In de zwartleren stoel van zijn stuurhut wacht schipper Gary Ferguson op de monteur die het kompas van zijn schip komt scherpstellen. De rechtse nieuwszender GB News is te zien op een van de schermpjes voor hem, pal naast dat met een kaart van de Noordzee. Vandaag varen ze niet uit. Misschien morgenavond, als het kompas is gemaakt. „Er valt toch weinig te halen, zei een collega die nu op zee is.”
Ferguson (66) vaart op de Ellorah, een blauw-wit schip van bijna negentien meter lang. Het ligt een paar dagen in de haven van Peterhead, de grootste visserijhaven aan de Schotse oostkust, op drie kwartier rijden van Aberdeen. Vistrawlers als deze leggen aan in het oude deel van de haven, waar verweerde ijzeren korven om kreeften en garnalen mee te vangen in stapels op de kade liggen. Aan een brede aanlegplaats verderop liggen veel grotere schepen die onderhoud uitvoeren aan de windmolenparken voor de kust.
Ferguson en zijn bemanning vangen vooral langoustines en witvis, zoals kabeljauw of schelvis. Natuurlijk heeft hij het nieuws gezien over de handelsafspraken tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Hij is er niet over te spreken: „Onze regering wil voedselproducenten de nek omdraaien. Eerst hadden ze het op de boeren voorzien. Ik zei toen al: let op, hierna zijn de vissers aan de beurt. En ja hoor, nu is het zover.” Ferguson heeft het over een regeringsmaatregel van vorig jaar, waardoor boeren die grote stukken land erven voortaan erfbelasting moeten betalen. Boeren waren daar altijd van vrijgesteld, mits hun grond voor landbouw werd gebruikt.
Premier Keir Starmer (Labour) en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen sloten in mei een akkoord over defensie, energie en soepeler handel. Het was de eerste reeks afspraken tussen de twee partijen sinds het VK de Europese Unie verliet, ruim vijf jaar geleden. Premier Starmer kreeg de meeste kritiek op zijn toezegging dat vissers uit de EU de komende twaalf jaar toegang houden tot Britse wateren. In ruil kunnen Britse vissers hun vangsten straks weer makkelijker verkopen, omdat Starmer en Von der Leyen ook overeenkwamen dat de meeste grenscontroles op bederfelijk voedsel vervallen.
Eigen boodschappen
Deze deal, al is nog onduidelijk wanneer de controles precies verdwijnen, kan voor visser Gary Ferguson goed uitpakken. Voor schaaldieren als langoustines is straks geen speciaal papierwerk meer nodig, dat sinds de Brexit vereist was. Ook de uitvoer van weekdieren als mosselen en oesters, die praktisch verboden was, wordt weer toegestaan. Toch is Ferguson kritisch. „De regering offert een kleine industrie op, in ruil voor toezeggingen in belang van het land als geheel.” Als voorbeeld noemt hij afspraken die Starmer maakte over snellere paspoortcontroles op vliegvelden in de EU. „Zo probeert hij zijn deal slim te verkopen.”
Het maakt blijkbaar niet uit welke van de twee grote partijen aan de macht is, zegt hij ook, Labour of de Conservatieven. Hier in Peterhead is regeringspartij Labour niet populair. De Schotse Nationale Partij won bij de Lagerhuisverkiezingen vorig jaar dit kiesdistrict.
Het probleem is volgens Ferguson dat vissersschepen uit EU-lidstaten, vooral die uit Frankrijk en Spanje, flink groter zijn dan Britse schepen. En die houden dus toegang tot eind juni 2038. Terwijl Britse vissers hoopten dat hun regering opnieuw met Brussel zou gaan onderhandelen over de periode na volgend jaar juni, als de afspraken zouden aflopen die tijdens de Brexit-onderhandelingen waren gemaakt. En dan hadden ze natuurlijk het liefst gezien dat de vangstquota voor vissers uit EU-landen zouden dalen.
