Cabaretier Lisa Ostermann definieert mensen door hoe ze met de wc-borstel omgaan

Stel, je gaat op een feestje, waar je iedereen kent, naar de wc. Je wilt even plassen, maar dan zie je de remsporen in de pot. Wat doe je? Denk je: niet mijn poep, niet mijn probleem. Of veeg je met die wc-borstel andermans bruine restjes weg, omdat de volgende anders denkt dat jíj die viezerik bent?

In haar tweede avondvullende programma Makkelijk in de omgang legt cabaretier Lisa Ostermann haar publiek dit dilemma voor. Ben je een ‘weghaler’? Het is een van de beste grappen in de show waarin Ostermann mensen – en niet in het minst haarzelf – neerzet als onhandig én lief, egoïstisch en gul, mateloos en onzeker. Ze zijn tegelijk verongelijkte boomers en ontketende dancing queens.

Makkelijk in de omgang gaat niet alléén over de 32-jarige Ostermann – vooral haar oer-Amsterdamse, opgeruimde oma komt meermalen voorbij – maar haar persoonlijke twijfels, vooral over contact met anderen, staan op de voorgrond.

Ze vraagt zich af wat ze moet zeggen tegen een vrouw van een jaar of zestig die chagrijnig doet bij het tankstation (ga maar een herfstschaal knutselen). Ze vraagt zich tijdens de seks af of het zin heeft om haar vriend af te trekken terwijl hij dat zelf echt beter kan (toch gewoon doen). Daarbij beziet ze zichzelf, en andere types die ze opvoert, afwisselend met afkeuring en mededogen.

Zelfs voor je vervelende personages lijk je veel genade te voelen. Heb je in het dagelijks leven geen zin om zo iemand…

„Vijf minuten ja. Maar daarna niet meer. Ik wil laten zien dat mensen niet makkelijk in de omgang zijn, maar het allemaal wel goed bedoelen. Daar geloof ik heel erg in. Los van Poetin of zo.”

Vier jaar geleden won Ostermann op het Leids Cabaret Festival elk van de drie prijzen: student, publiek en jury. Uit die korte opvoering ontstond haar eerste programma Met z’n allen (2022). Dat ging over haar leven tot pakweg haar 26ste, vertelt ze tijdens een gesprek in haar studio in Amsterdam-West. Destijds zong ze over een dronken huilbui in Disco Dolly, en over de scheiding van haar ouders. „Makkelijk in de omgang gaat van 26 tot nu”, zegt Ostermann. Toen was ze „allenig en zo”, de liefde heeft ze inmiddels gevonden. „Nu loop ik vooral vast door mezelf over de kop te werken. Dat is mijn struggle nu. Daar gaat dat lied ‘Lisa Fucking Ostermann’ over.”

Want ik ben aan het werk en ik weet wat ze gaan zeggen: soms moet je gewoon even iets leuks doen! – Ja dat zei je al. – Soms moet je even niet werken en gewoon iets leuks doen! Want ik heb je al weken niet gesproken, je zit weer in je werk ondergedoken.

Ze zingt een duet met zichzelf: haar innerlijke workaholic rapt afgemeten, haar vrienden – en misschien haar eigen zachtere kant – gaan er met lyrische uithalen tegenin. „Ik kwam erachter dat mijn momenten van geluk allemaal te maken hebben met loslaten. Het personage is erg bezig met een bepaald soort hard perfectionisme en controledrang.”

‘Het personage’?

„Zo probeer ik ernaar te kijken. Het is niet leuk om elke dag één op één jezelf te spelen. Maar ik heb wel dit probleem, natuurlijk.”

Ondanks die controledrang heb je een creatief beroep gekozen zonder kaders: alles moet uit jezelf komen.

