Online diensten in het Verenigd Koninkrijk hebben afgelopen week leeftijdschecks ingevoerd om te voorkomen dat minderjarigen porno te zien krijgen. De aloude knop „ik ben 18+” is niet meer genoeg, de Britse mediatoezichthouder Ofcom eist nu grondigere controles, op straffe van miljoenenboetes. De regels gelden voor alle platforms waarop porno is te zien, ook datingapps en sociale media als X.
Vergelijkbare regels zijn ook elders in opkomst. Australië, verschillende Amerikaanse staten en de EU willen dat voor de onlinewereld dezelfde regels gaan gelden als vroeger in de videotheek. Minder duidelijk zijn de voorschriften over hóe leeftijdscontroles uitgevoerd moeten worden.
Ofcom is de afgelopen jaren vakbeurzen afgegaan om over de aankomende Britse regels te vertellen. Dat leidde tot een stekelige sfeer in vergaderzaaltjes: pornosites zitten niet te wachten op een verplichting die bezoekers kan wegjagen. Toch zocht Ofcom de dialoog op: het wilde horen welke obstakels de industrie zag en het toezicht flexibel inrichten zodat bedrijven een oplossing kunnen zoeken die voor hen werkt.
Die flexibiliteit blijkt anderhalf jaar later uit de vele controlemethoden die Ofcom goedkeurt. Checks via de bank of creditcard zijn prima. Een ander voorbeeld is de selfiecheck: gebruikers moeten daarbij hun gezicht tonen en de software op basis daarvan een leeftijdsinschatting laten maken.
Aylo, het bedrijf achter Pornhub en andere grote pornosites, is opvallend positief over de Britse aanpak. Het noemt de methoden die Ofcom voorschrijft „minder ingrijpend” dan wat er in andere landen wordt geëist.
Toch kan er bij die controlevormen genoeg misgaan, bleek dezelfde week bij de Amerikaanse app Tea, waarop vrouwen hun datingervaringen met mannen delen. De app werd gehackt, 13.000 selfies en foto’s van ID-bewijzen kwamen op straat te liggen.
Veel Britten staan dan ook niet te springen om een foto van hun paspoort naar een pornoplatform te sturen. Een officiële petitie om de wet te schrappen is al bijna een half miljoen keer getekend. Elke dag worden er nu zo’n vijf miljoen leeftijdschecks uitgevoerd, schrijft The Guardian. Het aantal pornokijkers ligt vermoedelijk veel malen hoger. De controles zijn dan ook makkelijk te omzeilen door via een VPN-dienst te doen alsof je in een land zit zonder checkwet.
„Je kunt hier lessen uit trekken”, zegt Bart Jacobs, hoogleraar computerbeveiliging en privacy aan de Radboud Universiteit over de Britse situatie. „Als overheden er niet strak bovenop zitten, wordt het een zooitje.”
De Europese Commissie lanceerde half juli een prototype van een app waarmee burgers hun leeftijd kunnen verifiëren. Vijf lidstaten gaan daar binnenkort mee experimenteren. De Europese aanpak is in elk geval anders dan die in de Angelsaksische landen: niet overlaten aan de markt, maar als overheid een verificatiedienst aanbieden waarbij de privacy gewaarborgd blijft. Logisch, vindt de hoogleraar. „Je paspoort wordt toch ook niet door een bedrijf uitgegeven?”
Online diensten in het Verenigd Koninkrijk hebben afgelopen week leeftijdschecks ingevoerd om te voorkomen dat minderjarigen porno te zien krijgen. De aloude knop „ik ben 18+” is niet meer genoeg, de Britse mediatoezichthouder Ofcom eist nu grondigere controles, op straffe van miljoenenboetes. De regels gelden voor alle platforms waarop porno is te zien, ook datingapps en sociale media als X.
Vergelijkbare regels zijn ook elders in opkomst. Australië, verschillende Amerikaanse staten en de EU willen dat voor de onlinewereld dezelfde regels gaan gelden als vroeger in de videotheek. Minder duidelijk zijn de voorschriften over hóe leeftijdscontroles uitgevoerd moeten worden.
Ofcom is de afgelopen jaren vakbeurzen afgegaan om over de aankomende Britse regels te vertellen. Dat leidde tot een stekelige sfeer in vergaderzaaltjes: pornosites zitten niet te wachten op een verplichting die bezoekers kan wegjagen. Toch zocht Ofcom de dialoog op: het wilde horen welke obstakels de industrie zag en het toezicht flexibel inrichten zodat bedrijven een oplossing kunnen zoeken die voor hen werkt.
