Terwijl Kristin M. Crowley de ongekende bosbranden in Californië moet overzien, wordt zij bestookt met seksistische en homofobe laster op sociale media. Ze is de eerste vrouwelijke leider van de brandweer in Los Angeles, en bovendien openlijk lesbisch. Dat deze winter meerdere verwoestende bosbranden in het zuiden van Californië woedden, is volgens radicaal-rechtse opiniemakers haar schuld. Wie is Crowley en waarom wordt zij aangevallen?
Crowley’s benoeming tot hoofd van brandweerkorps LAFD in 2022 was groot nieuws in de Verenigde Staten. Vooral haar streven om diversity, equity and inclusion (afgekort DEI) bij de brandweer te bevorderen, kreeg aandacht van landelijke media. „Mensen vragen me wat voor aantallen [van vrouwen en minderheden bij de brandweer] ik nastreef”, zei ze destijds in een interview met NBC News. „Ik zoek geen aantal. Het is nooit genoeg.”
‘Diversiteitsbenoeming’
In het licht van de voortwoedende bosbranden rond Los Angeles grepen prominente radicaal-rechtse figuren deze uitspraak afgelopen week massaal aan om de commandant te diskwalificeren. „De missie van de nieuwe brandweercommandant van LA […] is niet het reageren op rampen, maar vrouwen en lhbtqi+ aan te nemen”, zei complotdenker Alex Jones onlangs tegen zijn 3,6 miljoen volgers op X. Ook techmiljardair Elon Musk gooide olie op het vuur: „DEI means people DIE.” Zijn aanhangers delen massaal de boodschap: „Het boeit ons niet dat je lesbisch bent, blus die brand!”
De brandweercommandant is hiermee speelbal geworden van het hoogoplopende maatschappelijke debat over diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie. Crawley zou een DEI-hire zijn, een denigrerende term voor mensen die een hoge functie bekleden die ze slechts zouden hebben gekregen omdat ze tot een bepaalde minderheid behoren. Critici van DEI-beleid menen dat alleen geschiktheid er bij benoemingen toe mag doen, niet iemands gender, seksuele oriëntatie of afkomst. Ook presidentskandidaat Kamala Harris werd – als eerste zwarte en vrouwelijke vicepresident – mikpunt van zulke kritiek in opmaat naar de verkiezingen van afgelopen november.
Onlangs reageerde Crowley op de rechtse beschuldigingen in een interview metmedium CBS News. Gevraagd of zij diversiteit boven het blussen van de branden plaatst, stelde zij: „Absoluut niet.” Haar topprioriteit is zorgen voor noodhulp voor burgers en de gezondheid van haar medewerkers, aldus Crowley.
Lange loopbaan
Volgens Crowley is de capaciteit van de LAFD om snel te reageren op de massale branden verminderd door recente bezuinigingen op haar korps. Mede hierdoor zouden de branden zich zo snel hebben kunnen verspreiden, stelde ze bij CBS News.
De LAFD en het burgemeester Karen Bass steggelen al tijden over geld. Volgens het brandweerkorps is het getroffen door een bezuiniging van 23 miljoen dollar, maar volgens het stadsbestuur heeft het korps juist 53 miljoen dollar meer gekregen dan vorig begrotingsjaar. Er wordt wél 76 miljoen in een fonds apart gehouden voor salarissen, omdat er nog loononderhandelingen lopen. Tijdens een persconferentie reageerde burgemeester Bass op Crowleys kritiek, dat de geldkwestie geen invloed heeft gehad op de huidige noodsituatie.
In weerwil van alle aandacht voor seksuele oriëntatie en gender heeft Crowley een indrukwekkend CV. Ze eindigde in de top-50 van de 16.000 kandidaten tijdens haar brandweerexamen, schrijven Amerikaanse media. Voor haar aantreden als LAFD-commandant was Crowley 22 jaar werkzaam bij de brandweer. In die tijd bekleedde zij elf functies en promoveerde zij van lid van de brandweer tot onder meer paramedicus, bataljonschef en plaatsvervangend commandant.
Die gestage klim naar de top was voor Crawley nuttig, vertelde ze kort na haar benoeming in 2022 in tv-programma The Kelly Clarkson Show. Door in elk departement gewerkt te hebben begreep ze haar team goed, kon ze haar mensen beter aansturen en „de gemeenschap beter beschermen”. „Zelfs als anderen aan je capaciteit gaan twijfelen.”
