De 18-jarige Axel Rudakubana heeft maandag schuld bekend voor het doodsteken van drie meisjes in Southport, afgelopen juli. Dat schrijft de BBC. Ook gaf hij toe ricine, een soort vergif, te bezitten en een handboek te hebben van terreurgroep Al-Qaeda. Komende donderdag wordt bekend hoe hoog zijn straf wordt.
De drie kinderen namen afgelopen zomer deel aan een dansles in het plaatsje nabij Liverpool. Vlak voordat zij werden opgehaald, liep de toen 17-jarige dader het gebouw binnen met een mes en stak de drie meisjes neer. Twee van hen stierven dezelfde dag, een ander de volgende dag. Meerdere andere kinderen en twee volwassenen raakten gewond.
Lees ook
Sommige winkels in Southport blijven nog even dicht – uit respect én uit angst voor rellen
Nepnieuws
Na de aanval verspreidden extreemrechtse groeperingen nepnieuws over de verdachte. Die zou een Arabische naam hebben en zowel moslim als asielzoeker zijn. In werkelijkheid is Rudakubana geboren in Wales en liggen zijn wortels in het overwegend christelijke Rwanda. Hij zou mentale problemen hebben gehad.
Kort na de moordaanslag bestookten honderden relschoppers een moskee in Southport met stenen. De woedende menigte stak ook een politieauto in brand en belaagde agenten. Zeker 53 agenten raakten gewond en 27 dienders moesten naar het ziekenhuis worden gebracht.
De rellen sloegen vervolgens over naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk. De relschoppers vielen moskeeën en asielzoekerscentra aan. De Britse politie sprak van de meest grootschalige rellen in het land in dertien jaar.
Lees ook
Britse premier neemt fel afstand van beschuldiging van ‘doofpot’ in zaak-Southport
Tot grote vreugde van apothekers maakte het kabinet vorige week bekend zich alsnog te mengen in de vastgelopen cao-onderhandelingen met hun medewerkers. Lang had minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV) benadrukt geen partij in de onderhandelingen te zijn, maar met nieuwe stakingen in het verschiet, ging het roer om: Agema en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum (NSC) vroegen voormalig staatssecretaris van Volksgezondheid en oud-minister Martin van Rijn te verkennen hoe de impasse kan worden doorbroken.
„Ik vind het belangrijk dat mensen nu en in de toekomst kunnen blijven rekenen op goede apotheekzorg en daarvoor is nodig dat apothekersassistenten en apothekers zich weer op hun taken kunnen concentreren”, verklaarde Agema. „De overheid wil gewoon een goede cao voor apothekersassistenten”, zo lichtte Van Rijn de plotselinge overheidsbemoeienis telefonisch toe aan NRC. Zijn taak wil hij „zo snel mogelijk” afronden. Hij weet niet hoelang hij nodig heeft.
Zes vragen over de nijpende situatie in Nederlandse apotheken – en waarom het kabinet nu ingrijpt.
1 Zijn de stakingen nu voorbij?
In het najaar gingen medewerkers van apotheken naar eigen zeggen voor het eerst in de geschiedenis staken. Het begon met een zogenoemde ‘stiptheidsacties’, ging over in ‘estafettestakingen’ en daarna in twee landelijke stakingen, waarvan de laatste anderhalve week geleden is. Deze week zouden er opnieuw regionale stakingen plaatsvinden. Maar die gaan nu niet door. De vakbonden spreken van een „handreiking” naar Van Rijn. „We willen onze goede wil tonen,” zeggen onderhandelaars Ralph Smeets (FNV) en Albert Spieseke (CNV), „in de verwachting dat goed voorbeeld goed doet volgen.”
De vakbonden blijven wel voorzichtig. „We verwachten nu wel dat ook de andere partijen, de werkgevers en zorgverzekeraars, uit hun loopgraven komen.”
Lees ook
Kamer wil snel aanpassing voorkeursbeleid medicijnen. ‘We zitten niet ver af van noodsituatie’
2 Wat eisen de vakbonden?
Een loonsverhoging van 6 procent met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2024, plus een eindejaarsuitkering van 2 procent. In 2025 zou het loon bovendien met een flink percentage moeten stijgen. Daarnaast willen FNV en CNV dat werkgevers alle gewerkte uren uitbetalen. Dat betekent dat apothekers ook korte voorbereidingsmomenten uitbetalen, zoals het gebruikelijke kwartiertje voordat de apotheek de deuren opent.