Die flexibiliteit blijkt anderhalf jaar later uit de vele controlemethoden die Ofcom goedkeurt. Checks via de bank of creditcard zijn prima. Een ander voorbeeld is de selfiecheck: gebruikers moeten daarbij hun gezicht tonen en de software op basis daarvan een leeftijdsinschatting laten maken.
Aylo, het bedrijf achter Pornhub en andere grote pornosites, is opvallend positief over de Britse aanpak. Het noemt de methoden die Ofcom voorschrijft „minder ingrijpend” dan wat er in andere landen wordt geëist.
Toch kan er bij die controlevormen genoeg misgaan, bleek dezelfde week bij de Amerikaanse app Tea, waarop vrouwen hun datingervaringen met mannen delen. De app werd gehackt, 13.000 selfies en foto’s van ID-bewijzen kwamen op straat te liggen.
Veel Britten staan dan ook niet te springen om een foto van hun paspoort naar een pornoplatform te sturen. Een officiële petitie om de wet te schrappen is al bijna een half miljoen keer getekend. Elke dag worden er nu zo’n vijf miljoen leeftijdschecks uitgevoerd, schrijft The Guardian. Het aantal pornokijkers ligt vermoedelijk veel malen hoger. De controles zijn dan ook makkelijk te omzeilen door via een VPN-dienst te doen alsof je in een land zit zonder checkwet.
„Je kunt hier lessen uit trekken”, zegt Bart Jacobs, hoogleraar computerbeveiliging en privacy aan de Radboud Universiteit over de Britse situatie. „Als overheden er niet strak bovenop zitten, wordt het een zooitje.”
De Europese Commissie lanceerde half juli een prototype van een app waarmee burgers hun leeftijd kunnen verifiëren. Vijf lidstaten gaan daar binnenkort mee experimenteren. De Europese aanpak is in elk geval anders dan die in de Angelsaksische landen: niet overlaten aan de markt, maar als overheid een verificatiedienst aanbieden waarbij de privacy gewaarborgd blijft. Logisch, vindt de hoogleraar. „Je paspoort wordt toch ook niet door een bedrijf uitgegeven?”
Normaal gesproken wil het Wereldvoedselprogramma zijn voedselpakketten graag aan de deur afleveren bij degenen die ze nodig hebben. Maar in Gaza is de uithongering van de bevolking zo ernstig dat het agentschap van de Verenigde Naties zijn vrachtwagens soms maar gewoon halt laat houden tussen een wachtende menigte. Pak maar. Voor wie kan.
Het Wereldvoedselprogramma (WFP), een organisatie binnen de Verenigde Naties, is de grootste humanitaire organisatie ter wereld. In 2023 ondersteunde het programma meer dan 152 miljoen mensen in meer dan 120 landen.
Ondanks de genadeloze inspanningen van het Israëlische regime om noodhulp van andere organisaties tegen te houden, waardoor honderden trucks met daarin levensreddende hulpmiddelen voor de grens met Gaza blijven wachten, blijft WFP Gaza binnenrijden. WFP heeft als doel om elke dag 2 miljoen kilo voedselhulp Gaza binnen te brengen (1 miljoen naar het noorden, 1 miljoen naar het zuiden).
Dat doel haalt de organisatie bij lange na niet. In de twee maanden na 21 mei – toen Israël na tachtig dagen blokkade weer een beetje noodhulp in Gaza toestond – hebben WFP-teams ruim 1.200 vrachtwagens met in totaal 18.247.000 kilo voedsel naar Gaza gestuurd, meldde de organisatie. Dat komt neer op 300.000 kilo voedsel per dag, op een bevolking van ruim 2 miljoen mensen.
Talloze hulporganisaties wijzen erop dat er nog altijd onvoldoende vrachtwagens tot Gaza toegelaten worden om de bevolking te voeden. Er zijn ook andere manieren: zo werden er afgelopen weekend weer pakketten aan parachutes boven Gaza gedropt.