„En dat is dus tegelijkertijd wat ik het aller-aller-allerliefste doe. Ik heb eerst conservatorium gedaan om in musicals te spelen, maar toen kwam ik erachter dat ik dat niet wilde. Ik liep stage bij Thomas de Stoomlocomotief. Geweldig voor kindjes, maar het bleek niet mijn droom om anderhalf uur tegen een trein te lullen.

„De opleiding was wel heel leuk. Ik kon dansen, zingen. Dus musical leek me heel logisch. Ik wil altijd heel goed worden in wat ik op dat moment aan het doen ben, maar dan vergeet ik vaak na te denken: is dít wel echt waar je goed in wil worden? Toen ik een afstudeersolo moest maken met musicalliedjes, heb ik cabaret gemaakt. Ik heb een jaar gewerkt aan twintig minuten. Ik dacht: als dit kut wordt, dan kan ik het niet. Het was helemaal niet kut, het was geweldig om te doen.”

Een paar jaar later won je alle prijzen van het Leids Cabaret Festival. Dacht je toen dat de wereld voor je open lag, als cabaretier?

„Nee, ik dacht, nu kan ik beginnen aan iets. Ik zit niet ontzettend dik in mijn zelfvertrouwen. Als je hebt gevonden wat je echt wil, wordt het alleen nog veel enger. Bij mijn eerste programma hebben we de première moeten uitstellen omdat ik niet meer kon slapen. Ik dacht: als ik geen tien haal voor die show, dan wordt het niks.”

Hoe ben je daar uit gekomen?

„Ik ben met een psycholoog gaan praten. Die vroeg me: ‘waarom vind je dit leuk om te doen?’ Toen ik aan mijn grappen dacht, vond ik het plezier weer. Toen ben ik het gewoon gaan doen. Het was ook geen tien, eerder een zeven denk ik. Maar ik had wel heel leuke avonden met mijn publiek. En ze kwamen ook met een hoop.”

Je beschouwt je publiek als goed gezelschap. In je beide voorstellingen laat je je publiek samen zingen.

„Ja, in deze show loop ik zelfs van het toneel af, en dan zingen ze gewoon door. Daarom vind ik comedy zo vet, omdat het een heel verbindende manier van theater maken is. Allemaal verschillende mensen komen om samen om mijn domme grappen te lachen, over xtc of over de vraag of je een weghaler bent. En dat samen zingen raakt me echt. Omdat het op zo’n simpele manier gaat over dat we niet in ons in ons eentje zijn.”

Mensen zijn je lievelingsdieren, zeg je in je programma.

„Ik wilde heel graag iets maken over wat ik vet vind aan mensen. Ik maak me veel zorgen over het klimaat, over oorlogen. Het zou geweldig zijn voor de wereld als mensen gewoon uitsterven. Maar ik vind ze ook echt te gek. Ik vind het zo vet dat mensen hopen. Dat wilde ik niet zelf zeggen, dus in de show laat ik dat God zingen.”

Ik dacht: het einde van dit tijdperk gaan ze zeker niet halen. Dit is de menselijke finale. En ik had nog nooit ongelijk gehad. Maar jullie zijn er nog steeds, hoe kan dat, ik deed maar wat, er is iets bizars, iets in jullie, iets dat jullie op de been houdt, en ik, de Alwetende, begrijpt het niet.

„Ik heb heel lang gezocht naar hoe de show moet eindigen. Ik heb dat lied helemaal herschreven, eerst zong God heel andere dingen. Dat ze kwaad was op de mensen. Dat ze er een korte-termijnprojectje van wilde wou maken. Maar dat was helemaal niet leuk om te spelen. We horen al de hele tijd dat we oorlogvoerende, aarde-opwarmende debielen zijn. Dus nu heb ik een God die ziet dat het met de schepping helemaal uit de hand is gelopen, maar die dat ook echt prachtig vindt. Ik ben blij dat God er iets magisch in ziet dat ik er zelf ook in zie.”

Makkelijk in de omgang wordt van 30/1 t/m 30/5 opgevoerd in verschillende theaters. Meer info op: lisaostermann.nl