Landbouwminister Femke Wiersma (BBB) neemt maatregelen om Nederlandse besmettingen met het mond-en-klauwzeer-virus (MKZ) onder rundveebedrijven te voorkomen. Zo blijkt uit een brief die ze zaterdagavond naar de Tweede Kamer stuurde. Wiersma kondigt een tijdelijk afvoer- en bezoekersverbod aan, wat betekent dat kalveren niet meer mogen worden vervoerd tussen bedrijven. Er mag alleen nog vervoerd worden naar slachterijen. De landbouwminister roept bedrijven op om extra hygiënemaatregelen te nemen.
Duitsland kampt sinds vorige week met een uitbraak van het zeer besmettelijke MKZ-virus onder waterbuffels. Vrijdag werd duidelijk dat er kalveren vanuit besmette gebieden in Duitsland naar kalverbedrijven in Nederland zijn geïmporteerd. „Inmiddels is duidelijk dat sinds 1 december vorig jaar ruim 3.600 kalveren uit Brandenburg via verzamellocaties elders in Duitsland naar Nederland zijn gekomen”, schrijft Wiersma. Die dieren staan op ruim 125 vleeskalverbedrijven, verspreid over heel Nederland.
Alleen noodzakelijke bezoekers
De maatregel moet ervoor zorgen dat de NVWA de 125 bedrijven kan bezoeken en testen op besmetting. Eerder op zaterdag stelde de de Stichting Brancheorganisatie Kalversector ook al een afvoerverbod in voor de vleeskalversector.
Het bezoekersverbod ligt ook in de lijn met de aanbevelingen die de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) zaterdagmiddag deed. Wiersma en LTO roepen boeren op om strikte maatregelen te hanteren met betrekking tot hygiëne van „veehouders en erfbetreders”. Wiersma wil het aantal erfbetreders voorlopig beperken door uitsluitend „noodzakelijke bezoekers, zoals een dierenarts,” toe te laten op kalverbedrijven.
Het is nog niet bekend hoe lang de maatregelen zullen gelden. Wiersma benadrukt in de Kamerbrief dat het om „voorzorgsmaatregelen” gaat en dat ze nauw contact houdt met Duitsland en de Europese Commissie.
Runderen en varkens overleven besmettingen met het virus niet, lammeren lopen bij een besmetting groot risico. Als dieren besmet raken, krijgen ze vaak uiteenlopende klachten – koorts, blaren en kreupelheid zijn veelvoorkomende symptomen. Het virus is ongevaarlijk voor mensen.
Drie mannen die door de gemeente Rotterdam werden betaald om radicalisering te bestrijden en integratie te bevorderen, hebben jarenlang deze subsidies weggesluisd en geïnvesteerd in een kaasfabriek in Marokko. Een Rotterdamse radicaliseringsambtenaar – de rechterhand van oud-burgemeester Ahmed Aboutaleb – verstrekte privé een lening voor dit project. Dat blijkt uit onderzoek van NRC. Partijen in de Rotterdamse gemeenteraad willen opheldering van het college.
De subsidiefraude zou vorige maand, na een justitieel onderzoek dat zeven jaar duurde, worden behandeld in een strafzaak bij de Rotterdamse rechtbank. Drie dagen voor de zitting maakte het functioneel parket van het OM bekend een deal te hebben gesloten met de drie verdachten. In ruil voor een schuldbekentenis accepteerden ze taakstraffen tot 140 uur en boetes tot 25.000 euro per persoon.
Justitie besloot de zaak via een strafbeschikking af te handelen, omdat het onderzoek al jaren had geduurd en de rechtszaak naar verwachting nog veel tijd in beslag zou nemen. Dit zou „onnodig beslag leggen op de capaciteit van de rechtbank en het OM”. In februari 2024 achtte het ministerie een strafproces nog wél gewenst: „Hoewel de feiten inmiddels al behoorlijk oud zijn (2010 tot en met 2018), is vervolging opportuun om de ernst van misbruik van de stichtingen voor eigen financieel gewin aan de kaak te stellen.”
Door de justitiële afwikkeling bleef de inhoud van de zaak buiten de openbaarheid. Het OM doet er „vanwege privacyoverwegingen” geen verdere mededelingen over, terwijl de gemeente Rotterdam geen idee zegt te hebben van de fraudezaak: „Wij zijn niet geïnformeerd over bij welke organisaties en subsidiestromen de frauduleuze handelingen hebben plaatsgevonden.”