Maar die zijn lang niet zo efficiënt, zegt noodhulpcoördinator Carla Jonkers van het Rode Kruis. „Dat zijn geen serieuze hoeveelheden. Bovendien raken mensen gewond doordat er pakketten op hun hoofd landen, of in de chaos die er ontstaat als er een pakket landt. En vrouwen, kinderen en ouderen hebben het nakijken.”
Het is, zegt Jonkers, „allemaal afleiding” van waar het eigenlijk om draait: vrachtwagens toelaten tot het belegerde gebied. Dat dat maar zo mondjesmaat lukt, komt door Israëlische restricties. Ook beloofde Israël dat het geen gewapende soldaten zou stationeren langs de routes van humanitaire konvooien, noch bij het uitdelen van voedsel. Die belofte verbreekt het keer op keer.
Op 17 juni is de Gaza Humanitarian Foundation (GHF), de zeer omstreden, door Israël en de Verenigde Staten opgezette ‘hulporganisatie’ die de uitgehongerde Palestijnen van voedsel zou moeten voorzien, al zeker een maand actief in Gaza. In die eerste maand zijn er al ruim vierhonderd Palestijnen gedood in hun poging om zo’n GHF-voedselpakket te bemachtigen.
Veel Palestijnen weten dan al dat ze niet hun leven willen riskeren bij een GHF-distributiepunt. En dus zijn de sporadisch binnenstromende WFP-konvooien een schrale troost, mochten die daadwerkelijk aankomen. De trucks worden vaak bij binnenkomst al tegengehouden door menigten van uitgehongerde Palestijnen, die wanhopig op zoek zijn naar eten om henzelf en hun geliefden te voeden.
Doodvonnis
WFP stelt zelf dat het begrijpelijk is dat zijn vrachtwagens omsingeld worden in een gebied waar zó weinig voedselhulp is, en waar de enige andere vorm van voedselhulp een doodvonnis kan betekenen. En dus besluit de organisatie geregeld om haar trucks een druk bevolkt gebied binnen te rijden en daar te stoppen, zodat mensen meteen iets kunnen pakken. Zo ook in de vroege ochtend van 17 juni, toen er enkele trucks Gaza binnenreden en stopten bij een rotonde in Al-Mawasi, het tentenkamp aan zee.
Die dag ging het mis. Tussen de duizenden mannen, vrouwen en kinderen die op de vrachtwagens stonden te wachten, vuurde het Israëlische leger twee granaten af. 59 mensen waren op slag dood, zeker 221 mensen raakten zwaargewond. Het is het hoogste dodental op één dag sinds de hervatting van de hulp aan Gaza, in mei. NRC analyseerde de beelden van deze aanval. Dit zijn video’s die gemaakt zijn vlak na het bombardement, waarin te zien is dat tientallen lijken verspreid over de weg liggen. Hun afgerukte ledematen liggen, door de impact van de granaten, meters verderop.
Gevouwen over fietsstangen, liggend op ezelsruggen en achter in pick-uptrucks werden gewonden vervoerd naar het ziekenhuis, waar dokters moesten kiezen tussen hun op de vloer uitgestalde patiënten: wie wordt er als eerste geholpen? Wie krijgt er iets van onze schaarse voorraad pijnstillers? En wie laten we sterven? In een verklaring zei het Israëlische leger (IDF) later die dag: „De IDF is op de hoogte van meldingen over een aantal gewonden door vuur van de IDF na het naderen van de menigte. De details van het incident worden bekeken.”
Het zijn niet alleen voedselpunten. Eerder bombardeerde het Israëlische leger de Altayara, een gezondheidskliniek voor ondervoede patiënten (vijftien doden), de weeskinderenafdeling van liefdadigheidsorganisatie Human Appeal (drie doden), een bij het leger aangemelde reddingsmissie van het Rode Kruis om een gewonde medewerker en zijn familie te evacueren (twee zwaargewonden), een school voor ontheemden in Jabalia (acht doden), een distributielocatie in Rafah (tien doden en zestig gewonden) en een waterdistributiepunt in An Nuseirat (zeventien doden). In drie dagen.
Dan, op 20 juli, doet het Israëlische leger het wéér. Die dag rijdt een WFP-konvooi, bestaande uit 25 trucks, ’s ochtends via de Zikim-grensovergang Noord-Gaza binnen. In het noorden is nóg minder eten te vinden dan in het zuiden, en in het gebied rondom de Zikim-overgang – dicht bij de kust – was er sinds 13 juli geen eten meer gebracht. Toen de trucks met voedsel het checkpoint door waren, stonden daar duizenden wanhopige, hongerige mensen te wachten. Het konvooi had de wachtende menigte net bereikt, toen Israëlische militairen met tanks en sluipschutters het vuur openden.
