Brandbrief over racisme bij de rijksoverheid: ‘Medewerkers van kleur lijken systematisch doelwit te worden’

Een groep van een vijftigtal rijksambtenaren met een migratieachtergrond vraagt minister Judith Uitermark (Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, NSC) dringend „structurele maatregelen” te treffen tegen „institutioneel racisme, discriminatie en etnisch profileren binnen de rijksoverheid”. De ambtenaren schrijven op hun werk „dagelijks geconfronteerd” te worden met racisme.

In een brandbrief spreekt het ‘Collectief van Bezorgde Rijksambtenaren’ over „patronen van uitsluiting” die herinneringen oproepen aan de „wantoestanden” die ook aan het licht kwamen in de Toeslagenaffaire. „Ditmaal zijn het niet de burgers die het doelwit zijn van wantrouwen en vooroordelen, maar de mensen die werken binnen het systeem”, aldus het schrijven. „Medewerkers die met hart en ziel bijdragen aan de publieke zaak, worden keer op keer geconfronteerd met ongelijkheid, wantrouwen en vooringenomenheid. Het raakt ons diep, maar het raakt vooral het hart van de organisatie zelf.”

Uit vrees voor represailles willen de ambtenaren die de brandbrief hebben ondertekend anoniem blijven. „Je wordt als ambtenaar sociaal geïsoleerd of op een zwarte lijst gezet als je discriminatie en pesterijen aankaart”, zegt een van de ondertekenaars van de brandbrief. Onder de initiatiefnemers van het schrijven zijn een aantal departementale adviseurs en vertrouwenspersonen op het terrein van een veilig werkklimaat. De ondertekenaars, van wie NRC er een aantal heeft gesproken, werken op verschillende ministeries. De brandbrief is deze week via een personeelsfunctionaris bezorgd bij minister Uitermark.

Schrijnend beeld

Twee weken geleden schreef Uitermark al aan de Tweede Kamer dat uit het rapport Racisme binnen de Rijksoverheid, dat externe onderzoekers recentelijk hebben opgesteld, „een schrijnend beeld” naar voren komt „van ervaringen met racisme op onze werkvloer. Dit is allereerst ontzettend pijnlijk voor de medewerkers die hierdoor worden getroffen. En het is onacceptabel.”

Uit een personeelsenquête bleek vorig jaar al dat tien procent van de rijksambtenaren het afgelopen jaar racisme heeft ervaren. Voor rijksambtenaren met een herkomstland buiten Europa was dat 29 procent. Dit jaar is er op het verzoek van het ministerie door onderzoekers van de bureaus Verwonderzoek en Labyrinth Onderzoek & Advies nader gesproken met 66 rijksambtenaren met een migratieachtergrond die de afgelopen drie jaar zelf racisme op de werkvloer hebben ervaren. De groep deelnemers was divers qua leeftijd, gender, functie en salarisschaal. Zij omschreven hun etnische, culturele of religieuze achtergrond onder andere als Marokkaans, Turks, Surinaams, Chinees, Indiaas, joods en moslim.


Lees ook

55 procent van de Nederlandse moslims ervaart discriminatie: ‘Een juf die mij nog niet kende begon kinderlijk tegen mij te praten’

Er is een causaal verband tussen discriminatie op school en leerprestaties, zegt onderwijssocioloog Orhan Agirdag van de KU Leuven.

In het onderzoeksrapport staat dat de ervaringen van rijksambtenaren met racisme op de werkvloer uiteenlopen van los staande incidenten tot langlopende conflicten of pesterijen en foute grappen. „Bij een deel van de ervaringen gaat het om expliciet en openlijk racisme.” Een ambtenaar kreeg op haar eerste dag van een collega te horen dat „jullie de plekken van onze kinderen inpikken”. Tegen een andere ambtenaar werd bij een overleg gezegd: „Haal dat doek eens van je hoofd”.