De lonen van assistenten stegen afgelopen jaren nauwelijks met de inflatie mee, terwijl collega’s met een vergelijkbare opleiding in huisartsenpraktijken en ziekenhuizen wel flinke loonsverhogingen kregen. Vanaf 2015 is de koopkracht van apotheekmedewerkers met 8 procent gedaald, blijkt uit een rapport van de Werkgeversvereniging Zelfstandige Openbare Apothekers (WZOA).
3 Waarom willigen apothekers de eisen niet gewoon in?
Het bijzondere aan de situatie is dat de werkgevers (de apothekers) en werknemers (de apothekersassistenten) het helemaal eens zijn over de noodzaak van een verbeterde cao. Alleen: apothekers zeggen de loonsverhogingen niet te kunnen betalen. Ze gingen in de onderhandelingen niet verder dan een stijging van 2 procent.
In de gesprekken die NRC hierover voerde met apothekers duurde het nooit lang voordat het ging over de rol van de zorgverzekeraars. Die zouden zulke lage vergoedingen bieden voor de groeiende en complexer wordende zorgtaken van apothekers, dat financiële ruimte voor de gewenste salarisstijgingen simpelweg ontbreekt.
We verwachten nu wel dat ook de andere partijen, de werkgevers en zorgverzekeraars, uit hun loopgraven komen
Formeel zijn de zorgverzekeraars geen partij in de onderhandelingen tussen apothekers en hun medewerkers. Maar vanwege de manier waarop de financiering van zorg in Nederland is ingericht – via de zorgverzekeraar die de zorg inkoopt – spelen ze wel degelijk een rol.
Het hete hangijzer in de discussie is de zogenoemde Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling, de OVA-gelden. Dat is een bedrag dat de overheid beschikbaar stelt zodat werkgevers in de zorg voldoende geld hebben om de lonen in de private sector bij te kunnen benen. Doordat dit bedrag in de tarieven wordt verwerkt, zijn de OVA-gelden onderdeel van de onderhandelingen die verzekeraars en apothekers met elkaar voeren.
Verzekeraars kunnen allerlei eisen aan het bedrag koppelen, zoals een efficiëntieslag in de apotheken, waardoor in de praktijk vaak weinig tot niets overblijft voor loonsverhogingen. Zeker niet omdat apothekers ook genoeg taken hebben die niet worden vergoed. Door het medicijnentekort zijn ze bijvoorbeeld veel extra tijd kwijt aan medicijnen inkopen en communiceren met patiënten.
4 Hoe verweren zorgverzekeraars zich?
Zorgverzekeraars zeggen dat de OVA-gelden wél bij de apothekers terechtkomen en dat werkgevers dus wel budget zouden moeten hebben om hun medewerkers meer te betalen. De contracten die verzekeraars en apothekers met elkaar afsluiten, zijn vertrouwelijk.
Een ander argument waar zorgverzekeraars op terugvallen, is dat hogere vergoedingen voor apothekers zullen leiden tot hogere zorgpremies. Dat de premies in Nederland afgelopen jaren stukken minder hard stegen dan de overheid had verwacht, is voor een deel te danken aan de scherpe onderhandelingen die verzekeraars voeren met zorgverleners. „Nederlandse zorgverzekeraars concurreren heel hard met elkaar, want Nederlanders stappen voor een tientje verschil over. Dat is de oorzaak van onze goed betaalbare zorgkosten”, zegt hoogleraar betaalbare en toegankelijke zorg Patrick Jeurissen tegen NRC.
5 Hoe zit het met de winsten van verzekeraars?
De meeste zorgverzekeraars in Nederland zijn corporaties zonder winstoogmerk: ze behalen dus geen woekerwinsten over de rug van zorgverleners en patiënten. Slechts 3 tot 4 procent van het totaal aan zorgpremies komt bij de verzekeraars terecht. Dat moet ook al hun eigen kosten dekken. In veel andere westerse landen houden verzekeraars veel meer geld over.
6 Betekent dit dat de zorgpremie omhoog moet?
Ja, zegt Jeurissen. Althans, wel als de eisen van FNV en CNV ingewilligd worden: die kunnen de OVA-gelden niet dekken. „Ik wil niet zeggen: gooi de sluizen maar open. Maar ik denk niet dat we over een premiestijging van 0,5 procent moeten steggelen. Feit blijft dat de zorg in Nederland gewoon heel betaalbaar is.”