Schotwonden
Het Palestijnse ministerie van Gezondheid telt zeker 99 doden, tientallen mensen raken gewond. Na de aanval stromen online beelden binnen van de doden en gewonden, die veelal achterop ezelskarren naar het Al-Shifa ziekenhuis worden gedragen. NRC analyseerde tientallen beelden van de slachtoffers en hun verwondingen. Gewonden hebben vooral schotwonden in hun benen, schouders of armen. Van de doden is het merendeel door het hoofd of gezicht geschoten.
Tegen het digitale Palestijnse mediaplatform Sahat zegt ooggetuige Salim Aba Rayala dat er werd gevuurd vanaf tanks, boten en drones. Een inwoner van Noord-Gaza, Mohammad Aloosh, schetst in een ander filmpje het dilemma van de hongerige die beschoten wordt terwijl hij eten zoekt: „Honger doodt ons voordat de bommen het doen.”
Op een via Instagram gedeeld en door NRC geverifieerd filmpje van 20 juli wordt er een kar met lijken door een ezel voortgetrokken. „Ik ging meel halen en vond ze overal, dus heb ik ze meegenomen”, zegt een man in de video. Een tweede man noemt de bestemming van de „tientallen martelaren”: het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza-Stad.
Volstrekt onaanvaardbaar
„We zijn diep bezorgd en bedroefd door dit tragische incident, dat heeft geleid tot het verlies van talloze levens”, aldus het WFP in een verklaring op 20 juli. „Deze mensen probeerden simpelweg voedsel te vinden om zichzelf en hun gezinnen te voeden, terwijl ze op de rand van de hongerdood stonden.”
Ook Nadav Shoshani, woordvoerder van het Israëlische leger, reageert op de aanval. In een bericht op X, met daarbij een screenshot van een artikel van persbureau AP over de aanval, noemt hij het nieuws over de aanval onjuist en „informatie afkomstig van een door de VS aangewezen terroristische organisatie: Hamas”.
Enkele minuten later plaatst hij een uitgebreidere verklaring, waarin staat dat soldaten „waarschuwingsschoten” afvuurden nadat duizenden inwoners van Gaza zich in het gebied hadden verzameld. De soldaten zouden het vuur hebben geopend om „een onmiddellijke dreiging weg te nemen”. Wat die dreiging precies was, vermeldt Shoshani niet.
De legerwoordvoerder zegt ook dat het door de Palestijnen gemelde aantal slachtoffers „niet in overeenstemming” is met de eerste beoordeling van het Israëlische leger en dat er een onderzoek is ingesteld.
Volgens WFP mogen er zich „nooit, maar dan ook nooit”, gewapende groepen in de buurt van of op hun hulpkonvooien bevinden, „zoals herhaaldelijk aan alle partijen in het conflict is gemeld”, zo staat er in de verklaring. „Schietpartijen in de buurt van humanitaire missies, konvooien en voedseldistributiepunten moeten onmiddellijk stoppen. Elk geweld waarbij burgers betrokken zijn die humanitaire hulp zoeken, is volstrekt onaanvaardbaar.”
Hulporganisaties kregen zondag flinke kritiek van Benjamin Netanyahu, die op een persconferentie zei dat er „honderden vrachtwagens aan de Gazaanse kant van de grensovergang Kerem Shalom” klaarstaan. Dat die hulp niet bij hongerige Palestijnen aankomt, zou volgens de Israëlische premier aan „internationale organisaties, inclusief de Verenigde Naties” te wijten zijn: zij zouden weigeren om de „veilige corridors” te gebruiken die Israël tussen de gevechtszones ingericht zou hebben.
Tot ergernis van Carla Jonkers van het Rode Kruis. „Geloof mij maar: als er ook maar enige kans was dat wij die vrachtwagens veilig bij hongerige mensen hadden kunnen krijgen, was het wel gebeurd.” Dat de VN, inclusief het WFP, er zo van langs krijgen, is volgens Jonkers de omgekeerde wereld. „Israël heeft, als bezettende macht in Gaza, de plicht om te zorgen voor zaken als water, onderdak en medische zorg. Het is Israël dat niet genoeg hulp doorlaat.”