Lees ook
OM vervolgt drie Rotterdamse deradicaliseringsexperts voor fraude
Klokkenluider
NRC sprak bronnen over het strafrechtelijke onderzoek genaamd Barometer, dat draait om drie Marokkaanse Nederlanders uit het Rotterdamse welzijnswerk. Een van hen was bovendien gemeenteraadslid. Het trio bedacht jaren geleden een commercieel plan: ze wilden ‘Goudse’ kaas produceren in Marokko.
Daartoe openden ze een fabriek op een industrieterrein nabij de Marokkaanse stad Berkane. Ze noemden het bedrijf Kaas Moulouya, naar een rivier in die regio. Volgens berichten in Marokkaanse media heeft de fabriek een oppervlakte van 1.243 vierkante meter en werd zo’n 100.000 euro aan eigen vermogen in het bedrijf geïnvesteerd.
De eerste aanwijzingen dat de financiering van de kaas rammelt, bereiken in 2014 de Rotterdamse Rekenkamer. Het onafhankelijke instituut ontvangt een melding van een anonieme klokkenluider die in bezit is van NRC. De klokkenluider noemt de namen van de kaasondernemers en stelt dat ze subsidies van het Platform Buitenlanders Rijnmond (PBR), de grootste migrantenkoepel van Rotterdam, gebruiken als „kassa” voor hun commerciële project in Marokko.
Geld werd heen en weer geschoven en daarna bijvoorbeeld cash opgenomen. Zo verdwenen de stromen uit beeld
Vanwege deze en andere verdachte signalen besluit de Rekenkamer PBR te onderzoeken. In 2015 trekt het de conclusie dat „zelfverrijking” niet kan worden uitgesloten. De kaasfabriek blijft in het rapport onvermeld, omdat daar in de administratie niets over is terug te vinden.
„We moesten het voorzichtig formuleren, maar het kwam over als één grote misleidingsoperatie”, zegt toenmalig Rekenkamerhoofd Paul Hofstra. „Er werden door PBR weliswaar activiteiten georganiseerd, maar daar ging slechts een deel van de subsidies aan op. Het andere deel werd heen en weer geschoven en daarna bijvoorbeeld cash opgenomen. Zo verdwenen de geldstromen uit beeld.”
Stil
Hofstra stuurt het rapport naar het OM en dringt aan op maatregelen, maar een groot deel van de gemeenteraad wil de zaak laten rusten. De Rekenkamer had immers geen hard bewijs van fraude gevonden. Het bestuur van PBR stapt op, het platform verandert van naam en daarna wordt het stil rond de kwestie.
In de Rotterdamse politiek leven intussen andere zorgen: jongeren vertrekken naar Syrië om zich aan te sluiten bij terreurbeweging IS. In grote gemeenten komt veel geld vrij om radicalisering te bestrijden en worden er nieuwe bureautjes opgericht door particulieren die zich op de problematiek gaan toeleggen.
Zo ook de kaasondernemers. Met hun stichting Attanmia, waar twee van hen bestuurder zijn, gaan ze trainingen verzorgen voor Marokkaans-Nederlandse moeders en vaders. Die wordt bijgebracht hoe ze hun kinderen kunnen behoeden voor extremisme.
De cursussen van Attanmia worden lovend beoordeeld door een evaluatiecommissie, die stelt dat ouders dankzij de trainingen „effectiever” werden in hun opvoeding. Zelfs koning Willem-Alexander komt op bezoek, omdat de stichting geld ontvangt van het Oranje Fonds. De andere geldschieter is de gemeente Rotterdam.
Aboutaleb
De ambtenaar die verantwoordelijk is voor de preventieve aanpak waarbinnen de trainingen worden gesubsidieerd, is een oud-politicus met Marokkaanse wortels. Deze goede bekende van toenmalig burgemeester Aboutaleb werkt sinds januari 2015 voor de Directie Veiligheid.
De ambtenaar fungeert volgens bronnen als de oren en ogen van de burgemeester in de moslimgemeenschap, komt in alle moskeeën en bouwt netwerken op om tips over radicalisering binnen te krijgen. Aboutaleb omschrijft hem later in de gemeenteraad als „de persoon die ik zo vaak op missies heb gestuurd om allerlei zaken in deze stad, die soms het daglicht niet mogen verdragen, ongedaan te maken. Succesvol, al die missies zijn succesvol.”