Lees ook
Ruim 1,6 miljoen patiënten geraakt door geneesmiddelentekort
Even leek het erop dat 170 miljoen Amerikanen hun favoriete videoapp zouden moeten missen. TikTok ging op zondag even op zwart, om vervolgens “na beloften door President Donald Trump” weer uit de as te herrijzen. Volgens de Amerikaanse wet moet het platform van het Chinese bedrijf Bytedance verkocht worden aan een partij in de Verenigde Staten, om zo de staatsveiligheid te waarborgen. Wordt dat uitgesteld of afgesteld?
In de aanloop naar het ‘TikTok-verbod’ reageerden veel Amerikanen laconiek, zelfs rebels. Demonstratief ‘vluchtten’ zo’n miljoen Amerikanen afgelopen week naar de Chinese app RedNote – liever de Chinezen dan onze eigen overheid, was de teneur. Dat past perfect in het huidige online tijdsbeeld, waarbij al dan niet substantiële volksverhuizingen op de sociale media aan de orde van de dag zijn. Vaak om een statement te maken, bijvoorbeeld in de nasleep van de aankoop van X (née Twitter) door Elon Musk, of de recente aankondiging dat de moderatie van kwetsende teksten op Instagram wordt teruggeschroefd.
Tot nog toe slaagde geen enkel ‘alternatief’ sociale medium erin om concurrerend te worden. Wat zijn de alternatieven?
De grote alternatieven
Waarom lukt het maar niet om de omvang van een Instagram of TikTok te bereiken? De belangrijkste verklaring is het netwerkeffect: waar kan je heen als al je vrienden op je oorspronkelijke app blijven? Waar vind je een soortgelijk publiek? De grote bedrijven spelen daarop in door functies van elkaar over te nemen. Zo kopieerde Instagram ‘Stories’ van Snapchat. Zo hopen ze gebruikers gevangen te houden in het eigen ecosysteem.
Instagram Threads (Meta)
Instagram lanceerde Threads kort na de aankoop van X door Elon Musk. De app biedt vrijwel hetzelfde als X: je deelt korte berichten van maximaal vijfhonderd karakters. Veel X-gebruikers vertrokken de afgelopen twee jaar naar Threads, onder andere om het betere moderatiebeleid. Al maakt Zuckerberg daar nu mogelijk een einde aan.
Verder is Threads direct verbonden met Instagram, wat de app snel veel gebruikers opleverde: inmiddels staat de teller op 300 miljoen maandelijkse gebruikers, ongeveer de helft van die van X. Maar dat is mogelijk een vertekend beeld, juist omdat het zo gemakkelijk is om via Instagram een Threads-account aan te maken. Het aantal dagelijkse gebruikers is lager: 100 versus 250 miljoen op X.
YouTube Shorts (Google)
Sinds de komst van TikTok zetten veel sociale media-apps ook in op korte filmpjes. Zowel Shorts van YouTube als Reels van Instagram zijn succesvol, met elk zo’n 2 miljard kijkers per maand. Shorts kent geen eigen app, maar is ingebed in YouTube zelf. Vaak gebruiken YouTubers de korte filmpjes om kijkers naar hun langere video’s te lokken. Het algoritme werkt anders dan ‘gewoon’ YouTube: Shorts schotelt je een eindeloze stroom filmpjes voor, je kan blijven scrollen.
Telegram en andere berichten-apps
De meeste berichtenapps (Snapchat, WhatsApp, Signal, Viber) spelen ook leentjebuur bij de grote sociale mediaplatformen. De Stories-functie, waarop je tijdelijk foto’s en video’s kan delen met je volgers, zit in vrijwel elke berichtenapp. Ook bieden apps als Snapchat, Telegram en WhatsApp de mogelijkheid om berichten in groepen te delen. De veiligheid van deze apps varieert: zo gebruikt Telegram niet standaard versleuteling voor je berichten, terwijl Signal bekend staat om zijn strikte privacyinstellingen. Als sociaal medium zijn ze niet ideaal: het is lastig om nieuwe content te vinden, er is geen algoritme.