Jonkers wijst erop dat er tussen januari en maart, tijdens het staakt-het-vuren, nul doden vielen bij het uitdelen van voedsel in Gaza. Onder leiding van de VN hadden hulporganisaties toen vierhonderd distributiepunten ingericht – tegen de vier GHF-punten nu. Israël wilde dat systeem niet meer omdat Hamas eten zou stelen. Uit onderzoeken blijkt er niets van dat er systematisch hulp in handen van Hamas zou belanden. Jonkers: „En als je echt bang bent dat er hulp in verkeerde handen valt, dan is de huidige manier juist veel minder controleerbaar.”
Toen de VN nog de noodhulp coördineerde, was goed na te gaan waar de hulp terechtkwam. Onder Israëlische controle geldt daarentegen het recht van de sterkste. Dat schreef ook oprichter José Andrés van de ngo World Central Kitchen in in een opiniestuk in The New York Times: „De [Israëlische] blokkade [van noodhulp], die bedoeld was om druk uit te oefenen op de restanten van Hamas, heeft deze schutters en bendes alleen maar sterker gemaakt. Het leidde tot massale ontberingen en de ineenstorting van de samenleving in Gaza.”
Netanyahu zei zondag: „De VN hebben geen smoesjes meer over. Stop met liegen. […] Er is geen uithongering in Gaza. Geen beleid van uithongering in Gaza.”
De zon gaat onder met een show. Grote bloemkoolwolken kleuren oranje, de lucht als Passoã-jus. Dan drijven asblauwe wolken over. Het slot: een heldere sterrenhemel met een nagelrandje maan. Terwijl de lucht verkleurt, klinkt keer op keer de schaterlach van Calypso – een van de Heksen van Boetsja.
Calypso – nom de guerre – is de eerste ‘heks’ en ondercommandant van de illustere vrijwilligerseenheid. Het is een mobiele luchtafweerbrigade die grotendeels bestaat uit vrouwen – vandaar de geuzennaam. De heksen patrouilleren ten noordwesten van Kyiv. Met een zware mitrailleur Browning M2, een pick-up truck, live radarinformatie en een warmtebeeldkijker jagen ze op Russische kamikazedrones rond het bosrijke stadje Boetsja.
„In de winter van ‘23 op ‘24 was het koud, we hadden maar twee tot vier uur elektriciteit per dag, zoveel uren in het donker. Het was gekmakend”, zegt Calypso (32). „Toen besloot ik iets te doen en me aan te sluiten bij de Territoriale Verdediging. Ik kon niet gewoon blijven zitten en niks doen in het donker terwijl er van alles in de buurt ontplofte.”
Calypso, nom de guerre, plaatsvervangend stafchef van de vrijwilligerseenheid van de regio Boetsja en commandant van de Heksen van Boetsja. Ze neemt deel aan een training voor rekruten die leren schieten met een Browning-machinegeweer buiten Kyiv op 26 juli 2025.
Foto Kostyantyn Chrenichkin
Ad-rem en met een aanstekelijke lach heeft Calypso de kwaliteit dat ze anderen moed geeft op momenten dat het zwaar is. Sinds het begin van de oorlog was zij degene die vrienden belde als ze bang waren, zegt ze. Als barvrouw in nachtclubs was ze naar eigen zeggen meestal als eerste om gasten uiteen te trekken als er vuisten rondzwaaiden.
Bij de standplaats schijnt licht van een een-pits campingstoof met een mokkapot. Een standaard mobiele brigade bestaat uit vier personen. Een chauffeur, één navigator, één iemand die het machinegeweer bedient, en één iemand die daarbij helpt, door de lucht te verlichten met noodvuurwerk en door te zorgen dat de kogels voorhanden zijn.
Lokdrones
Maar de Oekraïense verdediging tegen drones verloor afgelopen maanden aan kracht. De Russische strijdkrachten hebben de tactieken aangepast. De Shaheds komen in zwermen met tientallen tegelijk of meer – een deel zijn ‘lokdrones’ bedoeld om de afweer te overweldigen, zonder explosieve lading. De Oekraïense inlichtingendiensten schatten dat Rusland dagelijks 170 nieuwe exemplaren bouwt, lok en echt.