In ruil voor schuldbekentenissen accepteerden de verdachten taakstraffen en boetes tot 25.000 euro per persoon
Wat de gemeente dan nog niet weet, is dat de ambtenaar de drie kaasondernemers privé goed kent. Met een van hen is hij al meer dan 25 jaar bevriend. Deze vriend leent hij privé 10.000 euro en die wordt in de kaasfabriek geïnvesteerd, zo laat hij via de gemeente weten aan NRC. De gemeente beantwoordde een reeks schriftelijke vragen, ook namens de ambtenaar. Het zou gaan om „een persoonlijke lening die overigens al een jaar later terugbetaald is”.
Tegelijkertijd heeft de ambtenaar ook op subsidievlak te maken met de kaasondernemers. Tot 2014 als dagelijks bestuurder van de Rotterdamse deelgemeente Noord, waar hij vanuit zijn welzijnsportefeuille jaarlijks 130.000 euro uitkeerde aan een andere organisatie van de goede vriend, de stichting Noord Plus. En vanaf 2015 vanuit zijn rol als radicaliseringsambtenaar, waarin hij te maken krijgt met Attanmia, bestuurd door de twee andere kaasondernemers. De keuzes met welke organisaties de gemeente in zee moet gaan om radicalisering te bestrijden, worden door zijn team gemaakt. De gemeente zegt tegen NRC dat de ambtenaar geen bemoeienis had met „de financiële kant” van de subsidieverlening, maar wel „op inhoudelijk vlak betrokken” was.
Fraude
In 2018 brengt het OM naar buiten dat het een grootschalige subsidiefraude op het spoor is. Attanmia blijkt een van de onderzochte organisaties. In hetzelfde jaar haalt de ambtenaar om een hele andere reden de publiciteit: De Telegraaf schrijft dat hij banden zou hebben met een omstreden islamitische organisatie, iets wat stellig wordt betwist door de gemeente. In een raadsdebat wordt daarop door Leefbaar Rotterdam gevraagd of de in opspraak geraakte ambtenaar toevallig ook iets te maken heeft met het lopende onderzoek naar subsidiefraude? Nee, verzekert Aboutaleb de raad in het debat. De ambtenaar heeft daar „helemaal niets mee te maken”.
Aboutaleb heeft die uitspraak maar net gedaan of de politie roept de ambtenaar op voor een verhoor. Vlak na het raadsdebat in september 2018 moet hij als getuige uitleg geven over de lening aan de kaasondernemer en vertellen wat hij wist van de malversaties. Helemaal niets, zegt hij tegen NRC. De lening was een vriendendienst en verder was hij „op geen enkele wijze betrokken”.
Daarna krijgt ook Aboutaleb te horen dat zijn rechterhand op radicaliseringsgebied is gehoord in het fraudeonderzoek. Maar dat zal hij tegenover de raad nooit meer rechtzetten. Is de gemeenteraad, met de kennis van nu, dan wel juist geïnformeerd? „Met de kennis van na het verhoor weten we dat de ambtenaar is gehoord als getuige vanwege een persoonlijke lening aan een vriend”, zegt de gemeente in een reactie. Er is „geen aanleiding te denken” dat hij met de lening „verkeerde intenties had”. De gemeente kent hem als een „kundige en integere collega”. Na het getuigenverhoor zou hij niet meer zijn benaderd door de politie.
Deal
De drie kaasondernemers worden wél vervolgd, omdat ze van 2010 tot 2018 subsidies in eigen zak zouden hebben gestoken. Met hun stichtingen die zich officieel bezighielden met integratie en deradicalisering voerden ze volgens het OM een „gebrekkige administratie met valse facturen”. In december 2024 rondt justitie de zaak af met de strafbeschikkingen.
Doordat het onderzoek zo lang heeft geduurd, kan de gemeente niet meer worden gecompenseerd als slachtoffer van de fraude: de termijn daarvoor is inmiddels verstreken, zegt de gemeente.
De drie verdachten weigeren vragen van NRC te beantwoorden. Ze verbreken de verbinding als ze telefonisch worden benaderd.
