Loepzuiver gaat de bal nu ineens van rechts via het midden naar links. Steeds weer torent een Nederlandse speelster hoog boven het water uit om te vangen en weer te passen. Dan terug naar het midden, precies in de linkerhand van Simone van de Kraats. Even dreigen, dan onhoudbaar raak knallen: 10-7 met nog slechts twee minuten te spelen. Perfectie op het juiste moment. Nederland heeft de buit binnen: winst op Italië en voor het eerst sinds de olympische titel in 2008 weer geplaatst voor de halve finale op de Spelen. Daarin is de tegenstander Spnaje, dat Canada met 18-8 verpletterde.
De Nederlandse ploeg van bondscoach Evangelos Doudesis geldt met Spanje en de Verenigde Staten als favoriet voor olympisch goud. Onder de geboren Griek werd Oranje vorig jaar voor het eerst sinds 1991 wereldkampioen. Dit jaar volgde in januari in Eindhoven de Europese titel. In Parijs rolde de ploeg eenvoudig door de poulewedstrijden. „Ons toernooi begint eigenlijk pas op 6 augustus”, had Doudesis al gezegd na een zege tegen China (15-11). „Ik denk dat we klaar zijn om ons ultieme doel te bereiken.”
Toch startte de Nederlandse ploeg niet overtuigend in de kwartfinale tegen Italië. Voor het eerst een knock-outwedstrijd, voor het eerst het mes op de keel. En dat in een La Defense Arena vol Oranjesupporters, die rekenden op niets minder dan winst. In de eerste twee periodes ging de strijd gelijk op tot 4-4. Italië, dat in de poule slechts één wedstrijd wist te winnen, oogde onverzettelijk. Net als in januari in de halve van het EK, toen Nederland pas in de slotseconden wist te winnen.
Mindset
Doudesis en zijn speelsters raakten geen moment in de war van de stroeve start. „We hebben de eigenschappen van een echt topteam”, had de charismatische coach al tijdens de poulefae van het olympisch toernooi gezegd. „We kunnen op een mindere dag onze mindset veranderen om vervolgens een wedstrijd te kantelen. Dat hebben we de afgelopen jaren wel geleerd.” Na de met 20-11 gewonnen wedstrijd tegen Canada deed hij er nog een schepje bovenop. „Wij hebben de afgelopen drie dagen grote stappen gemaakt als team, in het water en ook buiten het water.”
Grootspraak bleek het niet. In het tweede deel van de kwartfinale maakte Nederland langzaam maar zeker het verschil. Doudesis beschikt over een brede selectie, waardoor hij makkelijk kan doorwisselen. Vooral in het laatste kwart betaalde dat zich uit. Oranje was fitter dan de Italiaansen, wat vooral rendement opleverde in overtalsituaties. Waar Nederland zes van de elf keer scoorde met een speelster meer in het water, slaagde Italië er niet in een doelpunt te maken uit acht van dergelijke situaties.
De prachtige aanval waaruit Van de Kraats de wedstrijd uiteindelijk besliste, was een voorbeeld van het hoge niveau dat de Nederlandse waterpolosters kunnen halen. Na de winst tegen Italië (11-8) wacht nu Spanje, de ploeg waarvan Nederland met veel moeite won in de finales van het WK 2023 (na strafworpen) en het EK van dit jaar (8-7).
Volgens Doudesis is na 2008 opnieuw een olympische titel mogelijk. „Het goud van 2008 is natuurlijk het grootste succes van het Nederlandse waterpolo, by far. Daar is geen discussie over. Maar ons team is iets stabieler de afgelopen jaren en lijkt wat dat betreft meer op de wereldkampioenen van 1991. Zij hadden ook een paar dominante jaren en kenden duurzaam succes.”