De drones zijn sneller dan voorheen, tot 300 kilometer per uur. Ze zijn soms geladen met clustermunitie, brandmunitie of explosieven met vertraagde ontsteking, die uren later nog af kunnen gaan tijdens een reddingsactie of bij het opruimen.
En het belangrijkst: waar de drones eerst laag vlogen om de radars te ontlopen, vliegen ze nu op zo’n twee kilometer hoogte. Hierdoor blijven ze buiten bereik van de mitrailleurs tot het moment dat ze richting hun doel gaan zakken. „Ze proberen ons altijd een beetje te imponeren. En zo veel mogelijk schade aan te richten”, zegt Calypso.
Vrouwen van de luchtafweerbrigade Heksen van Boetsja bekijken informatie over luchtdreiging op een tablet.
De nachtelijke lucht in de bossen van Boetsja tijdens het patrouilleren van de Heksen van Boetsja op 24 juli.
Foto’s Kostyantyn Chernichkin
Hierdoor moet Oekraïne terugvallen op meer geavanceerde wapens, zoals luchtdoelraketten en de Amerikaanse anti-tankraket Javelin. Dat wapen blijft geweldig effectief en heeft in Oekraïne een cultstatus als ‘de heilige Javelin’. Zo’n infrarood geleide raket is echter zo’n 50.000 keer duurder dan een kogel voor de M2. Ook heeft Oekraïne er veel minder op voorraad en gebruikt het ze liever aan het front.
Nieuw afweersysteem
Daarom wordt er gewerkt aan een nieuw afweersysteem. Omdat het de nationale veiligheid betreft, is daarover lang niet alles bekend. Maar de luchtmacht heeft tegenover Oekraïense media gezegd dat steeds meer brigades getraind zijn in het besturen van ‘onderschep-drones’. Ook de Heksen trainen hier inmiddels mee.
„Het is een goede nacht, een rustige nacht”, zegt een heks met verwassen roodgeverfd haar en een machinegeweer hangend voor haar buik. De radar toont alleen een drone-aanval op Poltava. „Dat is niet onze richting. Jullie hadden gisteren moeten komen”, grapt ze. Die nacht stuurde Rusland weer honderden kamikazedrones op Oekraïne. „Maar wij weten natuurlijk zelf ook niet wanneer er wat aan komt vliegen.” Het is middernacht en tijd om de wacht te wisselen.
Overdag wordt er in de bossen getraind op een schietbaan. Dat juist in Boetsja een brigade met vooral vrouwen populair werd, is geen toeval. Russische militairen bezetten de stad eind februari 2022 ruim een maand lang. De stad werd een symbool van het Oekraïense verzet en van de wreedheid van de Russische strijdkrachten.
Valkyrie, nom de guerre, (Valentyna, 52) tijdens een gevechtstraining met de Heksen van Boetsja.
Foto Kostyantyn Chernichkin
„De Russen hielden mijn jongste van acht een machinegeweer tegen zijn hoofd toen we gingen evacueren”, zegt ‘Valkyrie’ (Valentyna, 52). Ze heeft kort blond haar en knippert bij het horen van de knallen van de schietbaan, al zit ze al een jaar bij de Heksen.
Ongeloof was het eerste wat ze ervoer toen de Russen haar stad innamen. Toen ze zich na een paar dagen realiseerde dat het echt was, besloot ze te vertrekken – met haar hond, konijn, man en jongste zoon in de auto. Haar oren zo overweldigd van de dagenlange explosies dat ze niets meer hoorde. „De vorige keer dat ze kwamen, wisten we niet wat we moesten doen. Als ze, god verhoede, nu weer op onze grond stappen, weten we hoe we ons moeten verdedigen”, zegt Valkyrie. Ze gebaart naar haar machinegeweer. „Nu kan ik schieten.”
Dubbele agenda
De vrouwenbrigade heeft naast de luchtafweer een dubbele agenda: het tekort aan manschappen oplossen en vrouwen laagdrempelig kennis laten maken met militaire dienst.
Demografisch staat het land op achterstand tegenover Rusland. Nu het Kremlin zijn oorlogsdoelen (capitulatie van Oekraïne, demilitarisatie, het hallucinante ‘denazificatie’ en afzien van NAVO-lidmaatschap) afgelopen week weer heeft herbevestigd, lijkt de oorlog nog niet spoedig voorbij.