De regering offert een kleine industrie op voor de belangen van het land als geheel
Vissers uit Spanje en Frankrijk dragen ook weinig bij aan de Schotse economie, moppert Ferguson. Zo doen de grote bedrijven waarvoor ze werken, geen boodschappen in de plaatselijke supermarkt. Ze laden de vrachtwagens waarmee ze de vis ophalen alvast vol boodschappen in hun thuisland, om hun schepen in de haven van proviand te voorzien. „Terwijl wij zo voor 700 of 800 pond boodschappen in de lokale supermarkt doen om het zes, zeven dagen vol te houden op zee. En dat dus elke week.”
Tijdens de Brexit-onderhandelingen spraken Londen en Brussel af dat EU-lidstaten uiteindelijk 25 procent minder vis mochten vangen in Britse wateren dan toen het VK nog in de EU zat. De Franse visserijsector liep door die lagere quota de meeste inkomsten mis, tussen 2021 en 2023 naar schatting 28,4 miljoen euro. Nederlandse vissers stonden op de tweede plek met een geschat verlies aan inkomsten van 23,9 miljoen euro in diezelfde periode. Ook Ierse, Deense en Spaanse vissers gingen erop achteruit.
Maar het gevolg was niet automatisch dat alle Britse vissers er sindsdien 25 procent op vóóruit gingen. Het volume ‘eigen’ gevangen vis in Britse wateren steeg tussen 2019 en 2023 met 12 procent. En die stijging was ongelijk verdeeld. Vooral makreel- en haringvissers haalden meer binnen, terwijl de vangst van kabeljauw en garnalen afnam. Kabeljauwvissers konden geen gebruik meer maken van Noorse wateren, omdat het VK geen deel meer uitmaakte van de visovereenkomst tussen Noorwegen en de EU. In Hull raakten daardoor bijna 75 vissers hun werk kwijt. Eind 2023 maakte het VK nieuwe afspraken met Noorwegen.
Foto’s Merlin Daleman
Hoewel de afspraken rond de Brexit „geen dramatische stijging in de vangst betekenden voor de meeste Britse vissers, werd de export van vis en schaaldieren veel moeilijker”, concludeerde denktank UK in a Changing Europe, in een analyse van de gevolgen van de Brexit voor de visindustrie.
De uitvoer van vis uit het VK naar de EU daalde tussen 2019 en 2023 met 29 procent in omvang. Andersom daalde de visexport vanuit EU-landen naar het VK met 25 procent. Extra wachttijden door grenscontroles en kosten van papierwerk – precies waar premier Starmer nu iets aan heeft gedaan – waren hier de belangrijkste redenen voor. De gezondheidscertificaten, die garanderen dat de vis aan alle EU-eisen voor voedsel voldoet, kostten 200 pond (ongeveer 235 euro) per zending en per vissoort. Een bedrijf dat meer soorten vis in één lading exporteert, heeft straks zomaar 1.000 pond aan kosten minder.
Dubai als alternatief
Pal aan de kade in Peterhead ligt de hal waarin Jimmy Buchan zijn visverwerkingsbedrijf runt. In het winkeltje verkoopt hij verse tarbot, makreel en sint-jakobsschelpen. In de vriezer liggen vispasteitjes, zakken met gepaneerde schelvis en gepelde langoustinestaarten. „Alles van Schotse topkwaliteit natuurlijk.” Achter de toonbank hangt een grote tekening van zijn oude rode trawler, de Amity, die hij in 2019 verkocht. Zijn dochter zag geen toekomst voor zichzelf als schipper en zelf werd hij te oud.
Buchan (64) is ook voorzitter van de Scottish Seafood Association, de werkgeversvereniging voor visverwerkers. Het ergert hem dat de Labour-regering haar plannen niet vooraf heeft besproken met de sector of met de betrokken Schotse ministers. „Het minste wat je kunt doen is in gesprek gaan met degenen die het raakt. Dit heeft onze onderlinge verhoudingen beschadigd.” De Britse visserij maakt nog geen half procent van de nationale economie uit, maar Schotse vissers zijn wel goed voor ongeveer 70 procent van die sector. Visserij is in Schotland verhoudingsgewijs dus veel belangrijker dan in de rest van het land.