Oud-Rekenkamerdirecteur Paul Hofstra heeft nog veel vragen. De zaak toont volgens hem het gebrek aan controlemechanismen bij de gemeente over de gunning en besteding van subsidies. „Hoe konden die drie zo makkelijk geld wegsluizen?” Ook de rol van de radicaliseringsambtenaar roept volgens Hofstra vragen op. „Als hij een indirect belang had bij de kaasfabriek, kan hij niet tegelijkertijd betrokken zijn bij subsidies aan diezelfde ondernemers.”
Dat onderschrijft Rob van Eijbergen, expert op het gebied van integriteit van organisaties. „Als je als ambtenaar een lening verstrekt die gekoppeld is aan een kaasfabriek en daarna met diezelfde kaasondernemers te maken krijgt in een subsidierelatie, moet je dat op zijn minst melden bij de gemeente. Zodat anderen kunnen meekijken naar die subsidie. Anders wek je de schijn van belangenverstrengeling.”
Zelfs koning Willem-Alexander kwam op bezoek, omdat de stichting geld ontving van het Oranje Fonds
De grootste coalitiepartij Leefbaar Rotterdam eist opheldering van het stadsbestuur over het „ondoorzichtige subsidienetwerk” en de rol van de radicaliseringsambtenaar. „Deze zaak stinkt gigantisch”, zegt fractievoorzitter Simon Ceulemans. „We hadden de hoop dat in een rechtszaak eindelijk voor iedereen duidelijk zou worden hoe dit geraffineerde fraudenetwerk eruitziet. Nu de rechtszaak is gestopt, dreigt dit alsnog allemaal onder de pet te blijven. Dat accepteren wij niet.”
Ook D66 wil van het college weten wie bij de fraudezaak betrokken was. „Waarom wisten wij dit als raad allemaal niet?”, vraagt D66’er Ingrid van Wifferen. „En is het wel toegestaan en wenselijk dat een ambtenaar zo dicht op subsidieontvangers zit?”
Over anderhalve week staat een raadsdebat gepland.
Of de fabriek nog draait, is onduidelijk. De laatste berichten over Kaas Moulouya dateren van enige jaren geleden. Het betreffen foto’s op Facebook van kaasplankjes die worden uitgedeeld op een Marokkaanse landbouwbeurs. „Leuke reacties en tevreden klanten”, luidt het onderschrift van een van de frauderende kaasondernemers.
Lees ook
De tekenen van corruptie waren duidelijk. Toch keek Rotterdam weg
‘In een grotere stad loopt altijd een hoop raar volk rond.”
„In de trein had ik al een error. Gaan er twee jongens dicht bij je zitten.”
„Met hun lippen smakken. En sissen. Psst. Psst.”
„Overdag is het oké, ’s avonds gaan sommige mannen rondspoken.”
Noa (21), Anna (23) en Kristel (21) uit Hippolytushoef zitten vrijdag na middernacht voor de McDonalds aan de Coolsingel, met een frietje en kipburger. Ze zijn met een groepje van acht een nachtje in Rotterdam voor een optreden van De Vrienden van Amstel LIVE in Ahoy. Het was geweldig, zeggen ze. Ze zijn zich ervan bewust, zeggen ze ook, dat je als jonge vrouw in Rotterdam moet opletten, vooral ’s avonds.
Dat klopt. Zeker nu. Op Oudjaarsdag riep de politie vrouwen op „extra alert” te zijn omdat uit onderzoek was gebleken dat er in Rotterdam Centrum én Rotterdam Noord meerdere meldingen waren van aanrandingen. Deze week werd duidelijk dat het om zes meldingen van aanranding gaat sinds half november, zeer waarschijnlijk door één persoon. De politie deelde recent redelijk heldere foto’s van de vermoedelijke dader: een man met donker haar en donkere wenkbrauwen gehuld in een korte pufferjas op de fiets. Er zijn inmiddels tientallen tips.
‘Op zijn bek rammen’
Noa, Anna en Kristel zijn niet bang uitgevallen. „Wij staan ons mannetje wel”, zegt Anna. Bovendien zijn ze met z’n achten op pad; vijf vrienden zitten een tafeltje verderop. Er zijn drie jongens in de vriendengroep. „Al zouden wij eerder een aanrander op z’n bek rammen dan zij”, zegt Kristel. Ze lachen hard.