Voor Oekraïne is de eerstvolgende stap vermoedelijk het mobiliseren van jonge mannen. Die worden momenteel geworven met een speciaal contract met betere voorwaarden. En hoewel er nu nog een taboe rust op gedwongen mobilisatie, verwachten velen dat daarna de vrouwen aan de beurt zijn. De 13e brigade van de Nationale Garde ‘Chartija’ begon in mei ook al met een wervingscampagne voor vrouwen.
Vrijwilligers van de Heksen van Boetsja op de schietbaan.
Foto Kostyantyn Chernichkin
Slechts zo’n 70.000 vrouwen dienen in de Oekraïense strijdkrachten, stelde het Oekraïense ministerie van Defensie eerder dit jaar. Dat is op een totaal van ongeveer 800.000 tot 1 miljoen. Met name in de achterhoede, de logistiek, medische hulpverlening, in de communicatie en bij drone-eenheden zijn steeds vaker vrouwen te vinden.
„Het land is in oorlog met een verachtelijke en verschrikkelijke vijand”, zegt de commandant Andri Verlaty, hoofd van het coördinatiecentrum van de Territoriale Verdediging van de Gemeenschap Boetsja, waar de Heksen onder vallen. „Hij moet tegengehouden worden. Mobilisatie is geen straf, het is het verdedigen van het land. Door te dienen kan een vrouw zichzelf en andere vrouwen beschermen.”
Uit noodzaak
Commandant Verlaty richt zich uit noodzaak op vrouwen. In mei 2024 veranderde de mobilisatiewet in Oekraïne. Mannen die ‘gedeeltelijk geschikt voor dienst’ waren, werden gevechtsklaar beschouwd. „Die maand werd 100 procent van de mannen in mijn vrijwilligers-eenheid overgeheveld naar de Oekraïense strijdkrachten”, zegt Verlaty.
De luchtafweer bij Boetsja had een acuut probleem. Verlaty besloot te proberen vrouwen te werven met een oproep op sociale media. Twee artsen uit Odesa meldden zich aan, en Calypso. „Ze verdedigden anderhalve dag achter elkaar, toen zei Calypso ‘ik moet even naar huis vliegen’. Ik zei ‘toe, pak de bezemsteel’. En zij: ‘Denk je soms dat ik een heks ben?’ Ik zei: ‘absoluut, jullie hebben de hele nacht op drones gejaagd.’ Op dag drie schoten de heksen hun eerste Shahed uit de lucht. „Toen was luid en duidelijk” dat de Heksen hun bestaansrecht hadden bewezen, zegt Verlaty.
Zelensky tekende deze week ook een wet die het mogelijk maakt voor mannen van ouder dan 60 om zich aan te melden voor de strijdkrachten, als ze de fittest halen.
Eén van de Heksen van Boetsja houdt ’s avonds de wacht.
Foto Kostyantyn Chernichkin
De heksen krijgen de basis gevechtstraining en leren schieten met een kalasjnikov. Maar alles op een langzamer tempo – naast de nachtelijke wacht hebben veel van hen nog jonge kinderen of betaald werk. Sommige vrouwen komen er tijdens de nachtelijke dronejacht achter dat ze goed met adrenaline om kunnen gaan en er plezier in hebben. Het gebeurt niet zelden dat een heks zich na enige tijd aanmeldt bij de strijdkrachten – dus de brigade is constant op zoek naar nieuwe leden.
Calypso zou wel bij de strijdkrachten willen dienen. Ze heeft al een aantal missies in het oosten gedaan. Maar de commandant wil haar daar niet permanent stationeren. Als drijvende kracht bij de Heksen kan ze niet gemist worden. In plaats daarvan werd ze deze maand benoemd tot plaatsvervangend hoofd van de centrale leiding van de vrijwilligersbrigade.
Bang is ze naar eigen zeggen nooit tijdens de dronejacht. „Eng is het alleen als ik nog geen koffie op heb, of geen energiedrank”, grapt ze. Dan serieus: „Als je een drone ziet zakken richting een woonhuis, vrees ik natuurlijk wel dat er mensen wonen. Maar we hebben de situatie gewoonlijk onder controle. Als je weet wat je doet, dan is er weinig engs aan. En bovendien, we gaan geen twee keer dood, dus waarom zou je er dan nerveus over zijn. Toch?”
Patroonhulzen op de grond bij de schietbaan van de Heksen van Boetsja.