Cabaretiers kibbelen erop los in aanloop naar Prinsjesdag: wat valt er nog te lachen?

Cabaretiers Patrick Nederkoorn (40) en Sanne Wallis de Vries (53) hebben een „kwestie”. In een nieuwe editie van het Prinsjescabaret, onderdeel van het Prinsjesfestival in Den Haag, spelen ze een kibbelend duo dat samen met mediator Owen Schumacher (57) het afgelopen politieke jaar bespreekt. Helaas valt er dit jaar weinig te lachen.

Dit vindt ook Wallis de Vries. Ze beoordeelt de huidige politieke situatie als rampzalig en stelt dat waarheid en fatsoen zijn vervangen door leugens. VVD-leider Yesilgöz had volgens Wallis de Vries haar koffers moeten pakken, maar pakte haar föhn. Wallis de Vries over de huidige regering: „Door erom te lachen haal je de angel uit het kwaad. Maar we moeten het kwaad juist blijven benoemen.”

Nederkoorn daarentegen probeert de moed erin te houden. Ook hij voelde zich „verloren” door de verkiezingsuitslag, maar hij blijft zoeken: „Er valt nog genoeg te lachen zonder de hele tijd te zeggen wat er niet deugt.” Hij neemt de proef op de som en vertelt over een stemmenteller die onwel werd en kotste over lijst 1 (VVD) en over een vinger die vastzat in een stembus.

Premier-cabaret

Owen Schumacher (57), die wordt aangekondigd als „de Dick Schoof van het cabaret”, moet bemiddelen. Na verschillende slaande deuren, getwitter van de een over de ander, geroddel in een talkshow van de ander over de een en heimelijk gelispel in het oor van Schumacher („Vind jij ook dat Patrick erg populistisch is geworden?”; „Vind jij ook dat Sanne héél emotioneel is?”) lost hij het schisma op: satirici hebben een verantwoordelijkheid om grappen te blijven maken. Het lijkt soms onmogelijk („Mevrouw Faber ís al een typetje, een mevrouw Bulstronk die een jongetje van 11 terug slingert naar Armenië”) maar we moeten blijven proberen machthebbers te ontmaskeren.

Hoewel de centrale vraag — hoe ga je als cabaretier om met een politiek klimaat dat je allesbehalve grappig vindt — interessant en relevant is, valt de uitwerking tegen. De voorstelling is een nogal kluchtige en statische act geworden, waarin vaak een van de drie een monoloog houdt, terwijl de andere twee in het donker op een stoel toekijken. Ook wordt de terechte conclusie over het belang van cabaretiers niet al te sterk gedemonstreerd door wel erg veel te lachen om namen, uiterlijkheden en versprekingen.

Komisch zijn wel de momenten van kortstondige verbroedering tussen Wallis de Vries en Nederkoorn. Nieuwe teksten op bijzonder belegen klassiekers als Song of Light van Jomanda en Rio van Maywood zijn een leuke vondst om de gedeelde opvatting te onderstrepen: het afgelopen politieke jaar heeft ons ver terug in de tijd geworpen.