N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Interview | Martin McDonagh & Brendan Gleeson Met ‘The Banshees of Inisherin’ onderzocht regisseur Martin McDonagh de grenzen van de vriendschap op een eenzaam Iers eiland: „Ik wilde niet dat romantiek dat zou doorkruisen.”
Vijftien minuten staande ovatie. Het filmfestival van Venetië heeft een klapgraag publiek, maar The Banshees of Inisherin vestigt in 2022 het record. De makers zitten de dag erna nog na te glimmen. Persoonlijk ben ik er na zes minuten wel klaar mee, zegt acteur Colin Farrell quasi-nuffig. Ik ook, valt tegenspeler Brendan Gleeson hem bij. „Maar weet je wie er nooit genoeg van krijgt? Hij daar.” Gleeson knikt naar Martin McDonagh. Dat is niet eerlijk, glundert de regisseur. „Dit is mijn enige moment om te shinen.”
The Banshees of Inisherin valt in september in de prijzen in Venetië: Colin Farrell beste acteur, McDonagh beste script, een prijs waarop de gewezen toneelschrijver een abonnement heeft. Eerder won hij een Oscar met het script van Three Billboards Outside Ebbing, Missouri. Dit is opnieuw een hoogst verbaal scenario: gewelddadig, emotioneel rauw, vol bizarre wendingen. Maar dichter bij huis: The Banshees werd grotendeels opgenomen op het Ierse eiland Inishmore, waar McDonaghs vader vandaan komt. Daar belanden twee keuterboertjes anno 1923 in een vechtscheiding. Colm (Gleeson) is het geklets van zijn buurman Pádraic (Farrell) beu en breekt met hem: hij wil muziek componeren. Als Pádraic dat niet pikt, dreigt Colm een van zijn eigen vingers af te snijden telkens als Pádraic hem lastigvalt. McDonagh: „Dat schoot me tijdens het schrijven van een gespannen gesprek in de pub te binnen. Ik dacht: wow! Nu ligt alles open.”
Hij schreef het scenario met het duo van zijn film In Bruges voor ogen, de repetities waren in het Druid Theater van het Ierse stadje Galway, dat in 1996 McDonaghs eerste toneelstuk opvoerde. Afkomstig uit de theaterwereld hecht McDonagh aan minimaal twee weken repeteren – ongewoon in de filmwereld. Brendan Gleeson houdt daarvan. „Na In Bruges dacht ik: ik maak nooit meer een film zonder repetities. Maar goed, de volgende film was van Paul Greengrass, die je juist direct voor de camera gooit. Ieder zijn ding.” Van Colin Farrell hoeft dat repeteren kennelijk niet zo. Met dwingende, robotachtige stem: „Just tell me what to do Martin!” McDonagh: „Nee nee Colin, niet weer op die toer hè!”
Lees hier de recensie van ‘The Banshees of Inisherin’
De stemming zit er goed in als we later die dag McDonagh en Gleeson in een hotelkamer treffen. Gleeson zegt dat hij aanvankelijk moeite had met zijn personage. „Het is nogal wreed zoals Colm zijn beste vriend zomaar blokkeert. ‘Ik ken je niet meer. Praat tegen de muur. Je bent een non-persoon.’ Ik kon er geen hart in vinden, Colm leek me wreed en kil. Ik dacht: misschien moet ik dit niet zien als karakterstudie maar als iets beckettiaans. Dat delen van het canvas bewust blanco blijven. Maar ik worstelde ermee. In de tweede versie van zijn script had Colm artistieke ambitie, dat opende een andere weg voor mij. Hoewel ik nog steeds niet helemaal klaar ben met zijn gedrag.”
Heeft u zelf ooit een vriendschap moeten verbreken?
„Veertig jaar geleden brak ik met een vriend, een afschuwelijke ervaring. Ik probeerde het aardig en geleidelijk te doen, zodat ik alle verkeerde signalen afgaf en hij maar bleef komen. Uiteindelijk was dat veel wreder, ik had beter direct kunnen zeggen dat ik klaar met hem was.
„Er is geen leuke manier om vriendschap te verbreken, dus Colm heeft in de film wel een punt als hij het snel en drastisch doet. ‘Ik heb ruimte nodig, ik kan niet elk dag naar jouw gesnater luisteren.’ Niet dat het helpt. Pádraic weigert af te druipen, want zijn wereld stort in.”
Dit is een a-romantische film over eenzame mannen. Wat trekt u in zulke personages?
McDonagh: „Vindt u maar eens de liefde op zo’n Iers eilandje in 1923. Ik wilde sowieso niet dat romantiek de pure, platonische liefde tussen twee kerels zou doorkruisen. Colm is niet eenzaam. Althans: hij denkt niet in zulke termen. Pádraic voelt zich wel eenzaam als hij alleen is. Deze film draait om zijn wanhoop.”
Gleeson: „Colm, mijn personage, heeft zijn huis vol curiositeiten. Dat is zijn internet. Hij is mentaal vaak elders en voelt zich niet opgesloten op het eiland, zoals Pádraics zuster Siobhán. Pádraic mist Colms fantasie en Siobháns durf.”
Was het lastig om niet te lachen bij die bizarre dialogen?
Gleeson: „De eerste keer dat je de tekst opleest is het hilarisch, maar na vijf keer? Bovendien: wat grappig is voor de kijker, is hartverscheurend voor de personages.
„Toen ik het script thuis voor de eerste keer las, zat ik hardop te lachen, maar bij het repeteren kwam een zekere triestheid over me. Je ervaart Martins scripts als waarachtig wanneer je ze speelt. Bizar, maar waarachtig. Je vergeet dan hoe belachelijk en grappig het ook is. Achteraf voel je dat weer wel. Na een enorm grimmige scène met Pádraic in de pub kreeg ik de slappe lach, juist omdat we zo intens en serieus waren.”
Wat is er veranderd in de veertien jaar na ‘In Bruges’?
McDonagh: „Toen begon ik net en was ik supernerveus, daar hielp Brendan mij doorheen. Bij deze film voelde ik me competent en relaxed. Misschien is dat ook niet goed, een beetje nervositeit is wel goed.”
Wat grappig is voor de kijker, is hartverscheurend voor de personages
Gleeson: „Ik kende Martins toneelstukken voor ik hem ontmoette en was onder de indruk. Maar ik was bezorgd over het geweld van In Bruges, of dat niet gratuit zou zijn. We gingen uit eten, en bij het dessert zei Martin: maak je geen zorgen, uiteindelijk gaat deze film over liefde. Nu weet ik hoe het werkt bij hem. Je voelt iets voor die kerels, ook al doen ze de vreselijkste dingen. Ze zijn zo behoeftig.”
McDonagh: „Ik dacht bij The Banshees: dit wordt mijn minst gewelddadige film. Maar ja, halverwege gaan ze toch weer los hè. Ik beloof jullie: mijn volgende film eindigt met een kus en een knuffel.”
Uw vorige film, ‘Three Billboards Outside Ebbing, Missouri’, was een hit in de VS. Wilde u niet naar Hollywood?
McDonagh: „Nou, ik hou ook heel erg van niet werken, dat heb ik veel gedaan voor ik begon aan deze film. En ik hou graag de controle over films die ik heel, heel graag wil maken. Dus liever geen enorme budgetten, waardoor ik niets te zeggen heb. Laat staan verhuizen naar Los Angeles. Maar deze film is ook gewoon met Hollywoodgeld gemaakt, hè? Alleen niet zoveel, zodat ik kan maken wat ik wil. En bij een flop mag ik het dan gewoon nog eens proberen.”