RedNote (Xiaohongshu)
Lang onbekend in het westen, maar het Chinese Xiaohongshu (RedNote of ‘Het rode boekje’) is in de Verenigde Staten in opmars sinds het TikTok-verbod. De app lijkt op Instagram, met een stroom filmpjes en afbeeldingen waar je doorheen kan swipen. Hoewel het platform voornamelijk is gericht op Chinese gebruikers, kun je de app ook in het Engels gebruiken. Wel moeten de 300 miljoen maandelijkse gebruikers van het platform zich aan de Chinese censuurregels houden. De vraag is of de cultuurbarrière westerse gebruikers teveel wordt.
De kleine alternatieven
Voor gebruikers die de grote sociale mediabedrijven willen mijden, is het lastig een goede uitwijkmogelijkheid te vinden. De afgelopen jaren rezen nieuwe sociale media-apps als paddenstoelen uit de grond. Het zijn doorgaans bedrijven met sterke principes – maar betrekkelijk weinig gebruikers.
BlueSky (BlueSky)
BlueSky werd mede-opgezet door Twitter-bedenker Jack Dorsey en was bedoeld als alternatieve vorm van Twitter die gebruikers meer macht zou geven. BlueSky (25 miljoen gebruikers) oogt dan ook erg als Twitter en is vrijwel hetzelfde in het gebruik. Dorsey is inmiddels vertrokken na onenigheid over de koers. Het platform heeft de reputatie progressief te zijn in verhouding tot X en Threads. De groei lijkt af te nemen.
BeReal (Voodoo)
De Franse foto-app BeReal werd in 2020 gelanceerd als alternatief voor Instagram zonder visuele filters. Eens per dag vraagt de app je om een foto te maken – van zowel jezelf als je omgeving. Die deel je vervolgens met je vrienden. BeReal leefde op in 2022, maar zakte daarna in, vermoedelijk om de wat beperkte gimmick. BeReal telt 23 miljoen maandelijkse gebruikers.
Pixelfed (Daniel Supernault)
Instagram-alternatief Pixelfed is een ‘decentraal sociale medium’: iedereen kan zelf een onafhankelijke Pixelfed-server aanmaken of zich aansluiten bij een server naar keuze. Op de eigen server kun je zelf de regels bepalen. De grootste, Pixelfed.social, heeft 200.000 gebruikers. De decentrale constructie maakt Pixelfed voor een nieuwkomer lastig te doorgronden.
Mastodon (Mastodon)
Mastodon is een X-alternatief dat net als Pixelfed decentraal is opgezet. Ook hier geldt dat iedereen zijn eigen Mastodon-server kan opzetten, die naar wens verbonden kan worden aan andere servers – waaronder ook die van Pixelfed. Het nadeel is hetzelfde: voor een gemiddelde internetburger is het lastig te begrijpen.
Tumblr (Automattic/ WordPress)
Bloggingplatform Tumblr is een stuk ouder dan de meeste apps op deze lijst. In 2013 zat Tumblr op zijn hoogtepunt, inmiddels is het minder relevant. Toch blijft de site verrassend actief, met nog steeds zo’n 191 miljoen maandelijkse bezoekers, aldus marktonderzoeker DemandSage. Tumblr is een alles-in-één app: je kan er foto’s, teksten en video’s delen, en de site staat bekend om zijn hechte gemeenschappen rond series, films en identiteit.
Anders sociaal
De invloed van sociale media als Instagram is inmiddels zo groot dat ze de basis van het internet lijken te vormen. De spuit van het algoritme gaat aan, het publiek deint mee. Toch zijn platformen met kleinere, meer afgesloten online gemeenschappen in opkomst. Het zijn plekken waar gelijkgestemde gebruikers spreken over gedeelde interesses, zonder dat meteen het hele internet meedoet.
Discord (Discord)
Chatapp Discord werd ontwikkeld om gamers te helpen om met elkaar te coördineren tijdens het gamen. Inmiddels gebruiken 196 miljoen mensen maandelijks Discord, verdeeld over 28.000 servers rond een diverse waaier aan thema’s. Ze worden beheerd door gebruikers en bestaan uit tekst-, video- en audiochatkanalen. Het is gebruiksvriendelijker dan Mastodon. Zo is het gemakkelijk om tussen servers te schakelen via de app.
