N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Daan Zolderman
In de buurtappgroep verscheen onlangs een vage foto van een man in onze straat. Een buurtgenoot schreef erbij dat de man heel langzaam liep en af en toe een tuin in ging. „In de gaten houden!” De buurt reageerde meteen. Was het een voorverkenning voor een inbraak? En: „Meteen politie bellen!” Een half uur later in dezelfde appgroep: „Ik sta op die foto. Ik heb kortgeleden een openhartoperatie gehad en ik moet genoeg en langzaam wandelen. Hoezo ging ik af en toe een tuin in? Het was mijn eigen tuin.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Gemeenten en publieke afvalinzamelaars zijn vanwege de gevolgen van het lachgasverbod een bodemprocedure gestart tegen de staat. Sinds het lachgasverbod op 1 januari 2023 is ingegaan, worden lachgastanks en -cilinders veel vaker op straat of bij het restafval gegooid. Dit zorgt voor grote problemen en extra kosten bij gemeenten en de afvalsector.
Zij willen daarom de Nederlandse staat aansprakelijk stellen voor „de schade en risico’s die gemeenten en publieke afvalinzamelaars lijden door de invoering van het lachgasverbod”. Een grote kostenpost is de schade aan de afvalenergiecentrales waarin restafval wordt verbrand, door explosies van wegwerptanks die resten lachgas bevatten. Daarnaast moeten meer mensen en gespecialiseerde bedrijven ingehuurd worden om het afval op te ruimen, omdat het onder drugsafval valt.
„Vóór het lachgasverbod zagen we geen afval want toen zat er statiegeld op. Dat ging om 30 euro per tank, dus daar werd zeker gebruik van gemaakt”, zegt Suzie van de Pas, woordvoerder van de Koninklijke Nederlandse vereniging voor afval- en reinigingsdiensten (NRVD). In de openbare ruimte en op de milieustraat gaat het jaarlijks om ruim 380.000 cilinders, aldus de dienst. Het aantal lachgascilinders in het restafval lijkt volgens de vereniging op te lopen tot ruim 225.000 per jaar.
Kosten van de explosies
Het verwijderen van de cilinders uit het restafval en de vrachtwagens kost nu zo’n 40 miljoen euro per jaar. Het inzetten van extra manuren en de inhuur van gespecialiseerde bedrijven 16 miljoen per jaar, zo vertelt Van de Pas. „En dan hebben we het nog niet eens over de kosten van de explosies. Naast de reparaties moeten de afvalcentrales ook een paar dagen stilstaan.”
De dienst maakt zich zorgen om de veiligheid van de medewerkers. Een explosie kan gebeuren in een vrachtwagen en in een centrale is ook weleens een ruit geraakt, zegt Van de Pas. „Daar zat een behoorlijke barst in, het was een cilinder van 2 kilo.”
Meerdere gemeentes zien zich door de opgelopen kosten verplicht om de afvalstoffenheffing te verhogen. In Uithoorn zal het vanaf 2025 gaan om een verhoging van ongeveer twintig euro per huishouden per jaar, zei wethouder Ferry Hoekstra (Gemeentebelangen) op 23 juni tegen NRC.
Om de problemen aan te kaarten zijn talloze gesprekken geweest en brieven verstuurd. Zo hield de Tweede Kamer op 20 juni een rondetafelgesprek met de partijen in de ‘afvalketen’. Onder meer de gemeente Rotterdam, de vereniging Afvalbedrijven en de NRVD informeerden de Kamerleden over de grote problemen met de lachgascilinders sinds het verbod. Maar het kabinet heeft daar geen opvolging aan gegeven.
De branche stuurde op 16 september een laatste brief aan het kabinet, waarin die aankondigde een rechtszaak te beginnen als een „passend antwoord” zou uitblijven.
Ondanks toezeggingen van het vorige kabinet om op zoek te gaan naar fondsen, ontving de NVRD een brief dat er toch geen financiële middelen beschikbaar komen om de sector te ondersteunen. „De Rijksoverheid is niet verantwoordelijk voor het handelen van degenen die illegaal de lachgascilinders in de openbare ruimte dumpen of bij het restafval gooien, waardoor de lachgascilinders in verbrandingsinstallaties terecht kunnen komen”, schrijft een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. „Het kabinet is niet voornemens om geld vrij te maken om landelijk een inleverpremie te financieren”, schrijft ze, en wijst op de nadelen van zo’n maatregel, „zoals het indirect steunen van drugsgebruik, het normaliseren van lachgas en het stimuleren van negatief gedrag zoals statiegeld jagen door kinderen”.
Lees ook
Test voor lachgasgebruik in het verkeer
Pilot
Wel heeft het vorige kabinet 450.000 euro vrijgemaakt voor een pilot om lachgascilinders te detecteren en verwijderen uit afvalstromen. Deze pilot van de overheid, die met camera’s en AI in vrachtwagens lachgascilinders kan detecteren, is volgens de NRVD niet genoeg. Zij willen een structurele oplossing. Zo stelt de dienst voor om de cilinders een ISO-normering te geven. Dit betekent dat de cilinders aan de eisen van internationale wet- en regelgeving moeten voldoen en anders kunnen worden ingenomen door de douane. „We moeten dit probleem bij de bron aanpakken”, aldus Van de Pas.