Hoe dan ook heeft Buchan gemengde gevoelens over de nieuwe afspraken met de EU. Voor handelaren lijkt het hem op zich een uitstekende deal. „Maar wanneer stoppen die grenscontroles? Daar is geen concrete datum voor en dat maakt me achterdochtig. De Europeanen steken die twaalf jaar toegang tot onze wateren in hun zak en denken: halleluja. Maar onze fricties bij de grens zijn niet per direct opgelost.” Inderdaad staat nog geen datum vast voor het einde aan die controles en moeten het VK en de EU details daarover nog uitonderhandelen.
Het minste wat je kunt doen is in gesprek gaan met degenen die het raakt
Wel zegde Labour de vissers een pot geld van 360 miljoen pond toe, ter compensatie van de toegang voor EU-vissers tot ‘hun’ zee. Onduidelijk is nog over hoeveel jaar dat geld wordt uitgespreid. Maar Jimmy Buchan heeft zijn zinnen erop gezet. „Op zee kunnen we niet meer groeien, maar aan land moeten we wel. Efficiëntere technologieën, minder verpakkingsmateriaal, betere machines: dat soort investeringen kost allemaal geld.”
Trots laat de handelaar zijn bakken vol levende kreeften zien, achterin de fabriek. Tientallen kreeften buitelen over elkaar, gele bandjes om hun scharen. In een hoek bouwt hij grotere bakken. Zijn bedrijf groeit, ondanks de Brexit. Kort na de uittreding probeerde hij nog naar de EU te exporteren, onder meer naar Griekenland. Zijn klanten vonden het te duur. „Europa wilde mijn vis niet en maakte het me moeilijk. Dus ik ben andere markten gaan zoeken. Dubai, Maleisië, Hongkong.” Met de groeiende middenklasse wereldwijd neemt de vraag naar goeie, Schotse vis alleen maar toe, zegt hij.
Extra investeringen
Tijdens de langdurige onderhandelingen over de Brexit kregen de vissers en hun belangen volop aandacht. Veelgenoemd argument was dat voor een ‘eilandnatie’ als het Verenigd Koninkrijk soevereiniteit extra belangrijk is. De vissers vormden min of meer de belichaming daarvan.
Maar na de uittreding verdwenen de vissers bij de meeste Britten uit beeld. De venijnige onderhandelingsjaren waren te vergelijken met langdurige kiespijn, zegt Jimmy Buchan. „Vervelend en pijnlijk op het moment zelf. Maar zodra de kies is getrokken, ben je het snel vergeten.”
Dat de visserij er bij de afspraken nu weer uit springt, zeggen ze in Peterhead, komt niet door hen of de Britse regering, maar door landen als Frankrijk en Spanje die de sector politiek „altijd” belangrijk maken. Buchan: „Zíj willen hun kustgemeenschappen beschermen en dus komt het onderwerp steeds terug.” Langoustinevisser Gary Ferguson: „Hier zeggen onze politici: oh, het is de visindustrie maar, klein en onbetekenend. Maar de Fransen maken er wel een prioriteit van. De sector is nog steeds veel geld waard.” In Frankrijk zijn sommige kustgebieden van strategisch politiek belang. Bijvoorbeeld Hauts-de-France in het noorden, waar de radicaal-rechtse partij Rassemblement National van Marine le Pen nu de grootste is.
De Britse minister voor EU-relaties Nick Thomas-Symonds zei dat de EU-lidstaten „nog geen vis extra mogen vangen” door de nieuwe overeenkomst, aangezien die de huidige situatie slechts verlengt. Toch verwacht Jimmy Buchan wel degelijk extra concurrentie. Europese vissers zullen weer meer investeren in hun schepen en netten, nu ze meer zekerheid hebben over de komende jaren. „Terwijl onze vissers juist denken: oké, nog twaalf jaar waarin we niet kunnen groeien.”