Onderhuids of subtiel racisme uit zich vaak „in een gebrek aan vertrouwen, onderschatting of betutteling. Juist het verborgen karakter van deze ervaringen maakt het lastig voor respondenten om de vinger te leggen op wat er aan de hand is”.

Rijksambtenaren met een migratieachtergrond krijgen volgens de onderzoekers vaak ongepaste vragen over hun herkomst of achtergrond tijdens (interne) sollicitatiegesprekken. „Ook worden er aan hen hogere eisen gesteld voor promotie, bijvoorbeeld met betrekking tot taalgebruik, of worden andere collega’s met minder ervaring onterecht voorgetrokken”.

Twijfel aan loyaliteit

„Als ik vertel dat ik op vakantie ga naar mijn land van herkomst, word ik al heel nadrukkelijk door collega’s aan de tand gevoeld. Dan wordt er getwijfeld aan mijn loyaliteit”, vertelt een van de ondertekenaars van de brandbrief. Iedereen met een migratieachtergrond voelt zich volgens deze persoon „constant bekeken en beoordeeld”.

Het melden van racisme bij leidinggevenden of vertrouwenspersonen heeft volgens de slachtoffers nauwelijks effect. Klagers „maken mee dat hun beleving door leidinggevenden of vertrouwenspersonen in twijfel getrokken of gebagatelliseerd wordt, en zij worden ontmoedigd om verdere actie te ondernemen”, staat in het onderzoeksrapport.

Het zijn ervaringen die „diep verdriet en pijn en teleurstelling in de organisatie” veroorzaken. Aanhoudend racisme en lang slepende meldprocedures „leiden uiteindelijk ook vaak tot ziekte en langdurige uitval”, aldus het rapport.

Afdelingen worden steeds ‘witter’

Anonieme ambtenaar
ondertekenaar brandbrief

Volgens de auteurs van de brandbrief beschrijft het rapport „slechts het topje van de ijsberg”. De werkelijke omvang van het racisme blijft onzichtbaar omdat „veel collega’s zwijgen uit angst voor negatieve consequenties, een angst die hun stem smoort en het systeem beschermt”.

In de brandbrief staat dat het streven naar een inclusieve overheid steeds meer teniet wordt gedaan. „Medewerkers van kleur lijken systematisch het doelwit te worden van bezuinigingen en herstructureringen. Afdelingen worden steeds ‘witter’.” Er is, vertelt een van de ondertekenaars, „een plafond voor mensen met kleur bij de overheid. Leidinggevenden met een migratieachtergrond zijn er nauwelijks. Het is een klassenmaatschappij, terwijl de overheid als werkgever juist het voorbeeld zou moeten zijn”.

‘Voornemens te vaag’

Uitermark schrijft aan de Tweede Kamer te werken aan een meer overzichtelijk stelsel van voorzieningen om grensoverschrijdend gedrag te melden. Initiatiefnemers van de brandbrief vinden de voornemens van Uitermark te vaag en vrijblijvend. Ze willen nu concrete maatregelen zien. Ze vrezen dat onder de huidige rechtse regering juist minder aandacht voor racisme op de werkvloer zal zijn. „Het verschil is nu al merkbaar. Het management krijgt in feite carte blanche om alles wat met diversiteit en inclusie te maken heeft eruit te werken omdat het als te ‘woke’ wordt gezien.”

Minister Uitermark zegt het signaal uit de brandbrief „ontzettend serieus” te nemen. „In het regeerprogramma staat niet voor niets dat dit kabinet racisme, discriminatie, antisemitisme en moslimhaat daadkrachtig aanpakt”. Ze kondigt aan dat er in januari „een loket komt waar iedere ambtenaar op een veilige manier een formele melding kan doen”. Ze wijst er wel op dat „kwalijke misstanden niet van de ene op de andere dag te veranderen zijn.”


Lees ook

Nederlandse gemeenten doen te weinig tegen discriminatie: ‘echte wil ontbreekt’

Gemeenten voldoen niet aan hun verantwoordelijkheid om op lokaal niveau discriminatie tegen te gaan.