Bruce Springsteen zindert, maar soms verandert The Boss in The Boomer

Recensie Muziek

Rock Het drie uur durende optreden van Bruce Springsteen, donderdag in de Johan Cruijff Arena, was een zinderende hoogmis maar dan zonder de halleluja’s.

Bruce Springsteen tijdens het concert in de Johan Cruijff Arena.
Bruce Springsteen tijdens het concert in de Johan Cruijff Arena. Foto Andreas Terlaak

„Steve!!!! Steve!!!! STIE-VIE!!! Ze willen niet naar huis!!!” Na twee uur, 34 minuten en 19 seconden roept Bruce Springsteen quasi-vertwijfeld zijn muzikale kompaan Little Steven bij zich. „Nobody wants to go fucking home!!!”

Er zit dus maar één ding op: nóg een half uur iconische monsterhits blijven pompen tot de Johan Cruijff Arena echt niet meer kan.

En ja hoor, daar gaan we weer, van de jongste kids die met bouwvakkerkoptelefoons op hun oren helemaal vooraan op de schouders van hun ouders meehossen tot de opa’s en oma’s die op de tribunes overeind veren en dansend in elkaars armen vallen. Vol overgave duikt het hele stadion opnieuw in de knusse bubbel van oneindige hoop: de marcheergospel van ‘Badlands’, de onbezonnenheid in ‘Born to Run’ en honkbalheimwee van ‘Glory Days’.

Springsteen (73) is topfit, en heeft nog steeds de stembanden én kledingkast van voorheen. Onvermoeibaar paradeert hij in een te strak zwart bloesje met te korte opgerolde mouwen langs zijn fans, met gitaar op de rug en kromgebolde armen om net iets breder te lijken.

Lees ook Waarom Bruce Springsteen nog steeds een ‘hot ticket’ is

Broos

Alleen als hij na de nodige high fives met de voorste rijen vanaf de catwalk weer de grote traptreden naar het podium moet beklimmen, lijkt hij wat broos. Maar de leeftijd heeft ook zo zijn voordelen: dankzij de terugwijkende haarlijn (en het door een barbier gekortwiekte hipsterkapsel) heeft de The Boss een kop van marmer gekregen. Meer dan ooit oogt hij als Romeinse god.

Over uithoudingsvermogen gesproken: achter hem zit een net zo grote baas en fitboy stokken te verpulveren. Max Weinberg (72) drumt zoals hij bokst: verbeten en kauwend bij elke klap. Onverstoorbaar en onberispelijk gekleed (zwart gilletje, gestippeld overhemd met alleen het bovenste knoopje open voor de broodnodige ventilatie) houdt hij één stok omgekeerd vast om het dikste uiteinde op zijn snare te laten knallen. Het is een genot om naar te kijken.

Dat geldt voor de gehele E Street Band. Hoe gitarist en piraat-lookalike Little Steven zijn tweestemmige zang in dezelfde microfoon (en recht in het gezicht) van zijn broodheer spuugt, is een iconisch beeld uit de rockhistorie. Tegelijkertijd blaast saxofonist Jake Clemons ome Clarence (die overleed in 2011) opnieuw tot leven in stuiterende staccato’s die overgaan in glijdende glissando’s. Stuk voor stuk stralen de bandleden dezelfde boodschap uit: alles komt goed.

Het is een zinderende hoogmis van het niveau Pinkstergemeente on steroids, maar dan zonder de halleluja’s: het opperwezen is vervangen door optimisme. Je begint je bijna af te vragen: waarom is deze rockheld eigenlijk geen presidentskandidaat?

Bruce Springsteen en Little Steven.
Foto Andreas Terlaak

Sfeerspons

En toch is ook Springsteen ook maar een mens. Want na de eerste zes nummers raakt hij even de draad kwijt. Het bloedsaaie ‘Kitty’s Back’ is een sfeerspons die al het opgebouwde momentum genadeloos opzuigt. Daarna volgt een regelrecht misbaksel: ‘Nightshift’ van de Commodores, van het vorig jaar verschenen soulcovers-album Only The Strong Survive. Op die plaat zat niemand te wachten, maar live wordt het pas echt tenenkrommend. Dat gladde soul en funk hem simpelweg niet passen, wordt pijnlijk duidelijk als Springsteen glibberzingend probeert te heupwiegen. Want dan ziet hij er opeens eng oud uit, als een soort King of Cringe.

Ook cringe: hoewel hij het niet meer nodig vindt om aan het eind van ‘Dancing In The Dark’ een vrouw uit het publiek te plukken om mee te dansen, trekt hij bij het slotakkoord wel als volleerd Chippendale zijn bloesje open. Terwijl 142 duizend ogen naar zijn bejaarde borsten staren, begint Bruce als Rocky Balboa te schaduwboksen… en is The Boss definitief veranderd in The Boomer.

Nog een raadsel: waarom laat hij in hemelsnaam drie liedjes in het Nederlands ondertitelen? Naast lelijke zinnen („Ik nam alle zonneschijn en regen”) gaat het nogal ten koste van de impact (en spontaniteit) wanneer ook de regels uit een gevoelige speech over een verloren vriend als spoiler op de schermen verschijnen voordat ze überhaupt zijn uitgesproken.

Bij de laatste toegift heeft die ondertiteling een onbedoeld komisch effect. Tijdens de bloedstollende akoestische afsluiter ‘I’ll See You In My Dreams’ verschijnt op alle schermen de regel die iedere Springsteen-show samenvat: „Er lijkt geen einde aan te komen.”

Als na drie uur en 33 seconden de laatste tonen wegsterven, laat de Arena nog één keer klappend en krijsend van zich horen. Toch nog te kort dus, oordeelt Amsterdam.

https://www.youtube.com/watch?v=1j1cWBioJDg