Bondgenoten krijgen ‘buikpijn’ van Israël, maar stellen beleid nog niet wezenlijk bij

Kantelt er iets in de reacties op het Israëlische optreden in Gaza? Vooral sinds de goed gedocumenteerde executie van vijftien hulpverleners bij Rafah valt er hier en daar een scherpere toon te bespeuren.

In Nederland bijvoorbeeld, waar minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) voor het eerst in lange tijd de Israëlische ambassadeur ontboden heeft. In Frankrijk, waar president Emmanuel Macron aangekondigd heeft dat hij Palestina wil erkennen. En in Israël zelf, waar bijna duizend leden van de luchtmacht een oproep hebben ondertekend om de oorlog te beëindigen.

Maandag komen de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-lidstaten bij elkaar in Luxemburg. Ze zullen daar onder meer de situatie in het Midden-Oosten bespreken. Ook praten ze met premier Mohamed Mustafa van de Palestijnse Autoriteit.


Lees ook

Israël geeft toe dat uitleg over gedode hulpverleners in Gaza ‘deels onjuist’ was na filmpje van een van de slachtoffers

Palestijnen rouwen om de artsen die onder Israëlisch vuur kwamen te liggen tijdens een reddingsmissie, nadat hun lichamen werden teruggevonden, volgens de Rode Halve Maan, in het Nasser-ziekenhuis in Khan Younis in de zuidelijke Gazastrook op 31 maart 2025. REUTERS/Hatem Khaled/Archieffoto

Europa is sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog vooral erg verdeeld: landen als Hongarije, Tsjechië, Oostenrijk, Duitsland en Nederland staan tamelijk onvoorwaardelijk achter Israël. Ierland en Spanje komen juist veelvuldig voor de rechten van de Palestijnen op.

Epische verdeeldheid

Die epische verdeeldheid uit zich onder meer in grote moeite om zich uit te spreken over duidelijke schendingen in het gebied. Gezamenlijke verklaringen van de 27 EU-lidstaten monden daarom vaak uit in vlak proza.

Kijk bijvoorbeeld naar de reactie van de EU nadat Israël vorige maand eenzijdig het staakt-het-vuren verbroken had, zegt directeur Martin Konecny van de Brusselse denktank European Middle East Project. „De lidstaten konden het er niet over eens worden dat ze de actie van Israël ‘veroordelen’ (to condemn). In de uiteindelijke verklaring staat dat ze het eind van het staakt-het-vuren slechts ‘betreuren’ (to deplore). En meteen daarna wordt Hamas opgeroepen om alle gijzelaars vrij te laten. Je kunt Hamas veel verwijten, bijvoorbeeld hoe ze de vrij te laten gijzelaars tentoonstelden, maar hier was Hamas nou juist de partij die zich wél aan de afspraken had gehouden.”

Hoe onwrikbaar zijn die Europese posities in het licht van steeds ernstigere Israëlische mensenrechtenschendingen? Wanneer besluit de internationale gemeenschap dat de Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza een grens overschreden hebben?

In Den Haag lijkt er ook bij rechtse coalitiepartijen iets te schuiven. In reactie op het ontbieden van de ambassadeur door minister Veldkamp benadrukten Pieter Omtzigt (NSC) en Dilan Yesilgöz (VVD) het Israëlische ‘recht op zelfverdediging’. Maar ze kwamen ook met voorzichtige nuanceringen. „Er zijn grenzen aan wat je nog als zelfverdediging kan zien”, zei Omtzigt bijvoorbeeld bij de NOS. Yesilgöz zei dat er „zaken” plaatsvinden waar ze „buikpijn” van krijgt. „Ook richting bondgenoten kan je zeggen: hoe kan dit nou?”

Bij de Israëlische luchtaanval op een gebouw in Shejaiya, een buitenwijk van Gaza-Stad, werden woensdag minstens 29 mensen gedood.

Foto’s Omar AL-QATTAA/AFP

Toch is het evenmin ingewikkeld om bewijzen te vinden voor de tegenovergestelde stelling: er verandert nooit wat. Neem de Israëlische ambassadeur die van Veldkamp moest komen opdraven. De minister kwam Modi Ephraim niet eens persoonlijk te woord staan, maar stuurde een hoge ambtenaar. En die gewijzigde opstelling van de coalitiepartijen: is die niet zo subtiel dat ze amper iets uithaalt?


Lees ook

Hulporganisaties ‘diep geschokt’ na gesprek met Schoof over Gaza-oorlog

Palestijnen lopen langs door Israël verwoeste gebouwen in Gaza-stad. Foto Haitham Imad / EPA

De kritische Israëlische militairen hebben op hun beurt te horen gekregen dat ze niet meer hoeven terug te komen. Premier Netanyahu noemde het een „onvergeeflijke” uiting van een „marginale en extremistische groep die opnieuw probeert de Israëlische samenleving van binnenuit te breken”. Overigens zijn de leden van de Israëlische luchtmacht niet kritisch vanwege de behandeling van Palestijnen, maar omdat voorzetting van de oorlog volgens hen „zal leiden tot de dood van gijzelaars, IDF-soldaten en onschuldige burgers, en de uitputting van de reservisten”.

Muisstil

Ondanks enkele kritische geluiden over het Israëlische optreden ziet de Brusselse denktankdirecteur Konecny voorlopig niet al te veel veranderen. Sinds 1 december vorig jaar, toen de nieuwe Europese Commissie aantrad, constateert hij dat Israël juist minder hard aangesproken wordt. „De vorige buitenlandchef, Josep Borrell, was erg kritisch. Zijn opvolger, Kaja Kallas, die zo stevig Rusland tot de orde kan roepen, houdt zich tegenover Israël muisstil.”

Ook op andere terreinen ziet Konecny vooral minder politieke wil om Israël aan te pakken. De lidstaten van het Internationaal Strafhof die weigeren om de Israëlische premier Benjamin Netanyahu te arresteren. Of het intrekken van subsidies aan UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen die veel elementaire hulp biedt in Gaza.

Konecny: „Kijk ook naar de ‘associatieraad’, een formele vergadering van de EU met Israël. Daar wordt dan gezegd: we hebben Israël stevig aangesproken op het stopzetten van hulp aan Gaza en op de nederzettingen! Ook Israël spreekt mooie woorden, maar schendt vervolgens doodleuk alle afspraken. Toch hoor je diplomaten dan zeggen dat de bijeenkomst een groot succes was.”


Lees ook

‘Zij hebben wapens en stokken, wij hebben camera’s’ – kolonisten terroriseren Palestijns dorp in Masafer Yatta

De heuvels bij Jinba.

Volgens de Tsjechische analist is het echter ook niet zo dat Israël helemaal nergens op wordt aangesproken. In het Europees Parlement is er een motie aangenomen die oproept tot een beoordeling van de mensenrechtenclausule in het associatieverdrag met Israël. Die clausule stelt Europa in staat om ‘passende maatregelen’ te nemen in geval van ernstige mensenrechtenschendingen van de andere partij. Dat zou bijvoorbeeld het opschorten van handelsvoordelen kunnen inhouden.

Konecny: „Het doden van de vijftien hulpverleners is het minst verdedigbare wat er in deze oorlog gebeurd is. De mensenrechtensituatie is nog nooit zo verwerpelijk geweest. Misschien dat Europa een keer wat steviger kan zijn dan ‘foei Israël, het is niet zo aardig wat je doet’.”