling: Kaïn weet zich geen raad met de seksuele zwaartekracht van de aarde, en probeert in de omringende wildernis wanhopig houvast te vinden. Zijn spirituele broer Abel daarentegen staart verzaligd naar de hemel, ervan overtuigd dat hij God heeft gevonden en God hem. De giftige dynamiek is vervolgens dat Kaïn vergeefs zijn moeder begeert, terwijl zij in Abel de man van haar dromen ziet: de jonge Adam. Ingrediënten voor de eerste moord op aarde (volgens de Bijbel dan).

‘Erotisch mysteriespel’

Die ersten Menschen begon in 1912 zijn leven als toneelstuk van de Duitse filosoof Otto Börngraber, die het een „erotisch mysteriespel” noemde. En dat laatste viel niet in goede aarde. Na de première in München werd het stuk in deelstaat Beieren meteen verboden. Börngrabers rijke metaforen en poëzie geven een mooi beeld van het tijdperk waarin de psychologie opkwam en gestalte kreeg in drie Weense pioniers met ieder een eigen invalshoek: Freud (seksualiteit), Adler (macht) en Frankl (zingeving).

Stephan verklankte de woorden in 1915 weergaloos in een partituur waarin de toen oorlogvoerende aartsvijanden Duitsland en Frankrijk muzikaal versmelten. Je vindt er de wereld van Wagner naast die van Debussy. Dirigent Kwamé Ryan en het Rotterdams Philharmonisch – niet in de bak maar hoog op het podium – laten die klank golven als de oervloed in het Bijbelboek Genesis: rijk, grillig, bruisend van leven, een pendule tussen duisternis en licht.

Sopraan Annette Dasch (Eva), de baritons Kyle Ketelsen (Adam) en Leigh Melrose (Kaïn) en tenor John Osborn (Abel) zijn qua stem nog net zo krachtig als ze ruim vier jaar geleden waren bij de eerste uitvoering in Amsterdam. Het enige probleem is dat de personenregie van regisseur Calixto Bieito het viertal karakters vooral tot vleesgeworden obsessies terugbrengt. Veel menselijks is hun vreemd.


Lees ook

Deze onbekende opera is zeker niet lieflijk

Openingsvoorstelling van het Holland Festival: Die ersten Menschen.

Rijke beeldtaal

Bieito staat erom bekend dat hij bekende opera’s weet om te toveren tot duistere orgies van geweld en seksuele hartstocht. En vaak werkt het. Maar kijkend naar Die ersten Menschen vraag je je soms af of de rijke beeldtaal van Bieito niet in de weg zit van noten en woorden die al hoogzwanger zijn van symboliek, waar je al oren en ogen (boventiteling) voor tekort komt. Uitgeperst en rondspattend fruit, asregens, fallussen, videobeelden van de uitgestorven Tasmaanse tijger, scheurende tentdoeken – soms bekruipt je het gevoel dat muziek, tekst en enscenering elkaar opeten. Misschien is dat de eigen onmacht. Op zo veel schoonheid en betekenis wil je goed kauwen zodat alle smaken vrijkomen.

De laatste gedachten zijn bij componist Rudi Stephan als Kaïn na zijn moord op broer Abel zeeën van lijken voor zich ziet: toekomstige doden van geweld. Het grote Duitse talent Stephan voorspelde zijn eigen lot. Enkele maanden na voltooiing van Die ersten Menschen sneuvelde hij als soldaat aan het oostfront in de Eerste Wereldoorlog.