Maar, reageert de woordvoerder van het ministerie: „Er gelden op basis van de Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en de Richtlijn vervoerbare drukapparatuur (TPED) al regels en normen waaraan moet worden voldaan.”
Tientallen Nederlanders die vorig weekend zijn gerepatrieerd uit Libanon, dreigen nu alweer op straat te belanden. Het kabinet is in conflict met de gemeente Eindhoven over de opvang van de teruggehaalde burgers uit het oorlogsgebied. Anders dan bij eerdere repatriëringen wil het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening niet voor de kosten van hun tijdelijke opvang opdraaien.
De teruggehaalde Nederlanders zouden volgens bronnen van NRC kort voor hun terugvlucht uit Libanon te horen hebben gekregen dat zij maar één dag opvang in Nederland krijgen. Daarna zijn zij op zichzelf aangewezen. Dit staat haaks op werkafspraken tussen het Rijk en de gemeente Eindhoven over repatriëringen. Het conflict is inmiddels zo hoog opgelopen, melden ingewijden, dat Eindhoven weigert om nog langer mee te werken aan repatriëringen.
Twee repatriëringsvluchten uit Libanon landden vrijdag 4 en zaterdag 5 oktober op de luchthaven in Eindhoven. Het gaat om 360 personen met de Nederlandse nationaliteit, hun kerngezinsleden, en mensen met een Nederlandse verblijfsvergunning. Het merendeel kon bij familie of vrienden terecht. Maar een groep van 46 personen, waaronder tien kinderen en een pasgeboren baby, had geen plek om te verblijven. Zij werden door medewerkers van de gemeente Eindhoven ondergebracht in twee hotels.
Protocol
Normaal gesproken worden deze ‘overblijvers’ na een repatriëring de eerste drie dagen opgevangen onder verantwoordelijkheid van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum. Dat is zo afgesproken in het protocol voor repatriëring. Hierna worden zij door de gemeente tijdelijk ondergebracht, tot er huisvesting is gevonden. Alle gemaakte kosten schiet de gemeente voor en worden uiteindelijk vergoed door het Rijk – zo ging dat althans bij eerdere repatriëringen.
Maar na het terughalen van de Nederlanders uit Libanon, hoorde Eindhoven van het ministerie van Volkshuisvesting dat de opvangkosten nog maar voor één dag zouden worden vergoed, voor verdere dagen weigerde het ministerie dit te betalen. De teruggehaalde Nederlanders kregen in de hotels bezoek van ambtenaren, die ze vertelden dat ze slechts een dag in het hotel mochten verblijven. Daarna zouden de burgers eruit worden gezet. Volgens rijksambtenaren zou dit een besluit zijn van minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting). Eindhoven weigerde de mensen uit de hotels te zetten, melden bronnen, en kreeg tot twee keer toe een verlenging van één dag van het ministerie om alternatieve huisvesting te regelen.
De Eindhovense burgemeester Jeroen Dijsselbloem (PvdA) wil inhoudelijk niet reageren op vragen van NRC, maar benadrukt dat zijn gemeente de teruggehaalde burgers niet in de steek laat. „Dit gaat om Nederlandse ontheemden die net een oorlog zijn ontvlucht. Deze mensen zetten wij niet op straat.” Dijsselbloem gaat er vooralsnog vanuit dat het ministerie van Keijzer met een oplossing komt.
Ondertussen is het conflict tussen Eindhoven en het kabinet zo uit de hand gelopen, dat de gemeente geen nieuwe gerepatrieerden uit Libanon meer wil opvangen tot het conflict is opgelost. Een groep Nederlanders die deze week met een derde terugvlucht op het vliegveld van Brussel landt, wordt daarom in Utrecht opgevangen en niet in Eindhoven. Een woordvoerder van de gemeente Utrecht bevestigt dat nieuwe gerepatrieerden daar zullen worden opgevangen.
Het Rijk was aanvankelijk terughoudend met het terughalen van burgers uit Libanon. Het vond dat ze op eigen gelegenheid naar Nederland moesten komen. Onder druk van de oppositie ging het Rijk overstag en besloot Buitenlandse Zaken – net als Bulgarije, Duitsland en Groot-Brittanië – alsnog repatriëringsvluchten te sturen.
De ministeries van Volkshuisvesting, Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken konden nog niet reageren op vragen van NRC.
Lees ook
Nederlandse hulporganisaties openen ‘politiek neutrale’ Giro555 ‘voor alle slachtoffers Midden-Oosten’
Een jaar voordat hij overleed, vroeg de levenspartner van Veerle Duflou of zij het goed zou vinden als hij zijn lichaam aan de wetenschap zou doneren. Artsen hadden hem met een operatie extra levensjaren gegeven, dus dit was „een bedankje aan de medische wetenschap”. Duflou vond het altijd een troostend idee, maar is nu, tien jaar later, ook nieuwsgierig waar zijn lichaam voor gebruikt is. Dus neemt ze een kijkje in het anatomielab van de Universiteit van Antwerpen, om te zien hoe een intake verloopt, waar een donatie nuttig voor is, en hoe studenten hun eerste keer in de snijzaal ervaren. Hoe gaan verschillende mensen om met de dood wanneer die voor hen ligt? Kun je een levenloos lichaam wel los zien van het leven?