Ze vinden de witte bus, model grote camper, die verderop naast het Stadhuisplein geparkeerd staat, een heel goed initiatief. Safe ‘R Spot staat er in grote letters op. Binnen een tafel met stoelen, een kacheltje en een EHBO-koffer. De bus is een veilige plek voor iedereen die het nodig heeft en staat er op vrijdag- en zaterdagnacht tot 5 uur in de ochtend. Iedereen kan er terecht: vrouwen, en soms ook mannen, die zijn lastig gevallen of zich anderszins belaagd voelen. Verder is iedereen welkom voor een pleister, om even bij te komen, om te ontnuchteren – er zijn kotszakjes – voor een kop thee. Op het Stadhuisplein zijn het op de meeste avonden vooral jongeren die langskomen.
We zijn er om te luisteren en om te helpen, zegt Anouk Bol (24), die samen met Eveline Verhage (24) naast de bus staat. Zij hebben deze vrijdagnacht dienst. Anouk Bol begon drie jaar geleden met Jara Tees de Stichting Veilige Nacht. Ze zorgden voor zogenoemde awareness crew, in uitgaansgelegenheden. Dat zijn mensen die zich, herkenbaar aan een lichtgevend bandje om hun arm en roze shirt, tussen het dansende publiek begeven en die hulp bieden als dat nodig is.
Het Rotterdamse nachtleven is geweldig, zegt Anouk Bol. „In de nacht kunnen jonge mensen hun identiteit ontdekken, vrienden opdoen, feesten, zich goed voelen, zich redelijk anoniem wanen. Maar dat is alleen leuk als je je veilig voelt.” Haar ideaal is dat iederéén zich verantwoordelijk voelt voor die veiligheid. „Omstanders kunnen helpen als iemand wordt belaagd, vrienden kunnen elkaar aanspreken als een van hen een grens overschrijdt.”
Initiatief Leefbaar Rotterdam
De gemeente Rotterdam kwam in 2023 op initiatief van Leefbaar-wethouder Robert Simons (Haven, Economie, Horeca) met het plan voor de bus als veilige plek. Anouk Bol en Jara Tees sloten zich aan. Inmiddels werken ze voor de gemeente en hebben ze een groep van 16 mensen, waarvan er steeds twee elke vrijdag- en zaterdagnacht aanwezig in en bij de bus in het centrum. Ze werken daarbij samen met politie, handhavers en beveiligers van de omringende horecagelegenheden. Voortdurend fietsen groepjes politiemensen op mountainbikes rond. „Hoe gaat het daar?” Kort praatje, weer verder. „Zo gaat dat de hele nacht door”, zegt Anouk Bol.
Een stel loopt langs de bus. De man is geagiteerd. Hand in hand met zijn vriendin kwam hij net een bar binnen, vertelt hij. „Mooie dame”, riep een bezoeker naar zijn vriendin. Haar vriend had er meteen geen zin meer in. „Dat zég je toch niet tegen een dame”, briest hij. Anouk luistert vriendelijk. „Laat je avond er niet door verpesten”, zegt ze. „We gaan naar de Mac”, roept de man. „Zullen we wat voor jullie meenemen?”
Deze nacht zijn er geen verontrustende meldingen. Een weekend eerder klopte een jong meisje aan van wie de borsten tegen haar zin waren betast. Vannacht blijft het rustig in de stad. Het is koud en misschien zijn veel mensen na de dure decembermaand door hun geld heen, opperen Bol en Verhage.
De man van net en zijn vriendin komen terug. Ze hebben friet en kipnuggets.
Gevolgd tot haar voordeur
Luna (21), Britte (21) en Angelina (19) haasten zich naar The Grit, een club op het Stadhuisplein. Bang zijn ze niet, maar de moeders van Luna en Britte hadden beiden gewaarschuwd voor de aanrander. Ze voelen zich regelmatig onveilig. Angelina werd laatst gevolgd tot haar voordeur. Ze had de sleutel tussen haar vingers geklemd om mee uit te halen als het nodig zou zijn. Angelina heeft soms pleisterspray bij zich, dat zou werken als pepperspray.
Alexa (21) en Mara (20) uit Roemenië lopen langs de bus. Ze studeren in Rotterdam en wonen er twee jaar. Of ze wel eens lastig gevallen worden? Heel vaak. Ik ben twee keer gevolgd door een man, zegt Mara. „Dat vond ik doodeng.” Alexa ook. In uitgaansstraat Witte de With. „Ik ging rennen, hij begon ook te rennen. Er waren niet veel mensen op straat, de mensen die ik zag waren dronken.” De bus vinden ze een heel goed idee. Ze zouden het liefst in elke wijk een bus zien.