Reddit (Advance/ Tencent)
Ook Reddit bestaat al bijzonder lang: de site werd in 2005 opgezet voor brede discussies. Inmiddels is het uitgegroeid tot één van de meestbezochte sites op internet, met 500 miljoen maandelijkse bezoekers en 3 miljoen subpagina’s over alles, van politiek tot obscure sciencefictionseries. Ideaal als discussieplatform, maar voor de nieuwkomer oogt het gedesorganiseerd.
Substack en Medium (Substack, Medium)
De ouderwetse blog is al een tijd weer in opkomst. Zowel Substack (35 miljoen abonnees) als Medium (100 miljoen maandelijkse gebruikers) geven ruimte aan auteurs om lange lappen tekst te schrijven en die via mail en site naar de gebruikers te krijgen. Meestal zijn er mogelijkheden voor reageren en discussiëren waardoor levendige gemeenschappen kunnen ontstaan. Toch zijn dit vooral zendplatforms.
Twitch (Amazon)
Twitch is een livestreamingplatform, van origine gericht op gamers. Inmiddels zijn ook praatstreams erg in trek, waarin influencers kletsen over politiek en het dagelijks leven. Bij elke stream hoort een chatbox. Twitch groeit nog altijd, met zo’n 140 miljoen maandelijkse gebruikers, waarvan 30 miljoen in Europa. Een fijn platform voor wie op een druilerige middag wil luisteren naar een bekende stem, en eventueel wil meekletsen.
Hoe vang je zo veel mogelijk ‘boeven’ die hun criminele geld willen witwassen, zonder burgers en bedrijven dwars te zitten die gewoon hun financiële zaken willen regelen via hun bank? Door banken samen te laten werken, schrijft minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Hij houdt daarmee vast aan een aanpak die afgelopen jaren veel kritiek kreeg van onder meer de Autoriteit Persoonsgegevens.
Volgens Heinen is de anti-witwasaanpak van banken nu „vastgelopen”. Na de flinke boetes voor ING (775 miljoen euro ) en ABN Amro (480 miljoen euro), omdat zij ernstig nalatig waren geweest bij het voorkomen van malafide transacties door hun klanten, pakt de sindsdien strengere aanpak van banken volgens Heinen nu „disproportioneel” uit voor klanten en is deze „onvoldoende gericht”. De Tweede Kamer concludeerde vorig jaar ook al dat deze aanpak is doorgeschoten.
Bedrijven, stichtingen, verenigingen maar ook burgers hebben moeite om een betaalrekening te openen – of krijgen zelfs nul op het rekest
Bedrijven, stichtingen, verenigingen maar ook burgers hebben moeite om een betaalrekening te openen – of krijgen zelfs nul op het rekest, schrijft Heinen nu. Banken hebben in 2021 34.000 potentiële klanten geweigerd, noemt hij als voorbeeld, waarbij de anti-witwasaanpak de reden voor de weigering was bij een op de vijf zakelijke en bij een op de vier particuliere klanten.
Banken zijn ook nog eens veel mankracht en geld kwijt aan de aanpak: een op de vijf bankmedewerkers is nu bezig met het screenen van klanten en transacties op malversaties. Die dertienduizend mensen kosten banken jaarlijks 1,4 miljard euro, „geld dat niet wordt ingezet voor bijvoorbeeld het verbeteren van de dienstverlening”, aldus Heinen.
Volgens de VVD-minister moet er voor een effectievere aanpak een belangenafweging worden gemaakt. „Streng zijn op criminelen, geen inperking van privacy en minder regeldruk: het kan niet allemaal tegelijk. We moeten durven kiezen.” Heinen wil in april komen met een voorstel voor de nieuwe aanpak, dat hij met minister van Justitie en Veiligheid David van Weel (VVD) zal opstellen.
De minister van Financiën schrijft alvast dat daarbij de prioriteit wat hem betreft moet liggen bij het „schoonhouden van het financiële stelsel van crimineel geld en het verminderen van de regeldruk”. „Dat betekent dat we meer ruimte moeten geven aan poortwachters om bijvoorbeeld gegevens met elkaar te delen en de onderzoeken door poortwachters gerichter te maken.” Wel voegt hij eraan toe dat het beleid „uiteraard” ook moet voldoen aan het recht op privacy, „dat een grondrecht is”.
Transactiemonitoring
Afgelopen jaren is dat laatste volgens critici echter misgegaan. Nederland heeft de afgelopen jaren al ruimte gegeven aan banken om samen te werken. De vier grote banken en Triodos riepen daarvoor de organisatie Transactiemonitoring Nederland (TMNL) in het leven. Als een soort proef werden daarbij versleutelde gegevens van zakelijke transactiegegevens naast elkaar gelegd, om zo beter te kunnen zien welke transacties niet deugen. Het idee was dat alleen de bank waar de transactie bij gebeurde uiteindelijk kon zien om wie of wat het ging. Er lag een door de Autoriteit Persoonsgegevens sterk bekritiseerd wetsvoorstel om deze aanpak te verbreden naar transacties door particulieren, maar vorig voorjaar trok de regering het wetsvoorstel in en trokken de vijf betrokken banken de stekker uit de TMNL.
Die stopzetting was het gevolg van Europese wetgeving die in 2027 ingaat, de nieuwe Anti-Money Laundering Directive (AMLD). Die staat alleen uitwisseling van gegevens over betaaltransacties toe als de daarbij betrokken partijen door de banken al in de categorie „hoger risico” zijn geplaatst. Heinen wil nu vooral deze ruimte in de nieuwe EU-regels benutten om alsnog tot samenwerking tussen de banken te komen. Hij wil de Europese regels sowieso met weinig Nederlandse toevoegingen invoeren, omdat die in zijn ogen in voldoende mate regeldruk en oneerlijke concurrentie voorkomen.
De nieuwe aanpak van Heinen zal vooral voortborduren op toekomstige Europese regels
Heinen schrijft verder dat uit de nieuwe EU-regels nog iets voortvloeit dat kan leiden tot minder druk op de banken en klanten: de overgang van het melden van ‘ongebruikelijke’ transacties, zoals nu in Nederland verplicht is, naar het melden van alleen ‘verdachte’ transacties. Toezichthouder De Nederlandsche Bank pleitte hier twee jaar geleden al voor, maar toen was toenmalige minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) afwijzend. Onder de nieuwe Europese regels is Nederland verplicht dit deel van het beleid alsnog aan te passen.
De brief van Heinen gaat vooraf aan een debat in de Tweede Kamer woensdag over het anti-witwasbeleid in Nederland. Een aantal maatschappelijke organisaties, waaronder Privacy First en Human Right in Finance.eu (HRF), grijpen dat debat aan om te pleiten voor een versnelde versoepeling van de meldingsplicht – van ‘ongebruikelijke’ naar alleen ‘verdachte’ transacties – en niet te wachten tot 2027, als de EU-regels ingaan. Hierdoor zou de kwaliteit van de meldingen van banken (maar ook accountants en betaalinstellingen) aan justitie snel verbeteren, schrijven zij. En bovendien, menen zij, druist de huidige aanpak met ‘ongebruikelijk’ nu al tegen de (Europese) wet in.
Spaarmarkt
De brief van Heinen gaat niet alleen over de anti-witwasaanpak van banken. Hij schrijft ook over de geringe concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt, die de Autoriteit Consument en Markt vorig jaar ook al aankaartte. Heinen zegt toe te onderzoeken wat het effect zou zijn van een verbod op ‘koppelverkoop’ (dat je verplicht bent bij een spaarrekening ook een betaalde betaalrekening te nemen). Ook wil hij een betere overstapservice en kijken of meer concurrentie – van buitenlandse banken in Nederland en van Nederlandse banken in het buitenland – kan worden gestimuleerd.
Heinen schrijft verder over de toekomst van de Volksbank. De Tweede Kamer nam in december een motie aan waarin werd opgeroepen de staatsbank in staatshanden te houden, om zo dienstverlening in stand te houden. Heinen houdt vast aan het besluit om de bank voor te bereiden op verkoop of beursgang. Hij schrijft dat als de Volksbank meer diensten moet aanbieden dan andere commerciële banken, er „inefficiëntie” ontstaat. „De Volksbank kan dan niet meer functioneren als normale, commerciële onderneming, met alle risico’s voor slechte bedrijfsprestaties en mogelijke kapitaalstortingen [door de overheid] van dien. Die inefficiëntie vind ik niet alleen onwenselijk met het oog op gezonde marktwerking, maar ook met het oog op de mogelijke kosten voor de belastingbetaler.”